681975
247
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/247
Pagina verder
Gebruikershandleiding
NPD5811-01 NL
Inhoudsopgave
Over deze handleiding
Introductie tot de handleidingen................7
Informatie zoeken in de handleiding.............7
Markeringen en symbolen....................9
Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding.......9
Referenties voor besturingssystemen.............9
Belangrijke instructies
Veiligheidsinstructies.......................11
Printeradviezen en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . 12
Adviezen en waarschuwingen voor het
instellen/gebruik van de printer............. 12
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van de printer.......................... 13
Adviezen en waarschuwingen voor het
vervoeren of opslaan van de printer.......... 13
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van de printer met een draadloze verbinding. . . . 14
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van het touchscreen......................14
Uw persoonlijke gegevens beschermen..........14
Basisprincipes van printer
Namen en functies van onderdelen.............15
Bedieningspaneel........................19
Conguratie basisscherm....................20
Pictogrammen op het lcd-scherm............21
Touchscreenbewerkingen..................22
Tekens invoeren.........................23
Conguratie Job/Status-scherm............. 24
Animaties bekijken........................ 24
De printer voorbereiden
Papier laden..............................26
Beschikbaar papier en capaciteiten...........26
Papier in de Papiercassette laden.............31
Papier in de Papiertoevoer achter laden. . . . . . . .33
Enveloppen laden en voorzorgsmaatregelen. . . . 36
Lang papier laden....................... 37
Lijst met papiertypen.....................37
Originelen plaatsen........................37
Beschikbare originelen voor de ADF. . . . . . . . . . 38
Originelen op de ADF plaatsen..............38
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen. . . . . 40
Een extern USB-apparaat plaatsen............. 42
Een extern USB-apparaat plaatsen en
verwijderen............................42
Toegang tot een extern USB-apparaat
verkrijgen via een computer................42
Een e-mailserver gebruiken.................. 43
E-mailserver congureren.................43
Instelscherm e-mailserver..................44
Een verbinding met een e-mailserver
controleren............................45
Meldingen die worden weergegeven tijdens
Verbinding controleren................... 45
Contactpersonen beheren....................47
Contacten registreren of bewerken...........47
Contactgroepen registreren of bewerken.......48
Veelgebruikte contacten registreren...........48
Contacten registreren op een computer........49
Een back-op maken van contacten maken
met een computer....................... 49
Uw favoriete instellingen vastleggen als
voorinstelling.............................49
Menuopties voor Presets...................50
Menuopties voor Instel......................50
Menuopties voor Algemene instellingen.......50
Menuopties voor Afdrukteller...............56
Menuopties voor Voorraadstatus.............56
Menuopties voor Onderhoud...............56
Menuopties voor Taal/Language.............57
Menuopties voor Printerstatus/afdrukken. . . . . . 58
Menuopties voor Contacten-beheer.......... 58
Menuopties voor Gebruikersinstellingen. . . . . . . 58
Stroom besparen..........................59
Energie besparen — Bedieningspaneel. . . . . . . . 59
Afdrukken
Afdrukken vanuit het printerstuurprogramma
in Windows..............................60
Het printerstuurprogramma openen..........60
Basisprincipes voor afdrukken..............61
Dubbelzijdig afdrukken...................62
Meerdere pagina's op één vel afdrukken. . . . . . . 63
Afdrukken en op paginavolgorde stapelen
(Afdrukken in omgekeerde volgorde).........64
Een verkleind of vergroot document afdrukken. . 64
Een aeelding vergroot afdrukken op
meerdere vellen (een poster maken)..........65
Afdrukken met een kop- en voettekst.........71
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
2
Een watermerk afdrukken................. 72
Met een wachtwoord beschermde bestanden
afdrukken.............................73
Meerdere bestanden tegelijkertijd afdrukken. . . . 73
Afdrukken met de afdrukfunctie Universele
kleuren...............................74
De afdrukkleur aanpassen................. 75
Dunne lijnen benadrukken tijdens het
afdrukken.............................76
Duidelijke streepjescodes afdrukken. . . . . . . . . . 76
Afdrukken annuleren.....................77
Menuopties voor het printerstuurprogramma. . . 77
Afdrukken vanuit het printerstuurprogramma
in Mac OS...............................80
Basisprincipes voor afdrukken..............80
Dubbelzijdig afdrukken...................81
Meerdere pagina's op één vel afdrukken. . . . . . . 82
Afdrukken en op paginavolgorde stapelen
(Afdrukken in omgekeerde volgorde).........82
Een verkleind of vergroot document afdrukken. . 83
De afdrukkleur aanpassen................. 84
Afdrukken annuleren.....................84
Menuopties voor het printerstuurprogramma. . . 84
Bedieningsinstellingen voor Mac OS-
printerdriver congureren.................86
Bestanden afdrukken vanaf een geheugenapparaat. .87
JPEG-bestanden afdrukken vanaf een
geheugenapparaat....................... 87
TIFF-bestanden afdrukken vanaf een
geheugenapparaat....................... 88
Menuopties voor Geheugenapp..............88
Afdrukken met Smart Devices................90
Epson iPrint gebruiken....................90
Epson Print Enabler gebruiken..............93
AirPrint gebruiken.......................94
Actieve taken of taken in de afdrukwachtrij
annuleren...............................95
Kopiëren
Normaal kopiëren.........................96
Dubbelzijdig kopiëren......................96
Meerdere originelen kopiëren naar één vel. . . . . . . .97
Basis menu-opties voor kopiëren.............. 97
Geavanceerde menuopties voor kopiëren. . . . . . . . 98
Scannen
Scannen via het bedieningspaneel.............101
De gescande aeelding opslaan naar een
gedeelde map of FTP-server...............102
Scannen naar e-mailbericht............... 111
Scannen met instellingen die zijn
gecongureerd op de computer (Document
Capture Pro)..........................113
Scannen naar een geheugenapparaat. . . . . . . . . 116
Scannen naar de cloud...................119
Scannen naar een computer (WSD)..........120
Scannen vanaf een computer.................122
Gebruikers
veriëren
in Epson Scan 2
wanneer Toegangsbeheer is ingeschakeld......122
Scannen met Epson Scan 2................123
Scannen met smart-apparaten................126
Vanaf een smart device verbinding maken via
Wi-Fi Direct...........................126
Epson iPrint installeren.................. 127
Scannen met Epson iPrint.................127
Scannen door smart-apparaten voor de N-
markeringte houden.....................128
Faxen
Voordat u faxfuncties gebruikt...............129
Faxen verzenden via de printer...............129
Faxen verzenden via het bedieningspaneel. . . . .129
Faxen verzenden met een extern telefoontoestel 132
Faxberichten op verzoek verzenden (met
Polling verzenden/ Bulletinboardbox)........132
Verschillende manieren om faxberichten te
verzenden............................134
Menuopties voor faxen...................138
Faxen ontvangen op de Printer...............142
Inkomende faxen ontvangen...............142
Faxen ontvangen via een telefoonoproep. . . . . . 144
Inkomende faxen opslaan en doorsturen. . . . . . 146
Menuopties voor Faxbox................... 147
Postvak IN/ Vertrouwelijke................147
Opgeslagen documenten..................148
Polling verz./Board......................150
De status of logboeken van faxtaken controleren. . 153
Informatie weergeven wanneer ontvangen
faxen niet zijn verwerkt (Niet gelezen/Niet
afgedrukt/Niet opgeslagen/Niet doorgestuurd). .153
Actieve faxopdrachten controleren..........154
De faxtaakgeschiedenis controleren..........154
Ontvangen documenten opnieuw afdrukken. . . 155
Een faxbericht verzenden via een computer. . . . . . 155
Documenten verzenden die zijn gemaakt met
een toepassing (Windows)................ 155
Documenten verzenden die zijn gemaakt met
een toepassing (Mac OS)................. 157
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
3
Faxen ontvangen op een computer............ 158
Inkomende faxen opslaan op een computer. . . . 159
De functie voor het opslaan van ontvangen
faxen op de computer uitschakelen..........159
Controleren op nieuwe faxen (Windows). . . . . .160
Controleren op nieuwe faxen (Mac OS).......161
Inkttoevoereenheden en andere
afdrukmedia vervangen
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren.............. 162
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren
Bedieningspaneel.......................162
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren - Windows. . . . 162
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren - Mac OS. . . . . 162
Inkttoevoereenheid-codes...................163
Voorzorgsmaatregelen voor de
Inkttoevoereenheid....................... 163
Inkttoevoereenheden vervangen..............165
Onderhoudscassettecode................... 165
Voorzorgsmaatregelen voor de
onderhoudscassette....................... 165
Een onderhoudscassette vervangen............166
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken............166
Tijdelijk afdrukken met zwarte inkt —
bedieningspaneel.......................166
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken —
Windows.............................167
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken — Mac OS. 168
Zwarte inkt besparen als de zwarte inkt bijna op
is (uitsluitend voor Windows)................168
De printer onderhouden
De printkop controleren en reinigen...........170
De printkop controleren en schoonmaken
Bedieningspaneel.......................170
De printkop controleren en reinigen - Windows 171
De printkop controleren en reinigen — Mac OS 171
De printkop uitlijnen......................171
De printkop uitlijnen — Bedieningspaneel. . . . .172
Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken. . . . . 173
De automatische documentinvoer (ADF)
schoonmaken............................173
De Scannerglasplaat reinigen................176
Netwerkservice en
softwareinformatie
Toepassing voor het
congureren
van
printerbewerkingen (Web Cong).............177
Webconguratie uitvoeren op een webbrowser. 177
Web
Cong
uitvoeren op Windows..........178
Web Cong uitvoeren op Mac OS...........178
Toepassing voor het scannen van documenten
en aeeldingen (Epson Scan 2)...............178
De netwerkscanner toevoegen..............179
Toepassing voor congureren van scannen
vanaf de computer (Document Capture Pro). . . . . 179
Toepassing voor het congureren van
faxbewerkingen en het verzenden van faxen
(FAX Utility)............................180
Toepassing voor het verzenden van faxen
(stuurprogramma PC-FAX).................181
Toepassing voor het afdrukken van webpagina's
(E-Web Print)........................... 181
Hulpprogramma's voor soware-updates
(Soware Updater). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .182
De meest recente toepassingen installeren. . . . . . . 182
Toepassingen verwijderen...................184
Toepassingen verwijderen — Windows. . . . . . . 184
Toepassingen verwijderen — Mac OS. . . . . . . . 185
Afdrukken via een netwerkservice.............185
Problemen oplossen
De printerstatus controleren.................187
Berichten op het display bekijken...........187
Foutcode in het statusmenu............... 188
De printerstatus controleren – Windows. . . . . . 193
De printerstatus controleren — Mac OS. . . . . . 194
De
sowarestatus
controleren................194
Vastgelopen papier verwijderen...............194
Papier wordt niet goed ingevoerd.............194
Papier loopt vast........................195
Papier wordt schuin ingevoerd.............195
Er worden meerdere vellen papier tegelijk
uitgevoerd............................195
Papier wordt niet doorgevoerd vanuit de
optionele papiercassette-eenheid............196
Foutmelding papier op verschijnt...........196
Origineel wordt niet in ADF ingevoerd. . . . . . . 196
Problemen met stroomtoevoer en
bedieningspaneel.........................197
De stroom wordt niet ingeschakeld..........197
De stroom wordt niet uitgeschakeld......... 197
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
4
Stroom schakelt automatisch uit............197
Het display wordt donker.................197
Het touchscreen reageert niet..............197
Kan niet bedienen via het bedieningspaneel. . . .198
Kan niet afdrukken vanaf een computer. . . . . . . . 198
De verbinding controleren (USB)...........198
De verbinding controleren (netwerk).........198
De soware en gegevens controleren.........199
De printerstatus controleren vanaf de
computer (Windows)....................201
De printerstatus controleren vanaf de
computer (Mac OS).....................202
Kan niet afdrukken vanaf een iPhone of iPad. . . . . 202
Afdrukproblemen........................ 202
De afdrukkwaliteit aanpassen..............202
De afdruk is gekrast of er ontbreken kleuren. . . 203
Er verschijnen strepen of onverwachte kleuren. .204
Gekleurde streepvorming zichtbaar met een
tussenafstand van ongeveer 3.3 cm..........204
Onscherpe afdrukken, verticale strepen of
verkeerde uitlijning..................... 205
Afdrukkwaliteit is slecht..................205
Papier vertoont vlekken of is bekrast.........206
Vlekken op het papier bij automatisch
dubbelzijdig afdrukken...................207
Afgedrukte foto's zijn plakkerig.............207
Aeeldingen
of foto's worden afgedrukt met
de verkeerde kleuren.................... 208
Positie, formaat of marges van de afdruk zijn
niet juist............................. 208
Afgedrukte tekens zijn niet juist of onleesbaar. . 208
De afgedrukte
aeelding
is omgekeerd.......209
Mozaïekachtige patronen op de afdrukken. . . . .209
Onbedoeld dubbelzijdig afdrukken..........209
Op de gekopieerde afdruk verschijnen
ongelijke kleuren, vegen, vlekken of rechte
lijnen................................209
Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel
"moiré" genoemd) op de gekopieerde
aeelding............................210
De achterkant van het origineel is te zien op
de gekopieerde aeelding.................210
Het probleem kon niet worden opgelost. . . . . . .210
Overige afdrukproblemen...................210
Afdrukken verloopt te traag...............210
Afdrukken vertraagt aanzienlijk tijdens het
continu afdrukken......................211
Kan het afdrukken niet annuleren vanaf een
computer met Mac OS X 10.6.8.............211
Kan niet beginnen met scannen.............. 212
Problemen met gescande aeeldingen......... 212
Ongelijke kleuren, vuil, vlekken, enzovoort
worden weergegeven bij scannen vanaf de
glasplaat van de scanner..................212
Rechte lijnen verschijnen bij het scannen
vanaf ADF............................213
De aeeldingskwaliteit is ruw..............213
De oset schijnt door in de achtergrond van
aeeldingen
.......................... 213
De tekst is onscherp.....................213
Moiré-patronen (webachtige schaduwen)
verschijnen........................... 214
Kan het juiste gebied niet scannen op de
glasplaat............................. 214
Tekst wordt niet correct herkend wanneer ik
opsla als een Searchable PDF...............214
Problemen in gescande
aeelding
kunnen
niet worden opgelost.................... 215
Kan geen gescande
aeeldingen
opslaan naar
de gedeelde map..........................216
Berichten op de printer controleren..........216
Het opslaan van de gescande aeeldingen
duurt lang............................217
Schakelen tussen een particulier en openbaar
netwerk..............................217
Andere scanproblemen.....................220
Scansnelheid is laag.....................220
Kan de gescande
aeelding
niet via e-mail
verzenden............................220
Scannen stopt bij het scannen naar een PDF/
Multi-TIFF........................... 220
Problemen met verzenden en ontvangen van
faxen..................................221
Kan geen fax verzenden of ontvangen........221
Kan geen faxen versturen.................222
Kan geen faxen verzenden naar opgegeven
ontvanger............................ 223
Kan geen faxen verzenden op speciek tijdstip. .223
Kan geen faxberichten ontvangen...........224
Kan ontvangen faxen niet opslaan op een
geheugenapparaat...................... 224
Foutmelding geheugen vol................224
Verzonden fax is van slechte kwaliteit. . . . . . . . 225
Faxen worden op verkeerde grootte verzonden. .225
Ontvangen fax is van slechte kwaliteit. . . . . . . . 226
Ontvangen faxen worden niet afgedrukt. . . . . . 226
Pagina's zijn blanco of er wordt slechts een
klein deel van de tekst afgedrukt op de
tweede pagina van ontvangen faxen..........226
Andere faxproblemen......................226
Bellen niet mogelijk op verbonden telefoon. . . . 226
Antwoordapparaat kan geen gesprekken
aannemen............................227
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
5
Faxnummer van de zender wordt niet op
ontvangen faxberichten weergegeven of het
nummer is fout........................ 227
Overige problemen........................227
Lichte elektrische schok wanneer u de printer
aanraakt............................. 227
Printer maakt veel lawaai tijdens werking. . . . . 227
Datum en tijd zijn verkeerd............... 227
Geheugenapparaat wordt niet herkend....... 228
Kan gegevens niet opslaan op een
geheugenapparaat...................... 228
Wachtwoord vergeten?...................228
Soware wordt geblokkeerd door een rewall
(alleen Windows).......................228
"×" wordt weergegeven in het
fotoselectiescherm......................228
Bijlage
Techni sche
specicaties
.................... 229
Printer specicaties..................... 229
Scannerspecicaties.....................230
Interfacespecicaties.................... 230
Faxspecicaties........................ 230
Lijst met netwerkfuncties.................231
Wi-Fi-specicaties......................232
Ethernetspecicaties.....................232
Beveiligingsprotocol.....................233
Ondersteunde services van derden.......... 233
Specicaties van extern USB-apparaat........233
Ondersteunde gegevensspecicaties......... 234
Dimensies............................234
Elektrische specicaties.................. 235
Omgevingsspecicaties...................236
Omgevingsspecicaties voor
Inkttoevoereenheden....................236
Systeemvereisten.......................236
De optionele eenheden installeren.............237
Code Optionele papiercassettes.............237
Optionele papiercassettes installeren.........237
Regelgevingsinformatie.................... 240
Normen en goedkeuringen................240
De Duitse blauwe engel.................. 241
Beperkingen op het kopiëren.............. 241
De printer vervoeren......................241
Copyright.............................. 245
Handelsmerken..........................245
Hulp vragen.............................246
Technische ondersteuning (website).........246
Contact opnemen met de klantenservice van
Epson...............................247
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
6
Over deze handleiding
Introductie tot de handleidingen
De volgende handleidingen worden meegeleverd met uw Epson-printer. Naast de handleidingen kunt u ook de
verschillende hulpmogelijkheden op de printer zelf of in de toepassingen raadplegen.
Belangrijke veiligheidsvoorschrien (gedrukte handleiding)
Bevat instructies om deze printer veilig te gebruiken.
Hier beginnen (gedrukte handleiding)
Bevat informatie over het instellen van de printer en het installeren van de soware.
Gebruikershandleiding (digitale handleiding)
Deze handleiding. Bevat algemene informatie over en instructies voor het gebruik van de printer en het
oplossen van problemen.
Beheerdershandleiding (digitale handleiding)
Gee informatie aan netwerkbeheerders over het beheer en de printerinstellingen.
U kunt de meest recente versie van de bovenstaande handleidingen in uw bezit krijgen op de volgende manieren.
Gedrukte handleiding
Ga naar de ondersteuningssite van Epson Europe (http://www.epson.eu/Support) of de wereldwijde
ondersteuningssite van Epson (http://support.epson.net/).
Digitale handleiding
Start EPSON Soware Updater op uw computer. EPSON Soware Updater controleert of er updates
beschikbaar zijn voor Epson-toepassingen of digitale handleidingen en laat u vervolgens de meest recente versie
downloaden.
Gerelateerde informatie
& “Hulpprogramma's voor soware-updates (Soware Updater)” op pagina 182
Informatie zoeken in de handleiding
In de PDF-handleiding kunt u naar informatie zoeken via een zoekwoord, of direct naar een bepaald gedeelte gaan
met behulp van de bladwijzers.U kunt ook alleen de pagina's afdrukken die u nodig hebt.Dit gedeelte bevat uitleg
over het gebruik van een PDF-handleiding die in Adobe Reader X is geopend op de computer.
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
7
Zoeken met een zoekwoord
Klik op Bewerken > Geavanceerd zoeken.Voer in het zoekvenster het zoekwoord (tekst) in voor de informatie die
u zoekt en klik vervolgens op Zoeken.Zoekresultaten worden weergegeven in een lijst.Klik op een van de
weergegeven zoekresultaten om naar de
betreende
pagina te gaan.
Direct naar informatie gaan via bladwijzers
Klik op een titel om naar de betreende pagina te gaan.Klik op + of > en bekijk de onderliggende titels in dat
gedeelte.Voer de volgende bewerking uit op het toetsenbord als u wilt terugkeren naar de vorige pagina.
Wi n dows : houd de Alt-toets ingedrukt en druk op .
Mac OS: houd de command-toets ingedrukt en druk op .
Alleen pagina's afdrukken die u nodig hebt
U kunt alleen de pagina's die u nodig hebt extraheren en afdrukken.Klik op Afdrukken in het menu Bestand en
geef in Pagina's bij Pagina's die moeten worden afgedrukt de pagina's op die u wilt afdrukken.
Als u een paginareeks wilt opgeven, voert u tussen de begin- eindpagina een areekstreepje in.
Voorbeeld: 20-25
Als u niet-opeenvolgende pagina's wilt opgeven, scheidt u de pagina's met komma's.
Voorbeeld: 5, 10, 15
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
8
Markeringen en symbolen
!
Let op:
Instructies die zorgvuldig moeten worden gevolgd om lichamelijk letsel te voorkomen.
c
Belangrijk:
Instructies die moeten worden gevolgd om schade aan het apparaat te voorkomen.
Opmerking:
Biedt aanvullende informatie en referentiegegevens.
&
Gerelateerde informatie
Koppelingen naar de verwante paragrafen.
Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding
Screenshots van de schermen van de printerdriver en Epson Scan 2 (scannerdriver) zijn van Windows 10 of
macOS Sierra. De inhoud die op de schermen wordt weergegeven, is aankelijk van het model en de situatie.
Aeeldingen van de printer gebruikt in deze handleiding dienen uitsluitend als voorbeeld. Er zijn kleine
verschillen tussen elk model, maar de gebruiksmethode
blij
hetzelfde.
Sommige menu-items op de display variëren naargelang het model en de instellingen.
Referenties voor besturingssystemen
Windows
In deze handleiding verwijzen termen als "Windows 10", "Windows 8.1", "Windows 8", "Windows 7", "Windows
Vista", "Windows XP", "Windows Server 2016", "Windows Server 2012 R2", "Windows Server 2012", "Windows
Server 2008 R2", "Windows Server 2008", "Windows Server 2003 R2" en "Windows Server 2003" naar de volgende
besturingssystemen. Bovendien wordt "Windows" gebruikt om alle versies ervan aan te duiden.
Microso
®
Win d ows
®
10 besturingssysteem
Microso
®
Win d ows
®
8.1 besturingssysteem
Microso
®
Win d ows
®
8 besturingssysteem
Microso
®
Win d ows
®
7 besturingssysteem
Microso
®
Win d ows Vi s t a
®
besturingssysteem
Microso
®
Win d ows
®
XP besturingssysteem
Microso
®
Win d ows
®
XP Professional x64 Edition besturingssysteem
Microso
®
Win d ows S e r ve r
®
2016 besturingssysteem
Microso
®
Win d ows S e r ve r
®
2012 R2 besturingssysteem
Microso
®
Win d ows S e r ve r
®
2012 besturingssysteem
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
9
Microso
®
Win d ows S e r ve r
®
2008 R2 besturingssysteem
Microso
®
Win d ows S e r ve r
®
2008 besturingssysteem
Microso
®
Win d ows S e r ve r
®
2003 R2 besturingssysteem
Microso
®
Win d ows S e r ve r
®
2003 besturingssysteem
Mac OS
In deze handleiding wordt "Mac OS" gebruikt om te verwijzen naar macOS Sierra, OS X El Capitan, OS X
Yosemite, OS X Mavericks, OS X Mountain Lion, Mac OS X v10.7.x en Mac OS X v10.6.8.
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
10
Belangrijke instructies
Veiligheidsinstructies
Lees en volg deze instructies om deze printer veilig te gebruiken. Bewaar deze handleiding voor latere
raadplegingen. Let ook op al de waarschuwingen en instructies die op de printer staan.
Sommige van de symbolen die worden gebruikt op de printer zijn bedoeld om de veiligheid en het juiste
gebruik van de printer te garanderen. Ga naar de volgende website voor de betekenis van de symbolen.
http://support.epson.net/symbols
Gebruik alleen het netsnoer dat met de printer is meegeleverd en gebruik het snoer niet voor andere apparatuur.
Gebruik van andere snoeren met deze printer of gebruik van het meegeleverde netsnoer met andere apparatuur
kan leiden tot brand of elektrische schokken.
Zorg ervoor dat het netsnoer voldoet aan de relevante plaatselijke veiligheidsnormen.
Haal het netsnoer, de stekker, de printer, de scanner of de accessoires nooit uit elkaar en probeer deze
onderdelen nooit zelf te wijzigen of te repareren, tenzij zoals uitdrukkelijk staat beschreven in de handleidingen
van het apparaat.
Trek in de volgende gevallen de stekker uit het stopcontact en laat het onderhoud aan een onderhoudstechnicus
over:
Als het netsnoer of de stekker beschadigd is, als er vloeistof in de printer is gekomen, als de printer is gevallen of
als de behuizing beschadigd is, als de printer niet normaal werkt of als er een duidelijke wijziging in de
prestaties optreedt. Wijzig geen instellingen als hiervoor in de gebruiksaanwijzing geen instructies worden
gegeven.
Zet het apparaat in de buurt van een stopcontact waar u de stekker gemakkelijk uit het stopcontact kunt halen.
Plaats of bewaar de printer niet buiten en zorg ervoor dat de printer niet wordt blootgesteld aan vuil, stof, water
of hittebronnen. Vermijd plaatsen die onderhevig zijn aan schokken, trillingen, hoge temperaturen of
luchtvochtigheid.
Zorg ervoor dat u geen vloeistoen op de printer morst en pak de printer niet met natte handen vast.
Houd de printer ten minste 22 cm verwijderd van pacemakers. De radiogolven die door deze printer worden
uitgezonden, kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van pacemakers.
Neem contact op met uw leverancier als het lcd-scherm beschadigd is. Als u vloeistof uit het scherm op uw
handen krijgt, was ze dan grondig met water en zeep. Als u vloeistof uit het scherm in uw ogen krijgt, moet u
uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u ondanks grondig spoelen
problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Vermijd het gebruik van de telefoon tijdens onweer. Er bestaat een minieme kans op elektrische schokken door
bliksem.
Gebruik voor het melden van een gaslek geen telefoon in de directe omgeving van het lek.
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
11
De printer is zwaar en wanneer deze opgetild of verplaatst moet worden, moet dit altijd door ten minste twee
personen gebeuren. Bij het optillen van de printer moeten de twee of meer personen de correcte posities
innemen (zie hieronder).
Wees voorzichtig wanneer u gebruikte inkttoevoereenheden hanteert, want er kan inkt aanwezig zijn rond de
inkttoevoerpoort.
Als u inkt op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met water en zeep.
Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een
arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Als er inkt in uw mond terechtkomt, raadpleegt u direct een arts.
Haal de inkttoevoereenheid en de onderhoudscassette nooit uit elkaar. Hierdoor kan er inkt in uw ogen of op
uw huid komen.
Schud niet te hard met de inkttoevoereenheden. Hierdoor kan er inkt uit de inkttoevoereenheden komen.
Zorg ervoor dat inkttoevoereenheden en onderhoudscassettes buiten het bereik van kinderen zijn.
Printeradviezen en waarschuwingen
Lees en volg deze instructies om schade aan de printer of uw eigendommen te voorkomen. Bewaar deze
handleiding voor toekomstig gebruik.
Adviezen en waarschuwingen voor het instellen/gebruik van de
printer
Blokkeer de openingen in de behuizing van de printer niet en dek deze niet af.
Gebruik uitsluitend het type voedingsbron dat is vermeld op het etiket van de printer.
Gebruik geen stopcontacten in dezelfde groep als kopieerapparaten, airconditioners of andere apparaten die
regelmatig worden in- en uitgeschakeld.
Gebruik geen stopcontacten die met een wandschakelaar of een automatische timer kunnen worden in- en
uitgeschakeld.
Plaats het hele computersysteem uit de buurt van apparaten die elektromagnetische storing kunnen
veroorzaken, zoals luidsprekers of basisstations van draadloze telefoons.
Plaats het netsnoer zodanig dat geen slijtage, inkepingen, rafels, plooien en knikken kunnen optreden. Plaats
geen voorwerpen op het netsnoer en plaats het netsnoer zodanig dat niemand erop kan stappen. Let er vooral
op dat snoeren mooi recht blijven aan de uiteinden en de punten waar deze de transformator in- en uitgaan.
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
12
Als u een verlengsnoer gebruikt voor de printer, mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten
apparaten niet hoger zijn dan de maximale belasting voor het verlengsnoer. Zorg er bovendien voor dat het
totaal van de ampèrewaarden van alle apparaten die zijn aangesloten op het stopcontact, niet hoger is dan de
maximumwaarde die is toegestaan voor het stopcontact.
Als u de printer in Duitsland gebruikt, moet u rekening houden met het volgende: de installatie van het gebouw
moet beschikken over een stroomonderbreker van 10 of 16 A om de printer te beschermen tegen kortsluiting en
stroompieken.
Let bij het aansluiten van de printer op een computer of ander apparaat op de juiste richting van de stekkers van
de kabel. Elke stekker kan maar op een manier op het apparaat worden aangesloten. Wanneer u een stekker op
een verkeerde manier in het apparaat steekt, kunnen beide apparaten die via de kabel met elkaar zijn verbonden
beschadigd raken.
Plaats de printer op een vlakke, stabiele ondergrond die groter is dan de printer zelf. De printer werkt niet goed
als deze scheef staat.
Laat boven de printer voldoende ruimte vrij om het deksel volledig te kunnen openen.
Zorg ervoor dat aan de voorkant van de printer voldoende ruimte is voor het papier dat uit de printer komt.
Vermijd plaatsen met grote schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid. Houd de printer ook uit de
buurt van direct zonlicht, fel licht of warmtebronnen.
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer
Steek geen voorwerpen door de openingen in de printer.
Steek uw hand niet in de printer tijdens het afdrukken.
Raak de witte, platte kabel binnen in de printer niet aan.
Gebruik geen spuitbussen met ontvlambare stoen in of in de buurt van de printer. Dit kan brand veroorzaken.
Verplaats de printkop niet handmatig; anders kunt u de printer beschadigen.
Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten.
Let erop dat u nooit te hard op de scannerglasplaat drukt wanneer u er een origineel op legt.
Zet de printer altijd uit met de knop
P
. Trek de stekker niet uit het stopcontact en sluit de stroom naar het
stopcontact niet af zolang het lampje
P
nog knippert.
Als u de printer gedurende langere tijd niet gebruikt, neem dan de stekker uit het stopcontact.
Adviezen en waarschuwingen voor het vervoeren of opslaan van de
printer
Zorg er bij opslag of transport van de printer voor dat deze niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt
gehouden, anders kan er inkt lekken.
Controleer vóór het vervoeren van de printer of de printkop zich in de uitgangspositie (uiterst rechts) bevindt
en of de inkttoevoereenheden zijn geplaatst.
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
13
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer met een
draadloze verbinding
Radiogolven van deze printer kunnen nadelige gevolgen hebben voor de werking van medische elektronische
apparatuur, waardoor deze apparatuur defect kan raken.Wanneer u deze printer gebruikt in een medische
instelling of in de buurt van medische apparatuur, volg dan de aanwijzingen van het bevoegd personeel van de
medische instelling en volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op de medische apparatuur zelf staan.
Radiogolven uit deze printer kunnen de werking van automatisch gestuurde apparaten, zoals automatische
deuren of een brandalarm, storen en kunnen tot ongevallen leiden als gevolg van storing.Volg alle
waarschuwingen en aanwijzingen die op deze apparatuur zijn aangeduid wanneer u deze printer gebruikt in de
buurt van automatisch aangestuurde apparaten.
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van het touchscreen
Het lcd-scherm kan een paar kleine heldere of donkere puntjes vertonen en is mogelijk niet overal even helder.
Dit is normaal en wil geenszins zeggen dat het beschadigd is.
Maak het lcd-scherm alleen schoon met een droge, zachte doek. Gebruik geen vloeibare of chemische
reinigingsmiddelen.
De afdekplaat van het touchscreen kan breken bij zware schokken. Neem contact op met uw leverancier als het
display barst of breekt. Raak het gebroken glas niet aan en probeer dit niet te verwijderen.
Raak het touchscreen zachtjes met uw vinger aan. Druk niet te hard en gebruik niet uw nagels.
Gebruik geen scherpe voorwerpen zoals balpennen of scherpe potloden om handelingen uit te voeren.
De werking van het touchscreen kan verminderen als gevolg van condensatie in het touchscreen veroorzaakt
door plotselinge schommelingen in temperatuur of luchtvochtigheid.
Uw persoonlijke gegevens beschermen
Als u de printer aan iemand anders gee of wilt weggooien, wordt aangeraden alle persoonlijke gegevens in het
geheugen van de printer te wissen door de menu's op het bedieningspaneel als volgt te selecteren.
Instel. > Algemene instellingen > Systeembeheer > Standaardinst. herstellen > Alle gegevens en instellingen
wissen
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
14
A
Zijgeleiders Hiermee wordt het papier recht in de printer ingevoerd. Schuif deze
naar de randen van het papier.
B
Papiersteun Ondersteuning voor geladen papier.
C
Invoerbescherming Voorkomt dat ongewenste zaken in de printer terechtkomen. Laat
deze bescherming over het algemeen dicht.
D
Papiertoevoer achter (B) Laadt papier.
E
Uitvoerlade Opvanglade voor het papier dat uit de printer komt.
F
Zijgeleiders Hiermee wordt het papier recht in de printer ingevoerd. Schuif deze
naar de randen van het papier.
G
Papiercassette Laadt papier.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
16
A
Documentdeksel Houdt extern licht tegen tijdens het scannen.
B
Scannerglasplaat Plaats de originelen.
C
Bedieningspaneel Voor bediening van de printer.
U kunt het bedieningspaneel in een andere hoek zetten.
D
Externe USB-poort Aansluiting van geheugenapparaten.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
17
A
Scannereenheid (J) Scant de geplaatste originelen. Open dit om vastgelopen papier te
verwijderen uit de printer.
B
Printkop Spuit inkt.
C
Inkttoevoereenheid-lade Hiermee stelt u een inkttoevoereenheid in.
D
Voorpaneel (A) Open wanneer u inkttoevoereenheden vervangt.
E
Vergrendeling voorpaneel Hiermee vergrendelt u het voorpaneel.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
18
A
LAN-poort Voor aansluiting van een LAN-kabel.
B
USB-poort Voor aansluiting van een USB-kabel.
C
Lijnpoort Voor aansluiting van een telefoonlijn.
D
EXT.-poort Voor aansluiting van externe telefoontoestellen.
E
Netaansluiting Voor aansluiting van het netsnoer.
F
Achterpaneel (D) Open dit om vastgelopen papier te verwijderen.
G
Achterpaneel (E) Open dit om vastgelopen papier te verwijderen.
H
Afdekking onderhoudscassette (H) Open deze afdekking wanneer u de onderhoudscassette wilt
vervangen.
Bedieningspaneel
A
Hiermee schakelt u de printer in of uit.
Haal het netsnoer uit het stopcontact als het aan/uit-lampje uit staat.
B
Houd een smart device tegen deze markering aan om rechtstreeks af te drukken of te scannen.
C
Gaat branden wanneer ontvangen documenten die nog niet gelezen, afgedrukt of opgeslagen zijn, in het
geheugen van de printer staan.
D
Hiermee opent u het startscherm.
E
Hiermee geeft u menu's en berichten weer.
F
Hiermee meldt u zich af bij de printer wanneer Toegangsbeheer is ingeschakeld.
Wanneer Toegangsbeheer is uitgeschakeld, is deze functie ook uitgeschakeld.
G
Hiermee wordt het scherm Hulp weergegeven.
Hier kunt u oplossingen voor problemen bekijken.
H
Hiermee stopt u de actieve bewerking.
I
Hiermee onderbreekt u de actuele afdruktaak en kunt u een andere taak onderbreken. U kunt een nieuwe taak
echter niet op de computer onderbreken.
Druk nogmaals op deze toets om een onderbroken taak te hervatten.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
19
J
Reset de huidige instellingen naar de standaard gebruikersinstellingen. Als standaard gebruikersinstellingen niet
zijn gemaakt, wordt gereset naar standaard fabriekswaarden.
K
Hiermee wordt het scherm Papierinstelling weergegeven. U kunt voor elke papierbron de instellingen voor
papiergrootte en papiertype selecteren.
L
Hiermee wordt het menu Job/Status weergegeven. U kunt de status en taakgeschiedenis van de printer
weergeven.
Als er een storing optreedt, knipper het storingslampje links of gaat het branden.
Als de printer gegevens aan het verwerken is, knippert het gegevenslampje rechts. Het gaat branden als er taken
in de afdrukwachtrij staan.
M
Hiermee voert u getallen, tekens en symbolen in.
N
Hiermee wordt de lijst Contacten weergegeven. U kunt contacten vastleggen, bewerken en verwijderen.
O
Hiermee wist u aantal instellingen, zoals het aantal exemplaren.
Conguratie basisscherm
A
Hierop worden items aangegeven die voor de printer als pictogram zijn ingesteld.Selecteer elk pictogram om de
huidige instellingen te controleren of elk instellingenmenu te openen.
B
Geeft elk menu weer.U kunt de volgorde wijzigen of items toevoegen.
C
Hiermee worden actieve taken en de status van de printer weergegeven.Selecteer het bericht om het menu Job/
Status weer te geven.
Geeft de datum en tijd weer wanneer de printer niet actief is en er geen fouten zijn.
D
Tussen tabbladen wisselen.
E
Geeft de instellingsitems aan.Selecteer elk item om de instellingen te congureren of te wijzigen.
De items die grijs worden weergegeven, zijn niet beschikbaar.Selecteer het item om te controleren waarom dit niet
beschikbaar is.
F
Hiermee voert u de huidige instellingen uit.Beschikbare functies variëren afhankelijk van elk menu.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
20
Pictogrammen op het lcd-scherm
De volgende pictogrammen worden op het display weergegeven naargelang de status van de printer.
Hiermee wordt het scherm Printerstatus weergegeven.
U kunt controleren hoeveel inkt er nog is en hoe lang de onderhoudscassette nog meegaat (bij
benadering).
Geeft de status van de netwerkverbinding aan.
Selecteer het pictogram om de instellingen te controleren en te wijzigen.Dit is de snelkoppeling naar het
volgende menu.
Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Wi-Fi instellen
De printer is niet verbonden met een bekabeld (ethernet-)netwerk of de verbinding is verbroken.
De printer is verbonden met een bekabeld (ethernet-)netwerk.
De printer is niet verbonden met een draadloos (wi-)netwerk.
De printer zoekt naar een SSID, het IP-adres is niet ingesteld of er is een probleem met het
draadloze
(wi-)netwerk.
De printer is verbonden met een draadloos (wi-)netwerk.
Het aantal balkjes geeft de sterkte van de verbinding weer.Hoe meer balkjes, des te sterker de
verbinding is.
De printer is niet verbonden met een draadloos (wi-)netwerk in de modus Wi-Fi Direct
(eenvoudig toegangspunt).
De printer is verbonden met een draadloos (wi-)netwerk in de modus Wi-Fi Direct (eenvoudig
toegangspunt).
Hiermee wordt het scherm Geluidsinstellingen apparaat weergegeven.U kunt Dempen en Stille
modus instellen.
Vanaf dit scherm kunt u tevens het menu Geluid openen.Dit is de snelkoppeling naar het volgende
menu.
Instel. > Algemene instellingen > Basisinstellingen > Geluid
Hiermee wordt aangegeven of Stille modus is ingesteld voor de printer.Wanneer deze functie is
ingeschakeld, wordt het geluid dat door de printer wordt gemaakt gedempt. De afdruksnelheid
kan hierdoor verminderen.Het geluid wordt mogelijk niet gedempt, afhankelijk van het
geselecteerde papiertype en de gekozen afdrukkwaliteit.
Hiermee wordt aangegeven dat Dempen is ingesteld voor de printer.
Selecteer het pictogram om de slaapmodus in te schakelen.Wanneer het pictogram grijs wordt
weergegeven, kan de slaapmodus niet worden ingeschakeld voor de printer.
Geeft aan dat de blokkeringsfunctie geactiveerd is.Selecteer dit pictogram om u aan te melden op de
printer.U moet een gebruikersnaam selecteren en wachtwoord invoeren.Neem voor uw
aanmeldgegevens contact op met uw printerbeheerder.
Geeft aan dat een gebruiker met toegang aangemeld is.
Selecteer het pictogram om u af te melden.
Hiermee wordt het scherm Informatie faxgegevens weergegeven.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
21
Geeft aan dat de instellingen zijn gewijzigd van de standaardinstellingen van de gebruiker naar de
fabrieksinstellingen.
Geeft aan dat er aanvullende informatie is.Selecteer het pictogram om het bericht weer te geven.
Geeft aan dat er een probleem is met de items.Selecteer het pictogram om te zien hoe u het probleem
kunt oplossen.
Geeft aan dat er gegevens zijn die nog niet zijn gelezen, afgedrukt of opgeslagen.Het weergegeven getal
geeft het aantal gegevensitems weer.
Gerelateerde informatie
& Netwerkinstellingen” op pagina 54
& “Geluid:” op pagina 50
Touchscreenbewerkingen
Het touchscreen is compatibel met de volgende bewerkingen.
Tikken Druk op de items of pictogrammen of selecteer deze.
Vegen
Veeg snel over het scherm.
Schuiven
Houd de items vast en verplaats ze.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
22
Tekens invoeren
Wanneer u contactpersonen registreert, netwerkinstellingen congureert, etc. kunt u tekens en symbolen invoeren
via het toetsenbord op het scherm.
Opmerking:
Beschikbare pictogrammen variëren naargelang de instelling.
A
Geeft het aantal tekens weer.
B
Verplaatst de cursor naar de invoerpositie.
C
Hiermee schakelt u tussen hoofdletters en kleine letters, of cijfers en symbolen.
D
Hiermee schakelt u tussen tekentypes.U kunt alfanumerieke tekens en symbolen gebruiken.
E
Hiermee schakelt u tussen tekentypes.U kunt alfanumerieke tekens en speciale tekens, zoals umlauten en
accenten gebruiken.
F
Hiermee voert u veelgebruikte e-maildomeinadressen of URL's in door het item te selecteren.
G
Hiermee typt u een spatie.
H
Hiermee voert u een teken in.
I
Hiermee wist u het teken links van de cursor.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
23
Conguratie Job/Status-scherm
Druk op de knop om het menu Job/Status weer te geven.U kunt de status van de printer of de taken
controleren.
A
Hiermee schakelt u tussen de weergegeven lijsten.
B
Hiermee ltert u de taken op functie.
C
Wanneer Actief is geselecteerd, wordt een lijst weergegeven met actuele opdrachten en opdrachten in de wachtrij.
Wanneer Logboek is geselecteerd, wordt de taakgeschiedenis weergegeven.
U kunt taken annuleren of de foutcode controleren die in de geschiedenis wordt weergegeven wanneer een taak is
mislukt.
D
Geeft het geschatte inktpeil weer.
E
Geeft de geschatte levensduur van de onderhoudscassette weer.
F
Geeft fouten weer die in de printer zijn opgetreden.Selecteer de fout in de lijst om het foutbericht weer te geven.
Gerelateerde informatie
& “Foutcode in het statusmenu” op pagina 188
Animaties bekijken
Op het lcd-scherm kunt u animaties bekijken van bedieningsinstructies, zoals het laden van papier of het
verwijderen van vastgelopen papier.
Tik op
rechts op het lcd-scherm. Het scherm Hulp wordt weergegeven.Tik op Hoe en selecteer de items die u
wilt bekijken.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
24
Selecteer Hoe onderaan het bedieningsscherm. De contextgevoelige animatie wordt weergegeven.
A
Geeft het totale aantal stappen en het nummer van de huidige stap weer.
In het voorbeeld hierboven wordt stap 2 van 4 stappen weergegeven.
B
Hiermee keert u terug naar de vorige stap.
C
Geeft de voortgang in de huidige stap aan.De animatie wordt herhaald wanneer de voortgangsbalk het einde
bereikt.
D
Hiermee gaat u naar de volgende stap.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
25
De printer voorbereiden
Papier laden
Beschikbaar papier en capaciteiten
Epson raadt aan om origineel Epson-papier te gebruiken om afdrukken van hoge kwaliteit te krijgen.
Origineel Epson-papier
Opmerking:
Origineel Epson-papier is niet beschikbaar bij het afdrukken via het Epson Universal-printerstuurprogramma.
Medianaam Grootte Laadcapaciteit (vellen) Dubbelzijdig
afdrukken
Papiercassette
1
Papiercassette
2
Papiertoevoer
achter
Epson Bright
White Ink Jet Pa-
per
A4 200 400 50 Auto, Handma-
tig
*
Epson Ultra Glos-
sy Photo Paper
A4, 13×18 cm
(5×7 inch), 10×15
cm (4×6 inch)
50 20
Epson Premium
Glossy Photo Pa-
per
A4, 13×18 cm
(5×7 inch), 16:9
breed formaat
(102×181 mm),
10×15 cm (4×6
inch)
50 20
Epson Premium
Semigloss Photo
Paper
A4, 10×15 cm
(4×6 inch)
50 20
Epson Photo Pa-
per Glossy
A4, 13×18 cm
(5×7 inch), 10×15
cm (4×6 inch)
50 20
Epson Matte Pa-
per-Heavyweight
A4 50 20
Epson Double-Si-
ded Matte Paper
A4 20 20
Epson Photo
Quality Ink Jet
Paper
A4 80 70
* Gebruik uitsluitend de papiertoevoer achter om handmatig dubbelzijdig af te drukken. U kunt tot 30 pagina's met één
bedrukte zijde laden.
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
26
Opmerking:
De beschikbaarheid van papier verschilt per locatie. Neem contact op met Epson Support voor de recentste informatie
over beschikbaar papier in uw omgeving.
Wanneer u afdrukt op origineel Epson-papier op een
gebruikergedenieerd
formaat, zijn alleen de
afdrukkwaliteitsinstellingen Standaard of Normaal beschikbaar. Ook al laten sommige printerprogramma's u een betere
printkwaliteit kiezen, dan wordt er nog steeds afgedrukt met Standaard of Normaal.
Commercieel beschikbaar papier
Opmerking:
De formaten Half letter, SP1 (210×270 mm), SP2 (210×149 mm), SP3 (100×170 mm), SP4 (130×182 mm), SP5 (192×132
mm) en 16K (195×270 mm) zijn niet beschikbaar wanneer wordt afgedrukt met het PostScript-printerstuurprogramma.
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
27
Medianaam Grootte Laadcapaciteit (vellen of enveloppen) Dubbelzijdig
afdrukken
Papiercassette
1
Papiercassette
2
Papiertoevoer
achter
Gewoon papier,
kopieerpapier
Briefhoofd
Gerecycled pa-
pier
Gekleurd papier
Voorgedrukt pa-
pier
Normaal papier
van hoge kwali-
teit
Letter
*3
, A4, Exe-
cutive
*3
, B5, A5,
SP1 (210×270
mm), 16K
(195×270 mm)
Tot aan de lijn met het symbool
op de zijgeleider.
80 Auto, Handma-
tig
*1, *2
Legal, 8,5×13
inch, Half letter
*3
,
A6, B6, SP2
(210×149 mm)
Tot aan de lijn met het symbool
op de zijgeleider.
80
Handmatig
*1, *2
SP3 (100×170
mm), SP4
(130×182 mm),
SP5 (192×132
mm)
Tot aan de lijn
met het symbool
op de zij-
geleider.
–80
Handmatig
*1, *2
Gebruikergede-
nieerd
*3
(mm)
89 × 127 tot 100
× 148
Tot aan de lijn
met het symbool
op de zij-
geleider.
–80
Handmatig
*1, *2
Gebruikergede-
nieerd
*3
(mm)
100 × 148 tot 148
× 210
215,9×297 tot
355,6
Tot aan de lijn met het symbool
op de zijgeleider.
80
Handmatig
*1, *2
Gebruikergede-
nieerd
*3
(mm)
148 × 210 tot
215,9 × 297
Tot aan de lijn met het symbool
op de zijgeleider.
80 Auto, Handma-
tig
*1, *2
Gebruikergede-
nieerd
*3
(mm)
64 tot 89×127
––80
Handmatig
*2
Gebruikergede-
nieerd
*3
(mm)
215,9×355,6 tot
6000
1 Handmatig
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
28
Medianaam Grootte Laadcapaciteit (vellen of enveloppen) Dubbelzijdig
afdrukken
Papiercassette
1
Papiercassette
2
Papiertoevoer
achter
Dik papier
(91 tot 160 g/m)
Letter
*3
, A4, Exe-
cutive
*3
, B5, A5,
SP1 (210×270
mm), 16K
(195×270 mm)
90 250 30 Auto, Handma-
tig
*1, *4
Legal, 8,5×13
inch, Half letter
*3
,
A6, B6, SP2
(210×149 mm)
90 250 30
Handmatig
*1, *4
SP3 (100×170
mm), SP4
(130×182 mm),
SP5 (192×132
mm)
90 30
Handmatig
*1, *4
Gebruikergede-
nieerd
*3
(mm)
89 × 127 tot 100
× 148
90 30
Handmatig
*1, *4
Gebruikergede-
nieerd
*3
(mm)
100 × 148 tot 148
× 210
215,9×297 tot
355,6
90 250 30
Handmatig
*1, *4
Gebruikergede-
nieerd
*3
(mm)
148 × 210 tot
215,9 × 297
90 250 30 Auto, Handma-
tig
*1, *4
Gebruikergede-
nieerd
*3
(mm)
64 tot 89×127
––30
Handmatig
*4
Gebruikergede-
nieerd
*3
(mm)
215,9×355,6 tot
1117,6
1 Handmatig
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
29
Medianaam Grootte Laadcapaciteit (vellen of enveloppen) Dubbelzijdig
afdrukken
Papiercassette
1
Papiercassette
2
Papiertoevoer
achter
Dik papier
(161 tot 256
g/m)
Legal, 8,5×13
inch, Letter
*3
, A4,
Executive
*3
, B5,
A5, Half letter
*3
,
A6, B6, SP1
(210×270 mm),
SP2 (210×149
mm), SP3
(100×170 mm),
SP4 (130×182
mm), SP5
(192×132 mm),
16K (195×270
mm)
––30
Handmatig
*4
Gebruikergede-
nieerd
*3
(mm)
64 × 127 tot
215,9 × 355,6
––30
Handmatig
*4
Gebruikergede-
nieerd
*3
(mm)
215,9×355,6 tot
1117,6
1 Handmatig
Enveloppe Enveloppe #10,
Enveloppe DL,
Enveloppe C6
10 10
Enveloppe C4 1
*1 Gebruik uitsluitend de papiertoevoer achter om handmatig dubbelzijdig af te drukken.
*2 U kunt tot 30 pagina's met één bedrukte zijde laden.
*3 Alleen afdrukken vanaf een computer is beschikbaar.
*4 U kunt tot 5 pagina's met één bedrukte zijde laden.
Gerelateerde informatie
& “Namen en functies van onderdelen” op pagina 15
Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking
Lees de instructiebladen die bij het papier worden geleverd.
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
30
Waaier papier en leg de stapel recht voor het laden.Fotopapier niet waaieren of buigen.Dit kan de afdrukzijde
beschadigen.
Als het papier omgekruld is, maakt u het plat of buigt u het vóór het laden lichtjes de andere kant op.Afdrukken
op omgekruld papier kan papierstoringen of vlekken op de afdruk veroorzaken.
Gebruik geen papier dat golvend, gescheurd, gesneden, gevouwen, vochtig, te dik of te dun is of papier met
stickers op.Het gebruik van deze papiertypen kan papierstoringen of vlekken op de afdruk veroorzaken.
Zorg ervoor dat u papier met lange vezels gebruikt.Als u niet zeker bent welk papiertype u gebruikt, controleer
dan de verpakking van het papier of neem contact op met de fabrikant.
Gerelateerde informatie
& “Printer specicaties” op pagina 229
Papier in de Papiercassette laden
Opmerking:
Als de optionele papiercassette-eenheid is geïnstalleerd, trekt u dan niet twee papiercassettes tegelijk naar buiten.
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
31
1. Controleer of de printer niet in werking is en trek dan de papiercassette naar buiten.
2.
Schuif de voorste randgeleider naar de maximumpositie en schuif dan de zijgeleiders op maat voor de gekozen
papiergrootte.
3. Laad het papier met de te bedrukken zijde omlaag en schuif dan de voorste randgeleider tegen de rand van het
papier.
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
32
c
Belangrijk:
Laad niet meer dan het maximale aantal pagina's voor het specieke papiertype. Laad gewoon papier niet
boven de streep die is aangegeven met het symbool
binnen de zijgeleider. Laad dik papier niet boven de
streep die is aangegeven met het symbool
binnen de zijgeleider.
4. Duw de papiercassette er helemaal in.
5.
Stel op het bedieningspaneel het papierformaat en -type in voor het papier dat u in de papiercassette hebt
geladen.
Opmerking:
U kunt het scherm met instellingen voor het papierformaat en papiertype ook weergeven door op het bedieningspaneel
op de knop
te drukken.
6. Schuif de uitvoerlade naar buiten wanneer u papier laadt dat langer is dan A4-formaat.
Gerelateerde informatie
& Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 30
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 26
& “Lijst met papiertypen” op pagina 37
& “Enveloppen laden en voorzorgsmaatregelen” op pagina 36
Papier in de Papiertoevoer achter laden
1. Open de doorvoerbeveiliging en trek de papiersteun naar buiten.
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
33
2. Verschuif de zijgeleiders.
3. Laad papier in het midden van de papiertoevoer achter met de afdrukzijde naar boven.
c
Belangrijk:
Laad niet meer dan het maximale aantal pagina's voor het
specieke
papiertype. Let er bij gewoon papier
op dat het niet boven de streep net onder het driehoeksymbool aan de binnenzijde van de geleider komt.
Laad het papier met de kortste zijde eerst. Als u de papiergrootte echter hebt ingesteld op de breedte van de
lange zijde, laad dan eerst de lange zijde van het papier.
