444099
1
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/48
Pagina verder
Nederlands
Inleiding
Belangrijke
veiligheidsvoorschriften ............3
Auteursrechten..............................4
Onderdelen en functies van het
bedieningspaneel
Onderdelen ...................................5
Bedieningspaneel .........................6
Omgaan met papier
Papier selecteren ..........................7
Papier laden ..................................8
Omgaan met cd's en dvd's
Cd's en dvd's laden ......................9
Cd/dvd-lade uit het apparaat
verwijderen ..............................10
Afdrukpositie aanpassen............10
Kopiëren
Originelen op de glasplaat
plaatsen ...................................11
Originelen kopiëren ....................12
Foto’s opnieuw afdrukken..........15
Kopiëren op een cd/dvd ...........18
Afdrukken vanaf een
geheugenkaart
Omgaan met
geheugenkaarten...................19
Foto's op een geheugenkaart
controleren ..............................21
Foto's afdrukken ..........................21
Foto’s selecteren en afdrukken
met behulp van een index ....26
Een originele cd/dvd maken.....28
Opgeslagen foto's afdrukken ....30
Rechtstreeks afdrukken vanaf
een digitale camera/mobiele
telefoon/PDA
Vanaf een digitale camera ...... 32
Vanaf een mobiele telefoon .... 33
Opslaan op een geheugenkaart
Foto's en documenten
scannen................................... 34
Onderhoud
Cartridges vervangen................ 35
De printkop controleren en
reinigen.................................... 38
De printkop uitlijnen.................... 39
De taal wijzigen die op het
display wordt weergegeven. 39
De schermbeveiliging instellen . 39
Standaardinstellingen
herstellen ................................. 39
Het apparaat reinigen............... 40
Het apparaat vervoeren ........... 40
Problemen oplossen
Foutberichten.............................. 41
Problemen en oplossingen........ 41
Hulp inroepen ............................. 44
Overzicht van instellingen
bedieningspaneel
r Modus Kopiëren ..................... 45
s Modus Geheugenkaart......... 45
v modus Speciale afdruktaken 46
F Modus Setup............................ 47
Gebruikershandleiding
– voor gebruik zonder computer –
Informatiebronnen
Papieren handleidingen
Hier beginnen
Lees deze poster eerst.
Op deze poster leest u hoe u het apparaat en de software moet
installeren. Tevens vindt u hier instructies voor het laden van
papier en het plaatsen van originelen.
(dit boek)
Gebruikershandleiding – voor gebruik zonder
computer
In dit boek vindt u informatie over het gebruik van het apparaat
zonder dat het op de computer is aangesloten. Zo vindt u hier
instructies voor het kopiëren, het afdrukken vanaf een
geheugenkaart en het afdrukken op een cd/dvd.
Zie het hoofdstuk Problemen oplossen in dit boek als u
problemen ondervindt met het apparaat.
Online handleidingen
Gebruikershandleiding
In deze handleiding vindt u instructies voor het afdrukken en
scannen vanaf de computer en informatie over de software.
Deze handleiding staat op de software-cd-rom en wordt
automatisch met de software meegeïnstalleerd. Dubbelklik op
het pictogram op het bureaublad om deze handleiding te
openen.
Online Help
Elke toepassing die op de software-cd-rom is meegeleverd,
heeft een eigen online Help. Daarin vindt u gedetailleerde
informatie over de toepassing.
Inleiding 3
Nederlands
Inleiding
Belangrijke
veiligheidsvoorschriften
Lees de volgende veiligheidsvoorschriften voordat u
het apparaat in gebruik neemt:
Gebruik alleen het netsnoer dat bij het apparaat
wordt geleverd. Gebruik van een ander snoer
kan leiden tot brand of schokken. Gebruik het
snoer niet voor andere apparatuur.
Controleer of het netsnoer voldoet aan alle
relevante plaatselijke veiligheidsnormen.
Gebruik alleen het type stroombron dat op het
label is aangegeven.
Zet het apparaat in de buurt van een stopcontact
waar u de stekker gemakkelijk uit kunt trekken.
Gebruik geen beschadigd of gerafeld netsnoer.
Als u een verlengsnoer gebruikt voor het
apparaat, mag de totale stroombelasting in
ampère van alle aangesloten apparaten niet
hoger zijn dan de maximale belasting voor het
verlengsnoer. Zorg er bovendien voor dat het
totaal van de ampèrewaarden van alle apparaten
die zijn aangesloten op het wandstopcontact niet
hoger is dan de maximumwaarde die is
toegestaan voor het stopcontact.
Vermijd plaatsen die onderhevig zijn aan snelle
wisselingen in temperatuur of luchtvochtigheid,
schokken en trillingen, of waar het stoffig is.
Laat rondom het apparaat voldoende ruimte vrij
voor een goede ventilatie. De openingen in de
behuizing mogen niet worden geblokkeerd of
afgedekt. Steek geen voorwerpen door de
openingen in het apparaat.
Zet het apparaat niet in de buurt van een
radiator of andere warmtebronnen, en niet in
de volle zon.
Plaats het apparaat op een vlakke, stabiele
ondergrond die rondom groter is dan het
apparaat. Het apparaat werkt niet goed als het
scheef staat.
Zet het apparaat met de achterkant minimaal
10 cm van de muur.
Open de scannereenheid nooit tijdens het
kopiëren, afdrukken of scannen.
Mors geen vloeistof op het apparaat.
Gebruik geen spuitbussen met ontvlambare
stoffen in of in de buurt van het apparaat. Dit kan
brand veroorzaken.
Probeer het apparaat niet zelf te repareren, tenzij
in de documentatie uitdrukkelijk wordt
uitgelegd hoe u dit moet doen.
Haal in de volgende gevallen de stekker uit
het stopcontact en doe een beroep op een
onderhoudstechnicus: als het netsnoer of de
stekker beschadigd is, als er vloeistof in het
apparaat is gekomen, als het apparaat is gevallen
of als de behuizing beschadigd is, als het
apparaat niet normaal werkt of als er een
duidelijke wijziging in de prestaties optreedt.
Wijzig alleen instellingen waarvoor de
handleiding een procedure bevat.
Zorg er bij opslag of transport van het apparaat
voor dat het niet wordt gekanteld, op de zijkant
geplaatst of ondersteboven wordt gehouden.
Anders kan er inkt uit de cartridge lekken.
Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat
uw vingers niet klem komen te zitten.
Veiligheidsvoorschriften met
betrekking tot cartridges
Houd cartridges buiten het bereik van kinderen
en slik de inkt niet in.
Wees voorzichtig met gebruikte cartridges. Er
kan inkt rond de inkttoevoer kleven. Als u inkt
op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met
water en zeep. Als u inkt in uw ogen krijgt, moet
u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water.
Raadpleeg onmiddellijk een arts als u ondanks
grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen
of ongemak blijft ondervinden.
Steek uw hand niet in het apparaat en raak de
cartridges niet aan tijdens het afdrukken.
Schud de cartridges niet. Dit kan lekken
veroorzaken.
Installeer een nieuwe cartridge meteen na het
verwijderen van een lege cartridge. Als u geen
nieuwe cartridge installeert, kan de printkop
indrogen, waardoor afdrukken niet meer
mogelijk is.
4 Inleiding
Als u een cartridge verwijdert voor later gebruik,
dient u de inkttoevoer te beschermen tegen vuil
en stof. Bewaar de cartridge in dezelfde
omgeving als het apparaat. Een ventieltje in de
inkttoevoer maakt een deksel of stop overbodig,
maar de inkt kan wel vlekken geven op
voorwerpen die tegen dit deel van de cartridge
komen. Raak de cartridge, de inkttoevoer en het
gebied eromheen niet aan.
Waarschuwingen,
Voorzorgsmaatregelen en
Opmerkingen
Let bij het lezen van de instructies op de volgende
aanduidingen:
Auteursrechten
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd,
opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand
of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op
enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door
fotokopieën, opnamen of op enige andere manier,
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
Seiko Epson Corporation. De hierin beschreven
informatie is alleen bedoeld voor gebruik bij dit
apparaat. Epson is niet verantwoordelijk voor het
gebruik van deze informatie bij andere printers.
Seiko Epson Corporation noch zijn filialen kunnen
verantwoordelijk worden gesteld door de koper van
dit product of derden voor schade, verlies, kosten of
uitgaven die de koper of derden oplopen ten gevolge
van al dan niet foutief gebruik of misbruik van dit
product of onbevoegde wijzigingen en herstellingen
of (met uitzondering van de V.S.) het zich niet strikt
houden aan de gebruiks- en
onderhoudsvoorschriften van Seiko Epson
Corporation.
Seiko Epson Corporation kan niet verantwoordelijk
worden gesteld voor schade of problemen
voortvloeiend uit het gebruik van andere dan
originele onderdelen of verbruiksgoederen kenbaar
als Original Epson Products of Epson Approved
Products by Seiko Epson.
Seiko Epson Corporation kan niet verantwoordelijk
worden gesteld voor schade voortvloeiende uit
elektromagnetische storingen die plaatsvinden door
het gebruik van andere interfacekabels dan kenbaar
als Epson Approved Products by Seiko Epson
Corporation.
EPSON
®
is een gedeponeerd handelsmerk en
EPSON STYLUS en Exceed Your Vision zijn
handelsmerken van Seiko Epson Corporation.
PRINT Image Matching™ en het PRINT Image
Matching-logo zijn handelsmerken van Seiko Epson
Corporation. Copyright © 2001 Seiko Epson
Corporation. Alle rechten voorbehouden.
USB DIRECT-PRINT™ en het USB
DIRECT-PRINT-logo zijn handelsmerken van Seiko
Epson Corporation. Copyright © 2002 Seiko Epson
Corporation. Alle rechten voorbehouden.
DPOF™ is een handelsmerk van CANON INC.,
Eastman Kodak Company, Fuji Photo Film Co., Ltd.
en Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.
SDHC™ is een handelsmerk.
Memory Stick, Memory Stick Duo, Memory Stick
PRO, Memory Stick PRO Duo, Magic Gate Memory
Stick en Magic Gate Memory Stick Duo zijn
handelsmerken van Sony Corporation.
xD-Picture Card is een handelsmerk van Fuji
Photo Film Co., Ltd.
Zip
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Iomega
Corporation.
Bluetooth is een handelsmerk van Bluetooth SIG,
Inc., U.S.A. en is licentie verleend aan Seiko Epson
Corporation.
Algemene kennisgeving: andere productnamen
vermeld in deze uitgave dienen uitsluitend als
identificatie en kunnen handelsmerken zijn van hun
respectieve eigenaars. Epson maakt geen enkele
aanspraak op enige rechten op deze handelsmerken.
Copyright © 2006 Seiko Epson Corporation.
All rights reserved.
w Waarschuwing:
Waarschuwingen moet u zorgvuldig in acht nemen om
lichamelijk letsel te voorkomen.
c Let op:
Voorzorgsmaatregelen worden aangegeven met "Let op"; u
moet deze naleven om schade aan het apparaat te voorkomen.
Opmerking:
Opmerkingen bevatten belangrijke informatie over het
apparaat.
Tip:
Tips bevatten handige aanwijzingen voor het gebruik van het
apparaat.
Onderdelen en functies van het bedieningspaneel 5
Nederlands
Onderdelen en functies van het
bedieningspaneel
Onderdelen
zijgeleider
papiertoevoer
voorlade
papiersteun
voordeksel
ladehendel
klepje
geheugenkaartsleuven
sleuven voor
geheugenkaarten
glasplaat
infraroodpoort
deksel
cartridgeklep
scannereenheid
cd/dvd-lade
bedieningspaneel
verlengstuk
voorlade
netaansluiting
USB-kabel
adapter* voor cd/dvd
van 8 cm
beschermkap papiertoevoer
USB-poort (externe
interface)
* Zie de online
gebruikershandleiding op de
software-cd-rom voor meer
informatie over het gebruik
van de adapter.
6 Onderdelen en functies van het bedieningspaneel
Bedieningspaneel
Het ontwerp van het bedieningspaneel kan per land verschillen.
Knoppen
Display
Op het display wordt een voorbeeld van de geselecteerde afbeeldingen weergegeven of de instellingen die u met
de knoppen kunt wijzigen.
Als u gedurende drie minuten geen knoppen indrukt, wordt het apparaat gedeactiveerd. Wanneer
Schermbeveiliging inst. is ingesteld op Gegevens kaart (& De schermbeveiliging instellen op pagina 39) wordt
een diavoorstelling gestart. Wanneer het apparaat gedurende 13 minuten gedeactiveerd is geweest, wordt het display
uitgeschakeld om energie te besparen en worden de LED's voor de modusknoppen met de klok mee in- en
uitgeschakeld. Druk op een willekeurige knop (behalve P Aan) om terug te keren naar het laatst weergegeven scherm.
Knoppen Functie Knoppen Functie
1 P Aan Druk hierop om het apparaat aan
en uit te zetten.
6 y [Terug] Druk hierop om de huidige
bewerking op het display te
annuleren en terug te keren naar het
vorige menu.
2 Modus r Kopiëren Druk hierop om een foto of
document te kopiëren.
7 udlr
Bladerknop
met vier
pijltjes
Druk hierop om menuopties te
selecteren.
s
[Geheugen-
kaart]
Druk hierop om foto's af te drukken
vanaf een geheugenkaart.
OK Druk hierop om de geselecteerde
instellingen te activeren.
v
[ modus
Speciale
afdruktaken]
Druk hierop om op cd's/dvd's af te
drukken, kopieën te maken of
verkleurde foto's te herstellen.
8 Exemplaren
(+ en -)
Druk hierop om het aantal kopieën
in te stellen of het scangebied te
wijzigen.
3 G
[Display/Bijsnijden]
Druk hierop om de weergave van
foto's op het display te wijzigen
wanneer u foto's selecteert en om
een geselecteerde foto bij te snijden.
9 x [Start] Druk hierop om het kopiëren en
afdrukken te starten.
4 F [Setup] Druk hierop om onderhoudspro-
gramma's te gebruiken of om di-
verse instellingen aan te passen.
10 y [Stop/Wissen] Druk hierop om het kopiëren en
afdrukken te stoppen of om de
opgegeven instellingen te annuleren.
5 x
[Afdrukinstellingen]
Druk hierop om voor elke modus
de gedetailleerde instellingen weer
te geven.
1 2 3 4 5 6 7 8910
Pictogrammen
Tekst
Omgaan met papier 7
Nederlands
Omgaan met papier
Epson heeft een uitgebreid assortiment speciale
papiersoorten. Wanneer u deze afdrukmaterialen
gebruikt in combinatie met een printer en inkt van
Epson, bent u verzekerd van een uitstekend
resultaat. Welk soort papier u kiest, bepaalt hoe uw
afdruk eruit komt te zien. Het is dus belangrijk dat u
het juiste papier kiest voor uw specifieke wensen.
Papier selecteren
Voor een snel kopietje of een proefafdruk van een
foto is gewoon papier prima. Maar voor het beste
resultaat gebruikt u inkjetpapier dat Epson speciaal
voor het apparaat heeft ontwikkeld.
Vóór het afdrukken moet u eerst de juiste
papiersoort selecteren op het display. Deze instelling
is belangrijk omdat hierdoor wordt bepaald hoe de
inkt op het papier wordt aangebracht.
U kunt kiezen uit de volgende papiersoorten en
instellingen:
*1 U kunt papier gebruiken met een gewicht van 64 tot 90 g/m
2
.
*2 Dit papierformaat is alleen beschikbaar in de kopieermodus.
