19
Wanneer er een warmwaterkraan wordt geopend, zal de
stromingssensor (zie figuur 11.2/11.3) een signaal aan de
stuurautomaat geven, waardoor het regelventiel voor
tapwater wordt geopend.
Er zal daardoor water uit het distributienet door de
warmtewisselaar gaan stromen. Dit water zal zijn warmte
aan het tapwater afgeven. Het regelventiel zal blijven
sturen tot de temperatuur van het uitstromende warm
tapwater 60
o
C is.
Om ook in de zomerperiode snel warm water te kunnen
leveren, wordt het regelventiel periodiek geopend om de
aanvoerleidingen op temperatuur te houden. De hierbij
gebruikte energie zal, indien gemonteerd, door de
energiemeter worden geregistreerd. Deze hoeveelheid
energie is volledig te vergelijken met de stilstands-
verliezen van een moderne HR-ketel.
Voor de gebruiker die geen prijs stelt op een zeer snelle
warmwaterlevering (onder alle gebruiksomstandigheden)
bestaat de mogelijkheid om deze comfortstand uit te
schakelen. Behalve een handmatige schakeling (verwijder
de doorverbinding tussen aansluiting 3-4 op de
toestelconnector) bestaat de mogelijkheid een schakeling
te maken met sommige typen OpenTherm
®
-thermostaten,
middels een druktoets of bij verlaging van de kamer-
thermostaat instelling, zie hoofdstuk 9.6.
11.5 Werkingsprincipe verwarmings
systeem
11.4 Werkingsprincipe warm tapwater
De warmtebehoefte in de woning wordt gesignaleerd door
de op het toestel aangesloten kamerthermostaat. De CCS
is geschikt voor twee thermostaat-systemen: De 24V AAN/
UIT-kamerthermostaat en de thermostaten die werken
volgens het OpenTherm
®
-communicatieprotocol.
Als een AAN/UIT-thermostaat wordt gebruikt, dan wordt het
AAN/UIT-signaal van de kamerthermostaat in de
stuurautomaat vertaald in een modulatiestand van het
CV-regelventiel. Zodoende wordt er gestreefd naar een zo
gelijkmatig mogelijke warmtetoevoer naar de radiatoren,
waardoor een zo constant mogelijke temperatuur wordt
bereikt. Dit resulteert in een zo laag mogelijke
volumestroom naar het verwarmingssysteem. Hierdoor
wordt ook de retourtemperatuur zo laag mogelijk
gehouden.
Bij gebruik van een OpenTherm
®
-thermostaat wordt de
modulatiestand van het regelventiel direct door de
kamerthermostaat ingegeven, wat een vertaalslag
overbodig maakt.
Voor het warmtedistributienet is een hoge uitkoeling zeer
voordelig. Een lage retourtemperatuur beperkt immers het
warmteverlies in de retourleidingen. Het bijbehorende
lage volumedebiet beperkt tevens het benodigde pomp-
vermogen. Deze voordelen kunnen afnemen of zelfs
verdwijnen bij een fout gebruik van de verwarmingsinstal-
latie of foutief inregelen.
De CCS is voorzien van een sensor (TS3) die deze
ongewenste situatie kan signaleren en eventueel in kan
grijpen. Indien een vooraf ingestelde retourtemperatuur
wordt overschreden, zal de CV-regelklep worden
dichtgestuurd, totdat de gewenste temperatuur wordt
bereikt. Dit kan een vermindering van het comfort tot
gevolg hebben.