(nominale stroom ≤30 mA). Overtuig u ervan dat er zich géén personen in de leeg te
pompen ruimte (kelder/boot/vijver enz.) bevinden.
Automatische werking
Nadat u de stekker in het stopcontact hebt gestoken schakelt de pomp automatisch in
wanneer het water boven het ingestelde minimumniveau komt en schakelt hij uit
wanneer het ingestelde minimumniveau is bereikt.
Op deze wijze kan de pomp continu ingeschakeld staan en zal hij het waterniveau in
bijv. een kelder of boot op peil houden. Houdt er daarbij rekening mee dat deze pomp
niet is ontworpen om continu te werken; hij dient ook regelmatig af te slaan.
Ondanks het feit dat de pomp automatisch werkt is er toch regelmatig toezicht vereist
om vast te stellen dat er zich geen problemen voordoen bij de werking, er geen
beschadigingen zijn opgetreden enz. (zie ook: oververhittingbeveiliging).
Handmatige werking
Bij handmatige werking zal uw pomp beginnen te werken wanneer u de stekker in het
stopcontact steekt en u er handmatig voor zorgt dat de vlotterschakelaar op de stand “in
werking” staat. Dat doet u door de vlotterschakelaar rechtop te houden (vlotterkabel aan
de onderzijde). Als u de vlotter zó vasthoudt (of vastzet) zal de pomp blijven draaien.
Stop de werking evenwel onmiddellijk wanneer er geen vloeistof meer wordt verpompt:
de verpompte vloeistof koelt tevens de motor, die zonder koeling oververhit kan raken
en stuk kan lopen! Houdt de pomp bij handmatig gebruik dus voortdurend in de gaten;
drooglopen leidt ook tot verhoogde slijtage!
Wanneer uw pomp toch even droog heeft gelopen, ontlucht hij niet automatisch. Schakel
hem uit (stekker uit stopcontact!) en beweeg de pomp wat heen en weer zodat de lucht
kan ontsnappen. Hierna kunt u de pomp weer gewoon gebruiken. Handmatige werking
wordt uitsluitend geadviseerd voor kortdurende werkzaamheden waarbij u de pomp
voortdurend in de gaten houdt.
Bij automatische werking zal de pomp afslaan wanneer er nog relatief veel water in uw
kelder/boot/vijver enz. over is, omdat de automatische vlotterschakelaar ruimte nodig
heeft om te schakelen. Wanneer u ook het laatste water wilt verpompen adviseren wij op
dat moment over te schakelen op handmatige werking. Door de pomp op het laagste
punt (of in een uitholling) te plaatsen bereikt u minimaal restwater. Pas wel op voor
drooglopen!
OVERVERHITTINGBEVEILIGING
Uw dompelpomp is voorzien van een oververhittingbeveiliging. Deze schakelt de pomp
automatisch uit wanneer de motor te heet wordt. Wanneer hij voldoende is afgekoeld zal
de pomp ook automatisch weer aanslaan.
Oververhitting heeft evenwel altijd een oorzaak: de waaier kan zijn vastgelopen, er kan
een lager versleten zijn enz. Wanneer die oorzaak niet wordt verholpen zal de
oververhitting opnieuw optreden en wanneer zich dit proces te vaak herhaalt
veroorzaakt dat serieuze schade aan uw pomp. Probeer dus vast te stellen wat er mis is
en los dit probleem op. Indien de pomp hiervoor geopend moet worden dient u zich tot
uw leverancier of een erkend vakman te wenden.
Wanneer er bij een pomp die automatisch werkt te weinig controle wordt uitgeoefend
kan de pomp dus ondanks de oververhittingbeveiliging stuklopen. De
verantwoordelijkheid voor het toezicht blijft te allen tijde bij de gebruiker rusten!