Technische en optische wijzigingen alsmede drukfouten voorbehouden - © 2019 by ERGO-FIT GmbH & Co. KG
Bediening
7.3 Functiecontrole
Ga bij de functiecontrole als volgt te werk:
De remfunctie
⊗ Schakel het apparaat in. Aan de hand van de verlichting op het display kunt u direct
vaststellen of het apparaat klaar is voor gebruik.
⊗ Kies de gebruikswijze „MANUEEL“ en verhoog het opgegeven vermogen (zie
Hoofdstuk 7.1.1).
⊗ Trap nu op de pedalen van het apparaat in het laagste toerentalbereik (let op de
pijlen), de weerstand wordt verhoogd. Verhoog nu het toerental tot het maximum,
de weerstand wordt verlaagd. Als dit zo werkt, kunt u ervan uitgaan dat het van het
toerental onafhankelijke gebruik in orde is.
De pols
⊗ Controleer de functie om de pols te meten (zie Hoofdstuk 5.2). Denk eraan dat u
hiervoor een POLAR-zenderset (zender, borstgordel) of een SPO
2
-module nodig
heeft. Gebruik de POLAR-zenderset en de SPO
2
-module zoals staat beschreven in
hoofdstuk 7.4.
⊗ Controleer de functie om de pols te meten door beide handen op de
handpolselektroden te leggen. Controleer of er nu een polswaarde op het display
verschijnt (alleen CARDIO LINE 400 HOME). Verschijnt er geen polswaarde,
bevochtig dan uw handpalmen en probeer het opnieuw.
Andere functies
⊗ Controleer of het zadel zonder problemen anders kan worden ingesteld.
⊗ Controleer of het zadel horizontaal is afgesteld:
draai de sterknop tegen de klok in los, zet het zadel in de gewenste stand en zet het
vast door de sterknop met de klok mee aan te draaien. Nadat de sterknop is
aangedraaid, mag het zadel, ook bij meer krachtsinspanning, niet meer horizontaal
verschuifbaar zijn.
⊗ Let erop dat de aanslagschroef aan de onderkant van het zadel aanwezig is en
goed is ingedraaid. Maak het zadel los door de sterknop tegen de klok in te draaien
en schuif het zadel zo ver mogelijk naar achteren. Het zadel moet de aanslagschroef
raken en mag niet van de zadelstang glijden. (Zie ook hfdst. 9.1)
aanslagschroef
48