619017
1
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/16
Pagina verder
BlueSense 3 .. / BlueSense 4 .. / BlueSense 5 ..
1
S
aug 2015
Documentnummer: DRS9100 versie: 9 datum: augustus 2015
Servicehandleiding BlueSense
Typen: 3 - 4 - 5 / 3 12 - 4 12 - 5 12 / 3 22 - 4 22 - 5 22 / 3 32 - 4 32 - 5 32
Voor onderhoudsadvies zie www.ferroli.nl (zie ook de achterzijde van deze handleiding)
Elektrische aansluiting
IP-beschermingsklasse
Het toestel heeft voor vaste aansluiting de beschermings-
klasse IPX5D.
Het toestel wordt standaard geleverd met een aansluit-
kabel en steker met randaarde.
Hierdoor wordt de beschermingsklasse IPX2D.
230V-voeding
Voor de 230V-voeding dient een wandcontactdoos met
randaarde geplaatst te worden. Deze dient goed bereik-
baar gemonteerd te worden.
Om IPX5D te verkrijgen dient de 230V-voeding als vaste
aansluiting gerealiseerd te worden. Gebruik in dit geval
een dubbelpolige hoofdschakelaar met een contact-
opening van minimaal 3 mm.
Schoonmaken vuilopvangbeker sifon
Na het schoonmaken van de sifon:
Vul de condensafvoerslang en de
ingebouwde sifon altijd met circa
1 liter water.
Figuur 0.1
Figuur 0.2
7. Extern beschikbare pompopvoerhoogte ............. S10
8. Instellen van de weersafhankelijke regeling ....... S11
9. Storingslijst met oorzaken en oplossingen ......... S12
10. Overzicht van het toestel en serviceonderdelen .. S14
11. Elektrisch aansluitschema en aansluitingen...... S15
12. Onderhouds- en servicerapportage .................... S16
Inhoud
Belangrijke punten .............................................. S1
1. Bediening............................................................ S2
2. Technische gegevens ......................................... S3
3. Aansluiten van de BlueSense 3-4-5 .................... S4
4. Eerste ingebruikstelling van het toestel .............. S6
5. Controlepunten bij storingen .............................. S6
6. Het toestel afstemmen op de installatie ............. S8
Sticker tegen de onderkant van het toestel
met type toestel en serienummer
Weergegeven
BlueSense (3-4-5) 32
BlueSense 3 .. / BlueSense 4 .. / BlueSense 5 ..
2
S
aug 2015
Als u dit display ziet, staat het
toestel op de comfort-stand.
Als u kort op de -toets
drukt, ziet u
eco in het display
verschijnen (economy-stand).
Als u dit display ziet, staat het
toestel op de economy-stand.
Als u kort op de -toets
drukt, verdwijnt de
eco
aanduiding en staat het
toestel op de comfort-stand.
Warm water comfort-/economyinstelling bij een
AAN/UIT-kamerthermostaat:
Een AAN/UIT-kamerthermostaat is een thermostaat die
niet werkt volgens OpenTherm-communicatie, maar het
toestel door het sluiten van een contact aan of uit schakelt.
Het toestel via de kamerthermostaat laten schakelen
tussen comfort en economy:
Als u dit display ziet, staat het
toestel hiervoor goed ingesteld.
(U ziet géén
eco)
Als u
eco in het display ziet,
drukt u 1 keer op de toets .
Als het toestel nu op comfort
gaat staan (eco niet zicht-
baar) is de instelling goed.
Als het toestel op
eco blijft
staan, staat de kamerthermo-
staat op de economystand.
Om te weten of de toestelinstelling juist is, dient de kamer-
thermostaat op comfort gezet te worden.
Als u hierna nog een keer op de - toets drukt en u
ziet geen
eco meer in het display, is het toestel nu goed
ingesteld om te schakelen tussen comfort- en economy-
stand via de kamerthermostaat.
Speciale situatie bij zonneboilers!
Als u een Ferroli zonneboiler heeft, schakelt deze
boiler zelf de comfortstand in- en uit. Handmatig
aanpassen is in verband met een door de overheid
voorgeschreven minimale tapwatertemperatuur in
deze situatie niet toegestaan.
Het CV-toestel moet op comfort staan!
Een OpenTherm-kamerthermostaat is o.a.
te herkennen aan het hiernaast getoonde logo.
Als de (OpenTherm) kamerthermostaat
een instelmogelijkheid heeft voor warm water comfort/
economy, zijn er twee mogelijkheden om het toestel op
comfort of economy te zetten:
Warmwater comfort- / economyinstelling
1. Via de - toets van het toestel zelf.
2. Via de instelling op (OpenTherm)thermostaat. Let op:
Als u via de - toets het toestel op
eco zet, staat het
toestel altijd op eco, onafhankelijk van de instelling op de
kamerthermostaat.
Als u via de - toets het toestel op comfort zet, kunt u
via de kamerthermostaat schakelen tussen de comfort- en
economystand.
1. Bediening
Waterdruk in cv-installatie (16 = 1,6 bar):
Tijdens ruststand wordt op het display de
druk in de cv-installatie (+/- 10%) weerge-
geven (geen warmtevraag of wachttijd).
Overzicht bedieningspaneel
Uitleg bedieningstoetsen
Bovenste insteltoetsen:
Instelling warmwater temperatuur.
Onderste insteltoetsen:
Instelling cv-aanvoertemperatuur.
Economy- / comforttoets (kort indrukken)
Zie extra uitleg hiernaast.
Manometer:
Geeft de waterdruk in de cv-installatie (+/- 10%)
aan. De druk moet minimaal 1 bar en mag
maximaal 2,5 bar zijn. Zie de handleiding, blz. 9
voor de bijvul- en aftapinstructie.
Deze toets heeft twee functies:
1) Resettoets (kort indrukken)
2) Menu-toets voor de installateur. De symbolen
en zijn niet van toepassing.
Warm watersymbool:
Bij warm water gebruik of bij opwarming voor
comfortstand, ziet u knipperende waterdruppels.
Uitleg display-informatie bij normaal bedrijf
Cv-verwarming symbool:
Bij cv-bedrijf ziet u knipperende warmtestralen.
Vlamsymbool:
Dit symbool is zichtbaar als de brander in bedrijf
is. Hoe groter vlam, hoe harder de brander
brandt.
Indicatie comfort / economy voor warm water
Comfort: (eco is niet zichtbaar in het display)
het toestel wordt op temperatuur gehouden
voor snelle levering van warm water.
Economy: (eco is zichtbaar in het display)
het toestel wordt niet op temperatuur gehouden.