*3 Dit papierformaat/deze papiersoort is alleen beschikbaar bij het
afdrukken vanaf geheugenkaart, digitale camera of mobiele
telefoon.
Pap.soort Pap.form. Instelling
voor
papiersoort
Laadcapa
citeit
Plain paper *1
(Gewoon
papier)
A4 Plain Paper
(Gewoon
papier)
12 mm
A5 *2
Epson Bright
White Ink Jet
Paper (Epson
Inkjetpapier
helderwit)
A4 80 vel
Epson Premium
Ink Jet Plain
Paper (Epson
Gewoon
inkjetpapier
Premium)
A4 100 vel
Epson Matte
Paper-Heavywe
ight (Epson Mat
papier zwaar)
A4 Epson Matte
(Epson Mat
papier)
20 vel
Epson Photo
Quality Ink Jet
Paper (Epson
Inkjetpapier
fotokwaliteit)
A4 100 vel
Epson Premium
Glossy Photo
Paper (Epson
Fotopapier
glanzend
Premium)
10 × 15 cm
(4 × 6 inch)
13 × 18 cm
(5 × 7 inch)
A4
Epson
Premium
Glossy Photo
Paper (Epson
Fotopapier
glanzend
Premium)
20 vel
Epson Premium
Semigloss
Photo Paper
(Epson
Fotopapier
halfglanzend
Premium)
10 × 15 cm
(4 × 6 inch)
A4
Epson Ultra
Glossy Photo
Paper (Epson
Fotopapier
ultraglanzend)
10 × 15 cm
(4 × 6 inch)
13 × 18 cm
(5 × 7 inch)
A4
Epson Ultra
Glossy Photo
Paper (Epson
Fotopapier
ultraglanzend)
20 vel
Epson Glossy
Photo Paper
(Epson
Fotopapier
glanzend)
10 × 15 cm
(4 × 6 inch)
13 × 18 cm
(5 × 7 inch)
A4
Photo Paper
(Fotopapier)
20 vel
Epson Photo
Stickers 16 *3
(Epson
Fotostickers 16)
A6 Epson Photo
Stickers
(Epson
Fotostickers)
1 vel
Epson Photo
Stickers 4 *3
(Epson
Fotostickers 4)
A6
Pap.soort Pap.form. Instelling
voor
papiersoort
Laadcapa
citeit
8 Omgaan met papier
Papier laden
1. Open de papiersteun en schuif hem uit.
2. Open het voordeksel.
3. Schuif de voorlade uit.
Opmerking:
Controleer of de voorlade in de papierstand (lage stand)
staat. Als dit niet zo is, zet u de ladehendel omhoog en plaatst
u de voorlade opnieuw.
4. Plaats het papier zoals hieronder wordt getoond.
Opmerking:
Laad nooit meer dan het aanbevolen aantal vellen in het
apparaat. Kijk altijd goed of de op het apparaat ingestelde
papiersoort overeenkomt met het papier dat u hebt geladen
(& “Papier selecteren” op pagina 7).
voordeksel
voorlade
Plaats het papier
achter de
uitsteeksels.
De afdrukzijde is
meestal witter of
lichter dan de
achterkant van
het papier.
Het papier moet
onder de pijl
aan de binnen-
zijde van de
linkerzijgeleider
blijven.
A4
10 × 15 cm
(4 × 6 inch) en
13 × 18 cm
(5 × 7 inch)
Omgaan met cd's en dvd's 9
Nederlands
Omgaan met cd's en dvd's
U kunt rechtstreeks afdrukken op cd's en dvd's die
afdrukbaar zijn met inkjetprinters via de
cd-/dvd-lade.
c Let op:
U kunt niet afdrukken op thermisch afdrukbare cd's en dvd's.
Tip:
Als u wilt afdrukken op 8-cm mini-cd's, gebruikt u EPSON Print CD
op de cd-rom met printersoftware. Volg de instructies in de online
Gebruikershandleiding.
Cd's en dvd's laden
Opmerking:
Zorg ervoor dat de gegevens, muziek of video op de met
inkjectprinters afdrukbare cd's/dvd's zijn gebrand voordat u het
afdrukken start. Als u dit niet doet, kunnen vuil of krassen op
het oppervlak fouten tijdens het branden veroorzaken.
Wanneer u grote aantallen cd's/dvd's wilt afdrukken, is het
verstandig om eerst een proefafdruk van een klein gedeelte te
maken. Wacht vervolgens een dag en ga na of u tevreden bent
over de kwaliteit.
1. Zet het apparaat aan en open de voorklep.
2. Beweeg de ladehendel omlaag totdat de
voorlade zich in de cd/dvd-stand bevindt
(bovenste stand).
c Let op
Raak de voorlade niet aan wanneer u de ladehendel
beweegt.
Beweeg de ladehendel niet wanneer het apparaat actief is.
Opmerking:
Voordat u de ladehendel beweegt, moet u ervoor zorgen dat
de voorlade geen papier of andere objecten bevat en dat
deze niet is uitgeschoven.
3. Plaats de cd/dvd op de cd/dvd-lade met de
labelkant omhoog. (Zorg ervoor dat het
oppervlak schoon is.)
Opmerking:
Gebruik de cd/dvd-lade die bij het apparaat is geleverd.
U kunt deze lade niet voor andere apparaten gebruiken.
4. Plaats de lade zo in het product, dat de
markeringspijl op de cd/dvd-lade is uitgelijnd
met de markeringspijl op de voorlade.
Zorg er daarbij voor dat u beide randen van de
cd/dvd-lade in de beugels op de voorlade
schuift.
c Let op
Plaats de cd/dvd-lade niet wanneer de printer actief is. Als u
dat toch doet, kan het apparaat beschadigd raken of kunnen
er vuil of krassen op het oppervlak van de cd/dvd komen.
Plaats de
cd/dvd-lade langs
de zijge leider.
10 Omgaan met cd's en dvd's
Cd/dvd-lade uit het apparaat
verwijderen
1. Zorg ervoor dat het afdrukken is voltooid.
2. Verwijder de cd/dvd-lade door deze recht uit de
voorlade te trekken.
3. Beweeg de ladehendel omhoog om de positie
van de voorlade te wijzigen.
Afdrukpositie aanpassen
Als de afgedrukte afbeelding niet gecentreerd is op
de cd/dvd, kunt u de afdrukpositie aanpassen.
1. U kunt desgewenst een proefafdruk maken met
een extra cd/dvd.
2. Druk op F [Setup].
3. Gebruik de knop l of r om de Afdrukpositie te
selecteren en druk vervolgens op OK om deze
modus te activeren.
4. Gebruik de knop u of d om Cd/dvd te
selecteren.
5. Druk op de knop r om het volgende venster
weer te geven:
6. Gebruik de knop u of d om de afdrukpositie H/L
aan te passen en gebruik de knop l of r om de
afdrukpositie L/R aan te passen.
7. Druk op de knop OK om de nieuwe instelling toe
te passen.
Opmerking:
Omdat de instellingen van het apparaat worden bewaard
nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld, hoeft u de
afdrukpositie niet telkens opnieuw aan te passen wanneer u
een cd/dvd afdrukt.
Opties Beschrijving
H/L De afdrukpositie van de cd/dvd omhoog
of omlaag verplaatsen.
U kunt deze in stappen van 0,1 mm
wijzigen van -2 tot +2 mm.
L/R De afdrukpositie van de cd/dvd naar
links of rechts verplaatsen.
U kunt deze in stappen van 0,1 mm
wijzigen van -2 tot +2 mm.
1. De cd/dvd omhoog verplaatsen.
2. De cd/dvd naar rechts verplaatsen.
3. De cd/dvd omlaag verplaatsen.
4. De cd/dvd naar links verplaatsen.
Kopiëren 11
Nederlands
Kopiëren
U kunt documenten en foto's kopiëren zonder dat u
daarvoor een computer nodig hebt.
Houd bij het kopiëren rekening met het volgende:
Het formaat van de kopie kan afwijken van dat
van de originele afbeelding.
Afhankelijk van het soort papier dat u gebruikt,
kan de afdrukkwaliteit boven en onder aan de
afdruk minder zijn of kunnen deze delen vegen
vertonen.
Als tijdens het kopiëren wordt aangegeven dat
de inkt bijna op is, kunt u doorgaan met kopiëren
tot de inkt helemaal op is, maar u kunt ook
stoppen en de cartridge vervangen.
Houd de glasplaat schoon.
Het document of de foto moet goed plat op de
glasplaat liggen. Anders wordt de kopie
onscherp.
Trek niet aan het papier dat wordt bedrukt. Het
papier komt automatisch uit de printer.
Originelen op de glasplaat
plaatsen
1. Open het deksel en leg uw origineel met de
bedrukte zijde naar beneden tegen de
linkerbovenhoek van de glasplaat.
2. Sluit het deksel voorzichtig zodat het origineel
niet verschuift.
c Let op:
Klap het deksel nooit te ver open en plaats geen zware
voorwerpen boven op het apparaat.
Voor het kopiëren van dikke of grote documenten
kunt u het deksel verwijderen. Daartoe opent u het
deksel en trekt u het recht omhoog.
Als u het document moet aandrukken tijdens het
kopiëren, let er dan op dat u niet te hard drukt en dat
u het document niet verschuift.
12 Kopiëren
Wanneer u klaar bent, brengt u het deksel weer op
zijn plaats aan door de uitstekende delen terug te
schuiven in de daarvoor bestemde openingen.
Een originele cd/dvd plaatsen
Als u labelontwerp van de originele cd/dvd wilt
kopiëren, plaatst u de originele cd/dvd in het
midden van de glasplaat zoals hieronder is
aangegeven.
Originelen kopiëren
Tip:
Gewoon kopieerpapier is prima voor een gewone kopie. Als
haarscherpe tekst en levendige kleuren gewenst zijn, probeer
dan een van de speciale papiersoorten van Epson (& “Papier
selecteren” op pagina 7).
U kunt duurzame foto's van professionele kwaliteit afdrukken
(& Foto’s opnieuw afdrukken op pagina 15).
1. Laad het papier (& pagina 8).
2. Plaats het origineel op de glasplaat
(& “Originelen op de glasplaat plaatsen” op
pagina 11).
3. Druk op de knop r [modus Kopiëren].
Opmerking:
Omdat altijd de laatstgebruikte instellingen worden gebruikt,
moet u altijd controleren of deze overeenkomen met de door
u gewenste instellingen.
4. Gebruik de knop u of d om een menuoptie te
selecteren en gebruik de knop l of r om een
instellingsoptie te selecteren. Gebruik de knop
Exemplaren + of - om het aantal kopieën in
te stellen.
Opmerking:
Wanneer u Kop. cd/dvd als Lay-out selecteert, kunt u het
aantal kopin niet wijzigen.
5. Druk op de knop x [Afdrukinstellingen] en
wijzig de instellingen (& “Speciale
afdrukinstellingen selecteren” op pagina 13).
Druk vervolgens op OK om de nieuwe
instellingen toe te passen.
6. Druk op de knop x [Start]. Het document wordt
gekopieerd.
Als u het kopiëren wilt stopzetten, drukt u op de
knop y Stop/Wissen.
Tip:
Wanneer u lichtere of donkerdere kopieën wilt maken, drukt u op
de knop x [Afdrukinstellingen] en wijzigt u Kop.dichtheid.
Pictogrammen Tekst
Selecteer Kleur voor kleurenkopieën of Zwart-wit
voor zwart-witkopin.
Selecteer het type document dat u wilt kopiëren.
Selecteer een lay-outoptie (& “Een lay-out voor de
kopin selecteren op pagina 13).
Kopiëren 13
Nederlands
Een lay-out voor de kopieën
selecteren
1. Druk op de knop r [modus Kopiëren].
2. Gebruik de knop u of d om de Lay-out te
selecteren en druk vervolgens op de knop r.
3. Gebruik de knop u of d om een van deze
lay-outopties te selecteren en druk vervolgens
op OK.
* Randloos kopiëren is alleen beschikbaar als u
gebruikmaakt van Epson-fotopapier met de aangegeven
papierformaten (& “Papier selecteren” op pagina 7). Als u
de lay-out Randloos selecteert, wordt de afbeelding
enigszins vergroot en bijgesneden om het vel papier te
vullen. Als u ziet dat de afdrukkwaliteit onder aan de afdruk
lager is, kunt u proberen om een lay-out met randen te
gebruiken.
Speciale afdrukinstellingen
selecteren
U kunt verschillende papierformaten en -soorten van
Epson kiezen om de gewenste resultaten te bereiken.
1. Druk op de knop r [modus Kopiëren].
2. Druk op de knop x [Afdrukinstellingen].
3. Gebruik de knop u of d om een menuoptie te
selecteren en druk vervolgens op de knop r.
4. Gebruik de knop u of d om een instellingsoptie
te selecteren en druk vervolgens op OK om de
nieuwe instelling toe te passen.
Lay-outinstelling voor
kopie
Resultaat
Met rand
Hiermee kopieert u het
origineel met een
standaardmarge van
3mm.
Randloos*
Hiermee kopieert u de
volledige foto, tot aan de
randen van het papier.
Kop. cd/dvd
Hiermee kopieert u de
foto naar een cd- of
dvd-label met de functie
Aut.voll.pag.
(& Kopiëren op een
cd/dvd op pagina 18).
Kop. 2-op-1
Hiermee kopieert u twee
originelen op één vel
(& Twee originelen op
één vel kopiëren” op
pagina 14).
Kop. herh.
Hiermee drukt u een foto
op ware grootte zo vaak
mogelijk op hetzelfde vel
papier af.
Herhalen-4
Hiermee drukt u een foto
viermaal op hetzelfde vel
papier af.
Zoom Selecteer Werkelijk om de foto’s op
ware grootte af te drukken. Selecteer
Aut.voll.pag voor afdrukken zonder
randen en om de afmetingen van de
afbeelding aan te passen aan
uiteenlopende gangbare papierformaten.
U kunt de afmetingen van het origineel
ook aanpassen aan een specifieke
schaal met de knop Exemplaren + of -.
Pap.soort Selecteer het soort papier dat in de
papiertoevoer ligt (& Papier selecteren”
op pagina 7).
Pap.form. Selecteer het papierformaat dat in de
papiertoevoer ligt.
Kwaliteit Selecteer de kwaliteit van de
gekopieerde documenten.
Kop.dichtheid Selecteer de dichtheid van de
gekopieerde documenten. U kunt een
waarde gebruiken van - 4 tot + 4.
14 Kopiëren
Opmerking over kopiëren op cd/dvd:
Het afdrukgebied van een cd/dvd wordt als
volgt gllustreerd.
Opmerking:
Wanneer u op de volgende gedeelten van de schijf afdrukt,
komen er mogelijk inktvlekken op de cd/dvd-lade terecht.
Twee originelen op één vel kopren
1. Laad het papier (& pagina 8).
2. Leg het eerste origineel op de glasplaat
(& “Originelen op de glasplaat plaatsen” op
pagina 11).
3. Druk op de knop r [modus Kopiëren].
4. Gebruik de knop u of d om een menuoptie te
selecteren en gebruik de knop l of r om een
instellingsoptie te selecteren. Gebruik de knop
Exemplaren + of - om het aantal kopieën in
te stellen.
Opmerking:
Wanneer u Kop. 2-op-1 als lay-outinstelling kiest zonder
twee originelen te selecteren, wordt op het papier witruimte
opengelaten.
5. Druk op OK.
6. Druk op de knop x [Afdrukinstellingen]
en wijzig de instellingen (& “Speciale
afdrukinstellingen selecteren” op pagina 13).
