raken, een gewenste temperatuur instellen tussen de 18 – 45°C. Na “45°”
schakelt het apparaat terug naar “18°”.
Met de afstandsbediening past u de gewenste temperatuur aan met de “+” of “-“
knop.
De gewenste temperatuur knippert enkele keren op het display, daarna toont dat
weer de omgevingstemperatuur.
Wanneer de gewenste temperatuur max. 2 graden hoger ligt dan de
omgevingstemperatuur zal het apparaat op laag vermogen verwarmen. Ligt de
gewenste temperatuur meer dan 2 graden boven de omgevingstempratuur, dan
verwarmt het apparaat op vol vermogen.
Zodra de ingestelde temperatuur is bereikt stopt het apparaat met verwarmen.
Let op! De ventilator blijft wel draaien, wanneer de thermostaat de
verwarmingselementen heeft uitgeschakeld. De kachel houdt zo de lucht in de
ruimte in beweging en is derhalve optimaal in staat te voelen of de ruimte afkoelt.
Zodra de ruimte afkoelt tot 2°C onder de ingestelde temperatuur hervat het
apparaat zijn werking.
Beveiligingen
Het apparaat is voorzien van een omvalbeveiliging die het uitschakelt wanneer het
onverhoeds om mocht vallen. Wanneer u het vervolgens weer rechtop zet keert het
terug naar de standby-stand. Schakel het apparaat eerst uit, neem de stekker uit het
stopcontact en controleer de kachel op beschadigingen voordat u de werking hervat.
Bij beschadiging of afwijkend functioneren niet gebruiken maar ter controle/reparatie
aanbieden!
De oververhittingbeveiliging schakelt het apparaat uit wanneer het inwendig te
heet wordt. Dat kan gebeuren wanneer het apparaat zijn warmte onvoldoende kan
afgeven of te weinig frisse lucht kan aanzuigen. Doorgaans is de oorzaak dus
(gedeeltelijke) afdekking van het kacheltje, verstopping van de aanzuig- en/of
uitblaasroosters, plaatsing te dicht bij bijv. een muur enz. Wanneer de
oververhittingbeveiliging het kacheltje uitschakelt dient u de hoofdschakelaar op ‘0’
(uit) te zetten, de stekker uit het stopcontact te nemen en het kacheltje gelegenheid
te geven om af te koelen. Neem nu de oorzaak van de oververhitting weg en neem
het kacheltje weer normaal in gebruik. Wanneer u geen oorzaak voor de
oververhitting kunt vinden en het probleem blijft zich voordoen, gebruik de kachel
dan niet meer maar biedt hem aan ter controle/reparatie.
Schoonmaak en Onderhoud
Houd het kacheltje schoon. Neerslag van stof en vuil in het apparaat is een
veelvoorkomende reden van oververhitting! Verwijder dat dus geregeld. Schakel voor
schoonmaak- of onderhoudswerk het apparaat uit, neem de stekker uit het
stopcontact en laat het kacheltje afkoelen.
Neem de buitenzijde van het apparaat regelmatig af met een droge of goed-
uitgewrongen vochtige doek. Gebruik geen scherpe zeep, sprays, schoonmaak-
of schuurmiddelen, was, glansmiddelen of enige chemische oplossing!
Zuig met de stofzuiger voorzichtig stof en vuil uit de roosters en controleer of de
luchtinlaat- en uitblaasopeningen schoon zijn. Let erop tijdens het schoonmaken
op geen inwendige onderdelen aan te raken c.q. te beschadigen!
De kachel bevat verder geen onderdelen die onderhoud behoeven.
Ruim aan het eind van het seizoen het kacheltje schoon op, z.m. in de originele
verpakking. Plaats het rechtop op een koele, droge en stofvrije plaats.