Temperaturen:
Als het toestel normaal functioneert en niet in
wachttijd staat, ziet u bij cv-verwarming de cv-
aanvoertemperatuur en bij tapwaterverwarming
een indicatie van de tapwatertemperatuur.
Wachttijd voor branderbedrijf
Als de aanduiding “d1”, “d2” of “d3” te zien is, staat
het toestel in een wachttijd voor branderbedrijf.
Dit kan tot 4 minuten duren. Zie ook blz. S12.
BlueSense 3 .. / BlueSense 4 .. / BlueSense 5 ..
3
S
aug 2015
Specificaties BlueSense 3 BlueSense 4 BlueSense 5
min - max min - max min - max
Centrale verwarming
nominale belasting cv = Q (Hi = onderwaarde) kW 5,8 - 21,6 5,8 - 25,0 6,7 - 29,5
nominale belasting cv (bovenwaarde) kW 6,4 - 23,9 6,4 - 27,7 7,4 - 32,7
vermogen (P) 80/60
o
C* kW 5,7 - 21,2 5,7 - 24,5 6,6 - 28,9
50/30
o
C* kW 6,2 - 22,9 6,2 - 26,5 7,2 - 31,3
* ingesteld maximaal cv-zijdig vermogen % 80 (=17,0 kW) 80 (=19,6 kW) 80 (=23,1 kW)
instelbereik cv-zijdig vermogen % 30 - 100 30 - 100 30 - 100
vollastrendement (CE) o.w. 80/60
o
C % 97,8 - 98,0 97,8 - 98,0 97,8 - 98,0
vollastrendement (CE) o.w. 50/30
o
C % 107,5 - 106,1 107,5 - 106,1 107,5 - 106,1
HR107 rendement (CE) o.w. 36/30
o
C % 108,8 108,8 108,8
waterinhoud cv-zijdig l 1,7 1,7 2,1
regeling modulerend modulerend modulerend
toelaatbare waterdruk (PMS) bar 3 3 3
cv-aanvoertemperatuur (instelbereik)
o
C 80 (30-90) 80 (30-90) 80 (30-90)
t max
o
C95 95 95
Tapwater
nom. belasting tapwater Qnw (DHW) (Hi=o.w.) kW 5,8 - 25,0 5,8 - 29,0 6,7 - 33,1
nom. belasting tapwater (bovenwaarde) kW 6,4 - 27,7 6,4 - 32,2 7,4 - 36,7
tapvermogen kW 5,7 - 25,0 5,7 - 29,0 6,6 - 33,1
waterinhoud tapwaterzijdig l 0,2 0,2 0,2
tapdrempel l/min. 1,5 1,5 1,5
tapwatersetpoint (instelbereik)
o
C 60 (40-65) 60 (40-65) 60 (40-65)
toelaatbare max. tapwaterdruk (PMW) bar 9 9 9
Effectieve toestelwachttijd s 21 25 21
CW tapdebiet (60
o
C) l/min. 6 7,5 9,0
Jaargebruiksrendement (Hi) % 90,7 89,8 94,5
Brandertechniek
gasverbruik (G25; max) m3/h (l/min) 3,08 (51,3) 3,57 (59,5) 4,07 (67,8)
gasvoordruk G25 (tolerantie) mbar 25 (20-30) 25 (20-30) 25 (20-30)
maximum weerstand LTV/RGA m. pijplengte 153 123 95
toestelcategorie II2L3P II2L3P II2L3P
maximale rookgastemperatuur
o
C 105 105 105
min. rookgasstroom / max. rookgasstroom m3/h 9 - 40 9 - 47 11 - 54
NO
x
-klasse 5 5 5
toestelklasse C13, C23, C33, C43, C53, C63, C83, B23, B33
CO
2
-percentage rookgas (laaglast / vollast) G25 % nominaal 8,7 - 9,2 8,7 - 9,2 8,7 - 9,2
Elektrisch
opgenomen vermogen (rust - min. - max.)
* BlueSense3
12
- 4
12
- 5
12
/ 3
22
- 4
22
- 5
22
W 2,5 - 27 - 90 2,5 - 27 - 100 2,5 - 32 - 120
* BlueSense 3
32
- 4
32
- 5
32
W 3 - 16 - 75 3 - 16 - 84 3 - 16 - 98
voeding V / Hz 230 / 50 230 / 50 230 / 50
AAN-/UIT-kamerthermostaten Ja (thermostaten met anticipatiestroom functioneren echter niet juist)
modulerende kamerthermostaat (standaard) OpenTherm OpenTherm OpenTherm
IP-klasse (bij vaste 230V-aansluiting) IPX5D IPX5D IPX5D
IP-klasse bij toestelaflevering (met steker) IPX2D IPX2D IPX2D
Constructieve informatie
gewicht kg 25 25 26,5
afmetingen (h x b x d) mm 600x400x320 600x400x320 600x400x320
tapwateraansluitingen (knel aansluitpijp) ø mm 15 (toestel: G1/2’’, incl. aansluitpijp ø15mm, 30 cm lang)
cv-aanvoeraansluiting / cv-retouraansluiting ø mm 22 (toestel: G3/4”, incl. aansluitpijp ø22mm, 30 cm lang)
gasaansluiting inch G1/2’’(bui) (toestel: G1/2”, incl. aansluitpijp ø15mm, 30 cm l.)
rookgasafvoeraansluiting ø mm 80 (60mm zonder adapter)
luchttoevoeraansluiting ø mm 80 (2 mogelijkheden ø80)
concentrische rookgasafvoer / luchttoevoer ø mm met adapter 60/100 of 80/125
materiaal warmtewisselaar / materiaal brander warmtewisselaar / brander: RVS (INOX)
Temperatuur klasse verbrandingsgasafvoersyst. T120
Wijziging
Basisuitvoering software 02
Installateursmenu (vanaf software 03)
Sifon, luchtafscheider en software 05
A-pomp software 08
2. Technische gegevens
BlueSense type
3 - 4 - 5
3 - 4 - 5
3 - 4 - 5
3 - 4 - 5
Toevoeging
geen
12
22
32
Jaar
2011
2012
2012
2015 (aug)
BlueSense 3 .. / BlueSense 4 .. / BlueSense 5 ..
4
S
aug 2015
3. Aansluiten (Getekend is de BlueSense 3-4-5 met toevoeging 22, zie blz S3)
3.1 Aansluiten van de leidingen voor CV en koud- en warmwater
1. Aansluiting cv-aanvoer (3/4")
2. Aansluiting warm water (1/2")
3. Aansluiting gastoevoer (1/2")
4. Aansluiting koud water (1/2")
5. Aansluiting cv-retour (3/4")
6. Tapwater-/gasaansluitpijp ø15 mm,
30 cm lang
7. Cv-aansluitpijp ø22 mm,
30 cm lang
8. CV-overstort ø15 mm knel
9. Afvoer condens
10.Condensafvoerslang (ø buiten 25 mm)
11. Vuilopvangbeker van de sifon
12. Toestelsteker 230V, kabellengte ca. 1 m.
(Plaats wandcontactdoos binnen handbereik!)
