677127
222
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/244
Pagina verder
Gebruikershandleiding
NPD5776-00 NL
Copyright
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of
openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,
opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande
schrielijke
toestemming van Seiko Epson
Corporation. Er wordt geen patentaansprakelijkheid aanvaard met betrekking tot het gebruik van de informatie in
deze handleiding. Evenmin wordt aansprakelijkheid aanvaard voor schade die voortvloeit uit het gebruik van de
informatie in deze publicatie. De informatie in dit document is uitsluitend bestemd voor gebruik met dit Epson-
product. Epson is niet verantwoordelijk voor gebruik van deze informatie in combinatie met andere producten.
Seiko Epson Corporation noch haar lialen kunnen verantwoordelijk worden gesteld door de koper van dit
product of derden voor schade, verlies, kosten of uitgaven die de koper of derden oplopen ten gevolge van al dan
niet foutief gebruik of misbruik van dit product of onbevoegde wijzigingen en herstellingen of (met uitzondering
van de V.S.) het zich niet strikt houden aan de gebruiks- en onderhoudsvoorschrien van Seiko Epson
Corporation.
Seiko Epson Corporation en haar dochterondernemingen kunnen niet verantwoordelijk worden gehouden voor
schade of problemen voortvloeiend uit het gebruik van andere dan originele onderdelen of verbruiksgoederen
kenbaar als Original Epson Products of Epson Approved Products by Seiko Epson.
Seiko Epson Corporation kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade voortvloeiend uit
elektromagnetische interferentie als gevolg van het gebruik van andere interfacekabels die door Seiko Epson
Corporation worden aangeduid als Epson Approved Products.
© 2017 Seiko Epson Corporation
De inhoud van deze handleiding en de specicaties van dit product kunnen zonder aankondiging worden
gewijzigd.
Gebruikershandleiding
Copyright
2
Handelsmerken
EPSON
®
is een gedeponeerd handelsmerk en EPSON EXCEED YOUR VISION of EXCEED YOUR VISION is
een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
PRINT Image Matching™ en het PRINT Image Matching-logo zijn handelsmerken van Seiko Epson
Corporation.Copyright © 2001 Seiko Epson Corporation. All rights reserved.
Epson Scan 2 soware is based in part on the work of the Independent JPEG Group.
libti
Copyright © 1988-1997 Sam
Leer
Copyright © 1991-1997 Silicon Graphics, Inc.
Permission to use, copy, modify, distribute, and sell this soware and its documentation for any purpose is
hereby granted without fee, provided that (i) the above copyright notices and this permission notice appear in
all copies of the soware and related documentation, and (ii) the names of Sam Leer and Silicon Graphics
may not be used in any advertising or publicity relating to the soware without the specic, prior written
permission of Sam Leer and Silicon Graphics.
THE SOFTWARE IS PROVIDED "AS-IS" AND WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EXPRESS,
IMPLIED OR OTHERWISE, INCLUDING WITHOUT LIMITATION, ANY WARRANTY OF
MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE.
IN NO EVENT SHALL SAM LEFFLER OR SILICON GRAPHICS BE LIABLE FOR ANY SPECIAL,
INCIDENTAL, INDIRECT OR CONSEQUENTIAL DAMAGES OF ANY KIND, OR ANY DAMAGES
WHATSOEVER RESULTING FROM LOSS OF USE, DATA OR PROFITS, WHETHER OR NOT ADVISED
OF THE POSSIBILITY OF DAMAGE, AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, ARISING OUT OF OR IN
CONNECTION WITH THE USE OR PERFORMANCE OF THIS SOFTWARE.
SDXC Logo is a trademark of SD-3C, LLC.
PictBridge is a trademark.
QR Code is a registered trademark of DENSO WAVE INCORPORATED in Japan and other countries.
Intel
®
is a registered trademark of Intel Corporation.
Microso
®
, Windows
®
, and Windows Vista
®
are registered trademarks of Microso Corporation.
Apple, Macintosh, macOS, OS X, Bonjour, ColorSync, Safari, AirPrint, the AirPrint Logo, iPad, iPhone, iPod
touch, and iTunes are trademarks of Apple Inc., registered in the U.S. and other countries.
Google Cloud Print, Chrome, Chrome OS, Google Play and Android are trademarks of Google Inc.
Adobe and Adobe Reader are either registered trademarks or trademarks of Adobe Systems Incorporated in the
United States and/or other countries.
Gebruikershandleiding
Handelsmerken
3
Algemene opmerking: andere productnamen vermeld in deze uitgave, dienen uitsluitend als identicatie en
kunnen handelsmerken zijn van hun respectievelijke eigenaars.Epson maakt geen enkele aanspraak op enige
rechten op deze handelsmerken.
Gebruikershandleiding
Handelsmerken
4
Inhoudsopgave
Copyright
Handelsmerken
Over deze handleiding
Introductie tot de handleidingen...............10
Informatie zoeken in de handleiding............10
Markeringen en symbolen...................12
Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding. . . . . . 12
Referenties voor besturingssystemen............12
Belangrijke instructies
Veiligheidsinstructies.......................13
Printeradviezen en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . 14
Adviezen en waarschuwingen voor het
instellen/gebruik van de printer............. 14
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van de printer met een draadloze verbinding. . . . 15
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van geheugenkaarten.....................15
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van het display..........................15
Uw persoonlijke gegevens beschermen..........16
Basisprincipes van printer
Namen en functies van onderdelen.............17
Bedieningspaneel..........................20
Knoppen..............................20
Pictogrammen op het lcd-scherm............21
Conguratie basisscherm..................23
Tekens invoeren.........................24
Animaties bekijken...................... 25
Een menu weergeven dat past bij de handeling. . 26
Netwerkinstellingen
Typen netwerkverbindingen..................28
Wi-Fi-verbinding........................28
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig
toegangspunt)..........................28
Een computer verbinden.................... 29
Een smart device verbinden..................30
Wi - F i - i n s t e l l i n g e n
congureren
op de printer. . . . . 30
Handmatig Wi-Fi-instellingen congureren. . . . .31
Wi-Fi-instellingen congureren via de
drukknopinstelling (WPS).................32
Wi-Fi-instellingen congureren via de
pincode-instelling (WPS)..................34
Verbindingsinstellingen voor Wi-Fi Direct
(eenvoudig toegangspunt) congureren....... 35
Geavanceerde netwerkinstellingen maken. . . . . . 37
De status van de netwerkverbinding controleren. . . 38
Netwerkpictogram.......................38
De gedetailleerde netwerkinformatie
controleren op het bedieningspaneel..........38
Een netwerkverbindingsrapport afdrukken. . . . . 39
Een netwerkstatusvel afdrukken.............46
Toegangspunten vervangen of toevoegen.......47
De verbindingsmethode met een computer
wijzigen.................................47
Wi-Fi uitschakelen op het bedieningspaneel. . . . . . .48
Verbinding Wi-Fi Direct (Eenvoudig
Toegangspunt) verbreken vanaf het
bedieningspaneel..........................48
De netwerkinstellingen herstellen op het
bedieningspaneel..........................49
Papier laden
Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking. . . . . 51
Beschikbaar papier en capaciteiten.............52
Lijst met papiertypes..................... 53
Functies papierbron........................54
Papier in de Papiercassette 1 laden........... 55
Papier in de Papiercassette 2 laden........... 58
Originelen plaatsen
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen. . . . . . . 64
Verschillende originelen plaatsen..............65
Foto's plaatsen om te kopiëren.............. 65
Een id-kaart plaatsen om te kopiëren......... 65
Een cd/dvd plaatsen om daarop een label af
te drukken.............................65
Meerdere foto's plaatsen om tegelijkertijd te
scannen...............................66
Een geheugenkaart plaatsen
Ondersteunde geheugenkaarten...............67
Een geheugenkaart plaatsen en verwijderen. . . . . . .67
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
5
Een cd/dvd laden om te bedrukken
Bedrukbare cd's/dvd's...................... 69
Voorzorgsmaatregelen voor het omgaan met
cd's/dvd's................................69
Een cd/dvd/ plaatsen en verwijderen............69
Afdrukken
Afdrukken vanuit het menu Foto's afdrukken
op het bedieningspaneel.....................70
Basishandelingen voor foto's afdrukken........70
Afdrukken in diverse lay-outs...............74
Id-foto's afdrukken.......................75
Foto's afdrukken met een sjabloon........... 76
Menuopties voor het afdrukken via het
bedieningspaneel........................78
Afdrukken vanuit het menu Verschillende
afdrukken op het bedieningspaneel............ 81
Ontwerppapier afdrukken................. 81
Foto's met handgeschreven tekst afdrukken. . . . . 82
Foto's op een cd-/dvd-label afdrukken.........83
Foto's afdrukken op een cd-hoesje........... 86
Originele kalenders met een foto afdrukken. . . . 87
Een kalender afdrukken...................88
Gelinieerd papier afdrukken................89
Origineel briefpapier afdrukken.............90
Afdrukken op een originele wenskaart. . . . . . . . 91
Een kleurboek afdrukken..................92
Afdrukken vanaf een computer................93
Basisprincipes Windows.................93
Basisprincipes Mac OS..................94
Dubbelzijdig afdrukken...................97
Meerdere pagina's op één vel afdrukken. . . . . . . 99
Afdruk aanpassen aan papierformaat. . . . . . . . 101
Meerdere bestanden samen afdrukken (alleen
voor Windows)........................ 102
Eén aeelding afdrukken op meerdere vellen
om een poster te maken (alleen voor Windows) 103
Geavanceerde functies gebruiken voor
afdrukken............................109
Foto's afdrukken met Epson Easy Photo Print. . 111
Een cd-/dvd-label afdrukken met Epson Print
CD................................. 112
Afdrukken met Smart Devices............... 112
Epson iPrint gebruiken...................112
Epson Print Enabler gebruiken.............114
AirPrint gebruiken......................115
Foto's afdrukken vanaf een digitale camera......116
Afdrukken vanaf een via USB aangesloten
digitale camera.........................116
Afdrukken vanaf een draadloos verbonden
digitale camera.........................117
DPOF-afdrukken.........................118
Afdrukken annuleren......................118
Afdrukken annuleren — Bedieningspaneel. . . . 118
Afdrukken annuleren - Windows........... 118
Afdrukken annuleren Mac OS........... 119
Kopiëren
Normaal kopiëren........................ 120
Verschillende kopieermethoden..............121
Kopiëren in diverse lay-outs...............121
Foto's kopiëren.........................122
Kopiëren op een cd-/dvd-label............. 123
Menuopties voor kopiëren..................126
Scannen
Scannen via het bedieningspaneel.............128
Scannen naar een geheugenapparaat. . . . . . . . . 128
Scannen naar een computer (Event Manager). . 130
Scannen naar de cloud...................134
Scannen naar een computer (WSD)..........136
Scannen vanaf een computer.................138
Scannen met Epson Scan 2................138
Scannen met smart-apparaten................145
Epson iPrint installeren.................. 145
Scannen met Epson iPrint.................145
Cartridges en andere
verbruiksgoederen vervangen
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren.............. 147
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren
Bedieningspaneel.......................147
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren - Windows. . . . 147
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren - Mac OS. . . . . 147
Codes van de cartridges....................148
Voorzorgsmaatregelen voor inktpatronen.......149
Cartridges vervangen......................151
Onderhoudscassettecode................... 154
Voorzorgsmaatregelen voor de
onderhoudscassette....................... 154
Een onderhoudscassette vervangen............155
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken............158
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
6
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken —
Windows.............................159
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken — Mac OS. 160
Zwarte inkt besparen als de zwarte inkt bijna
opgebruikt is (alleen Windows)...............160
De printer onderhouden
De printkop controleren en reinigen...........162
De printkop controleren en schoonmaken
Bedieningspaneel.......................162
De printkop controleren en schoonmaken -
Windows.............................163
De printkop controleren en reinigen — Mac OS 163
De printkop uitlijnen......................164
De printkop uitlijnen — Bedieningspaneel. . . . .164
Het papiertraject reinigen...................165
Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken. . . 165
Het papiertraject reinigen om
papierstoringen te voorkomen............. 166
De Scannerglasplaat reinigen................ 167
Het doorschijnende folie reinigen.............168
Stroom besparen......................... 170
Energie besparen — Bedieningspaneel. . . . . . . 170
Menuopties voor Instel.