Voorgeperforeerd papier
Opmerking:
In volgende omstandigheden kunt u vooraf geperforeerd papier gebruiken. Automatisch dubbelzijdig afdrukken is niet
mogelijk met vooraf geperforeerd papier.
Laadcapaciteit: een vel
Beschikbare formaten: A4, B5, A5, A6, Letter, Legal
Bindgaten: laad het papier niet met de perforatorgaten bovenaan of onderaan.
Pas de afdrukpositie van uw bestand aan zodat u niet over de perforatorgaten heen afdrukt.
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
34
4. Schuif de geleiders tegen de randen van het papier aan.
5. Stel op het bedieningspaneel het papierformaat en -type in voor het papier dat u in de papiertoevoer achter
hebt geladen.
Opmerking:
U kunt het scherm met instellingen voor het papierformaat en papiertype ook weergeven door op het bedieningspaneel
op de knop
te drukken.
6. Schuif de uitvoerlade naar buiten wanneer u papier laadt dat langer is dan A4-formaat.
Opmerking:
Plaats het resterende papier terug in de verpakking. Als u het in de printer laat, kan het papier omkrullen of kan de
afdrukkwaliteit achteruitgaan.
Gerelateerde informatie
& Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 30
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 26
& “Lijst met papiertypen” op pagina 37
& “Enveloppen laden en voorzorgsmaatregelen” op pagina 36
& “Lang papier laden” op pagina 37
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
35
Enveloppen laden en voorzorgsmaatregelen
Laad enveloppen in het midden van de papiertoevoer achter met de korte zijde eerst en de omslag naar beneden,
en schuif de zijgeleiders naar de randen van de enveloppen.
Laad in de papiercassette enveloppen met de omslag naar beneden en schuif de zijgeleiders naar de randen van de
enveloppen.
Waaier enveloppen en leg ze recht op elkaar voor het laden. Als de gestapelde enveloppen lucht bevatten, maakt
u ze plat om de lucht eruit te krijgen voordat ze worden geladen.
Gebruik geen omgekrulde of gevouwen enveloppen. Het gebruik van dergelijke enveloppen kan papierstoringen
of vlekken op de afdruk veroorzaken.
Gebruik geen enveloppen met
zellevende
oppervlakken of vensters.
Vermijd het gebruik van enveloppen die te dun zijn aangezien die kunnen omkrullen tijdens het afdrukken.
Gerelateerde informatie
&
“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 26
&
“Papier in de Papiercassette laden” op pagina 31
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 33
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
36
Lang papier laden
Gebruik alleen de papiertoevoer achter voor het plaatsen van lang papier. Snijd het papier op het formaat waarop u
wilt afdrukken voordat u het in de printer laadt. Selecteer Gebruikergedef. als instelling voor het papierformaat.
Zorg ervoor dat het uiteinde van het papier loodrecht is gesneden. Een diagonale snede kan problemen met de
papierinvoer veroorzaken.
Lang papier past niet in de uitvoerlade. Tref maatregelen, bijvoorbeeld een doos, om te voorkomen dat het
papier op de grond valt.
Raak papier niet aan wanneer het wordt in- of uitgevoerd. Hierdoor kunt u uw hand verwonden of kan de
afdrukkwaliteit verminderen.
Gerelateerde informatie
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 26
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 33
Lijst met papiertypen
Selecteer het papiertype dat bij het papier past voor optimale afdrukresultaten.
Medianaam Afdrukmateriaal
Bedieningspaneel Printerstuurprogramma
Epson Bright White Ink Jet Paper Gewoon papier Gewoon papier
Epson Ultra Glossy Photo Paper Ultra Glossy Epson Ultra Glossy
Epson Premium Glossy Photo Paper Premium Glossy Epson Premium Glossy
Epson Premium Semigloss Photo
Paper
Premium Semigloss Epson Premium Semigloss
Epson Photo Paper Glossy Glossy Photo Paper Glossy
Epson Matte Paper-Heavyweight Matte Epson Matte
Epson Photo Quality Ink Jet Paper Matte Epson Matte
Dik papier
(91 tot 160 g/m)
Dik-papier1 Dik-papier1
Dik papier
(161 tot 256 g/m)
Dik papier2 Dik-papier2
Originelen plaatsen
Plaats de originelen op de scannerglasplaat of de ADF.
Met de ADF kunt u meerdere originelen en beide kanten van originelen tegelijkertijd scannen.
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
37
Beschikbare originelen voor de ADF
Beschikbare papierformaten
A6
*
, A5
*
, B5, A4, Letter, Legal
*
Papiertype Gewoon papier, Gewoon papier van hoge kwaliteit, Gerecycled papier
Papierdikte (papiergewicht) 64 tot 95 g/m
Laadcapaciteit 50 bladen of 5.5 mm
* Alleen enkelzijdig scannen is beschikbaar.
Zelfs als het origineel voldoet aan de specicaties voor afdrukmateriaal dat in de ADF kan worden geplaatst, wordt
dit mogelijk niet goed ingevoerd vanuit de ADF of kan de scankwaliteit verminderen, aankelijk van de
papiereigenschappen of -kwaliteit.
c
Belangrijk:
Voer geen foto's of waardevolle kunstwerken in via de ADF. Door verkeerd invoeren kan het origineel kreuken of
beschadigd raken. Scan deze documenten in plaats daarvan op de scannerglasplaat.
Vermijd het gebruik van de volgende originelen in de ADF om storingen te voorkomen. Voor deze typen gebruikt
u de scannerglasplaat.
Originelen die gescheurd, gevouwen, gekreukeld, beschadigd of omgekruld zijn
Originelen met perforatorgaten
Originelen die bijeen worden gehouden met plakband, nietjes, paperclips enz.
Originelen met stickers of labels
Originelen die onregelmatig gesneden zijn of niet in de juiste lijn liggen
Originelen die aan elkaar gebonden zijn
Transparanten, thermisch papier of doordrukpapier
Originelen op de ADF plaatsen
1. Lijn de randen van het papier uit.
2. Verschuif de geleider van de ADF.
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
38
3. Plaats de originelen in het midden van de ADF, bedrukt zijde omhoog.
c
Belangrijk:
Laad de originelen niet tot boven de streep met het driehoekje op de ADF.
Plaats tijdens het scannen geen nieuwe originelen.
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
39
4. Schuif de ADF-geleider tegen de randen van de originelen aan.
Gerelateerde informatie
& “Beschikbare originelen voor de ADF” op pagina 38
Originelen in de ADF plaatsen om ze 2-op-1 te kopiëren
Plaats de originelen in de richting zoals weergegeven in de illustratie en selecteer de instelling voor de afdrukstand.
Liggende originelen: selecteer Richting omhoog op het bedieningspaneel zoals hieronder beschreven.
Kopiëren > Geavanceerd > Afdrukstand (origineel) > Richting omhoog
Plaats de originelen op de ADF in de richting van de pijl.
Staande originelen: selecteer Richting links op het bedieningspaneel zoals hieronder beschreven.
Kopiëren > Geavanceerd > Afdrukstand (origineel) > Richting links
Plaats de originelen op de ADF in de richting van de pijl.
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen
!
Let op:
Pas bij het sluiten van het documentdeksel op dat uw vingers niet klem komen te zitten.Anders kunt u zich
verwonden.
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
40
c
Belangrijk:
Plaatst u omvangrijke originelen zoals boeken, zorg er dan voor dat er geen extern licht op de scannerglasplaat
schijnt.
1. Open het documentdeksel.
2.
Verwijder stof en vlekken van de scannerglasplaat.
3. Plaats het origineel met de bedrukte zijde omlaag en duw het tegen de hoekmarkering.
Opmerking:
De eerste 1,5 mm vanaf de bovenrand en linkerrand van de scannerglasplaat wordt niet gescand.
Als er originelen in de ADF en op de scannerglasplaat zijn geplaatst, wordt er prioriteit gegeven aan de originelen in
de ADF.
4. Sluit het deksel voorzichtig.
c
Belangrijk:
Oefen niet te veel kracht uit op de scannerglasplaat of de documentkap.Deze kunnen anders beschadigd raken.
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
41
5. Verwijder de originelen na het scannen.
Opmerking:
Als u de originelen langdurig op de scannerglasplaat laat liggen, kunnen ze aan het oppervlak van het glas kleven.
Een extern USB-apparaat plaatsen
Een extern USB-apparaat plaatsen en verwijderen
1. Plaats een USB-apparaat in de printer.
2.
Verwijder het USB-apparaat wanneer u dit niet meer gebruikt.
Gerelateerde informatie
&
Specicaties
van extern USB-apparaat” op pagina 233
& “Toegang tot een extern USB-apparaat verkrijgen via een computer” op pagina 42
Toegang tot een extern USB-apparaat verkrijgen via een computer
U kunt gegevens op een extern USB-apparaat, zoals een USB ash drive die in de printer is ingevoerd, lezen en
schrijven vanaf een computer.
c
Belangrijk:
Bij het delen van een extern apparaat dat is ingevoerd in de printer tussen computers verbonden via USB en over
een netwerk, is schrijoegang alleen toegestaan voor de computers die zijn verbonden via de methode die u hebt
geselecteerd op de printer. Als u wilt schrijven naar het externe USB-apparaat, selecteert u een verbindingsmethode
in het volgende menu op het bedieningspaneel van de printer.
Instel. > Algemene instellingen > Printerinstellingen > Interface geheugenapp. > Bestanden deln.
Opmerking:
Als een extern USB-apparaat met grote capaciteit is aangesloten, zoals een apparaat van meer dan 2 TB, duurt het even
voordat gegevens worden herkend op de computer.
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
42
Windows
Selecteer een extern USB-apparaat in Computer of Deze Computer. De gegevens op het externe USB-apparaat
worden weergegeven.
Opmerking:
Als u de printer verbindt met het netwerk zonder de soware-CD of de Web Installer te gebruiken, kies dan een USB-poort
als netwerkstation. Open Uitvoeren en voer een printernaam in \\XXXXX of het IP-adres van een printer \
\XXX.XXX.XXX.XXX om te Openen:. Rechtsklik op een weergegeven apparaatpictogram om het netwerk toe te wijzen. Het
netwerkstation verschijnt in Computer of Deze Computer.
Mac OS
Selecteer het juiste apparaatpictogram. De gegevens op het externe USB-apparaat worden weergegeven.
Opmerking:
Verwijder een extern USB-apparaat door het apparaatpictogram naar de het prullenbakpictogram te slepen. Als u dit
niet doet kunnen gegevens op het gedeelde station niet correct worden weergegeven wanneer een andere extern USB-
apparaat wordt ingevoerd.
Om via het netwerk toegang te krijgen tot een extern opslagapparaat, selecteert u Go > Connect to Server in het menu
op het bureaublad. Voer een printernaam cifs://XXXXX of smb://XXXXX in (waarbij "xxxxx" de printernaam is) in het
Serveradres en klik dan op Ve rb in d e n.
Een e-mailserver gebruiken
Als u e-mailfuncties wilt gebruiken, zoals functies voor het doorsturen van scans en faxen, moet u de e-mailserver
congureren.
E-mailserver congureren
Controleer het volgende voordat u de e-mailserver congureert.
De printer is verbonden met het netwerk.
De gegevens van de e-mailserver, zoals de documenten van uw serviceprovider die u hebt gebruikt om e-mail te
congureren op uw computer.
Opmerking:
Als u een gratis e-mailservice gebruikt, zoals webmail, zoek dan op internet naar de juiste gegevens van de e-mailserver.
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
2. Selecteer Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Geavanceerd.
3. Selecteer E-mailserver > Serverinstellingen.
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
43
4. Tik op de vericatiemethode van de e-mailserver die u gebruikt. Het instellingenscherm wordt weergegeven.
c
Belangrijk:
De volgende authenticatiemethoden zijn beschikbaar.
Uit
POP voor SMTP
SMTP-AUTH
Neem contact op met uw internetprovider om de authenticatiemethode van de e-mailserver te weten te komen.
De printer is misschien niet in staat om met een e-mailserver te communiceren, ook al is de
authenticatiemethode beschikbaar. Dit kan het geval zijn als er extra beveiliging wordt gebruikt (bijvoorbeeld
wanneer SSL-communicatie nodig is). Ga naar de ondersteuningssite van Epson voor de recentste informatie.
http://www.epson.eu/Support (Europa)
http://support.epson.net/ (buiten Europa)
5. Congureer de toepasselijke instellingen.
Welke instellingen nodig zijn, verschilt per authenticatiemethode. Voer de gegevens in voor de e-mailserver
die u gebruikt.
6. Tik op Doorg..
Opmerking:
Als een foutmelding wordt weergegeven, controleer dan of de instellingen voor de e-mailserver correct zijn.
Als u geen e-mail kunt verzenden terwijl de verbindingscontrole wel goed verloopt, controleer dan de
authenticatiemethode voor de e-mailserver die u gebruikt.
Instelscherm e-mailserver
Items Verklaring
Geverieerde account
Als u SMTP-AUTH of POP voor SMTP selecteert als E-mail-
serververificatiemethode, voert u de gebruikersnaam (e-
mailadres) dat op de e-mailserver is geregistreerd in met
max. 255 tekens.
Geverieerd wachtw.
Als u SMTP-AUTH of POP voor SMTP selecteert als de E-
mailserververicatiemethode, voert u het wachtwoord
van de geverieerde account in met max. 20 tekens.
E-mailadres afzender Geef het e-mailadres op dat de printer gebruikt voor het ver-
zenden van e-mails.U kunt het bestaande e-mailadres opge-
ven.Om duidelijk te maken dat de e-mail van de printer
wordt verzonden, kunt u een adres verkrijgen dat
speciek
voor de printer is en dat hier invoeren.
Adres SMTP-server Voer het serveradres in van de server die de e-mail verzendt
(SMTP-server).
Poortnr. SMTP-server Voer het poortnummer in van de server die de e-mail ver-
zendt (SMTP-server).
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
44
Items Verklaring
Adres POP3-server
Als u POP voor SMTP selecteert als E-mailserververica-
tiemethode, voert u het serveradres van de server die de e-
mail ontvangt (POP3-server) in.
Poortnr. POP3-server
Als u POP voor SMTP selecteert als E-mailserververica-
tiemethode, voert u het poortnummer van de e-mailserver
die de e-mail ontvangt (POP3-server) in.
Veilige verbinding
Als u SMTP-AUTH of Uit selecteert als de E-mailserververi-
ficatiemethode, selecteert u de methode van de beveiligde
verbinding.
Een verbinding met een e-mailserver controleren
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
2. Selecteer Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Geavanceerd.
3. Selecteer E-mailserver > Verbinding controleren om te controleren of de printer verbinding hee met de e-
mailserver.
Opmerking:
Als een foutmelding wordt weergegeven, controleer dan of de instellingen voor de e-mailserver correct zijn.
Als u geen e-mail kunt verzenden terwijl de verbindingscontrole wel goed verloopt, controleer dan de
authenticatiemethode voor de e-mailserver die u gebruikt.
Meldingen die worden weergegeven tijdens Verbinding controleren
De volgende meldingen worden weergegeven tijdens het uitvoeren van een Verbinding controleren met de e-
mailserver. Als een fout optreedt, controleert u de melding en de uitleg om de status te bevestigen.
Meldingen Uitleg
De verbindingstest is gelukt. Deze melding wordt weergegeven wanneer de verbinding met de server is
gemaakt.
SMTP-servercommunicatiefout.
Controleer het volgende. -
Netwerkinstellingen
Deze melding wordt in de volgende gevallen weergegeven:
De printer is niet verbonden met een netwerk
De SMTP-server is uitgeschakeld
De netwerkverbinding is verbroken tijdens de communicatie
Er zijn onvolledige gegevens ontvangen
POP3-servercommunicatiefout.
Controleer het volgende. -
Netwerkinstellingen
Deze melding wordt in de volgende gevallen weergegeven:
De printer is niet verbonden met een netwerk
De POP3-server is uitgeschakeld
De netwerkverbinding is verbroken tijdens de communicatie
Er zijn onvolledige gegevens ontvangen
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
45
Meldingen Uitleg
Er is een fout opgetreden bij het
verbinden met de SMTP-server.
Controleer het volgende. - SMTP-
serveradres - DNS-server
Deze melding wordt in de volgende gevallen weergegeven:
Verbinden met een DNS-server is mislukt
Naamresolutie voor een SMTP-server is mislukt
Er is een fout opgetreden bij het
verbinden met de POP3-server.
Controleer het volgende. - POP3-
serveradres - DNS-server
Deze melding wordt in de volgende gevallen weergegeven:
Verbinden met een DNS-server is mislukt
Naamresolutie voor een POP3-server is mislukt
SMTP-serververicatiefout. Controleer
het volgende. -
Vericatiemethode
-
Geverieerde
account -
Geverieerd
wachtwoord
Deze melding wordt weergegeven wanneer de vericatie voor de SMTP-server is
mislukt.
POP3-serververicatiefout. Controleer
het volgende. - Vericatiemethode -
Geverieerde
account -
Geverieerd
wachtwoord
Deze melding wordt weergegeven wanneer de vericatie voor de POP3-server is
mislukt.
Niet-ondersteunde
communicatiemethode. Controleer
het volgende. - SMTP-serveradres -
SMTP-serverpoortnummer
Deze melding wordt weergegeven wanneer u probeert te communiceren met
niet-ondersteunde protocollen.
Verbinding met SMTP-server is mislukt.
Wijzig Veilige verbinding naar Geen.
Deze melding wordt weergegeven wanneer een SMTP-verschil optreedt tussen
een server en een client, of wanneer de server geen beveiligde SMTP-verbinding
(SSL-verbinding) ondersteunt.
Verbinding met SMTP-server is mislukt.
Wijzig Veilige verbinding naar SSL/TLS.
Deze melding wordt weergegeven wanneer een SMTP-verschil optreedt tussen
een server en een client, of wanneer de server een SSL/TLS-verbinding wil
gebruiken als beveiligde SMTP-verbinding.
Verbinding met SMTP-server is mislukt.
Wijzig Veilige verbinding naar
STARTTLS.
Deze melding wordt weergegeven wanneer een SMTP-verschil optreedt tussen
een server en een client, of wanneer de server een STARTTLS-verbinding wil
gebruiken als beveiligde SMTP-verbinding.
De verbinding is niet-vertrouwd.
Controleer het volgende. - Datum en
tijd
Deze melding wordt weergegeven wanneer de datum- en tijdinstelling van de
printer onjuist is of als het certicaat verlopen is.
De verbinding is niet-vertrouwd.
Controleer het volgende. - CA-
certicaat
Deze melding wordt weergegeven wanneer de printer geen basiscerticaat heeft
dat overeenkomt met de server of als een CA-certicaat niet is geïmporteerd.
De verbinding is niet beveiligd. Deze melding wordt weergegeven wanneer het verkregen certicaat beschadigd
is.
SMTP-serververicatie is mislukt.
Wijzig de
vericatiemethode
naar
SMTP-AUTH.
Deze melding wordt weergegeven wanneer een verschil optreedt in de
vericatiemethode
tussen een server en een client. De server ondersteunt
SMTP-
vericatie.
SMTP-serververicatie is mislukt.
Wijzig de vericatiemethode naar POP
voor SMTP.
Deze melding wordt weergegeven wanneer een verschil optreedt in de
vericatiemethode tussen een server en een client. De server ondersteunt geen
SMTP-vericatie
.
Het e-mailadres van de afzender is
onjuist. Wijzig naar het e-mailadres
voor uw e-mailservice.
Deze melding wordt weergegeven wanneer het opgegeven e-mailadres van de
afzender onjuist is.
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
46
Meldingen Uitleg
Geen toegang tot printer zolang
verwerking niet voltooid.
Deze melding wordt weergegeven wanneer de printer bezet is.
Contactpersonen beheren
Door een lijst met contactpersonen op te slaan kunt u makkelijk bestemmingen invoeren. U kunt tot 200
contactpersonen registreren en u kunt de contactpersonenlijst gebruiken tijdens het invoeren van een faxnummer,
een bestemming invoeren voor een gescande aeelding in een e-mail en een gescande aeelding opslaan in een
netwerkmap.
U kunt contactpersonen ook opslaan op de LDAP server.
Contacten registreren of bewerken
Opmerking:
Zorg er voordat u contacten registreert voor dat u de instellingen van de e-mailserver hebt gecongureerd voor het gebruik
van het e-mailadres.
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
2. Selecteer Contacten-beheer en selecteer vervolgens Registreren/Wissen.
3.
Voer een van de volgende handelingen uit.
Als u een nieuw contact wilt registreren, selecteert u Geg. toev. en vervolgens Contact toevoegen.
Als u een contact wilt bewerken, selecteert u het doelcontact en selecteert u vervolgens Bewerken.
Als u een contact wilt verwijderen, selecteert u het doelcontact, Wi s s e n en selecteert u vervolgens Ja. De
volgende procedures
hoe
u niet uit te voeren.
Opmerking:
U kunt een adres registreren dat op de LDAP-server in de lokale contactpersonenlijst van de printer is geregistreerd.
Geef een item weer en selecteer Opslaan in contacten.
4. Wanneer u een nieuw contact registreert, selecteert u het type contact dat u wilt registreren. Sla deze
procedure over wanneer u een contact wilt bewerken of verwijderen.
Fax: Registreer een contact (faxnummer) voor het verzenden van een fax.
E-mail: Registreer een e-mailadres voor het verzenden van een gescande aeelding of het doorsturen van
de ontvangen fax.
Netwerkmap/FTP: Registreer een netwerkmap om een gescande aeelding op te slaan of de ontvangen fax
naartoe door te sturen.
5. Voer de adresinformatie in om te registreren. Voer de vereiste items in en congureer desgewenst andere
instellingen.
Opmerking:
Als u een faxnummer invoert, moet u eerst een externe toegangscode voor het faxnummer invoeren als uw
telefoonsysteem PBX is. Deze toegangscode hebt u nodig om een buitenlijn te krijgen. Als de toegangscode is opgegeven
in de instelling van het Lijntype, voert u een hekje (#) i.p.v. de werkelijke toegangscode in. Om een pauze (drie
seconden) toe te voegen tijdens het bellen van het nummer, voegt u een koppelteken (-) toe.
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
47
6. Selecteer OK.
Contactgroepen registreren of bewerken
Contactpersonen aan een groep toevoegen zorgt ervoor dat u een faxbericht of een gescand bericht via e-mail naar
meerdere bestemmingen tegelijk kunt zenden.
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
2. Selecteer Contacten-beheer en selecteer vervolgens Registreren/Wissen.
3. Voer een van de volgende handelingen uit.
Als u een nieuwe groep wilt registreren, selecteert u Geg. toev. en vervolgens Groep toevoegen.
Als u een groep wilt bewerken, selecteert u de groep en selecteert u Bewerken.
Als u een groep wilt verwijderen, selecteert u de groep, Wi s s e n en selecteert u vervolgens Ja. De volgende
procedures hoe u niet uit te voeren.
4.
Wanneer u een nieuwe groep registreert, selecteert u het type groep dat u wilt registreren. Sla deze procedure
over wanneer u een groep wilt bewerken.
Fax: Registreer een contact (faxnummer) voor het verzenden van een fax.
E-mail: Registreer een e-mailadres voor het verzenden van een gescande aeelding of het doorsturen van
de ontvangen fax.
5. Voer de Groepsnaam (vereist) voor de groep in of wijzig deze.
6. Selecteer Contact(en) toegevoegd aan de Groep (vereist).
7. Selecteer de contactpersonen die u in de groep wilt opslaan.
Opmerking:
U kunt tot 200 contactpersonen registreren.
Tik opnieuw op een contact als u de selectie wilt opheen.
8. Selecteer Sluiten.
9.
Congureer
de overige benodigde instellingen.
Registernummer: Hiermee stelt u het nummer van de groep in.
Indexwoord: Hiermee stelt u het indexwoord voor de groep in.
Toewijzen aan freq. gebr.: Hiermee stelt u de groep in als een veelgebruikte groep. De groep wordt boven
aan het scherm weergegeven wanneer u het adres opgee.
10.
Selecteer OK.
Veelgebruikte contacten registreren
Wanneer u veelgebruikte contacten registreert, worden de contacten boven aan het scherm waar u het adres
opgee,
weergegeven.
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
48
2. Selecteer Contacten-beheer en selecteer vervolgens Frequent.
3. Selecteer het type contact dat u wilt registreren.
4. Selecteer Bewerken.
Opmerking:
Selecteer Sorteren om de volgorde van de contacten te bewerken.
5. Selecteer veelgebruikte contacten die u wilt registreren en selecteer vervolgens OK.
Opmerking:
Tik opnieuw op een contact als u de selectie wilt opheen.
U kunt in de contactlijst naar adressen zoeken. Voer in het vak boven aan het scherm het zoekwoord in.
6. Selecteer Sluiten.
Contacten registreren op een computer
Met Web Cong kunt u een contactlijst maken op uw computer en deze importeren naar de printer.
Raadpleeg de Beheerdershandleiding.
Een back-op maken van contacten maken met een computer
Met Web
Cong
kunt u ook een back-up maken van de contactgegevens die op de printer zijn opgeslagen, naar de
computer.
Raadpleeg de Beheerdershandleiding.
Gegevens van contactpersonen kunnen verloren gaan bij printerstoringen. Het wordt aanbevolen elke keer dat u
gegevens hebt bijgewerkt een back-up te maken. Epson is niet verantwoordelijk voor gegevensverlies, voor de back-
up of het ophalen van gegevens en/of instellingen, zelfs niet tijdens een garantieperiode.
Uw favoriete instellingen vastleggen als
voorinstelling
U kunt vaak gebruikte kopieer-, fax- en scaninstellingen opslaan als voorinstelling.U kunt tot 50 items
registreren.Als u de voorinstellingen niet kunt bewerken, zijn deze mogelijk door de beheerder geblokkeerd.Neem
voor assistentie contact op met uw printerbeheerder.
Als u een voorinstelling wilt opslaan, selecteert u in het startscherm Presets, selecteert u Nieuwe toevoegen en
selecteert u vervolgens de functie waarvoor u een voorinstelling wilt opslaan.Congureer de benodigde
instellingen, selecteer
en voer vervolgens een naam in voor de voorinstelling.
Om een opgeslagen voorinstelling te laden, selecteer de voorinstelling in de lijst.
U kunt het huidige adres en de huidige instellingen ook vastleggen door voor elke functie op het scherm
te
selecteren.
Als u de vastgelegde instellingen wilt wijzigen, wijzigt u de instellingen op het scherm voor elke functie en
selecteert u
.Selecteer Registreren op voorinstellingen en selecteer het doel dat u wilt overschrijven.
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
49
Menuopties voor Presets
Selecteer op de vastgelegde voorinstelling om de details van de geregistreerde instellingen weer te geven.U kunt
de geregistreerde naam wijzigen door de naam te selecteren in het detailscherm.
:
Wis de geregistreerde voorinstelling.
Toev. /Verw.:
Voeg de geregistreerde voorinstelling aan het startscherm toe als sneltoetspictogram of wis deze.
Gebruik deze instelling:
Laad de geregistreerde voorinstelling.
Menuopties voor Instel.
Selecteer in het startscherm van de printer Instel. om de verschillende instellingen te congureren.
Menuopties voor Algemene instellingen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Algemene instellingen
Basisinstellingen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Algemene instellingen > Basisinstellingen
Instellingen die door de beheerder zijn vergrendeld, kunnen niet worden gewijzigd.
Lcd-helderheid:
Hiermee past u de helderheid van het display aan.
Geluid:
Hiermee past u het volume en het type van het geluid aan.
Slaaptimer:
Pas de tijdsduur aan voor het inschakelen van de slaapmodus (energiebesparingsmodus) wanneer de
printer geen bewerkingen uitvoert. Het lcd-scherm gaat uit als de ingestelde tijd is verstreken.
Uitschakelingstimer:
Uw product hee mogelijk deze functie of de functie Uitschakelinst., aankelijk van de plaats van
aankoop.
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
50
Selecteer deze instelling om de printer automatisch uit te schakelen als deze gedurende een
vastgestelde periode niet wordt gebruikt. U kunt instellen hoelang het duurt voordat stroombeheer
wordt toegepast. Elke verhoging is van invloed op de energiezuinigheid van het product. Denk aan
het milieu voordat u wijzigingen doorvoert.
Uitschakelinst.:
Uw product hee mogelijk deze functie of de functie Uitschakelingstimer, aankelijk van de plaats
van aankoop.
Uitschakelen indien inactief
Selecteer deze instelling om de printer automatisch uit te schakelen als deze gedurende een
vastgestelde periode niet wordt gebruikt. Elke verhoging is van invloed op de energiezuinigheid
van het product. Denk aan het milieu voordat u wijzigingen doorvoert.
Uitschakelen indien losgekoppeld
Als u deze instelling selecteert, schakelt de printer na 30 minuten uit als alle netwerkpoorten,
inclusief de LINE-poort, zijn losgekoppeld. Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, aankelijk
van de regio.
Datum/tijd instellen:
Datum/tijd
Voer de actuele datum en tijd in.
Zomertijd
Selecteer de zomertijdinstelling van uw regio.
Tij dsvers chil
Voer het tijdverschil in tussen uw plaatselijke tijd en de UTC (Coordinated Universal Time).
Land/regio:
Selecteer het land of de regio waarin u de printer gebruikt. Als u de instelling voor land/regio wijzigt,
worden de standaardinstellingen van de fax herstelt en moet u deze opnieuw selecteren.
Taal/Language:
Selecteer de taal van het lcd-scherm.
Opstartscherm:
Geef het eerste menu op dat op het lcd-scherm wordt weergegeven wanneer de printer wordt
ingeschakeld en Time-out bewerking is ingeschakeld.
Startscherm bewerken:
Wijzig de lay-out van de pictogrammen op het lcd-scherm. U kunt ook pictogrammen toevoegen,
wissen of vervangen.
Achtergrondafbeelding:
Verander de achtergrondkleur van het lcd-scherm.
Time-out bewerking:
Selecteer Aan om terug te keren naar het beginscherm wanneer gedurende een vastgestelde tijd geen
bewerkingen zijn uitgevoerd. Wanneer functiebeperkingen zijn toegepast en er gedurende een
vastgestelde tijd geen bewerkingen zijn uitgevoerd, wordt u afgemeld en wordt het beginscherm
weergegeven.
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
51
Algem. afdrukinst.:
Deze afdrukinstellingen worden toegepast wanneer u afdrukt vanaf een extern apparaat zonder
gebruik te maken van het printerstuurprogramma.
Oset boven:
Hiermee past u de bovenmarge van het papier aan.
Oset links:
Hiermee past u de linkermarge van het papier aan.
Oset boven achter:
Hiermee past u de bovenmarge van het papier voor de achterzijde van de pagina aan bij
dubbelzijdig afdrukken.
Oset links achter:
Hiermee past u de linkermarge van het papier voor de achtermarge van de pagina aan bij
dubbelzijdig afdrukken.
Controleer papierbreedte:
Selecteer Aan om voor het afdrukken de papierbreedte te controleren. Hierdoor voorkomt u
dat er over de randen van het papier wordt afgedrukt wanneer het papierformaat onjuist is
ingesteld. Het afdrukken kan hierdoor iets langer duren.
Lege pagina overslaan:
Hiermee worden lege pagina's in de afdrukgegevens automatisch overgeslagen.
Auto probleemopl.:
Selecteer een actie bij het optreden van een fout bij dubbelzijdig afdrukken of vol geheugen.
Aan
Hiermee wordt een waarschuwing weergegeven en wordt in de modus voor enkelzijdig afdrukken
afgedrukt wanneer er tijdens dubbelzijdig afdrukken een fout is opgetreden, of worden alleen de
gegevens afgedrukt die de printer
hee
kunnen verwerken toen het geheugen vol was.
Uit
Er wordt een foutmelding weergegeven en de afdruktaak wordt geannuleerd.
Interface geheugenapp.:
Geheugenapp.:
Selecteer Inschakelen als u wilt dat de printer toegang krijgt tot een geplaatst geheugenapparaat.
Als Uitschakelen is geselecteerd, kunt u met de printer geen gegevens naar het geheugenapparaat.
Hierdoor wordt vermeden dat vertrouwelijke documenten illegaal worden verwijderd.
Bestanden deln:
Selecteer de toegang tot het geheugenapparaat voor schrijven vanuit een computer die via een
USB-aansluiting of via een netwerkaansluiting is verbonden.
Dik papier:
Selecteer Aan om te voorkomen dat inkt op uw afdrukken vlekt. De afdruksnelheid kan hierdoor
worden verlaagd.
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
53
Stille modus:
Selecteer Aan om het geluid tijdens het afdrukken te verminderen. De afdruksnelheid kan hierdoor
worden verlaagd. Aankelijk van de door u gekozen instellingen voor het papiertype en de
afdrukkwaliteit, merkt u mogelijk niet veel verschil in het geluid dat de printer produceert.
Droogtijd voor inkt:
Selecteer de droogtijd van de inkt die u wilt gebruiken bij dubbelzijdig afdrukken. De printer drukt
de andere zijde af nadat de ene zijde is afgedrukt. Als uw afdruk is gevlekt, verhoogt u de
tijdsinstelling.
Bidirectioneel:
Selecteer Aan om da afdrukrichting te wijzigen. Drukt af wanneer de printkop naar links beweegt en
wanneer hij naar rechts beweegt. Als verticale of horizontale lijnen op uw afdrukken niet scherp of
niet goed uitgelijnd zijn, kunt u dit probleem mogelijk verhelpen door deze functie uit te schakelen.
De afdruksnelheid kan dan wel afnemen.
PC-verbinding via USB:
Selecteer Inschakelen om de computer toegang te geven tot de printer wanneer deze via USB is
verbonden. Wanneer Uitschakelen wordt geselecteerd, worden afdruktaken en scantaken die niet via
een netwerkverbinding gaan beperkt.
Gerelateerde informatie
& “Papier laden” op pagina 26
& “JPEG-bestanden afdrukken vanaf een geheugenapparaat” op pagina 87
& “TIFF-bestanden afdrukken vanaf een geheugenapparaat” op pagina 88
Netwerkinstellingen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen
Instellingen die door de beheerder zijn vergrendeld, kunnen niet worden gewijzigd.
Wi-Fi instellen:
Congureer de instellingen voor de draadloze netwerkverbinding of wijzig deze. Kies uit de volgende
opties de gewenste verbindingsmethode en volg de instructies op het lcd-scherm.
Router
Wi - Fi D i rec t
Bekabelde LAN-installatie:
Stel een netwerkverbinding in die gebruikmaakt van een LAN-kabel en een router, of wijzig deze.
Wanneer deze functie wordt gebruikt, zijn Wi-Fi-verbindingen uitgeschakeld.
Netwerkstatus:
Hiermee worden de actuele netwerkinstellingen weergegeven of afgedrukt.
Status vast netwerk/Wi-Fi
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
54
Wi-Fi Direct-status
Status e-mailserver
statusvel
Controle van netwerkverbinding:
Hiermee controleert u de huidige netwerkverbinding en drukt u een rapport af. Als er problemen zijn
met de verbinding, kunt u het rapport raadplegen om het probleem te verhelpen.
Geavanceerd:
Geef de volgende gedetailleerde instellingen op.
Apparaatnaam
TCP/IP
Proxy-server
E-mailserver
IPv6-adres
MS netwerk delen
NFC
link Speed & Duplex
HTTP omleiden naar HTTPS
IPsec/IP-lter
uitschakelen
IEEE802.1X uitschakelen
Webservice-instellingen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Algemene instellingen > Webservice-instellingen
Instellingen die door de beheerder zijn vergrendeld, kunnen niet worden gewijzigd.
Epson Connect-services:
Gee aan of de printer geregistreerd en verbonden is met Epson Connect.
Als u zich wilt aanmelden bij de service, selecteert u Registreren en volgt u de instructies.
Wanneer u de printer hebt geregistreerd, kunt u de volgende instellingen wijzigen.
Onderbreken/hervatten
Registratie
opheen
Raadpleeg voor meer informatie de volgende website.
https://www.epsonconnect.com/
http://www.epsonconnect.eu (alleen Europa)
Afdrukservices van Google Cloud:
Gee aan of de printer geregistreerd en verbonden is met Google Cloud Print-services.
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
55
Wanneer u de printer hebt geregistreerd, kunt u de volgende instellingen wijzigen.
Inschakelen/Uitschakelen
Registratie opheen
Ga voor meer informatie over het registreren bij Google Cloud Print-services naar de volgende website.
https://www.epsonconnect.com/
http://www.epsonconnect.eu (alleen Europa)
Gerelateerde informatie
& “Afdrukken via een netwerkservice” op pagina 185
Systeembeheer
Selecteer het menu op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Algemene instellingen > Systeembeheer
Beheerders gebruiken deze functie. Raadpleeg de Beheerdershandleiding.
Menuopties voor Afdrukteller
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Afdrukteller
Gee het totale aantal afdrukken, zwart-witafdrukken en kleurenafdrukken weer vanaf het moment waarop u de
printer hebt aangescha.
Menuopties voor Voorraadstatus
Selecteer het menu op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Voorraadstatus
Gee het geschatte inktniveau en de levensduur van de onderhoudsset weer.
Als het symbool ! wordt weergegeven, is de inkt bijna op of de onderhoudsset bijna vol. Als het symbool X wordt
weergegeven, moet u het item vervangen omdat de inkt op is of omdat de onderhoudscassette vol is.
Menuopties voor Onderhoud
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Onderhoud
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
56
Aanpassing afdrukkwaliteit:
Selecteer deze functie als er problemen zijn met uw afdrukken. U kunt controleren of er
spuitkanaaltjes verstopt zijn, en indien nodig de printkop reinigen. Vervolgens kunt u enkele
parameters aanpassen om de afdrukkwaliteit te verbeteren.
PrintkopControle spuitm.:
Selecteer deze functie om te controleren of de spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zijn. De
printer drukt een spuitkanaaltjespatroon af.
Printkop reinigen:
Selecteer deze functie om verstopte spuitkanaaltjes in de printkop te reinigen.
Printkop uitlijnen:
Selecteer deze functie om de printkop bij te stellen om de afdrukkwaliteit te verbeteren.
Uitl. lijn regelafst.
Selecteer deze functie om verticale lijnen uit te lijnen.
Horizontale uitlijning
Selecteer deze functie als zich op uw afdrukken op regelmatige afstand horizontale strepen
bevinden.
Papiergeleider reinigen:
Selecteer deze functie als zich op de interne rollen inktvlekken bevinden. De printer voert papier in
om de interne rollen te reinigen.
Periodieke reiniging:
De printer voert automatisch PrintkopControle spuitm. en Printkop reinigen, gebaseerd op de
opgegeven tijdsduur. Selecteer Aan om optimale printkwaliteit te bewaken. Voer onder de volgende
omstandigheden zelf PrintkopControle spuitm. en Printkop reinigen uit.
Afdrukproblemen
Wanneer Uit is geselecteerd voor Periodieke reiniging
Wanneer u met hoge kwaliteit afdrukt, bijvoorbeeld foto's
Wanneer het bericht Printkop reinigen wordt weergegeven op het lcd-scherm
Gerelateerde informatie
& “De afdrukkwaliteit aanpassen” op pagina 202
& De printkop controleren en reinigen” op pagina 170
& “De printkop uitlijnen” op pagina 171
& “Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken” op pagina 173
Menuopties voor Taal/Language
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Taal/Language
Selecteer de taal van het lcd-scherm.
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
57
Menuopties voor Printerstatus/afdrukken
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Printerstatus/afdrukken
Statusv.afdrukk.:
Statusblad conguratie:
Hiermee drukt u informatiebladen af met de actuele status en instellingen van de printer.
Statusblad voorraad:
Hiermee drukt u informatiebladen af met de status van de verbruiksaccessoires.
Blad gebruiksgeschiedenis:
Hiermee drukt u informatiebladen af met de gebruiksgeschiedenis van de printer.
Netwerk:
Hiermee worden de actuele netwerkinstellingen weergegeven.
Menuopties voor Contacten-beheer
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Contacten-beheer
Registreren/Wissen:
Registreer en/of wis contacten voor de menu's Fax, Scannen naar computer (E-mail) en Scan naar
netwerkmap/FTP.
Frequent:
Registreer veelgebruikte contacten zodat u hier snel toegang tot hebt. U kunt de volgorde van de lijst
ook wijzigen.
Contacten afdrukken:
Druk de contactlijst af.
Weergaveopties:
Wijzig de manier waarop de contactlijst wordt weergegeven.
Zoekopties:
Wijzig de methode voor het zoeken naar contacten.
Menuopties voor Gebruikersinstellingen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Gebruikersinstellingen
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
58
Instellingen die door de beheerder zijn vergrendeld, kunnen niet worden gewijzigd.
U kunt de standaardinstelling wijzigen van de volgende menu's.
Scan naar netwerkmap/FTP
Scannen naar computer (E-mail)
Scan naar geheugenkaart
Scan naar cloud
Kopieerinstellingen
Fax
Stroom besparen
De printer gaat in slaapstand of gaat automatisch uit als er een bepaalde tijd geen handelingen worden verricht. U
kunt instellen hoelang het duurt voordat stroombeheer wordt toegepast. Elke verhoging is van invloed op de
energiezuinigheid van het product. Denk aan het milieu voordat u wijzigingen doorvoert.
Aankelijk van de plaats van aankoop, kan de printer een functie hebben voor het automatisch uitschakelen als
het apparaat gedurende 30 minuten niet is verbonden met het netwerk.
Energie besparen — Bedieningspaneel
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
2. Selecteer Algemene instellingen > Basisinstellingen.
3. Voer een van de volgende handelingen uit.
Selecteer Slaaptimer of Uitschakelinst. > Uitschakelen indien inactief of Uitschakelen indien
losgekoppeld en maak dan de instellingen.
Selecteer Slaaptimer of Uitschakelingstimer en stel dan de instellingen in.
Opmerking:
Uw product
hee
mogelijk de functie Uitschakelinst. of Uitschakelingstimer,
aankelijk
van de plaats van aankoop.
Gebruikershandleiding
De printer voorbereiden
59
Afdrukken
Afdrukken vanuit het printerstuurprogramma in
Windows
Als u bepaalde printerdriverinstellingen niet kunt wijzigen, dan zijn deze mogelijk geblokkeerd door de beheerder.
Neem voor assistentie contact op met uw printerbeheerder.
Het printerstuurprogramma openen
Wanneer u het printerstuurprogramma opent vanuit het conguratiescherm van de computer, worden de
instellingen toegepast op alle toepassingen.
De printerdriver openen via het bedieningspaneel
Windows 10/Windows Server 2016
Rechtsklik op de knop Start en selecteer Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in Hardware
en geluiden.Klik met de rechtermuisknop op uw printer, of houd de printer ingedrukt en selecteer
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Windows 8.1/Windows 8/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012
Selecteer Bureaublad > Instellingen > Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in Hardware
en geluiden.Klik met de rechtermuisknop op uw printer, of houd de printer ingedrukt en selecteer
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Windows 7/Windows Server 2008 R2
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in Hardware en
geluiden.Klik met de rechtermuisknop op uw printer en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Windows Vista/Windows Server 2008
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Printers in Hardware en geluiden.Klik met de
rechtermuisknop op uw printer en selecteer Voorkeursinstellingen selecteren.
Windows XP/Windows Server 2003 R2/Windows Server 2003
Klik op de knop Start, selecteer
Conguratiescherm
> Printers en andere hardware > Printers en
faxapparaten.Klik met de rechtermuisknop op uw printer en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Het printerstuurprogramma openen via het printerpictogram op de taakbalk
Het printerpictogram op de taakbalk van het bureaublad is een snelkoppeling waarmee u snel de printerdriver
kunt openen.
Als u op het printerpictogram klikt en Printerinstellingen selecteert, kunt u hetzelfde venster met
printerinstellingen openen als het venster dat u opent via het bedieningspaneel.Als u op dit pictogram dubbelklikt,
kunt u de status van de printer controleren.
Opmerking:
Als het printerpictogram niet op de taakbalk wordt weergegeven, open dan het venster van de printerdriver, klik op
Controlevoorkeursinstellingen op het tabblad Hulpprogramma's en selecteer vervolgens Snelkoppelingspictogram
registreren op taakbalk.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
60
Basisprincipes voor afdrukken
Opmerking:
Bewerkingen kunnen aankelijk van de toepassing verschillen. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
1. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
Laad papier in de printer, als er nog geen papier is geladen.
2. Selecteer Afdrukken of Pagina-instelling in het menu Bestand.
3. Selecteer uw printer.
4. Selecteer Vo ork eu ren of Eigenschappen om het venster van de printerdriver te openen.
5. Wijzig indien nodig de instellingen.
Zie de menuopties voor het printerstuurprogramma voor meer informatie.
Opmerking:
U kunt ook de online-Help raadplegen voor een uitleg van de instellingsitems. Als u met de rechtermuisknop op een
item klikt, wordt Help weergegeven.
Wanneer u Afdrukvoorbeeld selecteert, kunt u een voorbeeldweergave bekijken van het document voordat u dit
afdrukt.
6. Klik op OK om het venster van het printerstuurprogramma te sluiten.
7. Klik op Druk af.
Opmerking:
Wanneer u Afdrukvoorbeeld selecteert, wordt een voorbeeldvenster weergegeven. Als u de instellingen wilt wijzigen,
klikt u op Annuleren en herhaalt u de procedure vanaf stap 2.
Gerelateerde informatie
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 26
Gebruikershandleiding
Afdrukken
61
& “Papier in de Papiercassette laden” op pagina 31
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 33
& “Lijst met papiertypen” op pagina 37
& “Het tabblad Hoofdgroep” op pagina 77
Dubbelzijdig afdrukken
U kunt dubbelzijdig afdrukken.U kunt ook een brochure afdrukken door de pagina's te herschikken en de afdruk
te vouwen.
Opmerking:
U kunt automatisch en handmatig dubbelzijdig afdrukken gebruiken.Draai tijdens handmatig dubbelzijdig afdrukken
het papier om op de andere zijde af te drukken als de printer klaar is met afdrukken op de eerste zijde.
Als u geen papier gebruikt dat geschikt is voor dubbelzijdig afdrukken, kan de afdrukkwaliteit achteruitgaan en kan het
papier vastlopen.
Aankelijk
van het papier en de gegevens, kan inkt doorlekken naar de andere zijde van het papier.
Gerelateerde informatie
&
“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 26
Printerinstellingen
Handmatig dubbelzijdig afdrukken is beschikbaar wanneer EPSON Status Monitor 3 ingeschakeld is.De functie is
echter mogelijk niet beschikbaar wanneer de printer wordt gebruikt via een netwerk of als een gedeelde printer.
Opmerking:
Als u EPSON Status Monitor 3 wilt inschakelen, klikt u op Extra instellingen op het tabblad Hulpprogramma's en
selecteert u vervolgens EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
1.
Selecteer op het tabblad Hoofdgroep in het printerstuurprogramma een optie bij Dubbelzijdig afdrukken.
2. Klik op Instellingen, congureer de instellingen en klik op OK.
Congureer
desgewenst instellingen voor Afdrukdichtheid.Deze instelling is niet beschikbaar wanneer u
handmatig dubbelzijdig afdrukken selecteert.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
62
Opmerking:
Selecteer Boekje om een gevouwen boekje af te drukken.
Als u Afdrukdichtheid instelt, kunt u de afdrukdichtheid aanpassen op basis van het documenttype.
Het afdrukken kan langzaam zijn aankelijk van de optiecombinatie die u hebt geselecteerd voor Documenttype
selecteren in het venster Afdrukdichtheid aanpassen en voor Kwalite it op het tabblad Hoofdgroep.
3. Klik op Druk af.
Wanneer bij handmatig dubbelzijdig afdrukken de eerste zijde klaar is, verschijnt een pop-upvenster op de
computer.Volg de instructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
& “Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 61
& “Het tabblad Hoofdgroep” op pagina 77
Meerdere pagina's op één vel afdrukken
U kunt twee of vier pagina's met gegevens op één vel papier afdrukken.
Printerinstellingen
Selecteer op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma de optie 2 per vel of 4 per vel bij Meerdere
pagina's.
Gerelateerde informatie
& “Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 61
& “Het tabblad Hoofdgroep” op pagina 77
Gebruikershandleiding
Afdrukken
63
Afdrukken en op paginavolgorde stapelen (Afdrukken in
omgekeerde volgorde)
U kunt beginnen met het afdrukken van de laatste pagina zodat de documenten met de juiste paginavolgorde
worden opgestapeld.
Printerinstellingen
Selecteer op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma de optie Omgekeerde volgorde.
Gerelateerde informatie
&
“Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 61
&
“Het tabblad Hoofdgroep” op pagina 77
Een verkleind of vergroot document afdrukken
U kunt het formaat van een document met een bepaald percentage vergroten of verkleinen om het passend te
maken voor het papier dat in de printer is geladen.
Printerinstellingen
Selecteer op het tabblad Meer opties in het printerstuurprogramma het documentformaat in de instelling
documentformaat.Selecteer het papierformaat waarop u wilt afdrukken in de instelling Uitvoerpapier.Selecteer
Gebruikershandleiding
Afdrukken
64
Verklein/vergroot d ocument en kies dan Volledige pagina of Zoomen naar.Als u Zoomen naar selecteert, moet
u een percentage invoeren.
Selecteer Centreren om aeeldingen in het midden van de pagina af te drukken.
Gerelateerde informatie
& “Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 61
& “Het tabblad Meer opties” op pagina 78
Een afbeelding vergroot afdrukken op meerdere vellen (een poster
maken)
Met deze functie kunt u één
aeelding
afdrukken op meerdere vellen papier. U kunt een grotere poster maken
door ze samen te plakken.
Printerinstellingen
Selecteer op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma de optie 2x1 Poster, 2x2 Poster, 3x3 Poster
of 4x4 Poster bij Meerdere pagina's. Als u op Instellingen klikt, kunt u de delen selecteren die u niet wilt
afdrukken. U kunt ook de opties selecteren voor de snijlijnen.
Gerelateerde informatie
& “Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 61
& “Het tabblad Hoofdgroep” op pagina 77
Gebruikershandleiding
Afdrukken
65
Posters maken met behulp van Overlappende uitlijningstekens
In dit voorbeeld ziet u hoe u een poster maakt wanneer 2x2 Poster geselecteerd is en Overlappende
uitlijningstekens geselecteerd is bij Snijlijnen afdrukken.
1. Prepareer Sheet 1 en Sheet 2. Knip de marges van Sheet 1 langs de verticale blauwe lijn door het midden van
de kruisjes boven en onder.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
66
2. Plaats de rand van Sheet 1 op Sheet 2 en lijn de kruisjes uit. Plak de twee vellen aan de achterkant voorlopig
aan elkaar vast.
3.
Knip de vastgeplakte vellen in twee langs de verticale rode lijn door de uitlijningstekens (ditmaal door de lijn
links van de kruisjes).
Gebruikershandleiding
Afdrukken
67
4. Plak de vellen aan de achterkant aan elkaar.
5. Herhaal stap 1 t/m 4 om Sheet 3 en Sheet 4 aan elkaar te plakken.
6. Knip de marges van Sheet 1 en Sheet 2 angs de horizontale blauwe lijn door het midden van de kruisjes aan de
linker- en rechterkant.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
68
7. Plaats de rand van Sheet 1 en Sheet 2 op Sheet 3 en Sheet 4 en lijn de kruisjes uit. Plak de vellen dan voorlopig
aan de achterkant aan elkaar.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
69
8. Knip de vastgeplakte vellen in twee langs de horizontale rode lijn door de uitlijningstekens (ditmaal door de
lijn boven de kruisjes).
9. Plak de vellen aan de achterkant aan elkaar.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
70
10. Knip de resterende marges af langs de buitenste lijn.
Afdrukken met een kop- en voettekst
U kunt de gebruikersnaam en afdrukdatum afdrukken in een kop- of voettekst.
Printerinstellingen
Klik op het tabblad Meer opties in het printerstuurprogramma op Waterm erkf unct ies en selecteer vervolgens
Koptekst/voettekst. Klik op Instellingen en selecteer vervolgens de items die u wilt afdrukken.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
71
Gerelateerde informatie
& “Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 61
& “Het tabblad Meer opties” op pagina 78
Een watermerk afdrukken
U kunt een watermerk, bijvoorbeeld "Vertrouwelijk", of een antikopieerpatroon op uw documenten afdrukken.Als
u een antikopieerpatroon afdrukt, verschijnen de verborgen letters wanneer het document wordt gekopieerd, om
het origineel te onderscheiden van de kopieën.
Antikopieerpatroon is beschikbaar als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Papier: normaal papier, kopieerpapier, brieoofd, gerecycled papier, gekleurd papier, voorgedrukt papier of
normaal papier van hoge kwaliteit
Kwaliteit: Standaard
Automatisch dubbelzijdig afdrukken: niet geselecteerd
Kleurcorrectie: Automatisch
Opmerking:
U kunt ook uw eigen watermerk of antikopieerpatroon toevoegen.
Printerinstellingen
Klik op het tabblad Meer opties in het printerstuurprogramma op Waterm erkf unct ies en selecteer vervolgens
Antikopieerpatroon of Watermerk. Klik op Instellingen om details te wijzigen zoals het formaat, de dichtheid of
de positie van het watermerk.
Gerelateerde informatie
& “Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 61
& “Het tabblad Meer opties” op pagina 78
Gebruikershandleiding
Afdrukken
72
Met een wachtwoord beschermde bestanden afdrukken
U kunt een wachtwoord instellen voor een afdruktaak, zodat de taak pas kan worden afgedrukt nadat het
wachtwoord is ingevoerd op het bedieningspaneel van de printer.
Printerinstellingen
Selecteer op het tabblad Meer opties in het printerstuurprogramma Vertrouwelijke afdruktaak en voer vervolgens
een wachtwoord in.
Als u de taak wilt afdrukken, selecteert u op het startscherm van het bedieningspaneel van de printer de optie
Ver trouwelijke afdr ukt.. Selecteer de taak die u wilt afdrukken en voer vervolgens het wachtwoord in.
