11
8.1. Voorschriften
Voor installatie van de Ferroli CCS dient rekening te
worden gehouden met de volgende voorschriften:
a. Het bouwbesluit 680 waarin naar de volgende normen
wordt verwezen:
b. NEN 3028 veiligheidseisen voor centrale
verwarmingsinstallaties
c. NEN 1010 veiligheidsbepalingen voor
laagspanningsinstallaties
d. NEN 3215 de norm voor binnenriolering in woningen
en woongebouwen
e. NEN 1006 algemene voorschriften voor drinkwater-
installaties AVWI met bijbehorende werkbladen.
• Voor alle voorschriften geldt dat aanvullingen op
normen of voorschriften of latere voorschriften op het
moment van installeren van toepassing zijn.
• Het toestel is uitsluitend te gebruiken voor gesloten
verwarmings-systemen tot een maximale temperatuur
van 95
o
C.
• Het installeren van het toestel mag alleen geschieden
door daartoe erkende personen. Erkenningen worden
afgegeven door de energiebedrijven, elektriciteit- en
waterleidings-maatschappijen.
8.2 Leveringsomvang
Standaard aanwezig in of bij het toestel:
• CCS
• Handleiding.
• Snoer: ca 1,5 meter lang, incl. stekker met randaarde.
• Aansluitconnector voor kamerthermostaat en
warmhoudstand.
Benodigde onderdelen voor de installatie:
• Afsluitkranen voor het warmtedistributiesysteem.
• Inlaatcombinatie met overstort.
• Wandcontactdoos 230V met randaarde.
• Kamerthermostaat (AAN/UIT of OpenTherm®).
• Indien gewenst, doseerventiel voor een tapwater-flow
van 6, 8, 10 of 12 l/min. (afhankelijk van toestel)
• Aftapkraantje in retourleiding warmtedistributie
8.3 Benodigde vrije ruimte rondom het
toestel
In verband met het ophangen, aansluiten en inspectie of
servicewerkzaamheden dient er rondom het toestel
een minimale ruimte vrij te blijven.
Advies: Minimaal:
• Zijkant 15 cm 1 cm
• Onderkant 50 cm 25 cm
• Bovenkant 20 cm 20 cm
• Voorkant >50 cm 50 cm (bij geopende deur)
Let op!
Bij afwijking van de geadviseerde vrije ruimte wordt de
bereikbaarheid van het toestel voor service-doeleinden
beperkt.
Ruimte voor de warmtemeter
Bij het plaatsen van de CCS dient rekening gehouden te
worden met de benodigde ruimte voor de warmtemeter.
8.4. Extra aandachtspunten voor de
complete installatie
Vloerverwarming
Bij toepassing van vloerverwarming op de Ferroli CCS
dient ten minste één radiator geplaatst te worden in de
ruimte met de kamerthermostaat.
Pas uitsluitend zuurstof diffusiedichte buizen voor vloer-
verwarming toe, om corrosie in het toestel en het
distributie-netwerk te voorkomen. Pas eventueel een
vloerverwarmingsset met een gescheiden systeem toe
voor de vloerverwarming en de overige CV-installatie,
welke geschikt is voor deze toepassing.
De maximaal toegestane zuurgraad: 7,5 ≤ pH ≤ 10.
Afsluiters voor servicedoeleinden
Dringend wordt geadviseerd om afsluiters in de CV-
aanvoer en CV-retour te plaatsen.
Mengventiel bij een zonnewarmteboiler.
Bij toepassing van een zonnewarmteboiler dient een
mengventiel vóór de CCS geplaatst te worden.
Goede kamerthermostaat
Voor een goede temperatuurregeling dient een thermo-
staat aangesloten te worden die beschikt over een van de
drie hieronder vermelde eigenschappen:
1. Tweedraads AAN/UIT-(klok)thermostaat met
anticipatie-instelmogelijkheid voor 0,13 Amp.
(24V, potentiaalvrij contact, eventueel 4 draads voor
uitschakeling warmhoudstand).
2. Tweedraads elektronische AAN/UIT-(klok)thermostaat
met cyclusinstelling (24V, potentiaalvrij contact,
eventueel 4 draads voor uitschakeling
warmhoudstand).
3. OpenTherm
®
(klok)thermostaat (tweedraads digitaal,
afhankelijk van het type thermostaat kan tevens de
warmhoudstand uitgeschakeld worden)
Instellen warmteversnellingselement T87F
Zet de anticipatie-instelling op 0,13 Amp.
IP-beschermingsklasse
Het toestel heeft standaard de beschermingsklasse
IPX2D. Om IPX4D te verkrijgen dient de 230V voeding als
vaste aansluiting gerealiseerd te worden.
8. VOORSCHRIFTEN EN
AANDACHTSPUNTEN VÓÓR
MONTAGE