Ú. Ô.) Á‡ÔÓ‰ÎËˆÓ ÒÓ ÒÚÂÌÓÈ.
• èËÊÏËÚ ÔÓÎÓÚÌÓ ÌÂÔÓÒ‰ÒÚ‚ÂÌÌÓ Í ÒÚÂÌ Ë
Ò΄͇ ËÁÓ„ÌËÚ ڇÍ, ˜ÚÓ·˚ ÓÔÓ‡ ÔËÊËχ·Ҹ Í
ÒÚÂÌÂ.
• ÇÍβ˜ËÚ χ¯ËÌÛ Ë ÓÚÔËÎËÚ ‚˚ÒÚÛÔ‡˛˘ËÈ
˝ÎÂÏÂÌÚ, ÒÓı‡Ìflfl ÔÓÒÚÓflÌÌÓ ·ÓÍÓ‚Ó ÛÒËÎËÂ
ÔÓ Ì‡Ô‡‚ÎÂÌ˲ Í ÒÚÂÌÂ.
ìëíêÄçÖçàÖ çÖèéãÄÑéä
凯Ë̇ Ì ËÏÂÂÚ ˜‡ÒÚÂÈ, ÍÓÚÓ˚È ÏÓÊÂÚ
ÂÏÓÌÚËÓ‚‡Ú¸ ‚·‰ÂΈ. êÂÏÓÌÚ Ë ÚÂıÌ˘ÂÒÍÓÂ
Ó·ÒÎÛÊË‚‡ÌË ‰ÓÎÊÌ˚ ‚˚ÔÓÎÌflÚ¸Òfl
Í‚‡ÎËÙˈËÓ‚‡ÌÌ˚Ï Ò‚ËÒÌ˚Ï ÔÂÒÓ̇ÎÓÏ.
çËÊ ÔË‚Ó‰ËÚÒfl fl‰ ÌÂÔÓ·‰ÓÍ, Ëı ‚ÓÁÏÓÊÌ˚Â
Ô˘ËÌ˚ Ë ÏÂÚÓ‰˚ ÛÒÚ‡ÌÂÌËfl.
1. ùÎÂÍÚÓ‰‚Ë„‡ÚÂθ Ô„‚‡ÂÚÒfl
• ÇÂÌÚËÎflˆËÓÌÌ˚ ˘ÂÎË ‰Îfl Óı·ʉÂÌËfl Á‡·ËÎËÒ¸
„flÁ¸˛.
èÓ˜ËÒÚËÚ¸ ‚ÂÌÚËÎflˆËÓÌÌ˚ ˘ÂÎË.
• ùÎÂÍÚÓ‰‚Ë„‡ÚÂθ ÌÂËÒÔ‡‚ÂÌ.
é·‡ÚËÚÂÒ¸ Í ÏÂÒÚÌÓÏÛ ‰ËÎÂÛ Ferm ‰Îfl
ÓÒÏÓÚ‡ ËÎË ÂÏÓÌÚ‡.
2. ëÓ‰ËÌÂÌ̇fl Ò ÒÂÚ¸˛ χ¯Ë̇ Ì ‡·ÓÚ‡ÂÚ
• é·˚‚ ‚ ÒÓ‰ËÌÂÌËË Ò ÒÂÚ¸˛.
èÓ‚ÂËÚ¸ ÒÓ‰ËÌÂÌËÂ Ò ÒÂÚ¸˛ ̇ Ó·˚‚.
é·‡ÚËÚÂÒ¸ Í ÏÂÒÚÌÓÏÛ ‰ËÎÂÛ Ferm ‰Îfl
ÓÒÏÓÚ‡ ËÎË ÂÏÓÌÚ‡.
êÂÏÓÌÚ ˝ÎÂÍÚ˘ÂÒÍËı ÔË·ÓÓ‚ ‰ÓÎÊÂÌ
‚˚ÔÓÎÌflÚ¸Òfl ÚÓθÍÓ ÒÔˆˇÎËÒÚ‡ÏË.