Gerelateerde informatie
& “Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 61
& “Het tabblad Meer opties” op pagina 78
Meerdere bestanden tegelijkertijd afdrukken
Met Taken indelen Lite kunt u meerdere bestanden die door verschillende toepassingen zijn gemaakt combineren
en als één afdruktaak afdrukken. U kunt de afdrukinstellingen, zoals de lay-out voor meerdere pagina's en
dubbelzijdig afdrukken, voor gecombineerde bestanden congureren.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
73
Printerinstellingen
Selecteer op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma de optie Taken indelen Lite. Als u begint
met afdrukken wordt het venster Taken indelen Lite weergegeven. Open het bestand dat u met het huidige bestand
wilt combineren terwijl het venster Taken indelen Lite openstaat. Herhaal vervolgens de bovenstaande stappen.
Wanneer u een afdruktaak selecteert die is toegevoegd aan Afdrukproject in het venster Taken indelen Lite, kunt u
de paginalay-out bewerken.
Klik op Afdrukken in het menu Bestand om het afdrukken te starten.
Opmerking:
Als u het venster Taken indelen Lite sluit voordat alle afdrukgegevens zijn toegevoegd aan het Afdrukproject, wordt de
afdruktaak waaraan u werkt geannuleerd. Klik op Opslaan in het menu Bestand om de huidige taak op te slaan. De
bestandsextensie van de opgeslagen bestanden is "ecl".
Als u een Afdrukproject wilt openen, klikt u op Take n in del e n Lite op het tabblad Hulpprogramma's van het
printerstuurprogramma om het venster Taken indelen Lite te openen. Selecteer vervolgens Openen in het menu Bestand om
het bestand te selecteren.
Gerelateerde informatie
& “Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 61
& “Het tabblad Hoofdgroep” op pagina 77
Afdrukken met de afdrukfunctie Universele kleuren
U kunt de zichtbaarheid van tekst en aeeldingen op afdrukken verbeteren.
Color Universal afdrukken is alleen beschikbaar als de volgende instellingen zijn geselecteerd.
Papiertype: normaal papier, kopieerpapier, brieoofd, gerecycled papier, gekleurd papier, voorgedrukt papier,
normaal papier van hoge kwaliteit
Kwaliteit: Standaard of een hogere kwaliteit
Afdrukkleur: Kleur
Toepassingen: Microso® Oce 2007 of nieuwer
Tekstgrootte: 96-punts of kleiner
Printerinstellingen
Klik op het tabblad Meer opties van het printerstuurprogramma op de optie
Aeeldingsopties
in de instelling
voor Kleurcorrectie. Selecteer een optie in de instelling Color Universal afdrukken. Klik op Verbeteropties om
verdere instellingen te congureren.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
74
Opmerking:
Sommige tekens worden mogelijk gewijzigd in patronen, zoals "+" dat wordt weergegeven als "±".
Met deze instellingen kunnen toepassingsspecieke patronen en onderstrepingen de afgedrukte inhoud wijzigen.
De afdrukkwaliteit kan afnemen voor foto's en andere aeeldingen wanneer u de Color Universal afdrukken-instellingen
gebruikt.
Als u Color Universal afdrukken-instellingen gebruikt, wordt het afdrukken vertraagd.
Gerelateerde informatie
& “Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 61
& “Het tabblad Meer opties” op pagina 78
De afdrukkleur aanpassen
U kunt de kleuren aanpassen die voor een afdruktaak worden gebruikt.
Opmerking:
Deze aanpassingen worden niet doorgevoerd in de oorspronkelijke gegevens.
Printerinstellingen
Selecteer op het tabblad Meer opties van het printerstuurprogramma de optie Aangepast bij Kleurcorrectie. Klik
op Geavanceerd om het scherm Kleurcorrectie te openen en selecteer de kleurcorrectiemethode.
Opmerking:
Automatisch wordt geselecteerd als standaard op het tabblad Meer opties. Met deze instelling worden de kleuren
automatisch aangepast aan de instellingen voor het papiertype en de afdrukkwaliteit.
PhotoEnhance in het scherm Kleurcorrectie past de kleur aan door de locatie van het onderwerp te analyseren. Als u de
locatie van het onderwerp hebt gewijzigd door verkleinen, vergroten, bijsnijden of roteren, kan de kleur onverwacht
veranderen. Als de aeelding niet is scherpgesteld, is de kleurtoon mogelijk onnatuurlijk. Als de kleur is gewijzigd of
onnatuurlijk is geworden, druk dan niet in PhotoEnhance maar in een andere modus af.
Gerelateerde informatie
& “Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 61
& “Het tabblad Meer opties” op pagina 78
Gebruikershandleiding
Afdrukken
75
Dunne lijnen benadrukken tijdens het afdrukken
Lijnen die te dun zijn om af te drukken, kunnen dikker worden gemaakt.
Printerinstellingen
Klik op het tabblad Meer opties van het printerstuurprogramma op de optie Aeeldingsopties in de instelling
voor Kleurcorrectie. Selecteer Dunne lijnen benadrukken.
Gerelateerde informatie
& “Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 61
& “Het tabblad Meer opties” op pagina 78
Duidelijke streepjescodes afdrukken
U kunt een streepjescode duidelijk afdrukken, zodat deze eenvoudig kan worden gescand. Schakel deze functie
alleen in als de streepjescode die u hebt afgedrukt niet kan worden gescand.
Onder de volgende voorwaarden kunt u deze functie gebruiken.
Papier: normaal papier, kopieerpapier, brieoofd, gerecycled papier, gekleurd papier, voorgedrukt papier,
normaal papier van hoge kwaliteit, dik papier met een dikte van 91 tot 256 g/m² of enveloppen
Kwaliteit: Standaard, Hoog (niet beschikbaar voor papier met een dikte van 161 tot 256 g/m²)
Opmerking:
Aankelijk van de omstandigheden is het opheen van wazigheid soms niet mogelijk.
Printerinstellingen
Klik op het tabblad Hulpprogramma's in het printerstuurprogramma op Extra instellingen en selecteer
vervolgens Streepjescodemodus.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
76
Gerelateerde informatie
& “Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 61
& “Het tabblad Hulpprogramma's” op pagina 79
Afdrukken annuleren
U moet de afdruktaak op de computer zelf annuleren. U kunt u een afdruktaak echter niet via de computer
annuleren als de taak volledig naar de printer is verzonden. In dit geval moet u de afdruktaak via het
bedieningspaneel op de printer zelf annuleren.
Annuleren
Klik op de computer met de rechtermuisknop op de printer in Apparaten en printers, Printer of in Printers en
faxapparaten. Klik op Wat wordt er afgedrukt, klik met de rechtermuisknop op de taak die u wilt annuleren en
selecteer vervolgens Annuleren.
Menuopties voor het printerstuurprogramma
Open het afdrukvenster in een toepassing en open het venster van het printerstuurprogramma.
Opmerking:
Menu's kunnen variëren aankelijk van de geselecteerde optie.
Het tabblad Hoofdgroep
Voorkeursinstellinge
n
Voorinstellingen
toevoegen/
verwijderen
U kunt uw eigen voorinstellingen voor veelgebruikte afdrukinstellingen
toevoegen of verwijderen. Selecteer de voorinstelling die u wilt
gebruiken in de lijst.
Instellingen
weergeven
Hiermee wordt een lijst met items weergegeven die momenteel zijn ingesteld op de tabbladen
Hoofdgroep en Meer opties.
Reset standaard
Hiermee zet u alle instellingen terug naar de fabriekswaarden. De instellingen op het tabblad Meer
opties worden tevens teruggezet naar de standaardwaarden.
Inktniveau Hiermee geeft u het geschatte inktniveau weer.
Papierbron
Selecteer de papierbron waaruit het papier wordt ingevoerd. Selecteer Automatisch selecteren als
u automatisch dezelfde papierbron wit selecteren die is geselecteerd in Papierinstelling op de
printer.
documentformaat
Selecteer het papierformaat waarop u wilt afdrukken. Als u Gebruikergedenieerd selecteert,
moet u de breedte en de hoogte van het papier invoeren.
Afdrukstand Selecteer de afdrukstand voor het afdrukken.
Papiertype Selecteer het type papier waarop u afdrukt.
Kwaliteit Selecteer de gewenste afdrukkwaliteit. De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van het
papiertype dat u selecteert.
Kleur Selecteer de kleur voor de afdruktaak.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
77
Dubbelzijdig
afdrukken
Hiermee kunt u dubbelzijdig afdrukken.
Instellingen U kunt de inbindrand en de inbindmarges opgeven. Wanneer u
documenten met meerdere pagina's afdrukt, kunt u kiezen of u het
afdrukken wilt starten vanaf de voor- of de achterkant van de pagina.
Afdrukdichtheid Selecteer het documenttype om de afdrukdichtheid aan te passen. Als de
gewenste afdrukdichtheid is geselecteerd, voorkomt u dat afbeeldingen
doordrukken naar de andere zijde. Selecteer Gebruikergedenieerd om
de afdrukdichtheid handmatig aan te passen.
Meerdere pagina's
Hiermee kunt u posters of meerdere pagina's op één vel afdrukken. Klik op Pag.volgorde om de
volgorde op te geven waarin de pagina's worden afgedrukt.
Exemplaren Stel het aantal exemplaren in dat u wilt afdrukken.
Sorteren Hiermee drukt u meerdere pagina's af in volgorde en gesorteerd in
reeksen.
Omgekeerde
volgorde
Hiermee kunt u afdrukken vanaf de laatste pagina zodat de documenten
na het afdrukken in de juiste volgorde worden opgestapeld.
Stille modus Hiermee vermindert u het geluid dat de printer produceert. Als u deze optie inschakelt, kan de
afdruksnelheid minder zijn.
Afdrukvoorbeeld Hiermee wordt een voorbeeldweergave van het document weergegeven voordat u het afdrukt.
Taken indelen Lite Selecteer om af te drukken met de functie Taken indelen Lite.
Het tabblad Meer opties
Voorkeursinstellingen Voorinstellingen
toevoegen/
verwijderen
U kunt uw eigen voorinstellingen voor veelgebruikte afdrukinstellingen
toevoegen of verwijderen.Selecteer de voorinstelling die u wilt
gebruiken in de lijst.
Instellingen
weergeven
Hiermee wordt een lijst met items weergegeven die momenteel zijn ingesteld op de tabbladen
Hoofdgroep en Meer opties.
Reset standaard Hiermee zet u alle instellingen terug naar de fabriekswaarden.De instellingen op het tabblad
Hoofdgroep worden tevens teruggezet naar de standaardwaarden.
documentformaat Selecteer het formaat van uw document.
Uitvoerpapier
Selecteer het papierformaat waarop u wilt afdrukken.Als de instelling voor Uitvoerpapier afwijkt
van de instelling voor documentformaat, wordt Verklein/vergroot document automatisch
geselecteerd.U hoeft Uitvoerpapier niet te selecteren wanneer u documenten afdrukt zonder het
formaat te wijzigen.
Verklein/vergroot
document
Hiermee kunt u het formaat van een document vergroten en verkleinen.
Volledige pagina Verklein of vergroot het document automatisch om het aan te passen
aan het papierformaat dat is geselecteerd in Uitvoerpapier.
Zoomen naar Hiermee drukt u af met een vastgesteld percentage.
Centreren Hiermee drukt u op het midden van het papier af.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
78
Kleurcorrectie Automatisch Hiermee past u de kleuren van afbeeldingen automatisch aan.
Aangepast Hiermee kunt u handmatig kleurcorrectie uitvoeren.Klik op
Geavanceerd voor verdere instellingen.
Afbeeldingsopties Maakt opties voor afdrukkwaliteit mogelijk, zoals Color Universal
afdrukken of Rode ogen corrigeren.U kunt tevens lijnen dikker maken
om ze zichtbaar te maken op afdrukken.
Watermerkfuncties Hiermee kunt u instellingen congureren voor antikopieerpatronen of watermerken.
Vertrouwelijke
afdruktaak
Beveilig vertrouwelijke documenten met een wachtwoord tijdens het afdrukken.Als u deze functie
gebruikt, kunnen de afdrukgegevens die in de printer zijn opgeslagen alleen worden afgedrukt
nadat het wachtwoord is ingevoerd op het bedieningspaneel van de printer.Klik op Instellingen
om de instellingen te wijzigen.
Aanvullende
instellingen
180° draaien Hiermee draait u de pagina's 180 graden voordat ze worden
afgedrukt.Deze functie is nuttig als u afdrukt op bijvoorbeeld
enveloppen die op een bepaalde manier in de printer zijn geplaatst.
Hoge snelheid Hiermee drukt de printkop in beide richtingen af.Het afdrukken verloopt
sneller, maar de kwaliteit kan afnemen.
Spiegel afbeelding Hiermee keert u de afbeelding om zodat deze gespiegeld wordt
afgedrukt.
Het tabblad Hulpprogramma's
Spuitkanaaltjes
controleren
U kunt een spuitkanaaltjespatroon afdrukken om te controleren of de spuitkanaaltjes van de
printkop verstopt zijn.
Printkop reinigen Hiermee reinigt u de verstopte spuitkanaaltjes van de printkop. Voor deze functie wordt wat inkt
gebruikt. Reinig de printkop daarom alleen als de spuitkanaaltjes verstopt zijn.
Taken indelen Lite Hiermee wordt het venster Taken indelen Lite geopend. U kunt gegevens opslaan en bewerken.
EPSON Status
Monitor 3
Hiermee wordt het venster EPSON Status Monitor 3 geopend. Hier kunt u de status van de printer
en de verbruiksartikelen controleren.
Controlevoorkeursins
tellingen
Hiermee kunt u instellingen congureren voor items in het venster EPSON Status Monitor 3.
Extra instellingen Hiermee kunt u verschillende instellingen congureren. Klik met de rechtermuisknop op elk item
om de Help weer te geven voor meer informatie.
Wachtrij Hiermee worden de taken in de wachtrij weergegeven. U kunt afdruktaken controleren, het
afdrukken onderbreken of hervatten.
Printer- en optie-
informatie
U kunt gebruikersaccounts registreren. Als op de printer toegangscontrole is ingesteld, moet u uw
account registreren.
Taal Hiermee wijzigt u de taal die in het venster van het printerstuurprogramma wordt gebruikt. Als u
de instellingen wilt toepassen, sluit u het printerstuurprogramma en opent u dit weer.
Software-update Hiermee start u EPSON Software Updater om op internet te controleren of u over de meest recente
versies van toepassingen beschikt.
Technische
ondersteuning
Hiermee opent u de website van de technische ondersteuning van Epson.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
79
Afdrukken vanuit het printerstuurprogramma in Mac
OS
Basisprincipes voor afdrukken
Opmerking:
De werking varieert naargelang de toepassing. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
1. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
Laad papier in de printer, als er nog geen papier is geladen.
2. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand of een andere opdracht om het afdrukdialoogvenster te openen.
Klik indien nodig op Toon detail s of
d
om het afdrukvenster te vergroten.
3.
Selecteer uw printer.
4. Selecteer Printerinstellingen in het venstermenu.
Opmerking:
Als in OS X Mountain Lion of later het menu Printerinstellingen niet wordt weergegeven, is het Epson-
printerprogramma fout geïnstalleerd.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en
faxen), verwijder de printer en voeg de printer opnieuw toe. Zie het volgende om een printer toe te voegen.
http://epson.sn
Gebruikershandleiding
Afdrukken
80
5. Wijzig indien nodig de instellingen.
Zie de menuopties voor het printerstuurprogramma voor meer informatie.
6. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 26
& “Papier in de Papiercassette laden” op pagina 31
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 33
& “Lijst met papiertypen” op pagina 37
& “Menuopties voor Printerinstellingen” op pagina 85
Dubbelzijdig afdrukken
U kunt dubbelzijdig afdrukken.
Opmerking:
Als u geen papier gebruikt dat geschikt is voor dubbelzijdig afdrukken, kan de afdrukkwaliteit achteruitgaan en kan het
papier vastlopen.
Aankelijk van het papier en de gegevens, kan inkt doorlekken naar de andere zijde van het papier.
Gerelateerde informatie
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 26
Printerinstellingen
Selecteer Inst. dubbelzijdig afdr. in het snelmenu.Selecteer de methode voor dubbelzijdig afdrukken en
congureer vervolgens de instellingen voor Documenttype.
Opmerking:
De afdruksnelheid kan worden vertraagd, aankelijk van het documenttype.
Wanneer u foto's met een hoge dichtheid afdrukt, selecteert u Tekst en
aeeldingen
of Tekst e n foto' s in de instellingen
voor Documenttype.Als de afdrukken vlekken bevatten of inkt naar de andere kant van het papier doordrukt, past u de
Afdrukdichtheid en Langere droogtijd aan in Aanpassingen.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
81
Gerelateerde informatie
& “Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 80
& “Menuopties voor Inst. dubbelzijdig afdr.” op pagina 86
Meerdere pagina's op één vel afdrukken
U kunt twee of vier pagina's met gegevens op één vel papier afdrukken.
Printerinstellingen
Selecteer Lay-out in het venstermenu. Stel het aantal pagina's in Pagina's per vel, de Richting van indeling
(paginavolgorde) en Randen.
Gerelateerde informatie
&
“Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 80
&
“Menuopties voor lay-out” op pagina 85
Afdrukken en op paginavolgorde stapelen (Afdrukken in
omgekeerde volgorde)
U kunt beginnen met het afdrukken van de laatste pagina zodat de documenten met de juiste paginavolgorde
worden opgestapeld.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
82
Printerinstellingen
Selecteer Papierverwerking in het venstermenu. Selecteer Omgekeerd bij Paginavolgorde.
Gerelateerde informatie
& “Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 80
& “Menuopties voor papierverwerking” op pagina 85
Een verkleind of vergroot document afdrukken
U kunt het formaat van een document met een bepaald percentage vergroten of verkleinen om het passend te
maken voor het papier dat in de printer is geladen.
Printerinstellingen
Wanneer u het document tijdens het afdrukken wilt aanpassen aan het papierformaat, selecteert u in het snelmenu
de optie Papierverwerking en selecteert u Aanpassen aan papierformaat.Selecteer het papierformaat dat u in de
printer hebt geplaatst bij Doelpapierformaat.Wanneer u het formaat van het document wilt verkleinen, selecteert
u Alleen omlaag schalen.
Ga als volgt te werk wanneer u een speciek percentage wilt afdrukken.
Selecteer Afdrukken in het menu Bestand van de toepassing.Selecteer Printer, voer een percentage in bij
Schalen en klik vervolgens op Afdrukken.
Selecteer Pagina-instelling in het menu Bestand van de toepassing.Selecteer uw printer in Opmaak voor, voer
een percentage in bij Schalen en klik vervolgens op OK.
Opmerking:
Selecteer het papierformaat dat u in de toepassing hebt ingesteld bij Doelpapierformaat.
Gerelateerde informatie
& “Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 80
& “Menuopties voor papierverwerking” op pagina 85
Gebruikershandleiding
Afdrukken
83
De afdrukkleur aanpassen
U kunt de kleuren aanpassen die voor een afdruktaak worden gebruikt.
Opmerking:
Deze aanpassingen worden niet doorgevoerd in de oorspronkelijke gegevens.
Printerinstellingen
Selecteer Kleuren aanpassen in het snelmenu en selecteer vervolgens EPSON Kleurencontrole. Selecteer
Kleurenopties in het snelmenu en selecteer dan één van de beschikbare opties. Klik op de pijl naast Extra
instellingen en congureer vervolgens de geavanceerde instellingen.
Gerelateerde informatie
& “Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 80
&
“Menuopties voor Kleuren aanpassen” op pagina 85
&
“Menuopties voor Kleurenopties” op pagina 86
Afdrukken annuleren
U moet de afdruktaak op de computer zelf annuleren. U kunt u een afdruktaak echter niet via de computer
annuleren als de taak volledig naar de printer is verzonden. In dit geval moet u de afdruktaak via het
bedieningspaneel op de printer zelf annuleren.
Annuleren
Klik op het printerpictogram in het Dokken. Selecteer de taak die u wilt annuleren en voer een van de volgende
acties uit.
OS X Mountain Lion of hoger
Klik op
naast de voortgangsbalk.
Mac OS X v10.6.8 t/m v10.7.x
Klik op Ve r wi jd eren.
Menuopties voor het printerstuurprogramma
Open het afdrukvenster in een toepassing en open het venster van het printerstuurprogramma.
Opmerking:
Menu's kunnen variëren aankelijk van de geselecteerde optie.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
84
Menuopties voor lay-out
Pagina's per vel Selecteer het aantal pagina's dat op één vel moet worden afgedrukt.
Lay-outrichting Geef de volgorde op waarin de pagina's moeten worden afgedrukt.
Rand Hiermee drukt u een rand af rond de pagina's.
Afdrukstand
omdraaien
Hiermee draait u de pagina's 180 graden voordat ze worden afgedrukt.Selecteer dit item als u
afdrukt op bijvoorbeeld enveloppen die op een bepaalde manier in de printer zijn geplaatst.
Horizontaal
spiegelen
Hiermee drukt u een afbeelding af zoals deze eruit zou zien in een spiegel.
Menuopties voor Kleuren aanpassen
ColorSync Selecteer de methode voor kleuraanpassingen. Met deze opties worden kleuren aangepast tussen
de printer en het computerscherm om het kleurverschil te minimaliseren.
EPSON
Kleurencontrole
Menuopties voor papierverwerking
Pagina's sorteren Hiermee drukt u meerdere pagina's af in volgorde en gesorteerd in reeksen.
Pagina's die moeten
worden afgedrukt
Selecteer deze optie om alleen even of oneven pagina's af te drukken.
Paginavolgorde Selecteer deze optie om vanaf de laatste pagina af te drukken.
Aanpassen aan
papierformaat
Hiermee past u de afdruk aan het papierformaat aan dat is geladen.
Doelpapierformaat Selecteer het papierformaat waarop u wilt afdrukken.
Alleen omlaag
schalen
Selecteer deze optie wanneer u formaat van uw document wilt
verkleinen.
Menuopties voor voorblad
Voorblad afdrukken
Selecteer of u een voorblad wilt afdrukken. Als u een achterkant wilt toevoegen, selecteert u Na
document.
Type voorblad Selecteer de inhoud van het voorblad.
Menuopties voor Printerinstellingen
Papierbron Selecteer de papierbron waaruit het papier wordt ingevoerd. Als de printer maar één papierbron
heeft, wordt dit item niet weergegeven. Als u Automatisch selecteren selecteert, wordt op de
printer automatisch de papierbron geselecteerd die overeenkomt met de Papierinstelling.
Afdrukmateriaal Selecteer het type papier waarop u afdrukt.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
85
Afdrukkwaliteit Selecteer de gewenste afdrukkwaliteit. De opties variëren afhankelijk van het papiertype.
Grijswaarden Selecteer deze optie wanneer u wilt afdrukken in zwart-wit of grijswaarden.
Spiegel afbeelding Hiermee drukt u een afbeelding af zoals deze eruit zou zien in een spiegel.
Menuopties voor Kleurenopties
Handm. inst.
Hiermee kunt u de kleur handmatig aanpassen. In Extra instellingen kunt u gedetailleerde
instellingen congureren.
PhotoEnhance Geeft scherpere afdrukken en levendigere kleuren door automatische aanpassing van het contrast,
de verzadiging en de helderheid van de oorspronkelijke afbeeldingsgegevens.
Uit (Geen
kleuraanpassing)
Afdrukken zonder de kleuren te verbeteren of aan te passen.
Menuopties voor Inst. dubbelzijdig afdr.
Dubbelz. afdrukken Hiermee drukt u af op beide zijden van het papier.
Bedieningsinstellingen voor Mac OS-printerdriver congureren
Het venster Bedieningsinstellingen openen voor het Mac OS-
printerstuurprogramma
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en
faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of Driver).
Bedieningsinstellingen voor het Mac OS-printerstuurprogramma
Dik papier en enveloppes: voorkomt inktvlekken bij gebruik van dik papier. De afdruksnelheid kan echter
afnemen.
Lege pagina overslaan: hiermee wordt voorkomen dat lege pagina's worden afgedrukt.
Stille modus: hiermee maakt de printer minder geluid, maar de afdruksnelheid kan afnemen.
Tijdelijk afdrukken in zwart-wit: hiermee wordt alleen tijdelijk met zwarte inkt afgedrukt.
Afdrukken met hoge snelheid: hiermee wordt afgedrukt wanneer de printkop in beide richtingen beweegt. Het
afdrukken verloopt sneller, maar de kwaliteit kan afnemen.
Documenten uitvoeren voor archivering: Voer het papier zo in dat dit eenvoudig kan worden opgeslagen
wanneer u gegevens liggend of dubbelzijdig afdrukt. Afdrukken op enveloppen wordt niet ondersteund.
Waarschuwingen: wanneer deze optie is ingeschakeld, kan het printerstuurprogramma waarschuwingen
weergeven.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
86
Bidirectionele communicatie gebruiken: dit moet normaliter zijn ingesteld op Aan. Selecteer Uit wanneer het
openen van de printerinformatie niet mogelijk is omdat de printer wordt gedeeld met Windows-computers in
een netwerk.
Onderste cassette: Voeg de optionele papiercassette-eenheden toe aan de papierbron.
Bestanden afdrukken vanaf een geheugenapparaat
U kunt JPEG- en TIFF-bestanden afdrukken vanaf een geheugenapparaat dat met de printer is verbonden.
JPEG-bestanden afdrukken vanaf een geheugenapparaat
Opmerking:
Als er meer dan 999 beelden op uw geheugenapparaat staan, worden de beelden automatisch in groepen verdeeld en wordt
het groepselectiescherm weergegeven.Aeeldingen worden gesorteerd op opnamedatum.
1. Sluit een geheugenapparaat aan op de USB-poort voor externe interface van de printer.
2.
Selecteer Geheugenapp op het startscherm.
3. Selecteer JPEG.
De aeeldingen op het geheugenapparaat worden als miniatuurweergaven weergegeven.
Selecteer
om de We erga ve vol gorde te wijzigen of congureer instellingen voor Selecteer alle a., Selectie
a. annuleren en Selecteer groep.
4. Selecteer de bestanden die u wilt afdrukken.
De geselecteerde
aeeldingen
zijn voorzien van een vinkje.
Als u een voorbeeld van een aeelding wilt bekijken, selecteert u Enkele weergave.U vergroot de aeelding
met
.Gebruik of om een voorbeeld van de vorige of volgende aeelding te bekijken.
5. Selecteer Doorgaan naar afdruk om de afdrukinstellingen te congureren.
6. Stel de gewenste papierbron en kleurmodus in op het tabblad Basisinstellingen.
7. Stel desgewenst de overige items in op het tabblad Geavanceerd.
Zie de menu's voor het Geheugenapp voor meer informatie over gedetailleerde instellingen.
8. Voer het aantal kopieën in.
9. Tik op
x
om het afdrukken te starten.
10.
Koppel het geheugenapparaat los van de printer.
Gerelateerde informatie
& Instellingen voor JPEG” op pagina 88
Gebruikershandleiding
Afdrukken
87
TIFF-bestanden afdrukken vanaf een geheugenapparaat
1. Sluit een geheugenapparaat aan op de USB-poort voor externe interface van de printer.
2. Selecteer Geheugenapp op het startscherm.
3.
Selecteer TIFF.
De bestanden op het geheugenapparaat worden in een lijst weergegeven.
Selecteer
als u de volgorde van de bestanden wilt wijzigen.
4. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
5. Stel de gewenste papierbron en kleurmodus in op het tabblad Basisinstellingen.
6. Stel desgewenst de overige items in op het tabblad Geavanceerd.
Zie de menu's voor het Geheugenapp voor meer informatie over gedetailleerde instellingen.
7. Voer het aantal kopieën in.
8. Tik op
x
om het afdrukken te starten.
9. Koppel het geheugenapparaat los van de printer.
Gerelateerde informatie
& Instellingen voor TIFF” op pagina 89
Menuopties voor Geheugenapp
Selecteer in het startscherm van de printer Geheugenapp om verschillende afdrukinstellingen te congureren voor
het bestand op het geheugenapparaat.
Instellingen voor JPEG
(Opties):
Congureer instellingen voor het ordenen, selecteren en opheen van de selectie van
aeeldingsgegevens.
Basisinstellingen:
Papierinstelling
Geef de instellingen op voor de papierbron waarop u wilt afdrukken.
Kleurmodus
Selecteer via de kleurinstellingen op of u normaal in Zwart-wit of Kleur wilt afdrukken.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
88
Geavanceerd:
Indeling
Selecteer hoe u de JPEG-bestanden wilt opmaken. Met 1-up drukt u een bestand per pagina af. Met
20-omhoog drukt u 20 bestanden per pagina af. Met Index maakt u een indexafdruk met
informatie.
Passend in rand
Selecteer Aan om de
aeelding
bij te snijden zodat deze automatisch in de geselecteerde afdruklay-
out past. Als de aeeldingsgegevens en het papierformaat niet dezelfde beeldverhouding hebben,
wordt de
aeelding
automatisch vergroot of verkleind, zodat de korte zijde gelijkloopt met de korte
zijde van het papier. Als de lange zijde van de
aeelding
langer is dan de lange zijde van het papier,
wordt de aeelding bijgesneden. Deze functie werkt mogelijk niet bij panoramafoto's.
Kwaliteit
Wanneer u Beste selecteert, krijgt u afdrukken van betere kwaliteit, maar duurt het afdrukken
mogelijk langer.
Datum
Selecteer de indeling voor de datum waarop de foto is gemaakt of opgeslagen. Bij sommige lay-outs
wordt geen datum afgedrukt.
Herstel foto
Selecteer deze modus om de helderheid, het contrast en de verzadiging van de foto automatisch te
verbeteren. Als u automatisch verbeteren wilt uitschakelen, selecteert u Verbeteren uit.
Rode ogen verwijd.
Selecteer Aan als u automatisch het
rode-ogeneect
in foto's wilt corrigeren. Correcties worden niet
toegepast op het oorspronkelijke bestand, alleen op de afdrukken. Naargelang het type foto worden
mogelijk andere delen van het beeld gecorrigeerd.
Instellingen voor TIFF
U kunt afdrukinstellingen
congureren
voor bestanden in TIFF-indeling op uw geheugenapparaten.
(Weergavevolgorde):
Hiermee wijzigt u de volgorde van de bestanden.
Basisinstellingen:
Papierinstelling
Geef de instellingen op voor de papierbron waarop u wilt afdrukken.
Kleurmodus
Selecteer via de kleurinstellingen op of u normaal in Zwart-wit of Kleur wilt afdrukken.
Geavanceerd:
Indeling
Selecteer hoe u het Multi-TIFF-bestand wilt opmaken. Met 1-up drukt u een pagina per vel af. Met
20-omhoog drukt u 20 pagina's per vel af. Met Index maakt u een indexafdruk met informatie.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
89
Passend in rand
Selecteer Aan om de foto bij te snijden zodat deze automatisch in de geselecteerde fotolay-out past.
Als de
aeeldingsgegevens
en het papierformaat niet dezelfde beeldverhouding hebben, wordt de
aeelding automatisch vergroot of verkleind, zodat de korte zijde gelijkloopt met de korte zijde van
het papier. Als de lange zijde van de aeelding langer is dan de lange zijde van het papier, wordt de
aeelding bijgesneden. Deze functie werkt mogelijk niet bij panoramafoto's.
Kwaliteit
Wanneer u Beste selecteert, krijgt u afdrukken van betere kwaliteit, maar duurt het afdrukken
mogelijk langer.
Afdrukvolgorde
Selecteer de volgorde voor het afdrukken van TIFF-bestanden met meerdere pagina's.
Datum
Selecteer de indeling voor de datum waarop de foto is gemaakt of opgeslagen. Bij sommige lay-outs
wordt geen datum afgedrukt.
Afdrukken met Smart Devices
Epson iPrint gebruiken
Epson iPrint is een toepassing waarmee u foto's, documenten en webpagina's kunt afdrukken vanaf uw smart-
apparaten, zoals smartphones of tablets. U kunt lokaal afdrukken (afdrukken vanaf een smart-apparaat dat
verbinding hee met hetzelfde draadloze netwerk als uw printer) of afdrukken op afstand (via internet afdrukken
vanaf een externe locatie). Registreer uw printer bij de service Epson Connect om op afstand af te drukken.
Gerelateerde informatie
& “Afdrukken via een netwerkservice” op pagina 185
Vanaf een smart device verbinding maken via Wi-Fi Direct
Als u wilt afdrukken vanaf het smart device, moet u verbinding maken tussen het smart device en printer.
Met Wi-Fi Direct is het mogelijk om de printer rechtstreeks, zonder toegangspunt, te verbinden met andere
apparaten. De printer fungeert zelf als toegangspunt.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
90
c
Belangrijk:
Wanneer u een smart device verbindt met de printer met de Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt), is
de printer verbonden met hetzelfde Wi-Fi-netwerk (SSID) als het smart device en vindt communicatie tussen de
beide apparaten plaats. Omdat het smart device automatisch wordt verbonden met het andere verbindbare Wi-Fi-
netwerk als de printer wordt uitgeschakeld, wordt niet opnieuw verbinding gemaakt met het vorige Wi-Fi-netwerk
als de printer wordt ingeschakeld. Maak vanuit het smart device opnieuw verbinding met de SSID van de printer
voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt).
1. Tik op het startscherm op .
2. Selecteer Wi - Fi D i r e c t .
3.
Tik op Start de instelling.
Als u Wi-Fi-instellingen hebt gecongureerd, wordt gedetailleerde verbindingsinformatie weergegeven. Ga
naar stap 5.
4. Tik op Start installatie.
5. Kijk op het bedieningspaneel van de printer welke SSID en welk wachtwoord worden weergegeven. Selecteer
op het Wi-Fi-scherm van het smart device de SSID die op het bedieningspaneel van de printer wordt
weergegeven om verbinding te maken.
Opmerking:
U kunt de verbindingsmethode controleren op de website. Scan met een smart device de QR-code die op het
bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven om de website te openen en ga vervolgens naar Instellen.
6.
Voer op het smart device het wachtwoord in dat wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer.
7. Nadat de verbinding is gemaakt, tikt u op OK of Sluiten op het bedieningspaneel van de printer.
8. Sluit het scherm.
Epson iPrint installeren
U kunt Epson iPrint op uw smart-apparaat installeren door op de volgende link te klikken of de QR-code te
scannen.
http://ipr.to/c
Afdrukken met Epson iPrint
Voer Epson iPrint uit vanaf uw smart-apparaat en selecteer op het startscherm het item dat u wilt gebruiken.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
91
De volgende aeeldingen zijn aan veranderingen onderhevig zonder voorafgaande kennisgeving.De inhoud kan
variëren
aankelijk
van het product.
A
Het startscherm wordt weergegeven wanneer de toepassing start.
B
Biedt informatie over het instellen van de printer en een lijst met veelgestelde vragen.
C
Geeft het scherm weer waar u de printer selecteert en de printerinstellingen congureert.Wanneer u de
printer heeft geselecteerd, hoeft u deze de volgende keer niet meer opnieuw te selecteren.
D
Selecteer wat u wilt afdrukken zoals foto's en documenten.
E
Geeft het scherm weer om printerinstellingen te congureren zoals het papierformaat en -type.
F
Geeft de geselecteerde foto's en documenten weer.
G
Start het afdrukken.
Opmerking:
Als u vanuit het documentmenu wilt afdrukken met iPhone, iPad, en iPod touch op iOS, start u Epson iPrint na het
overbrengen van het document dat u wilt afdrukken wanneer u wilt afdrukken met de functie voor het delen van bestanden
in iTunes.
Afdrukken door een smart device tegen de N-markering te houden
U kunt eenvoudig verbinding maken en afdrukken door met uw smart device de N-markering van de printer aan
te raken.
Tref de volgende voorbereidingen voordat u deze functie gebruikt.
Schakel de NFC-functie in op uw smart-apparaat.
Alleen Android 4.0 of hoger ondersteunt NFC (Near Field Communication).
De locatie en de functies van NFC variëren aankelijk van het smart device. Zie de documentatie die u bij uw
smart device hebt gekregen voor meer informatie.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
92
Installeer Epson iPrint op uw smart device.
Raak met uw smart device de N-markering van de printer aan om de toepassing te installeren.
Schakel op de printer Wi-Fi Direct in.
Raadpleeg de Beheerdershandleiding.
1. Laad papier in de printer.
2. Raak met uw smart device de N-markering van de printer aan.
Epson iPrint wordt gestart.
Opmerking:
Mogelijk kan de printer niet met het smart device communiceren wanneer zich tussen de N-markering van de
printer en het smart device obstakels bevinden, zoals metalen voorwerpen.
Deze functie kan door beheerders worden geblokkeerd. In dat geval maakt het smart device alleen een geluid, maar
worden er geen toepassingen gestart, zelfs niet wanneer u met het smart device de N-markering van de printer
aanraakt.
3. Open het bestand dat u wilt afdrukken in Epson iPrint.
4. Raak op het voorbeeldscherm met het pictogram Afdrukken met het smart device de N-markering van de
printer aan.
De afdruktaak wordt gestart.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette laden” op pagina 31
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 33
Epson Print Enabler gebruiken
U kunt draadloos documenten, e-mails, foto's en webpagina's afdrukken vanaf uw Android-telefoon of -tablet
(Android v4.4 of hoger).Met enkele tikken laat u uw Android-apparaat een Epson-printer detecteren die met
hetzelfde draadloze netwerk is verbonden.
1. Laad papier in de printer.
2.
Stel de printer in om draadloos afdrukken mogelijk te maken.
3. Installeer op het Android-apparaat de Epson Print Enabler-invoegtoepassing vanaf Google Play.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
93
4. Verbind het Android-toestel met hetzelfde draadloze netwerk dat de printer gebruikt.
5. Ga naar Instellingen op het Android-apparaat, selecteer Afdrukken en schakel vervolgens Epson Print
Enabler in.
6. Tik vanuit een Android--toepassing, zoals Chrome, op het menupictogram en druk af wat er op het scherm
wordt weergegeven.
Opmerking:
Als u de printer niet ziet, tikt u op Alle printers en selecteert u de printer.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette laden” op pagina 31
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 33
AirPrint gebruiken
AirPrint maakt het mogelijk om meteen draadloos af te drukken vanaf een iPhone, iPad of iPod touch met daarop
de meest recente versie van iOS, of een Mac met daarop de meest recente versie van OS X of macOS.
Opmerking:
Als u de meldingen voor de papierconguratie op het bedieningspaneel van uw apparaat hebt uitgeschakeld, kunt u AirPrint
niet gebruiken.Volg de onderstaande koppeling om de meldingen zo nodig in te schakelen.
1. Laad papier in uw apparaat.
2. Stel uw apparaat correct in om draadloos afdrukken mogelijk te maken.Raadpleeg de onderstaande koppeling.
http://epson.sn
3. Verbind uw Apple-toestel met hetzelfde draadloze netwerk dat uw apparaat gebruikt.
4. Druk vanaf uw toestel af op uw apparaat.
Opmerking:
Raadpleeg voor meer informatie de pagina over AirPrint op de Apple-website.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette laden” op pagina 31
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 33
Gebruikershandleiding
Afdrukken
94
Actieve taken of taken in de afdrukwachtrij annuleren
Opmerking:
U kunt de actieve taak ook annuleren door op
y
op het bedieningspaneel van de printer te tikken.
1. Druk op de toets om het Job/Status te openen.
2. Selecteer Actief op het tabblad Taa kstatus.
Actieve afdruktaken en taken in de wachtrij worden getoond.
3.
Selecteer de taak die u wilt annuleren.
4. Selecteer Annuleren.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
95
Kopren
Normaal kopiëren
In dit gedeelte worden de stappen uitgelegd voor normaal kopiëren.
1. Plaats de originelen.
Als u meerdere originelen wilt kopiëren of dubbelzijdige kopieën wilt maken, plaatst u alle originelen op de
ADF.
2. Selecteer Kopiëren op het startscherm.
3. Controleer de instellingen op het tabblad Basisinstellingen.
Selecteer desgewenst het instellingsitem om dit te wijzigen.
Opmerking:
Als u Geavanceerd selecteert, kunt in instellingen als Meerdere pagina's en Type origineel
congureren.
Als u
selecteert, kunt u veelgebruikte kopieerinstellingen registreren als voorinstelling.
Als de door u gewenste combinatie van instellingen niet beschikbaar is, wordt
weergegeven. Selecteer het
pictogram om de details te bekijken en wijzig vervolgens de instellingen.
Selecteer
om de gescande aeelding te controleren voordat u het kopiëren start.
4. Voer het aantal kopieën in.
5. Tik op
x
.
Gerelateerde informatie
& “Originelen plaatsen” op pagina 37
& “Basis menu-opties voor kopiëren” op pagina 97
& “Geavanceerde menuopties voor kopiëren” op pagina 98
Dubbelzijdig kopiëren
U kunt meerdere originelen of dubbelzijdige documenten op beide zijden van het papier kopiëren.
1. Selecteer Kopiëren op het startscherm.
2. Selecteer Dubbelzijdig en kies dan 1>2-zijdig of 2>2-zijdig.
U kunt tevens de afdrukstand en bindpositie van het origineel en het kopieerresultaat opgeven.
3. Geef naar wens nog meer instellingen op.
4. Tik op
x
.
Gebruikershandleiding
Kopiëren
96
Gerelateerde informatie
& “Normaal kopiëren” op pagina 96
Meerdere originelen kopiëren naar één vel
U kunt twee of vier originelen naar één vel papier kopiëren.
1. Selecteer Kopiëren op het startscherm.
2.
Selecteer het tabblad Geavanceerd > Meerdere pagina's en selecteer 2-omhoog of 4-omhoog.
U kunt tevens de lay-outvolgorde en de afdrukstand van het origineel opgeven.
3. Tik op
x
.
Gerelateerde informatie
& “Normaal kopiëren” op pagina 96
Basis menu-opties voor kopiëren
Opmerking:
De items zijn mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van andere instellingen die u hebt gecongureerd.
Zwart-wit/Kleur:
Selecteer of u wilt kopiëren in kleur of zwart-wit.
Dichtheid:
Verhoog de dichtheid wanneer het kopieerresultaat te zwak is. Verlaag de dichtheid wanneer de inkt
vlekt.
Papierinstelling:
Selecteer de papierbron die u wenst te gebruiken. Wanneer Auto is geselecteerd, wordt papier
automatisch ingevoerd met de instellingen voor Papierinstelling die u hebt gecongureerd tijdens het
laden van het papier. Deze functie is alleen beschikbaar voor modellen met twee papiercassettes.
Zoom:
Congureert de vergrotingsverhouding van de vergroting of verkleining. Als u een origineel met een
speciek
percentage wilt vergroten of verkleinen, selecteert u de waarde en voert u het percentage
tussen de 25 en 400% in.
Gebruikershandleiding
Kopiëren
97
Pag auto pass
Detecteert het scangebied en maakt het origineel automatisch groter of kleiner zodat het past op het
papierformaat dat u hebt geselecteerd. Wanneer het origineel een witte rand hee rondom, wordt
die witruimte vanaf de hoekmarkering van de scannerglasplaat glasplaat gedetecteerd als scangebied
en kan de witruimte aan de andere kant wegvallen.
Ware grootte
Kopieert met een vergroting van 100%.
A4->A5 en overige
Hiermee maakt u het origineel automatisch groter of kleiner, zodat het past op een
speciek
papierformaat.
Formaat van origineel:
Selecteer het formaat van uw origineel. Wanneer u originelen kopieert die geen standaardformaat
hebben, selecteert u het formaat dat het meest overeenkomt met het formaat van de originelen.
Dubbelzijdig:
Selecteer dubbelzijdige lay-out.
1>enkelzijdig
Kopieert één zijde van een origineel op één zijde van het papier.
2>2-zijdig
Kopieert beide zijden van een dubbelzijdig origineel op beide zijden van één vel papier. Selecteer de
afdrukstand en de bindpositie van het origineel en het papier.
1>2-zijdig
Kopieert twee enkelzijdige originelen op beide zijden van één vel papier. Selecteer de afdrukstand en
de bindpositie van het papier.
2>enkelzijdig
Kopieert beide zijden van een dubbelzijdig origineel op één zijde van twee vellen papier. Selecteer de
afdrukstand en de bindpositie van het origineel.
Geavanceerde menuopties voor kopiëren
Opmerking:
De items zijn mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van andere instellingen die u hebt gecongureerd.
Gebruikershandleiding
Kopiëren
98
Meerdere pagina's:
Selecteer de lay-out voor kopiëren.
Enkele pagina
Hiermee kopieert u een enkelzijdige origineel op één vel.
2-omhoog
Hiermee kopieert u twee enkelzijdige originelen op één vel in de indeling 2-op-1. Selecteer de lay-
outvolgorde en de afdrukstand van uw origineel.
4-omhoog
Hiermee kopieert u vier enkelzijdige originelen op één vel in de indeling 4-op-1. Selecteer de lay-
outvolgorde en de afdrukstand van uw origineel.
Type origineel:
Selecteer het type van het origineel. Hiermee kopieert u met optimale kwaliteit die het origineel zo
dicht mogelijk benadert.
Afwerking:
Selecteer hoe het papier wordt uitgeworpen bij meerdere exemplaren van meerdere originelen.
Groep (zelfde pagina's)
Hiermee kopieert u de originelen per pagina als groep.
Sorteren (paginavolgorde)
Hiermee kopieert u de originelen in volgorde en sorteert u ze in reeksen.
Afdrukstand (origineel):
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Beeldkwaliteit:
Aeeldingsinstellingen aanpassen.
Contrast
Het verschil tussen heldere en donkere delen aanpassen.
Ve rz adi gin g
De levendigheid van de kleuren aanpassen.
Roodbalans, Groenbalans, Blauwbalans
De dichtheid van elke kleur aanpassen.
Gebruikershandleiding
Kopiëren
99
Scherpte
De omtrek van de aeelding aanpassen.
Ti nt in st el li ng
De kleurtint van de huid aanpassen. Selecteer + om deze kouder te maken (meer groen) en selecteer
- om deze warmer te maken (meer rood).
Achtergrond verwijderen
De dichtheid van de achtergrondkleur aanpassen. Selecteer + om deze helder te maken (wit) en
selecteer - om deze donker te maken (zwart).
Schaduw verw.:
Hiermee verwijdert u schaduwen die rond kopieën ontstaan tijdens het kopiëren van dik papier, of die
in het midden van de kopie verschijnen tijdens het kopiëren van een brochure.
Ponsgaten verw:
Hiermee verwijdert u de bindgaten bij het kopiëren.
ID-kaart-kopie:
Hiermee scant u beide zijden van een identiteitskaart en kopieert ze naar één zijde van het papier.
Gebruikershandleiding
Kopiëren
100
Scannen
Scannen via het bedieningspaneel
Vanaf het bedieningspaneel van de printer kunt u gescande aeeldingen naar de volgende bestemmingen
verzenden.
Netwerkmap/FTP
U kunt de gescande
aeelding
opslaan in een map op een netwerk. U kunt een gedeelde map op de
computer, die is gemaakt met SMB-protocollen, of een map op een FTP-server opgeven. Voordat u
gaan scannen moet u een gedeelde map of FTP-server instellen.
E-mail
U kunt gescande aeeldingen rechtstreeks vanuit de printer doormailen via een vooraf
gecongureerde e-mailserver. U moet de e-mailserver congureren voordat u het scannen start.
Document Capture Pro
Taken die door de scansoware Document Capture Pro zijn gemaakt, kunt u uitvoeren vanaf het
bedieningspaneel van de printer. Als u een taak maakt waarmee de gescande aeelding wordt
opgeslagen naar de computer, kunt u de taak uitvoeren vanaf de printer en de gescande aeelding
opslaan naar uw computer. Installeer voor het scannen Document Capture Pro op uw computer en
maak een taak.
Geheugenapp.
U kunt de gescande aeelding in een geheugenapparaat opslaan. Voordat u gaat scannen hoe u geen
instellingen te
congureren.
Cloud
U kunt gescande aeeldingen naar clouddiensten sturen. Congureer voordat u gaat scannen de
instellingen in Epson Connect.
Computer (WSD)
U kunt de gescande
aeelding
met de WSD-functie opslaan op een computer die met de printer is
verbonden. Als u Windows 7/Windows Vista gebruikt, moet u voordat u gaat scannen de WSD-
instellingen
congureren
op uw computer.
Gerelateerde informatie
& “De gescande aeelding opslaan naar een gedeelde map of FTP-server” op pagina 102
& “Scannen naar e-mailbericht” op pagina 111
& “Scannen met instellingen die zijn gecongureerd op de computer (Document Capture Pro)” op pagina 113
& “Scannen naar een geheugenapparaat” op pagina 116
& “Scannen naar de cloud” op pagina 119
Gebruikershandleiding
Scannen
101
De gescande afbeelding opslaan naar een gedeelde map of FTP-
server
U kunt de gescande aeelding in een specieke map op een netwerk opslaan.U kunt een gedeelde map op de
computer, die is gemaakt met SMB-protocollen, of een map op een FTP-server opgeven.
Opmerking:
De scanner en de computer moeten verbinding hebben met het netwerk.Neem contact op met de netwerkbeheerder voor
informatie over de netwerkinstellingen.
Als u gescande aeeldingen wilt opslaan naar een FTP-server, neemt u contact op met de beheerder van de FTP-server
om de servergegevens te bevestigen.
Bereid het volgende voor om gescande aeeldingen naar een gedeelde map op te slaan.
Voorbereiding 1: De computernaam controleren en wijzigen
Voorbereiding 2: Een gedeelde map maken op een computer
Voorbereiding 3: De gedeelde map in Contacten op de printer vastleggen
Opmerking:
De methode voor het instellen van de gedeelde map is aankelijk van het besturingssysteem en de omgeving.In deze
handleiding worden voorbeelden gegeven voor Windows 10/Windows 8.1/Windows 8/Windows 7.Raadpleeg de
documentatie van de computer voor meer informatie over het instellen van een gedeelde map op de computer.
Gerelateerde informatie
& “Voorbereiding 1: De computernaam controleren en wijzigen” op pagina 102
Controleer en wijzig de naam van de computer waarop u de gedeelde map wilt maken.
& “Voorbereiding 2: Een gedeelde map maken op een computer” op pagina 103
Maak een map op de computer en stel hiervoor in dat deze wordt gedeeld in het netwerk.
& “Voorbereiding 3: De gedeelde map in Contacten op de printer vastleggen” op pagina 106
Als u een pad voor een gedeelde map vastlegt op het bedieningspaneel van de printer kunt u het mappad
opgeven om contacten te selecteren.
Voorbereiding 1: De computernaam controleren en wijzigen
Controleer en wijzig de naam van de computer waarop u de gedeelde map wilt maken.
Gebruik alfanumerieke tekens voor de computernaam.Als u andere tekens gebruikt, kunt u de computer niet
vinden vanaf de printer.
Opmerking:
De methode voor het instellen van de gedeelde map is aankelijk van het besturingssysteem en de omgeving.In deze
handleiding worden voorbeelden gegeven voor Windows 10/Windows 8.1/Windows 8/Windows 7.Raadpleeg de
documentatie van de computer voor meer informatie over het instellen van een gedeelde map op de computer.
1. Open het systeemvenster voor de computer.
Windows 10/Windows 8.1/Windows 8:
Houd de Windows-toets op het toetsenbord ingedrukt, druk op de knop X en selecteer vervolgens Systeem
in de lijst.
Windows 7 :
Klik op de knop Start, klik met de rechtermuisknop op Computer en selecteer vervolgens Eigenschap.
Gebruikershandleiding
Scannen
102
2. Controleer de Computernaam in het venster Systeem.Klik op Instellingen wijzigen om de computernaam te
wijzigen.
Opmerking:
Gebruik alfanumerieke tekens voor de computernaam.Als in de computernaam andere tekens zijn gebruikt, wijzigt
u de naam.
Als u de Computernaam niet
hoe
te wijzigen, sluit u het venster.Hiermee is "Voorbereiding 1: De computernaam
controleren en wijzigen" voltooid.Ga nu verder naar "Voorbereiding 2: Een gedeelde map maken op een computer".
3. Klik op Wi j z i g e n op het tabblad Computernaam.
4. Klik op OK nadat u de computernaam hebt gewijzigd.
5. Als u de computer opnieuw moet opstarten, slaat u alle bestanden op en sluit u deze. Vervolgens klikt u op
OK.
6. Klik op Sluiten als het venster Systeemeigenschappen wordt weergegeven.
7. Klik op Nu opnieuw opstarten en start de computer opnieuw op.
Hiermee is "Voorbereiding 1: De computernaam controleren en wijzigen" voltooid.
Ga nu verder naar "Voorbereiding 2: Een gedeelde map maken op een computer".
Gerelateerde informatie
& “Voorbereiding 2: Een gedeelde map maken op een computer” op pagina 103
Maak een map op de computer en stel hiervoor in dat deze wordt gedeeld in het netwerk.
Voorbereiding 2: Een gedeelde map maken op een computer
Maak een map op de computer en stel hiervoor in dat deze wordt gedeeld in het netwerk.
Volg de volgende procedure als op de computer een wachtwoord is ingesteld.
Opmerking:
De methode voor het instellen van de gedeelde map is aankelijk van het besturingssysteem en de omgeving.In deze
handleiding worden voorbeelden gegeven voor Windows 10/Windows 8.1/Windows 8/Windows 7.Raadpleeg de
documentatie van de computer voor meer informatie over het instellen van een gedeelde map op de computer.
1. Open het Conguratiescherm.
Windows 1 0 :
Rechtsklik op de knop Start en selecteer Conguratiescherm.
Windows 8.1/Windows 8:
Selecteer Bureaublad > Instellingen >
Conguratiescherm
.
Windows 7 :
Klik op de startknop en selecteer
Conguratiescherm
.
