39
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
ALFABETISCH
REGISTER
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
STARTEN EN
RIJDEN
VEILIGHEID
DASHBOARD
EN BEDIENING
HOOFDSTEUNEN
VOOR
Deze zijn in hoogte verstelbaar en ver-
grendelen automatisch in de gewenste
stand.
❒
omhoog verplaatsen: trek de hoofd-
steun omhoog totdat hij hoorbaar ver-
grendelt.
❒
omlaag verplaatsen: druk op de knop
A-fig. 30 en duw de hoofdsteun om-
laag.
Op enkele uitvoeringen zijn de hoofd-
steunen voor uitgerust met het “Anti-
Whiplash” systeem. Dit systeem vermin-
dert de afstand tussen het hoofd en de
hoofdsteun bij een aanrijding van achte-
ren, waardoor klachten die ontstaan door
de zogenaamde “zweepslag” beperkt wor-
den.
Bij “Anti-Whiplash” hoofdsteunen voor
kunt u de verplaatsing van de hoofdsteun
controleren door druk uit te oefenen op
de rugleuning met het lichaam of de hand.
Dit is normaal en duidt niet op een sto-
ring in het systeem.
ACHTER
De auto is uitgerust met twee hoofdsteu-
nen voor de zijzitplaatsen achter en, af-
hankelijk van de uitvoering, ook met een
derde hoofdsteun voor de middelste zit-
plaats.
Uittrekken: trek de hoofdsteun volledig
omhoog (“gebruiksstand”) totdat hij hoor-
baar vergrendelt.
Druk om de hoofdsteun in de zitting te
plaatsen op de knop A-fig. 31 en laat de
hoofdsteun in de zitting op de rugleuning
zakken.
BELANGRIJK Als de zitplaatsen achter ge-
bruikt worden, moeten de hoofdsteunen
altijd volledig zijn uitgetrokken.
fig. 30
F0Q0655m
De hoofdsteunen moeten zo
worden ingesteld dat ze het
hoofd ondersteunen en niet de nek.
Alleen in deze positie bieden de steu-
nen bescherming.
ATTENTIE
Voor een optimale bescher-
ming moet de rugleuning zo
zijn ingesteld dat u rechtop zit en dat
uw hoofd zich zo dicht mogelijk bij de
hoofdsteun bevindt.
ATTENTIE
fig. 31
F0Q0656m