voordat u het apparaat aanzet.
• Zetuwwerkstukvastinklemmen,enleid
de kabel altijd in achterwaartse richting weg
van de machine.
• Brengdemachinealleeninderichtingvan
het werkstuk als hij ingeschakeld is.
• Houddemachinealtijdmetbeidehanden
vast en zorg ervoor dat u tijdens het werk
stevig kunt staan.
• Demachinemagalleenmetgemonteerde
voetplaatgebruiktworden.Devoetplaat
moet tijdens het zagen altijd op het
werkstuk rusten.
• Verwijderaltijddestekkeruithet
stopcontact voordat u aan de machine zelf
iets doet.
• Draagdemachinenietaandekabel.
• Dooronjuistgebruikkandemachine
beschadigen. Volg daarom altijd
onderstaande instructies op.
• Gebruikalleenscherpezaagbladendiein
perfecte conditie zijn; vervang onmiddellijk
gescheurde, vervormde of botte
zaagbladen.
• Demachinemagalleenmetgemonteerd
blad aangezet worden.
• Selecteerhetjuistegereedschap,
slagsnelheid en slingeractie in
overeenstemming met het materiaal, en
zorg voor een constante zaagsnelheid.
• Probeerhetzaagbladnietmetzijdelingse
druk tegen te houden na het uitgeschakeld
te hebben.
• Gebruikalleenoorspronkelijkeaccessoires.
• Sluithetapparaataltijdopdejuiste
netspanning aan; de spanningsspecificaties
op het typeplaatje moeten overeenkomen
met de netspanning. Apparatuur dat
gemerkt is met 230 V werkt ook op 220 -
240 V.
HET APPARAAT ONMIDDELLIJK UITZETTEN
BIJ:
• Overmatigvonkenvandekoolborstelsen
ringvuur in de collector.
• Storingindenetstekker,netsnoerof
snoerbeschadiging.
• Defecteschakelaar.
• Rookofstankvanverschroeideisolatie.
ELEKTRISCHE VEILIGHEID
Controleer altijd of uw netspanning
overeenkomt met de waarde op het
typeplaatje.
De machine is dubbel geïsoleerd
overeenkomstig EN 50144; een
aardedraad is daarom niet nodig.
Bij vervanging van snoeren of stekkers
Gooi oude snoeren of stekkers direct weg zodra
ze door nieuwe exemplaren zijn vervangen. Het
is gevaarlijk om de stekker van een los snoer in
het stopcontact te steken.
Bij gebruik van verlengsnoeren
Gebruik uitsluitend een goedgekeurd
verlengsnoer, dat geschikt is voor het vermogen
vandemachine.Deadersmoeteneen
doorsnede hebben van minimaal 1,5 mm
2
.
Wanneer het verlengsnoer op een haspel zit, rol
het snoer dan helemaal af.
BEDIENING
VERVANGEN/AANBRENGEN VAN HET
BLAD
Fig.B
Zorg dat de stekker niet in het
stopcontact zit.
• Maakdebladklemschroeflosmetde3mm
inbussleutel.
• Brenghetzaagbladaantussenhet
steunstaafje en de klemplaat.
• laatdeborgpenvanhetsteunstaafjein
het gat van het zaagblad passen. (Het
zaagblad kan er niet worden uitgetrokken).
• Draaidebladklemschroefweervast.
• Zorgervoordatbijhetverwisselen
van het zaagblad de bladhouder vrij is
van materiaalrestanten (zoals hout of
metaalsplinters).
• Controleervoorgebruikaltijdofhet
zaagblad goed vastzit.