NORMALE WIEL MONTEREN
Ga als volgt te werk:
❒
volg de hiervoor beschreven procedure, krik de auto op en
demonteer het reservewiel;
❒
zorg ervoor dat de boutgaten en alle contactvlakken van het
reservewiel schoon zijn en geen onzuiverheden bevatten, omdat
hierdoor na verloop van tijd de wielbouten kunnen loslopen;
❒
monteer het normale wiel, en draai de eerste bout (B) twee slagen in
het gat dat het dichtst bij ventiel (A) zit;
❒
bij uitvoeringen met een geklemd wieldeksel, moet met de palm van
de hand op het wieldeksel worden geduwd (niet slaan);
❒
monteer het wieldeksel, waarbij het symbool
C
(op het wieldeksel)
zich ter hoogte van het ventiel moet bevinden; monteer vervolgens de
andere 3 bouten;
❒
draai de bouten handvast met de daarvoor bestemde sleutel;
❒
laat de auto zakken en verwijder de krik;
❒
draai de bouten verder vast volgens de eerder aangegeven volgorde.
BELANGRIJK Door een verkeerde montage kan het wieldeksel tijdens
het rijden loslaten.
206
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENINGS-
KNOPPEN
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
F0I0116m
F0I0117m