terug tot u een klik hoort. De kachel slaat nu af. De kachel zal nu automatisch
aan- en afslaan om de ingestelde temperatuur te handhaven.
Om de kachel uit te schakelen dient u eerst de functiekeuzeknop op ‘0’ (uit) te
zetten, neem daarna de stekker uit het stopcontact.
Beveiligingen
De kachel is voorzien van een omvalbeveiliging die de kachel uitschakelt wanneer
het onverhoeds om mocht vallen. Wanneer u het vervolgens weer rechtop zet
hervat het zijn werking, maar schakel het eerst uit, neem de stekker uit het
stopcontact en controleer de kachel op beschadigingen. Bij beschadiging of
afwijkend functioneren niet gebruiken maar ter controle/reparatie aanbieden!
De oververhittingbeveiliging schakelt de kachel uit wanneer het inwendig te
heet wordt. Dat kan gebeuren wanneer de kachel zijn warmte onvoldoende kan
afgeven of te weinig frisse lucht kan aanzuigen. Doorgaans is de oorzaak dus
(gedeeltelijke) afdekking van de kachel, verstopping van de aanzuig- en/of
uitblaasroosters, plaatsing te dicht bij bijv. een muur enz. Wanneer de
oververhittingbeveiliging de kachel uitschakelt dient u de functiekeuzeknop op ‘O’
(uit) te zetten, de stekker uit het stopcontact te nemen en de kachel gelegenheid te
geven om af te koelen. Neem nu de oorzaak van de oververhitting weg en neem de
kachel weer normaal in gebruik. Wanneer u geen oorzaak voor de oververhitting
kunt vinden en het probleem blijft zich voordoen, gebruik de kachel dan niet meer
maar biedt hem aan ter controle/reparatie.
Schoonmaak en onderhoud
Houd de kachel schoon. Neerslag van stof en vuil in het apparaat is een
veelvoorkomende reden van oververhitting! Verwijder dat dus geregeld. Schakel
voor schoonmaak- of onderhoudswerk de kachel uit, neem de stekker uit het
stopcontact en laat de kachel afkoelen.
Neem de buitenzijde van de kachel regelmatig af met een droge of goed-
uitgewrongen vochtige doek. Gebruik geen scherpe zeep, sprays, schoonmaak-
of schuurmiddelen, was, glansmiddelen of enige chemische oplossing!
Zuig met de stofzuiger voorzichtig stof en vuil uit de roosters en controleer of de
luchtinlaat- en uitblaasopeningen schoon zijn. Let erop tijdens het schoonmaken
op geen inwendige onderdelen aan te raken c.q. te beschadigen!
De kachel bevat verder geen onderdelen die onderhoud behoeven.
Ruim aan het eind van het seizoen de kachel schoon op, z.m. in de originele
verpakking. Plaats het rechtop op een koele, droge en stofvrije plaats.