Druk vervolgens op OK om de nieuwe
instellingen toe te passen.
7. Druk op de knop x [Start]. Het eerste origineel
wordt gescand en het kopiëren wordt gestart.
8. Zodra het eerste origineel gescand is, plaatst u
het tweede origineel op de glasplaat.
Vergrot. Selecteer de mate waarin u de
afbeelding wilt vergroten wanneer u
Randloos selecteert.
Standaard: er worden geen randen
afgedrukt. (De afbeelding wordt
enigszins vergroot en bijgesneden om
het vel papier te vullen.)
Mid.: laag vergrotingspercentage.
(Mogelijk worden marges afgedrukt.)
Min.: laagste vergrotingspercentage.
(Mogelijk worden marges afgedrukt.)
Cd
binnen/buiten
Selecteer de optie voor het wijzigen van
de afdrukpositie voor de binnen- en
buitendiameter van het cd/dvd-label.
Binnen: 18 - 46 mm
Buiten: 114 - 120 mm
Binnenste hubgedeelte 18 tot 42 mm
Buitenrandgedeelte 117 tot 120 mm
Selecteer Kleur voor kleurenkopieën of Zwart-wit
voor zwart-witkopin.
Selecteer Tekst, Illustr. of Foto.
Selecteer Kop. 2-op-1 om twee originelen per vel te
kopiëren (& “Een lay-out voor de kopieën
selecteren” op pagina 13).
Pictogrammen Tekst
Kopiëren 15
Nederlands
9. Druk nogmaals op de knop x [Start]. Het tweede
origineel wordt gescand en de kopie wordt
afgedrukt.
Als u het kopiëren wilt stopzetten, drukt u op de
knop y Stop/Wissen.
Foto’s opnieuw afdrukken
1. Plaats het fotopapier (& pagina 8) waarop u wilt
afdrukken in de papiertoevoer.
2. Plaats de foto op de glasplaat (& “Originelen op
de glasplaat plaatsen” op pagina 11).
3. Druk op de knop v [modus Speciale
afdruktaken].
4. Gebruik de knop l of r om Foto's opn.
afdr./herst. te selecteren en druk vervolgens
op OK.
5. Open het menu met de knop r. Gebruik de knop
u of d om een instellingsoptie voor kleurherstel
te selecteren en druk vervolgens op OK
(& “Verkleurde foto's opfrissen” op pagina 17).
6. Druk nogmaals op OK en volg de informatie die
op het display wordt weergegeven. Druk op OK.
Er wordt een afdrukvoorbeeld van de foto
gemaakt.
7. Gebruik de knop Exemplaren + of - om het
aantal kopieën in te stellen (1 tot en met 99).
8. Druk op de knop x [Afdrukinstellingen] en
wijzig de instellingen (& “Speciale
afdrukinstellingen selecteren” op pagina 17).
Druk vervolgens op OK om de nieuwe
instellingen toe te passen.
9. Druk op de knop x [Start]. De foto wordt
afgedrukt.
Als u het kopiëren wilt stopzetten, drukt u op de
knop y Stop/Wissen.
Opmerking:
Als u de lay-out Randloos selecteert, wordt de afbeelding
enigszins vergroot en bijgesneden om het vel papier te vullen.
Als de randen niet worden meegekopieerd, moet u het origineel
iets verder uit de hoek leggen.
Pictogrammen Tekst
16 Kopiëren
Meerdere foto's kopiëren
Leg elke foto horizontaal (zie illustratie) als u
meerdere foto's tegelijk wilt afdrukken.
Opmerking:
U kunt tien foto’s van 10 × 15 cm (4 × 6 inch) tegelijk kopiëren.
Als de randen van de foto's niet goed wordt afgedrukt, kunt u
beter één foto tegelijk kopiëren.
Leg uw foto 5 mm van de rand van de glasplaat. Ook wanneer
u twee foto’s op de glasplaat legt, moet u minimaal 5 mm ruimte
tussen de foto's laten.
U kunt foto's met verschillende formaten tegelijk kopiëren,
zolang de foto’s maar groter zijn dan 30 × 40 mm en deze
allemaal binnen het gebied van 216 × 297 mm passen.
Foto's bijsnijden en vergroten
Wanneer u een foto opnieuw afdrukt, kunt u alleen
het hoofdonderwerp afdrukken terwijl u de rest van
de foto wegsnijdt.
Voordat u start, volgt u de instructies op de
voorgaande pagina's om het fotopapier te laden en
om uw foto's op de glasplaat te leggen. Stel de optie
Herstellen in op Aan, zoals aangegeven (& “Foto’s
opnieuw afdrukken” op pagina 15). Druk
vervolgens op OK. De informatie wordt op het
display weergegeven.
1. Druk op OK. Op het display wordt een
afdrukvoorbeeld van de foto weergegeven.
2. Druk op de knop G [Display/Bijsnijden]. Het
scherm voor bijsnijden wordt weergegeven.
3. Gebruik de knoppen u, d, l en r om het kader
naar het midden van het bij te snijden gebied te
verplaatsen. U kunt de afbeelding ook roteren of
erop inzoomen met de onder aan het display
aangegeven knoppen.
Opmerking:
Als u de positie van het kader opnieuw wilt aanpassen,
drukt u op de knop y [Terug] om naar het vorige scherm terug
te keren.
4. Zodra u het kader over de foto hebt geplaatst,
drukt u op OK.
5. Gebruik de knop Exemplaren + of - om het
aantal kopieën in te stellen (1 tot en met 99).
5mm
5mm
5mm
Knoppen Beschrijving
Exemplaren + Druk hierop om het bij te snijden
gebied te verkleinen.
Exemplaren -] Druk hierop om het bij te snijden
gebied te vergroten.
Bladerknop met
vier pijltjes
Druk hierop om het kader naar het
midden van het bij te snijden
gebied te verplaatsen.
OK Druk hierop om de foto te
vergroten.
Kopiëren 17
Nederlands
6. Druk op de knop x [Afdrukinstellingen]
en wijzig de instellingen (& “Speciale
afdrukinstellingen selecteren” op pagina 17).
Druk vervolgens op OK om de nieuwe
instellingen toe te passen.
7. Druk op de knop x [Start]. De foto wordt
afgedrukt.
Als u het afdrukken wilt annuleren, drukt u op
de knop y Stop/Wissen.
Verkleurde foto's opfrissen
Als uw foto's in de loop van de tijd wat verkleurd
zijn, is het zelfs mogelijk om de kleuren door het
apparaat te laten opfrissen.
Voordat u start, volgt u de instructies op de
voorgaande pagina's om fotopapier te laden en om
uw foto's op de glasplaat te leggen. Stel de optie
Herstellen in op Aan, zoals aangegeven (& “Foto’s
opnieuw afdrukken” op pagina 15).
Opmerking:
U kunt de kleuren herstellen van verkleurde foto's van
maximaal 10 × 15 cm (4 × 6 inch).
U kunt ook de kleuren herstellen van foto's groter dan
10 × 15 cm (4 × 6 inch) wanneer u deze naar uw computer
scant. Zie de online gebruikershandleiding voor meer
informatie.
Speciale afdrukinstellingen
selecteren
U kunt verschillende papierformaten en -soorten van
Epson kiezen om de gewenste resultaten te bereiken.
1. Druk op de knop v [modus Speciale
afdruktaken] en volg de instructies op de
voorgaande pagina's om een afdrukvoorbeeld
van de foto weer te geven (& “Foto’s opnieuw
afdrukken” op pagina 15).
2. Druk op de knop x [Afdrukinstellingen].
3. Gebruik de knop u of d om een menuoptie te
selecteren en druk vervolgens op de knop r.
4. Gebruik de knop u of d om een instellingsoptie
te selecteren en druk vervolgens op OK om de
nieuwe instelling toe te passen.
Pap.soort Selecteer de instelling voor het soort
papier in de papiertoevoer (& “Papier
selecteren” op pagina 7).
Pap.form. Selecteer het papierformaat dat in de
papiertoevoer ligt.
Lay-out Schakel het selectievakje Randloos
in als u de foto zonder witte randen
wilt afdrukken. Anders selecteert u
Met rand.
Kwaliteit Selecteer de kwaliteit van de
gekopieerde documenten.
Vergrot. Wijzig de mate waarin de afbeelding
wordt vergroot wanneer u Randloos
selecteert.
Standaard: er worden geen randen
afgedrukt. (De afbeelding wordt
enigszins vergroot en bijgesneden om
het vel papier te vullen.)
Mid.: laag vergrotingspercentage.
(Mogelijk worden marges afgedrukt.)
Min.: laagste vergrotingspercentage.
(Mogelijk worden marges afgedrukt.)
Kleureffect Selecteer Zwart-wit om de foto in
zwart-wit af te drukken.
18 Kopiëren
Kopiëren op een cd/dvd
U kunt kleurrijke ontwerpen of foto's rechtstreeks op
een cd/dvd kopiëren zonder uw computer te
gebruiken.
1. Plaats de cd/dvd op de cd/dvd-lade en schuif
deze in het apparaat (& “Cd's en dvd's ladenop
pagina 9).
2. Plaats het origineel dat u wilt kopiëren op de
glasplaat (& “Originelen op de glasplaat
plaatsen” op pagina 11). De afbeelding wordt
automatisch bijgesneden en vergroot of
verkleind, zodat deze op het cd/dvd-label past.
3. Druk op de knop r [modus Kopiëren].
4. Gebruik de knop u of d om een menuoptie te
selecteren en gebruik de knop l of r om een
instellingsoptie te selecteren.
Opmerking:
Wanneer u Cd kopiëren als Lay-out selecteert, kunt u het
aantal kopieën niet wijzigen.
5. Druk op de knop x [Afdrukinstellingen]
en wijzig de instellingen (& “Speciale
afdrukinstellingen selecteren” op pagina 13).
Druk vervolgens op OK om de nieuwe
instellingen toe te passen.
Tip:
Wanneer u eerst de uitvoer van de printer wilt controleren,
selecteert u Gewoon papier als instelling voor Pap.soort en
laadt u gewoon papier.
6. Druk op de knop x [Start]. De cd/dvd wordt
afgedrukt.
Als u het kopiëren wilt stopzetten, drukt u op de
knop y Stop/Wissen.
7. Nadat het afdrukken is voltooid, trekt u de lade
uit het apparaat (& “Cd/dvd-lade uit het
apparaat verwijderen” op pagina 10) en wacht u
totdat de cd/dvd volledig droog is voordat u er
wat mee doet.
8. Nadat u het afdrukken op cd/dvd's hebt
voltooid, trekt u de ladehendel omhoog totdat de
voorlade zich weer in de vorige positie bevindt
(& “Cd/dvd-lade uit het apparaat verwijderen
op pagina 10).
Tip:
Als de inkt op de bedrukte cd's/dvd's vlekken veroorzaakt, is het
mogelijk dat u de dichtheid van de inkt moet aanpassen. Doordat de
absorptie van inkt op de cd's/dvd's van verschillende fabrikanten
verschilt, is het mogelijk dat u voor elk merk een andere instelling
moet kiezen. Nadat u de basisinstellingen voor de printer hebt
opgegeven, drukt u op de knop x [Afdrukinstellingen]. Stel de
gewenste Kop.dichtheid in en druk vervolgens op OK.
Selecteer Kleur voor kleurenkopieën of Zwart-wit
voor zwart-witkopin.
Selecteer Tekst, Illustr. of Foto.
Select Kop. cd/dvd (& “Een lay-out voor de kopieën
selecteren” op pagina 13).
Pictogrammen Tekst
Afdrukken vanaf een geheugenkaart 19
Nederlands
Afdrukken vanaf een geheugenkaart
U kunt foto’s rechtstreeks afdrukken vanaf een
geheugenkaart uit een digitale camera. U hoeft de
geheugenkaart alleen maar in het apparaat te steken.
Omgaan met geheugenkaarten
Geschikte kaarten
De geheugenkaart moet aan de volgende vereisten
voldoen.
Geheugenkaart in de sleuf
plaatsen
1. Zet de computer uit of verbreek de verbinding
tussen het apparaat en de computer.
2. Zet het apparaat aan.
3. Open het klepje van de kaartsleuven.
4. Controleer of het kaartlampje uit is en of alle
sleuven leeg zijn. Steek vervolgens de
geheugenkaart in de sleuf.
Kaarttype CompactFlash, Microdrive,
SD Memory Card, SDHC Memory Card,
MultiMediaCard,
miniSD card, miniSDHC card,
microSD card, microSDHC card,
microSD card, microSDHC card,
Magic Gate Memory Stick,
Magic Gate Memory Stick Duo,
Memory Stick Duo,
Memory Stick PRO Duo,
xD-Picture Card, xD-Picture Card Type M
xD-Picture Card Type H
Type medium DCF (Design rule for Camera File system)
versie 1.0 of 2.0
Alle kaarttypen conform standaardversie.
Bestandstype JPEG met Exif versie 2.21 (standaard)
Afbeeldings-
grootte
80 × 80 pixels tot 9200 × 9200 pixels
Aantal
bestanden
Maximaal 999
Geheugen-
kaartlampje
xD-Picture Card
xD-Picture Card Type M
xD-Picture Card Type H
SD Memory Card
SDHC Memory Card
MultiMediaCard
miniSD card*
miniSDHC card*
(* Adapter nodig.)
microSD card*
microSDHC card*
20 Afdrukken vanaf een geheugenkaart
c Let op:
Kijk goed in welke richting u de kaart moet plaatsen. Breng
indien nodig ook altijd eerst de adapter aan voordat u de
kaart plaatst. Anders loopt u het risico dat u de kaart niet
meer uit het apparaat krijgt.
5. Kijk of het kaartlampje knippert en vervolgens
blijft branden.
6. Doe het klepje van de kaartsleuven weer dicht.
c Let op:
Gebruik niet meer dan één geheugenkaart tegelijk.
Duw niet te hard bij het plaatsen van de geheugenkaart.
Geheugenkaarten passen niet helemaal in de sleuf. Wanneer u
te hard duwt, kunt u het apparaat en/of de geheugenkaart
beschadigen.
Laat het klepje dicht zolang er een geheugenkaart in het
apparaat is geplaatst. Zo beschermt u de geheugenkaart en de
sleuf tegen stof en statische elektriciteit. Als u dit niet doet,
kunnen de gegevens op de geheugenkaart verloren gaan of
kan het apparaat schade oplopen.
De statische lading van geheugenkaarten kan storingen
veroorzaken.
Als de geheugenkaart niet op de juiste wijze is geformatteerd,
verschijnt een bericht op het display. Druk in dat geval op de
aangegeven knop om de geheugenkaart te formatteren.
Vervolgens worden alle gegevens op de geheugenkaart gewist.
Opmerking:
Als een digitale camera op het apparaat is aangesloten, moet u die
eerst losmaken voordat u een geheugenkaart in het apparaat steekt.
Geheugenkaart verwijderen
1. Zorg ervoor dat alle afdruktaken zijn voltooid.
2. Open het klepje van de kaartsleuven.
3. Controleer of het kaartlampje niet knippert.
4. Trek de geheugenkaart recht uit de sleuf.
5. Doe het klepje van de kaartsleuven weer dicht.
c Let op:
U mag de geheugenkaart niet verwijderen en het apparaat niet
uitzetten zolang het kaartlampje knippert. U zou gegevens
kunnen verliezen.
