7
FIAT PANDA PANDA NATURAL POWER
De stroombegrenzingsklep is zo
geplaatst dat de werking ook gegaran-
deerd is als de magneetklep tijdens een
ongeval afbreekt.
4) Handbediende kraan, die voor de
magneetklep is geplaatst.
Deze dient voor het isoleren van de gas-
tank van het methaansysteem, zodat
MAGNEETKLEPPEN/BE-
VEILIGINGSSYSTEMEN
De magneetkleppen fig. 5 en fig. 6 zijn
rechtstreeks op de methaantanks
geschroefd en onderbreken zo nodig de
methaanstroom naar het brand-
stofcircuit van de motor.
De magneetkleppen zijn geopend als:
❒
de keuzeknop in de stand methaan
staat;
❒
de druk in de gastank voldoende hoog
is voor een goede werking;
❒
de motor draait;
❒
de brandstofnoodschakelaar niet is
geactiveerd.
De magneetklepgroep is voorzien van de
volgende beveiligingssystemen:
1) Smeltveiligheid, die bij een te hoge
temperatuur (boven 110°C) de gevaarlij-
ke overdrukken volledig opheft door het
methaan zo snel mogelijk en gecontro-
leerd uit de tank te laten wegstromen.
2) Mechanische overdrukbeveiliging
(Burst Disk), die bij een overdruk
(boven 300 bar) het methaan zo snel
mogelijk en gecontroleerd afvoert.
3) Stroombegrenzer, die bij een
breuk in de leidingen de uitgaande
methaanstroom beperkt tot een onge-
vaarlijke stroom.
onderhoudswerkzaamheden kunnen
worden uitgevoerd.
De kranen zijn vanaf de buitenzijde van
de auto bereikbaar en zijn aan de ach-
terzijde van de centrale tank en aan de
zijde van het linker wiel op de achterste
dwarstank geplaatst.
De kranen D-fig. 7 sluiten: draai de
knop in de richting van de pijl (1) rechts-
om naar stand
OFF
De kranen D-fig. 7 openen: draai de
knop in de richting van de pijl (2) links-
om naar stand ON
5) Terugslagklep, geplaatst op de
methaanvulleiding om te voorkomen dat
het methaan terugstroomt.
fig. 5
F0G0658m
fig. 6
F0G0659m
fig. 7