Menuopties voor Voorraadstatus..............171
Basisinstellingen..........................171
Schermbeveiliging:......................171
Lcd-helderheid:........................171
Autom. inschakeling:....................171
Uitschakelinst.:.........................171
Uitschakelingstimer:.....................172
Slaaptimer:........................... 172
Taal/Language:.........................172
Alle inst.wissen:........................172
Menuopties voor Printerinstellingen...........172
Papierbroninstelling:.................... 172
CD/DVD:............................173
Binnen-/buitenkant van cd................173
Stickers:..............................173
Dik papier:............................173
Stille modus:..........................173
Droogtijd voor inkt:.....................173
Bidirectioneel:.........................173
Alle inst.wissen........................ 173
Menuopties voor Netwerkinstellingen..........173
Menuopties voor Webservice-instellingen.......174
Menuopties voor Bestanden deln............. 175
Menuopties voor Afdrukinstellingen camera. . . . . 175
Menuopties voor Geleiderfuncties.............175
Papier komt niet overeen:.................176
Doc.waarschuwing:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 176
Automatische selectiestand:............... 176
Alle instellingen:....................... 176
Alle inst.wissen:........................176
Menuopties voor Firmware-update............176
Bijwerken:............................176
Melding:............................. 176
Menuopties voor Standaardinst. herstellen. . . . . . .176
Netwerkservice en
softwareinformatie
De service van Epson Connect...............178
Vanaf het bedieningspaneel registreren bij
Epson Connect Service...................178
Toepassing voor het congureren van
printerbewerkingen (Web Cong).............178
Webconguratie
uitvoeren op een webbrowser. 179
Web Cong uitvoeren op Windows..........179
Web Cong uitvoeren op Mac OS...........180
Windows-printerstuurprogramma.............180
Uitleg bij de printerdriver voor Windows. . . . . . 181
Bedieningsinstellingen voor Windows-
printerdriver congureren................ 183
Mac OS-printerstuurprogramma..............183
Uitleg bij het printerstuurprogramma voor
Mac OS..............................184
Bedieningsinstellingen voor Mac OS-
printerdriver congureren................ 186
Toepassing voor het scannen van documenten
en
aeeldingen
(Epson Scan 2)...............186
De netwerkscanner toevoegen..............187
Toepassing voor het congureren van
scanbewerkingen vanaf het bedieningspaneel
(Epson Event Manager).................... 187
Toepassing voor fotolay-out (Epson Easy Photo
Print)................................. 188
Toepassing voor het afdrukken van tekst of
aeeldingen op een schijf (Epson Print CD). . . . . 189
Toepassing voor het afdrukken van webpagina's
(E-Web Print)........................... 189
Toepassing voor het scannen en overdragen van
aeeldingen (Easy Photo Scan).............. 190
Hulpprogramma's voor soware-updates
(EPSON Soware Updater)................. 190
Toepassingen verwijderen...................191
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
7
Toepassingen verwijderen Windows.......191
Toepassingen verwijderen Mac OS........192
Toepassingen installeren....................192
Toepassingen en rmware bijwerken...........193
De printerrmware bijwerken via het
bedieningspaneel.......................193
Problemen oplossen
De printerstatus controleren.................195
Berichten op het display bekijken...........195
De printerstatus controleren - Windows.......197
De printerstatus controleren Mac OS...... 197
Vastgelopen papier verwijderen...............197
Vastgelopen papier binnen in de printer
verwijderen...........................197
Vastgelopen papier verwijderen uit het
Achterpaneel..........................200
Vastgelopen papier verwijderen uit de
Papiercassette..........................200
Papier wordt niet goed ingevoerd.............201
Papier loopt vast........................202
Papier wordt schuin ingevoerd.............202
Er worden meerdere vellen papier tegelijk
uitgevoerd............................202
Cd-/dvd-lade wordt uitgeworpen........... 202
Problemen met stroomtoevoer en
bedieningspaneel.........................203
De stroom wordt niet ingeschakeld..........203
De stroom wordt niet uitgeschakeld......... 203
Stroom schakelt automatisch uit............203
Het display wordt donker.................203
De functie Autom. inschakeling werkt niet. . . . .203
Kan niet afdrukken vanaf een computer. . . . . . . . 204
De verbinding controleren (USB)...........204
De verbinding controleren (netwerk).........204
De soware en gegevens controleren.........205
De printerstatus controleren vanaf de
computer (Windows)....................207
De printerstatus controleren vanaf de
computer (Mac OS).....................209
Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt
congureren............................209
Kan geen verbinding maken vanaf apparaten
terwijl de netwerkinstellingen correct zijn. . . . . 209
De SSID controleren waarmee de printer is
verbonden............................211
De SSID voor de computer controleren.......212
Kan niet afdrukken vanaf een iPhone of iPad. . . . . 213
Afdrukproblemen........................ 213
De afdruk is gekrast of er ontbreken kleuren. . . 213
Er verschijnen strepen of onverwachte kleuren. .213
Gekleurde streepvorming zichtbaar met een
tussenafstand van ongeveer 2.5 cm..........214
Onscherpe afdrukken, verticale strepen of
verkeerde uitlijning..................... 214
Afdrukkwaliteit is slecht..................215
Papier vertoont vlekken of is bekrast.........216
Vlekken op het papier bij automatisch
dubbelzijdig afdrukken...................217
Afgedrukte foto's zijn plakkerig.............217
Aeeldingen of foto's worden afgedrukt met
de verkeerde kleuren.................... 217
De kleuren verschillen van wat u op het
scherm ziet........................... 218
Kan niet afdrukken zonder marges..........218
Randen van de aeelding vallen weg bij het
randloos afdrukken.....................218
Positie, formaat of marges van de afdruk zijn
niet juist............................. 219
Er worden meerdere originelen gekopieerd
op één vel papier....................... 219
De afdrukpositie van fotostickers is verkeerd. . . 219
De afdrukpositie op een cd/dvd is verkeerd. . . . 220
Afgedrukte tekens zijn niet juist of onleesbaar. . 220
De afgedrukte aeelding is omgekeerd. . . . . . . 220
Mozaïekachtige patronen op de afdrukken. . . . .220
Op de gekopieerde afdruk verschijnen
ongelijke kleuren, vegen, vlekken of rechte
lijnen................................220
Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel
"moiré" genoemd) op de gekopieerde
aeelding
............................221
De achterkant van het origineel is te zien op
de gekopieerde
aeelding
.................221
Het probleem kon niet worden opgelost.......221
Overige afdrukproblemen...................221
Afdrukken verloopt te traag...............221
Afdrukken vertraagt aanzienlijk tijdens het
continu afdrukken......................222
Kan het afdrukken niet annuleren vanaf een
computer met Mac OS X 10.6.8.............222
Kan niet beginnen met scannen.............. 223
Kan scannen niet starten via bedieningspaneel. .223
Problemen met gescande aeeldingen......... 224
Ongelijke kleuren, vuil, vlekken, enzovoort
worden weergegeven bij scannen vanaf de
glasplaat van de scanner..................224
De aeeldingskwaliteit is ruw..............224
De oset schijnt door in de achtergrond van
aeeldingen.......................... 224
De tekst is onscherp.....................225
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
8
Moiré-patronen (webachtige schaduwen)
verschijnen........................... 225
Kan het juiste gebied niet scannen op de
glasplaat............................. 225
Kan geen voorbeeld weergeven in umbnail. . 226
Tekst wordt niet correct herkend wanneer ik
opsla als een Searchable PDF...............226
Problemen in gescande aeelding kunnen
niet worden opgelost.................... 227
Andere scanproblemen.....................227
Scansnelheid is laag.....................227
Scannen stopt bij het scannen naar een PDF/
Multi-TIFF........................... 228
Overige problemen........................228
Lichte elektrische schok wanneer u de printer
aanraakt............................. 228
Printer maakt veel lawaai tijdens werking. . . . . 228
Kan gegevens niet opslaan op een
geheugenapparaat...................... 229
Soware wordt geblokkeerd door een rewall
(alleen Windows).......................229
"!" wordt weergegeven in het fotoselectiescherm 229
Bijlage
Technische specicaties.................... 230
Printerspecicaties
......................230
Scannerspecicaties.....................231
Interfacespecicaties.................... 232
Lijst met netwerkfuncties.................232
Wi-Fi-specicaties
......................233
Beveiligingsprotocol.....................233
Ondersteunde services van derden.......... 233
Specicaties externe opslagapparaten. . . . . . . . 233
Ondersteunde
gegevensspecicaties
......... 234
Dimensies............................235
Elektrische specicaties.................. 235
Omgevingsspecicaties...................236
Systeemvereisten.......................236
Regelgevingsinformatie.................... 237
Normen en goedkeuringen................237
Beperkingen op het kopiëren.............. 238
De printer vervoeren...................... 238
Een geheugenkaart benaderen vanaf een computer 241
Hulp vragen.............................242
Technische ondersteuning (website).........242
Contact opnemen met de klantenservice van
Epson...............................242
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
9
Over deze handleiding
Introductie tot de handleidingen
De volgende handleidingen worden meegeleverd met uw Epson-printer. Naast de handleidingen kunt u ook de
verschillende hulpmogelijkheden op de printer zelf of in de toepassingen raadplegen.
Hier beginnen (gedrukte handleiding)
Bevat informatie over het instellen van de printer, het installeren van de soware, het gebruik van de printer, het
oplossen van problemen enzovoort.
Gebruikershandleiding (digitale handleiding)
Deze handleiding. Biedt algehele informatie en instructies voor het gebruik van de printer, voor
netwerkinstellingen wanneer de printer in een netwerk wordt gebruikt en voor het oplossen van problemen.
U kunt de meest recente versie van de bovenstaande handleidingen in uw bezit krijgen op de volgende manieren.
Gedrukte handleiding
Ga naar de ondersteuningssite van Epson Europe (http://www.epson.eu/Support) of de wereldwijde
ondersteuningssite van Epson (http://support.epson.net/).
Digitale handleiding
Start EPSON Soware Updater op uw computer. EPSON Soware Updater controleert of er updates
beschikbaar zijn voor Epson-toepassingen of digitale handleidingen en laat u vervolgens de meest recente versie
downloaden.
Gerelateerde informatie
& “Hulpprogramma's voor soware-updates (EPSON Soware Updater)” op pagina 190
Informatie zoeken in de handleiding
In de PDF-handleiding kunt u naar informatie zoeken via een zoekwoord, of direct naar een bepaald gedeelte gaan
met behulp van de bladwijzers.U kunt ook alleen de pagina's afdrukken die u nodig hebt.Dit gedeelte bevat uitleg
over het gebruik van een PDF-handleiding die in Adobe Reader X is geopend op de computer.
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
10
Zoeken met een zoekwoord
Klik op Bewerken > Geavanceerd zoeken.Voer in het zoekvenster het zoekwoord (tekst) in voor de informatie die
u zoekt en klik vervolgens op Zoeken.Zoekresultaten worden weergegeven in een lijst.Klik op een van de
weergegeven zoekresultaten om naar de
betreende
pagina te gaan.
Direct naar informatie gaan via bladwijzers
Klik op een titel om naar de betreende pagina te gaan.Klik op + of > en bekijk de onderliggende titels in dat
gedeelte.Voer de volgende bewerking uit op het toetsenbord als u wilt terugkeren naar de vorige pagina.
Wi nd o w s : h ou d d e Alt-toets ingedrukt en druk op .
Mac OS: houd de command-toets ingedrukt en druk op .
Alleen pagina's afdrukken die u nodig hebt
U kunt alleen de pagina's die u nodig hebt extraheren en afdrukken.Klik op Afdrukken in het menu Bestand en
geef in Pagina's bij Pagina's die moeten worden afgedrukt de pagina's op die u wilt afdrukken.
Als u een paginareeks wilt opgeven, voert u tussen de begin- eindpagina een areekstreepje in.
Voorbeeld: 20-25
Als u niet-opeenvolgende pagina's wilt opgeven, scheidt u de pagina's met komma's.
Voorbeeld: 5, 10, 15
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
11
Markeringen en symbolen
!
Let op:
Instructies die zorgvuldig moeten worden gevolgd om lichamelijk letsel te voorkomen.
c
Belangrijk:
Instructies die moeten worden gevolgd om schade aan het apparaat te voorkomen.
Opmerking:
Biedt aanvullende informatie en referentiegegevens.
&
Gerelateerde informatie
Koppelingen naar de verwante paragrafen.
Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding
Screenshots van de schermen van de printerdriver en Epson Scan 2 (scannerdriver) zijn van Windows 10 of
macOS Sierra. De inhoud die op de schermen wordt weergegeven, is aankelijk van het model en de situatie.
Aeeldingen van de printer gebruikt in deze handleiding dienen uitsluitend als voorbeeld. Er zijn kleine
verschillen tussen elk model, maar de gebruiksmethode
blij
hetzelfde.
Sommige menu-items op de display variëren naargelang het model en de instellingen.
Referenties voor besturingssystemen
Windows
In deze handleiding verwijzen termen zoals "Windows 10", "Windows 8.1", "Windows 8", "Windows 7", "Windows
Vista", en "Windows XP" naar de volgende besturingssystemen. Bovendien wordt "Windows" gebruikt om alle
versies ervan aan te duiden.
Microso
®
Wi nd o w s
®
10 besturingssysteem
Microso
®
Wi nd o w s
®
8.1 besturingssysteem
Microso
®
Wi nd o w s
®
8 besturingssysteem
Microso
®
Wi nd o w s
®
7 besturingssysteem
Microso
®
Wi nd o w s Vi st a
®
besturingssysteem
Microso
®
Wi nd o w s
®
XP besturingssysteem
Microso
®
Wi nd o w s
®
XP Professional x64 Edition besturingssysteem
Mac OS
In deze handleiding wordt "Mac OS" gebruikt om te verwijzen naar macOS Sierra, OS X El Capitan, OS X
Yosemite, OS X Mavericks, OS X Mountain Lion, Mac OS X v10.7.x en Mac OS X v10.6.8.
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
12
Belangrijke instructies
Veiligheidsinstructies
Lees en volg deze instructies om deze printer veilig te gebruiken. Bewaar deze handleiding voor latere
raadplegingen. Let ook op al de waarschuwingen en instructies die op de printer staan.
Sommige van de symbolen die gebruikt worden op uw printer zijn bedoeld om de veiligheid en het juiste
gebruik van de printer te garanderen. Bezoek de volgende website voor de betekenis van de symbolen.
http://support.epson.net/symbols
Gebruik alleen het netsnoer dat met de printer is meegeleverd en gebruik het snoer niet voor andere apparatuur.