Als u Windows 2000 of XP gebruikt, mag u het apparaat niet
uitzetten en de USB-kabel niet losmaken zolang er een
geheugenkaart in het apparaat zit. U zou gegevens op de kaart
kunnen verliezen. Zie de online gebruikershandleiding voor
meer informatie.
Memory Stick
Memory Stick PRO
MagicGate Memory Stick
Memory Stick Duo*
Memory Stick PRO Duo*
MagicGate Memory Stick Duo*
(* Adapter nodig.)
Compact Flash
Microdrive
Afdrukken vanaf een geheugenkaart 21
Nederlands
Foto's op een
geheugenkaart controleren
U kunt alle foto's op een geheugenkaart bekijken.
1. Steek een geheugenkaart in de sleuf
(& pagina 19).
2. Druk op de knop s [modus Geheugenkaart].
3. Gebruik de knop l of r om Diavoorstelling te
selecteren.
4. Druk op OK om de diavoorstelling te starten. De
foto's die in de geheugenkaart zijn opgeslagen,
worden een voor een op het apparaat
weergegeven.
Druk op de knop u of d om de diavoorstelling te
onderbreken en te vervolgen.
Via het menu Diavoorstelling kunt u een foto
afdrukken (& “Foto's afdrukken” op pagina 21).
Druk op OK om de gewenste foto af te drukken.
Druk op de knop x [Afdrukinstellingen] en
wijzig de instellingen (& “Speciale
afdrukinstellingen selecteren” op pagina 22).
Druk vervolgens op de knop x [Start].
Foto's afdrukken
1. Plaats het gewenste soort papier in de
papiertoevoer (& pagina 8).
2. Steek een geheugenkaart in de sleuf
(& pagina 19).
3. Druk op de knop s [modus Geheugenkaart].
4. Gebruik de knop l of r om een van de opties
voor het weergeven/afdrukken van foto's te
selecteren en druk vervolgens op OK.
Pictogrammen Tekst
Instelling Beschrijving
Weergeven en
afdrukken
Hiermee worden alleen de door u
geselecteerde foto's afgedrukt.
Alle foto's
afdrukken
Hiermee drukt u alle foto's op een
geheugenkaart af.
Afdrukken op
datum
Hiermee drukt u foto's af op basis van
de datum waarop deze zijn gemaakt.
Index afdrukken Hiermee drukt u miniaturen af van de
foto's op de geheugenkaart, zodat u
kunt nagaan welke u wilt afdrukken
(& “Foto’s selecteren en afdrukken met
behulp van een index” op pagina 26).
Diavoorstelling Hiermee geeft u een diavoorstelling
weer van alle foto's op de
geheugenkaart (& Foto's op een
geheugenkaart controleren” op
pagina 21).
Opslaan op
geheugenkaart
Hiermee slaat u foto's op een
geheugenkaart op (& Foto's en
documenten scannen” op pagina 34).
Pictogrammen Tekst
22 Afdrukken vanaf een geheugenkaart
5. Volg de onderstaande instructies om op te geven
welke foto's en hoeveel exemplaren u wilt
afdrukken.
6. Druk op de knop x [Afdrukinstellingen]
en wijzig de instellingen (& “Speciale
afdrukinstellingen selecteren” op pagina 22).
Druk vervolgens op OK om de nieuwe
instellingen toe te passen.
7. Druk op de knop x Start. De foto wordt
afgedrukt.
Als u het afdrukken wilt annuleren, drukt u op
de knop y Stop/Wissen.
Speciale afdrukinstellingen
selecteren
U kunt verschillende papierformaten en -soorten van
Epson kiezen om de gewenste resultaten te bereiken.
1. Volg de instructies op de voorgaande pagina's
om de foto's te selecteren die u wilt afdrukken
(& “Foto's afdrukken” op pagina 21).
2. Druk op de knop x [Afdrukinstellingen].
3. Gebruik de knop u of d om een menuoptie te
selecteren en druk vervolgens op de knop r.
4. Gebruik de knop u of d om een instellingsoptie
te selecteren en druk vervolgens op OK om de
nieuwe instellingen toe te passen.
Geselecteerde
optie
Instructies
Weergeven en
afdrukken
Gebruik de knop l of r om een foto te
selecteren en gebruik de knop
Exemplaren + of - om het aantal
kopieën in te stellen.
Alle foto's
afdrukken
Druk op OK. Gebruik de knop
Exemplaren + of - om het aantal
kopieën in te stellen. Met de knop l of r
kunt u alle foto's weergeven.
Afdrukken op
datum
Gebruik de knop u of d om de datum te
selecteren, plaats vervolgens een vinkje
met de knop r en druk op OK. Druk
nogmaals op OK en druk op l of r om
een foto te selecteren. Druk op de knop
Exemplaren + of - om het aantal
kopieën in te stellen.
Diavoorstelling Druk op de knop l of r om de foto te
selecteren die u wilt afdrukken. Druk
vervolgens op OK. Druk op de knop
Exemplaren + of - om het aantal
kopieën in te stellen.
Instelling Beschrijving
Pap.soort Selecteer de instelling voor het soort
papier in de papiertoevoer (& “Papier
selecteren” op pagina 7).
Pap.form. Selecteer het papierformaat dat in de
papiertoevoer ligt.
Lay-out Schakel het selectievakje Randloos in
als u de foto zonder witte randen wilt
afdrukken. U kunt ook Met rand of een
andere lay-outoptie selecteren (& “De
lay-out selecteren” op pagina 23).
Kwaliteit Selecteer de afdrukkwaliteit.
Kleureffect Selecteer Zwart-wit om de foto in
zwart-wit af te drukken. Selecteer Sepia
om de foto sepiakleurig af te drukken.
Verbet. Selecteer PhotoEnhance om de
helderheid, het contrast en de
verzadiging van foto's aan te passen.
Selecteer PIM om de instellingen PRINT
Image Matching of Exif Print van uw
camera te gebruiken.
Rode ogen Selecteer Aan om rode ogen te
corrigeren. (& Rode-ogenreductie” op
pagina 23).
Helderheid Pas deze instelling aan als de afdrukken
te licht of te donker zijn.
Contrast Pas deze instelling aan om het contrast
te vergroten.
Scherpte Pas deze instelling aan als u de foto's
scherper of zachter wilt afdrukken.
Verzadiging Pas deze instelling aan als u de
kleurendichtheid wilt veranderen. Bij een
hogere verzadiging zien kleuren er
levendiger uit, terwijl deze bij een lagere
verzadiging fletser lijken.
Afdrukken vanaf een geheugenkaart 23
Nederlands
Rode-ogenreductie
1. Volg de instructies op de voorgaande pagina's
om de foto's te selecteren die u wilt afdrukken
(& “Foto's afdrukken” op pagina 21).
2. Druk op de knop x[Afdrukinstellingen].
3. Gebruik de knop u of d om Rode ogen te
selecteren en druk vervolgens op de knop r.
4. Gebruik de knop u of d om Aan te selecteren en
druk vervolgens op de knop r.
Opmerking:
Het is afhankelijk van het soort foto of behalve de ogen nog andere
delen van de afbeelding worden gecorrigeerd.
De lay-out selecteren
1. Volg de instructies op de voorgaande pagina's
om de foto's te selecteren die u wilt afdrukken
(& “Foto's afdrukken” op pagina 21).
2. Druk op de knop x [Afdrukinstellingen].
3. Gebruik de knop u of d om de Lay-out te
selecteren en druk vervolgens op de knop r.
4. Gebruik de knop u of d om een van deze
lay-outopties te selecteren en druk
vervolgens op OK.
*Wanneer de geheugenkaart P.I.F.-kadergegevens
bevat, kunt u via de optie Lay-out uw foto
afdrukken.
Opmerking:
Bij de meeste lay-outs met meerdere foto's wordt het ingestelde
aantal exemplaren van elke geselecteerde foto per vel afgedrukt.
Wanneer u Kop. 4-op-1 als lay-outinstelling kiest zonder vier
foto's te selecteren, wordt voor de ontbrekende foto's witruimte
opengelaten.
Datum Hiermee drukt u de datum waarop de foto
genomen is af met een van de volgende
notaties:
jjjj.mm.dd (2006.04.13), mmm.dd.jjjj
(Apr.13.2006), dd.mmm.jjjj
(13.Apr.2006) of Geen (geen datum).
Afdrukinfo Selecteer Aan om de belichtingstijd
(sluitersnelheid), f-stop (diafragma) en
ISO-snelheid van de camera af te
drukken.
Kadervull. Selecteer Aan om de foto automatisch bij
te snijden, zodat deze in de ruimte past
die binnen de geselecteerde lay-out
beschikbaar is. Selecteer Uit om de optie
voor automatisch bijsnijden uit te
schakelen en om de foto te voorzien van
witte randen.
Bidirect. Selecteer Aan om de afdruksnelheid
te verhogen. Selecteer Uit om de
afdrukkwaliteit te verbeteren (het
afdrukken van de foto's duurt dan langer).
Vergrot. Selecteer de mate waarin u de afbeelding
wilt vergroten wanneer u Randloos
selecteert.
Standaard: er worden geen randen
afgedrukt. (De afbeelding wordt
enigszins vergroot en bijgesneden om
het vel papier te vullen.)
Mid.: laag vergrotingspercentage.
(Mogelijk worden marges afgedrukt.)
Min.: laagste vergrotingspercentage.
(Mogelijk worden marges afgedrukt.)
Instelling Beschrijving
Instelling Beschrijving
Randloos Hiermee drukt u de volledige foto af, tot
aan de randen van het papier.
Met rand Hiermee drukt u de foto met een witte
rand af.
Bov. helft Hiermee drukt u de foto af op de bovenste
helft van het papier.
Pasfoto Hiermee drukt u foto's af in twee formaten
(35,0 × 45,0 mm en 50,8 mm × 50,8 mm
op 10 × 15 cm (4 × 6 inch) fotopapier.
Dit formaat is geschikt voor pasfoto's.
2-op-1 Hiermee drukt u twee foto's per vel af.
4-op-1 Hiermee drukt u vier foto's per vel af.
8-op-1 Hiermee drukt u acht foto's per vel af.
20-op-1 Hiermee drukt u 20 foto's per vel af.
30-op-1 Hiermee drukt u 30 foto's per vel af.
80-op-1 Hiermee drukt u 80 foto's per vel af.
Sticker16 Hiermee plaatst u 16 afbeeldingen op één
vel. Wanneer er minder dan 16
afbeeldingen zijn, wordt de resterende
ruimte blanco gelaten. Als het aantal
exemplaren is ingesteld op twee of meer,
wordt het opgegeven aantal pagina's
afgedrukt met dezelfde lay-out.
PIF
000000*
Hiermee drukt u de foto af met het
PIF-kader.
24 Afdrukken vanaf een geheugenkaart
Foto's bijsnijden en vergroten
1. Volg de instructies op de voorgaande pagina's
om de foto's te selecteren die u wilt afdrukken
(& “Foto's afdrukken” op pagina 21).
2. Druk op de knop G [Display/Bijsnijden].
Afhankelijk van de door u geselecteerde
gegevens, krijgt u een scherm zoals dit te zien:
3. Geef de instellingen op met de knoppen die
onder aan het display worden weergegeven
(& “Foto's bijsnijden en vergroten” op
pagina 16).
Opmerking:
Als u een instelling wilt herzien, drukt u op de knop y [Terug]
om naar het vorige scherm terug te keren.
4. Zodra u het kader over de foto hebt geplaatst,
drukt u op OK.
5. Gebruik de knop Exemplaren + of - om het
aantal kopieën in te stellen (1 tot en met 99).
6. Druk op de knop x [Afdrukinstellingen]
en wijzig de instellingen (& “Speciale
afdrukinstellingen selecteren” op pagina 22).
Druk vervolgens op OK om de nieuwe
instellingen toe te passen.
7. Druk op de knop x Start. De foto wordt
afgedrukt.
Als u het afdrukken wilt annuleren, drukt u op
de knop y Stop/Wissen.
Afdrukken met leuke kaders
Met PRINT Image Framer kunt u kleurrijke kaders
toevoegen aan uw favoriete foto's.
1. U kunt uiteenlopende kaders kiezen op de
software-cd-rom die bij het apparaat is geleverd
en u kunt deze opslaan op een geheugenkaart
met EPSON PRINT Image Framer Tool. Zie de
Help bij de software voor meer informatie.
Tip:
Verder kunt u met PIF DESIGNER-software bestaande
kaders bewerken of zelf kaders maken. Zie de Help bij de
software voor meer informatie.
2. Laad het juiste papier voor de kadergrootte
(& pagina 8).
3. Plaats de geheugenkaart met uw foto's en
PIF-kaders (& pagina 19).
4. Op het display wordt aangegeven hoeveel
PIF-afbeeldingen de geheugenkaart bevat.
Wanneer u de foto's wilt afdrukken met de reeds
toegewezen PIF-kaders raadpleegt uFoto's
afdrukken via het menu voor de modus
Geheugenkaart.” op pagina 25.
Als u de PIF-kaders op de geheugenkaart wilt
selecteren, raadpleegt u “Foto's afdrukken via
het modusmenu Geheugenkaart.” op pagina 25.
Afdrukken vanaf een geheugenkaart 25
Nederlands
Foto's afdrukken via het menu voor de
modus Geheugenkaart.
1. Druk op OK.
2. Gebruik de knop l of r om de foto- en
PIF-gegevens te selecteren die u wilt afdrukken.
Druk vervolgens op OK.
Opmerking:
Druk nogmaals op OK om te controleren hoe de foto
eruitziet in het kader.
Omdat aan elke foto al een PIF-kader is toegewezen, kunt
u het kader niet wijzigen.
3. Druk op de knop Exemplaren + of - om het
aantal kopieën in te stellen (1 tot en met 99).
4. Druk op de knop x [Afdrukinstellingen]
en wijzig de instellingen (& “Speciale
afdrukinstellingen selecteren” op pagina 22).
Druk vervolgens op OK om de nieuwe
instellingen toe te passen.
5. Druk op de knop x Start. De foto wordt
afgedrukt.
Als u het afdrukken wilt annuleren, drukt u op
de knop y Stop/Wissen.
Foto's afdrukken via het modusmenu
Geheugenkaart.
1. Druk vervolgens op y [Terug] button.
2. Gebruik de knop l of r om Weergeven en
afdrukken, Afdrukken op datum of Alle foto's
afdr.. Druk vervolgens op OK.
3. Gebruik de knop l of r om de foto te selecteren
die u wilt afdrukken en druk vervolgens op de
knop x [Afdrukinstellingen].
4. Gebruik de knop u of d om de Lay-out te
selecteren en druk vervolgens op de knop r.
5. Gebruik de knop u of d om het PIF-kader te
selecteren waarmee u wilt afdrukken en druk
vervolgens op OK.
6. Druk nogmaals op OK en gebruik de knop
Exemplaren + of - om het aantal kopieën in
te stellen.
7. Druk op de knop x Start. De foto wordt
afgedrukt.
Als u het afdrukken wilt annuleren, drukt u op
de knop y Stop/Wissen.
Op een vel fotostickers afdrukken
1. Laad een vel met fotostickers (& pagina 8).
2. Steek een geheugenkaart in de sleuf
(& pagina 19).
3. Druk op de knop s [modus Geheugenkaart].
4. Volg de instructies op de voorgaande pagina's
om de foto's te selecteren die u wilt afdrukken
(& “Foto's afdrukken” op pagina 21).
5. Druk op de knop x [Afdrukinstellingen]
en wijzig de instellingen (& “Speciale
afdrukinstellingen selecteren” op pagina 22).
