3
De stroomkabel moet voldoen aan de EEC-normen en van het type H07 RN-F in overeen-
stemming met VDE0620 zijn.
De motor heeft een ingebouwde thermische beveiliging.
Het niet in acht nemen van de bovenvermelde voorschriften kan schade aan de pomp en de
hele installatie tot gevolg hebben en levert gevaar voor elektrische schokken op. Fabrikant en
importeur aanvaarden daar geen aansprakelijkheid voor!
5. CONTROLES VOOR HET OPSTARTEN
Voordat u de pomp voor de eerste keer opstart dient u zich ervan te overtuigen dat:
voltage en frequentie van de stroombron overeenkomen met de specificaties op het type-
plaatje van de tuinpomp
de as van de pomp vlot en vrij draait
het pomplichaam volledig is gevuld met water; schroef daartoe de desbetreffende voedings-
plug bovenop de pomp open.
Controleer of de draaiwijze van de motor is zoals op het waaierdeksel aangegeven.
DE POMP MAG NOOIT DROOG LOPEN!
Het niet in acht nemen van de bovenvermelde voorschriften kan schade aan de pomp en de
hele installatie tot gevolg hebben!
6. STARTEN
Open alle doorgangskleppen in aanzuig- en afvoerleidingen.
Steek de stekker in het stopcontact, zet de schakelaar op ‘AAN’ (I ingedrukt) en wacht tot het
aanzuigen is voltooid. Als een voetklep is aangebracht gebeurt dat onmiddellijk.
Controleer of de draaiwijze van de motor met de klok mee is; dat kan door het kijkgat achterop
de motor. Om uit te schakelen zet u eerst de schakelaar op UIT (O ingedrukt) en neemt u ver-
volgens de stekker uit het stopcontact.
Als de motor niet start of geen water levert, raadpleeg dan de storingwijzer verderop in dit boek-
je en voer de daar geadviseerde acties uit.
7. ONDERHOUD
De elektropomp vraagt geen speciaal onderhoud. Desalniettemin adviseren wij u de pomp leeg
te laten lopen wanneer de pomp langere tijd niet wordt gebruikt. Als de pomp een echt lange
periode niet zal worden gebruikt moet hij worden schoongemaakt en opgeborgen op een droge,
goed geventileerde plaats.
Laat in koude periodes (zeker wanneer er vorst wordt verwacht) de pomp leeglopen om bevrie-
zen te voorkomen.
8. STORINGWIJZER
Storing:
De motor start niet : Oorzaak en oplossing 1,4 of 6
De pomp zuigt niet aan : Oorzaak en oplossing 3, 5, 8, 9 of 11
De motor draait maar bouwt geen druk op : Oorzaak en oplossing 5, 7, 8, 9 of 11
Onvoldoende wateropbrengst : Oorzaak en oplossing 2, 3, 5, 7 en 12
De motor raakt oververhit : Oorzaak en oplossing 4 of 10
De motor start en stopt steeds automatisch : Oorzaak en oplossing 1, 4 en 10
Oorzaak en oplossing:
1. Pomp geblokkeerd; uitschakelen en naar servicedienst brengen.
2. Voetklep zit verstopt; schoonmaken of vervangen.