158
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
Als de motor na enkele pogingen niet
aanslaat, blijf dan niet proberen maar
wendt u tot de Fiat-dealer.
BELANGRIJK Verbind de minklemmen
van de twee accu’s niet direct met elkaar:
eventuele vonken kunnen het explosieve
gas ontsteken dat uit de accu kan ont-
snappen. Als de hulpaccu is geïnstalleerd
aan boord van een andere auto, mogen
tussen deze auto en de auto met de lege
accu niet per ongeluk metalen delen met
elkaar in verbinding staan.
STARTEN MET EEN
HULPACCU
Als de accu leeg is, kan de motor worden
gestart met een hulpaccu, die ten minste
dezelfde capaciteit moet hebben als de le-
ge accu.
Ga voor het starten als volgt te werk fig. 1:
❒
verbind de pluspolen (+ teken nabij de
pool) van de beide accu’s met een
startkabel;
❒
sluit een tweede startkabel aan op de
minpool (–) van de hulpaccu en op de
massa-aansluiting
E
op de motor of de
versnellingsbak van de auto die gestart
moet worden;
❒
start de motor;
❒
neem als de motor draait, de kabels in
de omgekeerde volgorde los.
fig. 1
F0L0127m
Gebruik voor een noodstart
beslist nooit een accusnella-
der: de elektronische systemen
kunnen beschadigen; in het
bijzonder de regeleenheden van de ont-
steking en de inspuiting.
Laat deze procedure door ge-
specialiseerd personeel uit-
voeren. Onjuiste handelingen kunnen
leiden tot vonken. De vloeistof in de
accu is giftig en corrosief. Vermijd het
contact met de huid en de ogen. Kom
ook niet dicht bij een accu met open
vuur of een brandende sigaret en ver-
oorzaak geen vonken.
ATTENTIE