3.2 Bypass in de cv-installatie bij automatisch afsluitende (o.a. thermostatische) radiatorventielen
Een externe handinstelbare bypass (of een altijd open radiatorkraan) is noodzakelijk als het toestel op een cv-installatie wordt
aangesloten waarin de doorstroming geblokkeerd kan worden (bijv. indien overal thermostatische ventielen toegepast zijn).
Ferroli adviseert om deze handinstelbare bypass zo ver mogelijk van de ketel vandaan te plaatsen om de waterinhoud van het
bypasscircuit zo groot mogelijk te maken.
Het in het toestel ingebouwde snelontluchtingskraantje mag niet als bypass gebruikt worden.
Tijdens normaal bedrijf moet dit kraantje dicht staan! Zie ook 7.3 “Waterstroom” op blz. S10.
Figuur 3.1
Vloerverwarming
Pas uitsluitend zuurstof diffusiedichte buizen voor
vloerverwarming toe. Gebruik een hydraulisch
neutraal systeem en pas bij bestaande vloer-
verwarmingen (met mogelijk niet-diffusiedichte buizen)
een scheidingswisselaar toe.
Schone leidingen
Zorg dat de leidingen en aansluitingen van de cv-
installatie schoon zijn.
Expansievat
Een expansievat moet altijd rechtstreeks in verbinding
staan met de retouraansluiting van het toestel.
Plaats eventueel een magneet filter
Bij bestaande cv-installaties adviseren wij een
magneet filter in de retourleiding van het toestel te
monteren.
Ongewenste natuurlijke circulatie
(thermosifonwerking)
Indien het toestel vrijwel het laagste punt is van de
instal-latie, kan ongewenste natuurlijke circulatie
(thermosifon-werking) ontstaan. Dit is afhankelijk van
de CV-leidingloop. Monteer eventueel in de retour van
het toestel een terug-slagklep.
Instelling cv-vermogen 80%
Standaard staat het toestel op 80% cv-vermogen
afgesteld. In het instellingenmenu kan het vermogen
verhoogd of verlaagd worden.
Figuur 3.2
Sluit aangegeven toebehoren aan
Testwater uit toestel
Let op! Bij het verwijderen van de afdichtdoppen en tijdens het mon-
teren van de ketel kan er testwater uit de toestelleidingen lopen!
Spanningsvrij aansluiten
Leidingen pas na 50 cm beugelen en spanningsvrij aansluiten.
Gebruik kunststof of met rubber ingelegde beugels om geluid tijdens
opwarmen te voorkomen.
BlueSense 3 .. / BlueSense 4 .. / BlueSense 5 ..
5
S
aug 2015
3.3 Aansluiten van een zonneboiler of warmtepompboiler
Figuur 3.4
Kamer-
thermostaat
connector
BlueSense
Kroonsteen
1 - 2 MET DOORVERBINDING (Normaal warmwaterbedrijf)
Stromingssensor geactiveerd
GEEN DOORVERBINDING (Geen warmwaterbedrijf)
Stromingssensor uitgeschakeld
3 - 4 Optie: aansluiting van een buitenvoeler, zie uitleg hier-
naast bij 1). (NTC 10kOhm bij 25
o
C, zie de tabel op blz. S15)
5 - 6 Aansluiting voor één of meerdere extra AAN/UIT-kamer-
thermostaten. Zie uitleg hiernaast bij 2).
7 - 8 Universele kamerthermostaat aansluiting.
Sluit één OpenTherm- of één AAN/UIT-kamerthermostaat
aan. Een thermostaat met warmte versnelling (anticipatie-
stroom) werkt niet correct.
2. Boiler met ingebouwde brandervoorwaardethermostaat:
1) Aansluiten van een buitenvoeler (3-4)
Sluit de buitenvoeler aan bij gebruik van de WA-
regeling van het toestel of een WA-regeling van een
OpenTherm-kamerthermostaat.
Monteer de buitenvoeler op een buitenmuur, uit de
zon en op de noord- of noord-oostzijde van het huis,
min. 1 meter van de grond en niet beïnvloed door een
mogelijke warmte bron, zoals een ventilatie-opening
of een raam.
2) Aansluiten (extra) AAN-/UIT-kamerthermostaat
Op aansluiting 5 - 6 kan een (of meer) extra AAN/UIT-
schakelende thermostaat aangesloten worden.
Bijvoorbeeld een extra vorstthermostaat en/of een extra
kamerthermostaat.
Eisen / opmerkingen m.b.t. deze extra thermostaat:
Er kan GEEN extra OpenTherm-thermostaat aan-
gesloten worden.
Deze extra thermostaat dient een
spanningsvrije
AAN/UIT-schakelende thermostaat te zijn.
Een thermostaat met een warmteversnelling (anti-
cipatiestroom), bijv. de Honeywell T87F, werkt niet correct.
Als er meerdere extra AAN/UIT-thermostaten aangesloten
worden, dienen deze parallel op aansluiting 5 - 6 aange-
sloten te worden.
Er kunnen niet gelijktijdig meerdere zogenaamde
“Powerstealing”-thermostaten op de aansluiting 5 - 6
worden aangesloten.
Een zonneboiler of warmtepompboiler wordt op deze pagina ook aangeduid als ‘boiler’. Deze ‘boiler’ is een tapwater
voorverwarmer. De BlueSense is geschikt om gebruikt te worden als naverwarmer voor zonlichtsystemen (met een maxi-
mum watertemperatuur van 85
o
C). Zie voor informatie over de tapwatervoordruk hoofdstuk 14.3 van de BlueSense handlei-
ding. Raadpleeg ook de handleiding van de boiler, bijv. voor de geadviseerde afstand tussen het cv-toestel en de boiler.
Figuur 3.3
Plaats een knelkoppeling met ingebouwde
doorstroombegrenzer:
Let op de juiste richting!
Koudwater
Inlaatcombinatie
Positie van een eventuele aparte brandervoorwaardethermostaat
in de boiler of direct in de warmwaterleiding van de boiler.
Verwijder de doorstroombegrenzer uit het toestel.
Zonneboiler
of
warmtepompboiler
Voor het elektrisch aansluiten, zie ook blz. S15 en de installatievoorschriften van de zonneboiler of warmtepomp!
