92
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
AANWIJZINGEN VOOR HET
GEBRUIK VAN HET TPMS
Storingsmeldingen worden niet opgeslagen
en worden dus niet aangegeven als de
motor wordt uitgezet en vervolgens
weer wordt gestart. Als de storingen
blijven bestaan, stuurt de regeleenheid
de betreffende meldingen pas naar het
instrumentenpaneel als de auto een
korte tijd rijdt.
LET OP Het TPMS is niet in staat om te
waarschuwen voor een plotselinge ver-
mindering van de bandenspanning (bij-
voorbeeld bij een klapband). Zet in dat
geval de auto stil door voorzichtig te
remmen en maak daarbij geen plotselinge
stuurbewegingen.
LET OP Het vervangen van de normale
banden door winterbanden en omge-
keerd, vereist ook een aanpassing van
het TPMS, die uitsluitend door de Fiat-
dealer mag worden uitgevoerd.
LET OP Het TPMS vereist het gebruik
van speciale apparatuur. Raadpleeg de
Fiat-dealer over de accessoires die
geschikt zijn voor het systeem (wielen,
wieldeksels enz.) Het gebruik van andere
accessoires kan de normale werking van
het systeem verhinderen.
LET OP De bandenspanning kan variëren
afhankelijk van de buitentemperatuur. Het
TPMS kan tijdelijk een te lage banden-
spanning signaleren. Controleer in dat
geval de bandenspanning bij koude banden
en herstel, indien nodig, de juiste spanning.
LET OP Als de auto is uitgerust met het
TPMS moeten bij het monteren/demon-
teren van de banden en/of velgen speciale
voorzorgsmaatregelen in acht worden
genomen. Om te voorkomen dat de sen-
soren beschadigen of verkeerd gemon-
teerd worden, mogen de banden en/of
de velgen uitsluitend door gespeciali-
seerd personeel vervangen worden.
Wendt u tot de Fiat-dealer.
LET OP Als de auto is uitgerust met het
TPMS, moet bij het demonteren van een
band, ook het rubber van het ventiel
vervangen worden. Wendt u tot de Fiat-
dealer.
LET OP Zeer hevige storingen door
radiofrequentie kunnen het systeem
ontregelen. Dit wordt aan de bestuurder
aangegeven door het verschijnen van
een bericht op het display. Deze melding
verdwijnt automatisch zodra de storing
het systeem niet meer ontregelt.
AUTORADIO
(indien aanwezig)
Raadpleeg voor de werking van de auto-
radio met CD- of MP3 CD-speler
(indien aanwezig) het supplement dat bij
dit instructieboekje is geleverd.
Audiosysteem (indien aanwezig)
Het systeem bestaat uit:
❒
2 tweeter luidsprekers in de voor-
portieren met elk een piekvermogen
van 40W;
❒
2 mid-woofer luidsprekers in de voor-
portieren met een diameter van 165
mm en met elk een piekvermogen van
40W;
❒
2 full-range luidsprekers in de achter-
portieren met een diameter van 165
mm en met elk een piekvermogen
van 40W.