Druk vervolgens op OK om de nieuwe
instellingen toe te passen.
6. Druk op de knop x Start. De foto wordt
afgedrukt.
Als u het afdrukken wilt annuleren, drukt u op
de knop y Stop/Wissen.
7. Als de afgedrukte afbeelding niet gecentreerd
is op het blad met fotostickers, kunt u de
afdrukpositie aanpassen. Druk op de knop
F [Setup].
8. Gebruik de knop l of r om Afdrukpositie te
selecteren en druk vervolgens op OK.
9. Gebruik de knop u of d om Sticker te selecteren.
10. Druk op de knop r en gebruik vervolgens de
knoppen u, d, l of r om te selecteren hoever (in
millimeters) u de afdrukpositie wilt verplaatsen.
Instelling Beschrijving
Pap.soort Selecteer Fotostickers.
Pap.form. Zorg ervoor dat u A6 selecteert.
Lay-out Selecteer Stickers 16.
Opties voor
afdrukpositie
Beschrijving
H/L Hiermee verplaatst u de afdrukpositie
van een vel met fotostickers omhoog of
omlaag. U kunt deze in stappen van
0,1 mm wijzigen van -2,5 tot +2,5 mm.
L/R Hiermee verplaatst u de afdrukpositie
van een vel met fotostickers naar links of
naar rechts. U kunt deze in stappen van
0,1 mm wijzigen van -2.5 tot +2.5 mm.
Pictogrammen Tekst
26 Afdrukken vanaf een geheugenkaart
11. Druk op de knop OK om de nieuwe instelling toe te
passen. Probeer vervolgens opnieuw af te drukken.
Opmerking:
Omdat de instellingen van het apparaat worden bewaard
nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld, hoeft u de
afdrukpositie niet telkens opnieuw aan te passen wanneer
u afdrukt op een vel met fotostickers.
Foto's selecteren met DPOF
Als uw camera DPOF (Digital Print Order Format)
ondersteunt, kunt u daarmee vooraf de af te drukken
foto's en het gewenste aantal exemplaren selecteren
terwijl de geheugenkaart zich nog steeds in de
camera bevindt. Zie de handleiding van de camera
voor meer informatie.
1. Plaats het gewenste soort papier in de
papiertoevoer (& pagina 8). Neem genoeg vellen
voor het aantal foto's dat u wilt afdrukken.
2. Steek de geheugenkaart met DPOF-gegevens in
de sleuf (& pagina 19). Het volgende scherm
wordt weergegeven:
3. Druk op OK om de DPOF-gegevens af te
drukken. Het volgende scherm wordt
weergegeven:
4. Druk op de knop x [Afdrukinstellingen]
en wijzig de instellingen (& “Speciale
afdrukinstellingen selecteren” op pagina 22).
Druk vervolgens op OK om de nieuwe
instellingen toe te passen.
5. Druk op de knop x Start. De foto’s worden
afgedrukt.
Als u het afdrukken wilt annuleren, drukt u op
de knop y Stop/Wissen.
Foto’s selecteren en
afdrukken met behulp van
een index
U kunt de af te drukken foto’s selecteren via een
index. Eerst drukt u een index af. De index bestaat uit
miniaturen van alle foto’s op de geheugenkaart.
Vervolgens geeft u op de index aan welke foto's u
wilt afdrukken. U scant de index en vervolgens
worden de door u geselecteerde foto's automatisch
afgedrukt.
Index afdrukken
Foto's selecteren uit de index
Index scannen
Afdrukken vanaf een geheugenkaart 27
Nederlands
Geselecteerde foto's afdrukken
1. Index afdrukken
1. Plaats enkele vellen gewoon A4-papier in de
papiertoevoer (& pagina 8).
Een pagina kan maximaal 30 foto’s bevatten, dus
als er meer dan 30 foto's op de geheugenkaart
staan, hebt u voor de index meer dan één vel
nodig.
2. Steek een geheugenkaart in de sleuf
(& pagina 19).
3. Druk op de knop s [modus Geheugenkaart].
4. Gebruik de knop l of r om Index afdrukken te
selecteren en druk vervolgens op OK.
5. Gebruik de knop u of d om Indexvel
afdrukken te selecteren.
6. Druk op r en vervolgens op u of d om te
bepalen welke serie foto's u op het indexvel wilt
afdrukken. Druk vervolgens op OK.
7. Druk op de knop x Start. De index wordt
afgedrukt.
Als u het afdrukken wilt annuleren, drukt u op
de knop y Stop/Wissen.
Opmerking:
Controleer of het driehoekje in de linkerbovenhoek van
de index goed is afgedrukt. Als de index niet goed is
afgedrukt, kan de index daarna ook niet goed worden
gescand.
Als er veel foto’s op de geheugenkaart staan, kan dit even
duren.
Als er voor de index meerdere vellen nodig zijn, worden
de pagina’s van achter naar voren afgedrukt. De meest
recente foto’s worden dus eerst afgedrukt.
2. Foto's selecteren op index
Op de index kleurt u met een donkere pen of potlood
de desbetreffende ovalen om uw selectie aan te
geven.
1. In het eerste gedeelte selecteert u het
papierformaat en de papiersoort waarop u wilt
afdrukken (& pagina 7). Kleur het ovaal links
van de selectie.
2. Geef aan of u de foto's met of zonder rand wilt
afdrukken.
3. Kleur het ovaal Datum als u een datumstempel
wilt toevoegen (optioneel).
Pictogramm Tekst
Bereik Beschrijving
Alle foto's Hiermee drukt u alle foto's af die op een
geheugenkaart zijn opgeslagen.
Laatste 30 Hiermee drukt u de laatste 30 foto's af
in de volgorde van de bestandsnaam.
Laatste 60 Hiermee drukt u de laatste 60 foto's af
in de volgorde van de bestandsnaam.
Laatste 90 Hiermee drukt u de laatste 90 foto's af
in de volgorde van de bestandsnaam.
Goed:
Fout:
28 Afdrukken vanaf een geheugenkaart
4. In het tweede gedeelte selecteert u Alles als u
van elke foto één exemplaar wilt afdrukken. Vul
anders het getal onder elke foto om het aantal
exemplaren aan te geven (1, 2 of 3).
3. Index scannen en geselecteerde
foto's afdrukken
1. Leg de index met de bedrukte zijde naar beneden
op de glasplaat (tegen de linkerbovenhoek). De
bovenzijde van de index moet tegen de
linkerrand van de glasplaat liggen.
2. Sluit het deksel.
3. Laad het soort papier dat u op de index hebt
aangegeven (& pagina 8). Neem genoeg vellen
voor het aantal foto's dat u wilt afdrukken.
4. Controleer of op het display Afdrukken van
index is geselecteerd en druk op de knop
x Start. Het vel wordt gescand en uw foto's
worden afgedrukt.
Als u het afdrukken wilt annuleren, drukt u op
de knop y Stop/Wissen.
Opmerking:
Als de index uit meerdere vellen bestaat, wacht dan steeds
tot het afdrukken is voltooid. Herhaal vervolgens de
bovenstaande procedure voor het scannen en afdrukken van
elk volgend vel.
Een originele cd/dvd maken
U kunt foto's rechtstreeks van een geheugenkaart op
een cd/dvd afdrukken zonder uw computer te
gebruiken. U kunt uw cd/dvd-collectie nog verder
verfraaien door een eigen cd/dvd-hoesje te maken.
Cd/dvd-labels afdrukken
1. Plaats de cd/dvd op de cd/dvd-lade en schuif
deze in het apparaat (& Cd's en dvd's laden” op
pagina 9).
2. Steek een geheugenkaart in de sleuf
(& pagina 19).
3. Druk op de knop v [modus Speciale
afdruktaken].
4. Gebruik de knop l of r om Cd/dvd bedrukken
te selecteren en druk vervolgens op OK.
De eerste foto op de geheugenkaart wordt op het
display weergegeven.
5. Druk op de knop x [Afdrukinstellingen].
6. Gebruik de knop u of d om een menuoptie te
selecteren en druk vervolgens op de knop r.
Boven
Onder
Pictogrammen Tekst
Afdrukken vanaf een geheugenkaart 29
Nederlands
7. Gebruik de knop u of d om een instellingsoptie
te selecteren en druk vervolgens op OK om de
nieuwe instellingen toe te passen.
8. Klik op OK zodra u alle afdrukinstellingen hebt
opgegeven.
9. Gebruik de knop l of r om een foto te selecteren
en druk vervolgens op OK.
Opmerking:
Bij de meeste lay-outs met meerdere foto's wordt het
ingestelde aantal exemplaren van elke geselecteerde
foto per cd/dvd afgedrukt. Wanneer u Ko p. 4-op-1 als
lay-outinstelling kiest zonder vier foto's te selecteren, wordt
voor de ontbrekende foto's witruimte opengelaten.
10. Druk op de knop x Start. De cd/dvd wordt
afgedrukt.
Als u het afdrukken wilt annuleren, drukt u op
de knop y Stop/Wissen.
11. Wanneer u nog een cd/dvd wilt afdrukken,
drukt u op de knop x Start nadat het afdrukken
is voltooid.
12. Nadat het afdrukken is voltooid, trekt u de lade
uit het apparaat (& Cd/dvd-lade uit het
apparaat verwijderen” op pagina 10) en wacht u
totdat de cd/dvd volledig droog is voordat u er
wat mee doet.
13. Nadat u het afdrukken op cd/dvd's hebt
voltooid, trekt u de ladehendel omhoog totdat de
voorlade zich weer in de vorige positie bevindt
(& “Cd/dvd-lade uit het apparaat verwijderen
op pagina 10).
Een cd/dvd-hoesje afdrukken
1. Plaats A4-papier in de papiertoevoer
(& pagina 8).
2. Steek een geheugenkaart in de sleuf
(& pagina 19).
3. Druk op de knop v [modus Speciale
afdruktaken].
4. Gebruik de knop l of r om Cd/dvd bedrukken
te selecteren en druk vervolgens op OK.
De eerste foto op de geheugenkaart wordt op het
display weergegeven.
5. Druk op de knop x [Afdrukinstellingen].
6. Gebruik de knop u of d om een menuoptie te
selecteren en druk vervolgens op de knop r.
Instelling Beschrijving
Afdrukmateriaal Selecteer Cd/dvd.
Pap.soort Selecteer Cd/dvd om foto's
rechtstreeks op een cd/dvd-label af te
drukken. Wanneer u eerst de uitvoer
van de printer wilt controleren,
selecteert u Gewoon papier.
Lay-out Met 1-op-1 drukt u één foto af op de
cd/dvd. Deze wordt gecentreerd op
het gaat in het midden van de schijf.
Met 4-op-1 drukt u vier foto's af op de
cd/dvd. Daarbij wordt op elk kwart van
de schijf een foto afgedrukt.
Met 8-op-1/12-op-1 drukt u acht of
twaalf foto's op de cd/dvd af. Deze
worden gerangschikt in een cirkel aan
de buitenrand van de schijf.
Pictogramm Tekst
30 Afdrukken vanaf een geheugenkaart
7. Gebruik de knop u of d om een instellingsoptie
te selecteren en druk vervolgens op OK om de
nieuwe instellingen toe te passen.
Tip:
De instellingen in de tabel vormen slechts één voorbeeld.
U kunt andere instellingen opgeven via het menu
Afdrukinstellingen.
8. Klik op OK zodra u alle afdrukinstellingen hebt
opgegeven.
9. Gebruik de knop l of r om een foto te selecteren
en gebruik de knop Exemplaren + of - om het
aantal kopieën in te stellen.
10. Druk op de knop x Start om het afdrukken te
starten.
Als u het afdrukken wilt annuleren, drukt u op
de knop y Stop/Wissen.
Opgeslagen foto's afdrukken
U kunt afbeeldingen van de geheugenkaart kopiëren
naar een USB-opslageenheid zoals een Zip Drive,
schrijfbaar CD-R/RW-station (met USB-aansluiting),
MO-station (Magneto-Optisch) of USB-flashstation.
Op deze wijze kunt u foto's op uw geheugenkaart
verwijderen en kunt u de geheugenkaart opnieuw
gebruiken zonder dat u de originelen kwijtraakt.
Zodra de bestanden zijn gekopieerd, kunt u deze te
allen tijde afdrukken vanaf de opslageenheid.
Opmerking:
Niet alle USB-apparaten worden ondersteund. Voor meer
informatie kunt u terecht bij de klantenservice voor uw regio.
Wanneer u een cd-rom-station of een Zip Drive gebruikt, moet
deze zijn eigen stroomvoorziening hebben (van een externe
energiebron of adapter).
Foto’s naar een USB-station
kopiëren
1. Als het product op uw computer is aangesloten,
moet u de USB-kabel lostrekken en de computer
uitschakelen.
2. Controleer of het apparaat aanstaat en of dit de
geheugenkaart met de foto's bevat.
3. Sluit de USB-kabel van de opslageenheid aan op
de USB-poort voor de externe interface aan de
voorzijde van het apparaat. (Indien u een
ThumbDrive gebruikt, kunt u deze direct
aansluiten.) Plaats vervolgens het medium in de
opslageenheid.
4. Druk op F [Installatie].
5. Gebruik de knop l of r om Geheugenkaart
kopren te selecteren en druk vervolgens
op OK.
Instelling Beschrijving
Afdrukmateriaal Selecteer Cd-hoesje.
Pap.soort Selecteer de instelling voor het soort
papier in de papiertoevoer (& “Papier
selecteren” op pagina 7).
Lay-out Selecteer een lay-outoptie.
Kwaliteit Selecteer een kwaliteitsoptie.
Afdrukken vanaf een geheugenkaart 31
Nederlands
6. Gebruik de knop u of d om Geheugenkaart
kopiëren te selecteren en druk vervolgens
op OK.
7. De informatie wordt op het display
weergegeven. Druk op OK om verder te gaan.
8. Er verschijnt een bevestigingsbericht op het
display. Druk op OK het kopren te starten.
Alle foto's op de geheugenkaart worden naar de
aangesloten vaste schijf gekopieerd. Als er veel
foto’s op de geheugenkaart staan, kan dit
even duren.
9. Zodra het kopiëren is voltooid, drukt u op
de knop y [Terug] en verwijdert u de
geheugenkaart (& “Geheugenkaart
verwijderen” op pagina 20).
Opmerking:
Wanneer u reservekopieën van foto's maakt op een
CD-R/RW, wordt voor elke back-upsessie een map gemaakt.
U kunt op een CD-R/RW meerdere back-upsessies opslaan
Foto's afdrukken vanaf een
opslagstation
1. Volg de instructies op de voorgaande pagina's
om het opslagstation op het apparaat aan te
sluiten (& “Foto’s naar een USB-station
kopiëren” op pagina 30).
Opmerking:
Verwijder alle geheugenkaarten uit het product. Het apparaat
herkent geen randapparatuur wanneer een geheugenkaart is
geplaatst.
2. Wanneer u dit scherm ziet, kunt u met de knop u
of d de folder selecteren waaruit u wilt
afdrukken en klikt u vervolgens op OK.
3. Druk op de knop s [modus Geheugenkaart]
en voer vervolgens dezelfde stappen uit als
waarmee u afdrukt vanaf de geheugenkaart van
uw camera (& “Foto's afdrukken” op pagina 21).
32 Rechtstreeks afdrukken vanaf een digitale camera/mobiele telefoon/PDA
Rechtstreeks afdrukken vanaf een digitale
camera/mobiele telefoon/PDA
U kunt foto’s rechtstreeks afdrukken vanaf uw
digitale camera of mobiele telefoon.
