èÖêÖÑ ÇäãûóÖçàÖå
•Ç ÒÎÛ˜‡Â ÂÒÎË ËÁÏÂflÂÏÓ ̇ÔflÊÂÌË Ë/ËÎË
ËÁÏÂflÂÏ˚È ÚÓÍ ÌÂËÁ‚ÂÒÚÂÌ, Ç‡Ï ÒΉÛÂÚ
ÛÒÚ‡ÌÓ‚ËÚ¸ ‚‡˘‡˛˘Û˛Òfl Û˜ÍÛ Ì‡ Ò‡Ï˚È ‚˚Ò¯ËÈ
‰Ë‡Ô‡ÁÓÌ. èË Ì‰ÓÒÚ‡ÚÓ˜ÌÓÈ ÚÓ˜ÌÓÒÚË
ÛÒÚ‡ÌÓ‚ËÚ¸ ‚‡˘‡˛˘Û˛Òfl Û˜ÍÛ ÌËÊ ̇ Ó‰ËÌ
‰Ë‡Ô‡ÁÓÌ Ë Ú.‰.
• ÖÒÎË ÔË·Ó ‚ÂÏÂÌÌÓ Ì ËÒÔÓθÁÛÂÚÒfl, ÚÓ
ÒΉÛÂÚ ÔÂÂÍβ˜ËÚ¸ ‚‡˘‡˛˘Û˛Òfl Û˜ÍÛ ‚
ÔÓÎÓÊÂÌËÂ «OFF».
• èË ËÁÏÂÂÌËË Ì‡ÔflÊÂÌËfl ËÎË ÚÓ͇ ÚÂÒÚÂ
ÔÓ‰ÒÓ‰ËÌflÂÚÒfl ÔÓ-‡ÁÌÓÏÛ. 臇ÎÎÂθÌÓÂ
‚Íβ˜ÂÌË ÔË ËÁÏÂÂÌËË Ì‡ÔflÊÂÌËfl Ë
ÔÓÒΉӂ‡ÚÂθÌÓ ‚Íβ˜ÂÌË ÔË Á‡Ï ÚÓ͇. Ç
ÔÓÒΉÌÂÏ ÒÎÛ˜‡Â Ó‰ËÌ ÔÓ‚Ó‰ÌËÍ ‰ÓÎÊÂÌ ·˚Ú¸
Ô‚‡Ì.
ùäëèãìÄíÄñàü
PËÒ.1
Ä. 3ı-Á̇˜Ì˚È ÊˉÍÓÍËÒÚ‡Î΢ÂÒÍËÈ Ë̉Ë͇ÚÓ,
χÍÒËχθ̇fl Ë̉Ë͇ˆËfl: 1999. à̉Ë͇ˆËfl
‰ÂÒflÚ˘ÌÓÈ ÚÓ˜ÍË, ÔÓÎflÌÓÒÚË, Ô„ÛÁÍË,
‡ÁflÊÂÌÌÓÒÚË ·‡Ú‡ÂÈÍË Ë ‚˚ÒÓÍÓ„Ó
̇ÔflÊÂÌËfl.
Ç. èÂÂÍβ˜‡ÚÂθ ‰Ë‡Ô‡ÁÓ̇. èÓ‚ÓÓÚÌ˚È
ÔÂÂÍβ˜‡ÚÂθ ‰Îfl ÛÒڇ̇‚ÎË‚‡ÂÏÓ„Ó ‰Ë‡Ô‡ÁÓ̇.
ë. àÁÏÂÂÌË hFE-Ú‡ÌÁËÒÚÓÓ‚.
D. 10 A DC. èÓÎÓÊËÚÂθÌÓ ÔÓ‰Íβ˜ÂÌË ‰Îfl
ËÁÏÂÂÌËfl ÚÓ͇ ‰Ó 10 A DC.
E. V/W, mA. èÓÎÓÊËÚÂθÌÓ ÔÓ‰Íβ˜ÂÌË ‰Îfl
ËÁÏÂÂÌËÈ Ì‡ÔflÊÂÌËfl Ë ÒÓÔÓÚË‚ÎÂÌËfl.
F. ëéå. éÚˈ‡ÚÂθÌÓ ÔÓ‰Íβ˜ÂÌËÂ.
àáåÖêÖçàÖ
àÁÏÂÂÌË ÔÓÒÚÓflÌÌÓ„Ó Ì‡ÔflÊÂÌËfl (V DC)
• èÓ‰Íβ˜ËÚ ˜ÂÌ˚È Í‡·Âθ Í „ÌÂÁ‰Û «ëéå», ‡
͇ÒÌ˚È Í‡·Âθ Í „ÌÂÁ‰Û «V//mA».