Gebruik van andere snoeren met deze printer of gebruik van het meegeleverde netsnoer met andere apparatuur
kan leiden tot brand of elektrische schokken.
Zorg ervoor dat het netsnoer voldoet aan de relevante plaatselijke veiligheidsnormen.
Haal het netsnoer, de stekker, de printer, de scanner of de accessoires nooit uit elkaar en probeer deze
onderdelen nooit zelf te wijzigen of te repareren, tenzij zoals uitdrukkelijk staat beschreven in de handleidingen
van het apparaat.
Trek in de volgende gevallen de stekker uit het stopcontact en laat het onderhoud aan een onderhoudstechnicus
over:
Als het netsnoer of de stekker beschadigd is, als er vloeistof in de printer is gekomen, als de printer is gevallen of
als de behuizing beschadigd is, als de printer niet normaal werkt of als er een duidelijke wijziging in de
prestaties optreedt. Wijzig geen instellingen als hiervoor in de gebruiksaanwijzing geen instructies worden
gegeven.
Zet het apparaat in de buurt van een wandstopcontact waar u de stekker gemakkelijk uit het stopcontact kunt
halen.
Plaats of bewaar de printer niet buiten en zorg ervoor dat de printer niet wordt blootgesteld aan vuil, stof, water
of hittebronnen. Vermijd plaatsen die onderhevig zijn aan schokken, trillingen, hoge temperaturen of
luchtvochtigheid.
Zorg ervoor dat u geen vloeistoen op de printer morst en pak de printer niet met natte handen vast.
Houd de printer ten minste 22 cm verwijderd van pacemakers. De radiogolven die door deze printer worden
uitgezonden, kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van pacemakers.
Neem contact op met uw leverancier als het display beschadigd is. Als u vloeistof uit het display op uw handen
krijgt, was ze dan grondig met water en zeep. Als u vloeistof uit het display in uw ogen krijgt, moet u uw ogen
onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u ondanks grondig spoelen problemen
krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Wees voorzichtig met gebruikte cartridges. Er kan inkt rond de inkttoevoer kleven.
Als u inkt op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met water en zeep.
Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water.Raadpleeg onmiddellijk een
arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Als er inkt in uw mond terechtkomt, raadpleegt u direct een arts.
Haal de cartridge of onderhoudscassette niet uit elkaar, omdat u inkt in uw ogen of op uw huid kunt krijgen.
Schud de cartridges niet te hard en laat ze niet vallen.Wees ook voorzichtig dat u ze niet ineendrukt of hun
etiket scheurt.Omdat hierdoor inkt kan lekken.
Houd cartridges en de onderhoudscassette buiten het bereik van kinderen.
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
13
Printeradviezen en waarschuwingen
Lees en volg deze instructies om schade aan de printer of uw eigendommen te voorkomen. Bewaar deze
handleiding voor toekomstig gebruik.
Adviezen en waarschuwingen voor het instellen/gebruik van de
printer
De openingen in de behuizing van de printer niet blokkeren of afdekken.
Gebruik alleen het type stroombron dat staat vermeld op het etiket op de printer.
Gebruik geen stopcontacten in dezelfde groep als fotokopieerapparaten, airconditioners of andere apparaten die
regelmatig worden in- en uitgeschakeld.
Gebruik geen stopcontacten die met een wandschakelaar of een automatische timer kunnen worden in- en
uitgeschakeld.
Plaats het hele computersysteem uit de buurt van apparaten die elektromagnetische storing kunnen
veroorzaken, zoals luidsprekers of basisstations van draagbare telefoons.
Plaats het netsnoer zodanig dat geen slijtage, inkepingen, rafels, plooien en knikken kunnen optreden. Plaats
geen voorwerpen op het netsnoer en plaats het netsnoer zodanig dat niemand erop kan stappen. Let er vooral
op dat snoeren mooi recht blijven aan de uiteinden en de punten waar deze de transformator in- en uitgaan.
Als u een verlengsnoer gebruikt voor de printer, mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten
apparaten niet hoger zijn dan de maximale belasting voor het verlengsnoer. Zorg er bovendien voor dat het
totaal van de ampèrewaarden van alle apparaten die zijn aangesloten op het wandstopcontact, niet hoger is dan
de maximumwaarde die is toegestaan voor het stopcontact.
Als u de printer in Duitsland gebruikt, moet u rekening houden met het volgende: de installatie van het gebouw
moet beschikken over een stroomonderbreker van 10 of 16 A om de printer te beschermen tegen kortsluiting en
stroompieken.
Let bij het aansluiten van de printer op een computer of ander apparaat, op de juiste richting van de stekkers
van de kabel. Elke stekker kan maar op één manier in het apparaat worden gestoken. Wanneer u een stekker op
een verkeerde manier in het apparaat steekt, kunnen beide apparaten die via de kabel met elkaar verbonden
zijn, beschadigd raken.
Plaats de printer op een vlakke, stabiele ondergrond die groter is dan de printer zelf. De printer werkt niet goed
als deze scheef staat.
Zorg er bij opslag of transport van de printer voor dat deze niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt
gehouden, anders kan er inkt lekken.
Laat boven de printer voldoende ruimte vrij om het deksel volledig te kunnen openen.
Zorg ervoor dat aan de voorkant van de printer voldoende ruimte is voor het papier dat uit de printer komt.
Vermijd plaatsen met grote schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid. Houd de printer ook uit de
buurt van direct zonlicht, fel licht of warmtebronnen.
Steek geen voorwerpen door de openingen in de printer.
Steek uw hand niet in de printer tijdens het afdrukken.
Raak de witte, platte kabel binnen in de printer niet aan.
Gebruik geen spuitbussen met ontvlambare stoen in of in de buurt van de printer. Dit kan brand veroorzaken.
Verplaats de printkop niet handmatig; anders kunt u de printer beschadigen.
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
14
Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten.
Let erop dat u nooit te hard op de scannerglasplaat drukt wanneer u er een origineel op legt.
Zet de printer altijd uit met de knop
P
. Trek de stekker niet uit het stopcontact en sluit de stroom naar het
stopcontact niet af zolang het lampje
P
nog knippert.
Controleer voordat u de printer vervoert of de printkop zich in de uitgangspositie bevindt (uiterst rechts) en of
de cartridges aanwezig zijn.
Als u de printer gedurende langere tijd niet gebruikt, trek dan de stekker uit het stopcontact.
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer met een
draadloze verbinding
Radiogolven van deze printer kunnen nadelige gevolgen hebben voor de werking van medische elektronische
apparatuur, waardoor deze apparatuur defect kan raken. Wanneer u deze printer gebruikt in een medische
instelling of in de buurt van medische apparatuur, volg dan de aanwijzingen van het bevoegd personeel van de
medische instelling en volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op de medische apparatuur zelf staan.
Radiogolven uit deze printer kunnen de werking van automatisch gestuurde apparaten, zoals automatische
deuren of een brandalarm, storen en kunnen tot ongevallen leiden als gevolg van storing. Volg alle
waarschuwingen en aanwijzingen die op deze apparatuur zijn aangeduid wanneer u deze printer gebruikt in de
buurt van automatisch aangestuurde apparaten.
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van geheugenkaarten
Verwijder een geheugenkaart niet en schakel de printer niet uit wanneer het lampje van de geheugenkaart
knippert.
Het gebruik van geheugenkaarten verschilt per type kaart. Raadpleeg de documentatie die bij de geheugenkaart
is geleverd voor meer informatie.
Gebruik alleen geheugenkaarten die compatibel zijn met het apparaat.
Gerelateerde informatie
& “Ondersteunde geheugenkaartspecicaties” op pagina 233
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van het display
Het display kan een paar kleine heldere of donkere puntjes vertonen en is mogelijk niet overal even helder. Dit
is normaal en wil geenszins zeggen dat het display beschadigd is.
Maak het display alleen schoon met een droge, zachte doek. Gebruik geen vloeibare of chemische
reinigingsmiddelen.
De buitenkant van de display kan breken als deze een grote weerslag krijgt. Neem contact op met uw
wederverkoper als het oppervlak van het scherm barst of splintert. Raak de gebroken stukken nooit aan en
verwijder ze niet.
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
15
Uw persoonlijke gegevens beschermen
Als u de printer aan iemand anders gee of wilt weggooien, kunt u het geheugen als volgt wissen: selecteer Instel.
> Standaardinst. herstellen > Alle instellingen op het bedieningspaneel.
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
16
Basisprincipes van printer
Namen en functies van onderdelen
A
Cd-/dvd-lade Plaats een cd/dvd om daar een label op af te drukken.Dit wordt meestal
opgeborgen onder in papiercassette 2.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
17
A
Voorpaneel Openen om papier te kunnen laden in de papiercassette.
B
Uitvoerlade Opvanglade voor het papier dat uit de printer komt.Wanneer u begint met
afdrukken, komt deze lade automatisch naar buiten.Handmatig uittrekken en
weer induwen voor bewaring.
C
Papiercassette 1 Laadt papier.
Wanneer u afdrukt met Epson iPrint moet u ervoor zorgen dat het getal dat
op de rechterzijde van de papiercassette is afgebeeld overeenkomt met de
instelling voor de papierbron in Epson iPrint.
D
Papiercassette 2
E
Zijgeleider Hiermee wordt het papier recht in de printer ingevoerd.Schuif deze naar de
randen van het papier.
F
Geleider voor Legal-papier Schuif uit voor papier van Legal-formaat.
A
Scannereenheid Scant de geplaatste originelen.Open om de inktcartridges te kunnen
vervangen of vastgelopen papier te verwijderen.Deze eenheid blijft meestal
gesloten.
B
Cartridgehouder Installeer de inktpatronen.Inkt komt uit de spuitkanaaltjes van de printkop.
C
Bedieningspaneel Geeft de status van de printer weer en maakt het mogelijk printerinstellingen
te
congureren.
D
P
(aan/uit-knop/lampje)
Hiermee schakelt u de printer in of uit.Niet uitschakelen zolang het aan/uit-
lampje knippert (wanneer de printer bezig is of gegevens verwerkt).
Haal het netsnoer uit het stopcontact als het aan/uit-lampje uit staat.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
18
A
Documentdeksel Houdt extern licht tegen tijdens het scannen.
B
Scannerglasplaat Plaats de originelen.
C
SD-kaartsleuf Plaats een geheugenkaart in het apparaat.
D
Externe USB-poort Voor aansluiting van een extern opslagapparaat of een apparaat met
PictBridge-ondersteuning.
A
Netaansluiting Voor aansluiting van het netsnoer.
B
Achterpaneel Verwijderen bij het verwijderen van vastgelopen papier.
C
USB-poort Voor aansluiting van een USB-kabel als verbinding met een computer.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
19
Bedieningspaneel
U kunt het bedieningspaneel in een andere hoek zetten.
Knoppen
A
Hiermee schakelt u de printer in of uit.
Niet uitschakelen zolang het aan/uit-lampje knippert (wanneer de printer bezig is of gegevens verwerkt).
Haal het netsnoer uit het stopcontact als het aan/uit-lampje uit staat.
B
Hiermee opent u het startscherm.
C
Hiermee selecteert u het aantal pagina's dat u wilt afdrukken.
D
Hiermee stopt u de actieve bewerking.
E
Hiermee keert u terug naar het vorige scherm.
F
Gebruik de knoppen
udlr
om de focus naar het doel te verplaatsen en druk vervolgens op de knop OK om het
geselecteerde menu te openen of instellingen te congureren.
G
Is van toepassing op verschillende functies, afhankelijk van de situatie.
H
Hiermee start u een taak, zoals afdrukken of kopiëren.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
20
Pictogrammen op het lcd-scherm
De volgende pictogrammen worden op het display weergegeven naargelang de status van de printer.
Pictogrammen op het startscherm
Hiermee wordt het scherm Voorraadstatus weergegeven.
U kunt controleren hoeveel inkt er nog is en hoe lang de onderhoudscassette nog meegaat (bij
benadering).U kunt ook de inktcartridges vervangen of de statusinformatie voor afdrukbenodigdheden
afdrukken.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
21
Geeft de status van de netwerkverbinding weer.
De printer is niet verbonden met een draadloos (wi-)netwerk.
De printer zoekt naar een SSID, het IP-adres is niet ingesteld of er is een probleem met het
draadloze
(wi-)netwerk.
De printer is verbonden met een draadloos (wi-)netwerk.
Het aantal balkjes geeft de sterkte van de verbinding weer.Hoe meer balkjes, des te sterker de
verbinding is.
De printer is niet verbonden met een draadloos (wi-)netwerk in de modus Wi-Fi Direct
(eenvoudig toegangspunt).
De printer is verbonden met een draadloos (wi-)netwerk in de modus Wi-Fi Direct (eenvoudig
toegangspunt).
Selecteer deze optie om het scherm Netwerkverbind.inst. weer te geven.Dit is de snelkoppeling naar
het volgende menu.
Instel. > Netwerkinstellingen > Wi-Fi instellen
Wanneer de printer nog niet is verbonden met een netwerk.
Selecteer het pictogram van de gewenste verbindingsmethode en selecteer vervolgens Start de
instelling op het volgende scherm om het instellingenmenu weer te geven.
Wanneer de printer al is verbonden met een netwerk.
Hiermee wordt de informatie weergegeven van de netwerkinstellingen, bijvoorbeeld het IP-adres van
de printer.