Gebruikershandleiding
Scannen
103
18. Selecteer op het tabblad Sharemachtigingen de gebruikersnaam die al is ingevoerd in Namen van groepen of
gebruikers, geef toestemming voor de Wijziging en klik op OK.
19. Klik in het venster Geavanceerd delen op To e p a s s e n en klik vervolgens op OK.
20. Het netwerkpad naar de gedeelde map wordt weergegeven op het tabblad Delen.Dit pad is nodig wanneer u
contacten op de printer registreert. Schrijf het pad op of kopieer het en sla het op.
21. Selecteer het tabblad Beveiliging en controleer of Geverieerde gebruikers wordt weergegeven in Namen van
groepen of gebruikers en of Wij z i g e n is toegestaan voor
Geverieerde
gebruikers.
Als Wi j z i g e n is toegestaan, klikt u op OK.Hiermee is "Voorbereiding 2: Een gedeelde map maken op een
computer" voltooid.Ga verder naar "Voorbereiding 3: De gedeelde map in Contacten op de printer
vastleggen".
Als dit niet is toegestaan, gaat u verder naar stap 22.
22. Klik op Bewerken.
Geef machtigingen voor wijzigingstoegang om beveiligingsmachtigingen voor het gebruikersaccount te
delen.Dit wordt toegepast wanneer de gebruiker de map opent via een netwerk of zich lokaal aanmeldt.
23. Klik op Toevoegen onder Namen van groepen of gebruikers.
24. Voer in Geef de namen van de objecten op in het venster Gebruikers of groepen selecteren de
Gebruikersnaam in om u aan te melden op de computer.
25. Klik op Namen controleren.Controleer of de naam is onderstreept en klik vervolgens op OK.
Als Naam niet gevonden wordt weergegeven, klikt u op Annuleren en voert u de juiste gebruikersnaam in.
Opmerking:
Volg de onderstaande stappen om de gebruikersnaam te controleren.
Windows 10: klik met de rechtermuisknop op de knop Start of houd deze ingedrukt en selecteer
Conguratiescherm
> Gebruikersaccount.
Windows 8.1/Windows 8: Selecteer Bureaublad > Instellingen > Conguratiescherm > Gebruikersaccount.
Windows 7: Selecteer Start > Conguratiescherm > Gebruikersaccount.
26. Controleer op het tabblad Machtigingen of de gebruikersnaam die wordt weergegeven in Namen van
groepen of gebruikers, sta Wij z i g e n voor de naam toe, klik op To e p as s e n en klik op OK.
27. Klik op OK of Sluiten om het venster te sluiten.
Opmerking:
Het pictogram van de map verandert niet na het delen.In het mappenvenster wordt Gedeeld weergegeven als Status.
Hiermee is "Voorbereiding 2: Een gedeelde map maken op een computer" voltooid.
Ga verder naar "Voorbereiding 3: De gedeelde map in Contacten op de printer vastleggen".
Gerelateerde informatie
& “Voorbereiding 3: De gedeelde map in Contacten op de printer vastleggen” op pagina 106
Als u een pad voor een gedeelde map vastlegt op het bedieningspaneel van de printer kunt u het mappad
opgeven om contacten te selecteren.
Gebruikershandleiding
Scannen
105
Voorbereiding 3: De gedeelde map in Contacten op de printer vastleggen
Als u een pad voor een gedeelde map vastlegt op het bedieningspaneel van de printer kunt u het mappad opgeven
om contacten te selecteren.
U hebt de volgende informatie nodig om contacten te registeren.
Gebruikersnaam en wachtwoord om u bij de computer aan te melden
Netwerkpad naar de gedeelde map
IP-adres van de printer of de printernaam (alleen wanneer u registreert vanaf de computer)
Er zijn verschillende methoden om het mappad naar contacten te registreren.Met elke methode kunt u dezelfde
inhoud vastleggen.Raadpleeg de volgende gerelateerde informatie voor meer details.
Opmerking:
De methode voor het instellen van de gedeelde map is aankelijk van het besturingssysteem en de omgeving.In deze
handleiding worden voorbeelden gegeven voor Windows 10/Windows 8.1/Windows 8/Windows 7.Raadpleeg de
documentatie van de computer voor meer informatie over het instellen van een gedeelde map op de computer.
Gerelateerde informatie
& “Registreren via het bedieningspaneel van de printer” op pagina 106
U kunt contacten registreren vanaf het bedieningspaneel van de printer.
& Met een webbrowser registreren vanaf een computer” op pagina 107
U kunt contacten registreren vanaf uw computer door het conguratiescherm van de printer (Web Cong) te
openen in een webbrowser.Nadat u de gedeelde map hebt gemaakt, kunt op de computer blijven werken.
Registreren via het bedieningspaneel van de printer
U kunt contacten registreren vanaf het bedieningspaneel van de printer.
1. Selecteer Instel. vanaf het startscherm.
2. Selecteer Contacten-beheer en selecteer vervolgens Registreren/Wissen.
3.
Selecteer Geg. toev. en selecteer vervolgens Contact toevoegen.
4. Selecteer Netwerkmap/FTP.
5. Congureer de benodigde instellingen.
Registernummer: stel een registratienummer in voor het adres.
Naam: voer de naam in die in de contactenlijst moet worden weergegeven.
Indexwoord: voer het indexwoord in dat wordt gebruikt wanneer u in de contactenlijst zoekt.
Communicat. modus: selecteer SMB.
Locatie (vereist): voer het netwerkpad van de gedeelde map in.
Gebruikersnaam: voer een gebruikersnaam in om u aan te melden bij de computer.(alleen wanneer op de
computer een wachtwoord is ingesteld)
Wachtwoord: voer het bij de gebruikersnaam behorende wachtwoord in.
Toewijzen aan freq. gebr.: hiermee stelt u het adres in als veelgebruikt adres.De groep wordt bovenaan het
scherm weergegeven wanneer u het adres
opgee.
Gebruikershandleiding
Scannen
106
6. Druk op OK.Hiermee is het registreren van een contact in de contactenlijst voltooid.
Hiermee is "Voorbereiding 3: De gedeelde map in Contacten op de printer vastleggen" voltooid.Hiermee zijn alle
voorbereidingen voltooid voor het opslaan van gescande aeeldingen in de gedeelde map.
Gerelateerde informatie
& “Scannen naar een netwerkmap of FTP-server” op pagina 108
Met een webbrowser registreren vanaf een computer
U kunt contacten registreren vanaf uw computer door het
conguratiescherm
van de printer (Web
Cong
) te
openen in een webbrowser.Nadat u de gedeelde map hebt gemaakt, kunt op de computer blijven werken.
U hoe geen toepassingen te installeren op de computer.
Voor de volgende bewerkingen wordt Internet Explorer gebruikt als voorbeeld.
1. Start Internet Explorer.
2. Voer in de adresbalk van Internet Explorer het IP-adres van de printer in en druk op de Enter-toets.
3. Klik op Op deze website blijven (niet aanbevolen).
4. Als op de printer een beheerderswachtwoord is ingesteld, klikt u op Aanmelding beheerder en voert u het
wachtwoord in om zich aan te melden als beheerder.
U hoe deze bewerking niet uit te voeren als op de printer geen beheerderswachtwoord is ingesteld.Ga naar
stap 5.
5. Klik op Scannen/Kopiëren.
6.
Klik op Contactpersonen.
7. Selecteer een cijfer dat niet wordt gebruikt en klik vervolgens op Bewerken.
8. Voer de benodigde gegevens in en klik vervolgens op To e p a ss e n .
Naam: voer de naam in die in de contactenlijst moet worden weergegeven.
Indexwoord: voer het indexwoord in dat wordt gebruikt wanneer u in de contactenlijst zoekt.
Type: selecteer Netwerkmap (SMB).
Toewijzen aan frequent gebruik: hiermee stelt u het adres in als veelgebruikt adres.De groep wordt
bovenaan het scherm weergegeven wanneer u het adres
opgee.
Opslaan in: voer het netwerkpad van de gedeelde map in.
Gebruikersnaam: voer een gebruikersnaam in om u aan te melden bij de computer.(alleen wanneer op de
computer een wachtwoord is ingesteld)
Wachtwoord: voer het bij de gebruikersnaam behorende wachtwoord in.
9.
Er wordt een bericht weergegeven dat de registratie is voltooid.Sluit de webbrowser.
Hiermee is "Voorbereiding 3: De gedeelde map in Contacten op de printer vastleggen" voltooid.Hiermee zijn alle
voorbereidingen voltooid voor het opslaan van gescande aeeldingen in de gedeelde map.
Gebruikershandleiding
Scannen
107
Gerelateerde informatie
& “Scannen naar een netwerkmap of FTP-server” op pagina 108
Scannen naar een netwerkmap of FTP-server
U kunt de gescande aeelding in een specieke map op een netwerk opslaan. U kunt de maplocatie rechtstreeks
invoeren, maar het is wellicht eenvoudiger om de mapinformatie eerst in de contactpersonenlijst op te slaan.
Opmerking:
Voordat u deze functie gebruikt, moet u controleren of de instellingen Datum/tijd en Tijdsverschil van de printer correct
zijn. Open de menu's van Instel. > Algemene instellingen > Basisinstellingen > Datum/tijd instellen.
U kunt de bestemming controleren voordat u scant. Selecteer Instel. > Algemene instellingen > Scaninstellingen en
schakel vervolgens Ontvanger bevestigen in.
1. Plaats de originelen.
Opmerking:
Als u meerdere originelen wilt scannen of dubbelzijdige scans wilt maken, plaatst u alle originelen op de ADF.
2.
Selecteer Scannen op het startscherm.
3. Selecteer Netwerkmap/FTP.
4. Specieer de maplocatie.
Als u uit veelgebruikte adressen wilt selecteren, selecteert u de pictogrammen op het scherm.
Selecteer To e t s en b o rd als u de maplocatie rechtstreeks wilt invoeren. Selecteer Communicat. modus, voer
de maplocatie in als Locatie (vereist) en congureer vervolgens de andere mapinstellingen.
Voer het mappad in de volgende opmaak i.
Wanneer u SMB gebruikt als communicatiemodus: \\hostnaam\mapnaam
Wanneer u FTP gebruikt als communicatiemodus: p://mapnaam
Als u wilt selecteren uit de lijst met contacten, selecteert u Contacten, selecteert u een contact en selecteert
u vervolgens Sluiten.
U kunt vanuit de contactlijst naar een map zoeken. Voer in het vak boven aan het scherm het zoekwoord in.
Opmerking:
U kunt de geschiedenis afdrukken van de map waarin documenten worden opgeslagen door
te selecteren.
5. Selecteer Scaninstellingen, controleer de instellingen, zoals de bestandsindeling waarin u wilt opslaan, en
breng zo nodig aanpassingen aan.
Opmerking:
Selecteer
om uw instellingen als een voorinstelling op te slaan.
6. Tik op
x
.
Gerelateerde informatie
& Contactpersonen beheren” op pagina 47
& “Originelen plaatsen” op pagina 37
& “Uw favoriete instellingen vastleggen als voorinstelling” op pagina 49
Gebruikershandleiding
Scannen
108
Menuopties voor de doellocatie voor scannen naar een map
Toetsenbord:
Open het scherm Locatie bewerken.Voer het mappad in en stel elk item op het scherm in.
Communicat. modus
Selecteer een communicatiemodus.
Locatie (vereist)
Voer een maplocatie in om het gescande beeld op te slaan.
Gebruikersnaam
Voer een gebruikersnaam in voor de gekozen map.
Wa cht wo or d
Voer een wachtwoord in voor de gekozen map.
Verbindingsmodus
Selecteer de verbindingsmodus.
Poortnummer
Voer een poortnummer in.
Contacten:
Selecteer een map in de lijst met contactpersonen om het gescande beeld op te slaan.U moet geen
locatie-instellingen
congureren
als u de map via de lijst met contactpersonen selecteerde.
Menuopties voor scannen naar een map
Opmerking:
De items zijn mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van andere instellingen die u hebt gecongureerd.
Kleurmodus:
Selecteer of u wilt scannen in kleur of zwart-wit.
Bestandsindeling:
Selecteer het bestandstype waarin u gescande
aeelding
wilt opslaan.
Compressiever.
Selecteer de compressiegrootte van het gescande beeld.
PDF-instellingen
Als u PDF selecteerde als bestandstype, gebruik dan deze instellingen om PDF-bestanden te
beveiligen.
Als u een PDF-bestand wilt maken dat alleen met een wachtwoord kan worden geopend, stelt u
Wachtw. doc.openen in. Als u een PDF-bestand wilt maken dat alleen met een wachtwoord kan
worden afgedrukt of bewerkt, stelt u Wachtw. machtigingen in.
Resolutie:
Selecteer de scanresolutie.
Gebruikershandleiding
Scannen
109
Dubbelzijdig:
Scan beide zijden van het origineel.
Afdrukstand (origineel)
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Binden (origineel)
Selecteer de bindrichting van het origineel.
Scangebied:
Selecteer het scangebied. Selecteer Autom.bijsn. als u de witruimte rond tekst of rond een aeelding
wilt verwijderen tijdens het scannen. Als u het maximale gebied van de scannerglasplaat wilt scannen,
selecteert u Max. gebied.
Afdrukstand (origineel)
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Type origineel:
Selecteer het type van het origineel.
Dichtheid:
Selecteer het contrast van de gescande aeelding.
Schaduw verw.:
Verwijder schaduwen van het origineel die in de gescande aeelding verschijnen.
Surround
Verwijder de schaduwen aan de randen van het origineel.
Midden
Verwijder de schaduwen langs de bindmarge van de brochure.
Ponsgaten verw:
Wis perforatiegaten die in de gescande aeelding verschijnen. U kunt het gebied opgeven waarin
perforatiegaten moeten worden gewist door in het vak rechts een waarde op te geven.
Positie wissen
Selecteer de positie waar perforatiegaten moeten worden gewist.
Afdrukstand (origineel)
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Bestandsnaam:
Voorvoegsel bestandsnaam
Voer een voorvoegsel in voor de naam van de aeeldingen in alfanumerieke tekens en symbolen.
Datum toevoegen
Voeg de datum aan de bestandsnaam toe.
Tijd toevoegen
Voeg het tijdstip aan de bestandsnaam toe.
Gebruikershandleiding
Scannen
110
Scannen naar e-mailbericht
U kunt gescande aeeldingen rechtstreeks vanuit de printer per e-mail verzenden via een vooraf gecongureerde
e-mailserver. Voordat u deze functie gebruikt, moet u de e-mailserver congureren.
U kunt het e-mailadres rechtstreeks invoeren, maar het is wellicht eenvoudiger om het e-mailadres eerst in de
contactpersonenlijst op te slaan.
Opmerking:
Voordat u deze functie gebruikt, moet u controleren of de instellingen Datum/tijd en Tijdsverschil van de printer correct
zijn. Open de menu's van Instel. > Algemene instellingen > Basisinstellingen > Datum/tijd instellen.
U kunt de bestemming controleren voordat u scant. Selecteer Instel. > Algemene instellingen > Scaninstellingen en
schakel vervolgens Ontvanger bevestigen in.
1. Plaats de originelen.
Opmerking:
Als u meerdere originelen wilt scannen of dubbelzijdige scans wilt maken, plaatst u alle originelen in de ADF.
2. Selecteer Scannen op het startscherm.
3. Selecteer E-mail.
4. Geef de adressen op.
Als u veelgebruikte adressen wilt selecteren, selecteert u de pictogrammen op het scherm.
Als u het e-mailadres handmatig wilt invoeren, selecteert u To e t s en b o rd , voert u het e-mailadres in en
selecteert u vervolgens OK.
Als u wilt selecteren uit de lijst met contacten, selecteert u Contacten, selecteert u een contact of een groep
en selecteert u vervolgens Sluiten.
U kunt het adres zoeken in de contactlijst. Voer in het vak boven aan het scherm het zoekwoord in.
Als u wilt selecteren uit de geschiedenis, selecteert u Geschied., selecteert u een contact en selecteert u
vervolgens Sluiten.
Opmerking:
Het aantal ontvangers dat u hebt geselecteerd, wordt rechts in het scherm weergegeven. U kunt e-mails verzenden
naar maximaal 10 adressen en groepen.
Als de ontvangers groepen bevatten, kunt u in totaal tot 200 afzonderlijke adressen selecteren, de adressen in de
groepen meegeteld.
Selecteer het adresvak bovenaan het scherm om de lijst met geselecteerde adressen weer te geven.
Selecteer
om de verzendgeschiedenis weer te geven of af te drukken, of de instellingen van de e-mailserver te
wijzigen.
5. Selecteer Scaninstellingen, controleer de instellingen, zoals de bestandsindeling waarin u wilt opslaan, en
breng zo nodig aanpassingen aan.
Opmerking:
Selecteer
om uw instellingen als een voorinstelling op te slaan.
6. Tik op
x
.
Gerelateerde informatie
& Contactpersonen beheren” op pagina 47
Gebruikershandleiding
Scannen
111
& “Originelen plaatsen” op pagina 37
& “Uw favoriete instellingen vastleggen als voorinstelling” op pagina 49
Menuopties voor scannen naar een e-mail
Opmerking:
De items zijn mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van andere instellingen die u hebt gecongureerd.
Kleurmodus:
Selecteer of u wilt scannen in kleur of zwart-wit.
Bestandsindeling:
Selecteer het bestandstype waarin u gescande aeelding wilt opslaan.
Compressiever.
Selecteer de compressiegrootte van het gescande beeld.
PDF-instellingen
Als u PDF selecteerde als bestandstype, gebruik dan deze instellingen om PDF-bestanden te
beveiligen.
Als u een PDF-bestand wilt maken dat alleen met een wachtwoord kan worden geopend, stelt u
Wachtw. doc.openen in. Als u een PDF-bestand wilt maken dat alleen met een wachtwoord kan
worden afgedrukt of bewerkt, stelt u Wachtw. machtigingen in.
Resolutie:
Selecteer de scanresolutie.
Dubbelzijdig:
Scan beide zijden van het origineel.
Afdrukstand (origineel)
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Binden (origineel)
Selecteer de bindrichting van het origineel.
Scangebied:
Selecteer het scangebied. Selecteer Autom.bijsn. als u de witruimte rond tekst of rond een aeelding
wilt verwijderen tijdens het scannen. Als u het maximale gebied van de scannerglasplaat wilt scannen,
selecteert u Max. gebied.
Afdrukstand (origineel)
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Type origineel:
Selecteer het type van het origineel.
Dichtheid:
Selecteer het contrast van de gescande aeelding.
Gebruikershandleiding
Scannen
112
Schaduw verw.:
Verwijder schaduwen van het origineel die in de gescande
aeelding
verschijnen.
Surround
Verwijder de schaduwen aan de randen van het origineel.
Midden
Verwijder de schaduwen langs de bindmarge van de brochure.
Ponsgaten verw:
Wis perforatiegaten die in de gescande aeelding verschijnen. U kunt het gebied opgeven waarin
perforatiegaten moeten worden gewist door in het vak rechts een waarde op te geven.
Positie wissen
Selecteer de positie waar perforatiegaten moeten worden gewist.
Afdrukstand (origineel)
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Onderwerp:
Voer een onderwerp in voor de e-mail in alfanumerieke tekens en symbolen.
Max. grootte bijlage:
Selecteer de maximale bestandsgrootte die aan het e-mailbericht kan worden toegevoegd.
Bestandsnaam:
Voorvoegsel bestandsnaam
Voer een voorvoegsel in voor de naam van de aeeldingen in alfanumerieke tekens en symbolen.
Datum toevoegen
Voeg de datum aan de bestandsnaam toe.
Tijd toevoegen
Voeg het tijdstip aan de bestandsnaam toe.
Scannen met instellingen die zijn gecongureerd op de computer
(Document Capture Pro)
U kunt een reeks bewerkingen vastleggen als taak met Document Capture Pro. Vastgelegde taken kunnen worden
uitgevoerd vanaf het bedieningspaneel van de printer.
Als u een taak maakt om de gescande aeelding op te slaan naar de computer, kunt u de taak uitvoeren vanaf de
printer en de gescande aeelding opslaan naar de computer.
Opmerking:
Bewerkingen kunnen variëren, aankelijk van het besturingssysteem en de sowareversie. Raadpleeg de Help van de
soware voor meer informatie over het gebruik van de functies.
Gerelateerde informatie
& Toepassing voor congureren van scannen vanaf de computer (Document Capture Pro)” op pagina 179
Gebruikershandleiding
Scannen
113
Een taak instellen
Stel de taak op de computer in met behulp van Document Capture Pro.
Opmerking:
Bewerkingen kunnen variëren, aankelijk van het besturingssysteem en de sowareversie. Raadpleeg de Help van de
soware voor meer informatie over het gebruik van de functies.
Een taak maken en registreren (Windows)
Opmerking:
Bewerkingen kunnen variëren, aankelijk van het besturingssysteem en de sowareversie. Raadpleeg de Help van de
soware voor meer informatie over het gebruik van de functies.
1. Start Document Capture Pro.
2. Klik op Taakinstellingen in het bovenste scherm.
De Taak lijs t wordt weergegeven.
3.
Klik op Nieuw.
Het scherm Taakinstellingen wordt weergegeven.
4. Congureer de taakinstellingen op het scherm Taakinstellingen.
Naam taak: voer de naam in van de taak die u wilt registreren.
Scan-instellingen: congureer scaninstellingen, zoals het formaat van de originelen of de resolutie.
Opslaginstellingen: stel de opslaglocatie, de opslagindeling, ne naamgevingsregels voor de bestanden
enzovoort in.
Bestemmingsinstellingen: selecteer de doellocatie voor de gescande aeeldingen.
5. Klik op OK om terug te keren naar het scherm Taaklijst.
De gemaakte taak wordt geregistreerd in de Taaklijst.
6.
Klik op OK om terug te keren naar het bovenste scherm.
Een taak maken en registreren (Mac OS)
Opmerking:
Bewerkingen kunnen variëren, aankelijk van het besturingssysteem en de sowareversie. Raadpleeg de Help van de
soware
voor meer informatie over het gebruik van de functies.
1. Start Document Capture.
2. Klik in het hoofdvenster op het pictogram
.
Het venster Taa klijst wordt weergegeven.
3. Klik op het pictogram +.
Het venster Taakinstellingen wordt weergegeven.
Gebruikershandleiding
Scannen
114
4. Congureer de taakinstellingen in het venster Taakinstellingen.
Naam taak: voer de naam in van de taak die u wilt registreren.
Scan: congureer de scaninstellingen, zoals het formaat van de originelen of de resolutie.
Uitvoer: stel de opslaglocatie, de opslagindeling, ne naamgevingsregels voor de bestanden enzovoort in.
Bestemming: selecteer de doellocatie voor de gescande aeeldingen.
5.
Klik op OK om terug te keren naar het venster Taak lijst.
De gemaakte taak moet worden geregistreerd in de Taak lijs t.
6. Klik op OK om terug te keren naar het hoofdvenster.
Weergave instellen van de computernaam op het bedieningspaneel van de
printer
U kunt instellen dat de computernaam (alfanumeriek) wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer
met behulp van Document Capture Pro.
Opmerking:
Bewerkingen kunnen variëren, aankelijk van het besturingssysteem en de sowareversie. Raadpleeg de Help van de
soware
voor meer informatie over het gebruik van de functies.
1. Start Document Capture Pro.
2. Selecteer in de menubalk van het hoofdscherm achtereenvolgens Optie > Instellingen netwerkscan.
Opmerking:
In vensters wordt Optie alleen weergegeven in de standaardweergave. Als de eenvoudige weergave is ingesteld, klikt u op
Overschakelen naar Standaardweergave.
3. Voer op het scherm Instellingen netwerkscan de computernaam in bij Naam van uw PC (alfanumeriek).
4. Klik op OK.
De bewerkingsmodus instellen
Stel voor het scannen de bewerkingsmodus in op het bedieningspaneel om af te stemmen op de computer waarop
Document Capture Pro is geïnstalleerd.
1. Selecteer Instel. vanaf het startscherm.
2.
Selecteer Algemene instellingen > Scaninstellingen > Document Capture Pro.
3. Selecteer de bewerkingsmodus.
Clientmodus: Selecteer deze optie als Document Capture Pro is geïnstalleerd op Windows of Mac OS.
Servermodus: Selecteer deze optie als Document Capture Pro is geïnstalleerd op een Windows Server. Voer
dan het serveradres in.
4. Als u de bewerkingsmodus hebt gewijzigd, controleert u of de instellingen correct zijn en selecteert u OK.
Gebruikershandleiding
Scannen
115
Scannen met Document Capture Pro Settings
Tref voor het scannen de volgende voorbereidingen.
Installeer Document Capture Pro op uw computer (server) en maak de taak.
Sluit de printer en de computer (server) aan op het netwerk.
Stel de bewerkingsmodus in op het bedieningspaneel.
1. Plaats de originelen.
Opmerking:
Als u meerdere originelen wilt scannen of dubbelzijdige scans wilt maken, plaatst u alle originelen in de ADF.
2.
Selecteer Scannen op het startscherm.
3. Selecteer Document Capture Pro.
4. Selecteer Selecteer Computer. en selecteer daar de computer waarop de taak is gemaakt in Document Capture
Pro.
Opmerking:
Het bedieningspaneel van de printer toont maximaal 100 computers waarop Document Capture Pro is geïnstalleerd.
Als u Optie > Instellingen netwerkscan hebt geselecteerd en Bescherm met wachtwoord hebt ingeschakeld in
Document Capture Pro of Document Capture, voert u een wachtwoord in.
Als Servermodus is ingesteld op de bewerkingsmodus, hoe u deze stap niet uit te voeren.
5. Selecteer Selecteer Taak. en selecteer de taak.
Opmerking:
Als u Bescherm met wachtwoord hebt geselecteerd in instellingen in Document Capture Pro Server, voert u een
wachtwoord in.
Als u slechts een taak hebt ingesteld, hoe u de taak niet te selecteren. Ga verder naar de volgende stap.
6. Selecteer het gebied waar de taakinhoud wordt weergegeven en controleer de gegevens.
7.
Tik op
x
.
Gerelateerde informatie
& “Originelen plaatsen” op pagina 37
Scannen naar een geheugenapparaat
U kunt de gescande
aeelding
in een geheugenapparaat opslaan.
1. Voer een geheugenapparaat in de externe interface USB-poort van de printer.
2. Plaats de originelen.
Opmerking:
Als u meerdere originelen wilt scannen of dubbelzijdige scans wilt maken, plaatst u alle originelen in de ADF.
3.
Selecteer Scannen op het startscherm.
Gebruikershandleiding
Scannen
116
4. Selecteer Geheugenapp..
5. Stel in Basisinstellingen items in, zoals de bestandsindeling waarin moet worden opgeslagen.
6.
Selecteer Geavanceerd, controleer de instellingen en breng zo nodig aanpassingen aan.
Opmerking:
Selecteer
om uw instellingen als een voorinstelling op te slaan.
7. Tik op
x
.
Gerelateerde informatie
& “Namen en functies van onderdelen” op pagina 15
& “Originelen plaatsen” op pagina 37
& “Uw favoriete instellingen vastleggen als voorinstelling” op pagina 49
Basis menu-opties voor scannen naar een geheugenapparaat
Opmerking:
De items zijn mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van andere instellingen die u hebt gecongureerd.
Zwart-wit/Kleur:
Selecteer of u wilt scannen in kleur of zwart-wit.
Bestandsindeling:
Selecteer het bestandstype waarin u gescande
aeelding
wilt opslaan.
Compressiever.
Selecteer de compressiegrootte van het gescande beeld.
PDF-instellingen
Als u PDF selecteerde als bestandstype, gebruik dan deze instellingen om PDF-bestanden te
beveiligen.
Als u een PDF-bestand wilt maken dat alleen met een wachtwoord kan worden geopend, stelt u
Wachtw. doc.openen in. Als u een PDF-bestand wilt maken dat alleen met een wachtwoord kan
worden afgedrukt of bewerkt, stelt u Wachtw. machtigingen in.
Resolutie:
Selecteer de scanresolutie.
Dubbelzijdig:
Scan beide zijden van het origineel.
Afdrukstand (origineel)
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Binden (origineel)
Selecteer de bindrichting van het origineel.
Gebruikershandleiding
Scannen
117
Scangebied:
Selecteer het scangebied. Selecteer Autom.bijsn. als u de witruimte rond tekst of rond een aeelding
wilt verwijderen tijdens het scannen. Als u het maximale gebied van de scannerglasplaat wilt scannen,
selecteert u Max. gebied.
Afdrukstand (origineel)
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Type origineel:
Selecteer het type van het origineel.
Geavanceerde menu-opties voor scannen naar een geheugenapparaat
Opmerking:
De items zijn mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van andere instellingen die u hebt gecongureerd.
Dichtheid:
Selecteer het contrast van de gescande aeelding.
Schaduw verw.:
Verwijder schaduwen van het origineel die in de gescande
aeelding
verschijnen.
Surround
Verwijder de schaduwen aan de randen van het origineel.
Midden
Verwijder de schaduwen langs de bindmarge van de brochure.
Ponsgaten verw:
Wis perforatiegaten die in de gescande
aeelding
verschijnen. U kunt het gebied opgeven waarin
perforatiegaten moeten worden gewist door in het vak rechts een waarde op te geven.
Positie wissen
Selecteer de positie waar perforatiegaten moeten worden gewist.
Afdrukstand (origineel)
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Bestandsnaam:
Voorvoegsel bestandsnaam
Voer een voorvoegsel in voor de naam van de
aeeldingen
in alfanumerieke tekens en symbolen.
Datum toevoegen
Voeg de datum aan de bestandsnaam toe.
Tijd toevoegen
Voeg het tijdstip aan de bestandsnaam toe.
Gebruikershandleiding
Scannen
118
Scannen naar de cloud
U kunt gescande aeeldingen naar clouddiensten sturen. Voordat u deze functie gebruikt, moet u instellingen
opgeven met Epson Connect. Raadpleeg de volgende portaalsite van Epson Connect voor meer informatie.
https://www.epsonconnect.com/
http://www.epsonconnect.eu (alleen Europa)
1. Geef eerst instellingen op met Epson Connect.
2. Plaats de originelen.
Opmerking:
Als u meerdere originelen wilt scannen of dubbelzijdige scans wilt maken, plaatst u alle originelen op de ADF.
3. Selecteer Scannen op het startscherm.
4. Selecteer Cloud.
5. Selecteer
bovenaan het scherm en selecteer vervolgens een bestemming.
6.
Stel in Basisinstellingen items in, zoals de bestandsindeling waarin moet worden opgeslagen.
7. Selecteer Geavanceerd, controleer de instellingen en breng zo nodig aanpassingen aan.
Opmerking:
Selecteer
om uw instellingen als een voorinstelling op te slaan.
8. Tik op
x
.
Gerelateerde informatie
& “Originelen plaatsen” op pagina 37
Basis menu-opties voor scannen naar de cloud
Opmerking:
De items zijn mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van andere instellingen die u hebt gecongureerd.
Zwart-wit/Kleur:
Selecteer of u wilt scannen in kleur of zwart-wit.
JPEG/PDF:
Selecteer het bestandstype waarin u gescande aeelding wilt opslaan.
Dubbelzijdig:
Scan beide zijden van het origineel.
Afdrukstand (origineel)
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Binden (origineel)
Selecteer de bindrichting van het origineel.
Gebruikershandleiding
Scannen
119
Scangebied:
Selecteer het scangebied. Selecteer Autom.bijsn. als u de witruimte rond tekst of rond een aeelding
wilt verwijderen tijdens het scannen. Als u het maximale gebied van de scannerglasplaat wilt scannen,
selecteert u Max. gebied.
Afdrukstand (origineel)
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Geavanceerde menu-opties voor scannen naar de cloud
Opmerking:
De items zijn mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van andere instellingen die u hebt gecongureerd.
Type origineel:
Selecteer het type van het origineel.
Dichtheid:
Selecteer het contrast van de gescande aeelding.
Schaduw verw.:
Verwijder schaduwen van het origineel die in de gescande
aeelding
verschijnen.
Surround
Verwijder de schaduwen aan de randen van het origineel.
Midden
Verwijder de schaduwen langs de bindmarge van de brochure.
Ponsgaten verw:
Wis perforatiegaten die in de gescande
aeelding
verschijnen. U kunt het gebied opgeven waarin
perforatiegaten moeten worden gewist door in het vak rechts een waarde op te geven.
Positie wissen
Selecteer de positie waar perforatiegaten moeten worden gewist.
Afdrukstand (origineel)
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Scannen naar een computer (WSD)
Opmerking:
Deze functie is uitsluitend beschikbaar voor computers met Windows 10/Windows 8.1/Windows 8/Windows 7/Windows
Vi s t a .
Als u Windows 7/Windows Vista gebruikt, moet u eerst uw computer instellen voordat u deze functie kunt gebruiken.
1. Plaats de originelen.
Opmerking:
Als u meerdere originelen wilt scannen, plaatst u alle originelen op de ADF.
2. Selecteer Scannen op het startscherm.
Gebruikershandleiding
Scannen
120
3. Selecteer Computer (WSD).
4. Selecteer een computer.
5. Tik op
x
.
Een WSD-poort instellen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een WSD-poort instelt voor Windows 7/Windows Vista.
Opmerking:
Voor Windows 10/Windows 8.1/Windows 8 wordt de WSD-poort automatisch ingesteld.
Voor het instellen van een WSD-poort is het volgende nodig.
De printer en de computer moeten verbinding hebben met het netwerk.
De printerdriver moet op de computer zijn geïnstalleerd.
1. Zet de printer aan.
2.
Klik op Start en vervolgens op Netwerk op de computer.
3. Klik met de rechtermuisknop op de printer en klik vervolgens op Installeren.
Klik op Doorgaan wanneer het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven.
Klik op Ver w ij deren en begin opnieuw als het scherm Ver w ij der en wordt weergegeven.
Opmerking:
De printernaam die u instelt in het netwerk en de modelnaam (EPSON XXXXXX (XX-XXXX)) worden weergegeven in
het venster Netwerk. U kunt de printernaam die in het netwerk is ingesteld controleren vanaf het bedieningspaneel van
de printer of door een netwerkstatusvel af te drukken.
Gebruikershandleiding
Scannen
121
4. Klik op Uw apparaat is gereed voor gebruik.
5. Controleer het bericht en klik op Sluiten.
6. Open het venster Apparaten en printers.
Windows 7
Klik op Start > Conguratiescherm > Hardware en geluiden (of Hardware) > Apparaten en printers.
Windows Vist a
Klik op Start > Conguratiescherm > Hardware en geluiden > Printers.
7. Controleer of een pictogram met de naam van de printer in het netwerk wordt weergegeven.
Selecteer de printernaam wanneer u WSD gebruikt.
Scannen vanaf een computer
Gebruikers
veriëren
in Epson Scan 2 wanneer Toegangsbeheer is
ingeschakeld
Als de toegangscontrole op de printer is ingeschakeld, moet u bij het scannen met Epson Scan 2 een gebruikers-ID
en wachtwoord registreren. Als u het wachtwoord niet kent, neem dan contact op met uw printerbeheerder.
1. Start Epson Scan 2.
2. Controleer op het scherm Epson Scan 2 of uw printer is geselecteerd in de lijst Scanner.
3. Selecteer Instellingen uit de lijst Scanner om het scherm Scannerinstellingen te openen.
4. Klik op To eg an gs b eh ee r.
Gebruikershandleiding
Scannen
122
5. Voer op het scherm To e g a ng s b e he e r de Gebruikersnaam en het Wac htwoord in voor een account dat
gemachtigd is om te scannen.
6. Klik op OK.
Scannen met Epson Scan 2
U kunt scannen met het scannerstuurprogramma "Epson Scan 2". U kunt originelen scannen met gebruik van
gedetailleerde instellingen die geschikt zijn voor tekstdocumenten.
Raadpleeg de help van Epson Scan 2 voor een uitleg van de items voor instellingen.
1. Plaats het origineel.
Opmerking:
Als u meerdere originelen wilt scannen, plaatst u ze in de ADF.
2. Start Epson Scan 2.
3.
Congureer de volgende instellingen op het tabblad Hoofdinstellingen.
Documentbron: selecteer de bron waar het origineel wordt geplaatst.
Scanzijde: selecteer de kant van het origineel dat u wilt scannen wanneer u scant vanuit de ADF.
Documentformaat: selecteer de grootte van het origineel dat u hebt geplaatst.
Gebruikershandleiding
Scannen
123
Knoppen / (Originele afdrukstand): selecteer de ingestelde afdrukstand van het origineel dat u
hebt geplaatst. Aankelijk van het formaat van het origineel kan dit item automatisch zijn ingesteld en kan
dit niet worden gewijzigd.
Beeldtype: selecteer de kleur voor de gescande aeelding.
Resolutie: selecteer de resolutie.
4. Congureer indien nodig andere scaninstellingen.
U kunt een voorbeeldweergave van de gescande
aeelding
bekijken door op de knop Vo orb e eld sc an te
klikken. Het voorbeeldvenster wordt geopend en een voorbeeld van de
aeelding
wordt weergegeven.
Wanneer u een voorbeeld bekijkt met gebruik van de ADF, wordt het origineel uitgeworpen uit de ADF.
Plaats het uitgeworpen origineel opnieuw.
Op het tabblad Geavanceerde instellingen kunt u gedetailleerde instellingen
congureren
voor het
aanpassen van gescande
aeeldingen
die geschikt zijn voor tekstdocumenten, zoals.
Achtergrond verwijderen: u kunt de achtergrond van de originelen verwijderen.
Tekst verbeteren: u kunt wazige letters in het origineel helder en scherp maken.
Gebieden autom. Scheiden: u kunt letters duidelijker en
aeeldingen
vloeiend maken wanneer u een
document dat
aeeldingen
bevat in zwart-wit scant.
Kleur verbeteren: u kunt de opgegeven kleur verbeteren voor de gescande aeelding en deze vervolgens
opslaan in grijstinten of in zwart-wit.
Drempelwaarde: u kunt de rand aanpassen voor monochroom binair (zwart-wit).
Verscherpen: u kunt de contouren van de aeelding verscherpen of versterken.
Ontrasteren: u kunt moiré (webachtige schaduwen) verwijderen dat verschijnt wanneer u gedrukt
papier, zoals een tijdschri, scant.
Rand bijkleuren: u kunt de schaduw verwijderen die rond de gescande aeelding is ontstaan.
Dual Image Output (alleen in Windows): u kunt een
aeelding
één keer scannen en vervolgens
tegelijkertijd opslaan naar twee aeeldingen met verschillende uitvoerinstellingen.
Opmerking:
De items zijn mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van andere instellingen die u hebt gecongureerd.
Gebruikershandleiding
Scannen
124
5. Congureer de instellingen voor het opslaan van bestanden.
Beeldformaat: selecteer de indeling waarin u wilt opslaan uit de lijst.
U kunt gedetailleerde instellingen congureren voor elke opslagindeling, behalve BITMAP en PNG.
Selecteer Opties in de lijst nadat u de indeling voor opslaan hebt geselecteerd.
Bestandsnaam: bevestig de weergegeven naam waaronder het bestand wordt opgeslagen.
U kunt instellingen voor de bestandsnaam wijzigen door in de lijst Instellingen te selecteren.
Map: selecteer in de lijst de map waarin de gescande aeelding moet worden opgeslagen.
U kunt een andere map selecteren of een nieuwe map maken door in de lijst Selecteren te selecteren.
6.
Klik op Scannen.
Gerelateerde informatie
& “Originelen plaatsen” op pagina 37
& “Toepassing voor het scannen van documenten en aeeldingen (Epson Scan 2)” op pagina 178
Gebruikershandleiding
Scannen
125
Scannen met smart-apparaten
Epson iPrint is een toepassing waarmee u foto's en documenten kunt scannen vanaf een smart-apparaat, zoals een
smartphone of tablet, dat verbonden is met hetzelfde draadloze netwerk als uw printer. U kunt gescande gegevens
opslaan op een smart-apparaatof een Cloud-service, via e-mail versturen of afdrukken.
Vanaf een smart device verbinding maken via Wi-Fi Direct
Als u wilt afdrukken vanaf het smart device, moet u verbinding maken tussen het smart device en printer.
Met Wi-Fi Direct is het mogelijk om de printer rechtstreeks, zonder toegangspunt, te verbinden met andere
apparaten. De printer fungeert zelf als toegangspunt.
c
Belangrijk:
Wanneer u een smart device verbindt met de printer met de Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt), is
de printer verbonden met hetzelfde Wi-Fi-netwerk (SSID) als het smart device en vindt communicatie tussen de
beide apparaten plaats. Omdat het smart device automatisch wordt verbonden met het andere verbindbare Wi-Fi-
netwerk als de printer wordt uitgeschakeld, wordt niet opnieuw verbinding gemaakt met het vorige Wi-Fi-netwerk
als de printer wordt ingeschakeld. Maak vanuit het smart device opnieuw verbinding met de SSID van de printer
voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt).
1. Tik op het startscherm op .
2. Selecteer Wi - Fi D i r e c t .
3. Tik op Start de instelling.
Als u Wi-Fi-instellingen hebt gecongureerd, wordt gedetailleerde verbindingsinformatie weergegeven. Ga
naar stap 5.
4. Tik op Start installatie.
5. Kijk op het bedieningspaneel van de printer welke SSID en welk wachtwoord worden weergegeven. Selecteer
op het Wi-Fi-scherm van het smart device de SSID die op het bedieningspaneel van de printer wordt
weergegeven om verbinding te maken.
Opmerking:
U kunt de verbindingsmethode controleren op de website. Scan met een smart device de QR-code die op het
bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven om de website te openen en ga vervolgens naar Instellen.
6. Voer op het smart device het wachtwoord in dat wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer.
7. Nadat de verbinding is gemaakt, tikt u op OK of Sluiten op het bedieningspaneel van de printer.
8. Sluit het scherm.
Gebruikershandleiding
Scannen
126
Epson iPrint installeren
U kunt Epson iPrint op uw smart-apparaat installeren door op de volgende link te klikken of de QR-code te
scannen.
http://ipr.to/c
Scannen met Epson iPrint
Voer Epson iPrint uit vanaf uw smart-apparaat en selecteer op het startscherm het item dat u wilt gebruiken.
De volgende aeeldingen zijn aan veranderingen onderhevig zonder voorafgaande kennisgeving.
A
Het startscherm wordt weergegeven wanneer de toepassing start.
B
Biedt informatie over het instellen van de printer en een lijst met veelgestelde vragen.
C
Geeft het scherm weer waar u de printer selecteert en de printerinstellingen congureert. Wanneer u de
printer heeft geselecteerd, hoeft u deze de volgende keer niet meer opnieuw te selecteren.
D
Hiermee opent u het scanscherm.
E
Geeft het scherm weer waarop u de scaninstellingen kunt congureren zoals de resolutie.
F
Geeft gescande bestanden weer.
Gebruikershandleiding
Scannen
127
G
Hiermee start het scannen.
H
Geeft het scherm weer waarop u gescande gegevens kunt opslaan op een smart device of Cloud-service.
I
Geeft het scherm weer om gescande gegevens met e-mail te verzenden.
J
Geeft het scherm weer om gescande gegevens af te drukken.
Scannen door smart-apparaten voor de N-markeringte houden
U kunt eenvoudig verbinding maken en scannen door met uw smart device de N-markering van de printer aan te
raken.
Tref de volgende voorbereidingen voordat u deze functie gebruikt.
Schakel de NFC-functie in op uw smart-apparaat.
Alleen Android 4.0 of hoger ondersteunt NFC.(Near Field Communication)
De locatie en de functies van NFC variëren aankelijk van het smart device.Zie de documentatie die u bij uw
smart device hebt gekregen voor meer informatie.
Is Epson iPrint op uw smart device geïnstalleerd.
Raak met uw smart device de N-markering van de printer aan om de toepassing te installeren.
Schakel op de printer Wi-Fi Direct in.
1. Plaats de originelen in de printer.
2.
Raak met uw smart device de N-markering van de printer aan.
Opmerking:
Mogelijk kan de printer niet met het smart device communiceren wanneer zich tussen de N-markering van de printer
en het smart device obstakels bevinden, zoals metalen voorwerpen.
Epson iPrint wordt gestart.
3. Selecteer het scanmenu in Epson iPrint.
4. Raak met uw smart device nogmaals de N-markering van de printer aan.
De scantaak wordt gestart.
Gebruikershandleiding
Scannen
128
Faxen
Voordat u faxfuncties gebruikt
Vraag aan de beheerder of de volgende instellingen zijn gecongureerd.
De telefoonlijn, de printer en (indien nodig) de telefoon zijn correct aangesloten
Basisinstellingen voor faxen (ten minste Wi z a r d f a x i n s te l l i n g ) zijn gecongureerd
Faxen verzenden via de printer
Faxen verzenden via het bedieningspaneel
Gerelateerde informatie
& “Een fax automatisch verzenden via het bedieningspaneel” op pagina 129
& “Een faxbericht handmatig verzenden na controle van de status van de ontvanger” op pagina 131
Een fax automatisch verzenden via het bedieningspaneel
U kunt faxen verzenden door het faxnummer van de ontvanger op het bedieningspaneel in te voeren.
Opmerking:
Als u een faxbericht in zwart-wit verzendt, kunt u de gescande aeelding bekijken op het display.
U kunt tot 50 monochrome faxtaken opslaan, zelfs als de telefoonlijn in gebruik is voor telefoongesprekken, het verzenden
van een ander faxbericht of het ontvangen van een faxbericht. U kunt opgeslagen faxtaken controleren of annuleren in
.
1. Plaats de originelen.
U kunt tot 100 pagina's in één keer verzenden. Aankelijk van de resterende hoeveelheid geheugen is dit
echter niet altijd mogelijk, zelfs als de fax minder dan 100 pagina's bevat.
2.
Selecteer Fax op het startscherm.
3. Kies de ontvanger.
U kunt dezelfde fax in zwart-wit naar maximaal 200 ontvangers en maximaal 199 groepen in Contacten
verzenden. Een kleurenfax kan echter maar naar één ontvanger tegelijk worden verzonden.
Gebruikershandleiding
Faxen
129
Handmatig invoeren: selecteer To e t s e nb o rd , voer een faxnummer in op het scherm dat wordt weergegeven
en tik vervolgens op OK.
Om een pauze (drie seconden tijdens het bellen van het nummer) toe te voegen, voegt u een koppelteken
(-) toe.
- Als u een externe toegangscode hebt ingesteld in Lijntype, begint u het faxnummer met een hekje (#) in
plaats van de werkelijke toegangscode.
Opmerking:
Als u een faxnummer niet handmatig kunt invoeren, is Beperkingen dir. kiezen in Veiligheidsinstel.
ingesteld op Aan. Selecteer de faxontvangers uit de lijst met contacten of de faxgeschiedenis.
Selecteren uit de lijst met contactpersonen: selecteer het tabblad Contacten en selecteer ontvangers
waarnaar u een fax wilt verzenden. Als de ontvanger waarnaar u het bericht wilt versturen niet zijn
geregistreerd in Contacten, tikt u op
om deze te registreren.
Selecteren uit de faxgeschiedenis: selecteer Recent en selecteer een ontvanger.
Selecteren uit de lijst op het tabblad Ontvanger: selecteer een ontvanger in de lijst die is geregistreerd in
Instel. > Contacten-beheer > Frequent.
Opmerking:
Als u ingevoerde ontvangers wilt verwijderen, gee u de lijst met ontvangers weer door op het veld van een faxnummer
of het aantal ontvangers op het lcd-scherm te tikken. Selecteer vervolgens de ontvanger in de lijst en selecteer
Ve r wi jd er en .
4. Selecteer het tabblad Faxinstellingen en congureer desgewenst de instellingen, zoals voor resolutie en
verzendmethode.
Opmerking:
Om dubbelzijdige originelen te zenden, schakelt u ADF dubbelzijdig in. U kunt ze in zwart-wit verzenden. Met deze
instelling kunt u ze niet in kleur verzenden.
Tik op
(Presets) op het bovenste faxscherm om de huidige instellingen en ontvangers op te slaan in Presets.
Aankelijk van de manier waarop u de ontvangers hebt ingesteld, is het mogelijk dat ontvangers niet worden
opgeslagen, zoals wanneer u een faxnummer handmatig invoert.
5.
Verzend de fax.
Als u wilt verzenden zonder de gescande
documentaeelding
te controleren, tikt u op
x
.
Als u het document wilt scannen en de gescande documentaeelding vervolgens wilt controleren en
verzenden (alleen bij verzenden in zwart-wit), tikt u op u
bovenaan het faxscherm.
Als u de fax zo wilt verzenden, selecteert u Verzenden starten. Selecteer anders Annuler. en ga vervolgens
verder naar stap 3.
-
: hiermee verplaatst u het scherm in de richting van de pijlen.
-
: hiermee verkleint of vergroot u.
-
: hiermee verplaatst u naar de vorige of volgende pagina.
Gebruikershandleiding
Faxen
130
Opmerking:
Als u een voorbeeld van de fax hebt bekeken, kunt u die niet meer in kleur verzenden.
Als Direct verzenden geactiveerd is, kunt u geen voorbeeld weergeven.
Als het voorbeeldscherm 20 seconden niet wordt aangeraakt, wordt de fax automatisch verzonden.
De beeldkwaliteit van een fax is mogelijk anders dan het voorbeeld, naargelang de capaciteit van de machine van de
ontvanger.
6. Verwijder de originelen wanneer het verzenden is voltooid.
Opmerking:
Als het faxnummer bezet is of er een probleem optreedt, vormt de printer na een minuut autmatisch nogmaals het
nummer.
Als u het verzenden wilt annuleren, tikt u op
y
.
Het verzenden van faxen in kleur duurt langer omdat de printer tegelijk scant en verzendt. Als de printer een fax in kleur
aan het verzenden is, kunt u geen andere functies gebruiken.
Gerelateerde informatie
& Contactpersonen beheren” op pagina 47
& “Uw favoriete instellingen vastleggen als voorinstelling” op pagina 49
& “Originelen plaatsen” op pagina 37
& “Menuopties voor faxen” op pagina 138
& “De status of logboeken van faxtaken controleren” op pagina 153
Een faxbericht handmatig verzenden na controle van de status van de
ontvanger
U kunt tijdens het nummervormen, communiceren of verzenden een faxbericht verzenden terwijl u naar geluiden
of stemmen luistert via de luidspreker in de printer.
1. Plaats de originelen.
2. Selecteer Fax op het startscherm.
U kunt tot 100 pagina's per zending verzenden.
3. Selecteer het tabblad Faxinstellingen en congureer desgewenst de instellingen, zoals voor resolutie en
verzendmethode. Wanneer u het congureren van de instellingen hebt voltooid, selecteert u het tabblad
Ontvanger.
4. Tik op
en geef de ontvanger op.
Opmerking:
U kunt het volume van de luispreker aanpassen.
5. Wanneer u een faxtoon hoort, selecteert u Verzenden/ Ontvangen rechts boven in het lcd-scherm en
selecteert u vervolgens Verz end en.
Opmerking:
Als u een faxbericht van een faxpollingdienst ontvangt, en u hoort de stembegeleiding, volg dan de instructies.
6. Tik op
x
.
Gebruikershandleiding
Faxen
131
7. Verwijder de originelen wanneer het verzenden is voltooid.
Gerelateerde informatie
& “Originelen plaatsen” op pagina 37
& “Menuopties voor faxen” op pagina 138
Faxen verzenden met een extern telefoontoestel
U kunt een fax verzenden d.m.v. een aangesloten telefoon als u voor het verzenden van de fax nog een gesprek wilt
voeren of als de faxmachine van de ontvanger niet automatisch overschakelt.
1. Plaats de originelen.
U kunt tot 100 pagina's per zending verzenden.
2. Neem de hoorn van de telefoon in de hand en vorm het faxnummer van de ontvanger op uw toestel.
Opmerking:
Als de ontvanger de telefoon beantwoordt, kunt u met de ontvanger spreken.
3.
Selecteer Fax op het startscherm.
4. Selecteer het tabblad Faxinstellingen en congureer desgewenst de instellingen, zoals voor resolutie en
verzendmethode.
5. Als u een faxtoon hoort, tikt u op
x
en legt u de hoorn op de haak.
Opmerking:
Als een nummer gevormd wordt d.m.v. een aangesloten toestel, duurt de verzending langer omdat de printer tegelijk
scant en verzendt. Als de printer een fax aan het verzenden is, kunt u geen andere functies gebruiken.
6. Verwijder de originelen wanneer het verzenden is voltooid.
Gerelateerde informatie
& “Originelen plaatsen” op pagina 37
& “Faxinstellingen” op pagina 139
Faxberichten op verzoek verzenden (met Polling verzenden/
Bulletinboardbox)
Als u een document in zwart-wit met maximaal 100 pagina's wilt opslaan in de map Polling verzenden of in een
van de mappen voor bulletinborden, kan het opgeslagen document worden verzonden op verzoek van een ander
faxapparaat met de functie pollingontvangst.
U kunt een document opslaan in de map voor Polling verzenden.
U kunt maximaal 10 bulletinborden registreren en in elk ingesteld bulletinbord één document opslaan. Houd er
rekening mee dat het faxapparaat van de ontvanger de subadres/wachtwoordfunctie moet ondersteunen.
Gerelateerde informatie
& “De Box Polling verzenden instellen” op pagina 133
Gebruikershandleiding
Faxen
132
& Een map voor bulletinborden registreren” op pagina 133
& “Een document opslaan in de Polling verzenden/ Bulletinboardbox” op pagina 134
& “Een fax verzenden met een Subadres (SUB) en Wachtwoord(SID)” op pagina 137
De Box Polling verzenden instellen
1.
Selecteer vanuit het startscherm Faxbox > Polling verzenden/ Board.
2. Selecteer Polling verzenden, tik op
en selecteer vervolgens Instel..
Opmerking:
Voer het wachtwoord in als u hierom wordt gevraagd.