• ìÒÚ‡ÌÓ‚ËÚ ÔÂÂÍβ˜‡ÚÂθ ÂÊËχ ‡·ÓÚ˚ ‚
ÌÂÓ·ıÓ‰ËÏÓ ÔÓÎÓÊÂÌË «V » ÔÓ‰Íβ˜ËÚÂ
͇·Âθ ˜ÂÂÁ ËÁÏÂflÂÏ˚È ËÒÚÓ˜ÌËÍ ËÎË Á‡fl‰.
ëӷ≇ÈÚ ԇ‚ËθÌÛ˛ ÔÓÎflÌÓÒÚ¸ (͇ÒÌ˚È +,
˜ÂÌ˚È -), Ú.Í. ‚ ÔÓÚË‚ÌÓÏ ÒÎÛ˜‡Â Ô‰
Á̇˜ÂÌËÂÏ Ì‡ Ë̉Ë͇ÚÓ ÔÓfl‚ËÚÒfl ÁÌ‡Í ÏËÌÛÒ.
• ë˜ËÚ‡ÈÚ Á̇˜ÂÌË ‚ ‚Óθڇı.
ÑàÄèÄáéç íéóçéëíú êÄáêÖòÖçàÖ
ÇıÓ‰ÌÓ ÒÓÔÓÚË‚ÎÂÌËÂ: 1 Ï
ᇢËÚ‡ ÓÚ Ô„ÛÁÓÍ: DC ËÎË AC, ÔËÍÓ‚Ó Á̇˜ÂÌËÂ
1000 Ç
ì͇Á‡ÌËÂ:
•Ç ÒÎÛ˜‡Â ÂÒÎË ‰Ë‡Ô‡ÁÓÌ Ì‡ÔflÊÂÌËfl ËÁ̇˜‡Î¸ÌÓ
ÌÂËÁ‚ÂÒÚÂÌ, Ç˚ ‰ÓÎÊÌ˚ ÛÒÚ‡ÌÓ‚ËÚ¸
ÔÂÂÍβ˜‡ÚÂθ ÂÊËχ ‡·ÓÚ˚ ̇ ̇˂˚Ò¯ËÈ
‰Ë‡Ô‡ÁÓÌ Ë, ÔË ÌÂÓ·ıÓ‰ËÏÓÒÚË, ‚ÔÓÒΉÒÚ‚ËË
˝ÚÓÚ ‰Ë‡Ô‡ÁÓÌ ÔÓÒÚÂÔÂÌÌÓ ÒÌËʇڸ.
•Ç ÒÎÛ˜‡Â ÂÒÎË Ì‡ Ë̉Ë͇ÚÓ ÔÓfl‚ËÚÒfl ÚÓθÍÓ
˜ËÒÎÓ «1», ÚÓ ËÁÏÂÂÌË ‚˚ıÓ‰ËÚ Á‡ Ô‰ÂÎ˚
ÛÒÚ‡ÌÓ‚ÎÂÌÌÓ„Ó ‰Ë‡Ô‡ÁÓ̇ Ë ÌÂÓ·ıÓ‰ËÏÓ
Ô‚ÂÒÚË ÔÂÂÍβ˜‡ÚÂθ ÂÊËχ ‡·ÓÚ˚ ̇
·ÓΠ‚˚ÒÓÍËÈ ‰Ë‡Ô‡ÁÓÌ.
• å‡ÍÒËχθÌÓ ‚ıÓ‰ÌÓ ̇ÔflÊÂÌË ÒÓÒÚ‡‚ÎflÂÚ
1000 Ç. ÅÓΠ‚˚ÒÓÍË Á̇˜ÂÌËfl ̇ÔflÊÂÌËfl ÌÂ
ËÁÏÂfl˛ÚÒfl.
• èË ËÁÏÂÂÌËË ‚˚ÒÓÍÓ„Ó Ì‡ÔflÊÂÌËfl ·Û‰¸ÚÂ
˜ÂÁ‚˚˜‡ÈÌÓ ‚ÌËχÚÂθÌ˚.
àÁÏÂÂÌË ÔÂÂÏÂÌÌÓ„Ó Ì‡ÔflÊÂÌËfl (V AC)
• èÓ‰Íβ˜ËÚ ˜ÂÌ˚È Í‡·Âθ Í „ÌÂÁ‰Û «ëéå», ‡
͇ÒÌ˚È Í‡·Âθ Í „ÌÂÁ‰Û «V//mA».