1 - 2 Aansluiting brandervoorwaardethermostaat voor
aan-/uitzetten van tapwaterbedrijf combitoestel:
- contact gesloten = stromingssensor geactiveerd.
- contact open = stromingssensor niet geactiveerd.
1. Zonneboiler of warmtepompboiler met OpenTherm-
aansluiting, welke geschikt is om tapwaterfunctie uit
te schakelen:
1 - 2 Doorverbinden
3. Boiler zonder brandervoorwaardethermostaat:
1 - 2 Plaats in de warmwaterleiding tussen de boiler en het
combi-toestel een externe brandervoorwaardethermostaat,
afgesteld op 60º
C. Plaats deze thermostaat direct bij (of bij
voorkeur in) de warmwateruitlaat van de boiler.
ATTENTIE: Externe thermostaten/contacten moeten
geschikt zijn voor 15 mAmp.DC gelijkstroom.
7 - 8 OpenTherm-aansluiting naar boiler.
Kamerthermostaat aansluiten op boiler
BlueSense 3 .. / BlueSense 4 .. / BlueSense 5 ..
6
S
aug 2015
1. Noteer type en serienummer van het toestel op de
achterzijde van deze handleiding.
2. Verwijder het voorpaneel van de mantel
Draai de schroeven aan de onderzijde van het voorpaneel
iets los. Trek het voorpaneel aan de onderzijde iets naar
voren en til het voorpaneel uit zijn ophangpunten.
3. Op de ontluchter is i.p.v. een afsluitdopje een slangetje
aangesloten. De ontluchter werkt hierdoor altijd automatisch.
4. Vul de installatie langzaam (i.v.m. ontluchten)
Gebruik uitsluitend schoon leidingwater. Gebruik geen
gedemineraliseerd water. Het is niet toegestaan
chemische middelen aan het water toe te voegen. Bij
het toevoegen hiervan vervalt de garantie op het toestel.
5. Vul het warm watergedeelte
Open de inlaatcombinatie en ontlucht het warm water-
gedeelte via de warm waterkranen.
6. Controleer aansluitingen op lekkage (ook in het toestel)
7. Ontlucht de gasleiding
Volg punt 1 - 7 voordat u de toestelsteker
in de wandcontactdoos steekt
4.1 Voorbereidingen en in bedrijf nemen
4. Eerste ingebruikstelling van het toestel
Figuur 4.1
In bedrijf nemen
1. Open de gaskraan.
2. Steek de steker in de wandcontactdoos (met rand-
aarde).
De wandcontactdoos dient goed bereikbaar te zijn;
3. Controleer of de pompschakelaar op max. staat!
4. Het toestel start met zijn opstart- en ontluchtpro-
gramma, dat ca. 5 minuten in beslag neemt.
De eerste 10 seconden is de softwareversie zichtbaar,
daarna FH;
7. Na het opstarten ziet u de druk in
de cv-installatie (bijv. 16 = 1,6 bar).
Het toestel is gereed voor gebruik
of begint meteen voor cv- of
comfortstand warm water.
5. Zeer belangrijk:
Zorg dat het toestel zeer goed ontlucht is.
Gebruik hiervoor eventueel het snelont-
luchtingskraantje achter de elektrakast.
6. Draai het kraantje na gebruik weer dicht!
Tijdens normaal bedrijf MOET het kraantje
DICHT staan!
5.1.2 Vervang de branderpakking en plaats
de ventilator met brander weer terug.
5.1.1 Vlamelektrode 81/82 (ontsteking en
ionisatie) vervangen
Vervang de vlamelektrode bij veel vervuiling, A01
of A06-storingen. Controleer vóór montage de
vonkafstand. Dit moet 4 mm ± 0,5 mm zijn!
Figuur 5.1
5.1 Controleer n.a.v. storingscode A of F
5. Controlepunten bij storingen
5.1.3 CO
2
-percentage vollast / laaglast
CO-waarde vollast / laaglast
Meet het CO en CO
2
-percentage in de rookgasafvoer.
bij vollast: tapkraan vol open.
bij laaglast: op cv-bedrijf.
Belangrijk! : voorpaneel terugplaatsen,
voordat u de CO / CO
2
-meting doet.
Dicht de opening rondom de meet-
sondes tijdens de meting goed af.
Juiste waarden CO
2
in rookgassen (± 0,5%):
Aardgas (G25):
laagstand 7,5-9,5% CO
2
vollast 8-9,5% CO
2
Als de CO
2
-waarden afwijken, controleer dan:
bij laaglast: de gasdrukinstelling gasblok,
zie 5.1.5.
bij vollast: het gasverbruik.
gasrestrictie (aanwezigheid / vervuiling)
Let op: het CO
2
-percentage is geen maat voor
vervuiling!
Voor eventuele correctie zie 5.1.4 - 5.1.5 - 5.1.6.
BlueSense 3 .. / BlueSense 4 .. / BlueSense 5 ..
7
S
aug 2015
Toegestane waarden CO in rookgassen: bij laaglast / vollast. (geldt voor aardgas)
Beoordeling
Geen bezwaar tegen het gebruik
Verhoogde CO-waarde: zoek de oorzaak van de hoge CO-waarde en los dit op
Ontoelaatbare hoge CO-waarde: zet het cv-toestel uit en waarschuw de bewoners. Het toestel
niet meer aan te zetten voordat de oorzaak van de hoge CO-waarde is gevonden en opgelost.
Toegestane waarde
< 300 ppm
> 300 ppm / < 1.000 ppm
> 1.000 ppm
Meetnauwkeurigheid: 20%
Als de CO-waarde te hoog is, controleer dan: het branderbed.
de gasdrukinstelling op laagstand, zie 5.1.5.
rookgasafvoer en luchttoevoer, zie handleiding blz. 13.
rookgasrecirculatie.
Vergeet niet de meetpunten op het gasblok weer dicht te doen en verzegel het gasblok!
Resultaat van de meting gasdruk op meetpunt (2) bij minimum belasting.
Een PLUS gasdruk: dus meer gas dan lucht - RIJK mengsel
Een NEGATIEVE gasdruk:dus minder gas dan lucht - ARM mengsel
Geadviseerde instelling van het gasblok: van -5 tot 0 Pascal
(let op! -5 wil zeggen dat de gasdruk 5 Pascal lager is dan de luchtdruk)
Gasdruk niet tussen de - 5 en 0 Pa : Stel de gasdruk in op 0 Pascal bij minimum belasting.
Eventueel bijstellen
De instelschroef (4) is verzegeld. Verzegel de instelschroef na het bijstellen weer met Torx T40 !