Hiermee wordt aangegeven dat Stille modus is ingesteld voor de printer.Wanneer deze functie is
ingeschakeld, wordt het geluid dat door de printer wordt gemaakt gedempt. De afdruksnelheid kan
hierdoor verminderen.Het geluid wordt mogelijk niet gedempt, afhankelijk van het geselecteerde
papiertype en de gekozen afdrukkwaliteit.
Selecteer deze optie om de instelling te wijzigen.Dit is de snelkoppeling naar het volgende menu.
Instel. > Printerinstellingen > Stille modus
Hiermee wordt het scherm Hulp weergegeven.U kunt bedieningsinstructies en oplossingen voor
problemen bekijken.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
22
Pictogrammen op elk scherm
Hiermee bladert u in het scherm van links naar rechts en van boven naar beneden.
OK Hiermee past u de instellingen toe en sluit u het scherm.
Hiermee annuleert u de instellingen en sluit u het scherm.
Hiermee wordt aanvullende informatie weergegeven.
Geeft aan dat er een probleem is met de items.Selecteer het pictogram om te zien hoe u het probleem
kunt oplossen.
Wanneer dit op het startscherm wordt weergegeven op
B
betekent dit dat de geschatte inktniveaus en
de geschatte levensduur van de onderhoudscassette het einde van de levensduur naderen.
Gerelateerde informatie
& “Menuopties voor Netwerkinstellingen” op pagina 173
Conguratie basisscherm
Hieronder ziet u de schermconguratie voor kopiëren en scannen.
A
U wisselt met de tabbladen tussen de lijsten met instellingen.
Op het tabblad links worden veelgebruikte items voor kopiëren en scannen weergegeven.Op het tabblad
Geavanceerde instellingen worden andere items weergegeven die u desgewenst kunt instellen.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
23
B
Hiermee toont u de lijst met instellingsitems.
Selecteer het item of schakel het selectievakje in om instellingen te congureren.
Items die grijs worden weergegeven, zijn niet beschikbaar.Selecteer het item om te controleren waarom het niet
beschikbaar is.
C
Hiermee kunt u kopiëren of scannen.
Tekens invoeren
Schermtoetsenbord
Wanneer u bijvoorbeeld netwerkinstellingen congureert, kunt u tekens en symbolen invoeren via het
schermtoetsenbord.
Opmerking:
Beschikbare pictogrammen variëren naargelang de instelling.
A
Geeft het aantal tekens weer.
B
Verplaatst de cursor naar de invoerpositie.
C
Hiermee schakelt u tussen hoofdletters en kleine letters, of cijfers en symbolen.
U kunt ook schakelen met de knop
.
D
Hiermee schakelt u tussen tekentypes.U kunt alfanumerieke tekens, symbolen en speciale tekens, zoals umlauten
en accenten gebruiken.
U kunt ook schakelen met de knop
.
E
Hiermee wijzigt u de indeling van het toetsenbord.
F
Hiermee voert u veelgebruikte e-maildomeinadressen of URL's in door het item te selecteren.
G
Hiermee typt u een spatie.
H
Hiermee voert u een teken in.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
24
I
Hiermee wist u het teken links van de cursor.
Schermtoetsenblok
Wanneer u bijvoorbeeld het aantal exemplaren wilt opgeven, kunt u getallen invoeren met het schermtoetsenblok.
Met het schermtoetsenblok kunt u eenvoudiger grotere getallen invoeren.Gebruik voor kleinere getallen de
knoppen +/-.
A
Hiermee annuleert u het invoeren en sluit u het schermtoetsenblok.
B
Hiermee bevestigt u het ingevoerde getal en sluit u het schermtoetsenblok.
C
Hiermee verwijdert u het ingevoerde getal.
D
Hiermee verwijdert u het ingevoerde getal links.
Animaties bekijken
Op het lcd-scherm kunt u animaties bekijken van bedieningsinstructies, zoals het laden van papier of het
verwijderen van vastgelopen papier.
Selecteer
op het startscherm. Het Help-scherm wordt weergegeven.Selecteer Hoe en selecteer vervolgens de
items die u wilt bekijken.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
25
Selecteer Hoe onderaan het bedieningsscherm. De contextgevoelige animatie wordt weergegeven.
A
Geeft het totale aantal stappen en het nummer van de huidige stap weer.
In het voorbeeld hierboven wordt stap 2 van 5 stappen weergegeven.
B
Druk op de knop
l
om terug te keren naar de vorige stap.
C
Geeft de voortgang in de huidige stap aan.De animatie wordt herhaald wanneer de voortgangsbalk het einde
bereikt.
D
Druk op de knop
r
om verder te gaan naar de volgende stap.
Een menu weergeven dat past bij de handeling
De printer gee automatisch menu's weer die passen bij wat u wilt doen.Als u de functie wilt stoppen, schakelt u de
instelling Automatische selectiestand uit.
Instel. > Geleiderfuncties > Automatische selectiestand
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
26
Sluit een extern geheugenapparaat aan, bijvoorbeeld een geheugenkaart of USB-apparaat.
Open het documentdeksel en plaats originelen.
Gerelateerde informatie
& “Menuopties voor Geleiderfuncties” op pagina 175
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
27
Netwerkinstellingen
Typen netwerkverbindingen
U kunt de volgende verbindingsmethoden gebruiken.
Wi-Fi-verbinding
Sluit de printer en de computer of het smart device aan op het toegangspunt. Dit is de meest gebruikelijke manier
van verbinden voor netwerken thuis en op kantoor waar de Wi-Fi-verbindingen worden verzorgd door een
toegangspunt.
Gerelateerde informatie
& “Een computer verbinden” op pagina 29
& “Een smart device verbinden” op pagina 30
& Wi-Fi-instellingen congureren op de printer” op pagina 30
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt)
Gebruik deze verbindingsmethode wanneer u thuis of op kantoor geen Wi-Fi hebt of wanneer u de printer en het
smart device rechtstreeks met elkaar wilt verbinden. In deze modus fungeert de printer als toegangspunt en kunt u
maximaal vier apparaten met de printer verbinden zonder dat u een apart toegangspunt nodig hebt. Smart devices
die rechtstreeks met de printer zijn verbonden kunnen echter niet met elkaar communiceren via de printer.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
28
Opmerking:
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) is een verbindingsmodus die is ontwikkeld als vervanging voor de ad-
hocmodus.
De printer kan tegelijk verbinding hebben via Wi-Fi en Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt). Als u echter een
netwerkverbinding start in Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) wanneer de printer verbinding hee via Wi-Fi,
wordt de Wi-Fi-verbinding tijdelijk verbroken.
Gerelateerde informatie
& “Verbindingsinstellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) congureren” op pagina 35
Een computer verbinden
Het wordt aanbevolen het installatieprogramma te gebruiken om de printer te verbinden met een computer.U kunt
het installatieprogramma op een van de volgende manieren uitvoeren.
Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in.Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een computer met een schijfstation.)
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
De verbindingsmethoden selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven en selecteer vervolgens de
gewenste methode om de printer met de computer te verbinden.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
29
Selecteer het verbindingstype en klik vervolgens op Volge nd e.
Volg de instructies op het scherm.
Een smart device verbinden
U kunt de printer gebruiken vanaf een smart device wanneer u de printer verbindt met hetzelfde Wi-Fi-netwerk
(SSID) als het smart device. Als u de printer wilt gebruiken vanaf een smart device, stelt u dit in vanaf de volgende
website. Open de website vanaf een smart device waarmee u verbinding wilt maken met de printer.
http://epson.sn > Instellen
Opmerking:
Als u tegelijkertijd een computer en een smart device met de printer wilt verbinden, wordt aangeraden als eerste de
computer te verbinden.
Wi-Fi-instellingen congureren op de printer
Op het bedieningspaneel van de printer kunt u op verschillende manieren de netwerkinstellingen
congureren.Kies de verbindingsmethode die overeenkomt met uw omgeving en de voorwaarden die u gebruikt.
Als u beschikt over de informatie voor het toegangspunt, zoals de SSID en het wachtwoord, kunt u de instellingen
handmatig congureren.
Als het toegangspunt WPS ondersteunt, kunt u de instellingen congureren met drukknopinstellingen.
Nadat de printer verbinding hee gemaakt met het netwerk, maakt u verbinding tussen de printer en het apparaat
dat u wilt gebruiken (computer, smart device, tablet, enz.)
Congureer
geavanceerde netwerkinstellingen om een statisch IP-adres te gebruiken.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
30
Gerelateerde informatie
& “Handmatig Wi-Fi-instellingen congureren” op pagina 31
& Wi-Fi-instellingen congureren via de drukknopinstelling (WPS)” op pagina 32
& Wi-Fi-instellingen congureren via de pincode-instelling (WPS)” op pagina 34
& “Verbindingsinstellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) congureren” op pagina 35
& “Geavanceerde netwerkinstellingen maken” op pagina 37
Handmatig Wi-Fi-instellingen congureren
U kunt de gegevens die voor de verbinding met een toegangspunt nodig zijn handmatig opgeven op het
bedieningspaneel van de printer.Voor het handmatig instellen hebt u de SSID en het wachtwoord van het
toegangspunt nodig.
Opmerking:
Als u een toegangspunt met de standaardinstellingen gebruikt, gebruikt u de SSID en het wachtwoord die op het label
vermeld staan.Als u de SSID en het wachtwoord niet weet, neem dan contact op met de persoon die het toegangspunt
hee
ingesteld of raadpleeg de documentatie van het toegangspunt.
1. Selecteer op het startscherm .
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
2.
Selecteer Wi- Fi ( a a n b e v o l e n ) .
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
31
3. Druk op de knop OK.
Als de netwerkverbinding al is ingesteld, worden de verbindingsdetails weergegeven.Selecteer Instellingen
wijzigen om de instellingen te wijzigen.
4. Selecteer Wizard Wi-Fi instellen.
5. Selecteer de SSID van het toegangspunt.
Opmerking:
Als de SSID waarmee u verbinding wilt maken, niet wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer,
drukt u op de knop
om de lijst te vernieuwen.Als de SSID nog steeds niet wordt weergegeven, tikt u op de knop
en voert u de SSID rechtstreeks in.
Als u de SSID niet kent, controleer dan of deze vermeld staat op het label van het toegangspunt.Als u het
toegangspunt gebruikt met zijn standaardinstellingen, gebruikt u de SSID die op het label staat.
6. Druk op de knop OK en voer het wachtwoord in.
Opmerking:
Het wachtwoord is hoofdlettergevoelig.
Als u het wachtwoord niet kent, controleer dan of het vermeld staat op het label van het toegangspunt.Als u het
toegangspunt gebruikt met zijn standaardinstellingen, gebruikt u het wachtwoord dat op het label staat.Het
wachtwoord kan ook een sleutel of wachtwoordzin worden genoemd.
Als u het wachtwoord voor het toegangspunt niet kent, raadpleegt u de documentatie die bij het toegangspunt is
geleverd of neemt u contact op met de persoon die dit hee ingesteld.
7. Als u klaar bent, selecteert u OK.
8.
Controleer de instellingen en selecteer vervolgens Start installatie.
9. Selecteer OK om de bewerking te voltooien.
Opmerking:
Als u geen verbinding kunt maken, laadt u normaal papier van A4-formaat en selecteert u Controlerapport afdrukken
om een netwerkverbindingsrapport af te drukken.
10. Druk op de knop .
Gerelateerde informatie
& “Tekens invoeren” op pagina 24
& De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 38
&
“Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt
congureren
” op pagina 209
Wi-Fi-instellingen congureren via de drukknopinstelling (WPS)
U kunt automatisch een Wi-Fi-netwerk instellen door op een knop op het toegangspunt te drukken.Als aan de
volgende voorwaarden is voldaan, kunt u deze manier van instellen gebruiken.
Het toegangspunt is compatibel met WPS (Wi-Fi Protected Setup).
De huidige Wi-Fi-verbinding is tot stand gebracht door op een knop op het toegangspunt te drukken.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
32
Opmerking:
Als u de knop niet kunt vinden of als u instelt met behulp van de soware, raadpleeg dan de documentatie van het
toegangspunt.
1. Selecteer op het startscherm .
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
2. Selecteer Wi - Fi ( a a n b e v o l e n ) .
3. Druk op de knop OK.
Als de netwerkverbinding al is ingesteld, worden de verbindingsdetails weergegeven.Selecteer Instellingen
wijzigen om de instellingen te wijzigen.
4. Selecteer Instellen met drukknop (WPS).
5. Houd de [WPS]-knop ingedrukt op het toegangspunt tot het beveiligingslampje knippert.
Als u niet weet waar de [WPS]-knop zit, of als het toegangspunt geen knoppen hee, raadpleeg dan de
documentatie van het toegangspunt voor meer informatie.
6. Druk op de printer op de knop OK.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
33
7. Sluit het scherm.
Het scherm sluit automatisch na een vastgestelde tijd.
Opmerking:
Als de verbinding mislukt, start dan het toegangspunt opnieuw, zet het dichter bij de printer en probeer het nog een
keer.Als het nog steeds niet werkt, druk dan een netwerkverbindingsrapport af en controleer de oplossing.
8. Druk op de knop .
Gerelateerde informatie
& De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 38
& Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 209
Wi-Fi-instellingen congureren via de pincode-instelling (WPS)
U kunt automatisch verbinding maken met een toegangspunt door gebruik te maken van een pincode.U kunt deze
methode gebruiken als uw toegangspunt WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteunt.Gebruik een computer om een
pincode in te voeren in het toegangspunt.