3. Congureer de toepasselijke instellingen, zoals Verz.reslt. melden.
Opmerking:
Als u een wachtwoord instelt in Wachtw.vr.open box, wordt u gevraagd het wachtwoord in te voeren vanaf de volgende
keer dat u de map opent.
4. Selecteer OK.
Gerelateerde informatie
& “Een document opslaan in de Polling verzenden/ Bulletinboardbox” op pagina 134
& “Polling verz./Board” op pagina 150
Een map voor bulletinborden registreren
1. Selecteer vanuit het startscherm Faxbox > Polling verzenden/ Board.
2. Selecteer een van de mappen met de naam Niet geregistreerd bulletinboard.
Opmerking:
Voer het wachtwoord in als u hierom wordt gevraagd.
3. Congureer instellingen voor de items op het scherm.
Voer in Naam (vereist) een naam in
Voer in Subadres (SEP) een subadres in
Voer in Wa c ht wo or d( PW D) een wachtwoord in
4. Congureer de toepasselijke instellingen, zoals Verz.reslt. melden.
Opmerking:
Als u een wachtwoord instelt in Wachtw.vr.open box, wordt u gevraagd het wachtwoord in te voeren vanaf de volgende
keer dat u de map opent.
5. Selecteer OK.
Als u het scherm voor het wijzigen van instellingen of verwijderen van geregistreerde mappen wilt weergegeven,
selecteert u de map die u wilt wijzigen/verwijderen en tikt u op
.
Gebruikershandleiding
Faxen
133
Gerelateerde informatie
& “Een document opslaan in de Polling verzenden/ Bulletinboardbox” op pagina 134
& “Polling verz./Board” op pagina 150
Een document opslaan in de Polling verzenden/ Bulletinboardbox
1.
Selecteer Faxbox op het startscherm en selecteer dan Polling verz./Board.
2. Selecteer het vak Polling verzenden of op een van de vakken van de bulletinborden die al zijn geregistreerd.
Voer het wachtwoord in om het vak te openen als u hierom wordt gevraagd.
3. Tik op Document toevoegen.
4. Controleer boven in het faxscherm dat wordt weergegeven de faxinstelling en tik vervolgens op
x
om het
document te scannen en op te slaan.
Als u het opgeslagen document wilt controleren, selecteert u Faxbox > Polling verz./Board, selecteert u het vak
met het document dat u wilt controleren en tikt u vervolgens op Document controleren. In het scherm dat wordt
weergegeven, kunt u het gescande document bekijken, afdrukken of wissen.
Gerelateerde informatie
& “Originelen plaatsen” op pagina 37
& “Polling verz./Board” op pagina 150
& “De status of logboeken van faxtaken controleren” op pagina 153
Verschillende manieren om faxberichten te verzenden
Gerelateerde informatie
& “Meerdere pagina's van een monochroom document verzenden (Direct verzenden)” op pagina 134
& “Een faxbericht prioritair verzenden (Met prioriteit sturen)” op pagina 135
& “Zwart-witfaxen verzenden op een speciek tijdstip (Fax later verzenden)” op pagina 135
& “Documenten van verschillende formaten verzenden d.m.v. de ADF (Doorlopend scannen (ADF))” op
pagina 136
& “Een fax verzenden met een Subadres (SUB) en Wachtwoord(SID)” op pagina 137
& “Een document meerdere keren verzenden” op pagina 137
Meerdere pagina's van een monochroom document verzenden (Direct
verzenden)
Als u een monochrome fax verzendt, wordt het gescande document tijdelijk opgeslagen in het geheugen van de
printer. Hierdoor kan het verzenden van een groot aantal pagina's ervoor zorgen dat het geheugen van de printer
vol raakt. U kunt dit vermijden door de functie Direct verzenden te activeren, maar mogelijk duurt de verzending
langer omdat de printer tegelijk scant en verzendt. U kunt deze functie gebruiken als er maar één ontvanger is.
1. Plaats de originelen.
Gebruikershandleiding
Faxen
134
2. Selecteer Fax op het startscherm.
3. Kies de ontvanger.
4. Selecteer het tabblad Faxinstellingen en tik vervolgens op Direct verzenden om dit in te stellen op Aan.
U kunt naar wens ook instellingen congureren voor bijvoorbeeld resolutie en verzendmethode.
5.
Verzend de fax.
Gerelateerde informatie
& “Originelen plaatsen” op pagina 37
& “Een fax automatisch verzenden via het bedieningspaneel” op pagina 129
& “Faxinstellingen” op pagina 139
Een faxbericht prioritair verzenden (Met prioriteit sturen)
U kunt een dringend document voorrang verlenen op faxberichten in de wachtrij.
Opmerking:
U kunt geen prioritaire faxberichten zenden wanneer een van de volgende zaken in behandeling zijn omdat de printer geen
andere faxberichten kan aanvaarden.
Een monochroom faxbericht verzenden terwijl Direct verzenden is ingeschakeld
Het verzenden van een faxbericht in kleur
Het verzenden van een faxbericht d.m.v. een aangesloten telefoontoestel
Het verzenden van een faxbericht via een computer
1. Plaats de originelen.
2. Selecteer Fax op het startscherm.
3. Kies de ontvanger.
4. Selecteer het tabblad Faxinstellingen en tik vervolgens op Met prioriteit sturen om dit in te stellen op Aan.
U kunt naar wens ook instellingen congureren voor bijvoorbeeld resolutie en verzendmethode.
5. Verzend de fax.
Gerelateerde informatie
& “Originelen plaatsen” op pagina 37
& “Een fax automatisch verzenden via het bedieningspaneel” op pagina 129
& “Faxinstellingen” op pagina 139
Zwart-witfaxen verzenden op een speciek tijdstip (Fax later verzenden)
U kunt op een speciek tijdstip een fax verzenden. Dit kan uitsluitend bij monochrome faxen.
1. Plaats de originelen.
Gebruikershandleiding
Faxen
135
2. Selecteer Fax op het startscherm.
3. Kies de ontvanger.
4.
Congureer instellingen om faxen op een speciek tijdstip te verzenden.
A
Selecteer het tabblad Faxinstellingen en selecteer vervolgens Fax later verzenden
B
Tik op Fax later verzenden om dit in te stellen op Aan.
C
Tik op het vak Ti jd , voer het tijdstip in waarop u de fax wilt verzenden en selecteer vervolgens OK.
D
Selecteer OK om de instellingen toe te passen.
U kunt naar wens ook instellingen congureren voor bijvoorbeeld resolutie en verzendmethode.
5. Verzend de fax.
Opmerking:
Als u een fax wilt annuleren, doet u dit vanuit
.
Gerelateerde informatie
& “Originelen plaatsen” op pagina 37
& “Een fax automatisch verzenden via het bedieningspaneel” op pagina 129
& “Faxinstellingen” op pagina 139
& “De status of logboeken van faxtaken controleren” op pagina 153
Documenten van verschillende formaten verzenden d.m.v. de ADF
(Doorlopend scannen (ADF))
Als u faxen verzendt door de originelen een voor een te plaatsen, of door de originelen op formaat te plaatsen, kunt
u deze als een enkel document verzenden in hun originele formaten.
Als u originelen met verschillende afmetingen in de ADF plaatst, worden alle originelen verzonden volgens het
grootste formaat. Plaats geen originelen met verschillende formaten als u de originelen in het oorspronkelijke
formaat wilt verzenden.
1. Plaats de eerste batch originelen tegelijkertijd.
2. Selecteer Fax op het startscherm.
3. Kies de ontvanger.
4. Selecteer het tabblad Faxinstellingen en tik vervolgens op Doorlopend scannen (ADF) om dit in te stellen op
Aan.
U kunt naar wens ook instellingen congureren voor bijvoorbeeld resolutie en verzendmethode.
5. Tik op
x
(Verzenden).
Gebruikershandleiding
Faxen
136
6. Wanneer het scannen van de eerste originelen is voltooid en het bericht Het scannen is voltooid. De volgende
pagina scannen? op het bedieningspaneel wordt weergegeven, selecteert u Ja, plaatst u de volgende originelen
en selecteert u Scannen starten.
Opmerking:
Als de printer gedurende 20 seconden niet gebruikt wordt na het verzoek voor plaatsing van de volgende originelen,
stopt de printer met opslaan en start hij de verzending van het document.
Gerelateerde informatie
& “Originelen plaatsen” op pagina 37
& “Een fax automatisch verzenden via het bedieningspaneel” op pagina 129
&
“Faxinstellingen” op pagina 139
Een fax verzenden met een Subadres (SUB) en Wachtwoord(SID)
U kunt faxen verzenden naar de vertrouwelijke mappen of de doorstuurmappen van het faxapparaat van de
ontvanger wanneer dit faxapparaat beschikt over de functie om vertrouwelijke faxen of doorgezonden faxen te
ontvangen. De ontvangers kunnen deze veilig ontvangen of doorsturen naar een specieke faxbestemming.
Als u deze functie wilt gebruiken, moet u de ontvanger met een subadres en wachtwoord in Contacten registreren
voordat u de fax verzend.
Selecteer Fax op het startscherm. Selecteer Contacten en selecteer een ontvanger met een geregistreerd subadres
en wachtwoord. U de ontvanger ook selecteren uit Recent als het
betreende
bericht was verzonden met een
subadres en wachtwoord.
Gerelateerde informatie
& Contactpersonen beheren” op pagina 47
Een document meerdere keren verzenden
Gerelateerde informatie
& “Een faxbericht opslaan zonder een ontvanger te speciceren (Faxgeg. opslaan)” op pagina 137
& “Een faxen verzenden met de functie voor opgeslagen documenten” op pagina 138
Een faxbericht opslaan zonder een ontvanger te
speciceren
(Faxgeg. opslaan)
Doordat u faxen kunt verzenden op basis van documenten die zijn opgeslagen in de printer, kunt u tijd scantijd
besparen wanneer u hetzelfde document regelmatig moet verzenden. U kunt tot 100 pagina's van een enkel
document opslaan in zwart/wit. U kunt 10 documenten opslaan in de map voor opgeslagen documenten in de
printer.
Opmerking:
Het is mogelijk dat u geen 10 documenten kunt opslaan, aankelijk van de gebruiksomstandigheden, zoals de
bestandsgrootte van de opgeslagen documenten.
1. Plaats de originelen.
2. Selecteer Faxbox op het startscherm.
Gebruikershandleiding
Faxen
137
3. Selecteer Opgeslagen documenten, tik op (Boxmenu) en selecteer vervolgens Faxgeg. opslaan.
4. Congureer op het tabblad Faxinstellingen dat wordt weergegeven gewenste instellingen zoals de resolutie en
de verzendmethode.
5. Tik op
x
om het document op te slaan.
Nadat het opslaan van een document is voltooid, kunt u de gescande aeelding bekijken door Faxbox >
Opgeslagen documenten te selecteren en in het vak voor het document te tikken, of u kunt het verwijderen door
op
rechts van het vak voor het document te tikken.
Gerelateerde informatie
&
“Originelen plaatsen” op pagina 37
&
“Opgeslagen documenten” op pagina 148
& “De status of logboeken van faxtaken controleren” op pagina 153
Een faxen verzenden met de functie voor opgeslagen documenten
1. Selecteer Faxbox op het startscherm en selecteer dan Opgeslagen documenten.
2.
Selecteer het document dat u wilt verzenden, controleer de inhoud van het document en selecteer vervolgens
Verzenden starten.
Wanneer het bericht Dit document verwijderen na het verzenden? wordt weergegeven, selecteert u Ja of Nee.
3. Kies de ontvanger.
4.
Selecteer het tabblad Faxinstellingen en
congureer
desgewenst de instellingen, zoals voor resolutie en
verzendmethode.
5. Tik op
x
.
Gerelateerde informatie
& “Opgeslagen documenten” op pagina 148
Menuopties voor faxen
Gerelateerde informatie
& “Ontvanger” op pagina 138
& “Faxinstellingen” op pagina 139
& “Meer” op pagina 140
Ontvanger
Toetsenbord U kunt een faxnummer handmatig invoeren.
Gebruikershandleiding
Faxen
138
Contacten Selecteer een ontvanger in de lijst met contacten. U kunt ook contacten toevoegen of
bewerken.
Recent Selecteer een ontvanger uit de geschiedenis met verzonden faxen. U kunt de ontvanger tevens
toevoegen aan de lijst met contactpersonen.
Faxinstellingen
Knop Snelle bewerking
U kunt maximaal drie veelgebruikte items toewijzen, zoals Ver ze nd lo gb oek en Type origineel in Instel. >
Algemene instellingen > Faxinstellingen > Knop Snelle bewerking. Hiermee worden de items bovenaan het
tabblad Faxinstellingen weergegeven.
Scaninstellingen
Origineel formaat (glas) Selecteer het formaat en de oriëntatie van het origineel dat u op de scannerglasplaat plaatste.
Type origineel Selecteer het type van het origineel.
Kleurmodus Selecteer of u wilt scannen in kleur of zwart-wit.
Resolutie Selecteer de resolutie van de uitgaande fax. Als u een hogere resolutie selecteert, neemt de
gegevensgrootte toe en duurt het verzenden van de fax langer.
Dichtheid Bepaalt de dichtheid van de uitgaande fax. Met + wordt de dichtheid donkerder, met - wordt
deze lichter.
Achtergrond verwijderen Detecteert de papierkleur (achtergrondkleur) van het origineel en vervolgens wordt de kleur
verwijderd of lichter gemaakt. In welke mate het verwijderen of lichter maken lukt, hangt af van
de donkerte of felheid van de kleur
Scherpte Maakt omtrekken in de afbeelding scherper of minder scherp. Met + verhoogt u de scherpte en
met - vermindert u de scherpte.
ADF dubbelzijdig Scant beide zijden van originelen die in de ADF worden geplaatst en verzendt een fax in zwart-
wit.
Doorlopend scannen
(ADF)
Als u faxen verzendt door de originelen een voor een te plaatsen, of door de originelen op
formaat te plaatsen, kunt u deze als een enkel document verzenden in hun originele formaten.
Raadpleeg de gerelateerde informatie verderop in dit onderwerp.
Inst.faxverzending
Direct verzenden Hiermee verzendt u een fax in zwart-wit terwijl de originelen worden gescand. Omdat
gescande originelen niet tijdelijk worden opgeslagen in het printergeheugen, zelfs niet
wanneer u een groot aantal pagina's verzendt, kunt u printerfouten als gevolg van gebrek aan
geheugen voorkomen. Houd er rekening mee dat het verzenden langer duurt wanneer u deze
functie gebruikt. Raadpleeg de gerelateerde informatie verderop in dit onderwerp.
U kunt deze functie niet gebruiken wanneer:
U een fax verzendt met de optie ADF dubbelzijdig
Wanneer u een fax naar meerdere ontvangers verzendt
Met prioriteit sturen Verstuurt de huidige fax vóór andere faxen die in de wachtrij staan. Raadpleeg de gerelateerde
informatie verderop in dit onderwerp.
Gebruikershandleiding
Faxen
139
Fax later verzenden Hiermee wordt een fax verzonden op het tijdstip dat u opgeeft. Alleen een monochrome fax is
beschikbaar bij het gebruik van deze optie. Raadpleeg de gerelateerde informatie verderop in
dit onderwerp.
Afzender info toevoegen Afzender info toevoegen
Selecteer de positie waar u de koptekstinformatie wilt invoegen (naam en faxnummer van
afzender) in de uitgaande fax, of geef aan dat u deze informatie niet wilt invoegen.
- Uit: hiermee verzendt u een fax zonder koptekstinformatie.
- Buitenkant afbeelding: hiermee verzendt u een fax met de koptekstinformatie in de
marge bovenaan de fax. Zo voorkomt u dat de koptekst overlapt met de gescande
afbeelding. Afhankelijk van het formaat van de originelen kan de fax bij de ontvanger echter
op twee pagina's worden afgedrukt.
- Binnenkant afbeelding: hiermee verzendt u een fax met de koptekstinformatie circa 7
mm lager dan de bovenkant van de gescande afbeelding. De koptekst overlapt mogelijk
met de afbeelding, maar de fax zal bij de ontvanger niet over twee pagina's worden
verdeeld.
Koptekst fax
Selecteer de koptekst voor de ontvanger. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u eerst
meerdere kopteksten vastleggen.
Aanvullende informatie
Selecteer de informatie die u wilt toevoegen. U kunt kiezen uit Uw telefoonnummer en
Doellijst.
Verz.reslt. melden Hiermee wordt een melding verzonden nadat u een fax hebt verzonden.
Rapport transmissie Hiermee wordt na verzending van de fax een verzendrapport afgedrukt.
Bij fout afdrukken: hiermee drukt u alleen een rapport af als er een fout optreedt.
Back-up Hiermee slaat u een back-up op van de verzonden fax. Deze wordt automatisch gescand en in
het printergeheugen opgeslagen.
Gerelateerde informatie
& “Documenten van verschillende formaten verzenden d.m.v. de ADF (Doorlopend scannen (ADF))” op
pagina 136
& “Meerdere pagina's van een monochroom document verzenden (Direct verzenden)” op pagina 134
& “Een faxbericht prioritair verzenden (Met prioriteit sturen)” op pagina 135
& “Zwart-witfaxen verzenden op een speciek tijdstip (Fax later verzenden)” op pagina 135
Meer
Als u op het startscherm selecteert in Fax wordt het menu Meer weergegeven.
Verzendlogboek
U kunt de geschiedenis van ontvangen en verzonden berichten controleren.
Faxverslag
Laatste overdracht Hiermee drukt u een rapport af voor de vorige fax die via polling ontvangen of verzonden is.
Gebruikershandleiding
Faxen
140
Faxlogboek Hiermee drukt u een transmissierapport af. U kunt instellen dat dit rapport automatisch wordt
afgedrukt via het volgende menu.
Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Rapportinstellingen > Automatisch
afdrukken faxlogboek
Opgesl. faxdocumenten Hiermee drukt u een lijst met faxdocumenten af die in het geheugen van de printer staan, zoals
niet-voltooide opdrachten.
Lijst faxinstellingen Hiermee drukt u de actuele faxinstellingen af.
Lijst voorwaard. opsl./
doorsturen
Hiermee drukt u de lijst Op basis van voorwaarden opslaan/doorsturen.
Protocol traceren Hiermee drukt u een gedetailleerd rapport af voor de vorige verzonden of ontvangen fax.
Uitgebreide fax
Polling ontvangen
Wanneer dit is ingesteld op Aan en u het faxnummer van de afzender belt, kunt u documenten
ontvangen van het faxapparaat van de afzender. Zie de onderstaande gerelateerde informatie
voor meer informatie over het ontvangen van faxen met Polling ontvangen.
Wanneer u het menu Fax verlaat, wordt de instelling hersteld naar Uit (standaard).
Polling verz./Board
Wanneer deze optie is ingesteld op Aan door het selecteren van de map voor
pollingverzending of een map voor bulletinborden, kunt u documenten scannen en opslaan
naar de map die u hebt geselecteerd door op
x
te tikken op het tabblad Faxinstellingen.
U kunt een document opslaan naar de map voor pollingverzending. U kunt maximaal 10
documenten opslaan in maximaal 10 bulletinborden in de printer. U moet deze echter
registreren vanuit Faxbox voordat u documenten kunt opslaan. Zie de onderstaande
gerelateerde informatie voor informatie over het registreren van een map voor bulletinborden.
Wanneer u het menu Fax verlaat, wordt de instelling hersteld naar Uit (standaard).
Faxgeg. opslaan
Wanneer deze optie is ingesteld op Aan en u tikt op
x
op het tabblad Faxinstellingen, kunt u
documenten scannen en opslaan in de map Opgeslagen documenten. U kunt maximaal 10
documenten opslaan.
U kunt tevens documenten scannen en opslaan naar de map Opgeslagen documenten in
Faxbox. Zie de onderstaande gerelateerde informatie voor meer informatie over het opslaan
van documenten met Faxbox
Wanneer u het menu Fax verlaat, wordt de instelling hersteld naar Uit (standaard).
Faxbox
Open Faxbox op het startscherm.
Faxinstellingen
Open Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen. Open het instellingenmenu als beheerder.
Gerelateerde informatie
& “Faxen ontvangen via pollingdiensten (Polling ontvangen)” op pagina 144
& “De Box Polling verzenden instellen” op pagina 133
& Een map voor bulletinborden registreren” op pagina 133
& “Een document opslaan in de Polling verzenden/ Bulletinboardbox” op pagina 134
Gebruikershandleiding
Faxen
141
& “Polling verz./Board” op pagina 150
& “Een faxbericht opslaan zonder een ontvanger te speciceren (Faxgeg. opslaan)” op pagina 137
& “Opgeslagen documenten” op pagina 148
& “De status of logboeken van faxtaken controleren” op pagina 153
& “De faxtaakgeschiedenis controleren” op pagina 154
Faxen ontvangen op de Printer
Als de printer is aangesloten op de telefoonlijn en basisinstellingen zijn gecongureerd met de Wizard faxinstelling,
kunt u faxen ontvangen.
U kunt op twee manieren faxen ontvangen.
Een inkomende fax ontvangen
Een fax ontvangen via een oproep (pollingontvangst)
Ontvangen faxen worden afgedrukt met de standaardinstellingen van de printer.
U kunt ontvangen faxen opslaan, op het scherm van de printer controleren en ze doorsturen. Raadpleeg de
beheerder voor informatie over de status van de printerinstellingen. Raadpleeg voor meer informatie de
Beheerdershandleiding.
Inkomende faxen ontvangen
Er zijn twee mogelijkheden in Ontvangstmodus.
Gerelateerde informatie
&
“Wanneer Auto is geselecteerd” op pagina 142
&
“Wanneer Handmatig is geselecteerd” op pagina 143
Wanneer Auto is geselecteerd
Met deze modus kunt u de lijn voor de volgende toepassingen gebruiken.
De lijn alleen gebruiken voor faxen (externe telefoon is niet noodzakelijk)
De lijn voornamelijk gebruiken voor faxen, maar soms ook voor telefoneren
Gebruikershandleiding
Faxen
142
Faxen ontvangen zonder extern telefoontoestel
De printer schakelt automatisch over naar het ontvangen van faxen wanneer het nummer dat wordt gebeld zo vaak
is overgegaan als u hebt ingesteld in Overgaan voor antwoorden.
Faxen ontvangen met een extern telefoontoestel
Wanneer het antwoordapparaat de oproep beantwoordt binnen het aantal keer overgaan dat is ingesteld in
Overgaan voor antwoorden:
- Als het overgaan voor een faxoproep is, schakelt de printer automatisch naar de modus voor het ontvangen
van faxen.
- Als het overgaan voor een spraakoproep is, kan het antwoordapparaat spraakoproepen ontvangen en
spraakberichten opnemen.
Wanneer u de handset opneemt binnen het aantal keer overgaan dat is ingesteld in Overgaan voor
antwoorden:
- Als het overgaan voor een faxoproep is, kunt u de fax ontvangen via dezelfde stappen als voor Handmatig.
- Als het overgaan voor een spraakoproep is, kunt u de oproep normaal beantwoorden.
Als de printer automatisch overschakelt naar het ontvangen van faxen:
- De printer ontvangt de fax.
- Als het overgaan voor een spraakoproep is, kunt u de oproep niet beantwoorden. Vraag of de beller u
terugbelt.
Opmerking:
Stel het aantal keer overgaan voor het antwoordapparaat in op een aantal dat lager is dan het aantal dat is ingesteld in
Overgaan voor antwoorden. Anders kan het antwoordapparaat geen berichten ontvangen. Raadpleeg de bij het
antwoordapparaat meegeleverde handleiding voor informatie over het instellen van het antwoordapparaat.
Gerelateerde informatie
& Wanneer Handmatig is geselecteerd” op pagina 143
Wanneer Handmatig is geselecteerd
Deze modus is voornamelijk voor het plaatsen van telefoonoproepen, maar kan ook worden gebruikt voor faxen.
Faxberichten ontvangen
Als de telefoon overgaat, neemt u de handset op. Wanneer u een faxtoon (baud) hoort, voert u de volgende stappen
uit.
Selecteer Fax op het startscherm van de printer Verzenden/ Ontvangen > Ontvangen en tik vervolgens op
x
.
Hang vervolgens de handset op.
Faxen ontvangen met alleen de aangesloten telefoon
Wannee r Extern ontvangen is ingesteld, kunt u faxen ontvangen door de Startcode in te voeren.
Als de telefoon overgaat, neemt u de handset op. Als u een faxtoon (baud) hoort, voert u de tweecijferige Startcode
in en hangt u de handset op. Als u de startcode niet weet, neemt u dan contact op met de beheerder.
Gebruikershandleiding
Faxen
143
Faxen ontvangen via een telefoonoproep
U kunt een fax die op een ander faxapparaat is opgeslagen, ontvangen door het faxnummer te bellen.
Gerelateerde informatie
& “Faxen ontvangen via pollingdiensten (Polling ontvangen)” op pagina 144
& “Faxen ontvangen van een bord met een subadres (SEP) en wachtwoord (PWD) (Polling ontvangen)” op
pagina 145
Faxen ontvangen via pollingdiensten (Polling ontvangen)
U kunt een fax die op een ander faxapparaat is opgeslagen, ontvangen door het faxnummer te bellen. Gebruik deze
functie om een document te ontvangen van een faxinformatiedienst.
Opmerking:
Als de faxinformatiedienst een stembegeleidingsfunctie hee die u moet volgen om een document te ontvangen, kunt u
deze functie niet gebruiken.
Om een document te ontvangen van een faxinformatiedienst die stembegeleiding gebruikt, kiest u gewoon het
faxnummer met de functie Op haak of via de aangesloten telefoon en bedient u de telefoon en printer volgens de
stembegeleiding.
1. Selecteer Fax op het startscherm.
2.
Tik op
(Meer).
3. Selecteer Uitgebreide fax.
4. Tik op het vak Polling ontvangen om dit in te stellen op Aan.
5. Tik op Sluiten en tik vervolgens nogmaals op Sluiten.
6. Voer het faxnummer in.
Opmerking:
Als u een faxnummer niet handmatig kunt invoeren, is Beperkingen dir. kiezen in Veiligheidsinstel. ingesteld op Aan.
Selecteer de faxontvangers uit de lijst met contacten of de faxgeschiedenis.
7. Tik op
x
.
Gerelateerde informatie
& “Faxen verzenden met een extern telefoontoestel” op pagina 132
& Een faxbericht ontvangen na controle van de status van de verzender” op pagina 144
& “Meer” op pagina 140
Een faxbericht ontvangen na controle van de status van de verzender
U kunt tijdens het nummervormen, communiceren of verzenden een faxbericht ontvangen terwijl u naar geluiden
of stemmen luistert via de luidspreker in de printer. U kunt deze functie gebruiken als u een faxbericht wilt
ontvangen vanuit een faxpollingdienst d.m.v. stembegeleiding.
Gebruikershandleiding
Faxen
144
1. Selecteer Fax op het startscherm.
2. Tik op
en geef de verzender op.
Opmerking:
U kunt het volume van de luispreker aanpassen.
3. Wanneer u een faxtoon hoort, selecteert u Verzenden/ Ontvangen rechts boven in het lcd-scherm en
selecteert u vervolgens Ontvangen.
Opmerking:
Als u een faxbericht van een faxpollingdienst ontvangt, en u hoort de stembegeleiding, volg dan de instructies.
4. Tik op
x
.
Faxen ontvangen van een bord met een subadres (SEP) en wachtwoord (PWD)
(Polling ontvangen)
Als u het nummer van een verzender kiest, kunt u faxen ontvangen van een bord dat is opgeslagen op het
faxapparaat van de afzender met de functie subadres (SEP) en wachtwoord (PWD). Als u deze functie wilt
gebruiken, registreert u het contact met het subadres (SEP) en wachtwoord (PWD) vooraf in de lijst met contacten.
1. Selecteer Fax op het startscherm.
2. Selecteer
(Meer).
3. Selecteer Uitgebreide fax.
4.
Tik op Polling ontvangen om deze optie in te stellen op Aan.
5. Tik op Sluiten en tik vervolgens nogmaals op Sluiten.
6. Selecteer Contacten en selecteer het contact met het geregistreerde subadres (SEP) en wachtwoord (PWD) in
overeenstemming met het bord van bestemming.
7. Tik op
x
.
Gerelateerde informatie
&
“Contactpersonen beheren” op pagina 47
& “Faxen verzenden met een extern telefoontoestel” op pagina 132
& Een faxbericht ontvangen na controle van de status van de verzender” op pagina 144
& “Meer” op pagina 140
Gebruikershandleiding
Faxen
145
Inkomende faxen opslaan en doorsturen
Samenvatting van de functies
Ontvangen faxen opslaan in de printer
De ontvangen faxen kunnen in de printer worden opgeslagen en u kunt ze bekijken op het scherm van de printer.
U kunt alleen de gewenste faxen afdrukken of onnodige faxen verwijderen.
Opslaan en/of doorsturen van ontvangen faxen naar een andere bestemming dan de printer
De volgende bestemmingen kunnen worden ingesteld.
Computer (PC-FAX-ontvangst)
Extern geheugenapparaat
E-mailadres
Gedeelde map in een netwerk
Een ander faxapparaat
Opmerking:
De faxgegevens worden opgeslagen in PDF-indeling.
Gekleurde documenten kunnen niet worden doorgestuurd naar een andere faxmachine. Ze worden verwerkt als
documenten die niet kunnen worden doorgestuurd.
Ontvangen faxen sorteren op basis van voorwaarden als subadres en wachtwoord
U kunt ontvangen faxen sorteren en opslaan naar uw Postvak IN of mappen voor bulletinborden. U kunt
ontvangen faxen tevens doorsturen naar andere bestemmingen dan de printer.
E-mailadres
Gedeelde map in een netwerk
Een ander faxapparaat
Opmerking:
De faxgegevens worden opgeslagen in PDF-indeling.
Gekleurde documenten kunnen niet worden doorgestuurd naar een andere faxmachine. Ze worden verwerkt als
documenten die niet kunnen worden doorgestuurd.
Gerelateerde informatie
& “Ontvangen faxen die op de printer zijn opgeslagen bekijken op het lcd-scherm” op pagina 146
Ontvangen faxen die op de printer zijn opgeslagen bekijken op het lcd-
scherm
1. Selecteer Faxbox op het startscherm.
Opmerking:
Als er ontvangen faxen zijn die niet zijn gelezen, wordt het aantal ongelezen documenten weergegeven op het
op
het startscherm.
Gebruikershandleiding
Faxen
146
2. Selecteer Postvak IN/ Vertrouwelijke.
3. Selecteer het Postvak IN of de map Vertrouwelijk die u wilt bekijken.
4.
Als het Postvak IN of de map Vertrouwelijk is beveiligd met een wachtwoord, voert u het wachtwoord van het
Postvak IN, het wachtwoord van de map Vertrouwelijk of het beheerderswachtwoord in.
5.
Selecteer de fax die u wilt bekijken in de lijst.
De inhoud van de fax wordt getoond.
: Draait het beeld 90 graden rechtsom.
: Verplaatst het scherm in de richting van de pijlen.
: Verkleint of vergroot.
: Verplaatst naar de vorige of volgende pagina.
: Gee menu's weer, zoals opslaan en doorsturen.
Als u de activiteitpictogrammen wilt verbergen, tikt u in het voorbeeldscherm. Tik hiervoor niet op de
pictogrammen zelf. Tik opnieuw om de pictogrammen weer te geven.
6.
Selecteer of u het bekeken document wilt afdrukken of wissen en volg de instructies op het scherm.
c
Belangrijk:
Als er onvoldoende printergeheugen is, is het verzenden en ontvangen van faxen uitgeschakeld. Verwijder
documenten die u al hebt gelezen of afgedrukt.
Gerelateerde informatie
&
“Postvak IN en vertrouwelijke mappen” op pagina 147
Menuopties voor Faxbox
Postvak IN/ Vertrouwelijke
U vindt Postvak IN/ Vertrouwelijke in Faxbox op het startscherm.
Postvak IN en vertrouwelijke mappen
Postvak IN en vertrouwelijke mappen in Faxbox > Postvak IN/ Vertrouwelijke.
U kunt maximaal 200 documenten opslaan in het Postvak IN en de vertrouwelijke map.
U kunt één Postvak IN gebruiken en maximaal 10 vertrouwelijke mappen registreren. De mapnaam wordt
weergegeven op de map. Vertrouwelijk XX is de standaardnaam voor elke vertrouwelijke map.
Postvak IN en vertrouwelijke mappen
Hier wordt de lijst met ontvangen faxen weergegeven, met ontvangstdatum, afzendernaam en aantal pagina's.
Gebruikershandleiding
Faxen
147
Als u in de lijst op een van de faxen tikt, wordt het voorbeeldscherm geopend en kunt u de inhoud van de fax
bekijken. Tijdens het bekijken van de voorbeeldweergave kunt u de fax afdrukken of verwijderen.
voorbeeldscherm
: Verkleint of vergroot.
: Draait het beeld 90 graden rechtsom.
: Verplaatst het scherm in de richting van de pijlen.
: Verplaatst naar de vorige of volgende pagina.
Als u de activiteitpictogrammen wilt verbergen, tikt u in het voorbeeldscherm. Tik hiervoor niet
op de pictogrammen zelf. Tik opnieuw om de pictogrammen weer te geven.
(Menu)
Opsl.op geheugenapp.
Doorsturen(E-mail)
Doorsturen(Map)
Fax verzenden
Details
Wanneer het bericht Verwijderen wanneer voltooid wordt weergegeven, selecteert u Aan om
faxen te verwijderen na het volledig voltooien van processen als Opsl.op geheugenapp. of
Doorsturen(E-mail).
(Boxmenu)
Alles afdrukken Dit wordt alleen weergegeven wanneer zich in de map opgeslagen faxen bevinden. Hiermee
worden alle faxen in de map afgedrukt. Als u Aan selecteert in Verwijderen wanneer voltooid,
worden alle faxen verwijderd nadat het afdrukken is voltooid.
Alles opslaan op
Geheugenapp.
Dit wordt alleen weergegeven wanneer zich in de map opgeslagen faxen bevinden. Hiermee
worden alle faxen in de map opgeslagen naar een extern geheugenapparaat. Als u Aan
selecteert in Verwijderen wanneer voltooid, worden alle documenten verwijderd nadat het
opslaan is voltooid.
Alles verwijderen Dit wordt alleen weergegeven wanneer zich in de map opgeslagen faxen bevinden. Hiermee
worden alle faxen in de map verwijderd.
Instel. Opties wanneer het geheugen vol is: selecteer een optie om inkomende faxen af te drukken
of te weigeren als het Postvak IN vol is.
Inst. wachtwoord postvak: u kunt een wachtwoord instellen of dit wijzigen.
Gerelateerde informatie
& “Ontvangen faxen die op de printer zijn opgeslagen bekijken op het lcd-scherm” op pagina 146
& “Meer” op pagina 140
& “De faxtaakgeschiedenis controleren” op pagina 154
Opgeslagen documenten
U vindt Opgeslagen documenten in Faxbox op het startscherm.
Gebruikershandleiding
Faxen
148
U kunt tot 100 pagina's van een enkel document opslaan in zwart/wit en maximaal 10 documenten in de map.
Hierdoor bespaart u scantijd als u hetzelfde document regelmatig moet verzenden.
Opmerking:
Mogelijk kunt u geen 10 documenten opslaan, aankelijk van de gebruiksomstandigheden, zoals de grootte van de
opgeslagen documenten.
Opgeslagen documentenbox
Gee
de lijst met opgeslagen documenten weer, inclusief de opslagdatum en het aantal pagina's.
Als u in de lijst op een van de opgeslagen documenten tikt, wordt het voorbeeldscherm weergegeven. Tik op
Verzenden starten om naar het scherm voor het verzenden van faxen te gaan, of tik op Wis s e n om het document
te verwijderen terwijl u het bekijkt.
voorbeeldscherm
: Verkleint of vergroot.
: Draait het beeld 90 graden rechtsom.
: Verplaatst het scherm in de richting van de pijlen.
: Verplaatst naar de vorige of volgende pagina.
Als u de activiteitpictogrammen wilt verbergen, tikt u in het voorbeeldscherm. Tik hiervoor niet
op de pictogrammen zelf. Tik opnieuw om de pictogrammen weer te geven.
(Menu)
Opsl.op geheugenapp.
Doorsturen(E-mail)
Doorsturen(Map)
Afdrukken
Wanneer het bericht Verwijderen wanneer voltooid wordt weergegeven, selecteert u Aan om
faxen te verwijderen na het volledig voltooien van processen als Opsl.op geheugenapp. of
Doorsturen(E-mail).
(Boxmenu)
Faxgeg. opslaan
Hiermee wordt het scherm voor het tabblad Fax > Faxinstellingen weergegeven. Als u op het
scherm op
x
tikt, worden de documenten gescand die in de map Opgeslagen documenten
moeten worden opgeslagen.
Alles afdrukken Dit item wordt alleen weergegeven wanneer zich in de map opgeslagen documenten
bevinden. Hiermee worden alle documenten in de map afgedrukt. Als u Aan selecteert in
Verwijderen wanneer voltooid, worden alle documenten verwijderd nadat het afdrukken is
voltooid.
Alles opslaan op
Geheugenapp.
Dit item wordt alleen weergegeven wanneer zich in de map opgeslagen documenten
bevinden. Hiermee worden alle documenten in de map opgeslagen naar een extern
geheugenapparaat. Als u Aan selecteert in Verwijderen wanneer voltooid, worden alle
documenten verwijderd nadat het afdrukken is voltooid.
Alles verwijderen Dit item wordt alleen weergegeven wanneer zich in de map opgeslagen documenten
bevinden. Hiermee worden alle documenten in de map verwijderd.
Instel. Wachtw.vr.open box: u kunt een wachtwoord instellen of dit wijzigen.
Gebruikershandleiding
Faxen
149
Gerelateerde informatie
& “Een document meerdere keren verzenden” op pagina 137
& Polling verzenden” op pagina 150
& “Meer” op pagina 140
& “De faxtaakgeschiedenis controleren” op pagina 154
Polling verz./Board
U vindt Polling verz./Board in Faxbox op het startscherm.
Er is een map voor pollingverzending en er zijn 10 bulletinborden. U kunt tot 100 pagina's van een enkel
document opslaan in zwart/wit en één document in elke map.
Gerelateerde informatie
& Faxberichten op verzoek verzenden (met Polling verzenden/ Bulletinboardbox)” op pagina 132
Polling verzenden
U vindt Polling verzenden in Faxbox > Polling verz./Board.
Box Polling verzenden
Hiermee worden de instellingsitems en -waarden in Instel. in
(Menu) weergegeven.
Document toevoegen
Hiermee wordt het scherm voor het tabblad Fax > Faxinstellingen weergegeven. Als u op het scherm op
x
tikt,
worden de documenten gescand die in de map moeten worden opgeslagen.
Wanneer een document zich in de map bevindt, wordt in plaats daarvan Document controleren weergegeven.
Document controleren
Hiermee wordt het voorbeeldscherm weergegeven wanneer zich in de map een document bevindt. Tijdens het
bekijken van de voorbeeldweergave kunt u het document afdrukken of verwijderen.
voorbeeldscherm
Zie de uitleg voor Faxbox > Opgeslagen documenten.
(Menu)
Opsl.op geheugenapp.
Doorsturen(E-mail)
Doorsturen(Map)
Fax verzenden
Details
Wanneer het bericht Verwijderen wanneer voltooid wordt weergegeven, selecteert u Aan om
faxen te verwijderen na het volledig voltooien van processen als Opsl.op geheugenapp. of
Doorsturen(E-mail).
Gebruikershandleiding
Faxen
150
(Menu)
Document verwijderen Dit item wordt alleen weergegeven wanneer zich in de map een opgeslagen document
bevindt. Hiermee wordt het in de map opgeslagen document verwijderd.
Instel. Wachtw.vr.open box: u kunt een wachtwoord instellen of dit wijzigen.
Autom. verw. na Polling verzenden: als u deze optie instelt op Aan, wordt het document in
de map verwijderd wanneer de volgende aanvraag van een ontvanger om het document te
verzenden (Polling verzenden) is voltooid.
Verz.reslt. melden: wanneer E-mailmeldingen is ingesteld op Aan verzendt de printer een
kennisgeving naar het doel dat is opgegeven in Ontvanger wanneer een aanvraag om het
document te verzenden (Polling verzenden) is voltooid.
Gerelateerde informatie
& “Opgeslagen documenten” op pagina 148
& “Meer” op pagina 140
& “De faxtaakgeschiedenis controleren” op pagina 154
Niet geregistreerd bulletinboard
U vindt Niet geregistreerd bulletinboard in Faxbox > Polling verz./Board. Selecteer een van de Niet
geregistreerd bulletinboard-mappen. Nadat de registratie van een bord ongedaan is gemaakt, wordt de
geregistreerde naam op de map weergegeven, in plaats van Niet geregistreerd bulletinboard.
U kunt maximaal 10 bulletinborden registreren.
Instellingen Bulletinboardbox
Naam (vereist) Voer een naam in voor de map voor bulletinborden.
Subadres (SEP) Stel voor het ontvangen van de fax de voorwaarden voor een
ontvanger in of wijzig deze.
Wachtwoord(PWD)
Wachtw.vr.open box Stel het wachtwoord in waarmee de map kan worden geopend of
wijzig dit.
Autom. verw. na Polling verzenden
Als u deze optie instelt op Aan, wordt het document in de map
verwijderd wanneer de volgende aanvraag van een ontvanger om
het document te verzenden (Polling verzenden) is voltooid.
Verz.reslt. melden
Wanneer E-mailmeldingen is ingesteld op Aan verzendt de printer
een kennisgeving naar de Ontvanger wanneer een aanvraag om
het document te verzenden (Polling verzenden) is voltooid.
Gerelateerde informatie
& Elk geregistreerd bulletinbord” op pagina 152
Gebruikershandleiding
Faxen
151
Elk geregistreerd bulletinbord
Bulletinborden bevinden zich in Faxbox > Polling verz./Board. Selecteer de map waarvoor de geregistreerde
naam wordt weergegeven. De weergegeven naam van de map is de naam die is geregistreerd in Niet geregistreerd
bulletinboard.
U kunt maximaal 10 bulletinborden registreren.
(Naam van geregistreerd bulletinbord)
Hiermee worden de instellingswaarden van de items in Instel. in
(Menu) weergegeven.
Document toevoegen
Hiermee wordt het scherm voor het tabblad Fax > Faxinstellingen weergegeven. Als u op het scherm op
x
tikt,
worden de documenten gescand die in de map moeten worden opgeslagen.
Wanneer een document zich in de map bevindt, wordt in plaats daarvan Document controleren weergegeven.
Document controleren
Hiermee wordt het voorbeeldscherm weergegeven wanneer zich in de map een document bevindt. Tijdens het
bekijken van de voorbeeldweergave kunt u het document afdrukken of verwijderen.
voorbeeldscherm
Zie de uitleg voor Faxbox > Opgeslagen documenten.
(Menu) Zie de uitleg voor Polling verzenden > Document controleren > (Menu).
(Menu)
Document verwijderen Dit item wordt alleen weergegeven wanneer zich in de map een opgeslagen document
bevindt. Hiermee wordt het in de map opgeslagen document verwijderd.
Instel.
Menu's als Naam (vereist) en Subadres (SEP) worden weergegeven. Zie de uitleg voor Niet
geregistreerd bulletinboard > Instellingen Bulletinboardbox
Box verwijderen Dit item wordt alleen weergegeven wanneer zich in de map een opgeslagen document
bevindt. Hiermee wordt het opgeslagen document verwijderd en wordt de status van de map
gewijzigd in niet geregistreerd.
Gerelateerde informatie
& “Opgeslagen documenten” op pagina 148
& Polling verzenden” op pagina 150
& “Niet geregistreerd bulletinboard” op pagina 151
& “Meer” op pagina 140
& “De faxtaakgeschiedenis controleren” op pagina 154
Gebruikershandleiding
Faxen
152
De status of logboeken van faxtaken controleren
Informatie weergeven wanneer ontvangen faxen niet zijn verwerkt
(Niet gelezen/Niet afgedrukt/Niet opgeslagen/Niet doorgestuurd)
Wanneer er onverwerkte ontvangen documenten zijn, wordt het aantal onverwerkte taken weergegeven op het
op het startscherm. Raadpleeg de onderstaande tabel voor een denitie van "onverwerkt".
c
Belangrijk:
Wanneer het Postvak IN vol is, is ontvangen van faxen uitgeschakeld. U moet de documenten verwijderen uit het
Postvak IN wanneer ze zijn gecontroleerd.
Instelling ontvangen fax
opslaan/doorsturen
Onverwerkte status
Afdrukken
*1
Er zijn ontvangen documenten die wachten om te worden afgedrukt of die worden
afgedrukt.
Opslaan in het Postvak IN of de
map Vertrouwelijk
Er bevinden zich ongelezen ontvangen documenten in het Postvak IN of de map
Vertrouwelijk.
Opslaan op een extern
geheugenapparaat
Er zijn ontvangen documenten die niet zijn opgeslagen op het apparaat omdat er geen
apparaat is dat een map bevat dat
speciek
is gemaakt voor het opslaan van ontvangen
documenten, verbonden met de printer of voor andere redenen.
Opslaan op een computer Er zijn ontvangen documenten die niet zijn opgeslagen op de computer omdat de
computer in de slaapmodus is of voor andere redenen.
Doorsturen Er zijn ontvangen documenten die niet zijn doorgestuurd of waarvoor het doorsturen is
mislukt
*2
.
*1 : Wanneer u geen van de faxuitvoerinstellingen hebt gecongureerd, of wanneer u hebt ingesteld om ontvangen
documenten af te drukken terwijl ze worden opgeslagen in een extern geheugenapparaat of een computer.
*2 : Wanneer u hebt ingesteld om documenten op te slaan die niet kunnen worden doorgestuurd in het Postvak IN, zijn er
ongelezen documenten in het Postvak IN die niet konden worden doorgestuurd. Als u hebt ingesteld om documenten die
niet konden worden doorgestuurd, af te drukken, is het afdrukken niet voltooid.
Gebruikershandleiding
Faxen
153
Opmerking:
Als u meer dan één van de instellingen voor het opslaan/doorsturen van faxen gebruikt, kan het aantal onverwerkte taken
worden weergegeven als "2" of "3", zelfs als er slechts één fax is ontvangen. Als u bijvoorbeeld hebt ingesteld om faxen op te
slaan in het Postvak IN en op een computer, en er één fax wordt ontvangen, wordt "2" weergegeven als het aantal
onverwerkte taken als de fax niet is opgeslagen in het Postvak IN en op een computer.
Gerelateerde informatie
& “Ontvangen faxen die op de printer zijn opgeslagen bekijken op het lcd-scherm” op pagina 146
&
“Actieve faxopdrachten controleren” op pagina 154
& “Meer” op pagina 140
Actieve faxopdrachten controleren
U kunt het scherm weergeven om faxtaken te controleren die nog niet volledig zijn verwerkt. De volgende taken
worden weergegeven op het controlescherm. Vanaf dit scherm kunt u tevens documenten afdrukken die nog niet
zijn afgedrukt, of documenten die niet konden worden verzonden opnieuw verzenden.
Onderstaande ontvangen faxtaken
Nog niet afgedrukt (wanneer taken moeten worden afgedrukt)
Nog niet opgeslagen (wanneer taken moeten worden opgeslagen)
Nog niet doorgestuurd (wanneer taken moeten worden doorgestuurd)
Uitgaande faxtaken die niet zijn verzonden (als Foutgeg.opslaan is ingeschakeld)
Volg de onderstaande stappen om het controlescherm weer te geven.
1. Tik op het startscherm op Job/Status.
2. Tik op het tabblad Opdrachtstatus en tik vervolgens op Actief.
3. Selecteer de taak die u wilt controleren.
Gerelateerde informatie
& “Informatie weergeven wanneer ontvangen faxen niet zijn verwerkt (Niet gelezen/Niet afgedrukt/Niet
opgeslagen/Niet doorgestuurd)” op pagina 153
De faxtaakgeschiedenis controleren
U kunt de geschiedenis van ontvangen en verzonden faxtaken controleren, bijvoorbeeld de datum, de tijd en het
resultaat voor elke taak.
1. Tik op het startscherm op Job/Status.
2.
Selecteer Logboek op het tabblad Opdrachtstatus.
3. Tik rechts op
d
en selecteer vervolgens Ver ze nd en of Ontvangen.
Het logboek van verzonden of ontvangen faxtaken wordt in omgekeerde volgorde weergegeven.Tik op de taak
die u wilt controleren om de details weer te geven.
Gebruikershandleiding
Faxen
154
Gerelateerde informatie
& “Meer” op pagina 140
Ontvangen documenten opnieuw afdrukken
U kunt ontvangen documenten opnieuw afdrukken vanuit de logboekbestanden of afgedrukte faxtaken.
Houd er rekening mee dat documenten die zijn ontvangen en afgedrukt in chronologische volgorde worden
verwijderd als de geheugenruimte vol raakt.
1.
Tik op het startscherm op Job/Status.
2. Selecteer Logboek op het tabblad Opdrachtstatus.
3.
Tik rechts op
d
en selecteer vervolgens Afdrukken.
De geschiedenis van verzonden of ontvangen faxtaken wordt in omgekeerde volgorde weergegeven.
4.
Selecteer een taak met
in de weergegeven geschiedenis.
Controleer de datum, de tijd en het resultaat om te bepalen of dit het document is dat u wilt afdrukken.
5. Tik op Afdrukken om het document af te drukken.
Een faxbericht verzenden via een computer
U kunt faxberichten via de computer verzenden d.m.v. de FAX Utility en het PC-FAX-stuurprogramma.
Opmerking:
Gebruik de EPSON Soware Updater om de FAX Utility te installeren. Zie de gerelateerde informatie hieronder voor meer
informatie. Windows-gebruikers kunnen voor de installatie de soware-cd gebruiken die bij de printer is meegeleverd.
Gerelateerde informatie
& “Hulpprogramma's voor soware-updates (Soware Updater)” op pagina 182
& “De meest recente toepassingen installeren” op pagina 182
Documenten verzenden die zijn gemaakt met een toepassing
(Windows)
Als u via het menu Afdrukken van een toepassing als Microso Word of Excel een printer of fax selecteert, kunt u
gegevens als documenten, tekeningen en tabellen rechtstreeks verzenden, met een voorblad.
Opmerking:
In de volgende uitleg wordt Microso Word gebruikt als voorbeeld. De daadwerkelijke bewerkingen kunnen variëren
aankelijk van de toepassing die u gebruikt. Raadpleeg voor details de Help van de toepassing.
1. Maak met behulp van een toepassing een document dat om per fax te verzenden.
Gebruikershandleiding
Faxen
155
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand.
Het venster Afdrukken van de toepassing wordt weergegeven.
3. Selecteer XXXXX (FAX) (waarbij XXXXX staat voor de printernaam) in Printer en controleer de instellingen
voor faxverzending.
Geef 1 op bij Aantal exemplaren. De fax wordt mogelijk niet correct verzonden als u 2 of meer opgee.
Functies als Afdrukken naar bestand, waarmee de uitvoerpoort wordt gewijzigd, kunnen niet worden
gebruikt.
Per faxoverdracht kunt u tot 100 pagina's verzenden, inclusief voorblad.
Opmerking:
Klik op Printereigenschappen als u Papierformaat, Afdrukstand, Kleur, Beeldkwaliteit of Tekendichtheid wilt
opgeven. Zie de help van het PC-FAX-stuurprogramma voor meer informatie.
Wanneer u voor het eerst een fax verzendt, wordt een venster weergegeven waarin u uw gegevens kunt registreren.
Voer de benodigde informatie in en klik op OK.
4. Klik op Druk af.
Als u FAX Utility voor het eerst gebruikt, wordt een venster weergegeven waarin u uw gegevens kunt
registreren. Voer de benodigde gegevens in en klik vervolgens op OK. FAX Utility gebruikt een Registernaam
voor het intern beheren van faxtaken. Overige informatie wordt automatisch toegevoegd aan het voorblad.
Het scherm Instellingen geadresseerden van FAX Utility wordt weergegeven.
5. Geef een ontvanger op en klik op Vo lg end e.
Een ontvanger (naam, faxnummer enz.) rechtstreeks opgeven:
Klik op het tabblad Handmatig kiezen, voer de benodigde informatie in en klik op Toevoegen. De
ontvanger wordt toegevoegd aan de Lijst geadresseerden die wordt weergegeven in het bovenste deel van
het venster.
Opmerking:
Als het Lijntype van de printer is ingesteld op PBX en de toegangscode is ingesteld op het gebruik van # (hekje) in
plaats van de exacte prexcode, voer u # (hekje) in. Zie voor meer informatie Lijntype in Basisinstellingen via de
onderstaande koppeling naar gerelateerde informatie.
Als u Voer het faxnummer tweemaal in hebt geselecteerd in de Optie-instellingen op het startscherm van FAX
Utility, moet u hetzelfde nummer opnieuw invoeren wanneer u op Toe v oe g en of Vol ge nd e klikt.
Een ontvanger (naam, faxnummer enz.) selecteren uit het telefoonboek:
Als de ontvanger is opgeslagen in het telefoonboek, klikt u op het tabblad Te le fo on bo e k. Selecteer de
ontvanger in de lijst en klik op Toevoegen. De ontvanger wordt toegevoegd aan de Lijst geadresseerden die
wordt weergegeven in het bovenste deel van het venster.
Opmerking:
Als het Lijntype van de printer is ingesteld op PBX en de toegangscode is ingesteld op het gebruik van # (hekje) in plaats
van de exacte
prexcode,
voer u # (hekje) in. Zie voor meer informatie Lijntype in Basisinstellingen via de onderstaande
koppeling naar gerelateerde informatie.
6.
Geef de inhoud van het voorblad op.