Stel de gasdruk in op precies 0 Pascal.
5.1.6 Controleer CO2 van de verbrandingsgassen bij vollast
Dit moet bij vollast 8,0 - 9,5% zijn (zie 5.1.3). CO2 eventueel corrigeren met brander instelling (5) bij vollast!
5.1.4 Meet de gasvoordruk
Op meetpunt (1) (figuur 5.2) van het gasblok kan de gasvoordruk gemeten worden. Controleer het volgende:
Als het toestel niet in bedrijf is, blijft de voordruk constant tussen een waarde van 20 - 30 mbar?
Daalt de gasdruk niet te veel bij het in bedrijf gaan van het toestel (minimum voordruk 20 mbar bij vollast)?
5.1.5 Controleer de gasdrukinstelling van het gasblok (meetpunten (1) en (2) openen met Torx T10)
Meetcondities van de gasdrukinstelling
ZEER BELANGRIJK! VERWIJDER het voorpaneel van de mantel. Er MOET gemeten worden met geopend
toestel!
Meet uitsluitend als het toestel op minimaal vermogen brandt, na 1 minuut wachten.
Controleer eerst of de gasleiding goed is vastgezet bij flens A én koppeling B!
Gebruik een nauwkeurige drukmeter (meetnauwkeurigheid ±2 Pa.). Stel de drukmeter in op Pascals en calibreer.
Sluit de drukmeter aan: ”PLUS” aansluiten op het meetpunt geregelde gasdruk (2).
Correctie verbranding
Neem het toestel weer in bedrijf.
Volg ALTIJD onderstaande volgorde: 5.1.4 - 5.1.5 - 5.1.6 controleren / corrigeren.
1 Meetpunt gasvoordruk (20 - 30 mbar)
2 Meetpunt geregelde gasdruk (minimum belasting)
3 Meetpunt branderdruk bij vollast
4 Instelschroef voor gasdrukinstelling
5 Instelling CO2 brander bij vollast (inbus 4 mm)
6 Omgevingsluchtdruk
Omrekenwaarde:
0,1mbar = 10Pa = 1mmwk
1mbar = 100Pa = 10mmwk
Er MOET gemeten worden ZONDER toestelmantel.
Figuur 5.2
Opening (6) voor de omgevings-
luchtdruk moet open zijn!
Scherm de opening wel af met
een afschermdopje!
De brander kan NIET juist ingesteld worden door alleen
maar de branderdruk (3) te meten en evt. te corrigeren!
BlueSense 3 .. / BlueSense 4 .. / BlueSense 5 ..
8
S
aug 2015
6. Het toestel afstemmen op de installatie (installateursmenu)
INSTALLATEURSMENU
U wilt beginnen met het INSTALLATEURSMENU?
Door de RESET-knop minimaal 20 seconden in te drukken, komt u in de
4 menu’s voor de installateur. (Tel hiervoor bij voorkeur de draaiende haakjes op het
display zodra de RESET-knop wordt ingedrukt).
1
Door te drukken op de onderste insteltoetsen kunt u kiezen uit 4 verschillende submenu’s2
3
Zie hieronder. Zie blz. S9.
Zie blz. S9.
Zie blz. S9.
6.1 Instellingenmenu BlueSense
Na de RESET-knop 20 sec. te hebben ingedrukt, wordt zichtbaar op het display: tS. Dit is al direct het instellingenmenu. Laat de RESET-knop los.
Door nogmaals de RESET-knop kort in te drukken, komt u in het instellingenmenu zelf.
Het display toont als eerste i ÷ 01 (de letter i en het cijfer 01 knipperen om en om).
Met de onderste insteltoetsen CV- of CV+ kunt u door het menu lopen van i ÷ 01 tot i ÷ 18.
Met de bovenste insteltoetsen WW- of WW+ kunt u de ingestelde waarde wijzigen.
Door de RESET knop meer dan 20 seconden in te drukken kan men het menu weer verlaten.
Nadat minimaal 15 minuten geen knop is ingedrukt, wordt het menu ook verlaten.
* De softwareversie is zichtbaar bij het opstarten na een spanningsonderbreking.
BlueSense 3 .. / BlueSense 4 .. / BlueSense 5 ..
9
S
aug 2015
6.2 Informatiemenu BlueSense
Door de RESET-knop minimaal 20 seconden in te drukken, komt u in de 4 menu’s voor de installateur.
(Tel hiervoor bij voorkeur de draaiende haakjes op het display zodra de RESET-knop wordt ingedrukt).
Na deze 20 seconden wordt zichtbaar op het display: tS. Dit is het instellingenmenu (zie blz. S8). Laat de RESET-knop los.
Druk voor het informatiemenu op de onderste insteltoets CV+ . Op het display wordt zichtbaar: In.
Door nogmaals de RESET-knop kort in te drukken, komt u in het informatiemenu zelf.
Het display toont als eerste t : 01 (de letter t en het cijfer 01 knipperen om en om).
Met de onderste insteltoetsen CV- of CV+ kunt u door het menu lopen van t : 01 tot F : 13.
Met de bovenste insteltoetsen WW- of WW+ kunt u de gemeten waarde uitlezen.
6.4 Menu Wis Storingshistorie BlueSense
Door de RESET-knop minimaal 20 seconden in te drukken, komt u in de 4 menu’s voor de installateur.
(Tel hiervoor bij voorkeur de draaiende haakjes op het display zodra de RESET-knop wordt ingedrukt).
Na deze 20 seconden wordt zichtbaar op het display: tS. Dit is het instellingenmenu (zie blz. S8). Laat de RESET-knop los.
Druk voor het menu Wis storingshistorie 3x op de onderste insteltoets CV+ . Op het display wordt zichtbaar: rE.
Dit is het menu Wis storingshistorie.
Door de eco/comfort-knop minimaal 3 seconden in te drukken, verwijdert u alle foutcodes uit de storingshistorie.
Hierna wordt het gewone display direct weer zichtbaar: de storingshistorie is gewist.
6.3 Storingsmenu BlueSense
Door de RESET-knop minimaal 20 seconden in te drukken, komt u in de 4 menu’s voor de installateur.
(Tel hiervoor bij voorkeur de draaiende haakjes op het display zodra de RESET-knop wordt ingedrukt).
Na deze 20 seconden wordt zichtbaar op het display: tS. Dit is het instellingenmenu (zie blz. S8). Laat de RESET-knop los.
Druk voor het storingsmenu 2x op de onderste insteltoets CV+ . Op het display wordt zichtbaar: Hi.
Door nogmaals de RESET-knop kort in te drukken, komt u in het storingsmenu zelf.
