12
Ingebruikname en werking
1. Vermogenstoets
2. Celsius↔Fahrenheit toets
3. Ontvangstpunt afstandsbediening
4. Stand-by toets
5. Ventilatortoets
6. Hoger-toets
7. Lager-toets
8. Timer
Zet de aan/uit-schakelaar (D) op ‘AAN’ (I). Het display toont links de huidige
temperatuur, rechts de ingestelde temperatuur (standaard 25°C). Het apparaat
staat nu stand-by.
Nu kunt u met de knoppen op het display of met de afstandsbediening het apparaat
verder bedienen. Beiden hebben dezelfde knoppen. Werkt u met de
afstandsbediening, richt die dan op het ontvangstpunt (3) op het apparaat.
Stel het apparaat in werking door op de stand-by toets (4) te drukken. Het
apparaat kiest voor de functie ‘verwarmen op hoog vermogen’: 2200W
(Zwitserland 2000W). Als de ingestelde temperatuur 2 graden hoger is dan de
huidige temperatuur zal het apparaat nu als convector gaan verwarmen.
Door één of twee keren op de Vermogenstoets (1) te drukken stelt u een ander
verwarmingsvermogen in: 2200W→1300W→900W (Zwitserland:
2000W→1250W→750W). Bij het verwarmen kunt u d.m.v. de ventilatortoets (5)
ook luchtcirculatie instellen, voor snellere verspreiding van de warmte. Door
nogmaals te drukken schakelt u de ventilator weer uit.
Door nogmaals op de vermogenstoets te drukken wordt de
vorstbeveiligingsstand ingesteld: de thermostaat gaat automatisch naar 7°C, het
vorst-icoontje verschijnt en als de ventilator ingeschakeld stond zal deze
uitschakelen. Als de temperatuur tot onder de 5°C daalt, zal het apparaat gaan
werken op laag vermogen.
Drukt u nogmaals op de vermogenstoets dan schakelt het apparaat terug naar
2200W (Zwitserland: 2000W) zonder ventilator en herhaalt het proces zich.
D.m.v. de hoger/lager toetsen (6&7) kunt u de gewenste temperatuur hoger en
lager instellen. Het apparaat heeft een thermostaat en zal verwarmen tot de