4. íÖïçàóÖëäéÖ
éÅëãìÜàÇÄçàÖ
ÇÒ„‰‡ ÓÚÍβ˜‡ÈÚ χ¯ËÌÛ ÓÚ ÒÂÚË Ô‰
‚˚ÔÓÎÌÂÌËÂÏ ÚÂıÌ˘ÂÒÍÓ„Ó Ó·ÒÎÛÊË‚‡ÌËfl
˝ÎÂÍÚÓ‰‚Ë„‡ÚÂÎfl.
凯Ë̇ ‡ÒÒ˜Ëڇ̇ ̇ ‰ÎËÚÂθÌÛ˛ ‡·ÓÚÛ Ò
ÏËÌËχθÌ˚Ï Ó·˙ÂÏÓÏ ÚÂıÌ˘ÂÒÍÓ„Ó Ó·ÒÎÛÊË‚‡ÌËfl.
ê„ÛÎfl̇fl ˜ËÒÚ͇ Ë Ô‡‚ËθÌÓ ӷ‡˘ÂÌËÂ
Û‚Â΢˂‡˛Ú ÒÓÍ ÒÎÛÊ·˚ χ¯ËÌ˚.
óËÒÚ͇
ëÓ‰ÂÊËÚ ‚ÂÌÚËÎflˆËÓÌÌ˚ ˘ÂÎË ˜ËÒÚ˚ÏË ‰Îfl
Ô‰ÓÚ‚‡˘ÂÌËfl Ô„‚‡.
ê„ÛÎflÌÓ ÔÓÚˇÈÚ χ¯ËÌÛ Ïfl„ÍÓÈ Ú̸͇˛,
Ê·ÚÂθÌÓ ÔÓÒÎÂ Í‡Ê‰Ó„Ó ËÒÔÓθÁÓ‚‡ÌËfl. 쉇ÎflÈÚÂ
Ô˚θ Ë ‰Û„Ë ÓÚÎÓÊÂÌËfl ËÁ ‚ÂÌÚËÎflˆËÓÌÌ˚ı ˘ÂÎÂÈ.
ëÚÓÈÍË Á‡„flÁÌÂÌËfl Û‰‡ÎflÈÚ Ïfl„ÍÓÈ Ú̸͇,
ÒÏÓ˜ÂÌÌÓÈ ‚ Ï˚θÌÓÈ ‚Ó‰Â. ê‡ÒÚ‚ÓËÚÂÎË (·ÂÌÁËÌ,
ÒÔËÚ, ‡ÏÏË‡Í Ë Ú. ‰.) ÔËÏÂÌflÚ¸ Á‡Ô¢‡ÂÚÒfl, Ú. Í.
ÓÌË ÏÓ„ÛÚ Ôӂ‰ËÚ¸ Ô·ÒÚχÒÒÓ‚˚ ‰ÂÚ‡ÎË.
ëχÁ͇
凯Ë̇ Ì Ú·ÛÂÚ ÒχÁÍË.
çÂËÒÔ‡‚ÌÓÒÚË
Ç ÒÎÛ˜‡Â ÌÂËÒÔ‡‚ÌÓÒÚË, ̇ÔËÏÂ, ‚ÒΉÒÚ‚ËÂ
ËÁÌÓÒ‡ ‰ÂÚ‡ÎË, Ó·‡˘‡ÈÚÂÒ¸ Í ÏÂÒÚÌÓÏÛ ‰ËÎÂÛ
Ferm. Ç ÍÓ̈ ̇ÒÚÓfl˘Â„Ó ÛÍÓ‚Ó‰ÒÚ‚‡ ËÏÂÂÚÒfl
ËÎβÒÚ‡ˆËfl ÒÓÒÚ‡‚‡ χ¯ËÌ˚, ÔÓ͇Á˚‚‡˛˘‡fl
‰ÂÚ‡ÎË, ÍÓÚÓ˚ ÏÓ„ÛÚ ·˚Ú¸ Á‡Í‡Á‡Ì˚.
