EX530-EU_NL V3.4 1/08 11
% 4 _ 20 Ma metingen
1. Begin en sluit alles aan zoals beschreven staat voor DC mA metingen.
2. Plaats de functie schakelaar op de 20 mA % positie.
3. De meter zal de stroom als a % weergeven met 0 mA=-25%, 4 mA=0%, 20 mA=100%,
en 24 mA=125%.
AUTOMATISCH HANDMATIG BEREIK SELECTIE.
Wanneer de meter voor het eerst wordt aangezet, wordt automatische bereik selectie
ingesteld. Dit automatische selectiesysteem kiest het beste bereik voor de meting, over het
algemeen is dat de beste modus voor metingen. Voor meetsituaties wordt er vereist dat er
handmatig word geselecteerd, voor het volgende uit:
1. Duw op de RANGE toets, de AUTO scherm indicator zal worden uitgeschakeld.
2. Druk de RANGE toets in en stap door de beschikbare ranges tot de gewenste range is
geselecteerd.
3. Om de Handmatige wijze te wijzigen naar Automatische Range, duw en houd de
RANGE toets voor 2 seconden ingedrukt.
Opmerking: De handmatige modus werkt niet met capaciteit, frequentie of temperatuur
metingen.
MAX/MIN
1. Druk de MAX/MIN toets in om de MAX/MIN opname modus te activeren. In het scherm
zal het MAX icoon verschijnen. De meter zal weergeven en Hold de maximale waarde
en zal alleen updaten wanneer er nieuwe “max” is gemeten.
2. Druk de MAX/MIN toets nog maals in en in het scherm zal het MIN icoon verschijnen.
De meter zal weergeven en Hold de minimale waarde en zal alleen updaten wanneer er
nieuwe “min” is gemeten.
3. Op de MAX/MIN modus uit te gaan druk en houd de MAX/MIN toets in voor 2 seconden.
RELATIEVE MODUS
De relatieve meet eigenschappen staat u toe om metingen met betrekking tot een
opgeslagen referentiewaarde te maken. Een referentiespanning, stroom, enz. kan worden
opgeslagen zodat de verdere metingen vergeleken kunnen worden met deze waarde. De
getoonde waarde is het verschil tussen de referentiewaarde en de gemeten waarde.
Opmerking: De Relatieve functie is niet beschikbaar in de frequentie functie.
1. Voer de meting uit zoals die in de instructie wordt beschreven.
2. Druk de REL knop in om de lezing (de indicator REL zal op de vertoning verschijnen) op
te slaan.
3. Het scherm zal nu het verschil tussen opgeslagen waarde en verdere metingen wijzen
weergeven.
4. Druk de REL knop in om de relatieve modus uit te gaan.