WERKING
De elektrokabel dient minimaal van het type HO5RN-F 3x0,75mm² te zijn en een
lengte van minimaal 10 meter te hebben.
Een eventuele verlengkabel dient van het type HO5RN-F 3x1,0mm² te zijn.
Controleer voor gebruik of de waarden van het stopcontact, waar u de pomp op
wilt aansluiten, corresponderen met die op het typeplaatje op de pomp (230V-
50Hz) en of het stopcontact geaard is en voorzien is van een aardlekschakelaar
(nominale stroom ≤30 mA).
Zorg ervoor dat elektrische aansluitingen te allen tijde droog zijn en blijven!
Controleer of de pomp stevig op de bodem van put, kelder etc. staat.
Controleer of het stopcontact in goede conditie verkeert.
Controleer of de afvoerslang correct bevestigd zit en geen knikken vertoont..
Overtuig u ervan dat er zich géén personen in de leeg te pompen ruimte (kelder/
boot/vijver enz.) bevinden.
Wanneer aan alle bovenstaande voorwaarden is voldaan, kunt u de stekker in het
stopcontact steken. De pomp zal beginnen te werken.
Automatische werking
Nadat u de stekker in het stopcontact hebt gestoken schakelt de pomp automatisch
in wanneer het water boven het ingestelde minimumniveau komt en schakelt hij uit
wanneer het ingestelde minimumniveau is bereikt.
Op deze wijze kan de pomp continu ingeschakeld staan en zal hij het waterniveau in
bijv. een kelder of boot op peil houden. Houdt er daarbij rekening mee dat deze
pomp niet is ontworpen om continu te werken; hij dient ook regelmatig af te slaan.
Ondanks het feit dat de pomp automatisch werkt is er toch regelmatig toezicht vereist
om vast te stellen dat er zich geen problemen voordoen bij de werking, er geen
beschadigingen zijn opgetreden enz. (zie ook: oververhittingsbeveiliging).
Handmatige werking
Bij handmatige werking zal uw pomp beginnen te werken wanneer u de stekker in
het stopcontact steekt en u er handmatig voor zorgt dat de vlotterschakelaar op de
stand “in werking” staat. Dat doet u door de vlotterschakelaar rechtop te houden
(vlotterkabel aan de onderzijde). Als u de vlotter zó vasthoudt (of vastzet) zal de
pomp blijven draaien. Stop de werking evenwel onmiddellijk wanneer er geen
vloeistof meer wordt verpompt: de verpompte vloeistof koelt tevens de motor, die
zonder koeling oververhit kan raken en stuk kan lopen! Houdt de pomp bij handmatig
gebruik dus voortdurend in de gaten; drooglopen leidt ook tot verhoogde slijtage!
Handmatige werking wordt uitsluitend geadviseerd voor kortdurende
werkzaamheden waarbij u de pomp voortdurend in de gaten houdt.
Bij automatische werking zal de pomp afslaan wanneer er nog relatief veel water in
uw kelder/boot/vijver enz. over is, omdat de automatische vlotterschakelaar ruimte
nodig heeft om om te schakelen. Wanneer u ook het laatste water wilt verpompen
adviseren wij op dat moment over te schakelen op handmatige werking. Door de