10. Een kachel bevat inwendig hete en/of gloeiende en vonkende delen. Gebruik
hem dus niet in een omgeving waar brandstoffen, verf, ontbrandbare
vloeistoffen en/of gassen enz. worden bewaard.
11. Plaats de kachel niet vlakbij- onder- of gericht op een stopcontact en niet in de
buurt van open vuur of warmtebronnen.
12. Gebruik de kachel niet vlakbij of gericht op meubels, dieren, gordijnen, papier,
kleding, beddengoed of andere brandbare zaken. Houd dit minstens 1 meter
van de kachel verwijderd!
13. Bedek een kachel nooit! Aanzuig- en uitblaasopeningen mogen op geen enkele
wijze worden geblokkeerd, om brand te voorkomen. Gebruik de kachel dus ook
nooit om kleding op te drogen of iets op te zetten en plaats hem niet op zachte
oppervlakken als een bed of hoogpolig tapijt, waardoor openingen afgesloten
kunnen raken.
14. De lucht rond een kachel moet vrij kunnen circuleren. Plaats hem dus niet te
dicht op muren of grote voorwerpen en niet onder een plank, kast o.i.d.
15. Voorkom dat vreemde voorwerpen door de ventilatie- of uitblaasopeningen de
kachel binnendringen. Dit kan een elektrische schok, brand of beschadiging
veroorzaken.
16. Laat een werkende kachel nooit zonder toezicht achter maar schakel hem éérst
uit en neem vervolgens de stekker uit het stopcontact. Altijd stekker uit het
stopcontact als de kachel niet in gebruik is! Pak de stekker daartoe in de hand;
trek nooit aan het koord!
17. Schakel altijd de kachel uit, neem de stekker uit het stopcontact en laat de
kachel eerst afkoelen wanneer u:
- de kachel wilt schoonmaken
- onderhoud aan de kachel wilt uitvoeren
- de kachel aanraakt of verplaatst. Gebruik daarvoor de handgreep!
18. Deze kachel wordt heet tijdens het gebruik. Om brandwonden te voorkomen
niet met de blote huid de hete oppervlakken aanraken!
19. Stel de kachel niet automatisch in werking d.m.v. een tijdklok o.i.d. Voor gebruik
dient er altijd op veilige omstandigheden te worden gecontroleerd!
20. Zorg voor zorgvuldig toezicht wanneer dit apparaat wordt gebruikt in de
aanwezigheid van kinderen, handelingsonbekwame personen of huisdieren.
Kinderen, jonger dan 3 jaar dienen uit de buurt te worden gehouden, tenzij er
continu toezicht op hen is. Kinderen, ouder dan 3 jaar maar jonger dan 8 jaar
mogen het apparaat uitsluitend aan- of uitschakelen als het apparaat op zijn
normale werkplek staat of geïnstalleerd is en wanneer er toezicht op hen wordt
gehouden of wanneer zij instructies hebben ontvangen aangaande het op
veilige wijze gebruiken van het apparaat en begrijpen welke gevaren eraan
verbonden zijn. Kinderen, ouder dan 3 jaar maar jonger dan 8 jaar mogen niet
de stekker in het stopcontact steken, niet het apparaat regelen of reinigen en er
geen gebruikersonderhoud aan uitvoeren.
21. Dit apparaat kan door kinderen van 8 jaar en ouder en personen met
verminderde fysieke, zintuiglijke of geestelijke vaardigheden of gebrek aan
ervaring en kennis worden gebruikt wanneer er toezicht op hen wordt gehouden
of wanneer zij instructies hebben ontvangen aangaande het op veilige wijze
gebruiken van het apparaat en begrijpen welke gevaren eraan verbonden zijn.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en
gebruikersonderhoud mogen niet door kinderen zonder toezicht worden
uitgevoerd.