100
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
VEILIGHEIDSGORDELS
GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDS-
GORDELS
Ga goed rechtop zitten, steun tegen de
rugleuning en leg dan de gordel om.
Trek de gordel uit en maak de gordel
vast door de gesp A-fig. 1 in de sluiting
B-fig. 1 te drukken, totdat hij hoorbaar
blokkeert.
Als tijdens het uittrekken van de gordel
de rolautomaat blokkeert, laat dan de
gordel een stukje teruglopen en trek de
gordel vervolgens weer geleidelijk uit.
Druk, om de gordel los te maken, op de
knop C-fig. 1. Begeleid de gordel tijdens
het teruglopen om te voorkomen dat de
gordelband draait.
Via de rolautomaat wordt de lengte van
de gordel automatisch aangepast aan het
postuur van de drager, waarbij voldoende
bewegingsruimte overblijft.
Als de auto op een steile helling staat,
kan de rolautomaat blokkeren; dit is een
normaal verschijnsel. Bovendien blok-
keert de rolautomaat als u de gordel
snel uittrekt. Hij blokkeert ook bij hard
remmen, botsingen en bij hoge snelheden
in bochten.
De achterbank is voorzien van drie-
punts-veiligheidsgordels met rolauto-
maat fig. 2.
De veiligheidsgordels achter moeten
worden omgelegd zoals is aangegeven in
het afgebeelde schema.
BELANGRIJK Als gelijktijdig gebruik
wordt gemaakt van de zitplaatsen aan de
zijkant en in het midden, is het raadzaam
eerst de veiligheidsgordel aan de zijkant
om te leggen en vervolgens de gordel in
het midden.
fig. 1
F0L0119m
fig. 2
F0L0120m
Druk tijdens het rijden niet
op de knop C.
ATTENTIE