HUOLTO
Irrota aina kone virtalähteestä ennen huollon
aloittamista.
Ferm-koneet on suunniteltu toimimaan pitkään ja mahdol-
lisimman pienellä huoltotarpeella. Puhdistamalla ja käyt-
tämällä sitä oikealla tavalla voit itsekin vaikuttaa koneen
käyttöikään.
Puhdistaminen
Puhdista koneen ulkopinta säännöllisesti pehmeällä kan-
kaalla. Parasta olisi puhdistaa se jokaisen käyttökerran
jälkeen. Pidä koneen jäähdytysaukot puhtaina.
Jos lika on pinttynyt, voit käyttää saippuavedellä kostutet-
tua kangaspalaa. Älä kuitenkaan käytä liuottimia kuten
bensiiniä, alkoholia, ammoniakkia jne, koska ne vahin-
goittavat koneen muoviosia.
Voitelu
Konetta ei tarvitse voidella.
Häiriöt
Jos koneen toiminnassa ilmenee häiriö esim. jonkin osan
kulumisen johdosta, ota yhteyttä lähimpään Ferm-jälleen-
myyjään.
Näiden käyttöohjeiden lopusta löydät kokoonpanopii-
rustuksen ja varaosalistan..
YMPÄRISTÖ
Kuljetusvaurioiden välttämiseksi kone on pakattu tuke-
vaan laatikkoon. Tämä pakkaus on mahdollisimman
ympäristöystävällinen. Kierrätä se.
Jos vaihdat koneen uuteen, voit viedä vanhan koneen
Ferm-jälleenmyyjällesi, joka huolehtii ympäristöystäväl-
lisestä jätehuollosta.
TAKUU
Lue takuuehdot koneen mukaan liitetystä takuukortista.
ClEl
■
TODISTUS STANDARDINMUKAISUUDESTA
(
SF
)
Todistamme täten ja vastaamme yksin siitä,
että tämä tuote on allalueteitujen standardien ja
standardoimisasiakirjojen vaatimusten mukainen:
EN50144-1, prEN50144-2-3, EN55014-1, EN55014-2,
EN61000-3-2, EN61000-3-3
seruaavien sääntöjen mukaisesti:
98/37/EEC
73/23/EEC
89/336/EEC
01-06-2000
GENEMUIDEN NL
G.M. Ensing
Quality department
Ferm 25
MONTAGE VAN ACCESSOIRES
Fig. B
Haal vóór het monteren altijd de stekker uit het
stopcontact.
Gebruik slijpschijven van de juiste maat. Gebruik uitslui-
tend vezelversterkte slijpschijven. De slijpschijf mag niet
met de rand van de beschermkap in contact komen.
- Druk het spindelslot (6) in en draai aan de spindel (9)
tot deze in het slot valt. Houd het spindelslot ingedrukt
zolang u deze procedure volgt.
- Verwijder de flensmoer (12) van de spindel met behulp
van de spansleutel (11).
- Plaats de slijpschijf (7) op de flens (5).
- Schroef de flensmoer weer op de spindel en draai hem
vast met behulp van de spansleutel.
- Laat het spindelslot los en controleer of de vergrende-
ling is opgeheven door aan de spindel te draaien.
Monteren van de zijhandgreep
De zijhandgreep is geschikt voor zowel links- als rechts-
handige bediening.
- Draai voor linkshandige bediening de zijhandgreep in
de opname aan de rechterkant van de machine.
- Draai voor rechtshandige bediening de zijhandgreep
in de opname aan de linkerkant van de machine.
- Draai voor verticale werkzaamheden de zijhandgreep
in de opname aan de bovenkant van de machine.
Zorg dat de zijhandgreep goed vast zit en niet
onverwachts kan lostrillen.
BEDIENING
Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht en
houd u aan de geldende voorschriften.
Houd de machine los van het werkstuk wanneer u de
machine in- of uitschakelt. De slijpschijf kan het werkstuk
beschadigen.
- Klem het werkstuk vast of zorg anderszins dat het tij-
dens de werkzaamheden niet onder de machine kan
wegglijden.
- Houd de machine stevig vast en druk deze onder een
hoek van ongeveer 15° tegen het werkstuk aan.
Beweeg de slijpschijf gelijkmatig over het werkstuk.
- Inspecteer regelmatig de slijpschijf. Versleten slijp-
schijven hebben een negatief effect op de efficiency
van de machine. Vervang de slijpschijf op tijd.
- Schakel na beëindiging van de werkzaamheden altijd
eerst de machine uit voordat u de stekker uit het stop-
contact trekt.
In- en uitschakelen
- De machine is uitgerust met een veiligheidsschake-
laar. De schakelaar van de machine moet eerst wor-
den ontgrendeld door de “lock-off” knop in te drukken.
- Zorg ervoor dat de haakse slijper altijd in nullast (dit is
zonder belasting) draait bij in- en uitschakelen.
Laat de machine volledig op toeren komen voor-
dat u de machine gebruikt.
- Houd het netsnoer altijd uit de buurt van bewegende
delen.
- Om tijdens het slijpen zo min mogelijk met afspattende
vonken en metaaldelen in aanraking te komen, dient u
tijdens het slijpen onder een hoek tussen de 10° en 15°
te werken. Tijdens het doorslijpen tussen de 30° en
45°.
Leg de machine pas neer wanneer de motor volledig is uit-
gedraaid. Leg de machine niet weg op een stoffige onder-
grond. Stofdeeltjes kunnen het mechaniek binnendrin-
gen.
Gebruik nooit het spindelslot om de motor tot
stilstand te brengen.
Gebruik de machine niet voor het slijpen van
magnesium werkstukken.