105
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
Accessoires gemonteerd op
dakrails
Verwijder de accessoires zoals: dwars-
steunen, skidrager, bagagebox, als u deze
niet meer gebruikt. Ze verminderen de
aerodynamica van de auto, waardoor het
brandstofverbruik toeneemt. Gebruik
voor het vervoer van volumineuze voor-
werpen bij voorkeur een aanhanger.
Stroomverbruikers
Gebruik de elektrische installaties alleen
als u ze nodig hebt. De achterruit-
verwarming, de verstralers, de ruitenwis-
sers en de aanjager van het ventilatie-/ver-
warmingssysteem vragen veel stroom,
waardoor het brandstofverbruik toe-
neemt (tot aan 25% in stadsverkeer).
Airconditioning
De airconditioning gebruikt zeer veel
energie, waardoor het brandstofver-
bruik sterk toeneemt (tot gemiddeld
20%): gebruik wanneer de buitentempe-
ratuur het toelaat, bij voorkeur de func-
ties van het ventilatiesysteem.
Aerodynamische accessoires
Het gebruik van niet goedgekeurde
aerodynamische accessoires kan de
aerodynamica negatief beïnvloeden,
waardoor het brandstofverbruik zal toe-
nemen.
RIJSTIJL
Starten
Laat de motor als de auto stilstaat, niet
warmdraaien met stationair toerental en
ook niet met een hoog toerental: onder
deze omstandigheden warmt de motor
veel langzamer op, terwijl het verbruik
en de schadelijke uitlaatgasemissie toe-
nemen. Het is beter om rustig weg te rij-
den en geen hoge toerentallen te gebrui-
ken: op deze manier warmt de motor
sneller op.
Overbodige handelingen
Trap het gaspedaal niet in als u stilstaat
voor een stoplicht of voordat u de
motor afzet. Deze handeling heeft even-
als het overschakelen met tussengas,
geen enkel nut. Het kost brandstof en
verhoogt de uitstoot van schadelijke uit-
laatgassen.
Keuze van de versnellingen
Gebruik als het verkeer en de weg het
toelaten de hoogste versnelling. Het
inschakelen van een lage versnelling voor
een snelle acceleratie verhoogt het
brandstofverbruik.
Bij het oneigenlijke gebruik van een hoge
versnelling neemt het verbruik en de
schadelijke uitlaatgasemissie toe. Boven-
dien slijt de motor hierdoor sneller.
BRANDSTOF-
BESPARING
Hierna volgen enkele nuttige tips, waar-
door het brandstofverbruik zo laag moge-
lijk blijft en de uitstoot van schadelijke uit-
laatgassen zoveel mogelijk beperkt wordt.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Onderhoud van de auto
Zorg voor een goed onderhoud van de
auto door de controles en registraties
die in het “Geprogrammeerd Onder-
houdsschema“ staan vermeld, te laten
uitvoeren.
Banden
Controleer regelmatig, ten minste een
keer per maand, de spanning van de ban-
den: als de spanning te laag is, wordt de
weerstand groter en neemt het verbruik
toe.
Overbodige bagage
Rijd niet met een overbeladen bagage-
ruimte. Het gewicht van de auto (vooral
in stadsverkeer) en de wieluitlijning heb-
ben grote invloed op het brandstofver-
bruik en de stabiliteit.