1. Selecteer op het startscherm
.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
2.
Selecteer Wi- Fi ( a a n b e v o l e n ) .
3. Druk op de knop OK.
Als de netwerkverbinding al is ingesteld, worden de verbindingsdetails weergegeven.Selecteer Instellingen
wijzigen om de instellingen te wijzigen.
4. Selecteer Overige > Instellen met PIN (WPS).
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
34
5. Gebruik uw computer om de pincode (acht cijfers) die op het bedieningspaneel van de printer wordt
weergegeven in te voeren in het toegangspunt. U hebt hier twee minuten de tijd voor.
Opmerking:
Raadpleeg de documentatie van het toegangspunt voor meer informatie over het invoeren van een pincode.
6. Druk op de printer op de knop OK.
7. Sluit het scherm.
Het scherm sluit automatisch na een vastgestelde tijd.
Opmerking:
Als de verbinding mislukt, start dan het toegangspunt opnieuw, zet het dichter bij de printer en probeer het nog een
keer.Als het nog steeds niet werkt, druk dan een verbindingsrapport af en controleer de oplossing.
8. Druk op de knop .
Gerelateerde informatie
& De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 38
& Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 209
Verbindingsinstellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig
toegangspunt) congureren
Deze methode maakt het mogelijk om de printer rechtstreeks, dus zonder toegangspunt, te verbinden met andere
apparaten.De printer fungeert zelf als toegangspunt.
c
Belangrijk:
Wanneer u een computer of smart device verbindt met de printer met de Wi-Fi Direct-verbinding (Eenvoudig AP),
is de printer verbonden met hetzelfde Wi-Fi-netwerk (SSID) als de computer of het smart device en vindt
communicatie tussen de beide apparaten plaats.Omdat de computer of het smart device automatisch wordt
verbonden met het andere verbindbare Wi-Fi-netwerk als de printer wordt uitgeschakeld, wordt niet opnieuw
verbinding gemaakt met het vorige Wi-Fi-netwerk als de printer wordt ingeschakeld.Maak vanuit de computer of
het smart device opnieuw verbinding met de SSID van de printer voor Wi-Fi Direct-verbinding (Eenvoudig AP).Als
u niet steeds opnieuw verbinding wilt maken wanneer u de printer in- of uitschakelt, wordt aangeraden een Wi-Fi-
netwerk te gebruiken door de printer te verbinden met een toegangspunt.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
35
1.
Selecteer op het startscherm
.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
2. Selecteer Wi - Fi D i r e c t .
3.
Druk op de knop OK.
Als u Wi-Fi Direct-instellingen (eenvoudig toegangspunt) hebt gecongureerd, wordt gedetailleerde
verbindingsinformatie weergegeven.Ga naar stap 5.
4. Druk op de knop OK om de instellingen te congureren.
5.
Kijk op het bedieningspaneel van de printer welke SSID en welk wachtwoord worden weergegeven.
Selecteer op het netwerkverbindingsscherm van de computer of het Wi-Fi-scherm van het smart device de
SSID die op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven om verbinding te maken.
Opmerking:
U kunt de verbindingsmethode controleren op de website.Scan met een smart device de QR-code die op het
bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven om de website te openen, of voer de URL (http://epson.sn) in op de
computer en ga naar Instellen.
6. Voer op de computer of het smart device het wachtwoord in dat wordt weergegeven op het bedieningspaneel
van de printer.
7.
Nadat de verbinding is gemaakt, selecteert u OK op het bedieningspaneel van de printer.
8. Druk op de knop
.
Gerelateerde informatie
& De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 38
& Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 209
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
36
Geavanceerde netwerkinstellingen maken
U kunt de naam van het netwerkapparaat, TCP/IP-instellingen, de proxyserver enzovoort aanpassen.Controleer de
netwerkomgeving voordat u wijzigingen aanbrengt.
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
2. Selecteer Netwerkinstellingen > Geavanceerd.
3.
Selecteer het menu-item dat u wilt congureren en selecteer vervolgens de waarden of geef deze op.
4. Selecteer Start de instelling.
Gerelateerde informatie
& Items voor Geavanceerde netwerkinstellingen congureren” op pagina 37
Items voor Geavanceerde netwerkinstellingen
congureren
Selecteer het menu-item dat u wilt congureren en selecteer vervolgens de waarden of geef deze op.
Apparaatnaam
U kunt de volgende tekens gebruiken.
Tekenlimiet: 2 t/m 15 (u moet minstens 2 tekens invoeren)
Toegestane tekens: A t/m Z, a t/m z, 0 t/m 9, -.
Tekens die u niet bovenaan kunt gebruiken: 0 t/m 9, -.
Tekens die u niet onderaan kunt gebruiken: -
TCP/IP
Auto
Selecteer deze optie wanneer u thuis een toegangspunt gebruikt of wanneer u het IP-adres automatisch laat
toewijzen via DHCP.
Handmatig
Selecteer deze optie wanneer u niet wilt dat het IP-adres van de printer wordt gewijzigd.Voer de adressen in
voor IP-adres, Subnetmasker en Standaardgateway, en congureer de instellingen voor de DNS-server,
aankelijk
van uw netwerkomgeving.
Wanneer u Auto selecteert voor de instellingen voor het toewijzen van het IP-adres, kunt u de instellingen voor
de DNS-server selecteren uit Handmatig of Auto.Als u het DNS-serveradres niet automatisch kunt verkrijgen,
selecteert u Handmatig en voert u vervolgens de primaire DNS-server en het secundaire DNS-serveradres
rechtstreeks in.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
37
Proxy-server
Niet gebr.
Selecteer deze optie wanneer u de printer gebruikt in een thuisnetwerk.
Gebr.
Selecteer deze optie wanneer u in uw netwerkomgeving een proxyserver gebruikt en u dit wilt instellen in de
printer.Voer het adres en poortnummer van de proxyserver in.
De status van de netwerkverbinding controleren
U kunt de netwerkstatus als volgt controleren.
Netwerkpictogram
U kunt de status van de netwerkverbinding en kracht van het radiosignaal controleren aan de hand van het
netwerkpictogram op het startscherm van de printer.
Gerelateerde informatie
& “Pictogrammen op het lcd-scherm” op pagina 21
De gedetailleerde netwerkinformatie controleren op het
bedieningspaneel
Wanneer uw printer verbinding
hee
met het netwerk, kunt u ook andere netwerkgerelateerde informatie bekijken
door de netwerkmenu's te selecteren die u wilt controleren.
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
2. Selecteer Netwerkinstellingen > Netwerkstatus.
3. Als u deze informatie wilt controleren, selecteert u de menu's die u wilt nakijken.
Wi - F i - s t a t u s
Gee de netwerkinformatie weer (apparaatnaam, verbinding, signaalsterkte, IP-adres ophalen, enz.) voor
Wi - F i - v e r b i n d i n g e n .
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
38
Wi-Fi Direct-status
Gee weer of Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) is in- of uitgeschakeld voor Wi-Fi Direct-
verbindingen (eenvoudig toegangspunt).
statusvel
Drukt een netwerkstatusblad af.De informatie voor Wi-Fi, Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) enz.
wordt op twee of meer pagina's afgedrukt.
Een netwerkverbindingsrapport afdrukken
U kunt een netwerkverbindingsrapport afdrukken om de status tussen de printer en het toegangspunt te
controleren.
1. Papier laden.
2. Selecteer Instel. op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
3. Selecteer Netwerkinstellingen > Controle van netwerkverbinding.
De verbindingscontrole wordt gestart.
4. Selecteer Controlerapport afdrukken.
5. Volg de instructies op het scherm van de printer om het netwerkverbindingsrapport af te drukken.
Als er een fout is opgetreden, controleer dan het netwerkverbindingsrapport en volg de afgedrukte
oplossingen.
6. Druk op de knop OK.
Gerelateerde informatie
& “Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport” op pagina 40
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
39
Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport
Controleer de berichten en foutcodes op het netwerkverbindingsrapport en volg dan de oplossingen.
a. Foutcode
b. Berichten over de netwerkomgeving
Gerelateerde informatie
& “E-1” op pagina 41
& “E-2, E-3, E-7” op pagina 41
& “E-5” op pagina 42
& “E-6” op pagina 42
& “E-8” op pagina 43
& “E-9” op pagina 43
& “E-10” op pagina 44
& “E-11” op pagina 44
& “E-12” op pagina 45
& “E-13” op pagina 45
& “Bericht over de netwerkomgeving” op pagina 46
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
40
E-1
Bericht:
Controleer of de netwerkkabel is aangesloten en of uw netwerkapparaten (een hub, router of toegangspunt
bijvoorbeeld) aanstaan.
Oplossingen:
Controleer of de ethernetkabel op de printer en op een hub of een ander netwerkapparaat is aangesloten.
Controleer of de hub of het andere netwerkapparaat is ingeschakeld.
Als u de printer via Wi-Fi wilt aansluiten, congureert u de Wi-Fi-instellingen voor de printer opnieuw,
aangezien deze zijn uitgeschakeld.
E-2, E-3, E-7
Bericht:
Geen namen van draadloze netwerken (SSID) gevonden. Controleer of de router of het toegangspunt aan- staat en
of het draadloze netwerk (SSID) goed is ingesteld. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Geen namen van draadloze netwerken (SSID) gevonden. Controleer of de naam van het draadloze netwerk (SSID)
goed is ingesteld op de computer die u wilt gebruiken. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
De ingevoerde beveiligingssleutel of het wachtwoord stemt niet overeen met de sleutel of het wachtwoord van de
router of het toegangspunt. Controleer sleutel of wachtwoord. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Controleer of het toegangspunt is ingeschakeld.
Controleer of de computer of het apparaat correct is verbonden met het toegangspunt.
Schakel het toegangspunt uit.Wacht circa 10 seconden en schakel het toegangspunt weer in.
Plaats de printer dichter bij het toegangspunt en verwijder eventuele obstakels ertussen.
Als u de SSID handmatig hebt ingevoerd, moet u controleren of deze correct is.Controleer het SSID-adres in het
gedeelte Netwerkstatus van het netwerkverbindingsrapport.
Als een toegangspunt meerdere SSIDs hee, selecteert u de SSID van 2,4 GHz.De printer ondersteunt geen
SSIDs van 5 GHz.
Als u drukknopinstellingen gebruikt om een netwerkverbinding in te stellen, controleert u of het toegangspunt
WPS ondersteunt.U kunt drukknopinstelling niet gebruiken als uw toegangspunt WPS niet ondersteunt.
Controleer of de SSID alleen bestaat uit ASCII-tekens (alfanumerieke tekens en symbolen).De printer kan geen
SSID weergeven die niet-ASCII-tekens bevat.
Zorg ervoor dat u de SSID en het wachtwoord weet voordat u verbinding maakt met het toegangspunt.Als u een
toegangspunt met de standaardinstellingen gebruikt, gebruikt u de SSID en het wachtwoord die op het label van
het toegangspunt vermeld staan.Als u de SSID en het wachtwoord niet weet, neemt u contact op met degene die
het toegangspunt hee ingesteld of raadpleegt u de documentatie die bij het toegangspunt is geleverd.
Als u verbinding maakt met een SSID die is gegenereerd via tethering op een smart device, controleert u de
SSID en het wachtwoord in de documentatie die is meegeleverd met het smart device.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
41
Als de Wi-Fi-verbinding plotseling wordt verbroken, controleert u de onderstaande omstandigheden.Als een
van deze omstandigheden van toepassing is, herstelt u de netwerkinstellingen door de
soware
van de volgende
website te downloaden en uit te voeren.
http://epson.sn > Instellen
Er is een ander smart device aan het netwerk toegevoegd met de drukknopinstallatie.
Het Wi-Fi-netwerk is ingesteld met een andere methode dan drukknopinstallatie.
Gerelateerde informatie
& “Een computer verbinden” op pagina 29
& Wi-Fi-instellingen congureren op de printer” op pagina 30
E-5
Bericht:
De beveiligingsmodus (bijvoorbeeld WEP of WPA) stemt niet overeen met de huidige instelling van de printer.
Controleer de beveiligingsmodus. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Zorg dat het beveiligingstype van het toegangspunt is ingesteld op een van de volgende opties.Als dat niet het geval
is, wijzigt u het beveiligingstype op het toegangspunt en stelt u de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
WEP 64-bits (40-bits)
WEP 128-bits (104-bits)
WPA PSK (TKIP/AES)
*
WPA2 PSK (TKIP/AES)
*
WPA (TKIP/AES)
WPA2 (TKIP/AES)
* WPA PSK is ook bekend als WPA Personal.WPA2 PSK is ook bekend als WPA2 Personal.
E-6
Bericht:
Mogelijk wordt gelterd op het MAC-adres van de printer. Controleer of er beperkingen gelden voor uw router of
toegangspunt, zoals een MAC-adreslter. Zie de documentatie van de router of het toegangspunt of informeer
voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Controleer of MAC-adresltering is uitgeschakeld.Als dit is ingeschakeld, registreert u het MAC-adres van de
printer zodat het niet wordt
gelterd.Raadpleeg
de documentatie van het toegangspunt voor details.U kunt het
MAC-adres van de printer controleren in het gedeelte Netwerkstatus van het netwerkverbindingsrapport.