Vanaf een digitale camera
Met PictBridge en USB DIRECT-PRINT kunt u foto's
afdrukken door uw digitale camera rechtstreeks aan
te sluiten op het apparaat.
De camera en foto’s moeten aan de volgende
vereisten voldoen.
1. Zorg ervoor dat het apparaat niet bezig is met
afdrukken vanaf een computer.
2. Verwijder alle geheugenkaarten uit het product.
3. Plaats het gewenste soort papier in de
papiertoevoer (& pagina 8). Neem genoeg vellen
voor het aantal foto's dat u wilt afdrukken.
4. Druk op F [Setup].
5. Gebruik de knop l of r om
PictBridge-instellingen te selecteren en druk
vervolgens op OK.
6. Geef de afdrukinstellingen op via het display
(& “Speciale afdrukinstellingen selecteren” op
pagina 22).
7. Druk op OK wanneer u de gewenste
afdrukinstellingen hebt opgegeven.
8. Steek de USB-kabel van uw camera in de
USB-poort voor de externe interface op dit
product.
9. Zorg ervoor dat de camera is ingeschakeld en
gebruik deze om aan te geven welke foto's u wilt
afdrukken. Geef alle overige gewenste
instellingen op en druk de foto's vervolgens af.
Zie de handleiding van de camera voor meer
informatie.
Opmerking:
Als de camera niet compatibel is met PictBridge of USB
DIRECT-PRINT, wordt een bericht weergegeven dat u het
aangesloten apparaat niet kunt gebruiken. Epson geeft
geen enkele garantie met betrekking tot de compatibiliteit
van de gebruikte camera.
Afhankelijk van de instellingen van dit apparaat en de
digitale camera is het mogelijk dat bepaalde combinaties
van papiersoort, papierformaat en lay-out niet worden
ondersteund.
Verder is het mogelijk dat u bepaalde instellingen die u op
de camera hebt opgegeven, niet terugziet in het
afdrukresultaat.
Rechtstreeks
afdrukken
PictBridge of USB DIRECT-PRINT
Bestandstype JPEG
Afbeeldings-
grootte
80 × 80 pixels tot 9200 × 9200 pixels
USB-poort
(externe
interface)
Rechtstreeks afdrukken vanaf een digitale camera/mobiele telefoon/PDA 33
Nederlands
Vanaf een mobiele telefoon
Wanneer uw mobiele telefoon over een
infraroodpoort beschikt, kunt u JPEG-fotogegevens
van uw mobieltje naar het apparaat verzenden en
afdrukken.
Ga na of u met uw mobiele telefoon fotogegevens via
infrarood kunt verzenden.
1. Zorg ervoor dat het apparaat niet bezig is met
afdrukken vanaf een computer.
2. Plaats het gewenste soort papier in de
papiertoevoer (& pagina 8).
3. Druk op F [Setup].
4. Gebruik de knop l of r om
PictBridge-instellingen te selecteren en druk
vervolgens op OK.
5. Gebruik de knop u, d of r om de
afdrukinstellingen te selecteren (& “Speciale
afdrukinstellingen selecteren” op pagina 22).
6. Druk op OK wanneer u de gewenste
afdrukinstellingen hebt opgegeven.
7. Richt de infraroodpoort van de telefoon op de
infraroodpoort van het apparaat en verzend de
fotogegevens. Zie de handleiding van de
mobiele telefoon voor meer informatie.
Zodra de gegevens goed zijn ontvangen, wordt
het afdrukken gestart.
Opmerking:
De maximale afstand voor gegevensontvangst via de
infraroodpoort is 20 cm.
U kunt maximaal 10 objecten met afbeeldingsgegevens
verzenden (de maximale afbeeldingsgrootte is 3 MB), inclusief
de documenten die worden afgedrukt.
Wanneer er direct zonlicht of fluorescerend licht op een van de
infraroodpoorten valt, is het mogelijk dat u de gegevens niet
kunt verzenden.
Het apparaat heeft de volgende infraroodspecificatie:
Versie Compatibel met standaard
IrDA
®
-specificaties. (Versie 1.3 van
zuinige modus)
Maximumsnelheid
voor verzenden
gegevens
4 Mb/s
Maximale afstand
voor verzenden
0,2 meter
Bereik van 20 cm
34 Opslaan op een geheugenkaart
Opslaan op een geheugenkaart
U kunt scans van foto's of documenten rechtstreeks
op de geheugenkaart opslaan met een JPEG- of
PDF-indeling. U kunt ook naar uw computer
scannen in plaats van naar een geheugenkaart (zie de
instructies in de online Gebruikershandleiding).
Foto's en documenten
scannen
1. Steek een geheugenkaart in de sleuf
(& pagina 19).
2. Plaats de foto of het document op de glasplaat
(& “Originelen op de glasplaat plaatsen” op
pagina 11).
3. Druk op de knop s [modus Geheugenkaart].
4. Gebruik de knop l of r om Opslaan op
geheugenkaart te selecteren en druk
vervolgens op OK.
5. Gebruik de knoppen u, d, l en r om de
volgende opties te selecteren:
6. Druk op OK. De foto wordt gescand en wordt
opgeslagen in de map EPSCAN op de
geheugenkaart.
Zodra het scannen is voltooid, wordt een
bevestigingsvenster weergegeven. Daarin
worden de naam van de afbeelding en de locatie
op de kaart weergegeven.
c Let op:
Open de scannereenheid nooit tijdens het scannen om schade
aan het apparaat te voorkomen.
U mag de geheugenkaart niet verwijderen en het apparaat niet
uitzetten zolang het kaartlampje knippert. U zou gegevens
kunnen verliezen.
Opmerking:
Als de randen niet zijn meegescand, moet u het origineel iets
verder uit de hoek leggen.
Pictogrammen Tekst
Instelling Beschrijving
Formaat Selecteer JPG of PDF.
Scangebied Als de kleuren aan de randen van de
foto niet helder genoeg zijn, selecteert
u Max. gebied. Anders selecteert u
Auto. bijsn..
Origineel Geef aan welk type origineel u op de
glasplaat hebt gelegd.
Kwaliteit Selecteer de kwaliteit van de
gescande documenten.
Onderhoud 35
Nederlands
Onderhoud
Met de procedures in dit hoofdstuk zorgt u ervoor
dat het apparaat optimaal blijft werken. Ook vindt u
hier instructies voor het vervangen van cartridges en
het vervoeren van het apparaat.
Cartridges vervangen
Wanneer de cartridges (bijna) leeg zijn, wordt op het
display een bericht weergegeven. Controleer welke
cartridge (bijna) leeg is.
Tip:
Wanneer een cartridge meer dan zes maanden oud is, kan de
afdrukkwaliteit minder worden. Reinig indien nodig de printkop
(& De printkop reinigen” op pagina 38). Als de afdrukkwaliteit dan
nog te wensen overlaat, kan het nodig zijn dat u de cartridge
vervangt.
Cartridgestatus controleren
1. Druk op F [Setup].
2. Gebruik de knop l of r om Cartridgestatus te
selecteren en druk vervolgens op OK.
De cartridgestatus wordt grafisch weergegeven:
Y (Yellow - Geel), B (Black - Zwart), LC (Light
Cyan - Lichtcyaan), LM (Light Magenta -
Lichtmagenta), M (Magenta), C (Cyan - Cyaan).
3. Wanneer u klaar bent met het controleren van de
cartridgestatus, drukt u op de knop l of r om
OK te selecteren.
Wanneer u de cartridge wilt vervangen, gebruikt
u de knop l of r om Cartridge vervangen te
selecteren en drukt u vervolgens op OK.
(& “Cartridges verwijderen en installeren” op
pagina 36).
4. Druk op de knop y [Terug] om naar het vorige
scherm terug te keren.
Wanneer de inkt bijna op is, is het verstandig om
alvast voor een vervangende cartridge te zorgen. U
kunt niet afdrukken als een van de cartridges leeg is.
Opmerking:
De kwaliteit of betrouwbaarheid van niet-originele inkt kan niet
door Epson worden gegarandeerd. Als niet-originele cartridges
zijn geïnstalleerd, wordt de cartridgestatus niet weergegeven.
Cartridges kopen
Gebruik deze Epson-cartridges binnen zes maanden
na installatie en vóór het verstrijken van de
houdbaarheidsdatum.
c Let op:
Epson raadt het gebruik van originele Epson-cartridges aan. Het
gebruik van niet-originele cartridges kan leiden tot schade die niet
onder de garantie van Epson valt. Bovendien kan het gebruik van
dergelijke producten er in bepaalde omstandigheden toe leiden
dat het apparaat niet correct functioneert. De kwaliteit of
betrouwbaarheid van niet-originele inkt kan niet door Epson
worden gegarandeerd. Wanneer u geen originele inkt gebruikt,
wordt geen informatie over de cartridgestatus weergegeven.
Voorzorgsmaatregelen voor
cartridges
w Waarschuwing:
Als u inkt op uw handen krijgt, was ze dan grondig met water en
zeep. Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk
uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u
ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of
ongemak blijft ondervinden.
Voorkom schade aan het apparaat en verschuif
de printkop nooit met de hand.
Wanneer een van de cartridges leeg is, kunt u
niet meer kopiëren of afdrukken, ook al bevatten
de andere cartridges nog wel inkt.
Laat de lege cartridge zitten tot u een nieuwe
hebt aangeschaft. Anders kan de inkt in de
spuitkanaaltjes van de inktkop opdrogen.
Kleur Artikelnummer
RX560
Series
RX590
Series
(B) Black (Zwart) T0801 T0811/T0821
(C) Cyan (Cyaan) T0802 T0812/T0822
(M) Magenta T0803 T0813/T0823
(Y) Yellow (Geel) T0804 T0814/T0824
(LC) Light Cyan
(Lichtcyaan)
T0805 T0815/T0825
(LM) Light Magenta
(Lichtmagenta)
T0806 T0816/T0826
36 Onderhoud
Elke cartridge bevat een chip die bijhoudt
hoeveel inkt is verbruikt. Zo kan een cartridge
probleemloos worden verwijderd en vervolgens
opnieuw worden geïnstalleerd. Telkens wanneer
u een cartridge in de printer plaatst, wordt een
beetje inkt verbruikt doordat het apparaat een
controle uitvoert.
Voor maximum inktefficiëntie verwijdert u een
inktcartridge pas wanneer u gereed bent om
deze te vervangen. Cartridges die al bijna leeg
zijn, zijn na een herinstallatie onbruikbaar.
Cartridges verwijderen en
installeren
Zorg ervoor dat u een nieuwe cartridge bij de hand
hebt wanneer u begint. Zodra u begint met het
vervangen van een cartridge, moet u alle stappen
achter elkaar uitvoeren, zonder enige onderbreking.
Opmerking:
Open de verpakking van de inktcartridge pas wanneer u gereed
bent om deze in de printer te installeren. De cartridge is vacuüm
verpakt om de betrouwbaarheid te waarborgen.
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
Als een cartridge leeg is:
Kijk op het display om te zien welke
cartridge moet worden vervangen en druk
vervolgens op de knop OK.
Als een cartridge niet leeg is doet u het
volgende:
Controleer de cartridgestatus (zie
pagina 35). Druk op F [Setup]. Gebruik de
knop l of r om Onderhoud te selecteren en
druk op OK. Gebruik de knop u of d om
Cartridge vervangen te selecteren en druk
op OK.
2. Controleer of het documentdeksel is gesloten en
til vervolgens de scannereenheid op.
c Let op:
Til de scannereenheid niet op wanneer het deksel open is.
3. Open het cartridgedeksel.
c Let op:
Probeer de cartridgeklep nooit te openen wanneer de
printkop beweegt. Wacht tot de cartridges in de positie staan
waar vervanging mogelijk is.
4. Verwijder de cartridge die u wilt vervangen.
Druk de tab aan de achterzijde van de cartridge
in en trek de cartridge recht omhoog uit het
apparaat. Houd bij het weggooien rekening met
de plaatselijke milieuvoorschriften. Demonteer
de gebruikte cartridge niet en probeer deze niet
opnieuw te vullen.
Opmerking:
Als de cartridge moeilijk te verwijderen valt, tilt u de cartridge
met meer kracht omhoog totdat deze eruit komt.
c Let op:
Probeer de cartridges niet bij te vullen. Andere producten
die niet door Epson zijn vervaardigd, kunnen leiden tot
beschadiging die niet onder de garantie van Epson valt.
Bovendien kunnen dergelijke producten er onder bepaalde
omstandigheden toe leiden dat het apparaat niet correct
functioneert.
Onderhoud 37
Nederlands
5. Haal de nieuwe inktcartridge uit de verpakking.
c Let op:
Raak de groene chip op de zijkant van de cartridge niet aan.
Hierdoor kunt u de inktcartridge beschadigen.
6. Trek de gele tape van de onderkant van de
inktcartridge.
c Let op:
U moet de gele tape van de cartridge verwijderen voordat
u deze installeert omdat anders de afdrukkwaliteit
mogelijk afneemt of omdat u dan wellicht niet kunt
afdrukken.
Als u een inktcartridge hebt geïnstalleerd en de gele tape
niet hebt verwijderd, haalt u de cartridge uit de printer,
verwijdert u de gele tape en zet u de cartridge weer terug.
Verwijder het transparante zegel aan de onderkant van de
cartridge niet omdat de cartridge dan mogelijk
onbruikbaar wordt.
De beschermstrook op de cartridge mag niet worden
verwijderd of gescheurd, omdat de cartridge anders
gaat lekken.
7. Plaats de nieuwe inktcartridge in de houder en
druk de cartridge omlaag totdat deze vastklikt.
8. Vervang alle andere cartridges die aan
vervanging toe zijn.
9. Sluit de cartridgeklep (moet ook vastklikken).
c Let op:
Als de klep moeilijk sluit, controleer dan of alle cartridges
goed vastzitten. Duw op elke cartridge. U moet ze op hun
plaats horen klikken. Gebruik in geen geval buitensporig veel
kracht om de klep te sluiten.
10. Sluit de scanner.
11. Druk op OK.
De inkt wordt geladen en het bericht Inkt wordt
geladen. Even geduld... wordt op het display
weergegeven. Dit duurt ongeveer één minuut.
Zodra de inkt is geladen, wordt het bericht
Vervanging van cartridge is voltooid.
weergegeven.
c Let op:
Zet het apparaat niet uit tijdens het laden van de inkt, want
dan gaat er inkt verloren.
Opmerking:
Als u de inktcartridge moet vervangen terwijl u aan het
kopiëren bent, is het mogelijk dat de documenten of foto's op
de glasplaat wat verschuiven bij het openen en sluiten van de
scannereenheid. Als u er zeker van wilt zijn dat de kopieën de
juiste kwaliteit hebben, annuleert u de huidige taak en voert u
deze opnieuw uit vanaf het plaatsen van de originelen.
38 Onderhoud
De printkop controleren en
reinigen
Als de afdrukken opeens lichter worden, als er
kleuren ontbreken of als er lichte of donkere strepen
zichtbaar worden, kan het nodig zijn de printkop te
reinigen. Daarbij worden de spuitkanaaltjes van de
printkop gereinigd, die verstopt kunnen raken als
het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt.
Opmerking:
Zorg ervoor dat de voorlade in de papierstand (onderste stand)
staat en dat de cd/dvd lade zich niet in het apparaat bevindt
(& pagina 8).
Tip:
U wordt geadviseerd om het apparaat ten minste eenmaal per
maand aan te zetten. Zo blijft de afdrukkwaliteit behouden.