ìÒÚ‡ÌÓ‚ËÚ ÔÂÂÍβ˜‡ÚÂθ ÂÊËχ ‡·ÓÚ˚ ‚
ÌÂÓ·ıÓ‰ËÏÓ ÔÓÎÓÊÂÌË «V~» Ë ÔÓ‰Íβ˜ËÚÂ
͇·Âθ ˜ÂÂÁ ËÁÏÂflÂÏ˚È ËÒÚÓ˜ÌËÍ ËÎË Á‡fl‰.
èÓÎflÌÓÒÚ¸ ËÁÏÂËÚÂθÌ˚ı ¯ÚËÙÚÓ‚ ÌÂ
Ô‰ÒÚ‡‚ÎflÂÚ ‚‡ÊÌÓÒÚË.
• ë˜ËÚ‡ÈÚ ˝ÚÓ Á̇˜ÂÌË ‚ ‚Óθڇı.
Ferm 15
DIGITALE MULTIMETER
TECHNISCHE GEGEVENS
•3 1/2 Digit Liquid Crystal Display (max. uitlezing:
1999).
• Bedrijfstemperatuur: 0 / 40 °C (rel. vochtigheid
<75%).
• Opslagtemperatuur: -15 / 50° C.
• Voeding: 9V-batterij (type 6LR62, MN 1604 of equi-
valenten).
• “Lage batterijspanning:” weergave:” ”zal dan
oplichten.
• Calibratie: nauwkeurigheden zijn gegarandeerd
gedurende 1 jaar bij 23°C +/- 5°C en een relatieve
vochtigheid van < 75%.
In de multimeter zit een batterij. Indien de batterij
niet meer te gebruiken is, moet u deze niet weg-
gooien, maar inleveren als KCA
Voor vervanging van de batterij zie hoofdstuk “Vervan-
gen van de batterij”
GEBRUIK
De multimeter is geschikt voor het meten van gelijkspan-
ning (VDC), gelijkstroom (ADC), wisselspanning (VAC),
weerstand (, Ohm), dioden en hFE-transistormeting.
ALGEMENE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Dit apparaat is met de grootste zorg voor veiligheid
geconstrueerd. Elke wijziging of uitbreiding van het ont-
werp kan de veiligheid teniet doen. Ook de garantie kan
daardoor vervallen.
Lees deze gebruiksaanwijzing goed door!
1. Houd het werkgebied op orde
Een wanordelijke werkomgeving leidt tot ongelukken.
Verlicht de werkomgeving voldoende.
2. Houd rekening met omgevings-invloeden
Gebruik de multimeter niet in een vochtige of natte
omgeving. Laat de multimeter niet in de regen liggen.
3. Houd kinderen uit de buurt
Laat andere personen niet aan de multimeter komen,
houdt ze weg van het werkgebied.
4. Berg het gereedschap veilig op
Niet in gebruik zijnde multimeters moeten in droge
ruimten gehouden worden.
5. Overbelast de multimeter niet
U werkt beter en veiliger binnen het aangegeven ver-
mogensbereik. Schade door overbelasting valt niet
onder de garantie.
6. Gebruik het meetsnoer niet verkeerd
Draag het apparaat niet aan het meetsnoer en
gebruik het meetsnoer niet om de stekker uit de mul-
timeter te trekken, doe dit altijd met de plug.
7. Onderhoud de multimeter zorgvuldig
Houd de multimeter schoon om beter en veiliger te
kunnen werken. Houdt de multimeter droog en vrij
van olie en vet.
8. Trek de meetstekker uit de multimeter
Als de multimeter niet in gebruik is.
9. Controleer het gereedschap op beschadigin-
gen
Voor het verdere gebruik van het apparaat moeten
veiligheidsinrichtingen of beschadigde delen zorgvul-
dig op hun uitstekende en doelgerichte functie wor-
den beproefd.
Controleer of alle voorwaarden die het functioneren
van het apparaat zouden kunnen beïnvloeden juist
zijn.
SPECIALE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
• Waarschuwing! Bij het meten van hoge spanningen
en stromen bestaat levensgevaar. Raak blote delen
van de meetsnoeren niet aan wanneer u spanning
hoger dan 40 Volt of stromen groter dan 20 mA
meet.
• De multimeter is een meetinstrument. Stoot de mul-
timeter niet en laat hem niet vallen.
• Als de multimeter niet gebruikt wordt zet de schake-
laar dan op de ‘OFF’-stand om de batterij te sparen.
• Stel het apparaat niet bloot aan hoge vochtigheid of
hoge temperatuur.
• Houdt de multimeter uit de buurt van sterke magne-
tische velden.
• Wanneer de multimeter langere tijd niet wordt
gebruikt, verwijder dan de batterij om lekkage te
voorkomen.
• Verwijder onmiddelijk de meetsnoeren wanneer u
de stank van stinkende isolatie ruikt.