Het display toont als eerste H : 01 (de letter H en het cijfer 01 knipperen om en om). H01 is de laatst opgetreden storing.
Met de onderste insteltoetsen CV- of CV+ kunt u door het storingsmenu lopen: H02 is de voorlaatste storing, enz.
Drukt u 1x op één van de bovenste insteltoetsen WW- of WW+ , verschijnt de foutcode van de betreffende storingspositie
(bijvoorbeeld: 01=A01).
Door de RESET knop meer dan 20 seconden in te drukken kan men het menu weer verlaten.
Nadat minimaal 15 minuten geen knop is ingedrukt, wordt het menu ook verlaten.
BlueSense 3 .. / BlueSense 4 .. / BlueSense 5 ..
10
S
aug 2015
Advies
In verband met beperking van het stromingsgeluid in
(vooral thermostatische) radiatorkranen, wordt geadviseerd
een cv-installatie te dimensioneren op max. 2 mwk (0,2 bar)
drukverlies. Eventueel het maximum toerental van de cv-
pomp instellen met i
÷07 (zie blz. S8).
7.3 Waterstroom
Controle voldoende waterstroom in de cv-installatie
1. Bij het opgestelde cv-vermogen is een bepaalde water-
stroom nodig (m3/h). Bij deze waterstroom heeft de cv-
installatie een bepaalde weerstand (bar). Als de water-
stroom afneemt, zal de weerstand volgens een be-
paalde lijn afnemen: de weerstandslijnen 1-8.
2. De cv-pomp geeft een bepaalde opvoerhoogte (bar) die
afhankelijk is van de waterstroom (m3/h).
3. Controleer of de opvoerhoogte voldoende hoog is.
7.1 Pompopvoerhoogte
In onderstaande grafiek wordt een indicatie van de beschikbare opvoerhoogte van de CV-pomp weergegeven.
7. Pompregeling en extern beschikbare pompopvoerhoogte voor cv-installatie
DICHT (fabrieksinstelling)
Het snelontluchtingskraantje moet tijdens
normaal bedrijf dicht staan.
OPEN
Eventueel alleen bij het in bedrijf stellen
om sneller te ontluchten.
Invloed van het ingebouwde snelontluchtingskraantje
Als het snelontluchtingskraantje open wordt gezet, daalt
de beschikbare opvoerhoogte door de ontstane open
verbinding tussen de cv-aanvoer en cv-retour.
Het ingebouwde snelontluchtingskraantje mag alleen
tijdelijk worden open gezet om sneller te ontluchten!
7.2 Pompregeling instellingenmenu i05 (zie blz. S8)
Tijdens warmwatergebruik is de pomp altijd uitgeschakeld. De pomp kan voor CV op een aantal verschillende wijzen
geregeld worden met instelling i05 in het instellingenmenu (zie blz. S8).
i05 = de wijze van regelen (aan/uit of modulerend met/zonder nadraaitijd).
A. BlueSense 3 - 4 - 5 zonder toevoeging in de typeaanduiding
0 (n.v.t.) = pomp aan/uit bij CV-vraag + nadraaitijd
1 (n.v.t.) = pomp aan/uit continu (behalve bij warmwatergebruik)
2 OK = pomp modulerend bij CV-vraag + nadraaitijd (ingesteld vanaf fabriek)
B. BlueSense 3 xx - 4 xx - 5 xx met toevoeging (xx) vanaf 12 in de typeaanduiding (en bij nieuwe printen)
Software versie vanaf 03 (zichtbaar bij het opstarten na een spanningsonderbreking)
0 OK = pomp aan/uit + nadraaitijd (voor PWM pompen met vaste delta T)
1 OK = pomp aan/uit continu behalve bij warmwatergebruik (voor PWM pompen met vaste delta T)
2 (n.v.t.) = pomp modulerend vaste delta T met nadraaitijd
3 (n.v.t.) = pomp modulerend vaste delta T continu behalve bij warmwatergebruik
4 OK = pomp aan/uit + nadraaitijd (voor PWM pompen met automatische delta T) (ingesteld vanaf fabriek) (ADVIESINSTELLING)
5 OK = pomp aan/uit continu behalve bij warmwatergebruik (voor PWM pompen met automatische delta T)
6 (n.v.t.) = pomp modulerend automatische delta T met nadraaitijd
7 (n.v.t.) = pomp modulerend automatische delta T pomp continu (behalve bij warmwatergebruik)
a. Vaste delta T: pomptoerental stelt zich in naar de gewenste vaste delta T bij ontwerpcondities.
b. Automatische delta T: pomptoerental stelt zich in naar de gewenste delta T bij ontwerpcondities en is verder afhankelijk
van de geregelde watertemperatuur.
c. De gewenste delta T bij ontwerpcondities kan ingesteld worden met i12 in het instellingenmenu (zie blz. 24).
d. Bij de modulerende pompregelingen blijft de pomp eventueel nadraaien op het laatst ingestelde toerental met een
maximum van 75%. Volgens nieuwe documentatie 2015
Uitleg:
A Modulatie 100% : 41 W, maximum toerental.
B Modulatie 75% : 32 W, fabrieksinstelling.
C Modulatie 30% : 4 W, minimum toerental.
1-7 zijn voorbeelden van weerstandslijnen van een CV-installatie:
1 = hoge weerstand
7 = lage weerstand
BlueSense 3 .. / BlueSense 4 .. / BlueSense 5 ..
11
S
aug 2015
1. Controleer of er een buitenvoeler is aangesloten!
2. Activeer het instellingenmenu, zie blz. S8.
3. Stel de instellingen i÷13 (stooklijn) en i÷14 (voetpunt) in.
Invloed van het cv-setpoint op de stooklijnen
Het cv-setpoint bepaalt de maximale gewenste cv-aanvoer-
temperatuur. De stooklijnen worden als het ware begrenst
door het cv-setpoint.
Deze invloed geldt zowel bij de weersafhankelijke regeling
van de BlueSense zelf, als bij een geactiveerde weersaf-
hankelijke regeling van een OpenTherm-kamerthermostaat.
Zie het gebruikersmenu op blz. 6 van de BlueSense hand-
leiding voor uitleg over de instelling van het cv-setpoint.
De weersafhankelijke regeling van de BlueSense werkt
als een maximum begrenzing voor andere externe rege-
laars.
5. Stel de juiste stooklijn in met i÷13.
6. Ga met de onderste insteltoetsen naar i÷14 (voetpunt).
(de letter i en 14 knipperen om en om).
Druk 1x op of en u ziet het
ingestelde voetpunt (30 in dit voorbeeld).
Stel met
of de gewenste
waarde in.
Let op! De waarde wordt pas aange-
past in de regeling zodra u met de
onderste insteltoetsen doorschakelt
naar een andere instelling.
De weersafhankelijke regeling is ingesteld. Verlaat eventueel het instellingenmenu voor de installateur, zie onderaan blz. S8.
buitentemperatuur in
o
C
cv-aanvoertemperatuur in
o
C
Voetpuntverschuiving buitentemperatuur in
o
C
cv-aanvoertemperatuur in
o
C
Druk 1x op of
en u ziet de ingestelde stooklijn.
Bij 00 is de weersafhankelijke
regeling uitgeschakeld.
Stel met of de juiste
stooklijn in.
Zie hiernaast voor advies.
Let op! De waarde wordt pas aange-
past in de regeling zodra u met de
onderste insteltoetsen doorschakelt
naar een andere instelling.
Kies een juiste stooklijn:
Radiatoren en/of convectoren 90/70
o
C: ..................... stooklijn 9
Nageïsoleerde woning + ruimbemeten radiatoren: ..... stooklijn 7 of 8
Radiatoren + vloerverwarming als bijverwarming: ....... stooklijn 8 of 9
Laagtemperatuurverwarming: ................................ stooklijn 5
8. Volg stap 1 t/m 7 voor het instellen van de Weersafhankelijke regeling
Stooklijnen: bij cv-setpoint van 90
o
C en een voetpunt van 30.
Bij aanpassing van het voetpunt, verschuiven de stooklijnen mee.
OF
Deze grafiek geldt bij een cv-setpointinstelling van 75
o
C
en een voetpunt (OF) van 30
o
C.
buitentemperatuur in
o
C
cv-aanvoertemperatuur in
o
C
U kunt i÷13 en i÷14 alleen instellen indien er een correct werkende buitenvoeler is aangesloten!
4. Ga met de onderste insteltoetsen naar i÷13 (stooklijn).
(de letter i en het cijfer 13 knipperen om en om)
De instellingen zijn afhankelijk van de cv-installatie, kierdichtheid van de woning en de gewenste aanwarmsnelheid.
7. Stel het gewenste voetpunt in met i÷14.
BlueSense 3 .. / BlueSense 4 .. / BlueSense 5 ..
12
S
aug 2015
9. Storingslijst met mogelijke oorzaken en oplossingen
Software-versie bepalen
Er zijn kleine verschillen in software-versies mogelijk. Soms is het van belang om te weten welke software-versie het betreft, wordt er
naar deze software-versie verwezen. U kunt als volgt bepalen welke software het toestel heeft: trek de steker uit de wandcontactdoos
(als het toestel niet in bedrijf is), wacht eventjes en doe de steker weer in de wandcontactdoos. Na ca 10 seconden ziet u enige tijd 2
cijfers, bijv. “04” in het display. Dit betekent software versie 04. Hierna volgt FH.
Wachttijd voor branderbedrijf
d1, d2 en d3 zijn geen storingen!
Als de aanduiding “d1”, “d2” of “d3” te zien is, staat
het toestel in een wachttijd voor branderbedrijf. Dit
kan tot 4 minuten duren.
d1 = wachttijd na tapwater
d2 = wachttijd na CV
d3 = wachttijd ontsteking
of
Opstart- / ontluchtprogramma:
FH is geen storing!
Als de steker van het toestel in de wandcontactdoos
wordt gestoken of als het toestel weer is bijgevuld nadat
de cv-druk te laag was of na sommige storingen, begint
een circa 5 minuten durend ontluchtprogramma. Hierbij
draait de ventilator en ook wordt de pomp afwisselend
bekrachtigd.
Geen ionisatiesignaal
(tijdens ontsteken)
Controleer of de gaskraan open staat;
Controleer de vlamelektrode op:
contacten / vervuiling / aardsluiting.
Vervang bij twijfel de vlamelektrode.
Controleer de afstand tussen elektrode en
aardpen = 4,0 mm ± 0,5 mm. Zie blz. S6, 5.1.1.
Controleer de gasvoordruk; Ontlucht gasleiding;
Controleer of het gasblok gas naar de brander
doorlaat. Controleer gasdruk bij opstarten.
Controleer de werking van de ventilator.
Controleer of het condenswater goed weg kan
lopen. Reinig eventueel het sifon.
Controleer de luchttoevoer / rookgasafvoer.
Is de print defect?
Vals vlamsignaal
Er wordt vlam gedetecteerd terwijl de gasklep
gesloten is. Is het gasblok defect? (sluit niet
goed) Is de print defect?
Te hoge cv-aanvoertemperatuur
De cv-aanvoertemperatuur is te hoog geweest.
Controleer de werking van de pomp.
Controleer of de radiatoren en/of bypass open
staan. Doorstroming moet altijd mogelijk zijn;
Controleer in de historie-gegevens of er
regelmatig F08 storingen voorkomen.
Controleer de cv-aanvoersensor (dubbelsensor!).
Te hoge temperatuur van rookgassen
Fout F07 is 3 maal voorgekomen in de laatste
24 uur, zie foutcode F07.
Alarmcodes (A)
Het toestel is vergrendeld. De oorzaak dient opgelost te worden,
waarna de reset-toets ingedrukt dient te worden om het toestel
weer op te starten. Na 5x resetten wordt deze functie geblok-
keerd. U dient even de steker uit de wandcontactdoos te halen
voor de resetfunctie weer werkt.
Als een Alarmcode (A) na een reset terugkeert:
waarschuw uw installateur. Wacht in een noodgeval
tenminste 60 min. voor u opnieuw reset.
Alarm- en Foutcodes
Het toestel wordt door ingebouwde elektronica volledig aangestuurd en gecontroleerd. Als er in het toestel een
storing wordt gesignaleerd zal het toestel uitschakelen, afhankelijk van de soort storing, en op het display een
code weergeven. Aan de meeste storingen zijn Alarm- of Foutcodes verbonden. Een code bestaat uit de letter A
of F met getal. De letter en het getal knipperen om en om op het display, bijv. A÷01.
of
Ventilatorfout
Er is geen tijdige terugkoppeling van het
frequentiesignaal van de ventilator naar de print.
Zitten de stekers goed op de ventilator?
Controleer de werking van de ventilator.
(als de ventilator vervangen dient te worden
mag deze elektrisch niet losgenomen worden
als er nog spanning (230V) op het toestel staat).
Binnen 4 minuten vijf maal verlies van
vlamsignaal gesignaleerd
Controleer de ionisatiepen (contacten/vervuiling).
