Gerelateerde informatie
& “Server/clientverbindingsinstellingen” op pagina 14
& “Peer to Peer-verbindingsinstellingen” op pagina 14
Server/clientverbindingsinstellingen
Verbindingsmethode:
Maak verbinding tussen het netwerk en de printer via een hub of toegangspunt.
U kunt de printer ook rechtstreeks verbinden met de server met een USB-kabel.
Printerstuurprogramma:
Installeer het printerstuurprogramma op de Windows-server, aankelijk van het besturingssysteem van de
clientcomputers.
Als u de Windows-server opent en aan de printer koppelt, wordt het printerstuuurprogramma op de
clientcomputer geïnstalleerd en kan de printer worden gebruikt.
Functies:
❏ Beheer de printer en het printerstuurprogramma batch-gewijs.
❏
Aankelijk
van de
specicaties
van de server kan het starten van de afdruktaak enige tijd duren. Dit komt
doordat alle afdruktaken via de afdrukserver gaan.
❏ U kunt niet afdrukken wanneer de Windows-server is uitgeschakeld.
Gerelateerde informatie
& “Denitie van termen die in deze handleiding worden gebruikt” op pagina 9
Peer to Peer-verbindingsinstellingen
Verbindingsmethode:
Maak rechtstreeks verbinding tussen het netwerk en de printer via een hub of toegangspunt.
Printerstuurprogramma:
Installeer het printerstuurprogramma op elke clientcomputer.
Dit kan worden afgeleverd als pakket met EpsonNet SetupManager of automatisch met het groepsbeleid van de
Wi n d o w s - s e r v e r.
Functies:
❏ De afdruktaak start direct omdat de afdruktaak rechtstreeks naar de printer is verzonden.
❏ U kunt printen zo lang de printer is ingeschakeld.
Gerelateerde informatie
& “Denitie van termen die in deze handleiding worden gebruikt” op pagina 9
Beheerdershandleiding
Voorbereiding
14