72
3. INSTALLATIE
EIGENSCHAPPEN VAN HET APPARAAT
- Dit apparaat is ontworpen om correct te functioneren op kamertemperatuur, volgens de klimaatklasse die staat
aangegeven op het typeplaatje aan de achterkant van dit apparaat.
PLAATSING
- Het apparaat dient op een stabiele vlakke ondergrond geïnstalleerd te worden.
- Controleer voordat u het apparaat in het meubel inbouwt, dat de aansluitkabel niet platgedrukt
wordt. Geadviseerd wordt geen verlengsnoeren of meervoudige contactdozen te gebruiken voor de
aansluiting op het electriciteitsnet.
- Tussen de achterwand van het apparaat en de muur moet een minimale afstand zijn van 20 mm en
tussen eventuele, op de muur bevestigde, kastjes van 100 mm.
- Plaats boven het apparaat geen enkel huishoudelijk apparaat dat warmte afgeeft, zoals: ovens,
magnetrons, broodroosters...
- Als het ingebouwd wordt, controleer dan of het ventilatiegedeelte in het keukenkastje 200 cm
3
bedraagt en het
ventilatiekanaal, aan de achterkant van het meubel, een diepte heeft van minimaal 50 mm. Volg de betreffende
inbouwinstructies (Hoofdstuk 1).
- Check of er vlakbij de ventilatieopeningen geen apparaten of electrische elementen geïnstalleerd zijn.
Attentie:
Het is noodzakelijk dat er makkelijk toegang tot het electriciteitsnet is, om in geval van nood de stekker eruit te
kunnen halen. Mocht dit niet mogelijk zijn, sluit het apparaat dan aan op het net door middel van het plaatsen van
een tweepolige schakelaar op een toegankelijke plek, met een afstand tussen de stekkeropeningen van minimaal
3 mm.
ELECTRISCHE AANSLUITING
- Aansluiting van het apparaat op een contactdoos met randaarde is verplicht volgens de wet.
De fabrikant kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor incidenten die zich voordoen
wegens het niet opvolgen van deze instructie.
- Verzeker u ervan dat de spanning die op het typeplaatje staat, dat aan de linker binnenzijde
is bevestigd, overeenkomt met de electriciteitsspanning in de woning.
- Gebruik geen adapters of verlengsnoeren.
- Voorkom dat de kabel in aanraking komt met de motor.
- Voorkom dat de kabel klem komt te zitten onder het apparaat.
VOOR HET INSCHAKELEN VAN HET APPARAAT
Nadat het apparaat goed geïnstalleerd is, wordt aanbevolen:
- De binnenkant te reinigen met lauwwarm water en bicarbonaat. Voorzichtig spoelen en drogen.
- Twee uur te wachten alvorens in te schakelen om er zeker van te zijn dat de smeermiddelen van de motor gesta-
biliseerd zijn.
- Stekker aan te sluiten op het electriciteitsnet.
KLIMAATKLASSE KAMERTEMPERATUUR
SN
+10°C tot +32°C
N
+16°C tot +32°C
ST
+18°C tot +38°C
T
+18°C tot +43°C