Als het toegangspunt gedeelde vericatie gebruikt met WEP-beveiliging, moet u ervoor zorgen dat de
vericatiesleutel
en index correct zijn.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
42
Als het aantal apparaten dat u op het toegangspunt kunt aansluiten lager is dan het aantal netwerkapparaten dat
u wilt verbinden,
congureert
u instellingen op het toegangspunt om het aantal aansluitbare apparaten te
vergroten.Raadpleeg de documentatie van het toegangspunt om de instellingen te congureren.
Gerelateerde informatie
& “Een computer verbinden” op pagina 29
E-8
Bericht:
Er is een onjuist IP-adres toegewezen aan de printer. Controleer de instellingen voor het IP-adres van het
netwerkapparaat (hub, router of toegangspunt). Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Schakel DHCP in op het toegangspunt als IP-adres verkrijgen van de printer is ingesteld op Automatisch.
Als de instelling IP-adres verkrijgen van de printer is ingesteld op handmatig, is het IP-adres dat u handmatig
instelt ongeldig omdat het buiten bereik is (bijvoorbeeld: 0.0.0.0).Stel een geldig IP-adres in op het
bedieningspaneel van de printer of via Web Cong.
Gerelateerde informatie
& “Geavanceerde netwerkinstellingen maken” op pagina 37
E-9
Bericht:
Controleer de verbinding en netwerkinstellingen van de computer of andere apparatuur. Verbinding maken met
EpsonNet Setup is beschikbaar. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Apparaten worden ingeschakeld.
U kunt toegang krijgen tot internet en andere computer of netwerkapparaten op hetzelfde netwerk van de
apparaten die u met de printer wilt verbinden.
Als u na het controleren van bovenstaande nog steeds geen verbinding krijgt tussen de printer en de
netwerkapparaten, schakelt u het toegangspunt uit.Wacht circa 10 seconden en schakel het toegangspunt weer
in.Herstel vervolgens de netwerkinstellingen door het installatieprogramma van de volgende website te
downloaden en uit te voeren.
http://epson.sn > Instellen
Gerelateerde informatie
& “Een computer verbinden” op pagina 29
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
43
E-10
Bericht:
Controleer IP-adres, subnetmasker en standaardgateway-instelling. Verbinding maken met EpsonNet Setup is
beschikbaar. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Andere apparaten op het netwerk worden ingeschakeld.
Netwerkadressen (IP-adres, subnetmasker en standaard gateway) zijn correct als u IP-adres verkrijgen van de
printer hebt ingesteld op Handmatig.
Stel het netwerkadres opnieuw in als dit onjuist is.U kunt het IP-adres, het subnetmasker en de standaardgateway
controleren in het gedeelte Netwerkstatus van het netwerkverbindingsrapport.
Als DHCP is ingeschakeld, wijzigt u de instelling IP-adres verkrijgen van de printer in Automatisch.Als u het IP-
adres handmatig wilt instellen, controleert u het IP-adres van de printer in het gedeelte Netwerkstatus van het
netwerkverbindingsrapport en selecteert u vervolgens Handmatig in het scherm Netwerkinstellingen.Stel het
subnetmasker in op [255.255.255.0].
Als u hiermee nog steeds geen verbinding krijgt tussen de printer en de netwerkapparaten, schakelt u het
toegangspunt uit.Wacht circa 10 seconden en schakel het toegangspunt weer in.
Gerelateerde informatie
& “Geavanceerde netwerkinstellingen maken” op pagina 37
& “Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 46
E-11
Bericht:
Instellen niet voltooid. Controleer de standaardgateway-instelling. Verbinding maken met EpsonNet Setup is
beschikbaar. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Het standaard gateway-adres is correct wanneer u de TCP/IP-instelling van de printer instelt op Handmatig.
Het apparaat dat is ingesteld als de standaard gateway, wordt ingeschakeld.
Stel het juiste standaard gateway-adres in.U kunt het standaard gatewayadres van de printer controleren in het
gedeelte Netwerkstatus van het netwerkverbindingsrapport.
Gerelateerde informatie
& “Geavanceerde netwerkinstellingen maken” op pagina 37
& “Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 46
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
44
E-12
Bericht:
Controleer het volgende -De beveiligingssleutel/het wachtwoord dat u invoert moet kloppen. -Index van
beveiligingssleutel/wachtwoord wordt ingesteld op eerste getal. -Het IP-adres, het subnetmasker en de
standaardgateway-instelling moeten goed zijn ingesteld. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Andere apparaten op het netwerk worden ingeschakeld.
De netwerkadressen (IP-adres, subnetmasker en standaard gateway) zijn correct als u ze handmatig invoert.
De netwerkadressen voor andere apparaten (subnetmasker en standaard gateway) zijn dezelfde.
Het IP-adres komt niet in conict met andere apparaten.
Als u na het controleren van bovenstaande nog steeds geen verbinding krijgt tussen de printer en de
netwerkapparaten, probeert u het volgende.
Schakel het toegangspunt uit.Wacht circa 10 seconden en schakel het toegangspunt weer in.
Congureer de netwerkinstellingen opnieuw met behulp van het installatieprogramma.U kunt dit uitvoeren
vanaf de volgende website.
http://epson.sn > Instellen
U kunt meerdere wachtwoorden registreren op een toegangspunt dat het WEP-beveiligingstype gebruikt.Als er
meerdere wachtwoorden zijn geregistreerd, moet u controleren of het eerste geregistreerde wachtwoord op de
printer is ingesteld.
Gerelateerde informatie
& “Geavanceerde netwerkinstellingen maken” op pagina 37
& “Een computer verbinden” op pagina 29
E-13
Bericht:
Controleer het volgende -De beveiligingssleutel/het wachtwoord dat u invoert moet kloppen. -Index van
beveiligingssleutel/wachtwoord wordt ingesteld op eerste getal. -De verbinding en de netwerkinstellingen van de
computer of andere apparatuur moeten goed zijn. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Netwerkapparaten zoals een toegangspunt, hub en router, zijn ingeschakeld.
De TCP/IP-instelling voor netwerkapparaten is niet handmatig opgegeven.(Als de TCP/IP-instelling van de
printer automatisch is ingesteld terwijl de TCP/IP-instelling voor andere netwerkapparaten handmatig wordt
uitgevoerd, kan het netwerk van de printer verschillen van het netwerk voor andere apparaten.)
Als dit nog steeds niet werkt nadat u het bovenstaande hebt gecontroleerd, probeert u het volgende.
Schakel het toegangspunt uit.Wacht circa 10 seconden en schakel het toegangspunt weer in.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
45
Congureer met behulp van het installatieprogramma netwerkinstellingen op de computer die met hetzelfde
netwerk is verbonden als de printer.U kunt dit uitvoeren vanaf de volgende website.
http://epson.sn > Instellen
U kunt meerdere wachtwoorden registreren op een toegangspunt dat het WEP-beveiligingstype gebruikt.Als er
meerdere wachtwoorden zijn geregistreerd, moet u controleren of het eerste geregistreerde wachtwoord op de
printer is ingesteld.
Gerelateerde informatie
& “Geavanceerde netwerkinstellingen maken” op pagina 37
& “Een computer verbinden” op pagina 29
Bericht over de netwerkomgeving
Bericht Oplossing
*Er zijn meerdere netwerknamen (SSID)
gedetecteerd die overeenstemmen met de
ingevoerde netwerknaam (SSID).
Controleer de netwerknaam (SSID).
Dezelfde SSID kan worden ingesteld op meerdere
toegangspunten.Controleer de instellingen van de toegangspunten en wijzig
de SSID.
De Wi-Fi-omgeving moet worden
verbeterd. Schakel de draadloze router uit
en vervolgens weer in. Als de verbinding
niet verbetert, raadpleegt u de
documentatie voor de draadloze router.
Nadat u de printer dichter bij het toegangspunt hebt geplaatst en eventuele
obstakels hebt verwijderd, schakelt u het toegangspunt uit.Wacht circa 10
seconden en schakel het toegangspunt weer in.Als de printer nog steeds
geen verbinding maakt, raadpleegt u de documentatie die bij het
toegangspunt is meegeleverd.
*Er kunnen niet meer apparaten
aangesloten worden. Verwijder een van de
apparaten als u een ander wilt toevoegen.
U kunt maximaal vier computers en smart devices tegelijk verbinden in een
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt).Om nog een computer of
een ander smart device toe te voegen, moet u eerst de verbinding van een
van de verbonden apparaten verbreken.
Een netwerkstatusvel afdrukken
U kunt de gedetailleerde netwerkinformatie afdrukken om deze te controleren.
1. Papier laden.
2. Selecteer Instel..
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
3. Selecteer Netwerkinstellingen > Netwerkstatus.
4.
Selecteer statusvel.
5. Controleer het bericht en druk vervolgens een netwerkstatusvel af.
6. Druk op de knop OK.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
46
Toegangspunten vervangen of toevoegen
Als de SSID verandert doordat een toegangspunt wordt vervangen, of als een toegangspunt wordt toegevoegd en
een nieuwe netwerkomgeving wordt ingesteld, stelt u de Wi-Fi-instellingen opnieuw in.
Gerelateerde informatie
& “De verbindingsmethode met een computer wijzigen” op pagina 47
De verbindingsmethode met een computer wijzigen
Gebruik het installatieprogramma en stel de installatie in met een andere verbindingsmethode.
Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in.Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een computer met een schijfstation.)
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
De verbindingsmethode wijzigen selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven.
Selecteer De verbindingsmethode wijzigen of resetten in het scherm Soware-installatie selecteren en klik
vervolgens op Volgen de.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
47
Wi-Fi uitschakelen op het bedieningspaneel
Wanneer u Wi-Fi uitschakelt, wordt de Wi-Fi-verbinding verbroken.
1. Selecteer op het startscherm
.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
2. Selecteer Wi - Fi ( a a n b e v o l e n ) .
De netwerkstatus wordt weergegeven.
3. Selecteer Instellingen wijzigen.
4. Selecteer Overige > Wi-Fi uitschakelen.
5. Controleer het bericht en start vervolgens het instellen.
6. Sluit het scherm wanneer een bevestigingsbericht wordt weergegeven.
Het scherm sluit automatisch na een vastgestelde tijd.
7. Druk op de knop
.
Verbinding Wi-Fi Direct (Eenvoudig Toegangspunt)
verbreken vanaf het bedieningspaneel
Opmerking:
Wanneer de Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) wordt uitgeschakeld, wordt de verbinding voor alle
computers en smart devices die met de printer zijn verbonden in Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt)
verbroken.Als u de verbinding met een speciek apparaat wilt verbreken, doe dit dan op het apparaat in kwestie en niet op
de printer.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
48
1. Selecteer op het startscherm .
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
2.
Selecteer Wi- Fi D i r e c t .
De Wi-Fi Direct-informatie wordt weergegeven.
3.
Selecteer Instellingen wijzigen.
4. Selecteer Wi-Fi Direct uitschakelen.
5. Druk op de knop OK.
6.
Sluit het scherm wanneer een bevestigingsbericht wordt weergegeven.
Het scherm sluit automatisch na een vastgestelde tijd.
7. Druk op de knop
.
De netwerkinstellingen herstellen op het
bedieningspaneel
U kunt alle netwerkinstellingen terugzetten op de standaardinstellingen.
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
2. Selecteer Standaardinst. herstellen > Netwerkinstellingen.
3. Controleer het bericht en selecteer Ja.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
49
4. Sluit het scherm wanneer een bevestigingsbericht wordt weergegeven.
Het scherm sluit automatisch na een vastgestelde tijd.
Gerelateerde informatie
& “Een computer verbinden” op pagina 29
& Wi-Fi-instellingen congureren op de printer” op pagina 30
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
50
Papier laden
Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking
Lees de instructiebladen die bij het papier worden geleverd.
Waaier papier en leg de stapel recht voor het laden. Fotopapier niet waaieren of buigen. Dit kan de afdrukzijde
beschadigen.
Als het papier omgekruld is, maakt u het plat of buigt u het vóór het laden lichtjes de andere kant op. Afdrukken
op omgekruld papier kan papierstoringen of vlekken op de afdruk veroorzaken.
Gebruik geen papier dat golvend, gescheurd, gesneden, gevouwen, vochtig, te dik of te dun is of papier met
stickers op. Het gebruik van deze papiersoorten kan papierstoringen of vlekken op de afdruk veroorzaken.
Waaier enveloppen en leg ze recht op elkaar voor het laden. Als de gestapelde enveloppen lucht bevatten, maakt
u ze plat om de lucht eruit te krijgen voordat ze worden geladen.
Gebruik geen omgekrulde of gevouwen enveloppen. Het gebruik van dergelijke enveloppen kan papierstoringen
of vlekken op de afdruk veroorzaken.
Gebruik geen enveloppen met zellevende oppervlakken of vensters.
Vermijd het gebruik van enveloppen die te dun zijn aangezien die kunnen omkrullen tijdens het afdrukken.
Gerelateerde informatie
& “Printerspecicaties” op pagina 230
Gebruikershandleiding
Papier laden
51
Beschikbaar papier en capaciteiten
Epson raadt aan om origineel Epson-papier te gebruiken om afdrukken van hoge kwaliteit te krijgen.
