door het hele huis verplaatsen. Bevestig zonodig trilling-absorberende pads
tussen het apparaat en het bevestigingsmateriaal.
- In de buurt van een 230V-50Hz geaard stopcontact en zodanig dat de
stekker altijd gemakkelijk bereikbaar is.
- Zodanig dat het signaal, dat de afstandsbediening uitzendt, onbelemmerd
door de airco ontvangen kan worden. Wees voorzichtig met fluorescerende
lampen!
- Op een plaats waar er geen direct zonlicht op valt
- Niet op een plaats waar stof, vuil, vet of water/stoom de unit kunnen
binnendringen.
- Niet in een vochtige ruimte als badkamer, wasruimte o.i.d.
- Niet in een ruimte waar ontvlambare gassen of vloeistoffen aanwezig zijn.
- Niet in een omgeving waar giftige gassen voorkomen.
- Niet in een ruimte waar regelmatig zure of bijtende stoffen worden gebruikt
of verspoten.
- Niet in de onmiddellijke nabijheid van tv’s, computers, muziekinstrumenten
en overige elektronische apparatuur. Houd minimaal een meter afstand.
- Niet in de buurt van apparatuur met hoge frequenties.
- Niet zodanig dat zich een rookmelder in de luchtstroom van de unit bevindt;
die zou daarop kunnen reageren.
- Op een plaats waar het condenswater gemakkelijk afgevoerd kan worden.
- Op een plaats waar eenvoudige verbinding met de buiten-unit mogelijk is.
Het hoogteverschil tussen de binnen- en buiten-unit van de airco mag
maximaal 5 meter bedragen.
Buiten-unit
- Op een frame, hangend aan een loodrechte muur die sterk genoeg om het
gewicht langdurig te dragen (ook als het apparaat werkt en de ventilatoren
draaien), of staand op een muur of dak. De muur mag niet aan externe
trillingen onderhevig zijn en niet mee gaan trillen wanneer het apparaat in
werking is. De buiten-unit dient loodrecht en waterpas te worden geplaatst.
- Als de unit op een ophangframe wordt gemonteerd, kies dan een metalen
frame.
- Zorg voor goede ventilatie en zo weinig mogelijk stof.
- Plaats de buiten-unit zodanig dat u en uw buren geen hinder ondervinden
van het geluid of de warme luchtstroming die de airco voortbrengt.
- Zorg ervoor dat de ingaande en uitgaande luchtstromen nergens worden
belemmerd. Obstakels in de buurt van de lucht in- en uitlaat kunnen slechte
werking en toename van geluid veroorzaken.
- Vermijd locaties waar ontvlambaar gas kan voorkomen of ontsnappen.
- Zorg voor een vlotte afvoer van condenswater.