9
Plaats en aansluiting
Verwijder al het verpakkingsmateriaal en houd het buiten het bereik van
kinderen. Controleer na verwijdering van de verpakking of het apparaat geen
beschadigingen of tekenen die op een fout/defect/storing kunnen wijzen,
vertoont. Gebruik het apparaat in geval van twijfel niet, maar wend u tot uw
leverancier ter controle / vervanging.
Kies een geschikte plaats voor het apparaat rekening houdend met alle
eerder genoemde waarschuwingen in deze gebruiksaanwijzing.
Het apparaat mag niet hangen maar dient rechtop te staan.
Controleer of de bedieningsknop op ‘UIT’ staat (O).
Ontrol de elektrokabel geheel en steek de stekker in een passend 220-240V
stopcontact. Controleer, om overbelasting te voorkomen, of er geen andere
apparatuur op dezelfde groep is aangesloten.
Ingebruikname en werking
Bij het eerste gebruik kunt u tijdens de eerste paar minuten een lichte geur en wat
rook merken. Dit is normaal en zal snel verdwijnen. Het is de coating die op de
verwarmingselement wordt aangebracht om roesten tijdens transport te
voorkomen.
Draai de thermostaatknop op maximaal (zo ver mogelijk met de klok mee).
Stel de kachel nu in werking door de bedieningsknop op één van de drie
standen te draaien:
Het signaallampje aan de voorzijde zal gaan branden.
Het meest economisch is het om de ruimte op vol vermogen op te warmen en
vervolgens over te schakelen op half vermogen om de temperatuur te
handhaven.
De ventilator draait bij half of vol vermogen op dezelfde snelheid; het verschil
zit in het aantal verwarmingselementen dat in gebruik is.
Als de ruimte de gewenste temperatuur heeft bereikt draait u de
thermostaatknop langzaam terug tot u een klik hoort. De temperatuur is nu
ingesteld. De kachel slaat nu af en zal automatisch aan- en afslaan om de
ingestelde temperatuur te handhaven. Bij afslaan dooft het signaallampje. Om
een hogere of lagere temperatuur in te stellen draait u de thermostaatknop
resp. iets met de klok mee / tegen de klok in.
Om de kachel uit te schakelen dient u de vermogenknop op ‘0’ (uit) te zetten.
Het signaallampje zal doven. Het signaallampje geeft dus aan dat de kachel in
werking is, níet of hij al of niet op het lichtnet is aangesloten!
Neem daarna de stekker uit het stopcontact.