Vervang bij twijfel de ionisatiepen;
Controle rookgasafvoer-/ luchttoevoersysteem
(ter controle: dop in de luchttoevoer verwijderen)
Controleer de condensafvoer; Reinig event. de
sifon en/of condensbak. Dek de elektrakast af.
Controleer bij een slecht en onregelmatig
brandende brander of bij regelmatig voorkomende A06
storingen het branderbed.
Waterdruk 3x te hoog in 1 uur (3x F40)
Controleer/vergelijk CV-druk op manometer met de
druk op het display (blz.S2) of infomenu (blz.S9).
Waarschijnlijk is het expansievat stuk.
Controleer dit en vervang evt. het expansievat.
Onvoldoende watercirculatie CV
Na ontsteken brander 3x geen verhoging van
cv-aanvoertemperatuur
(minstens 1°C verhoging na 15 sec. nodig).
Controleer de werking van de pomp;
Controleer of de radiatoren en/of bypass open
staan. Er moet altijd doorstroming mogelijk zijn
Controleer of de cv-aanvoersensor goed op de
buis is geklikt (contactvlak).
Controleer de cv-aanvoersensor (dubbelsensor!)
Te groot temperatuurverschil tussen de 2
meetelementen in de aanvoerdubbelsensor
Zit de sensor goed op de leiding geklikt.
Controleer de bedrading naar deze sensor.
Controleer de cv-aanvoersensor (dubbelsensor!).
Controle temperatuursensoren (cv-aanvoerdubbelsensor = 2 sensoren!!)
Controleer de elektrische weerstand, zie tabel bovenaan blz. S15.
Controleer de temperaturen, zie informatiemenu blz. S9.
Instelproblemen
Controleer alle parameterinstellingen.
Mogelijk is de print defect. Vervang deze.
BlueSense 3 .. / BlueSense 4 .. / BlueSense 5 ..
14
S
aug 2015
10.Overzicht van het toestel en serviceonderdelen
Omschrijving ...............................Bestelnummer
6 Bedieningspaneel en display ......................... 3296452
7 Gastoevoer
8 Uitlaat warm tapwater
9 Toevoer koud tapwater
10 Aanvoer-cv
11 Retour-cv
14 Overstortventiel CV ........................................ 3291012
15+29 Set LTV 80 mm met RGA 80 mm .................... 1802305
16 Ventilator (voor bestelling zie 16+22)
16a Ventilatorprint.................................................. 3296302
16+22 Unit ventilator en brander............................... 3296492
21 Gasinspuiter.................................................... 3296200
32 Pomp compleet BlueSense 3-4 ...................... 3296405
Pomp compl. BlueSense 5 (universeel 3-4-5).. 3296406
Pomp A-label compleet ................................... 3296408
35 Luchtafscheider BlueSense 3-4.................... 3296455
Luchtafscheider BlueSense 5 ....................... 3296456
36 Automatische ontluchter pomp Wilo .............. 3291106
37 Zeef stromingssensor.................................... 3292072
39 Waterhoeveelheidsregelaar 6 l/min. BS-3 ..... 3291064
Waterhoeveelheidsregelaar 7.5 l/min. BS-4.. 3291110
Waterhoeveelheidsregelaar 9 l/min. BS-5..... 3291065
42 Tapwatersensor opklik 15 mm ....................... 3720065
44 Gasblok VK8205VE2005................................ 3296201
68 Elektrakast leeg (voor bestelling zie 68+101)
68+101 Set elektrakast met print ABM03 ................ 3296420
81/82 Vlamelektrode (ontsteking en ionisatie) .... 3296410
101 Print ABM03 (voor bestelling zie 68+101)
103 Printopsteekrelais LC32 (optioneel)........... 3296421
136 Stromingssensor......................................... 3296011
137 Cv-druksensor ............................................ 3293404
145 Manometer................................................... 3296108
154+406 Set condensafvoerslang met vuilopvangbeker sifon
t/m BlueSense (3-4-5) 12 ............................... 3291005
vanaf BlueSense (3-4-5) 22 ......................... 3296005
161+196 Set warmtewisselaar met condensbak
Warmtewisselaar bi-thermic BS 3-4 ......... 3296104
Warmtewisselaar bi-thermic BS 5 ............. 3296103
186 Temperatuursensor opklik 18 mm .............. 3720060
191 Temperatuursensor rookgasafvoer ........... 3296338
193 Toestelsifon
t/m BlueSense (3-4-5) 12 ............................... 3291002
vanaf BlueSense (3-4-5) 22 ......................... 3296002
199 Afdichtdop alternatieve luchttoevoer
203 Voedingskabel met stekers ........................ 3296645
207 Toestelaansluitkroonsteentjes ................... 3296644
278 Temperatuursensor (dubbel) opklik 18mm 3296130
337 Vuilopvangbeker condensbak
(alléén t/m BlueSense 12 !!) ................. 3291465
349 Snelontluchtkraantje ................................... 3296105
401 Luchtaanzuigbuis ventilator ....................... 3296303
402 Pakking brander .......................................... 3296460
402+403 Pakking brander + Isolatie brander ............ 3296462
404 Isolatie in warmtewisselaar ....................... 3296127
405 Kabelboom BlueSense 3 - 4 - 5 ................. 3296642
406 Vuilopvangbeker sifon (voor bestelling zie 154+406)
Omschrijving .....................................Bestelnummer
Weergegeven BlueSense (3-4-5) 22
Figuur 10.1 Service-onderdelen
Gebruik alleen originele Ferroli onderdelen om een goede en
veilige werking te kunnen garanderen.
Bij het losnemen en weer bevestigen van een O-ringverbinding
adviseren wij om gebruik te maken van (zuurvrij) vet.
Dit vergemakkelijkt het terugplaatsen van het onderdeel.
Let op bij het vervangen van onderdelen:
- Roken / vuur / vonken verboden!
- Trek de steker uit de wandcontactdoos en sluit de gaskraan!
Terugsturen van onderdelen naar Ferroli
Het is nodig dat onderdelen, die terug worden gestuurd
naar Ferroli, worden voorzien van een volledig ingevuld
retourlabel. Plak een sticker (zie onderstaand voorbeeld),
waarvan er ca. 10 zijn bijgesloten bij het toestel, op dit
label òf schrijf het serienummer en type toestel op dit label.
serienummer van het toestel
BlueSense 3
1

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Ferroli BlueSense 3 32 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Ferroli BlueSense 3 32 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,02 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Ferroli BlueSense 3 32

Ferroli BlueSense 3 32 Aanvulling / aanpassing - Nederlands - 2 pagina's

Ferroli BlueSense 3 32 Gebruiksaanwijzing en installatiehandleiding - Nederlands - 44 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info