9
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
WERKING
Als u bij het starten van de motor de
sleutel in stand MAR draait, dan stuurt
het Fiat CODE-systeem een code naar
de regeleenheid van de motor die, als de
code wordt herkend, de blokkering van
de functies opheft.
De code wordt alleen verzonden als de
regeleenheid van het systeem de door de
sleutel verzonden code heeft herkend.
Iedere keer als u de contactsleutel in
stand STOP zet, schakelt de Fiat CODE
de functies van de elektronische regel-
eenheid van de motor uit.
Als bij het starten de code niet wordt
herkend, gaat op het instrumentenpa-
neel het waarschuwingslampje
Y (of
het symbool op het display) branden.
Draai in dat geval de sleutel in stand
STOP en vervolgens in stand MAR; als
de motor geblokkeerd blijft, probeer het
dan opnieuw met de andere geleverde
sleutels. Als de motor nog niet aanslaat,
wendt u dan tot de Fiat-dealer.
BELANGRIJK Elke sleutel heeft een
eigen code, die in de regeleenheid van
het systeem moet worden opgeslagen.
Voor het opslaan van nieuwe sleutels
(maximaal acht) moet u zich tot de Fiat-
dealer wenden. Hierbij moeten alle in
uw bezit zijnde sleutels, de CODE-card,
een identiteitsbewijs en het kentekenbe-
wijs worden meegenomen. Als tijdens
het opslaan van een nieuwe sleutelcode
de reeds opgeslagen sleutelcodes niet
opnieuw worden ingevoerd, worden ze
uit het geheugen gewist, zodat eventueel
verloren of gestolen sleutels niet meer
gebruikt kunnen worden voor het star-
ten van de motor.
Bij krachtige stoten kunnen
de elektronische componen-
ten in de sleutel beschadigd
worden.
Brandend lampje Y
(of het symbool op het display)
tijdens het rijden
❒
Als het lampje Y (of het symbool op
het display) gaat branden, betekent dit
dat het systeem zichzelf controleert
(bijv. bij een vermindering van de
spanning).
❒
Als het lampje Y (of het symbool op
het display) blijft branden, wendt u
dan tot de Fiat-dealer.