60
• Trek de stekker van het toestel uit voordat u
het reinigt of onderhoudt.
• Zet het toestel indien het beschadigd is of
slecht werkt en wanneer u het niet gaat
gebruiken, uit en probeer het niet te maken.
Als het herteld moet worden, raadpleeg dan
enkel een door de fabrikant erkende Dienst
voor Technische Bijstand en vraag dat ze
originele reserveonderdelen gebruiken.
• Raadpleeg als de kabel beschadigd is een
erkende Dienst voor Technische Bijstand
voor vervanging.
• Stel het toestel niet bloot aan
weersomstandigheden (regen, zon, vorst,
enz.).
• Het is verboden onderdelen van dit toestel
op of in de buurt van warme oppervlakken
(kookplaten op gas of elektriciteit, ovens…)
te plaatsen of te gebruiken.
• Gebruik geen bijtende afwasmiddelen of
schuursponzen om het toestel te reinigen.
• Raak de warme oppervlakken niet aan.
Gebruik de handgrepen of handvaten.
• Vermijd contact tussen de kabel en de
warme onderdelen van het tostel.
• Haal het toestel niet uit elkaar en probeer
het niet te herstellen.
• Plaats geen zware voorwerpen op het
toestel.
• Gebruik de plaat niet in de buurt van een
bron van ontvlambaar gas o in vochtige
omgevingen.
• Plaats de plaat niet op een plaats waar
water- of oliespatten mogelijk zijn.
• Houd de plaat tijdens de werking in het oog
• Open het deksel van recipiënten die
vacuüm verpakte voedingsmiddelen
bevatten voordat u ze opwarmt op de plaat.
• Gebruik gen ongeschikte recipiënten.
• Plaats de recipiënten in het midden van de
verwarmingszone.
• Laat de plaat na gebruik afkoelen voordat u
deze aanraakt.
• As u externe defecten vaststelt, trek dan de
stekker uit het stopcontact om kortsluiting
te voorkomen.
• Laat geen metalen voorwerpen op de plaat
staan; deze kunnen erg hoge temperaturen
bereiken.
• Personen met een pacemaker dienen hun
arts te raadplegen voordat ze het product
gebruiken.
4. RECIPIENTEN
1. De bodem van de recipiënten moet uit
magnetisch materiaal bestaan.
2. Gebruik gen materialen zoals glas,
keramiek, aluminium, koper en andere
niet magnetische materialen.
3. De onderkant van de recipiënten moet
vlak zijn, met een diameter tussen 12 en
26 cm.
4. Wanneer u de plaat aan zet, hoort u
een pieptoon tot u het recipiënt op de
verwarmingszone plaatst.
5. Als u het recipiënt van de inductieplaat
haalt wanneer deze aan staat, warmt
de plaat niet langer op en hoort u
een onderbroken pieptoon. Na een
minuut wordt de plaat automatisch
uitgeschakeld.
5. WERKING
• Zorg er voor dat de ventilatiegaten en de
luchtingangen niet afgedekt zijn en er geen
metalen voorwerpen buiten de recipiënten
die de ingrediënten bevatten op de plaat
staan.
• Plaats het recipiënt met de ingrediënten in
het midden van de vitrokeramishe plaat.
• Wanneer u de stekker van de plaat in het
stopcontact steekt, hoort u een pieptoon.
• Druk om het toestel aan te zetten op de
knop ON/OFF. Hoort een pieptoon en het
controlelampje (4) begint te knipperen.
• Wanneer u de werkingsmode hebt
geselecteerd, hoort u een onderbroken
pieptoon tot u het recipiënt op de
verwarmingszone plaatst.
U hoort deze pieptoon telkens wanneer
u het recipiënt van de plaat haalt. Na één
minuut zonder recipiënt op de plaat, wordt
het toestel automatisch uitgeschakeld.
• Druk op de functieknop (8) om de
werkingsmode te selecteren. Als u na twee
minuten nadat u het toestel hebt aangezet
niet op deze knop hebt gedrukt, wordt de
plaat automatisch uitgeschakeld.
• Naargelang de geselecteerde functie, licht
het overeenkomstige controlelampje op: