NL
NL 5
NL
NL 4
3. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
Laat de gashaard alleen door een erkende installateur plaatsen,
overeenkomstig de nationaal en lokaal geldende (brandveiligheids-)
voorschriften.
Controleer het toestel op dichtheid van gas en het
verbrandingsproductencircuit. Controleer de gastoevoer en de
rookafvoer op lekken. Controleer de juiste werking van de
regelapparatuur, vlambewakingscircuit, thermokoppelcircuit, en het
ontsteken van de brander.
Laat de schoorsteen voor elk stookseizoen vegen. Controleer de
schoorsteen voor gebruik op een goede werking.
Het toestel mag alleen gebruikt worden in een goed geventileerde
ruimte.
Het toestel is alleen geschikt voor het verwarmen van de ruimte.
Het toestel is ontworpen voor verwarmingsdoeleinden. Dit houdt in dat
alle oppervlaktes, inclusief het glas en de handgreep, zeer heet kunnen
worden (> 100 °C). Een uitzondering hierop vormen de
bedieningsknoppen.
Wij adviseren u na installatie van de haard deze enige uren op de
hoogste stand te stoken en daarbij tevens goed te ventileren, zodat het
zich op het binnenwerk van de haard bevindende beschermingsvet
gelegenheid krijgt tot verdampen.
Omdat een haard een warmtebron is die zorgt voor de circulatie van de
lucht in de kamer, is het van belang dat u de haard niet kort na een
verbouwing stookt. Door de natuurlijke luchtcirculatie wordt vocht en
nog niet uitgeharde verf en lak aangezogen en zal zich op koude
vlakken afzetten.
Een gebroken ruit dient vervangen te worden alvorens het toestel in
bedrijf te stellen.
De constructie van de gashaard mag niet worden gewijzigd.
De gashaard mag alleen gerepareerd worden met originele
onderdelen.
Het toestel is afgesteld en verzegeld in de fabriek, overeenkomstig
de op de kenplaat aangegeven cat. I2+ en I3+ en op de juiste
nominale belasting. De waakvlambrander is afgesteld op het juiste
verbruik. Controleer of de gegevens op de kenplaat overeenkomen
met de lokale gassoort en de druk. Controleer of de gegevens op de
typeplaat overeenkomen met de aard van uw installatie (zie
technische gegevens voor controle). De typeplaat vindt u aan de
binnenkant van de deur.
Plaats geen gordijnen, kleren, wasgoed, meubels of andere
brandbare materialen in de nabijheid van het toestel. De minimale
veilige afstand bedraagt 110 cm boven het toestel en 50 cm naast
het toestel.