De printkop controleren
Door een spuitkanaaltjespatroon af te drukken kunt
u nagaan of er spuitkanaaltjes verstopt zijn. Op deze
wijze kunt u na een printkopreiniging ook
controleren of het reinigen goed is gebeurd.
1. Plaats gewoon A4-papier in de papiertoevoer
(& pagina 8).
2. Druk op F [Setup]. (Wanneer u de printkop net
hebt gereinigd, kunt u de spuitkanaaltjes
controleren door op de knop x Start te drukken.)
3. Gebruik de knop l of r om Onderhoud te
selecteren en druk vervolgens op OK.
4. Gebruik de knop u of d om Spuitkan. contr. te
selecteren en druk vervolgens op de knop OK.
5. Druk op de knop x [Start].
6. Bekijk het afgedrukte patroon. Elk schuin lijntje
moet volledig doorlopen, dus zonder dat er
delen zijn weggevallen.
Als de afdruk er normaal uitziet, hoeft de
printkop niet te worden gereinigd. Druk op
OK om naar het hoofdmenu terug te keren.
Als er wel delen zijn weggevallen, zoals
hieronder, moet u de printkop reinigen zoals
hierna beschreven.
De printkop reinigen
Volg de onderstaande instructies om de printkop
te reinigen zodat de inkt goed op het papier kan
worden gespoten. Voer voordat u de printkop reinigt
een spuitkanaaltjescontrole uit om na te gaan of
reinigen echt nodig is (& “De printkop controleren
op pagina 38).
Opmerking:
Bij deze reiniging wordt inkt verbruikt. Maak de printkop
daarom alleen schoon als de afdrukkwaliteit minder wordt.
Als op het display wordt aangegeven dat een cartridge (bijna)
leeg is, kan de printkop niet worden gereinigd. Vervang in dat
geval eerst de desbetreffende cartridge (& Cartridges
vervangen” op pagina 35).
1. Zorg dat het apparaat aanstaat maar niet bezig is
met afdrukken.
2. Druk op F [Setup].
3. Gebruik de knop l of r om Onderhoud te
selecteren en druk vervolgens op OK.
4. Gebruik de knop u of d om Printkop rein. te
selecteren en druk vervolgens op OK.
5. Druk op de knop x [Start] om het reinigen van
de printkop te starten.
Het reinigen van de printkop wordt gestart en
het bericht Printkop wordt gereinigd. Even
geduld. wordt op het display weergegeven.
c Let op:
Zet het apparaat nooit uit tijdens het reinigen van de printkop.
Het apparaat kan schade oplopen.
6. Zodra het reinigen is voltooid, wordt op het
display een bericht weergegeven. Druk
vervolgens op de knop x [Start] om een
spuitkanaaltjespatroon af te drukken om het
resultaat te controleren (& “De printkop
controleren” op pagina 38).
Als er nog steeds delen ontbreken of vaag zijn
afgedrukt, voert u nog een reinigingscyclus uit
en controleert u de spuitkanaaltjes opnieuw.
Opmerking:
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd nadat u deze
procedure vier keer hebt herhaald, zet u het apparaat uit en
wacht u ten minste 6 uur. Zo krijgt eventuele opgedroogde
inkt de kans om zacht te worden. Vervolgens reinigt u de
printkop nog een keer. Als de kwaliteit nog steeds niet is
verbeterd, is een van de cartridges mogelijk oud of
beschadigd. Deze cartridge moet worden vervangen
(& “Cartridges vervangen” op pagina 35).
Onderhoud 39
Nederlands
De printkop uitlijnen
Als u ziet dat verticale lijnen niet goed zijn uitgelijnd
in het spuitkanaaltjespatroon, kunt u dit probleem
oplossen door de printkop uit te lijnen.
Opmerking:
Zorg ervoor dat de voorlade in de papierstand (onderste stand)
staat en dat de cd/dvd lade zich niet in het apparaat bevindt
(& pagina 8).
1. Zorg dat het apparaat aanstaat maar niet bezig is
met afdrukken.
2. Plaats gewoon A4-papier in de papiertoevoer
(& pagina 8).
3. Druk op F [Setup].
4. Gebruik de knop l of r om Onderhoud te
selecteren en druk vervolgens op OK.
5. Gebruik de knop u of d om Printkop uitl. te
selecteren en druk vervolgens op OK.
6. Druk op de knop x [Start]. Er worden vier rijen
met uitlijningspatronen afgedrukt.
Opmerking:
Tijdens het afdrukken van het uitlijningspatroon mag u niet op
de knop y Stop/Wissen drukken.
7. Kijk naar het eerste patroon en zoek het blokje
dat het gelijkmatigst is afgedrukt, dus zonder
zichtbare strepen.
8. Druk op de knop r en vervolgens op de knop u
of d om het nummer voor dat blokje te
selecteren.
9. Druk op OK en voer vervolgens op dezelfde
wijze de nummers voor de andere patronen in.
10. Zodra u dit hebt voltooid, drukt u op OK en
wordt het bericht Printkop is uitgelijnd
weergegeven.
De taal wijzigen die op het
display wordt weergegeven
U kunt de taal die op het display wordt
weergegeven, wijzigen met de volgende procedure.
Het is mogelijk dat deze functie op bepaalde typen
apparaten niet beschikbaar is.
1. Druk op F [Setup].
2. Gebruik de knop l of r om Onderhoud te
selecteren en druk vervolgens op OK.
3. Gebruik de knop u of d om de Taal te selecteren
en druk vervolgens op OK.
4. Gebruik de knop u of d om de gewenste taal
voor het display te selecteren.
5. Druk op OK.
De schermbeveiliging
instellen
Als u de schermbeveiliging instelt, wordt de
diavoorstelling gestart zodra het apparaat
gedurende drie minuten niet actief is geweest.
1. Druk op F [Setup].
2. Gebruik de knop l of r om Onderhoud te
selecteren en druk vervolgens op OK.
3. Gebruik de knop u of d om Schermbeveiliging
inst. te selecteren en druk vervolgens op OK.
4. Gebruik de knop u of d om Gegevens kaart te
selecteren.
5. Druk op OK.
Standaardinstellingen
herstellen
Wanneer u de instellingen voor afdrukken en
kopren wilt terugzetten op de fabrieksinstellingen,
gaat u als volgt te werk:
1. Druk op F [Setup].
2. Gebruik de knop l of r om
Fabrieksinstellingen te selecteren.
40 Onderhoud
3. Druk op OK.
4. Er verschijnt een bevestigingsbericht op het
display. Druk vervolgens op OK om de
instellingen te herstellen.
Het apparaat reinigen
Maak het apparaat regelmatig schoon aan de hand
van de onderstaande procedure om het apparaat
optimaal te laten werken.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Haal het papier uit de papiertoevoer.
3. Gebruik een zachte borstel om al het vuil en het
stof voorzichtig uit de papiertoevoer te ruimen.
4. Als de glasplaat vies is, veegt u deze schoon met
een zachte, droge doek. Als er vet of een andere
hardnekkige substantie op de glasplaat zit, veegt
u de plaat schoon met een zachte doek met
daarop een klein beetje glasreiniger. Verwijder al
het overtollige vocht.
5. Als de binnenkant van het apparaat per ongeluk
vervuild is met inkt, veegt u de inkt weg met een
zachte, droge en schone doek (zie illustratie).
w Waarschuwing:
Raak het bewegende mechanisme in de printer niet aan.
c Let op:
Let erop dat u nooit te hard op de glasplaat drukt.
Voorkom krassen en beschadigingen op het glas en gebruik bij
het schoonmaken geen harde, schurende borstels. Een
beschadigde glasplaat resulteert in een mindere scankwaliteit.
Vet de metalen onderdelen onder de printkopwagen niet in
met vet.
Maak de printer nooit schoon met alcohol of thinner. Deze
stoffen kunnen zowel de behuizing als de onderdelen van het
apparaat beschadigen.
Zorg ervoor dat er nooit water terechtkomt op het afdruk- en
scanmechanisme of de elektronische componenten.
Spuit geen smeermiddelen in het apparaat. Het mechanisme
kan door ongeschikte olie worden beschadigd. Neem contact
op met de dealer of een erkende reparateur als smering
nodig is.
Het apparaat vervoeren
Als u het apparaat over een grotere afstand wilt
vervoeren, moet u het zorgvuldig verpakken in de
oorspronkelijke doos (of een vergelijkbare doos waar
het apparaat precies in past).
c Let op:
Zorg er bij opslag of transport voor dat het apparaat niet
gekanteld, zijwaarts of ondersteboven wordt gehouden. Anders
kan er inkt uit de cartridges lekken.
Laat de cartridges gewoon in het apparaat zitten. Als u de
cartridges voor transport zou verwijderen, kan het apparaat
schade oplopen.
1. Verwijder al het papier uit de papiertoevoer en
zet het apparaat uit.
2. Open de scannereenheid en controleer of de
printkop in de uitgangspositie (rechts) staat.
3. Sluit de scannereenheid.
4. Trek de stekker uit het stopcontact en trek
vervolgens de USB-kabel uit de computer.
5. Sluit de papiersteun, de voorlade en de
voorklep.
6. Plaats het apparaat in de doos. Gebruik de
beschermingsmaterialen waarin het apparaat
is geleverd.
Houd het apparaat recht tijdens het vervoer. Als de
afdrukkwaliteit minder goed is geworden, start u de
reinigingsprocedure (& “De printkop controleren en
reinigen” op pagina 38) of lijnt u de printkop uit
(& “De printkop uitlijnen” op pagina 39).
Uitgangspositie
Problemen oplossen 41
Nederlands
Problemen oplossen
Als u problemen ondervindt met het apparaat, kijk
dan wat er op het display wordt aangegeven om vast
te stellen wat de oorzaak kan zijn.
U kunt ook “Problemen en oplossingen” op
pagina 41 raadplegen voor meer informatie over het
gebruik van het apparaat zonder computer. Zie de
Gebruikershandleiding op de software-cd-rom voor
meer informatie over het gebruik van het apparaat in
combinatie met een computer.
Foutberichten
De meeste problemen kunt u identificeren en
oplossen aan de hand van de foutberichten op het
display. Lukt dit niet, raadpleeg dan de volgende
tabel en probeer de aanbevolen oplossing.
Tip:
Raadpleeg de online Gebruikershandleiding wanneer u problemen
ondervindt met bluetooth.
Problemen en oplossingen
Raadpleeg de onderstaande oplossingen als u
problemen ondervindt bij het gebruik van het
apparaat.
Problemen met de instellingen
Het apparaat maakt lawaai na het installeren van
een cartridge.
Wanneer u een nieuwe cartridge installeert,
moet eerst het hele inkttoevoersysteem worden
gevuld. Wacht totdat het opladen is voltooid (het
oplaadbericht verdwijnt van het display) en
schakel het apparaat uit. Als u het apparaat te
vroeg uitzet, kan er bij het volgende gebruik
extra inkt worden verbruikt.
Controleer of de cartridges goed zijn geplaatst en
of er geen verpakkingsmateriaal in het apparaat
is achtergebleven. Open de cartridgeklep en
druk de cartridges omlaag. Ze moeten vastklikken.
Zet het apparaat uit, wacht even, en zet het
weer aan.
Na afloop van de software-installatie wordt geen
dialoogvenster weergegeven met de vraag om de
computer opnieuw te starten.
De software is niet goed geïnstalleerd. Verwijder
de cd-rom en plaats deze opnieuw. Installeer de
software vervolgens opnieuw.
Foutberichten Oplossing
Er is een printerfout
opgetreden. Raadpleeg de
documentatie.
Zet het apparaat uit en weer aan.
Controleer of er geen papier in de
printer is achtergebleven. Neem
contact op met uw dealer als het
foutbericht opnieuw wordt
weergegeven.
Er is een scannerfout
opgetreden. Raadpleeg de
documentatie.
Zet het apparaat uit en weer aan.
Neem contact op met uw dealer
als het foutbericht opnieuw wordt
weergegeven.
Inktkussentje in de printer
is verzadigd. Neem voor
vervanging contact op met
uw leverancier.
Neem voor vervanging contact op
met uw leverancier.
Kan de inktcartridges niet
herkennen.
Controleer of de inktcartridges
correct zijn geïnstalleerd
(& “Cartridges vervangen” op
pagina 35). Probeer het
vervolgens opnieuw.
Kan het apparaat niet
herkennen.
Controleer of de geheugenkaart
op de juiste wijze is geplaatst. Als
u een USB-opslagapparaat hebt
aangesloten, controleert u of de
opslagschijf op de juiste wijze is
geplaatst.
Kan de geheugenkaart of
de schijf niet herkennen.
Controleer of de geheugenkaart of
de opslagschijf op de juiste wijze
is geplaatst. Als dit het geval is,
controleert u of er een probleem is
met de kaart of de schijf en
probeert u het nogmaals.
Back-upfout
Foutcode
xxxxxxxx
De back-up is geannuleerd omdat
er een probleem is opgetreden.
Noteer de foutcode en neem
contact op met uw leverancier.
Er is een probleem
opgetreden tijdens het
formatteren. Het
formatteren is
geannuleerd.
Voer de procedure opnieuw uit.
Als de fout opnieuw optreedt, is er
mogelijk een probleem met uw
geheugenkaart of opslagschijf.
Controleer de kaart of de schijf en
probeer het opnieuw.
Er is een fout opgetreden
tijdens het opslaan. Het
opslaan is geannuleerd.
Kan geen map op de
geheugenkaart of de schijf
maken. De bewerking is
geannuleerd.
Plaats een nieuwe geheugenkaart
of opslagschijf en probeer het
opnieuw.
Het reinigen van de
printkop is mislukt.
Voer de procedure opnieuw uit.
Neem contact op met uw dealer
als het foutbericht opnieuw wordt
weergegeven.
Foutberichten Oplossing
42 Problemen oplossen
De softwareopties op het display worden niet in
uw taal weergegeven.
Als op het display niet de gewenste taal wordt
weergegeven, selecteert u de gewenste taal in het
menu Instellingen (& “De taal wijzigen die op
het display wordt weergegeven” op pagina 39).
Problemen bij het afdrukken en
kopiëren
Het apparaat maakt wel de normale
afdrukgeluiden, maar er wordt niets afgedrukt.
Misschien moeten de spuitkanaaltjes van de
printkop worden gereinigd (& “De printkop
reinigen” op pagina 38).
Controleer of de ondergrond waarop het
apparaat staat, wel vlak en stabiel is.
De marges kloppen niet.
Zorg ervoor dat het origineel goed tegen de
linkerbovenhoek van de glasplaat ligt.
Als de randen niet worden meegekopieerd, moet
u het origineel iets verder uit de hoek leggen.
Controleer of de instellingen voor het
papierformaat passen bij het papier in de
papiertoevoer.
Zorg ervoor dat het papier met de korte zijde
naar voren in het apparaat gaat. Het papier moet
helemaal rechts liggen en de linkerzijgeleider
moet tegen het papier zijn aangeschoven
(& “Papier laden” op pagina 8).
De stapel papier mag niet boven de pijl (c)op de
linkerzijgeleider uitkomen (& “Papier laden” op
pagina 8).
Selecteer Werkelijk in plaats van Aut.voll.pag of
pas de zoominstellingen aan.
Er komen blanco pagina's uit het apparaat.
Controleer of de instellingen voor het
papierformaat passen bij het papier in de
papiertoevoer.
Misschien moeten de spuitkanaaltjes van de
printkop worden gereinigd (& “De printkop
reinigen” op pagina 38).
