❒
maak de gespoten plaatdelen schoon
en behandel ze met een beschermen-
de was;
❒
reinig en conserveer de glimmende
metalen delen met daarvoor geschik-
te middelen;
❒
smeer de wisserrubbers van de rui-
tenwissers en achterruitwisser in met
talkpoeder en laat ze los van de ruit
staan;
❒
zet de ruiten een klein stukje open;
❒
dek de auto af met een stoffen of een
ademende kunststof hoes. Gebruik
geen dichte plastic hoes, omdat het in
en op de auto aanwezige vocht dan
niet kan verdampen;
❒
breng de bandenspanning 0,5 bar bo-
ven de normaal voorgeschreven span-
ning en controleer deze regelmatig;
❒
als u de accukabels niet loskoppelt en
de auto is uitgerust met een optische
meter, controleer de acculading dan
iedere maand; laad de accu op als de
optische meter een donkere kleur
heeft zonder groen middenstuk;
❒
tap het koelsysteem van de motor niet
af.
BELANGRIJK Als de auto is uitgerust met
een diefstalalarm, schakel dan het alarm
uit met de afstandsbediening.
AUTO LANGERE TIJD
STALLEN
Tref de volgende maatregelen als de au-
to enkele maanden niet wordt gebruikt:
❒
zet de auto in een overdekte, droge
en goed geventileerde ruimte;
❒
schakel een versnelling in (stand P met
automatische versnellingsbak);
❒
zorg ervoor dat de handrem is aange-
trokken;
❒
maak de klem van de minpool van de
accu los;
❒
als de auto is uitgerust met een opti-
sche meter, controleer dan de accu-
lading. Gedurende het stallen moet de-
ze controle iedere drie maanden wor-
den herhaald. Laad de accu op als de
optische meter een donkere kleur
heeft zonder een groen middenstuk;
144
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN