Er kunnen verschillende nozzles op de lans worden aangesloten, voor verschillende
taken, om zo bijv. een heel fijn sproeiresultaat of een sprinklereffect te bereiken
(zie: Werkwijze). De sproeikap kan over de vlakstraal nozzle worden bevestigd, om
zo het verwaaien van het bestrijdingsmiddel te voorkomen.
Werkingsprincipe
Door de pomparm op en neer te bewegen wordt de vloeistof uit de container naar
het pomphuis gepompt en wordt daar druk opgebouwd. Door nu de
bedieningshandgreep in te knijpen kan de vloeistof via de nozzle ontsnappen.
Werkwijze
Verwijder al het verpakkingsmateriaal en houd het verpakkingsmateriaal buiten
gebruik van kinderen. Controleer of alle onderdelen aanwezig zijn. Draai de lans op
de bedieningshandgreep. Kies voor een nozzle en draai deze voorop de lans.
Draai het deksel van de container en giet de vloeistof met het daarin opgeloste
bestrijdingsmiddel langzaam door het filter de container in. Sluit daarna het
deksel stevig en neem het
apparaat op uw rug. Bouw druk
op door aan de pomparm te
zwengelen. Nu kunt u beginnen
te sproeien door de
bedieningshandgreep van de
spuitlans in te knijpen. U kunt
continu sproeien of even gericht
op een bepaalde plaats wat
vloeistof spuiten. Door het rode
schuifje op de hendel naar
achteren te schuiven borgt u de hendel en kunt u ononderbroken spuiten.
Kies voor de nozzle die geschikt is voor de klus die u wilt uitvoeren. Er worden vier
nozzles bij het apparaat geleverd:
1. Vlakstraal nozzle
2. Vernevel nozzle
3. Dubbele vernevel nozzle
4. Viergaats nozzle
Tevens wordt een spuitkap meegeleverd.
Vlakstraal nozzle:
Spuit gelijkmatig en is geschikt voor het
bespuiten van lage en korte, kruipende
gewassen, en voor het spuiten met een
onkruidbestrijdingsmiddel. Houd de spuitlans
stabiel en spuit in dezelfde richting als de wind