46
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Handmatig inklappen fig. 44
De spiegel kan (bijv. bij nauwe doorgan-
gen) van stand A in stand B worden ge-
klapt.
fig. 44
F0L0015m
fig. 45
F0L0387m
Elektrisch inklappen
(indien aanwezig) fig. 45
De spiegel kan (bijv. bij nauwe doorgan-
gen) worden ingeklapt door op de knop
C te drukken.
Om de spiegels weer in de rijstand te zetten,
moet u opnieuw op de knop C drukken.
Tijdens het rijden moeten de
spiegels altijd in stand A staan.
ATTENTIE
De spiegel aan bestuurderszij-
de is bol, waardoor de af-
standswaarneming iets wordt beïnvloed.
ATTENTIE