áÄôàíÄ éäêìÜÄûôÖâ ëêÖÑõ
ÑÎfl Ô‰ÓÚ‚‡˘ÂÌËfl ÔÓ‚ÂʉÂÌËfl ‚Ó ‚ÂÏfl
Ú‡ÌÒÔÓÚËÓ‚ÍË Ï‡¯Ë̇ ÔÓÒÚ‡‚ÎflÂÚÒfl ‚ ÔÓ˜ÌÓÈ
ÛÔ‡ÍÓ‚ÍÂ. ÅÓθ¯ËÌÒÚ‚Ó ˝ÚËı ÛÔ‡ÍÓ‚Ó˜Ì˚ı
χÚ¡ÎÓ‚ ÏÓ„ÛÚ ·˚Ú¸ ÛÚËÎËÁËÓ‚‡Ì˚. èÓÒËÏ
Ò‰‡Ú¸ Ëı ‚ ÔÛÌÍÚ˚ ÔËÂχ ‚ÚÓ˘ÌÓ„Ó Ò˚¸fl.
ëÚ‡‚¯ËÈ ÌÂÌÛÊÌ˚Ï ËÌÒÚÛÏÂÌÚ ÔÓÒËÏ Ò‰‡Ú¸
ÏÂÒÚÌÓÏÛ ‰ËÎÂÛ Ferm. éÌ ·Û‰ÂÚ ÛÚËÎËÁËÓ‚‡Ì
˝ÍÓÎӄ˘Ì˚Ï ÏÂÚÓ‰ÓÏ.
ÉÄêÄçíàü
ìÒÎÓ‚Ëfl „‡‡ÌÚËË ÒÓ‰ÂʇÚÒfl ‚ ÓÚ‰ÂθÌÓÈ
„‡‡ÌÚËÈÌÓÈ Í‡ÚÓ˜ÍÂ.
àÁ„ÓÚÓ‚ËÚÂθ Á‡fl‚ÎflÂÚ, ˜ÚÓ ·ÂÂÚ Ì‡ Ò·fl
ËÒÍβ˜ËÚÂθÌÛ˛ ÓÚ‚ÂÚÒÚ‚ÂÌÌÓÒÚ¸ ‚ ÚÓÏ, ˜ÚÓ ËÁ‰ÂÎËÂ
ÒÓÓÚ‚ÂÚÒÚ‚ÛÂÚ ÒÎÂ‰Û˛˘ËÏ Òڇ̉‡Ú‡Ï ËÎË
ÌÓχÚË‚Ì˚Ï ‰ÓÍÛÏÂÌÚ‡Ï
EN50144-1, EN50144-2-11, EN55014-1,
EN55014-2, EN61000-3-2, EN61000-3-3
Ë Ú·ӂ‡ÌËflÏ ‰ËÂÍÚË‚.
89/392/EEC,
73/23/EEC,
89/336/EEC
ÓÚ 01-09-2004
ÉÂÌÂÏÓȉÂÌ,
çˉ·̉˚
W. Kamphof
éÚ‰ÂÎ ÍÓÌÚÓÎfl ͇˜ÂÒÚ‚‡
CE
ı
ÑÖäãÄêÄñàü é ëééíÇÖíëíÇàà
ÇÖãàäéÅêàíÄçàü
(
RU
)
Ferm 55
Lees de gebruiksaanwijzingen.
Draag een veiligheids bril.
Draag gehoorbescherming.
Defecte en/of afgedankte elektrische of elektroni-
sche gereedschappen dienen ter verwerking te
worden aangeboden aan een daarvoor verant-
woordelijke instantie.
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voor u de
machine in gebruik neemt. Zorg dat u kennis heeft van de
werking van de machine en op de hoogte bent van de
bediening. Onderhoud de machine volgens de instruc-
ties opdat deze altijd goed functioneert. Bewaar deze
gebruiksaanwijzing en de bijgevoegde documentatie bij
de machine.
Neem bij het gebruik van elektrische machines altijd
de plaatselijk geldende veiligheidsvoorschriften in
acht in verband met brandgevaar, gevaar voor elek-
trische schokken en lichamelijk letsel. Lees behalve
onderstaande instructies ook de veiligheidsvoor-
schriften in het apart bijgevoegde veiligheidskatern
door.
Bewaar de instructies zorgvuldig!
AANVULLENDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
De machine mag niet vochtig zijn en er mag niet mee
worden gewerkt in een vochtige omgeving. Inspec-
teer voor gebruik van de machine altijd eerst de
kabel en de stekker. Laat eventuele schade alleen
herstellen door een bevoegde vakman.
Steek alleen de stekker in het stopcontact als de
machine uitgeschakeld is. Draag beschermende
handschoenen en stevig schoeisel.
Zaag geen materiaal dat asbest bevat!!!
• Draag een veiligheidsbril als u met sterk splinterende
materialen werkt.
• Draag bij het zagen van vezelmateriaaleen bescher-
mingsmasker.
• Draagbare elektrische apparatuur dat buitenshuis
gebruikt wordt, moet aangesloten worden in combi-
natie met aardfoutbeveiliging.
• Verlengkabels en connectors moeten voor buiten-
gebruik goedgekeurd zijn.
• Verwijder afstelsleutels en moersleutels voordat u
het apparaat aanzet.
• Zet uw werkstuk vast in klemmen, en leid de kabel
altijd in achterwaartse richting weg van de machine.
• Breng de machine alleen in de richting van het werk-
stuk als hij ingeschakeld is.
• Houd de machine altijd met beide handen vast en
zorg ervoor dat u tijdens het werk stevig kunt staan.
• De machine mag alleen met gemonteerde voetplaat
gebruikt worden. De voetplaat moet tijdens het
zagen altijd op het werkstuk rusten.
• Verwijder altijd de stekker uit het stopcontact voor-
dat u aan de machine zelf iets doet.
• Draag de machine niet aan de kabel.
• Door onjuist gebruik kan de machine beschadigen.
Volg daarom altijd onderstaande instructies op.
• Gebruik alleen scherpe zaagbladen die in perfecte
conditie zijn; vervang onmiddellijk gescheurde, ver-
vormde of botte zaagbladen.
• De machine mag alleen met gemonteerd blad aange-
zet worden.
• Selecteer het juiste gereedschap, slagsnelheid en
slingeractie in overeenstemming met het materiaal,
en zorg voor een constante zaagsnelheid.
• Probeer het zaagblad niet met zijdelingse druk tegen
te houden na het uitgeschakeld te hebben.
• Gebruik alleen oorspronkelijke accessoires.
• Sluit het apparaat altijd op de juiste netspanning aan;
de spanningsspecificaties op het typeplaatje moeten
overeenkomen met de netspanning. Apparatuur dat
gemerkt is met 230 V werkt ook op 220-240 V.
HET APPARAAT ONMIDDELLIJK UITZET-
TEN BIJ:
• Overmatig vonken van de koolborstels en ringvuur
in de collector.
• Storing in de netstekker, netsnoer of snoerbeschadi-
ging.
• Defecte schakelaar.
• Rook of stank van verschroeide isolatie.
ELEKTRISCHE VEILIGHEID
Controleer altijd of uw netspanning overeenkomt
met de waarde op het typeplaatje.
De machine is dubbel geïsoleerd overeenkomstig
EN 50144; een aardedraad is daarom niet nodig.
Bij vervanging van snoeren of stekkers
Gooi oude snoeren of stekkers direct weg zodra ze
door nieuwe exemplaren zijn vervangen. Het is gevaar-
lijk om de stekker van een los snoer in het stopcontact te
steken.
Bij gebruik van verlengsnoeren
Gebruik uitsluitend een goedgekeurd verlengsnoer, dat
geschikt is voor het vermogen van de machine. De aders
moeten een doorsnede hebben van minimaal 1,5 mm
2
.
Wanneer het verlengsnoer op een haspel zit, rol het
snoer dan helemaal af.
3. BEDIENING
VERVANGEN/AANBRENGEN VAN HET
BLAD
Fig.B
Zorg dat de stekker niet in het stopcontact zit.
• Maak de bladklemschroef los met de 4 mm inbussleu-
tel.
10 Ferm