34
NL 6 / INCIDENTEN EN BIJZONDERE MELDINGEN DIE OP DE DISPLAY VERSCHIJNEN
•BIJZONDERE MELDINGEN DIE OP DE DISPLAY
VERSCHIJNEN
•Aangegeven incidenten die u zelf kunt oplossen
In dit hoofdstuk leggen wij u uit hoe uzelf moeiteloos bepaalde storingen
kunt verhelpen.
Het apparaat spoort zelf bepaalde storingen in de werking op en geeft
u dit aan via bijzondere meldingen die op het scherm verschijnen.
•MOGELIJKE INCIDENTEN
•De cyclus start niet
— U heeft vergeten om op de “Start/Pauze” toets te drukken.
— Het apparaat krijgt geen elektriciteit :
- Controleer dat de stekker goed in het stopcontact zit.
- Controleer de aardlek en de zekeringen.
— De watertoevoerkraan is gesloten.
— Het deksel van het apparaat zit slecht dicht.
•Er vormt zich een plas water rond de machine
Let op :
Haal allereerst de stekker uit het stopcontact of haal de
bijbehorende zekering los en doe de watertoevoerkraan dicht.
Wanneer het apparaat aanstaat, voorkomt de voortdurende controle
van het peil dat het water overstroomt. Indien het water desondanks uit
de machine komt, is het mogelijk dat :
— De gebogen beugel voor het legen slecht in de afvoerleiding zit.
— De aansluitingen van de watertoevoerslang op de machine en op de
kraan niet waterdicht zijn :
- Controleer dat er afdichtingen opzitten en de aansluitingen goed zijn
aangedraaid.
•Sterke trillingen tijdens het centrifugeren
— Uw apparaat is niet goed afgetuigd :
- Controleer dat alle stutten die dienden voor het transport wel
zijn verwijderd (zie hoofdstuk “VERWIJDEREN VAN DE
TRANSPORTBEUGELS”)
— De vloer is niet horizontaal.
— Uw apparaat rust op zijn twee “voorwielen” (afhankelijk van model).
- Zet het apparaat terug op zijn poten door de hefboom waarmee hij
op wieltjes wordt gezet naar rechts terug te duwen.
• De was is niet of onvoldoende gecentrifugeerd
— U heeft een programma zonder centrifugeren geselecteerd, bijv.
“Uitdruppen”.
— De centrifugeerbeveiliging heeft gedetecteerd dat het wasgoed slecht
over de trommel is verdeeld :
- Haal het wasgoed uit elkaar en programmeer een nieuwe
centrifugeerbeurt.
• Het water wordt niet uit de machine afgevoerd
— U heeft een “Stop met volle kuip” geprogrammeerd.
— Het filter van de afvoerpomp zit verstopt :
- Maak het schoon (zie in hoofdstuk “SCHOONMAKEN VAN DE
FILTERPOMP” hoe u te werk moet gaan).
— De afvoerslang is gevouwen of platgedrukt.
• Het deksel gaat niet open
— Het programma is nog niet afgelopen.
Het deksel blijft tijdens de hele duur van het programma vergrendeld.
• De deurtjes van de trommel gaan te langzaam open
(voor de machines die zijn uitgerust met deurtjes die zacht open gaan)
— Uw machine heeft al lang niet gedraaid.
— Hij staat in een te koude ruimte.
— Wasmiddelresten (poeder) blokkeren de scharnieren.
- In alle gevallen komt alles na een eerste keer openen weer in orde.
Belangrijk :
In het algemeen en wat het vastgestelde probleem ook is,
is het ‘t beste om de machine te stoppen, de stroomkabel los te halen
en de watertoevoerkraan te sluiten.
• SERVICEDIENST :
De eventuele interventies in de machine moeten worden uitgevoerd :
— of door uw vakhandelaar,
— of door een andere professioneel van dit merk.
Tijdens het telefoneren, dient u de complete referentie op te geven van
uw machine (model, type, serienummer). Deze informatie staat op het
typeplaatje aan de achterkant van de machine.
Melding
Oorzaak / Oplossing
Trommel geblokkeerd. Kijk of een klein stukje textiel
(zakdoek, sok bijvoorbeeld) niet is geschoten tussen
de kuip en de trommel en de draaibeweging van de
trommel blokkeert. Om op de bodem van de kuip te
kunnen komen, zie het hoofdstuk “SCHOONMAKEN
VAN DE FILTERPOMP”.
De filter van de pomp is verstopt. Maak de filter van de
pomp schoon (zie hoe in het hoofdstuk “SCHOONMAKEN
VAN DE FILTERPOMP”), druk dan opnieuw op de toets
“Start/Pauze” om de cyclus weer op te starten.
Controleer eveneens of de afvoerslang naar behoren is
gepositioneerd in de afvoerbuis, de aansluiting mag niet
hermetisch zijn (zie hoofdstuk “AFVOER
AFVALWATER”).
De afvoerslang is niet goed aangebracht. Controleer
of de afvoerslang naar behoren is gepositioneerd in de
afvoerbuis : de aansluiting mag niet hermetisch zijn (zie
hoofdstuk “AFVOER AFVALWATER”).
Watertoevoerkraan is dicht. Controleer of de
watertoevoerkraan open staat en druk dan opnieuw op
de toets “Start/Pauze” om de cyclus weer op te
starten. Deze storing kan ook worden veroorzaakt door
een onjuiste aansluiting van de afvoerslang (zie
hoofdstuk “AFVOER AFVALWATER”).
Deksel niet goed gesloten. Controleer of het deksel
naar behoren is gesloten, druk dan opnieuw op de toets
“Start/Pauze” om de cyclus opnieuw op te starten.
Opmerking :
Wanneer zich een incident voordoet dat niet op bovenstaande lijst
voorkomt, raden wij aan eerst het volgende te proberen voordat u
een reparateur raadpleegt:
- zet de programmakeuzeschakelaar op de stand ”O” en haal de steker
op zijn minst 10 seconden uit de contactdoos steek de steker weer
in de contactdoos en start een nieuwe wascyclus op
- Steek de steker weer in de contactdoos en start een nieuwe wascyclus
op.
Als het probleem niet is opgelost, een reparateur bellen.
Belangrijk :
Geen wascyclus opstarten als de trommel vastzit of er water
onder en/of om de machine staat of als u een brandlucht ruikt.
Deurtjes van de trommel slecht gesloten. Sluit ze
volgens de aanwijzingen in het hoofdstuk ”LADEN
VAN HET WASGOED - Sluiten van de trommel”.
Sluit het deksel van de machine en druk opnieuw op
de toets ”Start/Pauze” om de cyclus opnieuw op
te starten.