A
Als u een voorblad wilt toevoegen, selecteert u een van de sjablonen uit Vo orb la d. Voer Onderwerp en
Bericht in. Houd er rekening mee dat er geen functie is voor het maken van een origineel voorblad of voor het
toevoegen van een origineel voorblad aan de lijst.
Als u geen voorblad wilt toevoegen, selecteert u Geen voorblad bij Voorb la d.
Gebruikershandleiding
Faxen
156
B
Klik op Voorblad opmaken als u de volgorde van de items op het voorblad wilt wijzigen. U kunt het
formaat van het voorblad selecteren in Papierformaat. U kunt een voorblad selecteren dat een ander formaat
hee dan het document dat wordt verzonden.
C
Klik op Lettertype als u het lettertype dat of de lettergrootte die op het voorblad wordt gebruikt, wilt
wijzigen.
D
Klik op Instellingen afzender als u de informatie over de afzender wilt wijzigen.
E
Klik op Gedet. voorbld als u het voorblad met het onderwerp en het bericht dat u hebt ingevoerd, wilt
controleren.
F
Klik op Volgen de .
7. Controleer de inhoud van de documenten die worden verzonden en klik op Verzenden.
Controleer voor verzenden of de naam en het faxnummer van de ontvanger correct zijn. Klik op Vo or be el d
om een voorbeeldweergave te bekijken van het voorblad en het document dat wordt verzonden.
Zodra de overdracht begint, wordt een venster weergegeven met de overdrachtsstatus.
Opmerking:
Als u de overdracht wilt stoppen, selecteert u de gegevens en klikt u op Annuleren
. U kunt ook annuleren op het
bedieningspaneel van de printer.
Als tijdens de overdracht een fout optreedt, wordt het venster Communicatiefout weergegeven. Controleer de
informatie in de fout en verzend opnieuw.
Het scherm Faxstatuscontrole (het scherm boven de informatie over het controleren van de overdrachtsstatus) wordt
niet weergegeven als Faxstatuscontrole weergeven tijdens verzenden niet is geselecteerd in het scherm Optionele
instellingen van het startscherm van FAX Utility.
Documenten verzenden die zijn gemaakt met een toepassing (Mac
OS)
Als u in het menu Afdrukken van een in de handel verkrijgbare toepassing een printer met faxfunctie selecteert,
kunt u gegevens zoals documenten, tekeningen en tabellen die u hebt gemaakt, verzenden.
Opmerking:
In de volgende uitleg wordt Text Edit, een standaard Mac OS-toepassing, als voorbeeld gebruikt.
1. Maak het document dat u per fax wilt verzenden in een toepassing.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand.
Het venster Afdrukken van de toepassing wordt weergegeven.
3. Selecteer de printer (faxnaam) in Naam, klik op
d
om de geavanceerde instellingen weer te geven, controleer
de printerinstellingen en klik vervolgens op OK.
4. Congureer de instellingen voor elk item.
Geef 1 op bij Aantal exemplaren. Zelfs als u 2 of meer
opgee,
wordt er maar 1 exemplaar verzonden.
U kunt tot 100 pagina's per faxoverdracht verzenden.
Opmerking:
Het papierformaat van documenten dat u kunt verzenden, is hetzelfde als het papierformaat dat u kunt faxen vanaf de
printer.
Gebruikershandleiding
Faxen
157
5. Selecteer Faxinstellingen in het snelmenu en congureer vervolgens de instellingen voor elk item.
Zie de help van het PC-FAX-stuurprogramma voor uitleg over elk instellingsitem.
Klik op
linksonder in het venster op de help van het PC-FAX-stuurprogramma te openen.
6. Selecteer het menu Instellingen geadresseerden en geef de ontvanger op.
Een ontvanger (naam, faxnummer enz.) rechtstreeks opgeven:
Klik op het item Toevoegen, voer de benodigde informatie in en klik vervolgens op
. De ontvanger
wordt toegevoegd aan de Lijst geadresseerden die wordt weergegeven in het bovenste deel van het venster.
Als u "Voer het faxnummer tweemaal in" hebt geselecteerd in de instellingen van het PC-FAX-
stuurprogramma, moet u hetzelfde nummer opnieuw invoeren wanneer u op
of Volgende klikt.
Als voor uw faxverbinding een prexcode is vereist, voert u Nummer voor buitenlijn in.
Opmerking:
Als het Lijntype van de printer is ingesteld op PBX en de toegangscode is ingesteld op het gebruik van # (hekje) in plaats
van de exacte prexcode, voer u # (hekje) in. Zie voor meer informatie Lijntype in Basisinstellingen via de onderstaande
koppeling naar gerelateerde informatie.
Een ontvanger (naam, faxnummer enz.) selecteren uit het telefoonboek:
Als de ontvanger is opgeslagen in het telefoonboek, klikt u op
. Selecteer de ontvanger in de lijst en klik
vervolgens op Toevoegen > OK.
Als voor uw faxverbinding een
prexcode
is vereist, voert u Nummer voor buitenlijn in.
Opmerking:
Als het Lijntype van de printer is ingesteld op PBX en de toegangscode is ingesteld op het gebruik van # (hekje) in plaats
van de exacte prexcode, voer u # (hekje) in. Zie voor meer informatie Lijntype in Basisinstellingen via de onderstaande
koppeling naar gerelateerde informatie.
7. Controleer de instellingen van de ontvanger en klik vervolgens op Fax.
Het verzenden begint.
Controleer voor verzenden of de naam en het faxnummer van de ontvanger correct zijn.
Opmerking:
Als u in Dock op het printerpictogram klikt, wordt het scherm voor het controleren van de overdrachtsstatus
weergegeven. Als u het verzenden wilt stoppen, klikt u op de gegevens en klikt u vervolgens op Ve r w i jd e r e n.
Als tijdens de overdracht een fout optreedt, wordt het bericht Ve rz end en mislukt weergegeven. Controleer de
overdrachtsrecords op het scherm Faxverzendgegevens.
Documenten met meerdere papierformaten worden mogelijk niet correct verzonden.
Faxen ontvangen op een computer
U kunt faxen ontvangen en deze als PDF-bestand opslaan op de computer die met de printer is verbonden. De
FAX Utility omvat verschillende functies, onder andere voor het opgeven van een map waar faxen moeten worden
opgeslagen. Installeer FAX Utility voordat u deze functie gebruikt.
Opmerking:
U kunt een van de volgende methoden gebruiken om FAX Utility te installeren.
De EPSON Soware Updater (toepassing voor het bijwerken van soware) gebruiken
Met de cd die bij de printer is meegeleverd. (Alleen Windows-gebruikers)
Gebruikershandleiding
Faxen
158
c
Belangrijk:
Als u faxen op een computer wilt ontvangen, moet de Ontvangstmodus op het bedieningspaneel van de printer
worden ingesteld op Auto. Neem contact op met de beheerder voor informatie over de status van de
printerinstellingen. Raadpleeg voor meer informatie de Beheerdershandleiding.
Als de computer is ingesteld voor het ontvangen van faxen, moet deze altijd ingeschakeld blijven. Ontvangen
documenten worden tijdelijk opgeslagen in het geheugen van de printer voordat de documenten worden
opgeslagen op de computer. Als u de computer uitschakelt, raakt het geheugen van de printer mogelijk vol, omdat
de documenten niet naar de computer kunnen worden verzonden.
Het aantal documenten dat tijdelijk is opgeslagen in het geheugen van de printer, wordt weergegeven in
op
het startscherm.
Als u de ontvangen faxen wilt lezen, moet u op de computer een weergaveprogramma voor PDF-bestanden
installeren, bijvoorbeeld Acrobat Reader.
Gerelateerde informatie
& “Hulpprogramma's voor soware-updates (Soware Updater)” op pagina 182
& “De meest recente toepassingen installeren” op pagina 182
Inkomende faxen opslaan op een computer
U kunt instellingen
congureren
om inkomende faxen op een computer op te slaan met de FAX Utility. Installeer
vooraf FAX Utility op de computer.
Zie Basisbediening in de help van FAX Utility (weergegeven in het startscherm) voor meer informatie. Als het
scherm voor het invoeren van een wachtwoord wordt weergegeven terwijl u de instellingen congureert, voert u
het wachtwoord in. Als u het wachtwoord niet weet, neemt u dan contact op met de beheerder.
Opmerking:
U kunt tegelijkertijd faxen op een computer ontvangen en ze vanaf de printer afdrukken. Neem contact op met de beheerder
voor details over de status van de printerinstellingen. Raadpleeg voor meer informatie de Beheerdershandleiding.
Gerelateerde informatie
& “Toepassing voor het congureren van faxbewerkingen en het verzenden van faxen (FAX Utility)” op
pagina 180
De functie voor het opslaan van ontvangen faxen op de computer
uitschakelen
U kunt het opslaan van faxen op de computer annuleren met FAX Utility.
Zie Basisbediening in de help van FAX Utility (weergegeven in het startscherm) voor meer informatie.
Opmerking:
Als er faxen zijn die niet zijn opgeslagen op de computer, kunt u de functie voor het opslaan van faxen op de computer
niet uitschakelen.
Instellingen die door de beheerder zijn vergrendeld, kunnen niet worden gewijzigd.
U kunt de instellingen ook wijzigen op de printer. Neem contact op met de beheerder voor informatie over het
uitschakelen van de functie voor het opslaan van ontvangen faxen op de computer. Raadpleeg voor meer informatie de
Beheerdershandleiding.
Gebruikershandleiding
Faxen
159
Gerelateerde informatie
& “Toepassing voor het congureren van faxbewerkingen en het verzenden van faxen (FAX Utility)” op
pagina 180
Controleren op nieuwe faxen (Windows)
Als u een computer instelt voor het opslaan van faxen die door de printer zijn ontvangen, kunt u de
verwerkingsstatus van ontvangen faxen controleren en zien of er nieuwe faxen zijn met behulp van het
faxpictogram op de Windows-taakbalk. Als u de computer zodanig instelt dat een melding wordt weergegeven
wanneer een nieuwe fax is ontvangen, wordt een meldingscherm weergegeven in het Windows-systeemvak en kunt
u de nieuwe fax bekijken.
Opmerking:
Gegevens van ontvangen faxen die op de computer zijn opgeslagen, worden verwijderd uit het printergeheugen.
U hebt Adobe Reader nodig om de ontvangen faxen weer te geven, omdat deze worden opgeslagen als PDF-bestand.
Het pictogram Fax op de taalbalk gebruiken (Windows)
Via het faxpictogram op de Windows-taakbalk kunt u zien of er nieuwe faxen zijn en de bewerkingsstatus
controleren.
1. Bekijk het pictogram.
: in stand-by.
: controleren op nieuwe faxen.
: importeren van nieuwe faxen is voltooid.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram en klik vervolgens op Map voor ontvangen faxen openen.
De map voor ontvangen faxen wordt weergegeven. Controleer de datum en de afzender in de bestandsnaam
en open het PDF-bestand.
Als via het faxpictogram wordt aangegeven dat deze stand-by is, kunt u controleren op nieuwe faxen door
Nieuwe faxen nu controleren te selecteren.
Opmerking:
Ontvangen faxen worden automatisch hernoemd volgens de volgende naamgevingsindeling.
JJJJMMDDUUMMSS_xxxxxxxxxx_nnnnn (Jaar/Maand/Dag/Uur/Minuut/Seconde_nummer van afzender)
Het meldingenvenster gebruiken (Windows)
Wanneer u instelt dat u een melding wilt ontvangen wanneer een nieuwe fax is ontvangen, wordt voor elke fax een
meldingenvenster weergegeven naast de taakbalk.
1. Controleer het meldingenvenster dat op uw computer wordt weergegeven.
Opmerking:
Het meldingenvenster verdwijnt als na een bepaalde periode geen bewerking wordt uitgevoerd. U kunt de instellingen
voor meldingen weergegeven, zoals de weergavetijd.
Gebruikershandleiding
Faxen
160
2.
Klik op een willekeurige plek in het meldingenvenster, met uitzondering van de knop
.
De map die u hebt opgegeven voor het opslaan van nieuwe faxen wordt geopend. Controleer de datum en de
afzender in de bestandsnaam en open het PDF-bestand.
Opmerking:
Ontvangen faxen worden automatisch hernoemd volgens de volgende naamgevingsindeling.
JJJJMMDDUUMMSS_xxxxxxxxxx_nnnnn (Jaar/Maand/Dag/Uur/Minuut/Seconde_nummer van afzender)
Controleren op nieuwe faxen (Mac OS)
U kunt op een van de volgende manieren controleren of er nieuwe faxen zijn. Dit is alleen beschikbaar op
computers die zijn ingesteld op "Opslaan" (faxen opslaan op deze computer).
De map voor ontvangen faxen openen (opgegeven in Instellingen uitvoer ontvangen faxen)
Openen de Faxontvangstmonitor en klik op Nieuwe faxen nu controleren.
Melding dat nieuwe faxen zijn ontvangen
Selecteer in FAX Utility Graag melding bij nieuwe faxen via een Dock-pictogram in de Faxontvangstmonitor
> Vo ork eu ren . Het pictogram voor ontvangen faxen in de Dock laat u weten dat nieuwe faxen zijn ontvangen.
De map voor ontvangen faxen openen vanuit de monitor voor ontvangen
faxen (Mac OS)
U kunt de map voor opslaan openen vanaf de computer die u hebt ingesteld voor het ontvangen van faxen door
"Opslaan" (faxen opslaan op deze computer) te selecteren.
1. Klik op het monitorpictogram voor ontvangen faxen in de Dock om Faxontvangstmonitor te openen.
2.
Selecteer de printer en klik op Map openen of dubbelklik op de printernaam.
3. Controleer de datum en de afzender in de bestandsnaam en open het PDF-bestand.
Opmerking:
Ontvangen faxen worden automatisch hernoemd volgens de volgende naamgevingsindeling.
JJJJMMDDUUMMSS_xxxxxxxxxx_nnnnn (Jaar/Maand/Dag/Uur/Minuut/Seconde_nummer van afzender)
Informatie die wordt verzonden door de afzender wordt weergegeven als nummer van de afzender. Dit nummer wordt
mogelijk niet weergegeven, aankelijk van de afzender.
Gebruikershandleiding
Faxen
161
Inkttoevoereenheden en andere
afdrukmedia vervangen
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren
U kunt de inktniveaus en de levensduur van de onderhoudscassette controleren via het bedieningspaneel of de
computer.
De niveaus van de resterende inkt en de onderhoudscassette
controleren — Bedieningspaneel
1. Druk op de toets op het bedieningspaneel.
2. Selecteer Printerstatus.
Opmerking:
Het indicatielampje uiterst rechts gee de beschikbare ruimte in de onderhoudscassette aan.
De niveaus van de resterende inkt en de onderhoudscassette
controleren - Windows
1. Open het venster van de printerdriver.
2.
Klik op EPSON Status Monitor 3 in het tabblad Hulpprogramma's en selecteer daar Details.
Opmerking:
Als EPSON Status Monitor 3 is uitgeschakeld, klikt u op Extra instellingen op het tabblad Hulpprogramma's en
selecteert u EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
De niveaus van de resterende inkt en de onderhoudscassette
controleren - Mac OS
1. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
2. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
3.
Klik op EPSON Status Monitor.
Gebruikershandleiding
Inkttoevoereenheden en andere afdrukmedia vervangen
162
Inkttoevoereenheid-codes
Epson raadt het gebruik van originele Epson inkttoevoereenheden aan. De kwaliteit of betrouwbaarheid van niet-
originele inkt kan niet door Epson worden gegarandeerd. Het gebruik van niet-originele cartridges kan leiden tot
schade die niet onder de garantie van Epson valt. Bovendien kan het gebruik van dergelijke producten er in
bepaalde omstandigheden toe leiden dat het apparaat niet correct functioneert. Informatie over niet-originele
inktniveaus kunnen mogelijk niet worden weergegeven.
Dit zijn de codes van originele Epson-inkttoevoereenheden.
Opmerking:
Inkttoevoereenheid de codes kunnen per locatie verschillen. Neem contact op met Epson Support voor de juiste codes in
uw omgeving.
Niet alle inkttoevoereenheden zijn in alle regio's beschikbaar.
Voor Europa
Grootte Black (Zwart) Cyan (Cyaan) Magenta Yellow (Geel)
XL T9451 T9452 T9453 T9454
L T9441 T9442 T9443 T9444
Ga voor informatie over de capaciteit van de inkttoevoereenheid van Epson naar de volgende website.
http://www.epson.eu/pageyield
Voor Australië en Nieuw-Zeeland
Black (Zwart) Cyan (Cyaan) Magenta Yellow (Geel)
902XXL
902XL
902
902XL
902
902XL
902
902XL
902
Voor Azië
Black (Zwart) Cyan (Cyaan) Magenta Yellow (Geel)
T9501
T9491
T9481
T9492
T9482
T9493
T9483
T9494
T9484
Voorzorgsmaatregelen voor de Inkttoevoereenheid
Lees de volgende instructies en Belangrijke
veiligheidsvoorschrien
(gedrukte handleiding) voordat u
inkttoevoereenheden vervangt.
Voorzorgsmaatregelen
Bewaar de inkttoevoereenheden bij normale kamertemperatuur en houd ze uit direct zonlicht.
Gebruikershandleiding
Inkttoevoereenheden en andere afdrukmedia vervangen
163
Epson raadt aan om de inkttoevoereenheid te gebruiken voor de vervaldatum op de verpakking.
Voor de beste resultaten bewaart u verpakkingen van de inkttoevoereenheid met de onderkant naar beneden.
Nadat u een inkttoevoereenheid uit koude opslag haalt, moet u deze minstens 12 uur laten opwarmen tot
kamertemperatuur voordat u deze gebruikt.
Raak de in de
guur
getoonde onderdelen niet aan. Omdat dit de normale werking kan schaden.
Installeer alle inkttoevoereenheden, anders kunt u niet afdrukken.
Schakel de printer niet uit terwijl de inkt wordt geladen. Als het laden van de inkt niet wordt voltooid, kunt u
mogelijk niet afdrukken.
Zorg altijd dat er inkttoevoereenheden in de printer zijn geplaatst. Anders kan inkt die in de spuitkanaaltjes van
de printkop achterblij, uitdrogen en kunt u mogelijk niet afdrukken.
Als u een inkttoevoereenheid tijdelijk moet verwijderen, zorgt u dat u het inkttoevoergebied beschermt tegen
vuil en stof. Bewaar de inkttoevoereenheid in dezelfde omgeving als de printer. Omdat de inkttoevoerpoort is
uitgerust met een klep die is ontworpen om het vrijgeven van een teveel aan inkt tegen te houden, hoe u zelf
geen deksel of dop te
verschaen.
Verwijderde inkttoevoereenheden kunnen inkt rond de inkttoevoerpoort hebben. Voorkom daarom om inkt op
het omliggende gebied te krijgen wanneer u de inkttoevoereenheden verwijdert.
Deze printer gebruikt inkttoevoereenheden die zijn uitgerust met een groene chip die informatie bijhoudt, zoals
de hoeveelheid resterende inkt voor elke inkttoevoereenheid. Dit betekent dat zelfs wanneer de
inkttoevoereenheid uit de printer wordt verwijderd voordat het leeg is, u de inkttoevoereenheid nog steeds kunt
gebruiken nadat u het weer in de printer plaatst.
Voor een optimale afdrukkwaliteit en bescherming van de printkop blij een variabele inktreserve in de
inkttoevoereenheid achter wanneer de printer aangee dat u de inkttoevoereenheid moet vervangen. De
opgegeven capaciteiten bevatten deze reserve niet.
De inkttoevoereenheden kunnen gerecyclede materialen bevatten, maar dit
hee
geen negatieve invloed op de
werking of de prestaties van de printer.
Specicaties
en uiterlijk van de inkttoevoereenheid zijn onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande
kennisgeving voor verbetering.
Demonteer of pas de inkttoevoereenheid niet aan. Dit kan ervoor zorgen dat u niet meer normaal kunt
afdrukken.
Laat de inkttoevoereenheid niet vallen of tegen harde voorwerpen botsen. Hierdoor kan er inkt lekken.
U kunt de inkttoevoereenheden die als vervanging met de printer zijn geleverd niet gebruiken.
De opgegeven capaciteit hangt af van de aeeldingen die u afdrukt, het papier dat u gebruikt, hoe vaak u
afdrukt en de omgeving (bijvoorbeeld temperatuur) waarin u de printer gebruikt.
Gebruikershandleiding
Inkttoevoereenheden en andere afdrukmedia vervangen
164
Inktverbruik
Voor optimale prestaties van de printkop wordt er tijdens onderhoudsactiviteiten, zoals reiniging van de
printkop, een beetje inkt gebruikt uit alle eenheden voor inktvoorraad. Er kan ook inkt worden gebruikt
wanneer u de printer inschakelt.
Wanneer u in monochroom of grijswaarden afdrukt, is het mogelijk kleureninkt te gebruiken in plaats van
zwarte inkt, aankelijk van de instellingen van het papiertype of de afdrukkwaliteit. Dit is omdat kleureninkt
wordt gemengd om zwart te creëren.
De inkt in de inkttoevoereenheden die met de printer zijn meegeleverd, worden deels gebruikt tijdens de eerste
installatie. De printkop in uw printer is volledig met inkt geladen om afdrukken van hoge kwaliteit te bezorgen.
Dit eenmalige proces verbruikt een bepaalde hoeveelheid inkt en daarom is het mogelijk dat deze
inkttoevoereenheden minder pagina's afdrukken in vergelijking met de volgende inkttoevoereenheden.
Voor de beste resultaten dient u de inkttoevoereenheid binnen twee jaar na de installatie te gebruiken.
Inkttoevoereenheden vervangen
Wanneer een bericht wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd de inkttoevoereenheden te vervangen, selecteert
u Hoe en bekijkt u de animaties die op het bedieningspaneel worden weergegeven om te leren hoe u de
inkttoevoereenheden vervangt.
Gerelateerde informatie
& “Voorzorgsmaatregelen voor de Inkttoevoereenheid” op pagina 163
Onderhoudscassettecode
Epson raadt het gebruik van een originele Epson-onderhoudscassette aan.
Hierna volgt de code van de originele Epson onderhoudscassette.
T6716
Voorzorgsmaatregelen voor de onderhoudscassette
Lees de volgende instructies en Belangrijke
veiligheidsvoorschrien
(gedrukte handleiding) voordat u de
onderhoudscassette vervangt.
Raak de groene chip aan de zijkant van de onderhoudscassette niet aan. Omdat dit de normale werking kan
schaden.
Houd de gebruikte onderhoudscassette niet scheef wanneer deze in de plastic zak is verzegeld, omdat anders
inkt kan lekken.
Houd de onderhoudscassette uit de buurt van direct zonlicht.
Vervang de onderhoudscassette niet tijdens afdrukken, omdat anders inkt kan lekken.
Hergebruik van een onderhoudscassette die lange tijd uit het apparaat verwijderd is geweest, is niet toegestaan.
Inkt in de cassette is dan gestold en er kan geen inkt meer worden geabsorbeerd.
Gebruikershandleiding
Inkttoevoereenheden en andere afdrukmedia vervangen
165
Een onderhoudscassette vervangen
Tijdens sommige afdrukcycli kan een heel kleine hoeveelheid overtollige inkt in de onderhoudscassette worden
verzameld.Om te voorkomen dat inkt uit de onderhoudscassette lekt, is de printer ontworpen om het afdrukken te
stoppen wanneer de absorptiecapaciteit van de onderhoudscassette zijn limiet hee bereikt.Of en hoe vaak dit
nodig is, hangt af van het aantal pagina's dat u afdrukt, het soort materiaal waarop u afdrukt en het aantal
reinigingsprocedures dat door het apparaat wordt uitgevoerd.
Raadpleeg de animaties op het bedieningspaneel wanneer een bericht wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd
de onderhoudsset te vervangen.Dat de cassette moet worden vervangen, wil niet zeggen dat uw printer niet meer
volgens de specicaties functioneert.De kosten voor deze vervanging vallen niet onder de garantie van Epson.Dit
onderdeel kan door de gebruiker worden vervangen.
Opmerking:
Wanneer deze vol is, kunt u niet afdrukken om het lekken van inkt te voorkomen.Maar de niet-afdrukgerelateerde functies
zijn beschikbaar.
Gerelateerde informatie
&
“Voorzorgsmaatregelen voor de onderhoudscassette” op pagina 165
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken
Als de kleureninkt leeg is en er nog zwarte inkt over blij, kunt u de volgende instellingen gebruiken om voor een
korte tijd alleen met zwarte inkt af te drukken.
Type papier: Gewoon papier, Enveloppe
Kleur: Grijswaarden
EPSON Status Monitor 3: Ingeschakeld (alleen voor Windows)
Aangezien deze functie slechts ongeveer vijf dagen beschikbaar is, moet u de lege inkttoevoereenheid zo snel
mogelijk vervangen.
Opmerking:
Als EPSON Status Monitor 3 is uitgeschakeld, opent u de printerdriver, klikt u op Extra instellingen op het tabblad
Hulpprogramma's en selecteert u EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
De beschikbare periode varieert naargelang de gebruiksomstandigheden.
Tijdelijk afdrukken met zwarte inkt — bedieningspaneel
1. Wanneer een bericht wordt weergegeven waarin wordt aangegeven dat u de inkttoevoereenheden moet
vervangen, tikt u op Doorg..
Er wordt een bericht weergegeven waarin wordt aangegeven dat u tijdelijk kunt afdrukken met zwarte inkt.
2. Controleer het bericht en tik vervolgens op Doorg..
3. Als u wilt afdrukken in zwart-wit, selecteert u Nee, herinner me later.
De actieve taak wordt geannuleerd.
4. U kunt nu in zwart-wit en op normaal papier originelen kopiëren of faxen afdrukken. Selecteer op het
startscherm de functie die u wilt gebruiken.
Gebruikershandleiding
Inkttoevoereenheden en andere afdrukmedia vervangen
166
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken — Windows
1. Als het volgende venster verschijnt, stop dan met afdrukken.
Opmerking:
Als u het afdrukken niet kunt annuleren vanaf de computer, doe dit dan op het bedieningspaneel van de printer.
2. Open het venster van de printerdriver.
3.
Selecteer Gewoon papier of Enveloppe bij Papiertype op het tabblad Hoofdgroep tab.
4. Selecteer Grijswaarden.
5. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
6. Klik op Druk af.
Gebruikershandleiding
Inkttoevoereenheden en andere afdrukmedia vervangen
167
7. Klik op Afdrukken in zwart-wit in het venster dat wordt weergegeven.
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken — Mac OS
Opmerking:
Als u deze functie wilt gebruiken via een netwerk, gebruik dan Bonjour voor de verbinding.
1. Klik op het printerpictogram in het Dock.
2. Annuleer de taak.
Opmerking:
Als u het afdrukken niet kunt annuleren vanaf de computer, doe dit dan op het bedieningspaneel van de printer.
3. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma).
4. Selecteer Aan voor Tijdelijk afdrukken in zwart-wit.
5. Open het afdrukdialoogvenster.
6. Selecteer Printerinstellingen in het snelmenu.
7. Selecteer Gewoon papier of Enveloppe bij Afdrukmateriaal.
8.
Selecteer Grijswaarden.
9. Geef naar wens nog meer instellingen op.
10. Klik op Druk af.
Zwarte inkt besparen als de zwarte inkt bijna op is
(uitsluitend voor Windows)
Als de zwarte inkt bijna leeg is en er nog genoeg kleureninkt over blij, kunt u een mengsel van kleureninkt
gebruiken om zwart te maken. U kunt doorgaan met afdrukken tijdens het vervangen van een zwarte
inkttoevoereenheid.
Deze functie is alleen beschikbaar als u de volgende instellingen in de printerdriver selecteert.
Papiertype: Gewoon papier
Kwaliteit: Standaard
EPSON Status Monitor 3: Ingeschakeld
Gebruikershandleiding
Inkttoevoereenheden en andere afdrukmedia vervangen
168
Opmerking:
Als EPSON Status Monitor 3 is uitgeschakeld, opent u de printerdriver, klikt u op Extra instellingen op het tabblad
Hulpprogramma's en selecteert u EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
Samengesteld zwart ziet er anders uit dan puur zwart. Hierdoor daalt de afdruksnelheid wel.
Er wordt ook zwarte inkt gebruikt om de printkop in goede staat te houden.
Opties Beschrijving
Ja Selecteer een mengsel van kleureninkt om zwart te maken. Dit venster verschijnt de
volgende keer dat u een soortgelijke taak afdrukt.
Nee Selecteer om de resterende zwarte inkt te gebruiken. Dit venster verschijnt de volgende
keer dat u een soortgelijke taak afdrukt.
Deze functie uitschakelen Selecteer om de resterende zwarte inkt te gebruiken. Dit venster wordt niet weergegeven
tot u de zwarte inkttoevoereenheid vervangt of weer bijna leeg is.
Gebruikershandleiding
Inkttoevoereenheden en andere afdrukmedia vervangen
169
De printer onderhouden
De printkop controleren en reinigen
Als de spuitkanaaltjes verstopt zijn, worden de afdrukken vaag en ziet u strepen of onverwachte kleuren. Wanneer
de afdrukkwaliteit minder is geworden, gebruikt u de spuitstukcontrole om te kijken of de kanaaltjes verstopt
zitten. Als de spuitkanaaltjes zijn verstopt, reinig dan de printkop. U kunt een spuitstukcontrole uitvoeren en de
printkop reinigen via het bedieningspaneel of de computer.
c
Belangrijk:
Open de lade voor de inkttoevoereenheid niet en schakel de printer niet uit tijdens het reinigen van de printkop.
Als het reinigen van de kop niet wordt voltooid, kunt u mogelijk niet afdrukken.
Omdat bij reiniging van de printkop wat inkt wordt gebruikt, moet u de kop alleen reinigen als de kwaliteit
verslechtert.
Wanneer de inkt bijna op is kan de printkop mogelijk niet worden gereinigd. Vervang eerst de
inkttoevoereenheid.
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd na vier herhalingen van de printkopcontrole en -reiniging moet u ten
minste zes uren wachten zonder afdrukken en vervolgens de printkopcontrole en -reiniging herhalen. We raden u
aan om de printer uit te schakelen. Neem contact op met de klantenservice van Epson als de afdrukkwaliteit nog
steeds niet is verbeterd.
Voorkom dat de printkop uitdroogt en trek nooit de stekker van de printer uit het stopcontact wanneer de printer
nog aan is.
De printkop controleren en schoonmaken — Bedieningspaneel
1. Laad gewoon A4-papier in de papiercassette 1.
2. Selecteer Instel. op het startscherm.
3. Selecteer Onderhoud > PrintkopControle spuitm..
4. Volg de instructies op het scherm om het testpatroon af te drukken.
5.
Bekijk het afgedrukte patroon goed. Als er stukken van lijnen of segmenten ontbreken, zoals weergegeven in
het patroon "NG", kan de printkop verstopt zijn. Ga naar de volgende stap. Als u geen ontbrekende segmenten
of onderbroken lijnen ziet, zoals in het volgende patroon "OK", zijn de spuitkanaaltjes niet verstopt. Selecteer
om de spuitkanaaltjescontrole te sluiten.
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
170
De printkop uitlijnen — Bedieningspaneel
1. Laad gewoon A4-papier in de papiercassette 1.
2. Selecteer Instel. op het startscherm.
3.
Selecteer Onderhoud > Printkop uitlijnen.
4. Selecteer een van de uitlijningsmenu's.
Uitl. lijn regelafst.: selecteer deze optie als de verticale lijnen niet goed uitgelijnd lijken te zijn.
Horizontale uitlijning: selecteer deze optie als er op gelijke intervallen horizontale banden verschijnen.
5.
Volg de instructies op het scherm om een uitlijningspatroon af te drukken.
6. Volg de instructies op het scherm om de printkop uit te lijnen.
Uitl. lijn regelafst.: zoek en selecteer het nummer voor het meest solide patroon in elke groep.
Zoek het nummer voor het patroon dat de minste verkeerde uitgelijnde verticale lijn
hee
en selecteer dit.
Horizontale uitlijning: zoek en selecteer het nummer van het patroon met de minste scheidingen en
overlappingen.
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
172
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette laden” op pagina 31
Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken
Als de afdrukken vlekken vertonen of bekrast zijn, reinig dan de roller binnenin.
c
Belangrijk:
Gebruik geen keukenpapier om de binnenkant van de printer te reinigen. Het kan zijn dat de spuitkanaaltjes van de
printkop verstopt zitten met stof.
1. Laad gewoon A4-papier in de papierbron die u wilt reinigen.
2. Selecteer Instel. op het startscherm.
3.
Selecteer Onderhoud > Papiergeleider reinigen.
4. Selecteer de papierbron en volg dan de instructies op het scherm om het papiertraject te reinigen.
Opmerking:
Herhaal deze procedure tot er geen vegen meer op het papier zitten. Als de afdrukken nog steeds gevlekt zijn, reinig dan
de andere papierbronnen.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette laden” op pagina 31
De automatische documentinvoer (ADF)
schoonmaken
Als de gekopieerde of gescande bestanden van de ADF vlekken bevatten of de originelen worden niet correct in de
ADF ingevoerd, reinig dan de ADF.
c
Belangrijk:
Maak de printer nooit schoon met alcohol of thinner. Deze chemicaliën kunnen de printer beschadigen.
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
173
1. Open het deksel van de ADF.
2. Maak de rol en de binnenzijde van de ADF schoon met een zachte, vochtige doek.
c
Belangrijk:
Als u een droge doek gebruikt, beschadigt u mogelijk het oppervlak van de rol.
Gebruik de ADF pas weer als de rol droog is.
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
174
De Scannerglasplaat reinigen
Wanneer de kopieën of gescande beelden vies zijn, moet u de scannerglasplaat reinigen.
!
Let op:
Pas bij het sluiten van het documentdeksel op dat uw vingers niet klem komen te zitten. Anders kunt u zich
verwonden.
c
Belangrijk:
Maak de printer nooit schoon met alcohol of thinner. Deze chemicaliën kunnen de printer beschadigen.
1. Open het documentdeksel.
2. Maak het oppervlak van de scannerglasplaat schoon met een droge, zachte, schone doek.
c
Belangrijk:
Als de glasplaat besmeurd is met vet of een andere hardnekkige substantie, veegt u de plaat schoon met een
doek met daarop een klein beetje glasreiniger. Verwijder al het overtollige vocht.
Druk niet te hard op het glasoppervlak.
Zorg ervoor dat u het oppervlak van het glas niet krast of beschadigt. Een beschadigde glasplaat kan de
scankwaliteit aantasten.
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
176
Netwerkservice en softwareinformatie
In dit deel maakt u kennis met de netwerkservices en sowareproducten die beschikbaar zijn voor uw printer via
de Epson-website of de meegeleverde sowareschijf.
Toepassing voor het congureren van
printerbewerkingen (Web Cong)
Web Cong is een toepassing die draait in een webbrowser, zoals Internet Explorer of Safari, op een computer of
smart device. U kunt de printerstatus controleren of de netwerkservice en de printerinstellingen aanpassen.
Verbind de printer en de computer of het smart device met hetzelfde netwerk om Web
Cong
te gebruiken.
De volgende browsers worden ondersteund.
Besturingssysteem Browser
Windows XP SP3 of hoger
Internet Explorer 8 of later, Firefox
*
, Chrome
*
Mac OS X v10.6.8 of hoger
Safari
*
, Firefox
*
, Chrome
*
iOS
*
Safari
*
Android 2.3 of hoger Standaard browser
Chrome OS
*
Standaard browser
* Gebruik de laatste versie.
Webconguratie uitvoeren op een webbrowser
1. Controleer het IP-adres van de printer.
Tik op het netwerkpictogram op het startscherm van de printer en tik vervolgens op de actieve
verbindingsmethode om het IP-adres van de printer te bevestigen.
Opmerking:
U kunt het IP-adres ook controleren door het netwerkverbindingsrapport af te drukken.
2.
Start een browser op een computer of smart device en voer vervolgens het IP-adres van de printer in.
Formaat:
IPv4: http://het IP-adres van de printer/
IPv6: http://[het IP-adres van de printer]/
Vo orb ee lden :
IPv4: http://192.168.100.201/
IPv6: http://[2001:db8::1000:1]/
Opmerking:
Met een smart device kunt u Web Cong ook uitvoeren vanuit het onderhoudsscherm van Epson iPrint.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
177
Gerelateerde informatie
& “Epson iPrint gebruiken” op pagina 90
& Netwerkinstellingen” op pagina 54
Web
Cong
uitvoeren op Windows
Volg de onderstaande stappen om Web Cong uit te voeren als u een computer aansluit op de printer met WSD.
1. Ga naar het scherm Apparaten en printers in Windows.
Windows 10/Windows Server 2016
Rechtsklik op de knop Start en selecteer Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in
Hardware en geluiden.
Windows 8.1/Windows 8/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012
Selecteer Bureaublad > Instellingen > Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in
Hardware en geluiden (of Hardware).
Windows 7/Windows Server 2008 R2
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in Hardware en
geluiden.
Windows Vista/Windows Server 2008
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Printers in Hardware en geluiden.
2. Klik met de rechtermuisknop op uw printer en selecteer Eigenschappen.
3. Selecteer het tabblad Web se r vi ce en klik op de URL.
Web Cong uitvoeren op Mac OS
1. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
2. Klik op Opties en toebehoren> Toon webpagina printer.
Toepassing voor het scannen van documenten en
afbeeldingen (Epson Scan 2)
Epson Scan 2 is een toepassing waarmee het scanproces geregeld kan worden.U kunt formaat, resolutie,
helderheid, contrast en kwaliteit van de gescande aeelding aanpassen.U kunt Epson Scan 2 ook starten vanuit
een TWAIN-scantoepassing.Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Beginnen met Windows
Opmerking:
Voor Windows Server-besturingssystemen zorgt u ervoor dat de functie Bureaubladervaring is geïnstalleerd.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
178
Windows 10/Windows Server 2016
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens EPSON > Epson Scan 2.
Windows 8.1/Windows 8/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Windows 7/Windows Vista/Windows XP/Windows Server 2008 R2/Windows Server 2008/Windows Server 2003
R2/Windows Server 2003
Klik op de knop Start en selecteer dan Alle programma's of programma's > EPSON > Epson Scan 2> Epson
Scan 2.
Beginnen met Mac OS
Opmerking:
Epson Scan 2 biedt geen ondersteuning voor de Mac OS-functie voor snelle gebruikersoverschakeling.Schakel snelle
gebruikersoverschakeling uit.
Selecteer Start > Toepassingen > Epson Soware > Epson Scan 2.
Gerelateerde informatie
&
“Scannen met Epson Scan 2” op pagina 123
& “De meest recente toepassingen installeren” op pagina 182
De netwerkscanner toevoegen
U moet de netwerkscanner toevoegen voordat u Epson Scan 2 kunt gebruiken.
1. Start de
soware
en klik vervolgens op Toevoegen in het scherm Scannerinstellingen.
Opmerking:
Als To e vo e ge n is grijs wordt weergegeven, klikt u op Bewerken inschakelen.
Als het startscherm van Epson Scan 2 wordt weergegeven, is de netwerkscanner al verbonden. Als u verbinding wilt
maken met een ander netwerk, selecteert u Scanner > Instellingen om het scherm Scannerinstellingen te openen.
2. Voeg de netwerkscanner toe. Voer de volgende items in en klik op Toevoegen.
Model: selecteer de scanner waarmee u verbinding wilt maken.
Naam: voer de scannernaam in. Deze mag maximaal 32 tekens bevatten.
Netwerk zoeken: wanneer de computer en de scanner zich in hetzelfde netwerk bevinden, wordt het IP-
adres weergegeven. Als dit niet wordt weergegeven, klikt u op de knop
. Als het IP-adres nog steeds niet
wordt weergegeven, klikt u op Adres opgeven en voert u het IP-adres rechtstreeks in.
3.
Selecteer de scanner in het scherm Scannerinstellingen en klik vervolgens op OK.
Toepassing voor
congureren
van scannen vanaf de
computer (Document Capture Pro)
Document Capture Pro
*
is een toepassing waarmee u de instellingen kunt congureren voor gescande
aeeldingen
die vanaf een printer via een netwerk zijn verstuurd naar een computer.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
179
Nadat u de gescande aeelding hebt gecontroleerd, kunt u op de computer verschillende scaninstellingen
congureren,
zoals de indeling voor opslaan, waar de scan moet worden opgeslagen en de bestemming voor
doorsturen. Raadpleeg de Help-functie van Document Capture Pro voor meer details over het gebruik van de
toepassing.
* De namen zijn voor Windows. Voor Mac OS is de naam Document Capture. Voor Windows Server is de naam
Document Capture Pro Server.
Beginnen met Windows
Windows 10/Windows Server 2016
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Epson Soware > Document Capture Pro.
Windows 8.1/Windows 8/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Windows 7/Windows Vista/Windows XP/Windows Server 2008 R2/Windows Server 2008/Windows Server 2003
R2/Windows Server 2003
Klik op de knop Start en selecteer Alle programma's of Programma's > Epson Soware > Document Capture
Pro.
Beginnen met Mac OS
Selecteer Start > Toepassingen > Epson
Soware
> Document Capture.
Gerelateerde informatie
& “Scannen met instellingen die zijn gecongureerd op de computer (Document Capture Pro)” op pagina 113
& “De meest recente toepassingen installeren” op pagina 182
Toepassing voor het
congureren
van
faxbewerkingen en het verzenden van faxen (FAX
Utility)
FAX Utility is een toepassing waarmee u verscheidene instellingen kunt congureren voor het verzenden van faxen
via een computer. U kunt de contactpersonenlijst maken of bewerken voor het verzenden van faxen, faxen opslaan
in PDF op de computer, etc. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Opmerking:
Windows Server besturingssystemen worden niet ondersteund.
Zorg ervoor dat u de printerdriver geïnstalleerd hebt alvorens u FAX Utility installeert.
Beginnen met Windows
Wi n dows 1 0
Klik op de knop Start en selecteer Epson Soware > FAX Utility.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Wi n dows 7 /Wi n dow s Vi s ta / Win d ows X P
Klik op de knop Start en selecteer Alle programma's of Programma's > Epson Soware > FAX Utility.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
180
Beginnen met Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren vanaf het menu
> Printers & Scanners (of Afdrukken & Scannen, Afdrukken
& Faxen) en selecteer dan de printer (FAX). Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open
Printerhulpprogramma.
Gerelateerde informatie
& “Faxen ontvangen op een computer” op pagina 158
& “De meest recente toepassingen installeren” op pagina 182
Toepassing voor het verzenden van faxen
(stuurprogramma PC-FAX)
PC-FAX is een toepassing waarmee u een bestand, dat in een andere toepassing is gemaakt, rechtstreeks vanaf uw
computer als fax kunt verzenden. PC-FAX driver wordt samen met de FAX Utility geïnstalleerd. Zie de Help van de
toepassing voor meer informatie.
Opmerking:
Windows Server besturingssystemen worden niet ondersteund.
De werking varieert naargelang de toepassing die gebruikt werd om het document te creëren. Zie de Help van de
toepassing voor meer informatie.
Openen vanuit Windows
Selecteer in de toepassing Afdrukken of Printerinstelling in het menu Bestand. Selecteer uw printer (FAX) en
klik vervolgens op Vo ork eu ren of Eigenschappen.
Openen vanuit Mac OS
Selecteer in de toepassing Druk af in het menu Bestand. Selecteer uw printer (FAX) bij Printer en selecteer
Faxinstellingen of Instellingen geadresseerden in het venstermenu.
Gerelateerde informatie
& “Een faxbericht verzenden via een computer” op pagina 155
& “Toepassing voor het congureren van faxbewerkingen en het verzenden van faxen (FAX Utility)” op
pagina 180
Toepassing voor het afdrukken van webpagina's (E-
Web Print)
E-Web Print is een toepassing waarmee u gemakkelijk webpagina's met verschillende lay-outs kunt afdrukken.Zie
de Help van de toepassing voor meer informatie.U kunt de help openen in het menu E-Web Print op de werkbalk
E-Web Print.
Opmerking:
Windows Server besturingssystemen worden niet ondersteund.
Controleer op ondersteunde browsers en de laatste versie van de downloadsite.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
181
Starten
Wanneer u E-Web Printinstalleert, wordt dit weergegeven in uw browser.Klik op Afdrukken of Clippen.
Hulpprogramma's voor software-updates (Software
Updater)
EPSON Soware Updater is een toepassing die controleert op nieuwe of bijgewerkte soware op internet en deze
vervolgens installeert. U kunt ook de handleiding van de printer bijwerken.
Opmerking:
Windows Server besturingssystemen worden niet ondersteund.
Installatiemethode
Installeer Soware Updater vanaf de meegeleverde soware-cd of download de meest recente versie van de Epson-
website.
http://www.epson.com
Beginnen met Windows
Wi n dows 1 0
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Epson Soware > EPSON Soware Updater.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de
soware
in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Wi n dows 7 /Wi n dow s Vi s ta / Win d ows X P
Klik op de knop Start en selecteer dan Alle Programma's (of Programma's) > Epson Soware > EPSON
Soware Updater.
Opmerking:
U kunt EPSON Soware Updater ook starten door te klikken op het printerpictogram op de taakbalk van het bureaublad en
vervolgens Soware-update te selecteren.
Beginnen met Mac OS
Selecteer Start > Toepassingen > Epson Soware > EPSON Soware Updater.
De meest recente toepassingen installeren
Opmerking:
U moet een toepassing eerst verwijderen voordat u deze opnieuw kunt installeren.
1. Controleer of de printer en de computer beschikbaar zijn voor communicatie en of de computer is verbonden
met internet.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
182
2. Start EPSON Soware Updater.
De schermafdruk is een voorbeeld in Windows.
3. Selecteer voor Windows de printer en klik vervolgens op om te controleren op de meest recente
beschikbare toepassingen.
4. Selecteer de items die u wilt installeren of bijwerken en klik vervolgens op de installatieknop rechtsonder in
het scherm.
c
Belangrijk:
Schakel de printer niet uit en trek de stekker niet uit het stopcontact zolang de update bezig is, anders kan de
printer defect raken.
Opmerking:
U kunt de meest recente toepassingen downloaden van de website van Epson.
http://www.epson.com
Als u een Windows Server-besturingssysteem gebruikt, kunt u Epson Soware Updater niet gebruiken. Download de
meest recente toepassingen van de website van Epson.
Document Capture Pro kan niet worden geïnstalleerd met Epson Soware Updater. Installeer de soware via
onderstaande website.
http://support.epson.net/ (buiten Europa)
http://assets.epson-europe.com/gb/en/document_capture_pro/index.html (Europa)
Gerelateerde informatie
& “Hulpprogramma's voor soware-updates (Soware Updater)” op pagina 182
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
183
Toepassingen verwijderen
Meld u aan op uw computer als beheerder. Voer het beheerderswachtwoord in als u hierom wordt gevraagd.
Toepassingen verwijderen — Windows
1.
Druk op de knop
P
om de printer uit te zetten.
2.
Sluit alle actieve toepassingen.
3. Conguratiescherm openen:
Windows 10/Windows Server 2016
Rechtsklik op de knop Start en selecteer Conguratiescherm.
Windows 8.1/Windows 8/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012
Selecteer Bureaublad > Instellingen > Conguratiescherm.
Windows 7/Windows Vista/Windows XP/Windows Server 2008 R2/Windows Server 2008/Windows Server
2003 R2/Windows Server 2003
Klik op de startknop en selecteer Conguratiescherm.
4. Open Een programma verwijderen (of Programma's installeren of verwijderen):
Windows 10/Windows 8.1/Windows 8/Windows 7/Windows Vista/Windows Server 2016/Windows Server
2012 R2/Windows Server 2012/Windows Server 2008 R2/Windows Server 2008
Selecteer Een programma verwijderen in Programma's.
Windows XP/Windows Server 2003 R2/Windows Server 2003
Klik op Programma's installeren of verwijderen.
5. Selecteer de
soware
die u wilt verwijderen.
U kunt het printerstuurprogramma niet verwijderen als er afdruktaken actief zijn. Verwijder de taken of wacht
tot deze zijn afgedrukt voordat u het printerstuurprogramma verwijdert.
6.
De toepassingen verwijderen:
Windows 10/Windows 8.1/Windows 8/Windows 7/Windows Vista/Windows Server 2016/Windows Server
2012 R2/Windows Server 2012/Windows Server 2008 R2/Windows Server 2008
Klik op Ver w ij deren /w ijzig en of Ver w ij de ren .
Windows XP/Windows Server 2003 R2/Windows Server 2003
Klik op Wijzigen/Verwijderen of Ver wijd eren.
Opmerking:
Als het venster Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven, klikt u op Doorgaan.
7.
Volg de instructies op het scherm.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
184
Toepassingen verwijderen — Mac OS
1. Download de Uninstaller met EPSON Soware Updater.
Als u de Uninstaller hebt gedownload,
hoe
u deze niet telkens opnieuw te downloaden wanneer u de
toepassing verwijdert.
2. Druk op de knop
P
om de printer uit te zetten.
3. Als u het printerstuurprogramma of het PC-FAX-stuurprogramma wilt verwijderen, selecteert u
Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en
faxen) en verwijdert u de printer uit de lijst met ingeschakelde printers.
4. Sluit alle actieve toepassingen.
5. Selecteer Start > Toepassingen > Epson Soware > Uninstaller.
6. Selecteer de toepassing die u wilt verwijderen en klik vervolgens op Maak installatie ongedaan.
c
Belangrijk:
De Uninstaller verwijdert alle Epson-inktjetprinterstuurprogramma's van de computer.Als u meerdere Epson
inktjetprinters gebruikt en u enkel bepaalde stuurprogramma's wilt verwijderen, verwijder ze dan eerst
allemaal en installeer dan enkel de vereiste stuurprogramma's.
Opmerking:
Als u de toepassing die u wilt verwijderen niet kunt vinden in de lijst, kunt u deze niet verwijderen met de
Uninstaller.Selecteer in dat geval Start > Toepassingen > Epson Soware, kies de toepassing die wilt verwijderen en
sleep deze vervolgens naar het prullenmandpictogram.
Afdrukken via een netwerkservice
Dankzij Epson Connect (beschikbaar via het internet) kunt u via uw smartphone, tablet, pc of laptop, altijd en
praktisch overal afdrukken.Als u deze service wilt gebruiken, moet u de gebruiker en de printer registeren in Epson
Connect.
De functies die via het internet beschikbaar zijn, zijn als volgt.
Email Print
Wanneer u een e-mail met bijlagen, bijvoorbeeld documenten of
aeeldingen,
verzendt naar een e-mailadres
dat is toegewezen aan de printer, kunt u de betreende e-mail en de bijlagen afdrukken op een externe locatie,
zoals uw printer thuis of op kantoor.
Epson iPrint
Deze toepassing is voor iOS en Android en maakt het mogelijk af te drukken of te scannen vanaf een
smartphone of tablet.U kunt documenten, aeeldingen en websites afdrukken door deze rechtstreeks te
verzenden naar een printer in hetzelfde draadloze LAN.
Scan to Cloud
Met deze toepassing kunt u de gescande gegevens die u wilt afdrukken verzenden naar een andere printer.U
kunt de gescande gegevens tevens uploaden naar beschikbare Cloud-services.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
185
Remote Print Driver
Dit is een gedeeld stuurprogramma dat wordt ondersteund door Remote Print Driver.Wanneer u afdrukt op een
printer op een externe locatie, kunt u afdrukken in het normale venster van de toepassing een andere printer te
selecteren.
Raadpleeg de webportal van Epson Connect voor meer informatie.
https://www.epsonconnect.com/
http://www.epsonconnect.eu (alleen Europa)
Gerelateerde informatie
& “Epson iPrint gebruiken” op pagina 90
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
186
Problemen oplossen
De printerstatus controleren
Berichten op het display bekijken
Als er een foutmelding op het display wordt weergegeven, volgt u de instructies op het scherm of de onderstaande
oplossingen om het probleem op te lossen.
Foutmeldingen Oplossingen
Printerfout. Schakel de printer uit en weer in. Zie
de documentatie voor details.
Verwijder al het papier of beschermingsmateriaal uit de printer en de
papiercassette. Als de foutmelding nog steeds verschijnt na het uit-
en opnieuw inschakelen, neemt u contact op met de klantendienst
van Epson.
Wanneer de volgende foutcodes worden weergegeven, controleert u
in elke papierbron het maximumaantal vellen dat kan worden
geladen.
000181, 000184
Printerfout. Raadpleeg uw documentatie voor
details. Er zijn niet-afdrukfuncties beschikbaar.
De printer is mogelijk beschadigd. Neem contact op met de Epson-
ondersteuning of een erkende Epson-serviceprovider om een reparatie
aan te vragen. Niet-afdrukgerelateerde functies, zoals scannen, zijn
beschikbaar.
Printerfout. Raadpleeg de documentatie voor
details.
De printer is mogelijk beschadigd. Neem contact op met de Epson-
ondersteuning of een erkende Epson-serviceprovider om een reparatie
aan te vragen.
Papier op in XX. Laad papier. Papierformaat: XX/
Papiertype: XX
Laad papier en voer vervolgens de papiercassette volledig in.
Er zijn teveel papiercassette-eh. geïnstall.
Schakel de voeding uit en installeer de extra
eenheden. Raadpleeg uw documentatie voor
details.
U kunt tot maximaal één optionele papiercassette installeren. Voor
andere optionele papiercassettes, verwijdert u ze eerst door de
installatiestappen in omgekeerde volgorde uit te voeren.
Niet-ondersteunde Papiercassette-eenheden
geïnstalleerd. Schakel voeding uit verwijder.
Raadpleeg uw documentatie voor details.
Er zijn niet-ondersteunde, optionele papiercassette-eenheden
geplaatst. Verwijder deze door de stappen voor installatie in
omgekeerde volgorde uit te voeren.
Kan niet afdrukken omdat XX defect is. U kunt
afdrukken vanaf een andere cassette.
