9 - ONDERHOUD en REINIGING
1. Trek de stekker uit de wandcontactdoos,en zorg dat voor reiniging het apparaat is afgekoeld.
2. De oven is erg heet als deze aanstaat of kort nadat deze is uitgezet. Voorkom dat u de hete onderdelen aanraakt.
3. Maak de binnenkant van de oven, de klep,handvat,laden of andere delen van de oven nooit schoon met scherp gereedschap zoals
Harde borstels,schuursponsjes of messen.Gebruik geen schuurmiddel,middelen die krassen veroorzaken of wasmiddelen.
4. Reinig de binnendelen van de oven met een natte doek met evt. Mild schoonmaakniddel, maak daarna de oven droog met een zachte doek.
5. Reinig het ovenglas met een schoonmaakmiddel speciaal voor glas.
6. De oven niet reinigen met een stoomreiniger.
7. Was de verhittingselementen na enige tijd met water en een mild schoonmaakmiddel en reinig de gaspitten met een borsteltje.
8. Verwijder voordat u het bovendeksel van de oven opent eerst eventueel geknoeide vloeistof van het deksel.Controleer voordat u het deksel naar beneden
doet of het gasfornuis genoeg is afgekoeld.
9. Gebruik nooit brandbare middelen zoals zuren,thinner of gasbenzine om de oven mee schoon te maken.
10. U mag geen onderdelen van de oven met de vaatwasser schoonmaken.
11. Om het glas aan de voorkant van de oven te kunnen schoonmaken, verwijdert u met een schroevendraaier de bevestigingsschroeven die de hendel
vasthouden om zo de ovendeur te kunnen verwijderen.Spoel en reinig grondig.Nadat u klaar bent met schoonmaken zet u de onderdelen opnieuw vast.