Origineel Epson-papier
Medianaam Grootte Laadcapaciteit (vellen) Dubbelzijd
ig
afdrukken
Randloos
afdrukken
*1
Papiercassett
e 1
Papiercasset
te 2
Epson Bright White Ink
Jet Paper
A4
80
*2
Auto,
Handmatig
Epson Ultra Glossy Photo
Paper
A4 20
13×18 cm (5×7 inch),
10×15 cm (4×6 inch)
20 20
Epson Premium Glossy
Photo Paper
A4 20
13×18 cm (5×7 inch),
16:9 breed formaat
(102×181 mm),
10×15 cm (4×6 inch)
20 20
Epson Premium
Semigloss Photo Paper
A4 20
10×15 cm (4×6 inch) 20 20
Epson Photo Paper
Glossy
A4 20
13×18 cm (5×7 inch),
10×15 cm (4×6 inch)
20 20
Epson Matte Paper-
Heavyweight
A4 20
Epson Double-Sided
Matte Paper
A4 1 Handmatig
Epson Photo Quality Ink
Jet Paper
A4 80
Epson Photo Stickers 16 A6 1 1
Epson Iron-On Cool Peel
Transfer Paper
*3
A4 1
*1: Bij dubbelzijdig afdrukken is randloos afdrukken niet mogelijk.
*2: Voor handmatig dubbelzijdig afdrukken geldt dat u maximaal 30 pagina's kunt laden waarvan één zijde al is bedrukt.
*3: Alleen afdrukken vanaf een computer is beschikbaar.
Gebruikershandleiding
Papier laden
52
Commercieel beschikbaar papier
Medianaam Grootte Laadcapaciteit (vellen of
enveloppen)
Dubbelzijd
ig
afdrukken
Randloos
afdrukken
Papiercasset
te 1
Papiercasse
tte 2
Kopieerpapier
Gewoon papier
A4, Letter, B5, 16K
(195×270 mm)
100
*2
Auto,
Handmatig
A5
100
*2
Handmatig
A6 20 20 Handmatig
Legal
*1
, 8,5×13 inch
–1Handmatig
Gebruikergedeniee
rd
*1
(mm)
89×127 tot
215,9×1117,6
–1Handmatig
Enveloppe Enveloppe #10,
Enveloppe DL,
Enveloppe C6
–10
*1: Alleen afdrukken vanaf een computer of smart device is beschikbaar.
*2: Voor handmatig dubbelzijdig afdrukken geldt dat u maximaal 30 pagina's kunt laden waarvan één zijde al is bedrukt.
Gerelateerde informatie
& “Namen en functies van onderdelen” op pagina 17
Lijst met papiertypes
Selecteer het papiertype dat bij het papier past voor optimale afdrukresultaten.
Medianaam Afdrukmateriaal
Bedieningspaneel Printerstuurprogramma, smart
device
*2
Gewoon papier, kopieerpapier
Epson Bright White Ink Jet Paper
*1
Gewoon papier Gewoon papier
Epson Ultra Glossy Photo Paper
*1
Ultra Glossy Epson Ultra Glossy
Epson Premium Glossy Photo Paper
*1
Premium Glossy Epson Premium Glossy
Epson Premium Semigloss Photo
Paper
*1
Premium Semigloss Epson Premium Semigloss
Epson Photo Paper Glossy
*1
Glossy Photo Paper Glossy
Gebruikershandleiding
Papier laden
53
Medianaam Afdrukmateriaal
Bedieningspaneel Printerstuurprogramma, smart
device
*2
Epson Matte Paper-Heavyweight
*1
Epson Double-Sided Matte Paper
*1
Matte Epson Matte
Epson Photo Quality Ink Jet Paper
*1
Fotokwaliteit IJ Epson Photo Quality Ink Jet
Epson Photo Stickers 16
*1
Fotostickers Epson Photo Stickers
Epson Iron-On Cool Peel Transfer Paper Gewoon papier Gewoon papier
Enveloppe Enveloppe Enveloppe
*1: Dit afdrukmateriaal is compatibel met Exif Print en PRINT Image Matching wanneer wordt afgedrukt met het
printerstuurprogramma.Raadpleeg voor meer informatie de documentatie van een met Exif Print of PRINT Image Matching
compatibele digitale camera.
*2: Voor smart devices kunnen deze soorten afdrukmateriaal worden geselecteerd bij het afdrukken met Epson iPrint.
Functies papierbron
De printer
hee
twee papierbronnen. Laad papier van een grootte en type dat voldoet aan uw
afdrukbehoeen.
A
Papiercassette 1 U kunt fotopapier met een kleiner formaat laden.
Als u in papiercassette 1 en papiercassette 2 hetzelfde papier laadt en in
de printerinstellingen Casset. 1>Casset. 2 selecteert als instelling voor de
Papiercassette, voert de printer automatisch papier in vanuit
papiercassette 2 wanneer papiercassette 1 leeg is.
B
Papiercassette 2 Wij raden u aan om gewoon papier van A4-formaat te gebruiken. Dit wordt
het meest gebruikt.
Gerelateerde informatie
&
“Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 55
&
“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
Gebruikershandleiding
Papier laden
54
Papier in de Papiercassette 1 laden
1. Als de uitvoerlade is uitgeschoven, duwt u deze met de hand terug.
2. Open het voorpaneel (tot de klik).
3. Controleer of de printer niet in werking is en schuif dan de papiercassette 1 naar buiten.
Opmerking:
Als papiercassette 1 zich achterin de sleuf bevindt en niet kan worden uitgeschoven, schui u hem uit door de printer
uit en weer in te schakelen.
U kunt zelfs papier laden als u papiercassette 1 helemaal uitschui.Til de papiercassette 1 iets op en schuif deze dan
naar buiten.
Gebruikershandleiding
Papier laden
55
4. Zet de geleiders op de ruimste positie.
5. Laad papier met de afdrukzijde naar beneden tot dit de achterzijde van papiercassette 1 raakt.
c
Belangrijk:
Laad geen verschillende papiersoorten in de papiercassette.
Volg de instructies die u bij de stickers hebt gekregen om één vel Epson Photo Stickers 16 te laden.De
steunvellen mag u niet in het apparaat laden.
6. Schuif de geleiders tegen de randen van het papier aan.
Gebruikershandleiding
Papier laden
56
c
Belangrijk:
Laad niet meer dan het maximale aantal pagina's voor het specieke papiertype.
7. Plaats papiercassette 1 voorzichtig.
8. Breng het bedieningspaneel omhoog.
9. Controleer de instellingen voor het papierformaat en papiertype op het bedieningspaneel.Voor het gebruik
van de instellingen selecteert u OK.Als u de instellingen wilt wijzigen, selecteert u het item dat u wilt wijzigen
en gaat u verder naar de volgende stap.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
Gebruikershandleiding
Papier laden
57
Opmerking:
Als u veelgebruikte combinaties van papierformaat en papiersoort als favoriet registreert, hoe u deze niet steeds
opnieuw in te stellen.U kunt papierinstellingen
congureren
door de geregistreerde voorinstelling te selecteren.
Als u een voorinstelling wilt registreren, selecteert u Favoriete papierinstell.. Vervolgens selecteert u
r
op het
volgende scherm en
gee
u het papierformaat en de papiersoort op.
Het scherm met papierinstellingen wordt niet weergegeven als u Papierconguratie hebt uitgeschakeld in de
volgende menu's.In dit geval kunt u niet afdrukken met een iPhone of iPad via AirPrint.
Instel. > Printerinstellingen > Papierbroninstelling > Papierconguratie
10. Controleer de instellingen en selecteer vervolgens OK.
11. Schuif de uitvoerlade uit.
Gerelateerde informatie
& Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 51
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 52
& “Menuopties voor Printerinstellingen” op pagina 172
Papier in de Papiercassette 2 laden
1. Als de uitvoerlade is uitgeschoven, duwt u deze met de hand terug.
Gebruikershandleiding
Papier laden
58
2. Open het voorpaneel (tot de klik).
3. Controleer of de printer niet in werking is en schuif dan de papiercassette 2 naar buiten.
Opmerking:
U kunt zelfs papier laden als u papiercassette 2 helemaal uitschui.Til de papiercassette 2 iets op en schuif deze dan
naar buiten.
4. Zet de geleiders op de ruimste positie.
Gebruikershandleiding
Papier laden
59
5. Laad papier met de afdrukzijde naar beneden tot dit de achterzijde van papiercassette 2 raakt.
c
Belangrijk:
Laad geen verschillende papiersoorten in de papiercassette.
Laad enveloppen of Epson Photo Stickers 16 in de richting die met de pijl in de volgende
aeelding
wordt
aangegeven totdat ze de achterkant van papiercassette 2 raken.
Enveloppe
Epson Photo Stickers 16
Volg de instructies die u bij de stickers hebt gekregen om één vel Epson Photo Stickers 16 te laden.De
steunvellen mag u niet in het apparaat laden.
Laad papier dat langer is dan A4-formaat zoals aangegeven in de volgende illustratie.
Gebruikershandleiding
Papier laden
60
8,5×13 inch
Laad papier met behulp van de lijn.
Legal
Trek de geleiding voor Legal-papier naar buiten en laad papier met behulp van de lijn.
c
Belangrijk:
Duw niet tegen papier dat uit de papiercassette steekt.
Gebruikershandleiding
Papier laden
61
6. Schuif de geleiders tegen de randen van het papier aan.
c
Belangrijk:
Laad niet meer dan het maximale aantal pagina's voor het specieke papiertype.
7. Plaats de papiercassette 2 voorzichtig.
Gebruikershandleiding
Papier laden
62
8. Breng het bedieningspaneel omhoog.
9. Controleer de instellingen voor het papierformaat en papiertype op het bedieningspaneel.Voor het gebruik
van de instellingen selecteert u OK.Als u de instellingen wilt wijzigen, selecteert u het item dat u wilt wijzigen
en gaat u verder naar de volgende stap.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
Opmerking:
Als u veelgebruikte combinaties van papierformaat en papiersoort als favoriet registreert, hoe u deze niet steeds
opnieuw in te stellen.U kunt papierinstellingen congureren door de geregistreerde voorinstelling te selecteren.
Als u een voorinstelling wilt registreren, selecteert u Favoriete papierinstell.. Vervolgens selecteert u
r
op het
volgende scherm en gee u het papierformaat en de papiersoort op.
Het scherm met papierinstellingen wordt niet weergegeven als u
Papierconguratie
hebt uitgeschakeld in de
volgende menu's.In dit geval kunt u niet afdrukken met een iPhone of iPad via AirPrint.
Instel. > Printerinstellingen > Papierbroninstelling >
Papierconguratie
10. Controleer de instellingen en selecteer vervolgens OK.
11. Schuif de uitvoerlade uit.
Gerelateerde informatie
& Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 51
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 52
& “Menuopties voor Printerinstellingen” op pagina 172
Gebruikershandleiding
Papier laden
63
Originelen plaatsen
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen
c
Belangrijk:
Plaatst u omvangrijke originelen zoals boeken, zorg er dan voor dat er geen extern licht op de scannerglasplaat
schijnt.
1. Open het documentdeksel.
2. Verwijder stof en vlekken van de scannerglasplaat.
3.
Plaats het origineel met de bedrukte zijde omlaag en duw het tegen de hoekmarkering.
Opmerking:
De eerste 1,5 mm vanaf de bovenrand en rechterrand van de scannerglasplaat wordt niet gescand.
4. Sluit het deksel voorzichtig.
c
Belangrijk:
Oefen niet te veel kracht uit op de scannerglasplaat of de documentkap.Deze kunnen anders beschadigd raken.
5. Verwijder de originelen na het scannen.
Opmerking:
Als u de originelen langdurig op de scannerglasplaat laat liggen, kunnen ze aan het oppervlak van het glas kleven.
Gebruikershandleiding
Originelen plaatsen
64
Verschillende originelen plaatsen
Foto's plaatsen om te kopiëren
U kunt meerdere foto's tegelijk plaatsen en deze afzonderlijk kopiëren. De foto's moeten groter zijn dan 30×40 cm.
Plaats een foto 5 mm van de hoekmarkering van de scannerglasplaat en laat 5 mm ruimte tussen de foto's. U kunt
foto's met een verschillend formaat op de glasplaat leggen.
Maximumformaat: 10×15 cm (4×6 inch)
Een id-kaart plaatsen om te kopiëren
Plaats een id-kaart 5 mm van de hoekmarkering op de scannerglasplaat.
Een cd/dvd plaatsen om daarop een label af te drukken
Plaats een cd/dvd in het midden van de scannerglasplaat. Als de cd/dvd niet precies in het midden ligt, wordt de
positionering automatisch bijgeregeld.
Gebruikershandleiding
Originelen plaatsen
65
Meerdere foto's plaatsen om tegelijkertijd te scannen
U kunt meerdere foto's tegelijk scannen en elke
aeelding
opslaan in Fotomodus in Epson Scan 2 wanneer u
umbnail selecteert in de lijst boven in het voorbeeldvenster. Plaats de foto's 4,5 mm van de horizontale en
verticale rand van de scannerglasplaat en plaats de foto's ten minste 20 mm uit elkaar. De foto's moeten groter zijn
dan 15×15 mm.
Gebruikershandleiding
Originelen plaatsen
66
Een geheugenkaart plaatsen
Ondersteunde geheugenkaarten
miniSD
*
miniSDHC
*
microSD*
microSDHC
*
microSDXC
*
SD
SDHC
SDXC
* Gebruik een geschikte adapter voor de geheugenkaartsleuf. Anders kan de kaart vast komen te zitten.
Gerelateerde informatie
&
“Ondersteunde
geheugenkaartspecicaties
” op pagina 233
Een geheugenkaart plaatsen en verwijderen
1. Breng het bedieningspaneel omhoog.
2.
Plaats een geheugenkaart in de printer.