Schakel de stroomtoevoer uit en weer in en plaats de papiercassette
opnieuw. Als de foutmelding nog steeds zichtbaar is, neem dan contact
op met de Epson-ondersteuning of een erkende Epson-serviceprovider
om een reparatie aan te vragen.
U moet Inkttoevoereenheid vervangen. Voor een optimale afdrukkwaliteit en bescherming van de printkop blijft
een variabele inktreserve in het patroon achter op het moment waarop
de printer aangeeft dat u de inkttoevoereenheid moet vervangen.
Vervang twee nieuwe inkttoevoereenheden.
Autom. weerg. papierinstelling is ingesteld op
Uit. Sommige functies zijn wellicht niet
beschikbaar. Zie uw documentatie voor details.
Als Autom. weerg. papierinstelling is uitgeschakeld, kunt u AirPrint
niet gebruiken.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
187
Foutmeldingen Oplossingen
Geen kiestoon gedetecteerd.
Dit probleem kan mogelijk worden opgelost door selectie van Instel. >
Algemene instellingen > Faxinstellingen > Basisinstellingen >
Lijntype en dan PBX. Als uw telefoonsysteem een externe
toegangscode vereist voor een buitenlijn, stelt u de toegangscode in
nadat u PBX hebt geselecteerd. Gebruik een hekje (#) in plaats van de
werkelijke toegangscode wanneer u een extern faxnummer invoert.
Hierdoor wordt de verbinding betrouwbaarder.
Als de foutmelding nog steeds wordt weergegeven, schakelt u de
Kiestoondetectie uit. N.B. Als u deze functie uitschakelt, wordt het
eerste cijfer van het faxnummer mogelijk overgeslagen waardoor het
bericht naar een foutief nummer wordt verzonden.
Kan geen faxen ontvangen omdat de
faxgegevenscapaciteit vol is. Druk op Job/Status
onderaan op het Startscherm voor details.
Ontvangen faxen kunnen worden opgestapeld zonder dat ze worden
verwerkt, als gevolg van de volgende redenen.
Kan niet afdrukken omdat er een printerfout is opgetreden.
Los de printerfout op. Om de details en oplossingen voor de fout te
controleren, drukt u op de knop
en selecteert u vervolgens
Printerstatus.
Kan niet opslaan op computer of geheugenapparaat.
Om te controleren of ontvangen faxen al dan niet zijn opgeslagen,
drukt u op de knop
en selecteert u vervolgens Taakstatus. Om
ontvangen faxen op te slaan, schakelt u de computer in of verbindt u
een geheugenapparaat met de printer.
Combinatie van IP-adres en subnetmasker is
ongeldig. Raadpleeg uw documentatie voor
meer details.
Neem contact op met uw printerbeheerder.
Werk rootcerticaat bij om cloudservices te
gebruiken.
Neem contact op met uw printerbeheerder.
Controleer of de poortinstellingen van Printer
(zoals IP-adres) of het printerstuurprogramma
correct is via Computer.
Zorg ervoor dat de printerpoort goed is geselecteerd in Eigenschappen
> Poort in het menu Printer. Dit gaat als volgt.
Selecteer "USBXXX" voor een USB-verbinding of "EpsonNet Print Port"
voor een netwerkverbinding.
Controleer via de computer of de
poortinstellingen of het printerstuurprogramma
correct zijn. Raadpleeg uw documentatie voor
details.
Recovery Mode Neem contact op met uw printerbeheerder.
Gerelateerde informatie
& “Contact opnemen met de klantenservice van Epson” op pagina 247
& “Hulpprogramma's voor soware-updates (Soware Updater)” op pagina 182
& “De meest recente toepassingen installeren” op pagina 182
Foutcode in het statusmenu
Als een taak niet succesvol voltooid is, controleer dan de foutcode in de geschiedenis van elke taak. U kunt de
foutcode weergeven d.m.v. de toets
en dan Taakstatus te selecteren. Raadpleeg de volgende tabel om het
probleem en de oplossing te zoeken.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
188
Code Probleem Oplossing
001 Product werd uitgeschakeld door een stroomstoring. -
106 Kan niet afdrukken via de computer omwille van
toegangsbeveiliging.
Neem contact op met uw printerbeheerder.
107 Mislukte gebruikersvericatie. De taak is
geannuleerd.
Zorg ervoor dat de gebruikersnaam en
wachtwoord correct zijn.
Selecteer Instel. > Algemene instellingen >
Systeembeheer > Veiligheidsinstel. >
Toegangsbeheer. Schakel de functiebeperking in
en laat de taak vervolgens toe zonder
authenticatie-informatie.
108 Vertrouwelijke taakgegevens zijn verwijderd terwijl
de product uitgeschakeld was.
-
109 Het ontvangen faxbericht was al verwijderd. -
110 De taak werd eenzijdig afgedrukt omdat het geladen
papier niet geschikt is voor dubbelzijdig afdrukken.
Als u dubbelzijdig wenst af te drukken, laad dan
papier dat daar geschikt voor is.
201 Het geheugen is vol. Druk de ontvangen faxberichten af vanuit
Taakstatus in Job/Status.
Verwijder ontvangen faxberichten uit het Postvak
IN via Taakstatus in het Job/Status.
Als u een monochroom faxbericht naar een
enkele bestemming zendt, kunt u dat doen d.m.v.
Direct Send.
Verdeel uw originele in twee of meer delen en
verzend ze dan.
202 De lijn werd verbroken door de machine van de
ontvanger.
Wacht even en probeer het dan nogmaals.
203 Kan geen kiestoon detecteren. Zorg ervoor dat de telefoonkabel correct
verbonden is en dat de telefoonlijn werkt.
Als de printer aangesloten is op de PBX of de
terminaladapter, wijzig dan de instelling Lijntype
naar PBX.
Selecteer Instel. > Algemene instellingen >
Faxinstellingen > Basisinstellingen >
Kiestoondetectie en schakel vervolgens de
kiestooninstelling uit.
204 De machine van de ontvanger is bezet. Wacht even en probeer het dan nogmaals.
205 De machine van de ontvanger antwoordt niet. Wacht even en probeer het dan nogmaals.
206 De telefoonkabel is niet goed aangesloten op de
LINE en EXT. poorten van de printer.
Controleer de aansluiting van de LINE poort en de
EXT. poort aan de achterzijde van de printer.
207 De printer is niet verbonden met de telefoonlijn. Sluit de telefoonkabel aan op een
telefoonaansluiting.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
189
Code Probleem Oplossing
208 Het faxbericht kon niet naar bepaalde ontvangers
verzonden worden.
Druk een Faxlogboek of Laatste overdracht-
rapport af voor vorige faxen via Faxverslag in het
Faxmenu om de foutieve bestemmingen te
controleren. Als de instelling Foutgeg.opslaan
geactiveerd is, kunt u een faxbericht opnieuw
verzenden via Taakstatus in het Job/Status.
301 Er is niet voldoende opslagruimte beschikbaar om de
gegevens op het geheugenapparaat op te slaan.
Verhoog de opslagruimte van het
geheugenapparaat.
Reduceer het aantal documenten.
Verlaag de scanresolutie of verhoog de
compressieverhouding om de grootte van het
gescande beeld te reduceren.
302 Het geheugenapparaat is beveiligd tegen schrijven. Schakel de beveiliging uit.
303 Er is geen map gecreëerd om de gescande
afbeelding op te slaan.
Voer een ander geheugenapparaat in.
304 Het geheugenapparaat is verwijderd. Voer het geheugenapparaat opnieuw in.
305 Er is een fout opgetreden bij het opslaan van de
gegevens.
Als het externe apparaat wordt gebruikt vanaf een
computer, wacht u even en probeert u het opnieuw.
306 Het geheugen is vol. Wacht tot andere actieve taken voltooid zijn.
311 Er is een DNS fout opgetreden.
Selecteer Instel. > Algemene instellingen >
Netwerkinstellingen > Geavanceerd > TCP/IP
en controleer vervolgens de DNS-instellingen.
Controleer de DNS instellingen van de server, de
computer en het toegangspunt.
312 Er is een authenticatiefout opgetreden.
Selecteer Instel. > Algemene instellingen >
Netwerkinstellingen > Geavanceerd > E-
mailserver > Serverinstellingen en controleer
vervolgens de serverinstellingen.
313 Er is een communicatiefout opgetreden. Druk een netwerkverbindingsrapport af om te
controleren of de printer is verbonden met het
netwerk.
Selecteer Instel. > Algemene instellingen >
Netwerkinstellingen > Geavanceerd > E-
mailserver > Serverinstellingen om de
instellingen van de e-mailserver te controleren. U
kunt de oorzaak van de fout controleren door de
verbindingscontrole uit te voeren.
De authenticatiemethode van de instellingen en
de e-mailserver komt mogelijk niet overeen. Bij
het selecteren van Uit als authenticatiemethode,
moet u ervoor zorgen dat de
authenticatiemethode van de e-mailserver is
ingesteld op Geen.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
190
Code Probleem Oplossing
314 De bijlage is groter dan de maximaal toegelaten
grootte voor bijlagen.
Verhoog de instelling Max. grootte bijlage in de
scaninstellingen.
Verlaag de scanresolutie of verhoog de
compressieverhouding om de grootte van het
gescande beeld te reduceren.
315 Het geheugen is vol. Probeer het opnieuw nadat andere actieve taken
voltooid zijn.
321 Er is een DNS fout opgetreden.
Selecteer Instel. > Algemene instellingen >
Netwerkinstellingen > Geavanceerd > TCP/IP
en controleer vervolgens de DNS-instellingen.
Controleer de DNS instellingen van de server, de
computer en het toegangspunt.
322 Er is een authenticatiefout opgetreden.
Controleer de instellingen van Locatie.
323 Er is een communicatiefout opgetreden.
Controleer de instellingen van Locatie.
Druk een netwerkverbindingsrapport af om te
controleren of de printer is verbonden met het
netwerk.
324 In de opgegeven map bestaat al een bestand met
dezelfde naam.
Verwijder het bestand met dezelfde naam.
Wijzig de bestandsnaamprex bij
Bestandsinstellingen.
325
326
Er is niet voldoende opslagruimte in de opgegeven
map.
Verhoog de opslagruimte in de opgegeven map.
Reduceer het aantal documenten.
Verlaag de scanresolutie of verhoog de
compressieverhouding om de grootte van het
gescande beeld te reduceren.
327 Het geheugen is vol. Wacht tot andere actieve taken voltooid zijn.
328 De bestemming was fout of ze bestaat niet.
Controleer de instellingen van Locatie.
331 Er is een communicatiefout opgetreden. Druk een netwerkverbindingsrapport af om te
controleren of de printer is verbonden met het
netwerk.
332 Er is niet voldoende opslagruimte beschikbaar om de
gescande afbeelding op de doellocatie op te slaan.
Reduceer het aantal documenten.
333 De bestemming werd niet gevonden omdat de
informatie naar de server verzonden werd voordat de
gescande afbeelding verzonden werd.
Selecteer de bestemming opnieuw.
334 Er is een fout opgetreden tijdens het verzenden van
de gescande afbeelding.
-
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
191
Code Probleem Oplossing
341 Er is een communicatiefout opgetreden. Controleer de aansluitingen van de printer en de
computer. Als u verbinding maakt via een
netwerk, drukt u een netwerkverbindingsrapport
af om te controleren of de printer is verbonden
met het netwerk.
Zorg ervoor dat Document Capture Pro op de
computer geïnstalleerd is.
Neem contact op met de printerbeheerder als het
probleem niet kan worden opgelost.
401 Er is niet voldoende opslagruimte beschikbaar om de
gegevens op het geheugenapparaat op te slaan.
Verhoog de opslagruimte van het
geheugenapparaat.
402 Het geheugenapparaat is beveiligd tegen schrijven. Schakel de beveiliging uit.
404 Het geheugenapparaat is verwijderd. Voer het geheugenapparaat opnieuw in.
405 Er is een fout opgetreden bij het opslaan van de
gegevens.
Voer het geheugenapparaat opnieuw in.
Gebruik een ander geheugenapparaat waarop u
een map hebt gemaakt met de functie Map voor
opslag maken.
411 Er is een DNS fout opgetreden.
Selecteer Instel. > Algemene instellingen >
Netwerkinstellingen > Geavanceerd > TCP/IP
en controleer vervolgens de DNS-instellingen.
Controleer de DNS instellingen van de server, de
computer en het toegangspunt.
Neem contact op met de printerbeheerder als het
probleem niet kan worden opgelost.
412 Er is een authenticatiefout opgetreden.
Selecteer Instel. > Algemene instellingen >
Netwerkinstellingen > Geavanceerd > E-
mailserver > Serverinstellingen en controleer
vervolgens de serverinstellingen.
Neem contact op met de printerbeheerder als het
probleem niet kan worden opgelost.
413 Er is een communicatiefout opgetreden.
Selecteer Instel. > Algemene instellingen >
Netwerkinstellingen > Geavanceerd > E-
mailserver > Serverinstellingen om de
instellingen van de e-mailserver te controleren. U
kunt de oorzaak van de fout controleren door de
verbindingscontrole uit te voeren.
De authenticatiemethode van de instellingen en
de e-mailserver komt mogelijk niet overeen. Bij
het selecteren van Uit als authenticatiemethode,
moet u ervoor zorgen dat de
authenticatiemethode van de e-mailserver is
ingesteld op Geen.
Druk een netwerkverbindingsrapport af om te
controleren of de printer is verbonden met het
netwerk.
Neem contact op met de printerbeheerder als het
probleem niet kan worden opgelost.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
192
Code Probleem Oplossing
421 Er is een DNS fout opgetreden.
Selecteer Instel. > Algemene instellingen >
Netwerkinstellingen > Geavanceerd > TCP/IP
en controleer vervolgens de DNS-instellingen.
Controleer de DNS instellingen van de server, de
computer en het toegangspunt.
Neem contact op met de printerbeheerder als het
probleem niet kan worden opgelost.
422 Er is een authenticatiefout opgetreden.
Selecteer Instel. > Algemene instellingen >
Faxinstellingen > Ontvangstinstellingen >
Instellingen opsl./doorsturen en controleer
vervolgens de instellingen van de map die u hebt
geselecteerd in Bestemming.
423 Er is een communicatiefout opgetreden. Druk een netwerkverbindingsrapport af om te
controleren of de printer is verbonden met het
netwerk.
Selecteer Instel. > Algemene instellingen >
Faxinstellingen > Ontvangstinstellingen >
Instellingen opsl./doorsturen en controleer
vervolgens de instellingen van de map die u hebt
geselecteerd in Bestemming.
Neem contact op met de printerbeheerder als het
probleem niet kan worden opgelost.
425 Er is niet voldoende opslagruimte in de opgegeven
doelmap.
Verhoog de opslagruime in de opgegeven doelmap.
428 De bestemming was fout of ze bestaat niet.
Selecteer Instel. > Algemene instellingen >
Faxinstellingen > Ontvangstinstellingen >
Instellingen opsl./doorsturen en controleer
vervolgens de instellingen van de map die u hebt
geselecteerd in Bestemming.
Gerelateerde informatie
& Netwerkinstellingen” op pagina 54
& “Afdrukken via een netwerkservice” op pagina 185
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 26
& “Kan geen gescande aeeldingen opslaan naar de gedeelde map” op pagina 216
De printerstatus controleren – Windows
1. Open het venster van de printerdriver.
2. Klik op EPSON Status Monitor 3 in het tabblad Hulpprogramma's en selecteer daar Details.
U kunt de printerstatus, het inktpeil en de foutstatus controleren.
Opmerking:
Als EPSON Status Monitor 3 is uitgeschakeld, klikt u op Extra instellingen op het tabblad Hulpprogramma's en
selecteert u EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
193
Gerelateerde informatie
& “Het printerstuurprogramma openen” op pagina 60
De printerstatus controleren — Mac OS
1. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
2. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
3. Klik op EPSON Status Monitor.
U kunt de printerstatus, het inktpeil en de foutstatus controleren.
De softwarestatus controleren
U kunt het probleem mogelijk oplossen door de soware bij te werken naar de nieuwste versie. Gebruik het
hulpprogramma voor soware-updates om de sowarestatus te controleren.
Gerelateerde informatie
& “Hulpprogramma's voor soware-updates (Soware Updater)” op pagina 182
& “De meest recente toepassingen installeren” op pagina 182
Vastgelopen papier verwijderen
Volg de instructies op het bedieningspaneel van de printer om te zien waar het papier is vastgelopen en dit te
verwijderen, inclusief afgescheurde stukjes. Op het lcd-scherm wordt een animatie weergegeven waarin u ziet hoe
u vastgelopen papier verwijdert.
!
Let op:
Raak nooit de knoppen van het bedieningspaneel aan als u met uw hand in de printer zit. Als de printer begint te
werken, kunt u zich verwonden. Raak de uitstekende delen niet aan om verwondingen te voorkomen.
c
Belangrijk:
Verwijder voorzichtig het vastgelopen papier. Het papier krachtdadig verwijderen kan de printer beschadigen.
Papier wordt niet goed ingevoerd
Controleer de volgende punten en voer de toepasselijke acties uit om het probleem op te lossen.
Plaats de printer op een vlakke ondergrond en gebruik deze in de aanbevolen omgevingsomstandigheden.
Gebruik papier dat door deze printer wordt ondersteund.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
194
Volg de voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking.
Laad niet meer dan het maximale aantal pagina's voor het
specieke
papiertype. Let er bij gewoon papier op dat
het niet boven de streep die is aangegeven door het
-symbool op de zijgeleider komt. Let er bij dik papier
zoals fotopapier op dat het niet boven de streep komt die is aangegeven door het
-symbool op de
zijgeleider.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat en -type overeenkomen met het werkelijke papierformaat
en -type dat in de printer is geladen.
Als regelmatig een papierstoring optreedt, voert u het papier in vanuit een andere papierbron.
Gerelateerde informatie
& “Omgevingsspecicaties” op pagina 236
& Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 30
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 26
& “Lijst met papiertypen” op pagina 37
Papier loopt vast
Laad het papier in de juiste richting en schuif de zijgeleiders tegen de randen van het papier aan.
Laad één blad papier per keer wanneer u meerdere bladen laadt.
Gerelateerde informatie
& “Vastgelopen papier verwijderen” op pagina 194
& “Papier in de Papiercassette laden” op pagina 31
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 33
Papier wordt schuin ingevoerd
Laad het papier in de juiste richting en schuif de zijgeleiders tegen de randen van het papier aan.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette laden” op pagina 31
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 33
Er worden meerdere vellen papier tegelijk uitgevoerd
Wanneer er verschillende bladen tegelijk worden ingevoerd tijdens handmatig dubbelzijdig afdrukken, haalt u al
het papier uit de printer voordat u het opnieuw laadt.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
195
Papier wordt niet doorgevoerd vanuit de optionele papiercassette-
eenheid
Als u een optionele papiercassette-eenheid hebt toegevoegd, moeten er instellingen in het printerstuurprogramma
gecongureerd worden.
Gerelateerde informatie
& “De optionele papiercassette congureren in het printerstuurprogramma — Windows” op pagina 239
& “De optionele papiercassette in de printerdriver congureren — Mac OS” op pagina 239
Foutmelding papier op verschijnt
Als er een foutmelding over lege papierladen optreedt, hoewel er papier in de papiertoevoer achter is geladen, laadt
u het papier dan opnieuw in het midden van de papiertoevoer achter.
Origineel wordt niet in ADF ingevoerd
Gebruik originelen die door de ADF worden ondersteund.
Laad de originelen in de juiste richting en schuif de ADF-zijgeleiders tegen de randen van het papier aan.
Maak de binnenzijde van de ADF schoon.
Laad de originelen niet tot boven de streep met het driehoekje op de ADF.
Controleer of het ADF-pictogram onder aan het scherm wordt weergegeven. Plaats de originelen opnieuw
als dit uit is.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
196
Gerelateerde informatie
& “Beschikbare originelen voor de ADF” op pagina 38
& “Originelen op de ADF plaatsen” op pagina 38
& “De automatische documentinvoer (ADF) schoonmaken” op pagina 173
Problemen met stroomtoevoer en bedieningspaneel
De stroom wordt niet ingeschakeld
Controleer of het netsnoer goed in het stopcontact zit.
Houd de knop
P
iets langer ingedrukt.
De stroom wordt niet uitgeschakeld
Houd de knop
P
iets langer ingedrukt. Als de printer ook hiermee niet uitgaat, haalt u de stekker uit het
stopcontact. Zet de printer weer aan en zet deze vervolgens uit door op de knop
P
te drukken om te voorkomen
dat de printkop uitdroogt.
Stroom schakelt automatisch uit
Selecteer Instel. > Algemene instellingen > Basisinstellingen > Uitschakelinst. en schakel vervolgens de
instellingen Uitschakelen indien inactief en Uitschakelen indien losgekoppeld uit.
Selecteer Instel. > Algemene instellingen > Basisinstellingen en schakel vervolgens de instelling
Uitschakelingstimer uit.
Opmerking:
Uw product
hee
mogelijk de functie Uitschakelinst. of Uitschakelingstimer,
aankelijk
van de plaats van aankoop.
Het display wordt donker
De printer staat in slaapstand. Druk op een willekeurige plek op het lcd-scherm om terug te keren naar de eerdere
status.
Het touchscreen reageert niet
Als u een beschermingsvel op het optische touchscreen plakt, reageert het scherm mogelijk niet.
Schakel de printer uit en veeg het scherm af met een zachte, droge doek. Als zich op het scherm vlekken
bevinden, reageert dit mogelijk niet.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
197
Kan niet bedienen via het bedieningspaneel
Als de functiebeperking ingeschakeld is, zijn een gebruikers-ID en wachtwoord vereist om documenten af te
drukken. Als u het wachtwoord niet kent, neem dan contact op met uw printerbeheerder.
Kan niet afdrukken vanaf een computer
De verbinding controleren (USB)
Sluit de USB-kabel goed aan tussen de printer en de computer.
Als u een USB-hub gebruikt, sluit u de printer direct op de computer aan.
Als de USB-kabel niet wordt herkend, gebruikt u een andere poort of een andere USB-kabel.
Probeer het volgende als de printer niet kan afdrukken via een USB-verbinding.
Koppel de USB-kabel los van de computer.Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram op de
computer en selecteer Apparaat verwijderen.Sluit vervolgens de USB-kabel aan op de computer en druk een
testpagina af.
Stel de USB-verbinding opnieuw in aan de hand van de stappen in deze handleiding voor het wijzigen van de
verbindingsmethode met een computer.Zie de koppeling met gerelateerde informatie hieronder voor meer
informatie.
De verbinding controleren (netwerk)
Selecteer Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Controle van netwerkverbinding en druk
vervolgens het netwerkverbindingsrapport af. Als uit het rapport blijkt dat er geen netwerkverbinding is,
controleert u het netwerkverbindingsrapport en neemt u vervolgens contact op met de printerbeheerder.
Neem contact op met de printerbeheerder als het probleem niet kan worden opgelost.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
198
De software en gegevens controleren
Controleer of een origineel Epson-printerstuurprogramma is geïnstalleerd.Als er geen origineel Epson-
printerstuurprogramma is geïnstalleerd, zijn de functies beperkt.Het wordt aanbevolen een origineel Epson-
printerstuurprogramma te gebruiken.Zie de koppeling met gerelateerde informatie hieronder voor meer
informatie.
Als u een aeelding afdrukt die uit een grote hoeveelheid gegevens bestaat, kan de computer een tekort aan
geheugen ondervinden.Druk de
aeelding
af op een lagere resolutie of een kleiner formaat.
Gerelateerde informatie
&
“Controleren op originele Epson-printerstuurprogramma's” op pagina 199
Controleren op originele Epson-printerstuurprogramma's
Via een van de volgende methoden kunt u controleren of op de computer een origineel Epson-
printerstuurprogramma is geïnstalleerd.
Windows
Selecteer Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven (Printers, Printers en faxapparaten) en doe
het volgende om het venster voor printservereigenschappen te openen.
Windows 10/Windows 8.1/Windows 8/Windows 7/Windows Server 2016/Windows Server 2012 R2/Windows
Server 2012/Windows Server 2008 R2
Klik op het printerpictogram en klik vervolgens op Printservereigenschappen bovenaan het venster.
Windows Vista/Windows Server 2008
Klik met de rechtermuisknop op de map Printers en selecteer vervolgens Als administrator uitvoeren >
Servereigenschappen.
Windows XP/Windows Server 2003 R2/Windows Server 2003
Selecteer in het menu Bestand de optie Servereigenschappen.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
199
Klik op het tabblad Stuurprogramma.Als de naam van uw printer in de lijst wordt weergegeven, is een origineel
Epson-printerstuurprogramma op de computer geïnstalleerd.
Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en
faxen) en selecteer vervolgens de printer.Klik op Opties en toebehoren, en als het tabblad Opties en het tabblad
Hulpprogramma worden weergegeven, is er een origineel Epson-printerstuurprogramma op de computer
geïnstalleerd.
Gerelateerde informatie
& “De meest recente toepassingen installeren” op pagina 182
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
200
De printerstatus controleren vanaf de computer (Windows)
Klik op Wac htr ij op het tabblad Hulpprogramma's van het printerstuurprogramma, en controleer het volgende.
Controleer of er gepauzeerde afdruktaken zijn.
Als overbodige gegevens achterblijven, selecteert u Alle documenten annuleren in het menu Printer.
Zorg ervoor dat de printer niet oine of in wachtstand staat.
Als de printer oine is of in wachtstand staat, schakel de relevante instelling dan uit via het menu Printer.
Zorg ervoor dat de printer is geselecteerd als standaardprinter via het menu Printer (er moet een vinkje op het
item staan).
Als de printer niet als standaardprinter is geselecteerd, stelt u deze in als de standaardprinter.Als zich meerdere
pictogrammen bevinden in Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven (Printers, Printers en
faxapparaten), raadpleegt u het volgende gedeelte om het pictogram te selecteren.
Voorbe el d)
USB-verbinding: EPSON XXXX-serie
Netwerkverbinding: EPSON XXXX-serie (netwerk)
Als u het printerstuurprogramma. meerdere keren hebt geïnstalleerd, worden er mogelijk kopieën gemaakt van
het printerstuurprogramma.Als er kopieën zijn gemaakt, bijvoorbeeld met de naam "EPSON XXXX Series
(kopie 1)", klikt u met de rechtermuisknop op het gekopieerde stuurprogrammapictogram en klikt u op
Apparaat verwijderen.
Zorg ervoor dat de printerpoort goed is geselecteerd in Eigenschappen > Poort in het menu Printer. Dit gaat
als volgt.
Selecteer "USBXXX" voor een USB-verbinding of "EpsonNet Print Port" voor een netwerkverbinding.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
201
De printerstatus controleren vanaf de computer (Mac OS)
De printer drukt mogelijk niet af omdat de functiebeperking ingeschakeld is. Neem contact op met uw
printerbeheerder.
Zorg ervoor dat de printerstatus niet Pauze is.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken
en faxen), en dubbelklik dan op de printer. Als de printer gepauzeerd is, klikt u op Hervatten (of Printer
hervatten).
Kan niet afdrukken vanaf een iPhone of iPad
Verbind de iPhone of iPad met hetzelfde netwerk (SSID) als de printer.
Schakel Autom. weerg. papierinstelling in de volgende menu's in.
Instel. > Algemene instellingen > Printerinstellingen > Instellingen papierbron > Autom. weerg.
papierinstelling
Schakel de instelling AirPrint in Web Cong in.
Gerelateerde informatie
& Toepassing voor het
congureren
van printerbewerkingen (Web
Cong
)” op pagina 177
Afdrukproblemen
De afdrukkwaliteit aanpassen
Pas de afdrukkwaliteit aan wanneer de afdruk niet-uitgelijnde verticale lijnen, wazige aeeldingen of horizontale
strepen vertoont.
1. Laad gewoon A4-papier in de papiercassette 1.
2. Selecteer Instel. op het startscherm.
3. Selecteer Onderhoud > Aanpassing afdrukkwaliteit.
4. Volg de instructies op het scherm om de printer te controleren om de afdrukkwaliteit te verbeteren.
Als een bericht wordt weergegeven waarin u wordt geadviseerd de printkop te reinigen, voert u
printkopreiniging uit.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
202
5. Volg de instructies op het scherm om de uitlijningspatronen voor de printkopuitlijning af te drukken en lijn
vervolgens de printkop uit.
Met dit patroon kunt u uitlijning uitvoeren als uw afdrukken wazig zijn.
Zoek en selecteer het nummer voor het meest solide patroon in elke groep.
Met dit patroon kunt u uitlijning uitvoeren als verticale lijnen onjuist lijken te zijn uitgelijnd.
Zoek het nummer voor het patroon dat de minste verkeerde uitgelijnde verticale lijn
hee
en selecteer dit.
Met dit patroon kunt u uitlijning uitvoeren als u op regelmatige afstanden horizontale strepen waarneemt.
Zoek en selecteer het cijfer met de minste scheidingen en overlappingen.
Gerelateerde informatie
&
“Papier in de Papiercassette laden” op pagina 31
De afdruk is gekrast of er ontbreken kleuren
Als u de printer langere tijd niet hebt gebruikt, kunnen de spuitkanaaltjes van de printkop verstopt raken en
worden inktdruppels mogelijk niet doorgelaten. Voer een spuitstukcontrole uit en reinig dan de printkop als er
spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zitten.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
203
Gerelateerde informatie
& De printkop controleren en reinigen” op pagina 170
Er verschijnen strepen of onverwachte kleuren
De spuitkanaaltjes van de printkop zijn mogelijk verstopt. Voer een spuitkanaaltjescontrole uit om na te gaan of de
printkoppen verstopt zijn. Reinig de printkop als er spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zijn.
Gerelateerde informatie
& De printkop controleren en reinigen” op pagina 170
Gekleurde streepvorming zichtbaar met een tussenafstand van
ongeveer 3.3 cm
Selecteer de geschikte papiertype-instelling voor het papiertype dat in de printer is geladen.
Lijn de printkop uit met gebruik van de functie Aanpassing afdrukkwaliteit.
Wanneer u afdrukt op gewoon papier, drukt u af met een hogere kwaliteitsinstelling.
Gerelateerde informatie
& “Lijst met papiertypen” op pagina 37
& “De afdrukkwaliteit aanpassen” op pagina 202
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
204
Onscherpe afdrukken, verticale strepen of verkeerde uitlijning
Lijn de printkop uit met gebruik van de functie Aanpassing afdrukkwaliteit.
Gerelateerde informatie
&
“De afdrukkwaliteit aanpassen” op pagina 202
De afdrukkwaliteit is niet verbeterd na uitlijning van de printkop
Bidirectioneel (of snel) afdrukken wil zeggen dat de printkop in beide richtingen afdrukt. Verticale lijnen worden
mogelijk niet goed uitgelijnd.Als de afdrukkwaliteit niet toeneemt, schakel dan het bidirectioneel afdrukken (of
afdrukken op hoge snelheid) uit.Wanneer u deze instelling uitschakelt, kan de afdruksnelheid dalen.
Bedieningspaneel
Schakel Bidirectioneel uit in Instel. > Algemene instellingen > Printerinstellingen.
Wi n d o w s
Hef de selectie op van Hoge snelheid op het tabblad Meer opties van het printerstuurprogramma.
Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken
en faxen) en selecteer vervolgens de printer.Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma).Selecteer Uit voor Afdrukken met hoge snelheid.
Gerelateerde informatie
& “Menuopties voor Geheugenapp” op pagina 88
Afdrukkwaliteit is slecht
Controleer het volgende als de afdrukkwaliteit slecht is vanwege wazige afdrukken, zichtbare strepen, ontbrekende
kleuren, vervaagde kleuren en verkeerde uitlijning op de afdrukken.
De printer controleren
Gebruik de functie Aanpassing afdrukkwaliteit.
Voer een spuitstukcontrole uit en reinig dan de printkop als er spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zitten.
Lijn de printkop uit.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
205
Het papier controleren
Gebruik papier dat door deze printer wordt ondersteund.
Niet afdrukken op papier dat vochtig, beschadigd of te oud is.
Druk het papier of de enveloppe plat als het papier gekruld is of de enveloppe lucht bevat.
Het papier niet meteen stapelen na het afdrukken.
Laat de afdrukken volledig drogen voor u ze wegsteekt of uitstalt. Vermijd direct zonlicht, gebruik geen droger
en raak de afgedrukte zijde van het papier niet aan tijdens het drogen van de afdrukken.
Epson raadt aan om origineel Epson-papier te gebruik in plaats van gewoon papier voor het afdrukken van
aeeldingen of foto's. Druk op de afdrukbare zijde van het originele Epson-papier.
De printerinstellingen controleren
Selecteer de geschikte papiertype-instelling voor het papiertype dat in de printer is geladen.
Druk af met een hogere kwaliteit als instelling.
Als u Standaard - Levendig selecteerde als kwaliteitsinstelling voor het printerstuurprogramma van Windows,
wijzig dit dan naar Standaard. Als u Normaal - Levendig selecteerde als kwaliteitsinstelling voor het
printerstuurprogramma van Mac OS, wijzig dit dan naar Normaal.
De inkttoevoereenheid controleren
Probeer originele Epson inkttoevoereenheden te gebruiken. Dit product is ontworpen om kleuren aan te passen
van originele Epson inkttoevoereenheden. Het gebruik van niet-originele inkttoevoereenheden kan ervoor
zorgen dat de afdrukkwaliteit daalt.
Epson raadt aan om de inkttoevoereenheid te gebruiken voor de vervaldatum op de verpakking.
Gerelateerde informatie
& “De afdrukkwaliteit aanpassen” op pagina 202
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 26
& “Lijst met papiertypen” op pagina 37
& Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 30
Papier vertoont vlekken of is bekrast
Wanneer u horizontale streepvorming ziet of wanneer u vlekken krijgt op de boven- of onderkant van het
papier, laad het papier dan in de juiste richting en schuif de zijgeleiders tegen het papier.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
206
Wanneer u verticale streepvorming ziet, reinig dan het papiertraject.
Plaats het papier op een vlakke ondergrond om te controleren of het is opgekruld. Maak het plat indien dit het
geval is.
Als u afdrukt op dik papier, bevindt de printkop zich dicht bij het afdrukoppervlak en kan het papier
slijtplekken vertonen. Schakel in dit geval de instelling in die dit kan voorkomen. Als u deze functie inschakelt,
neemt de afdrukkwaliteit of de afdruksnelheid mogelijk af.
Bedieningspaneel
Selecteer in het startscherm Instel. > Algemene instellingen > Printerinstellingen en schakel vervolgens
Dik papier in.
Wi n d o w s
Klik op het tabblad Extra instellingen van het printerstuurprogramma op Hulpprogramma's en selecteer
Dik papier en enveloppes.
Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma). Selecteer Aan voor Dik papier en enveloppes.
Zorg ervoor dat de inkt volledig gedroogd is voordat u het papier opnieuw laadt bij het handmatig dubbelzijdig
afdrukken.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette laden” op pagina 31
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 33
& “Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken” op pagina 173
Vlekken op het papier bij automatisch dubbelzijdig afdrukken
Wanneer u automatisch dubbelzijdig afdrukt en gegevens met een hoge dichtheid wilt afdrukken, zoals
aeeldingen en graeken, verlaag dan de afdrukdichtheid en verhoog de droogtijd.
Gerelateerde informatie
& Printerinstellingen” op pagina 52
Afgedrukte foto's zijn plakkerig
Mogelijk drukt u af op de verkeerde zijde van het papier. Controleer of u op de afdrukzijde afdrukt.
Wanneer u op de verkeerde zijde van fotopapier afdrukt, moet u de papierbaan reinigen.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
207
Gerelateerde informatie
& “Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken” op pagina 173
Afbeeldingen of foto's worden afgedrukt met de verkeerde kleuren
Bij het afdrukken vanaf het bedieningspaneel of via het Windows-printerstuurprogramma, wordt de automatische
fotoaanpassingsinstelling van Epson standaard toegepast, aankelijk van het papiertype. Pas de instelling
eventueel aan.
Bedieningspaneel
Wijz ig d e in s t el l ing Herstel foto in Auto naar een van de andere opties. Als het wijzigen van de instelling niet
werkt, selecteert u Verbeteren uit als instelling voor Herstel foto.
Wi n d o w s - p r i n t e r d r i v e r
Selecteer op het tabblad Meer opties Aangepast in Kleurcorrectie, en klik vervolgens op Geavanceerd. Wijzig
de instelling Scènecorrectie in Automat. correctie naar een van de andere opties. Als aanpassing van deze
instelling niet werkt, gebruik dan een andere kleurcorrectiemethode dan PhotoEnhance in Kleurenbeheer.
Gerelateerde informatie
& “Menuopties voor Geheugenapp” op pagina 88
& “De afdrukkleur aanpassen” op pagina 75
Positie, formaat of marges van de afdruk zijn niet juist
Laad het papier in de juiste richting en schuif de zijgeleiders tegen de randen van het papier aan.
Bij het plaatsen van de originelen op het scannerglasplaat moet u de hoek van het origineel uitlijnen met de
hoek die aangeduid is d.m.v. een symbool op de rand van het scannerglasplaat. Als de randen van de kopie
bijgesneden zijn, verschui u het origineel wat weg van de hoek.
Wanneer u de originelen op de scannerglasplaat legt, reinig dan de scannerglasplaat en het documentdeksel.
Vlekken en stof op het glas kunnen in het kopieergedeelte worden opgenomen, wat een verkeerde
kopieerpositie of kleine
aeelding
tot gevolg kan hebben.
Selecteer het juiste Formaat van origineel in de kopieerinstellingen.
Selecteer de juiste instelling voor het papierformaat.
Pas de marge-instelling in de toepassing aan zodat deze binnen het afdrukgebied valt.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette laden” op pagina 31
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 33
& “Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 40
& De Scannerglasplaat reinigen” op pagina 176
& “Afdrukgebied” op pagina 229
Afgedrukte tekens zijn niet juist of onleesbaar
Sluit de USB-kabel goed aan tussen de printer en de computer.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
208
Als er gepauzeerde afdruktaken zijn, zijn afgedrukte tekens mogelijk beschadigd.
Zet de computer niet handmatig in de Stand-by- of Slaap-stand tijdens het afdrukken. Als u de computer
opnieuw opstart, worden er mogelijk onleesbare pagina's afgedrukt.
Als u het printerstuurprogramma gebruikt dat u eerder hebt gebruikt, worden mogelijk onleesbare tekens
afgedrukt. Controleer of het gebruikte printerstuurprogramma deze printer ondersteunt. Controleer de printer
boven in het venster van het printerstuurprogramma.
De afgedrukte afbeelding is omgekeerd
Hef de selectie van instellingen voor het spiegelen van aeeldingen op in het printerstuurprogramma of de
toepassing.
Wi n d o w s
Hef de selectie op van Spiegel aeelding in het tabblad Meer opties van het printerstuurprogramma.
Mac OS
Hef de selectie op van Spiegel aeelding in het menu Printerinstellingen van het afdrukdialoog.
Mozaïekachtige patronen op de afdrukken
Gebruik gegevens met een hoge resolutie als u aeeldingen of foto's afdrukt. Aeeldingen op websites gebruiken
meestal een lage resolutie terwijl ze goed lijken op de display. Hierdoor kan de afdrukkwaliteit afnemen.
Onbedoeld dubbelzijdig afdrukken
Wis alle instellingen voor dubbelzijdig afdrukken in het printerstuurprogramma.
Wi n d o w s
Selecteer Uit op het tabblad Dubbelzijdig afdrukken op het tabblad Hoofdgroep van het
printerstuurprogramma.
Mac OS
Selecteer Uit bij Dubbelz. afdrukken in het menu Inst. dubbelzijdig afdr. van het dialoogvenster.
Op de gekopieerde afdruk verschijnen ongelijke kleuren, vegen,
vlekken of rechte lijnen
Reinig het papiertraject.
Reinig de scannerglasplaat.
Reinig de ADF.
Druk niet te hard op het originele bestand of het documentdeksel wanneer u de originelen op de
scannerglasplaat legt.
Wanneer er vlekken op het papier zijn, verlaagt u de instelling voor de kopieerdichtheid.
Gerelateerde informatie
& “Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken” op pagina 173
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
209
& De Scannerglasplaat reinigen” op pagina 176
& “De automatische documentinvoer (ADF) schoonmaken” op pagina 173
& “Basis menu-opties voor kopiëren” op pagina 97
Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel "moiré" genoemd) op
de gekopieerde afbeelding
Verander de instelling voor vergroten en verkleinen of plaats het origineel onder een iets andere hoek.
Gerelateerde informatie
& “Basis menu-opties voor kopiëren” op pagina 97
De achterkant van het origineel is te zien op de gekopieerde
afbeelding
Plaats een dun origineel op de scannerglasplaat en leg hier vervolgens een vel zwart papier overheen.
Verlaag de instelling voor de kopieerdichtheid op het bedieningspaneel.
Gerelateerde informatie
& “Basis menu-opties voor kopiëren” op pagina 97
Het probleem kon niet worden opgelost
Als u alle onderstaande oplossingen hebt geprobeerd en het probleem is nog steeds niet opgelost, verwijder dan de
printerdriver en installeer deze opnieuw.
Gerelateerde informatie
& Toepassingen verwijderen” op pagina 184
& “De meest recente toepassingen installeren” op pagina 182
Overige afdrukproblemen
Afdrukken verloopt te traag
Sluit alle onnodige toepassingen.
Stel een lagere kwaliteit in. Afdrukken met hoge kwaliteit duurt langer.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
210
Schakel de bidirectionele (of hogesnelheids-)instelling in. Wanneer deze instelling is geselecteerd, drukt de
printkop in beide richtingen af, en verhoogt de afdruksnelheid.
Bedieningspaneel
Selecteer in het startscherm Instel. > Algemene instellingen > Printerinstellingen > Bidirectioneel en
schakel deze optie in.
Wi n d o w s
Selecteer Hoge snelheid op het tabblad Meer opties van het printerstuurprogramma.
Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma). Selecteer Aan voor Afdrukken met hoge snelheid.
Deactiveer de stille modus. Wanneer deze functie actief is, daalt de afdruksnelheid.
Bedieningspaneel
Selecteer in het startscherm
en schakel vervolgens Stille modus uit.
Wi n d o w s
Selecteer Uit bij Stille modus op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma.
Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma). Selecteer Uit voor Stille modus.
Bij dubbelzijdig afdrukken wordt eerst op een zijde afgedrukt en de inkt gedroogd voordat op de andere zijde
wordt afgedrukt. Omdat de droogtijd
aankelijk
is van omgevingsfactoren, zoals temperatuur en
luchtvochtigheid, of van de afdrukgegevens, is de afdruksnelheid mogelijk lager.
Afdrukken vertraagt aanzienlijk tijdens het continu afdrukken
Het afdrukken wordt vertraagd om te voorkomen dat het printermechanisme oververhit en beschadigd raakt. Het
afdrukken kan echter worden voortgezet. Als u de normale afdruksnelheid wilt herstellen, laat u de printer
minstens 30 minuten aoelen. De afdruksnelheid gaat niet terug naar normale snelheid als de printer is
uitgeschakeld.
Kan het afdrukken niet annuleren vanaf een computer met Mac OS
X 10.6.8
Geef de volgende instellingen op als u het afdrukken vanaf de computer wilt stoppen.
Voer Web Cong uit en selecteer vervolgens Port9100 als instelling bij Protocol Topprioriteit in AirPrint
instellen. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en scannen), verwijder de printer en voeg de printer opnieuw toe.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
211
Kan niet beginnen met scannen
Als u scant met de ADF, controleer dan of het documentdeksel en het deksel van de ADF dicht zijn.
Sluit de USB-kabel goed aan tussen de printer en de computer.Als u een USB-hub gebruikt, sluit u de printer
direct op de computer aan.
Als u met een hoge resolutie scant via een netwerk, kan een communicatiefout optreden.Verlaag de resolutie.
Controleer of de juiste printer (scanner) is geselecteerd in Epson Scan 2.
Controleer of de printer wordt herkend met Windows
Controleer in Windows of de printer (scanner) in Scanner en camera's wordt weergegeven.De printer (scanner)
moet worden weergegeven als "EPSON XXXXX (printernaam)".Als de printer (scanner) niet wordt weergegeven,
verwijdert u Epson Scan 2 en installeert u de toepassing opnieuw.Zie het volgende om Scanners en camera's te
openen.
Wi n dows 1 0
Klik met de rechtermuisknop op de knop Start en selecteer
Conguratiescherm
, voer in de charm Zoeken
"Scanners en camera's" in, klik op Scanners en camera's weergeven en controleer vervolgens of de printer
wordt weergegeven.
Windows 8.1/Windows 8/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012
Selecteer Bureaublad > Instellingen > Conguratiescherm, voer in charm Zoeken "Scanner en camera's" in,
klik op Scanners en camera's weergeven en controleer vervolgens of de printer wordt weergegeven.
Windows 7/Windows Server 2008 R2
Klik op de knop Start en selecteer Conguratiescherm, voer in charm Zoeken "Scanners en camera's" in, klik
op Scanners en camera's weergeven en controleer vervolgens of de printer wordt weergegeven.
Windows Vista/Windows Server 2008
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Hardware en geluiden > Scanners en camera's en
controleer vervolgens of de printer wordt weergegeven.
Windows XP/Windows Server 2003 R2/Windows Server 2003
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Printers en andere hardware > Scanners en camera's
en controleer vervolgens of de printer wordt weergegeven.
Gerelateerde informatie
& Toepassingen verwijderen” op pagina 184
& “De meest recente toepassingen installeren” op pagina 182
Problemen met gescande afbeeldingen
Ongelijke kleuren, vuil, vlekken, enzovoort worden weergegeven
bij scannen vanaf de glasplaat van de scanner
Reinig de glasplaat van de scanner.
Verwijder al het afval of vuil dat blij kleven aan het origineel.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
212
Druk niet met teveel kracht op het origineel of de documentklep. Als u met teveel kracht drukt, kunnen
vervagingen, vegen en vlekken optreden.
Gerelateerde informatie
& De Scannerglasplaat reinigen” op pagina 176
Rechte lijnen verschijnen bij het scannen vanaf ADF
Reinig de ADF.
Rechte lijnen kunnen verschijnen in de aeelding wanneer afval of vuil in de ADF terecht komt.
Verwijder al het afval of vuil van het origineel.
Gerelateerde informatie
& “De automatische documentinvoer (ADF) schoonmaken” op pagina 173
De afbeeldingskwaliteit is ruw
Pas in Epson Scan 2 de
aeelding
aan met de items op het tabblad Geavanceerde instellingen en scan het
document.
Als de resolutie te laag is, verhoogt u de resolutie en scant u opnieuw.
Gerelateerde informatie
& “Toepassing voor het scannen van documenten en aeeldingen (Epson Scan 2)” op pagina 178
De oset schijnt door in de achtergrond van afbeeldingen
Aeeldingen
op de achterzijde van het origineel kunnen zichtbaar zijn in de gescande
aeelding.
Selecteer in Epson Scan 2 het tabblad Geavanceerde instellingen en pas vervolgens de Helderheid aan.
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van de instellingen op het tabblad Hoofdinstellingen >
Beeldtype of andere instellingen op het tabblad Geavanceerde instellingen.
Selecteer In Epson Scan 2 het tabblad Geavanceerde instellingen en vervolgens Beeldoptie > Tekst verbeteren.
Wanneer u scant vanaf de glasplaat, plaatst u dan een vel zwart papier of een schrijlok op het origineel.
Gerelateerde informatie
& “Toepassing voor het scannen van documenten en aeeldingen (Epson Scan 2)” op pagina 178
& “Originelen plaatsen” op pagina 37
De tekst is onscherp
Selecteer In Epson Scan 2 het tabblad Geavanceerde instellingen en vervolgens Beeldoptie > Tekst verbeteren.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
213
Wanneer in Epson Scan 2 de optie Beeldtype op het tabblad Hoofdinstellingen is ingesteld op Zwart-wit, past
u de Drempelwaarde op het tabblad Geavanceerde instellingen aan. Wanneer u de Drempelwaarde verhoogt,
wordt zwart dieper.
Als de resolutie te laag is, verhoogt u de resolutie en scant u opnieuw.
Gerelateerde informatie
& “Toepassing voor het scannen van documenten en aeeldingen (Epson Scan 2)” op pagina 178
Moiré-patronen (webachtige schaduwen) verschijnen
Als het origineel een afgedrukt document is, kunnen moiré-patronen (webachtige schaduwen) verschijnen in de
gescande aeelding.
Op het tabblad Geavanceerde instellingen in Epson Scan 2, selecteert u Ontrasteren.
Wijzig de resolutie en scan vervolgens opnieuw.
Gerelateerde informatie
& “Toepassing voor het scannen van documenten en aeeldingen (Epson Scan 2)” op pagina 178
Kan het juiste gebied niet scannen op de glasplaat
Zorg dat het origineel correct tegen het uitlijningsteken is geplaatst.
Als de rand van de gescande aeelding ontbreekt, verplaatst u het origineel iets naar het midden van de
glasplaat.
Wanneer u vanaf het bedieningspaneel scant en de functie voor automatisch bijsnijden selecteert, verwijder dan
eventueel aanwezig stof of vuil van de glasplaat en het deksel. Als zich rond het origineel stof of vuil bevindt,
wordt het scanbereik zodanig vergroot dat het stof of vuil ook wordt gescand.
Gerelateerde informatie
& “Originelen plaatsen” op pagina 37
& De Scannerglasplaat reinigen” op pagina 176
Tekst wordt niet correct herkend wanneer ik opsla als een
Searchable PDF
Controleer in het venster
Aeeldingsformaatopties
in Epson Scan 2 of de Taal correct is ingesteld op het
tabblad Te kst .
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
214
Controleer of het origineel recht is geplaatst.
Gebruik een origineel met duidelijk leesbare tekst. Tekstherkenning kan bij de volgende soorten originelen
weigeren.
Originelen die een aantal keer zijn gekopieerd
Originelen die per fax zijn ontvangen (met een lage resolutie)
Originelen waarvan de letter- of regelafstand te klein is
Originelen met lijnen of onderstreping
Originelen met handgeschreven tekst
Originelen met vouwen of kreukels
Wanneer in Epson Scan 2 de optie Beeldtype op het tabblad Hoofdinstellingen is ingesteld op Zwart-wit, past
u de Drempelwaarde op het tabblad Geavanceerde instellingen aan. Wanneer u de Drempelwaarde verhoogt,
worden zwarte gedeelten groter.
Selecteer In Epson Scan 2 het tabblad Geavanceerde instellingen en vervolgens Beeldoptie > Tekst verbeteren.
Gerelateerde informatie
&
“Toepassing voor het scannen van documenten en
aeeldingen
(Epson Scan 2)” op pagina 178
Problemen in gescande afbeelding kunnen niet worden opgelost
Als u alle oplossingen al hebt geprobeerd, maar het probleem nog steeds niet hebt opgelost, herstelt u de
standaardinstellingen van Epson Scan 2 met Epson Scan 2 Utility.
Opmerking:
Epson Scan 2 Utility is een toepassing die bij Epson Scan 2 wordt geleverd.
1.
Start Epson Scan 2 Utility.
Windows 10/Windows Server 2016
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens EPSON > Epson Scan 2 Utility.
Windows 8.1/Windows 8/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Windows 7/Windows Vista/Windows XP/Windows Server 2008 R2/Windows Server 2008/Windows Server
2003 R2/Windows Server 2003
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Alle programma's of Programma's > EPSON > Epson Scan
2 > Epson Scan 2 Utility.
Mac OS
Selecteer Start > Toepassingen > Epson Soware > Epson Scan 2 Utility.
2.
Selecteer het tabblad Andere.
3. Klik op Reset.
Opmerking:
Als het probleem niet wordt opgelost door het herstellen van de standaardinstellingen, verwijdert u Epson Scan 2 en
installeert u het programma opnieuw.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
215
Gerelateerde informatie
& Toepassingen verwijderen” op pagina 184
& “De meest recente toepassingen installeren” op pagina 182
Kan geen gescande afbeeldingen opslaan naar de
gedeelde map
Berichten op de printer controleren
Wanneer een fout optreedt, worden op het bedieningspaneel van de printer foutberichten weergegeven.
Meldingen Oplossingen
DNS-fout. Controleer DNS-
instellingen.
Controleer of het adres in de contactenlijst op de printer overeenkomt met het
adres van de gedeelde map.
Als de computer een statisch IP-adres heeft dat handmatig is ingesteld, wijzigt
u de computernaam in het netwerkpad in het IP-adres.
Voorbeeld: \\EPSON02\SCAN naar \\192.168.xxx.xxx\SCAN
Controleer of de computer is ingeschakeld en de slaapstand niet is
ingeschakeld. Als de slaapstand is ingeschakeld, kunt u geen afbeeldingen
opslaan in de gedeelde map op de computer.
Schakel tijdelijk de Firewall en beveiligingssoftware van de printer uit. Als het
probleem hiermee wordt opgelost, controleer de instellingen in de
beveiligingssoftware.
Als Openbaar netwerk is geselecteerd als netwerklocatie, kunt u geen
gescande afbeeldingen opslaan in de gedeelde map. Stel voor elke poort de
instellingen voor doorsturen in.
Als u een laptop gebruikt en het IP-adres is ingesteld als DHCP, kan het IP-adres
wijzigen wanneer opnieuw verbinding wordt gemaakt met het netwerk. Haal
het IP-adres opnieuw op.
Controleer of de DNS-instelling correct is. Neem contact op met de
netwerkbeheerder voor informatie over de DNS-instellingen.
De computernaam en het IP-adres kunnen verschillen wanneer de
beheertabel van de DNS-server niet wordt bijgewerkt. Neem contact op met
de beheerder van de DNS-server.
Vericatiefout. Controleer instellingen
e-mailserver.
Controleer of de gebruikersnaam en het wachtwoord correct zijn op de computer
en in de contactenlijst op de printer. Controleer bovendien of het wachtwoord
niet is verlopen.