Problemen bij het invoeren van
papier
Het papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast.
Als het papier niet goed in de printer gaat, moet
u het uit de papiertoevoer verwijderen. Waaier het
papier los, plaats het tegen de rechterzijgeleider
van de papiertoevoer en schuif de linkerzijgeleider
tegen het papier aan (niet te strak). Zorg ervoor
dat het papier niet voor de beschermkap van de
papiertoevoer zit.
De stapel papier mag niet boven de pijl (c)op de
linkerzijgeleider uitkomen (& “Papier ladenop
pagina 8).
Druk op de knop x [Start] om het vastgelopen
papier uit de printer te verwijderen. Als het
papier niet automatisch wordt uitgevoerd,
zet u de printer uit. Vervolgens opent u de
scannereenheid en verwijdert u al het papier
en alle eventuele losse stukken met de hand.
Plaats het papier zorgvuldig opnieuw in de lade,
zet het apparaat weer aan en druk op de knop
x [Start].
Als het papier erg vaak vastloopt, controleer dan
of de linkerzijgeleider niet te strak tegen het
papier zit. Leg minder vellen papier in de
papiertoevoer.
Problemen met de afdrukkwaliteit
U ziet strepen (lichte lijnen) op uw afdrukken of
kopieën.
Reinig de printkop (& “De printkop
controleren” op pagina 38).
Selecteer de juiste papiersoort (& “Papier
selecteren” op pagina 7).
Het papier moet met de afdrukzijde (witter of
glanzender) naar boven in de papiertoevoer zijn
geplaatst.
Misschien zijn de cartridges aan vervanging toe
(& “Cartridges verwijderen en installeren” op
pagina 36).
Lijn de printkop uit (& “De printkop uitlijnen”
op pagina 39).
Problemen oplossen 43
Nederlands
Reinig de glasplaat (& “Het apparaat reinigen
op pagina 40).
Als er een moipatroon of rasterpatroon op uw
kopie verschijnt, wijzigt u de zoominstelling of
wijzigt u de positie van het origineel.
Afdrukken zijn onduidelijk of vlekkerig.
Zorg ervoor dat het document plat op de
glasplaat ligt. Als slechts een deel van de
afbeelding onscherp is, kan het origineel
gekreukeld of niet mooi recht zijn.
Zorg ervoor dat het apparaat niet scheef en niet
op een ongelijkmatige ondergrond staat.
Zorg ervoor dat het papier niet vochtig of
gekruld is of ondersteboven ligt (de witste of
glanzende afdrukzijde moet boven liggen).
Plaats het nieuwe papier met de afdrukzijde naar
boven in de papiertoevoer.
Gebruik voor speciaal papier een steunvel of
laad uw papier vel voor vel.
Laad het papier vel voor vel. Haal de vellen
tijdig uit de uitvoerlade, zodat deze niet te
vol wordt.
Lijn de printkop uit (& “De printkop uitlijnen”
op pagina 39).
Maak enkele kopieën zonder document op de
glasplaat te leggen.
Gebruik alleen papier dat door Epson wordt
aanbevolen en originele Epson-cartridges.
Reinig de glasplaat (& “Het apparaat reinigen
op pagina 40).
Uw afdruk is vaag of er ontbreken stukken.
Reinig de printkop (& “De printkop reinigen”
op pagina 38).
Als verticale lijnen er gerafeld uitzien, kan het
nodig zijn dat u de printkop uitlijnt (& “De
printkop uitlijnen” op pagina 39).
De cartridges zijn mogelijk oud of bijna leeg.
Vervang een cartridge (& “Cartridges
vervangen” op pagina 35).
Selecteer de juiste papiersoort (& “Papier
selecteren” op pagina 7).
Zorg ervoor dat het papier niet beschadigd, oud
of vies is of met de afdrukzijde naar beneden in
de papiertoevoer ligt. Is dat wel het geval, plaats
het nieuwe papier dan met de witste of
glanzende zijde naar boven in de papiertoevoer.
De afdruk is korrelig.
Zorg ervoor dat u de kwaliteitsinstelling Best
selecteert.
Als u een foto afdrukt of kopieert, let er dan op
dat u het origineel niet te veel vergroot. Maak de
afdruk wat kleiner.
Lijn de printkop uit (& “De printkop uitlijnen
op pagina 39).
De afdruk bevat verkeerde kleuren of er ontbreken
kleuren.
Reinig de printkop (& “De printkop reinigen”
op pagina 38).
De cartridges zijn mogelijk oud of bijna leeg.
Vervang een cartridge (& “Cartridges
vervangen” op pagina 35).
Controleer of het juiste papier is geladen en of de
juiste instelling voor het papier is geselecteerd in
het display.
Zorg ervoor dat u geen gebruik maakt van
speciale effecten die afbeeldingskleuren
wijzigen, zoals Sepia.
Wanneer uw papier op is, plaatst u zo snel
mogelijk nieuw papier. Als het apparaat te lang
zonder papier blijft, zijn de kleuren van uw
volgende kopieer- of afdruktaak mogelijk
incorrect.
De afdruk is te donker.
Wanneer u kopieert, drukt u op de knop x
[Afdrukinstellingen] en wijzigt u de
Kopieerdichtheid.
Het formaat of de positie van de afbeelding is
verkeerd.
Controleer of het juiste papier is geladen en of de
juiste instelling voor het papier is geselecteerd in
het display.
44 Problemen oplossen
Controleer of het origineel goed op de glasplaat
ligt (& “Originelen op de glasplaat plaatsen” op
pagina 11).
Reinig de glasplaat (& “Het apparaat reinigen
op pagina 40).
Problemen met de scankwaliteit
De foto is slechts gedeeltelijk gescand.
De scanner heeft niet-leesbare gebieden aan de
randen. Leg de foto iets verder van de rand van
de glasplaat af.
Het bestand is te groot.
Probeer de kwaliteitsinstellingen te wijzigen.
Hulp inroepen
Regionale klantenservice
Als uw Epson-printer niet goed functioneert en u het
probleem niet kunt oplossen met de informatie in de
printerdocumentatie, kunt u contact opnemen met
de klantenservice. Als uw land hierna niet wordt
vermeld, neemt u contact op met de leverancier bij
wie u het apparaat hebt aangeschaft.
We zullen u sneller kunnen helpen als u de volgende
informatie bij de hand hebt:
Het serienummer van de printer
(Het etiket met het serienummer vindt u meestal
aan de achterzijde van de printer.)
Het model van de printer
De versie van de printersoftware
(Voor het versienummer klikt u op de knop Info,
Versie-info of een vergelijkbare knop in de
software voor het apparaat.)
Het merk en het model van uw computer
Naam en versie van het besturingssysteem op
uw computer
De toepassingen die u meestal met de printer
gebruikt en de versienummers hiervan
Opmerking:
In de online gebruikershandleiding op de software-cd-rom leest u
hoe u contact kunt opnemen met de klantenservice.
Europa
URL http://www.epson.com
Ga naar uw lokale Epson-website voor
de nieuwste drivers, vragen en
antwoorden, handleidingen en ander
materiaal om te downloaden.
In het pan-Europese garantiebewijs leest u hoe u contact kunt
opnemen met de klantenservice van Epson.
Australië
URL http://www.epson.com.au
Telefoon 1300 361 054
Fax (02) 8899 3789
Singapore
URL http://www.epson.com.sg
Telefoon (65) 6586 3111
Thailand
URL http://www.epson.co.th
Telefoon (66)2-670-0333
Vietnam
Telefoon 84-8-823-9239
Indonesië
URL http://www.epson.co.id
Telefoon/
Fax
Jakarta: (62) 21-62301104
Bandung: (62) 22-7303766
Surabaya:
(62) 31-5355035/31-5477837
Medan: (62)61-4516173
Telefoon Yogyakarta: (62) 274-565478
Makassar:
(62)411-350147/411-350148
Hongkong
URL http://www.epson.com.hk
Telefoon (852) 2827-8911
Fax (852) 2827-4383
Maleisië
URL http://www.epson.com.my
Telefoon 603-56288333
India
URL http://www.epson.co.in
Telefoon 30515000
FAX 30515005/30515078
Filipijnen
URL http://www.epson.com.ph
Telefoon (63) 2-813-6567
Fax (63) 2-813-6545
E-mail epchelpdesk@epc.epson.com.ph
Overzicht van instellingen bedieningspaneel 45
Nederlands
Overzicht van instellingen
bedieningspaneel
r Modus Kopiëren
Afdrukinstellingen voor modus
Kopiëren
*Wanneer u in de modus Kopiëren Cd/dvd als
Lay-out selecteert, wordt Papiersoort ingesteld
op Cd/dvd.
**Wanneer u in de modus Kopiëren Cd/dvd als
Lay-out selecteert, wordt Papierformaat ingesteld
op Cd/dvd.
s Modus Geheugenkaart
Afdrukinstellingen voor modus
Geheugenkaart
Exemplaren 1 tot en met 99
Kleur/Zwart-wit Kleur, Zwart-wit
Document Tekst, Illustr., Foto
Lay-out Met rand, Randloos, Kop. cd/dvd
Kop. 2-op-1, Kop. herh., Kop. 4-op-1
Zoom Werkelijk, Aut.voll.pag, A4 & 10 × 15 cm,
10 × 15 cm & A4, 10 × 15 cm & 13 × 18 cm,
13 × 18 cm & 10 × 15 cm, A5 & A4,
A4 & A5
Pap.soort* Plain Paper (Gewoon papier), Matte (Mat),
Premium Glossy Photo Paper (Fotopapier
glanzend Premium)
Ultra Glossy Photo Paper (Fotopapier
ultraglanzend)
Pap.form.** 10 × 15 cm, 13 × 18 cm, A5, A4
Kwaliteit Concept, Standaard, Best
Kop.dichtheid -4 tot en met +4
Vergrot. Standaard, Mid., Min.
Cd binnen/buiten Binnen: 18 - 46 mm (standaard: 46 mm)
Buiten: 114 - 120 mm (standaard: 114 mm)
Pictogrammen Tekst
Pictogrammen
Tekst
Weergeven en afdrukken
Alle foto's afdrukken
Afdrukken op datum
Index afdrukken
Diavoorstelling
Scannen naar geheugenkaart
Papiersoort Premium Glossy Photo Paper (Fotopapier
glanzend Premium), Ultra Glossy Photo
Paper (Fotopapier ultraglanzend), Semigloss
Photo Paper (Fotopapier halfglanzend),
Photo Paper (Fotopapier), Plain Paper
(Gewoon papier), Matte Paper (Mat papier),
Photo Quality Inkjet Paper (Inkjetpapier
fotokwaliteit), Photo Stickers (Fotostickers)
Papierformaat 10 × 15 cm, 13 × 18 cm, 16:9-formaat, A4
Pictogrammen Tekst
Pictogrammen
Tekst
46 Overzicht van instellingen bedieningspaneel
v modus Speciale
afdruktaken
Afdrukinstellingen voor Foto's
opnieuw afdrukken/herstellen
Afdrukinstellingen voor Cd/dvd
bedrukken
Lay-out Randloos, Met rand, Pasfoto, Bov. helft,
2-op-1, 4-op-1, 8-op-1, 20-op-1, 30-op-1,
80-op-1, Stickers 16
Kwaliteit Concept, Standaard, Best
Vergrot. Standaard, Mid., Min.
Rode ogen Uit, Aan
Kleureffect Uit, Zwart-wit, Sepia
Verbet. PhotoEnhance, PIM, Geen
Helderheid Lichtst, Lichter, Standaard, Donkerder,
Donkerst
Contrast Standaard, Hoger, Hoogst
Scherpte Scherpst, Scherper, Standaard, Zachter,
Zachtst
Verzadiging Hoogst, Hoger, Standaard, Lager, Laagst
Datum Geen, jjjj.mm.dd, mmm.dd.jjjj, dd.mmm.jjjj
Afdrukinfo Uit, Aan
Kadervull. Aan, Uit
Bidirect. Aan, Uit
Foto's opn. afdr./herst.
Cd/dvd bedrukken
Pictogrammen Tekst
Pap.soort Prem. Glossy (Fotopapier glanzend
Premium), Ultra Glossy (Fotopapier
ultraglanzend), Photo Paper (Fotopapier),
Matte (Mat fotopapier)
Pap.form. 10 × 15 cm, 13 × 18 cm, A4
Lay-out Randloos, Met rand
Kwaliteit Foto
Vergrot. Standaard, Mid., Min.
Kleureffect Uit, Zwart-wit
Afdruk-
materiaal
Cd/dvd Cd-hoesje
Pap.soort Cd/dvd, Gewoon pap. Prem. Glossy
(Fotopapier glanzend
Premium),
Ultra Glossy
(Fotopapier
ultraglanzend),
Photo Paper
(Fotopapier),
Plain Paper (Gewoon
papier), Matte (Mat)
Pap.form. Cd/dvd A4
Lay-out 1-op-1, 4-op-1,
8-op-1, 12-op-1
Cd boven,
Index cd
Dichtheid Standaard,
Donkerder, Donkerst
-
Kwaliteit - Concept, Standaard,
Best
Vergrot. - Standaard, Mid., Min.
Rode ogen Uit, Aan Uit, Aan
Kleureffect Uit, Zwart-wit, Sepia Uit, Zwart-wit, Sepia
Verbet. PhotoEnhance, PIM,
Geen
PhotoEnhance, PIM,
Geen
Pictogrammen
Tekst
Pictogrammen
Tekst
Overzicht van instellingen bedieningspaneel 47
Nederlands
F Modus SetupCd
binnen/buiten
Binnen: 18 - 46 mm
(standaard: 43 mm)
Buiten: 114 - 120 mm
(standaard: 116 mm)
-
Helderheid Lichtst, Lichter,
Standaard,
Donkerder, Donkerst
Lichtst, Lichter,
Standaard,
Donkerder, Donkerst
Contrast - Standaard, Hoger,
Hoogst
Scherpte Scherpst, Scherper,
Standaard, Zachter,
Zachtst
Scherpst, Scherper,
Standaard, Zachter,
Zachtst
Verzadiging Hoogst, Hoger,
Standaard, Lager,
Laagst
Hoogst, Hoger,
Standaard, Lager,
Laagst
Afdrukinfo - Uit, Aan
Kadervull. - Uit, Aan
Cartridgestatus
Onderhoud Spuitkan. contr.
Printkop rein.
Printkop uitl.
Cartridge vervangen
Dik papier Uit, Aan
Scherm-
beveiliging inst.
Geen, Gegevens kaart
Taal
(Deze functie is
niet op alle
apparaten
beschikbaar.)
Engels, Frans, Duits,
Italiaans, Spaans,
Portugees, Nederlands,
Russisch
Afdrukpositie Cd/dvd, Sticker
PictBridge-instellingen
Geheugen-
kaart kopiëren
Geheugenkaart kop., Map selecteren
Bluetooth-instellingen
Fabrieksinstellingen
Pictogrammen
Tekst
Cartridges vervangen
Naam apparaat
Black
(Zwart)
Cyan
(Cyaan)
Magenta
Yellow
(Geel)
Light Cyan
(Licht
cyaan)
Light
Magenta
(Licht
magenta)
RX 560-serie T0801 T0802 T0803 T0804 T0805 T0806
RX 590-serie
T0811
T0821
T0812
T0822
T0813
T0823
T0814
T0824
T0815
T0825
T0816
T0826
1

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Epson-RX560

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Epson RX560 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Epson RX560 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 2,63 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info