9
1. Raak het apparaat nooit met natte handen aan, daar kunt u een elektrische
schok van krijgen.
2. Zorg ervoor het generator te aarden.
Sla een aardpen in de grond, en sluit deze aan op het aardingspunt van het
generator. Gebruik nooit een aardpen
van andere installaties.
Let op: Gebruik een aardleiding met
voldoende stroomcapaciteit.
3. Vóór gebruik moeten het
stroomgenerator en elektrische
apparatuur (inclusief kabels
en stekkers) worden gecontroleerd
om er zeker van te zijn dat er geen
beschadigingen en/of defecten zijn.
4. Sluit het generator niet aan op het
reguliere elektriciteitsnet. Het
stroomgenerator mag niet worden aangesloten op een andere stroombron,
zoals het elektriciteitsbedrijf. In speciale gevallen waarin een stand-by-
verbinding met bestaande elektrische systemen is beoogd, mag dit alleen
worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektricien die het verschil moet
overwegen tussen apparatuur die gebruikmaakt van het openbare elektrische
netwerk en de generatorgenerator.
5. Schakel het generator niet parallel met een ander generator.
6. Bescherming tegen elektrische schokken is afhankelijk van stroomonderbrekers
die speciaal zijn afgestemd op het stroomgenerator. Als de stroomonderbrekers
moeten worden vervangen, moeten deze worden vervangen door een
stroomonderbreker met identieke waarden en kenmerken.
7. Vanwege hoge mechanische spanningen, alleen taaie, met rubber beklede
flexibele kabel. (in overeenstemming met IEC 60245-4) of het equivalent moet
worden gebruikt.
8. Het gebruik van een verlengkabel wordt afgeraden omdat dit oververhitting en
brand kan veroorzaken. Is het gebruik van een verlengkabel onvermijdelijk,
zorg dan voor een onbeschadigd, goedgekeurde verlengkabel met aarding. Bij
gebruik van verlengingssnoeren / kabelhaspels of mobiele
distributienetwerken mag de weerstandswaarde niet hoger zijn dan 1,5 Ohm.
Ter referentie, de totale lengte van verlengsnoeren/ kabelhaspels, met een
doorsnede van 1,5 mm2 mag niet meer zijn dan 60 meter. Verlengsnoeren/
kabelhaspels met een doorsnede van 2,5 mm2 mogen niet langer zijn dan 100
meter.
Brandgevaar
1. Gebruik de generator niet in brandgevaarlijke situaties. Door de hitte van de
uitlaat zouden sommige materialen vlam kunnen vatten.
Plaats de generator tijdens het gebruik op minstens 1 meter afstand van
gebouwen en andere apparaten.