Communicatiefout. Controleer de Wi-
Fi-/netwerkverbinding.
Zorg ervoor dat Microsoft netwerk delen gebruiken is ingeschakeld in Web
Cong.
Selecteer Netwerk > MS-netwerk op de Web Cong.
Controleer of het adres in de contactenlijst op de printer overeenkomt met het
adres van de gedeelde map.
Toegangsrechten voor de gebruiker in de contactenlijst moeten worden
toegevoegd op de tabbladen Delen en Beveiliging in de eigenschappen van
de gedeelde map. Bovendien moeten de machtigingen voor de gebruiker
worden ingesteld op 'toegestaan'.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
216
Meldingen Oplossingen
De bestandsnaam wordt al gebruikt.
Hernoem bestand en scan nogmaals.
Wijzig de instellingen van de bestandsnaam. U de bestanden ook verplaatsen of
verwijderen, of de bestandsnaam in de gedeelde map wijzigen.
Gescand(e) bestand(en) te groot.
Slechts XX pagina('s) verzonden.
Controleer of doelmap voldoende
ruimte heeft.
Er is onvoldoende ruimte op de schijf van de computer. Zorg voor genoeg
beschikbare ruimte op de computer.
Het punt controleren waar de fout is opgetreden
Wanneer u gescande aeeldingen opslaat naar de gedeelde map, is het proces voor opslaan als volgt.U kunt het
punt controleren waar de fout is opgetreden.
Items Gebruik Foutmeldingen
Verbinding maken Maak vanaf de printer verbinding met de
computer.
DNS-fout. Controleer DNS- instellingen.
Aanmelden op de
computer
Meld u op de computer aan met de
gebruikersnaam en het wachtwoord.
Vericatiefout. Controleer instellingen e-
mailserver.
De map voor opslaan
controleren
Controleer het netwerkpad van de gedeelde
map.
Communicatiefout. Controleer de Wi-Fi-/
netwerkverbinding.
De bestandsnaam
controleren
Controleer of zich in de map waarin u het
bestand wilt opslaan al een bestand met dezelfde
naam bevindt.
De bestandsnaam wordt al gebruikt.
Hernoem bestand en scan nogmaals.
Het bestand maken Maak een nieuw bestand. Gescand(e) bestand(en) te groot. Slechts
XX pagina('s) verzonden. Controleer of
doelmap voldoende ruimte heeft.
Het opslaan van de gescande afbeeldingen duurt lang
Controleer de volgende punten.
Controleer of de DNS-instelling correct is.
Controleer of elke DNS-instelling correct is wanneer u de Web Cong controleert.
Controleer of de DNS-domeinnaam correct is.
Schakelen tussen een particulier en openbaar netwerk
De netwerklocatie is als proel voor netwerkverbindingen ingesteld in Windows 7 en hoger.Gedeelde instellingen
en rewallinstellingen worden ingesteld op basis van de netwerklocatie.
Gebruik Particulier netwerk, uisnetwerk, of Bedrijfsnetwerk om toegang te krijgen tot het netwerk thuis of op
kantoor.Als u toegang wilt krijgen tot een openbaar draadloos netwerk, bijvoorbeeld op een vliegveld of station,
gebruikt u een Openbaar netwerk. Dit is veiliger dan een particulier netwerk.
Gebruik Particulier netwerk, uisnetwerk, of Bedrijfsnetwerk om gescande aeeldingen op te slaan in de
gedeelde map.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
217
Opmerking:
Aankelijk van de omgeving wordt Domeinnetwerk gebruikt als netwerklocatie.
Selecteer de netwerklocatie wanneer u voor de eerste keer vanaf de computer verbinding maakt met het netwerk.U
kunt geen gescande
aeeldingen
opslaan naar de gedeelde map wanneer u als netwerklocatie een openbaar
netwerk selecteert.Stel de netwerklocatie opnieuw in.
De namen van netwerklocaties variëren in Windows 10/Windows 8.1/Windows 8 en Windows 7.
Windows 10/Windows 8.1/Windows 8 Particulier netwerk
Openbaar netwerk
Windows 7 Thuisnetwerk
Bedrijfsnetwerk
Openbaar netwerk
U kunt de netwerkinstellingen controleren op het Conguratiescherm > Netwerkcentrum.
De netwerklocatie wijzigen
De bewerkingen voor het wijzigen van de netwerklocatie zijn aankelijk van het besturingssysteem.
Gerelateerde informatie
& “De netwerklocatie wijzigen — Windows 10” op pagina 218
& De netwerklocatie wijzigen — Windows 8.1” op pagina 219
& “De netwerklocatie wijzigen — Windows 8” op pagina 219
& “De netwerklocatie wijzigen — Windows 7” op pagina 219
De netwerklocatie wijzigen — Windows 10
Opmerking:
Meld u aan als beheerder.
1. Klik op het Windows-logo om het startmenu weer te geven en klik op het instellingenpictogram.
2. Klik in het venster Instellingen op Netwerk en internet.
3. Klik in het venster Netwerk en internet op de naam van het netwerk waarmee u bent verbonden.
Selecteer Wi - F i wanneer u een draadloze verbinding gebruikt.
Selecteer Ethernet wanneer u een bedrade verbinding gebruikt.
4.
Als er in het venster meerdere SSID's worden weergegeven, bladert u door de lijst en klikt u op Geavanceerde
opties.
5. Set Deze pc kan worden gevonden.Selecteer Aan om gescande aeeldingen in de gedeelde map op te slaan.
Selecteer Aan (particulier netwerk) wanneer u verbinding maakt met een thuisnetwerk of bedrijfsnetwerk.
Selecteer Uit (openbaar netwerk) wanneer u verbinding maakt met een openbaar netwerk.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
218
Opmerking:
U kunt de netwerklocatie controleren in het Netwerkcentrum.
De netwerklocatie wijzigen — Windows 8.1
Opmerking:
Meld u aan als beheerder.
1. Geef de charm weer door met de muisaanwijzer naar de rechterbenedenhoek van het scherm te gaan en klik
vervolgens op Instellingen.
2. Klik op Pc-instellingen wijzigen in het venster Instellingen.
3. Klik op Netwerk in het venster Pc-instellingen.
4. Klik op het verbonden netwerk in het venster Netwerk.
5. Stel Apparaten en inhoud zoeken IN.Selecteer Aan om de gescande aeeldingen in de gedeelde map op te
slaan.
Selecteer Aan (particulier netwerk) wanneer u verbinding maakt met een thuisnetwerk of bedrijfsnetwerk.
Selecteer Uit (openbaar netwerk) wanneer u verbinding maakt met een openbaar netwerk.
Opmerking:
Apparaten en inhoud zoeken wordt weergegeven wanneer u zich aanmeldt als beheerder.
U kunt de netwerklocatie controleren in het Netwerkcentrum.
De netwerklocatie wijzigen — Windows 8
Opmerking:
Meld u aan als beheerder.
1. Geef de charm weer door met de muisaanwijzer naar de rechterbenedenhoek van het scherm te gaan en klik
vervolgens op Instellingen.
2. Klik op het pictogram van het verbonden netwerk in het venster Instellingen.
3. Klik met de rechtermuisknop in het venster Netwerk op het netwerk waarmee u bent verbonden en klik
vervolgens op het weergegeven menu op Delen in- of uitschakelen.
4. Wilt u delen tussen pc’s en verbinding maken met apparaten in dit netwerk inschakelen? wordt
weergegeven. Selecteer het voor uw netwerklocatie geschikte antwoord.Selecteer Ja om de gescande
aeeldingen in de gedeelde map op te slaan.
Selecteer Ja (particulier netwerk) wanneer u verbinding maakt met een thuisnetwerk of bedrijfsnetwerk.
Selecteer Nee (openbaar netwerk) wanneer u verbinding maakt met een openbaar netwerk.
Opmerking:
U kunt de netwerklocatie controleren in het Netwerkcentrum.
De netwerklocatie wijzigen — Windows 7
Opmerking:
Meld u aan als beheerder.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
219
1. Klik op de startknop en selecteer vervolgens Conguratiescherm.
2. Open het Netwerkcentrum.
Weergave Categorie: Selecteer Netwerk en internet > Netwerkcentrum.
Weergave Kleine pictogrammen: klik op Netwerkcentrum.
3. Klik op de netwerklocatie in De actieve netwerken weergeven.
4. Stel de netwerklocatie in.
Selecteer
uisnetwerk
of Bedrijfsnetwerk wanneer u verbinding maakt met een thuisnetwerk of
bedrijfsnetwerk.
Selecteer Openbaar netwerk wanneer u verbinding maakt met een openbaar netwerk.
5. Controleer de inhoud en klik vervolgens op Sluiten.
Andere scanproblemen
Scansnelheid is laag
Verlaag de resolutie en scan vervolgens opnieuw. Wanneer de resolutie hoog is, kan het scannen enige tijd
duren.
De scansnelheid kan lager zijn aankelijk van de gekozen functies voor beeldaanpassing in Epson Scan 2.
Op het scherm
Conguratie
dat wordt weergegeven door te klikken op de knop
in Epson Scan 2, kunt u de
scansnelheid verlagen als u Stille modus instelt in het tabblad Scannen.
Gerelateerde informatie
& “Scannen met Epson Scan 2” op pagina 123
Kan de gescande afbeelding niet via e-mail verzenden
Controleer of u de e-mailserverinstellingen hebt
gecongureerd.
Scannen stopt bij het scannen naar een PDF/Multi-TIFF
Wanneer u scant met Epson Scan 2, kunt u continu maximaal 999 pagina's in PDF-indeling en 200 pagina's in
Multi-TIFF-indeling scannen. Wanneer u scant via het bedieningspaneel, kunt u doorlopend tot maximaal 50
pagina's scannen bij enkelzijdig scannen met de ADF, en maximaal 100 pagina's bij tweezijdig scannen met de
ADF en bij scannen met gebruik van de scannerglasplaat.
We raden aan om in grijstinten te scannen bij het scannen van grote hoeveelheden.
Zorg voor genoeg beschikbare ruimte op de harde schijf van de computer. Het scannen kan ophouden als er niet
genoeg beschikbare ruimte is.
Probeer op een lagere resolutie te scannen. Het scannen stopt als de maximaal toegelaten gegevensgrootte wordt
overschreden.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
220
Gerelateerde informatie
& “Scannen met Epson Scan 2” op pagina 123
Problemen met verzenden en ontvangen van faxen
Kan geen fax verzenden of ontvangen
Gebruik Fax-aansl. controleren op het bedieningspaneel om de faxverbindingscontrole uit te voeren. Probeer
de oplossingen die in het rapport worden voorgesteld.
Controleer de foutcode voor de mislukte faxopdracht en probeer de oplossingen in de foutcodelijst.
Controleer de instellingen van Lijntype. Stel deze in op PBX om het probleem op te lossen. Als uw
telefoonsysteem een toegangscode vereist voor het verkrijgen van een buitenlijn, registreer deze dan op de
printer en voer een hekje (#) in aan het begin van een faxnummer.
Als er een communicatiefout optreedt, wijzig dan de instelling Faxsnelheid naar Langz.(9.600 b/s) via het
bedieningspaneel.
Controleer of de wandcontactdoos werkt door een telefoon erop aan te sluiten. Als u geen oproepen kunt
ontvangen of uitvoeren, neem dan contact op met uw telecombedrijf.
Voor een verbinding met een DSL-telefoonlijn hebt u een DSL-modem met ingebouwde DSL-lter nodig, of u
moet een aparte DSL-lter op de lijn installeren. Neem contact op met uw DSL-provider.
Als u verbinding maakt met een DSL-telefoonlijn, sluit u de printer direct op de telefoonaansluiting in de muur
aan. Controleer vervolgens of u faxen kunt verzenden. Als dit werkt, ligt het probleem mogelijk bij de
DSL-
lter. Neem contact op met uw DSL-provider.
Schakel ECM in op het bedieningspaneel. Wanneer ECM is uitgeschakeld, kunnen er geen faxen in kleur
worden verzonden of ontvangen.
Als u faxen via de computer wilt verzenden of ontvangen, controleert u of de printer via een USB-kabel of
netwerk is verbonden, en of de PC-FAX Driver op de computer is geïnstalleerd. De PC-FAX Driver wordt
samen met FAX Utility geïnstalleerd.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
221
Controleer in Windows of de printer (fax) in Apparaten en printers, Printer, of Printers en andere hardware
wordt weergegeven. De printer (fax) wordt weergegeven als "EPSON XXXXX (FAX)". Als de printer (fax) niet
wordt weergegeven, verwijdert u FAX Utility en installeert u de toepassing opnieuw. Zie het volgende om
Apparaten en printers, Printer, of Printers en andere hardware te openen.
Windows 1 0
Rechtsklik op de knop Start en selecteer Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in
Hardware en geluiden.
Windows 8.1/Windows 8
Selecteer Bureaublad > Instellingen >
Conguratiescherm
> Apparaten en printers weergeven in
Hardware en geluiden of Hardware.
Windows 7
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in Hardware en
geluiden of Hardware.
Windows Vista
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Printers in Hardware en geluiden.
Windows X P
Klik op de knop Start, selecteer Instellingen > Conguratiescherm > Printers en andere hardware >
Printers en faxapparaten.
In Mac OS controleert u het volgende.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Printen en scannen, Printen en
faxen) en controleer of de printer (fax) wordt weergegeven. De printer (fax) wordt weergegeven als "FAX
XXXX (USB)" of "FAX XXXX (IP)". Als de printer (fax) niet wordt weergegeven, klikt u op [+] en registreert
u de printer (fax).
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken & scannen,
Afdrukken en faxen) en dubbelklik vervolgens op de printer (fax). Als de printer gepauzeerd is, klikt u op
Hervatten (of Printer hervatten).
Gerelateerde informatie
& “Foutcode in het statusmenu” op pagina 188
& Toepassingen verwijderen” op pagina 184
& “De meest recente toepassingen installeren” op pagina 182
Kan geen faxen versturen
Als de functiebeperking ingeschakeld is, zijn een gebruikers-ID en wachtwoord vereist om documenten af te
drukken. Neem contact op met uw beheerder als u het wachtwoord niet kent.
Als de functiebeperking ingeschakeld is, zijn een gebruikers-ID en wachtwoord vereist om documenten te faxen
via de computer. Als u geen faxberichten kunt verzenden omwille van een vericatiefout, neem dan contact op
met uw beheerder.
Congureer de hoofdinginformatie voor uitgaande faxberichten via het bedieningspaneel. Bepaalde
faxmachines weigeren faxberichten die geen hoofding hebben.
Als u uw gegevens geblokkeerd hebt, deblokkeer ze dan. Bepaalde faxmachines of telefoons weigeren anonieme
oproepen.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
222
Vraag de ontvanger of het faxnummer juist is en of zijn faxmachine klaar is om berichten te ontvangen.
Controleer of u per ongeluk een fax hebt verzonden met de subadresfunctie. Als u in de contactlijst een
ontvanger selecteert met een subadres, wordt de fax mogelijk verzonden met de subadresfunctie.
Wanneer u een fax wilt verzenden met de subadresfunctie, dient u vooraf aan de ontvanger te vragen of hun
faxapparaat faxen kan ontvangen met de subadresfunctie.
Controleer of het subadres en het wachtwoord correct zijn wanneer u faxen verzendt met de subadresfunctie.
Controleer bij de ontvanger of het subadres en het wachtwoord overeenkomen.
Gerelateerde informatie
& “Kan geen fax verzenden of ontvangen” op pagina 221
& “Een fax verzenden met een Subadres (SUB) en Wachtwoord(SID)” op pagina 137
& Faxberichten op verzoek verzenden (met Polling verzenden/ Bulletinboardbox)” op pagina 132
Kan geen faxen verzenden naar opgegeven ontvanger
Controleer het volgende als u geen faxen kunt versturen naar een opgegeven ontvanger vanwege een foutmelding.
Als de faxmachine van de ontvanger de oproep niet binnen de 50 seconden opneemt, wordt de oproep
afgebroken met een foutmelding. Kies het nummer met de functie
(Op haak) of gebruik een aangesloten
telefoon om te controleren hoe lang het duurt totdat u een faxtoon hoort. Als het langer dan 50 seconden duurt
voordat de faxmachine reageert, kunt u pauzes invoegen na het faxnummer. Tik op
om de pauze in te
voeren. Een koppelteken werkt als pauze-aanduiding. Eén pauze is ca. drie seconden. Voeg meerdere pauzes toe
indien nodig.
Als u de ontvanger uit de contactpersonenlijst hebt geselecteerd, controleert u of de informatie juist is. Als de
informatie juist is, selecteert u de ontvanger uit de lijst met contacten, drukt u op Bewerken en wijzigt u de
Faxsnelheid in Langz.(9.600 b/s).
Gerelateerde informatie
&
“Een faxbericht handmatig verzenden na controle van de status van de ontvanger” op pagina 131
&
“Faxen verzenden met een extern telefoontoestel” op pagina 132
& Contactpersonen beheren” op pagina 47
& “Kan geen fax verzenden of ontvangen” op pagina 221
Kan geen faxen verzenden op speciek tijdstip
Stel de datum en tijd goed in op het bedieningspaneel.
Gerelateerde informatie
& “Zwart-witfaxen verzenden op een speciek tijdstip (Fax later verzenden)” op pagina 135
& “Basisinstellingen” op pagina 50
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
223
Kan geen faxberichten ontvangen
Als u ingeschreven bent op een doorverwijzing, kan de printer mogelijk geen faxberichten ontvangen.Neem
contact op met de provider.
Als u een telefoon op de printer hebt aangesloten, stel dan de instelling Ontvangstmodus in op Auto via het
bedieningspaneel.
In de volgende omstandigheden, hee de printer onvoldoende geheugen en kan deze geen faxen
ontvangen.Raadpleeg de probleemoplossing voor informatie over het omgaan met de fout geheugen vol.
Er zijn in totaal 200 documenten opgeslagen in het Postvak IN en de vertrouwelijke map.
Het geheugen van de printer is vol (100%).
Controleer of het subadres en het wachtwoord correct zijn wanneer u faxen ontvangt met de
subadresfunctie.Controleer bij de afzender of het subadres en het wachtwoord overeenkomen.
Controleer of het faxnummer van de afzender is geregistreerd in de Lijst geweigerde nummers.Faxen die
aomstig zijn van nummers die zijn toegevoegd aan deze lijst worden geblokkeerd wanneer Lijst geweigerde
nummers in Weigeringsfax is ingeschakeld.
Controleer of het faxnummer van de afzender is geregistreerd in de contactlijst.Faxen die niet aomstig zijn
van nummers die zijn geregistreerd in deze lijst worden geblokkeerd wanneer Niet geregistreerde contacten in
Weigeringsfax is ingeschakeld.
Vraag aan de afzender of de koptekstinformatie is ingesteld op het betreende faxapparaat.Faxen die geen
koptekstinformatie bevatten, worden geblokkeerd wanneer Blanco koptekst fax geblokkeerd in Weigeringsfax
is ingeschakeld.
Gerelateerde informatie
& “Kan geen fax verzenden of ontvangen” op pagina 221
& “Foutmelding geheugen vol” op pagina 224
& “Faxen ontvangen van een bord met een subadres (SEP) en wachtwoord (PWD) (Polling ontvangen)” op
pagina 145
Kan ontvangen faxen niet opslaan op een geheugenapparaat
Controleer of het geheugenapparaat is verbonden met de printer en controleer vervolgens de
Ontvangstinstellingen.
Foutmelding geheugen vol
Als de printer ingesteld is om faxen in het Postvak IN in een vertrouwelijke map op te slaan, verwijdert u de
faxen die u al gelezen hebt uit het Postvak IN of de vertrouwelijke map.
Als de printer ingesteld is om faxen op een computer op te slaan, schakelt u deze computer in. Zodra de faxen
op uw computer opgeslagen zijn, worden ze uit de printer verwijderd.
Als de printer ingesteld is om faxberichten op een geheugenapparaat op te slaan, sluit dit dan aan op de printer.
Zodra de ontvangen documenten op het geheugenapparaat opgeslagen zijn, worden ze uit de printer
verwijderd. Zorg ervoor dat het apparaat voldoende geheugen beschikbaar hee.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
224
Zelfs als het geheugen vol is, kunt u een fax verzenden met een van de volgende oplossingen.
Verzendt een fax met de functie Direct verzenden wanneer u een zwart-witfax verzendt.
Verzendt een fax door het nummer te kiezen vanaf het externe telefoontoestel.
Verzendt een fax met de functie
(Op haak).
Verzendt een fax door uw origineel in twee of meer delen te verdelen en deze in meerdere batches te
verzenden.
Deze foutmelding kan optreden als de printer een ontvangen fax niet kan afdrukken vanwege een afdrukfout,
zoals een papierstoring. Los het probleem op en neem contact op met de afzender en vraag hem/haar om de fax
nogmaals te verzenden.
Gerelateerde informatie
&
“Meerdere pagina's van een monochroom document verzenden (Direct verzenden)” op pagina 134
&
“Faxen verzenden met een extern telefoontoestel” op pagina 132
&
“Een faxbericht handmatig verzenden na controle van de status van de ontvanger” op pagina 131
&
“Vastgelopen papier verwijderen” op pagina 194
Verzonden fax is van slechte kwaliteit
Reinig de scannerglasplaat.
Reinig de ADF.
Wij z ig d e Type origineel op het bedieningspaneel. Uw originele bevatten zowel tekst als aeeldingen; selecteer
dan Foto.
Wij z ig d e Dichtheid op het bedieningspaneel.
Als u niet weet wat de mogelijkheden van de faxmachine van de ontvanger zijn, schakel dan de functie Direct
verzenden in of selecteer Fine als Resolutie.
Als u Superjn of Ultrajn selecteert voor een monochroom faxbericht en het verzendt zonder de Direct
verzenden functie, dan verlaag de printer de resolutie.
Schakel ECM in op het bedieningspaneel.
Gerelateerde informatie
& “Faxinstellingen” op pagina 139
& De Scannerglasplaat reinigen” op pagina 176
& “De automatische documentinvoer (ADF) schoonmaken” op pagina 173
Faxen worden op verkeerde grootte verzonden
Als u een fax verzendt met de scannerglasplaat, plaats het origineel zodat de hoek is uitgelijnd met de originele
markering. Selecteer de grootte van het origineel via het bedieningspaneel.
Maak de scannerglasplaat en het documentdeksel schoon. Vlekken en stof op de het glas kunnen in het
kopieergedeelte worden opgenomen, wat een verkeerde scanpositie of kleine
aeelding
tot gevolg kan hebben.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
225
Gerelateerde informatie
& “Faxinstellingen” op pagina 139
& “Originelen plaatsen” op pagina 37
& De Scannerglasplaat reinigen” op pagina 176
Ontvangen fax is van slechte kwaliteit
Schakel ECM in op het bedieningspaneel.
Vraag de afzender de fax te verzenden in een modus die een hogere kwaliteit biedt.
Druk de ontvangen fax opnieuw af. Selecteer Logboek bij Job/Status om opnieuw af te drukken.
Gerelateerde informatie
& “De faxtaakgeschiedenis controleren” op pagina 154
Ontvangen faxen worden niet afgedrukt
Als er een fout optreedt in de printer, zoals een papierstoring, dan kan deze geen faxen afdrukken. Controleer
de printer.
Als de printer ingesteld is om faxberichten in het Postvak IN of de map Vertrouwelijk op te slaan, dan worden
de faxberichten niet automatisch afgedrukt. Controleer de Ontvangstinstellingen.
Gerelateerde informatie
& De printerstatus controleren” op pagina 187
& “Vastgelopen papier verwijderen” op pagina 194
Pagina's zijn blanco of er wordt slechts een klein deel van de tekst
afgedrukt op de tweede pagina van ontvangen faxen
U kunt op één pagina afdrukken met de functie Afdrukgeg. verwijderen na splitsing in Instellingen Pagina's
splitsen.
Selecteer Bovenkant verwijderen of Onderkant verwijderen in Afdrukgeg. verwijderen na splitsing en pas
vervolgens Drempel aan. Als u de drempelwaarde verhoogt, verhoogt u de hoeveelheid die wordt verwijderd. Met
een hogere drempelwaarde hebt u meer kans dat u alles op één pagina kunt afdrukken.
Andere faxproblemen
Bellen niet mogelijk op verbonden telefoon
Sluit de telefoon aan op de EXT. poort van de printer en neem de hoorn van de haak. Hoort u geen kiestoon, sluit
de modulaire kabel dan goed aan.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
226
Antwoordapparaat kan geen gesprekken aannemen
Stel via het bedieningspaneel de instelling Overgaan voor antwoorden in op een hoger aantal dan dat van uw
antwoordapparaat.
Faxnummer van de zender wordt niet op ontvangen faxberichten
weergegeven of het nummer is fout
De zender hee de informatie niet of niet juist ingesteld. Neem contact op met de zender.
Overige problemen
Lichte elektrische schok wanneer u de printer aanraakt
Als er vele randapparaten op de computer zijn aangesloten, kunt u een lichte elektrische schok krijgen wanneer u
de printer aanraakt. Installeer een aardingskabel naar de computer die op de printer is aangesloten.
Printer maakt veel lawaai tijdens werking
Als de printer te veel lawaai maakt, schakelt u Stille modus in. Met deze functie ingeschakeld ligt de
afdruksnelheid mogelijk lager.
Bedieningspaneel
Selecteer in het startscherm
en schakel vervolgens Stille modus in.
Windows-printerstuurprogramma
Schakel Stille modus in op het tabblad Hoofdgroep.
Mac OS-printerstuurprogramma
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken
en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of Stuurprogramma).
Selecteer Aan voor Stille modus.
Epson Scan 2
Klik op de knop
om het venster Conguratie te openen. Stel vervolgens Stille modus in op het tabblad
Scannen.
Datum en tijd zijn verkeerd
Stel de datum en tijd goed in op het bedieningspaneel. Na een stroomonderbreking door blikseminslag, of als de
stroom langere tijd uitgeschakeld was, kan de klok de verkeerde tijd aangeven.
Gerelateerde informatie
& “Basisinstellingen” op pagina 50
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
227
Geheugenapparaat wordt niet herkend
Activeer het geheugenapparaat bij de instellingen Interface geheugenapp. op het bedieningspaneel.
Gerelateerde informatie
& Printerinstellingen” op pagina 52
Kan gegevens niet opslaan op een geheugenapparaat
Controleer of het geheugenapparaat niet beveiligd is.
Controleer of het geheugenapparaat genoeg geheugen beschikbaar
hee.
Als er niet voldoende geheugen is,
kunnen de gegevens niet worden opgeslagen.
Gerelateerde informatie
&
“Specicaties van extern USB-apparaat” op pagina 233
Wachtwoord vergeten?
Als u het beheerderswachtwoord bent vergeten, neemt u contact op met de Epson-ondersteuning.
Gerelateerde informatie
& “Contact opnemen met de klantenservice van Epson” op pagina 247
Software wordt geblokkeerd door een
rewall
(alleen Windows)
Maak van de toepassing een door Windows Firewall toegelaten programma in de beveiligingsinstellingen in het
Conguratiescherm
.
"×" wordt weergegeven in het fotoselectiescherm
"×" wordt weergegeven op het lcd-scherm wanneer het aeeldingsbestand niet wordt ondersteund door het
apparaat.
Gerelateerde informatie
& “Ondersteunde gegevensspecicaties” op pagina 234
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
228
Bijlage
Technische
specicaties
Printer specicaties
Plaatsing van spuitstuk van printkop Spuitkanaaltjes voor zwarte inkt: 800
Spuitkanaaltjes voor gekleurde inkt: 800 voor elke kleur
Gewicht van het
papier
*
Gewoon papier 64 tot 90 g/m (17 tot 24 lb)
Dik papier 91 tot 256 g/m (25 tot 68 lb)
Enveloppen Enveloppe #10, DL, C6: 75 tot 90 g/m (20 tot 24 lb)
Enveloppe C4: 80 tot 100 g/m (21 tot 26 lb)
* Zelfs als de papierdikte zich binnen dit bereik bevindt, wordt het papier mogelijk niet in de printer ingevoerd of wordt de
afdrukkwaliteit mogelijk negatief beïnvloed, afhankelijk van de papiereigenschappen of -kwaliteit.
Afdrukgebied
Afdrukkwaliteit kan afnemen in de gearceerde gedeelten vanwege het printermechanisme.
Enkele vellen
A 3.0 mm (0.12 in.)
B 3.0 mm (0.12 in.)
C 47.0 mm (1.85 in.)
D 45.0 mm (1.77 in.)
Enveloppen
A 3.0 mm (0.12 in.)
B Behalve voor C4:
5.0 mm (0.20 in.)
C4:
9.5 mm (0.37 in.)
C 18.0 mm (0.71 in.)
D 47.0 mm (1.85 in.)
Gebruikershandleiding
Bijlage
229
Scannerspecicaties
Type scanner Flatbed
Foto-elektrisch apparaat CIS
Eectieve pixels 10200×14040 pixels (1200 dpi)
Maximaal documentformaat 216×297 mm (8.5×11.7 inch)
A4, Letter
Scanresolutie 1200 dpi (hoofdscan)
2400 dpi (subscan)
Outputresolutie 50 tot 9600 dpi in stappen van 1 dpi
Kleurdiepte Kleur
48 bits per pixel intern (16 bits per pixel per interne kleur)
24 bits per pixel extern (8 bits per pixel per externe kleur)
Grijstinten
16 bits per pixel per intern
8 bits per pixel per extern
Zwart-wit
16 bits per pixel per intern
1 bits per pixel per extern
Lichtbron LED
Interfacespecicaties
Voor computer Hi-Speed USB
Voor extern USB-apparaat Hi-Speed USB
Faxspecicaties
Faxtype Walk-up monochroom (zwart/wit) en kleuren (ITU-T Super Group 3)
Ondersteunde lijnen Standaard analoge telefoonlijnen, PBX (Private Branch Exchange)
telefoonsystemen
Snelheid Tot 33.6 kbps
Gebruikershandleiding
Bijlage
230
Resolutie Monochroom
Standaard: 8 pel/mm×3,85 regel/mm (203 pel/in.×98 line/in.)
Fine: 8 pel/mm×7,7 regel/mm (203 pel/in.×196 line/in.)
Superjn
: 8 pel/mm×15,4 regel/mm (203 pel/in.×392 line/in.)
Ultrajn: 16 pel/mm×15,4 regel/mm (406 pel/in.×392 line/in.)
Kleur
200×200 dpi
Paginageheugen Tot 550 pagina's (indien ontvangen in de ITU-T No.1 monochrome kladmodus)
Opnieuw kiezen
*
2 keer (met intervallen van 1 minuut)
Interface RJ-11-telefoonlijn RJ-11-telefoonsetaansluiting
* De
specicaties
variëren mogelijk per land en regio.
Lijst met netwerkfuncties
Netwerkfuncties en IPv4/IPv6
Functies Ondersteund Opmerkingen
Afdrukken via
netwerk
EpsonNet Print (Windows) IPv4 -
Standard TCP/IP (Windows) IPv4, IPv6 -
Afdrukken via WSD
(Windows)
IPv4, IPv6 Windows Vista of
hoger
Afdrukken via Bonjour (Mac
OS)
IPv4, IPv6 -
IPP-afdrukken (Windows,
Mac OS)
IPv4, IPv6 -
UPnP-afdrukken IPv4 - Informatie-
apparaat
PictBridge-afdrukken (Wi-Fi) IPv4 - Digitale camera
Epson Connect (afdrukken
vanuit e-mail, afdrukken op
afstand)
IPv4 -
AirPrint (iOS, Mac OS) IPv4, IPv6 iOS 5 of hoger, Mac
OS X v10.7 of hoger
Google Cloud Print IPv4, IPv6 -
Gebruikershandleiding
Bijlage
231
Functies Ondersteund Opmerkingen
Scannen via het
netwerk
Epson Scan 2 IPv4, IPv6 -
Event Manager IPv4 - -
Epson Connect (naar de
cloud scannen)
IPv4 -
AirPrint (scannen) IPv4, IPv6 OS X Mavericks of
hoger
ADF (dubbelzijdig scannen) -
Faxen Fax verzenden IPv4 -
Fax ontvangen IPv4 -
AirPrint (faxafdruk) IPv4, IPv6 OS X Mountain
Lion of hoger
Wi-Fi-specicaties
Normen
IEEE 802.11b/g/n
*1, *2
Frequentiebereik 2,4 GHz
Maximaal uitgezonden
radiofrequentievermogen
19.8 dBm (EIRP)
Coördinatiemodi
Infrastructuur, Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt)
*3, *4
Draadloze beveiliging
WEP (64/128 bit), WPA2-PSK (AES)
*5
, WPA2-Enterprise
*1 In overeenstemming met IEEE 802.11b/g/n of IEEE 802.11b/g afhankelijk van de plaats van aanschaf.
*2 IEEE 802.11n is alleen beschikbaar voor de HT20.
*3 Niet ondersteund voor IEEE 802.11b.
*4 De modus voor eenvoudig toegangspunt is compatibel met een wi-verbinding (infrastructuur) of ethernetverbinding.
*5 Voldoet aan WPA2-standaarden met ondersteuning voor WPA/WPA2 Personal.
Ethernetspecicaties
Normen
IEEE802.3i (10BASE-T)
*1
IEEE802.3u (100BASE-TX)
IEEE802.3ab (1000BASE-T)
*1
IEEE802.3az (Energy Ecient Ethernet)
*2
Communicatiemodus Auto, 10Mbps Full duplex, 10Mbps Half duplex, 100Mbps Full duplex, 100Mbps
Half duplex
Aansluiting RJ-45
Gebruikershandleiding
Bijlage
232
*1 Gebruik een STP-kabel (Shielded Twisted Pair) van categorie 5e of hoger om radiostoring te voorkomen.
*2 Het verbonden apparaat moet voldoen aan de IEEE802.3az-normen.
Beveiligingsprotocol
IEEE802.1X
*
IPsec/IP Filtering
SSL/TLS HTTPS Server/Client
IPPS
SMTPS (STARTTLS, SSL/TLS)
SNMPv3
* U hebt een apparaat nodig in overeenstemming met IEEE802.1X.
Ondersteunde services van derden
AirPrint Afdrukken iOS 5 of later/Mac OS X v10.7.x of later
Scannen OS X Mavericks of hoger
Faxen OS X Mountain Lion of hoger
Google Cloud Print
Specicaties van extern USB-apparaat
Apparaten Maximumcapaciteiten
USB-ashstation 2 TB (geformatteerd als FAT, FAT32 of exFAT.)
U kunt de volgende apparaten niet gebruiken:
Apparaten die een special stuurprogramma nodig hebben
Apparaten met beveiligingsinstellingen (wachtwoord, versleuteling en dergelijke)
Epson kan niet garanderen dat extern aangesloten apparaten correct werken.
Gebruikershandleiding
Bijlage
233
Ondersteunde gegevensspecicaties
Bestandsindeling JPEG's (*.JPG) met de Exif-standaard versie 2.31 genomen met digitale camera's
die voldoet aan DCF
*1
versie 1.0 of 2.0
*2
Afbeeldingen die voldoen aan TIFF 6.0 zoals hieronder
RGB kleurenbeelden (niet gecomprimeerd)
Binaire beelden (niet gecomprimeerd of geen CCITT-codering)
Beeldformaat Horizontaal: 80 tot 10200 pixels
Verticaal: 80 tot 10200 pixels
Bestandsgrootte Minder dan 2 GB
Maximum aantal bestanden
JPEG: 9990
*3
TIFF: 999
*1 Design rule for Camera File system (constructieregels voor camerabestandssystemen).
*2 Fotogegevens opgeslagen op digitale camera's met een ingebouwd geheugen zijn niet ondersteund.
*3 Tot 999 bestanden kunnen per keer worden weergegeven. (Als er meer dan 999 bestanden zijn, worden de bestanden
weergegeven in groepen.)
Opmerking:
"×" wordt op het display weergegeven wanneer de printer het aeeldingsbestand niet herkent. Als u in deze situatie een
meervoudige bladindeling hebt geselecteerd in, zullen blanco secties worden afgedrukt.
Dimensies
Alleen de printer
Dimensies Opslagruimte
Breedte: 425 mm (16.7 inch)
Diepte
*1
: 535 mm (21.1 inch)
Hoogte: 357 mm (14.1 inch)
Afdrukken
Breedte: 425 mm (16.7 inch)
Diepte: 578 mm (22.8 inch)
Hoogte: 449 mm (17.7 inch)
Gewicht
*2
Ongev. 18.4 kg (40.6 lb)
*1 Met geïnstalleerde uitvoerlade.
*2 Zonder de inkttoevoereenheden en de stroomkabel.
Printers met mogelijkheden
Dit zijn de afmetingen van de printers met 1 optionele papiercassettes.
Gebruikershandleiding
Bijlage
234
Dimensies Opslagruimte
Breedte: 425 mm (16.7 inch)
Diepte
*1
: 535 mm (21.1 inch)
Hoogte: 457 mm (18.0 inch)
Afdrukken
Breedte: 425 mm (16.7 inch)
Diepte: 578 mm (22.8 inch)
Hoogte: 549 mm (21.6 inch)
Gewicht
*2
Ongev. 23.0 kg (50.7 lb)
*1 Met geïnstalleerde uitvoerlade.
*2 Zonder de inkttoevoereenheden en de stroomkabel.
Elektrische specicaties
Model Model 100 tot 240 V Model 220 tot 240 V
Nominaal frequentiebereik 50 tot 60 Hz 50 tot 60 Hz
Nominale stroom 0.9 tot 0.5 A 0.5 A
Stroomverbruik (met USB-aansluiting) Kopiëren zonder computer: ca. 23 W
(ISO/IEC24712)
Gereedmodus: ca. 10 W
Slaapmodus: ca. 1.5 W
Uitschakelen: ca. 0.2 W
Kopiëren zonder computer: ca. 23 W
(ISO/IEC24712)
Gereedmodus: ca. 10 W
Slaapmodus: ca. 1.5 W
Uitschakelen: ca. 0.2 W
Opmerking:
Controleer het label op de printer voor de juiste spanning.
Voor gebruikers in Europa: raadpleeg de volgende website voor meer informatie over stroomverbruik.
http://www.epson.eu/energy-consumption
Gebruikershandleiding
Bijlage
235
Omgevingsspecicaties
Gebruik Gebruik de printer in het bereik weergegeven in de volgende graek.
Temperatuur: 10 tot 35°C (50 tot 95°F)
Luchtvochtigheid: 20 tot 80% RH (zonder condensatie)
Opslagruimte
Temperatuur: -20 tot 40°C (-4 tot 104°F)
*
Luchtvochtigheid: 5 tot 85% RV (zonder condensatie)
* Opslag bij 40°C (104°F) is mogelijk voor één maand.
Omgevingsspecicaties voor Inkttoevoereenheden
Opslagtemperatuur
-30 tot 40 °C (-22 tot 104 °F)
*
Vriestemperatuur -13 °C (8.6 °F)
De inkt ontdooit en is na ca. 3 uur bij 25 °C (77 °F) bruikbaar.
* Opslag bij 40 °C (104 °F) is mogelijk voor één maand.
Systeemvereisten
Windows 10 (32-bits, 64-bits)/Windows 8.1 (32-bits, 64-bits)/Windows 8 (32-bits, 64-bits)/Windows 7 (32-bits,
64-bits)/Windows Vista (32-bits, 64-bits)/Windows XP SP3 of hoger (32-bits)/Windows XP Professional x64
Edition SP2 of hoger/Windows Server 2016/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012/Windows Server
2008 R2/Windows Server 2008/Windows Server 2003 R2/Windows Server 2003 SP2 of hoger
macOS Sierra/OS X El Capitan/OS X Yosemite/OS X Mavericks/OS X Mountain Lion/Mac OS X v10.7.x/Mac
OS X v10.6.8
Opmerking:
Mac OS biedt mogelijk geen ondersteuning voor sommige toepassingen en functies.
Het UNIX-bestandssysteem (UFS) voor Mac OS wordt niet ondersteund.
Gebruikershandleiding
Bijlage
236
5. Laat de printer op de optionele papiercassette zakken.
6. Plaats de sticker met het cassettenummer.
7. Sluit de stroomkabel en andere kabels weer aan en steek de stekker van de printer in het stopcontact.
8.
Druk op
P
om de printer aan te zetten.
9.
Verwijder de papiercassette en plaats ze terug om te controleren of ze wordt weergegeven op het
Papierinstelling scherm.
Opmerking:
Zorg ervoor dat u de printer uitschakelt, het netsnoer verwijdert en alle kabels loskoppelt alvorens de optionele
papiercassette te de-installeren.
Ga nu verder met het instellen van het printerstuurprogramma.
Gerelateerde informatie
& “Code Optionele papiercassettes” op pagina 237
Gebruikershandleiding
Bijlage
238
De optionele papiercassette in de printerdriver congureren
Om de geïnstalleerde papiercassette te gebruiken, moet de printerdriver de nodige informatie krijgen.
De optionele papiercassette
congureren
in het printerstuurprogramma — Windows
Opmerking:
Meld u aan op uw computer als beheerder.
1. Open de Optionele instellingen in de printereigenschappen.
Windows 10/Windows Server 2016
Rechtsklik op de knop Start en selecteer Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in
Hardware en geluiden. Rechtsklik op uw printer, of houd ingedrukt, en selecteer Printereigenschappen,
en klik dan op het tabblad Optionele instellingen.
Windows 8.1/Windows 8/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012
Selecteer Bureaublad > Instellingen > Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in
Hardware en geluiden. Rechtsklik op uw printer, of houd ingedrukt, en selecteer Printereigenschappen,
en klik dan op het tabblad Optionele instellingen.
Windows 7/Windows Server 2008 R2
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in Hardware en
geluiden. Rechtsklik op uw printer en selecteer Printereigenschappen, en klik dan op het tabblad
Optionele instellingen.
Windows Vista/Windows Server 2008
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Printers in Hardware en geluiden. Rechtsklik op
uw printer en selecteer Eigenschappen, en klik dan op het tabblad Optionele instellingen.
Windows XP/Windows Server 2003 R2/Windows Server 2003
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Printers en andere hardware > Printers en
faxapparaten. Rechtsklik op uw printer en selecteer Eigenschappen, en klik dan op het tabblad Optionele
instellingen.
2. Selecteer Opvragen bij printer en klik dan op Opvragen.
Optionele papierbronnen informatie wordt weergegeven in Actuele printerinformatie.
3. Klik op OK.
De optionele papiercassette in de printerdriver congureren — Mac OS
1. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma).
2.
Stel Onderste cassette in volgens het aantal cassettes.
3. Klik op OK.
Gebruikershandleiding
Bijlage
239
Regelgevingsinformatie
Normen en goedkeuringen
Normen en goedkeuringen voor VS-model
Veiligheid UL60950-1
CAN/CSA-C22.2 No.60950-1
EMC FCC Part 15 Subpart B Class B
CAN/CSA-CEI/IEC CISPR 22 Class B
In dit apparaat is de volgende draadloze module ingebouwd.
Fabrikant: Askey Computer Corporation
Type: WLU6320-D69 (RoHS)
Dit product voldoet aan lid 15 van de FCC-regelgeving en RSS-210 van de IC-regelgeving. Epson aanvaardt geen
enkele verantwoordelijkheid wanneer aan de beschermingsvereisten areuk wordt gedaan ten gevolge van een
niet-geautoriseerde wijziging aan de producten. De werking is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden:
(1) het apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken, en (2) het apparaat moet elke ontvangen
interferentie accepteren, inclusief interferentie die een ongewenste werking van het apparaat kan veroorzaken.
Om radio-interferentie tijdens regulier gebruik te voorkomen, moet dit toestel voor een maximale afscherming
binnenshuis en op voldoende afstand van de ramen worden gebruikt. Voor buitenshuis geïnstalleerde onderdelen
(of de zendantennes ervan) moet een vergunning worden aangevraagd.
Deze apparatuur voldoet aan de FCC/IC-stralingslimieten die zijn vastgesteld voor een niet-gecontroleerde
omgeving en voldoet aan de FCC-blootstellingsrichtlijnen voor radiofrequentie (RF) in Supplement C bij OET65
en RSS-102 van de IC-blootstellingsregels voor radiofrequentie (RF). Deze apparatuur moet zodanig worden
geïnstalleerd en bediend dat de radiator zich op een afstand van ten minste 20 cm (7,9 inch) van het menselijk
lichaam bevindt (met uitzondering van ledematen: handen, polsen, voeten en enkels).
Normen en goedkeuringen voor Europees model
Voor gebruikers in Europa
Seiko Epson Corporation verklaart hierbij dat de volgende radioapparatuur voldoet aan Richtlijn 2014/53/EU. De
volledige tekst van de Verklaring van conformiteit met EU-richtlijnen is beschikbaar via de volgende website.
http://www.epson.eu/conformity
C642A
Alleen voor gebruik in Ierland, Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk, Duitsland, Liechtenstein, Zwitserland, Frankrijk,
België, Luxemburg, Nederland, Italië, Portugal, Spanje, Denemarken, Finland, Noorwegen, Zweden, IJsland,
Kroatië, Cyprus, Griekenland, Slovenië, Malta, Bulgarije, Tsjechië, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen,
Roemenië en Slowakije.
Gebruikershandleiding
Bijlage
240
Epson aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid wanneer aan de beschermingsvereisten areuk wordt gedaan
ten gevolge van een niet-geautoriseerde wijziging aan de producten.
De Duitse blauwe engel
Ga naar de volgende website om te controleren of deze printer voldoet aan de standaarden van de Duitse blauwe
engel.
http://www.epson.de/blauerengel
Beperkingen op het kopiëren
Voor een verantwoord en legaal gebruik van de printer moet eenieder die ermee werkt rekening houden met de
volgende beperkingen.
Het kopiëren van de volgende zaken is wettelijk verboden:
Bankbiljetten, muntstukken en door (lokale) overheden uitgegeven eecten.
Ongebruikte postzegels, reeds van een postzegel voorziene brieaarten en andere ociële, voorgefrankeerde
poststukken.
Belastingzegels en
eecten
uitgegeven volgens de geldende
voorschrien.
Pas op bij het kopiëren van de volgende zaken:
Privé-eecten (zoals aandelen, waardepapieren en cheques), concessiebewijzen enzovoort.
Paspoorten, rijbewijzen, pasjes, tickets enzovoort.
Opmerking:
Het kopiëren van deze zaken kan ook wettelijk verboden zijn.
Verantwoord gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal:
Misbruik van printers is mogelijk door auteursrechtelijk beschermd materiaal zomaar te kopiëren. Tenzij u op
advies van een geïnformeerd advocaat handelt, dient u verantwoordelijkheidsgevoel en respect te tonen door eerst
toestemming van de copyrighteigenaar te verkrijgen voordat u gepubliceerd materiaal kopieert.
De printer vervoeren
Als u de printer moet vervoeren voor een verhuis of reparaties, volg de onderstaande stappen om de printer in te
pakken.
Gebruikershandleiding
Bijlage
241
!
Let op:
Til de printer vanuit een stabiele positie op als u deze verplaatst. Als u de printer optilt vanuit een onstabiele
positie, kunt u gewond raken.
De printer is zwaar en moet daarom altijd met twee of meerdere mensen gedragen worden tijdens het uitpakken
en vervoeren.
Bij het tillen van de printer, plaats uw handen zoals hieronder wordt weergegeven. Als u de printer op een andere
plaats vastneemt, kan de printer vallen of kunnen uw vingers in de printer vast komen te zitten.
Kantel de printer nooit meer dan 10 graden, anders kan hij vallen.
Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten. Anders kunt u zich
verwonden.
c
Belangrijk:
Zorg er bij opslag of transport van de printer voor dat deze niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt
gehouden, anders kan er inkt lekken.
Verwijder de eenheid voor de inktvoorraad niet. Als u de eenheden voor de inktvoorraad verwijdert, kan de
printkop indrogen, waardoor afdrukken niet meer mogelijk is.
1.
Druk op
P
om de printer uit te zetten.
2. Zorg ervoor dat het aan/uit-lampje uit staat en haal dan het netsnoer uit het stopcontact.
c
Belangrijk:
Haal het netsnoer uit het stopcontact als het aan/uit-lampje uit staat. Als u dit niet doet gaat de printkop niet
terug naar de uitgangspositie waardoor de inkt opdroogt en afdrukken niet meer mogelijk is.
3. Koppel alle kabels los zoals het netsnoer en de USB-kabel.
4. Als de printer ondersteuning biedt voor externe opslagapparaten, zorgt u ervoor dat deze niet zijn verbonden.
5. Verwijder al het papier uit de printer.
6. Zorg dat er geen originelen in de printer steken.
Gebruikershandleiding
Bijlage
242
7. Open de scannereenheid met het documentdeksel gesloten. Bevestig de printkop met tape aan het omhulsel.
8. Sluit de scannereenheid.
Gebruikershandleiding
Bijlage
243
9. Verwijder de optionele papiercassette als deze is geïnstalleerd.
10. Verpak de printer zoals hieronder weergegeven.
11. Verwijder de uitvoerlade uit de printer.
12. Plaats de printer in de doos met de beschermende materialen.
Gebruikershandleiding
Bijlage
244
Verwijder de tape die de printkop vasthoudt voordat u de printer opnieuw gebruikt. Reinig en lijn de printkop uit
als de afdrukkwaliteit lager is wanneer u opnieuw afdrukt.
Gerelateerde informatie
& De printkop controleren en reinigen” op pagina 170
& “De printkop uitlijnen” op pagina 171
Copyright
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of
openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,
opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schrielijke toestemming van Seiko Epson
Corporation. Er wordt geen patentaansprakelijkheid aanvaard met betrekking tot het gebruik van de informatie in
deze handleiding. Evenmin wordt aansprakelijkheid aanvaard voor schade die voortvloeit uit het gebruik van de
informatie in deze publicatie. De informatie in dit document is uitsluitend bestemd voor gebruik met dit Epson-
product. Epson is niet verantwoordelijk voor gebruik van deze informatie in combinatie met andere producten.
Seiko Epson Corporation noch haar
lialen
kunnen verantwoordelijk worden gesteld door de koper van dit
product of derden voor schade, verlies, kosten of uitgaven die de koper of derden oplopen ten gevolge van al dan
niet foutief gebruik of misbruik van dit product of onbevoegde wijzigingen en herstellingen of (met uitzondering
van de V.S.) het zich niet strikt houden aan de gebruiks- en
onderhoudsvoorschrien
van Seiko Epson
Corporation.
Seiko Epson Corporation en haar dochterondernemingen kunnen niet verantwoordelijk worden gehouden voor
schade of problemen voortvloeiend uit het gebruik van andere dan originele onderdelen of verbruiksgoederen
kenbaar als Original Epson Products of Epson Approved Products by Seiko Epson.
Seiko Epson Corporation kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade voortvloeiend uit
elektromagnetische interferentie als gevolg van het gebruik van andere interfacekabels die door Seiko Epson
Corporation worden aangeduid als Epson Approved Products.
© 2017 Seiko Epson Corporation
De inhoud van deze handleiding en de specicaties van dit product kunnen zonder aankondiging worden
gewijzigd.
Handelsmerken
EPSON
®
is een gedeponeerd handelsmerk en EPSON EXCEED YOUR VISION of EXCEED YOUR VISION is
een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
Epson Scan 2
soware
is based in part on the work of the Independent JPEG Group.
Gebruikershandleiding
Bijlage
245
Contact opnemen met de klantenservice van Epson
Voordat u contact opneemt met Epson
Als uw Epson-product niet goed functioneert en u het probleem niet kunt verhelpen met de informatie in de
producthandleidingen, neem dan contact op met de klantenservice van Epson. Als uw land hierna niet wordt
vermeld, neemt u contact op met de leverancier bij wie u het apparaat hebt aangescha.
We kunnen u sneller helpen als u de volgende informatie bij de hand hebt:
Het serienummer van de printer
(Het etiket met het serienummer vindt u meestal aan de achterzijde van de printer.)
Het model van de printer
De versie van de printersoware
(Klik op About, Version Info of een vergelijkbare knop in uw toepassing.)
Het merk en het model van uw computer
Naam en versie van het besturingssysteem op uw computer
Naam en versie van de toepassingen die u meestal met de printer gebruikt
Opmerking:
Aankelijk van het apparaat kunnen de gegevens van de snelkieslijst voor fax en/of netwerkinstellingen worden opgeslagen
in het geheugen van het apparaat. Als een apparaat defect raakt of wordt hersteld is het mogelijk dat gegevens en/of
instellingen verloren gaan. Epson is niet verantwoordelijk voor gegevensverlies, voor de back-up of het ophalen van gegevens
en/of instellingen, zelfs niet tijdens een garantieperiode. Wij raden u aan zelf een back-up te maken of notities te nemen.
Hulp voor gebruikers in Europa
In het pan-Europese garantiebewijs leest u hoe u contact kunt opnemen met de klantenservice van Epson.
Gebruikershandleiding
Bijlage
247
247

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Epson WORKFORCE PRO WF-C5710 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Epson WORKFORCE PRO WF-C5710 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 6,47 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Epson WORKFORCE PRO WF-C5710

Epson WORKFORCE PRO WF-C5710 Snelstart handleiding - Nederlands - 4 pagina's

Epson WORKFORCE PRO WF-C5710 Gebruiksaanwijzing - Nederlands - 228 pagina's

Epson WORKFORCE PRO WF-C5710 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 232 pagina's

Epson WORKFORCE PRO WF-C5710 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 254 pagina's

Epson WORKFORCE PRO WF-C5710 Snelstart handleiding - Deutsch, English - 4 pagina's

Epson WORKFORCE PRO WF-C5710 Gebruiksaanwijzing - English - 216 pagina's

Epson WORKFORCE PRO WF-C5710 Gebruiksaanwijzing - English - 239 pagina's

Epson WORKFORCE PRO WF-C5710 Snelstart handleiding - Français, Italiano, Espanõl - 4 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info