72
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Initialisatie van het zonnescherm
Ga als volgt te werk:
❒
sluit het opendak volledig;
❒
draai de contactsleutel 10 seconden
in stand OFF;
❒
draai de contactsleutel in stand ON;
❒
draai de draaiknop in de sluitstand in
en houd deze ingedrukt, totdat
wordt waargenomen dat de mecha-
nische aanslag is bereikt;
❒
de initialisatie is beëindigd.
ANTI-LETSELFUNCTIE
UITSCHAKELEN
Door ijs of vuil in de geleiders van het
opendak kan de anti-letselfunctie her-
haaldelijk inschakelen. Daarom moet
gecontroleerd worden of er geen obsta-
kels aanwezig zijn.
In dit geval kan de functie worden uitge-
schakeld door het opendak op de vol-
gende manier te sluiten: draai binnen 5
seconden na het in werking treden van
de functie, de draaiknop A-fig. 86 in
stand 0 en houd de knop ingedrukt, tot-
dat het dak gesloten is.
BEDIENING IN NOOD-
GEVALLEN fig. 87-88
Als de elektrische bediening van het
opendak niet werkt, dan kan het hand-
matig worden bediend; ga hiervoor als
volgt te werk:
❒
neem de sleutel voor de noodbe-
diening uit het dashboardkastje;
❒
verwijder het plafondlampje achter
bij de met de pijlen aangegeven
punten fig. 87;
❒
plaats de sleutel in de zitting A-fig.
88 en draai deze rechtsom om het
dak te openen of linksom om het dak
te sluiten.
fig. 87
F0L0215m
fig. 88
F0L0216m