De printer begint de gegevens te lezen en het lampje knippert.Wanneer de printer klaar is met lezen, blij het
lampje branden.
Gebruikershandleiding
Een geheugenkaart plaatsen
67
c
Belangrijk:
Plaats een geheugenkaart rechtstreeks in de printer.
3.
Wanneer u klaar bent met de geheugenkaart, drukt u op de geheugenkaart om deze te verwijderen nadat u
hebt gecontroleerd of het lampje niet knippert.
c
Belangrijk:
Als u de geheugenkaart verwijdert terwijl het lampje knippert, kunt u gegevens op de geheugenkaart
kwijtraken.
Opmerking:
Als u de geheugenkaart opent vanaf een computer, moet u de computer gebruiken om het verwisselbare apparaat veilig
te verwijderen.
Gerelateerde informatie
& Een geheugenkaart benaderen vanaf een computer” op pagina 241
Gebruikershandleiding
Een geheugenkaart plaatsen
68
Een cd/dvd laden om te bedrukken
Bedrukbare cd's/dvd's
U kunt afdrukken op ronde 12 cm cd's of dvd's die speciek bedoeld zijn om op af te drukken, zoals aangegeven
met "bedrukbare labelzijde" of "kan worden bedrukt met een inkjetprinter".
U kunt ook afdrukken op Blu-ray Discs™.
Voorzorgsmaatregelen voor het omgaan met cd's/
dvd's
Zie de documentatie bij de cd/dvd voor meer informatie over het gebruik van het schije of het wegschrijven
van gegevens.
Druk pas af op de cd/dvd wanneer de gegevens erop zijn weggeschreven. Doet u dat niet, dan kunnen
schrijouten
optreden als gevolg van vingerafdrukken, stof of krassen op het oppervlak van het
schije.
Aankelijk van het type cd/dvd en de afdrukgegevens kunnen inktvegen ontstaan. Doe eerst een test op een
extra cd/dvd. Controleer de bedrukte zijde na één hele dag.
Vergeleken met een afdruk op origineel Epson-papier ligt de afdrukdichtheid lager om inktvlekken op de
cd/dvd te voorkomen. Pas de afdrukdichtheid zo nodig aan.
Laat bedrukte cd's/dvd's minstens 24 uur drogen (niet in de volle zon). Leg de cd's/dvd's niet op elkaar en plaats
ze niet in het apparaat zolang ze niet volledig droog zijn.
Als de afdruk nog plakkerig is nadat de droogtijd is verstreken, verlaag dan de afdrukdichtheid.
Wanneer dezelfde cd/dvd opnieuw wordt bedrukt, zal de afdrukkwaliteit niet verbeteren.
Veeg de inkt onmiddellijk weg als u per ongeluk op de cd-/dvd-lade of het doorzichtige gedeelte van de cd/dvd
afdrukt.
Aankelijk van het ingestelde afdrukgebied kan de cd/dvd of de cd-/dvd-lade vies worden. Geef de juiste
instellingen op om af te drukken binnen het afdrukgebied.
Gerelateerde informatie
& Afdrukgebied voor cd's/dvd's” op pagina 231
Een cd/dvd/ plaatsen en verwijderen
Wanneer u afdrukt op een cd/dvd of hiervan kopieert, worden instructies over het moment van plaatsen en
verwijderen va n de cd/dvd weergegeven op het bedieningspaneel. Volg de instructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
& “Foto's op een cd-/dvd-label afdrukken” op pagina 83
& “Kopiëren op een cd-/dvd-label” op pagina 123
Gebruikershandleiding
Een cd/dvd laden om te bedrukken
69
Afdrukken
Afdrukken vanuit het menu Foto's afdrukken op het
bedieningspaneel
U kunt gegevens afdrukken van een geheugenapparaat, zoals een geheugenkaart of een extern USB-apparaat.
Basishandelingen voor foto's afdrukken
1. Laad papier in de printer.
2. Voer een geheugenapparaat in de SD-kaartsleuf of de USB-poort van de externe interface van de printer in.
Als Automatische selectiestand in Geleiderfuncties is ingeschakeld, wordt een bericht
weergegeven.Controleer het bericht en druk op de knop OK.
3. Selecteer Foto's afdrukken op het bedieningspaneel.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
4. Selecteer Afdrukken.
5. Wanneer een bericht wordt weergegeven waarin wordt aangegeven dat het laden van de foto's is voltooid,
drukt u op de knop OK.
6. Selecteer in het fotoselectiescherm de foto die u wilt afdrukken.
Opmerking:
Selecteer
rechtsboven in het scherm om het Selecteer het menu Foto weer te geven.Als u een datum opgee via
Zoeken, worden alleen foto's weergegeven die op die datum zijn gemaakt.
7. Stel het aantal afdrukken in met de knop - of +.
Wanneer u meer dan een foto afdrukt, gee u de foto's weer met de knop
l
of
r
en stelt u vervolgens het
aantal afdrukken in.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
70
8. Selecteer Afdrukinstellingen om papier- en afdrukinstellingen op te geven.
9.
Druk op de knop
r
.
10. Druk op de knop
om de foto's te bewerken, indien gewenst.
11.
Schuif de uitvoerlade uit.
12. Voer het aantal exemplaren in en druk vervolgens op de knop
x
.
13. Controleer of het afdrukken is voltooid en selecteer vervolgens Sluiten.
Als u problemen opvallen met de afdrukkwaliteit zoals strepen, onverwachte kleuren of wazige aeeldingen,
selecteert u Problemen oplossen om de oplossingen te bekijken.
Gerelateerde informatie
&
“Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 55
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
& “Lijst met papiertypes” op pagina 53
& “Een geheugenkaart plaatsen” op pagina 67
& “Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren) (Enkele weerg.)” op pagina 72
& “Menuopties voor het selecteren van foto's” op pagina 78
& “Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren) (Enkele weerg.)” op pagina 72
& “Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen” op pagina 78
& “Uitleg bij het voorbeeldscherm” op pagina 73
& “Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren)” op pagina 73
& “Menuopties voor het bewerken van foto's” op pagina 80
Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren) (Tegelweerg.)
U kunt foto's selecteren vanuit het miniaturenscherm.Dit is handig als u een aantal foto's wilt selecteren uit een
groot aantal foto's.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
71
A
Hiermee geeft u het Selecteer het menu Foto weer waarmee u foto's eenvoudig kunt selecteren.
B
Verplaats de cursor naar een foto en druk vervolgens op de knop OK om deze weer te geven.De geselecteerde foto's
zijn voorzien van het aantal afdrukken.
Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren) (Enkele weerg.)
Hier kunt u de foto's stuk voor stuk vergroten.Druk op de knop
l
of
r
om de vorige of de volgende foto weer te
geven.Druk op de knop
als u een foto zonder pictogrammen wilt weergeven.Tik opnieuw op deze knop om de
pictogrammen te herstellen.
A
Hiermee geeft u het Selecteer het menu Foto weer waarmee u foto's eenvoudig kunt selecteren.
B
Hiermee geeft u Exif-informatie weer, zoals de opnamedatum of de sluitersnelheid.
C
Hiermee vergroot u een foto.Druk op de knop + om de foto te vergroten en druk op de knoppen
udlr
om het
gedeelte dat u wilt controleren weer te geven.Druk op de knop OK om terug te keren naar de oorspronkelijke
weergave.Vergroten in dit scherm heeft geen invloed op het afdrukresultaat.
D
Stel het aantal exemplaren in door op de knop - of + te drukken.
Gerelateerde informatie
& “Menuopties voor het selecteren van foto's” op pagina 78
& “Menuopties voor het selecteren van foto's” op pagina 78
Gebruikershandleiding
Afdrukken
72
Uitleg bij het voorbeeldscherm
Druk op de knop
l
of
r
om de vorige of de volgende foto weer te geven.Druk op de knop om het
fotobewerkingsscherm weer te geven. Hierin kunt u de foto bijsnijden of kleurcorrectie toepassen.
A
Stel het aantal exemplaren in door op de knop - of + te drukken.U kunt het aantal exemplaren ook instellen via het
schermtoetsenblok.Selecteer de waarde en druk vervolgens op de knop OK om het toetsenblok weer te geven.
Als de waarde niet verandert, kunt u het aantal exemplaren op dit scherm niet instellen.
Gerelateerde informatie
& “Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren)” op pagina 73
Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren)
U kunt de foto bijsnijden of roteren of kleurcorrectie toepassen.Schakel tussen Correctie uit en Correctie aan met
de knop
.Wanneer Correctie aan wordt geselecteerd, wordt de aangepaste kleurcorrectie weergegeven in het
Gebruikershandleiding
Afdrukken
73
scherm Bewerk.Wanneer Correctie uit wordt geselecteerd, blij de kleurcorrectie onzichtbaar, maar wordt de
correctie toegepast op de afdruk.
A
Hiermee past u het bijsnijdgebied aan.U kunt het kader verplaatsen naar het gedeelte dat u wilt bijsnijden met de
knoppen
udlr
of het formaat van het kader wijzigen met de knoppen - en +.U kunt het kader ook roteren met
de knop
.
B
Hiermee drukt u af in sepia of zwart-wit.
C
Hiermee past u kleurcorrectie toe.Selecteer het item en selecteer vervolgens het correctieniveau met de knoppen -
en +.
Gerelateerde informatie
& “Menuopties voor het bewerken van foto's” op pagina 80
Afdrukken in diverse lay-outs
U kunt de foto's op het geheugenapparaat afdrukken in een aantal verschillende lay-outs, bijvoorbeeld twee of vier
foto's op één pagina.De foto's worden automatisch geplaatst.
1. Laad papier in de printer.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
74
2. Voer een geheugenapparaat in de SD-kaartsleuf of de USB-poort van de externe interface van de printer in.
3. Selecteer Foto's afdrukken op het bedieningspaneel.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
4. Selecteer Lay-out afdruk.
5. Selecteer de lay-out.
6.
Congureer papier- en afdrukinstellingen.
7. Druk op de knop
r
.
8. Wanneer een bericht wordt weergegeven waarin wordt aangegeven dat het laden van de foto's is voltooid,
drukt u op de knop OK.
9. Selecteer in het fotoselectiescherm de foto die u wilt afdrukken.
10. Selecteer Voorbeeld en Afdrukken.
11. Druk op de knop
om de foto's te bewerken, indien gewenst.
12. Voer het aantal exemplaren in en druk vervolgens op de knop
x
.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 55
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
& “Lijst met papiertypes” op pagina 53
& “Een geheugenkaart plaatsen” op pagina 67
& “Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen” op pagina 78
& “Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren) (Enkele weerg.)” op pagina 72
& “Menuopties voor het selecteren van foto's” op pagina 78
& “Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren) (Enkele weerg.)” op pagina 72
& “Uitleg bij het voorbeeldscherm” op pagina 73
& “Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren)” op pagina 73
& “Menuopties voor het bewerken van foto's” op pagina 80
Id-foto's afdrukken
U kunt foto's afdrukken voor een id-kaart met gegevens van een geheugenapparaat.Er worden twee exemplaren
van een foto afgedrukt met verschillend formaat, 50,8×50,8 mm en 45,0×35,0 mm, op fotopapier van 10×15 cm
(4×6 inch).
1. Laad papier in de printer.
2. Voer een geheugenapparaat in de SD-kaartsleuf of de USB-poort van de externe interface van de printer in.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
75
3. Selecteer Foto's afdrukken op het bedieningspaneel.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
4.
Selecteer Afdrukken naar foto-id.
5. Wanneer een bericht wordt weergegeven waarin wordt aangegeven dat het laden van de foto's is voltooid,
drukt u op de knop OK.
6. Selecteer in het fotoselectiescherm de foto die u wilt afdrukken.
7. Selecteer Afdrukinstellingen om papier- en afdrukinstellingen op te geven.
8. Druk op de knop
r
en bevestig de instellingen.
9. Druk op de knop
om de foto's te bewerken, indien gewenst.
10. Voer het aantal exemplaren in en druk vervolgens op de knop
x
.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 55
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
& “Lijst met papiertypes” op pagina 53
& “Een geheugenkaart plaatsen” op pagina 67
& “Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren) (Enkele weerg.)” op pagina 72
& “Menuopties voor het selecteren van foto's” op pagina 78
& “Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren) (Enkele weerg.)” op pagina 72
& “Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen” op pagina 78
& “Uitleg bij het voorbeeldscherm” op pagina 73
& “Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren)” op pagina 73
& “Menuopties voor het bewerken van foto's” op pagina 80
Foto's afdrukken met een sjabloon
U kunt de foto's op het geheugenapparaat afdrukken in een aantal verschillende lay-outs, zodat u twee of vier foto's
op één pagina krijgt of alleen de bovenste
hel
van het papier bedrukt.U kunt kiezen waar u de foto's plaatst.
1. Laad papier in de printer.
2. Voer een geheugenapparaat in de SD-kaartsleuf of de USB-poort van de externe interface van de printer in.
3.
Selecteer Foto's afdrukken op het bedieningspaneel.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
4. Selecteer Afdrukken met sjabloon.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
76
5. Selecteer de lay-out.
6. Congureer afdrukinstellingen.
7. Druk op de knop
r
.
8. Wanneer een bericht wordt weergegeven waarin wordt aangegeven dat het laden van de foto's is voltooid,
drukt u op de knop OK.
9. Voer een van de volgende handelingen uit.
Wanneer u in stap 5 een lay-out met één foto selecteert: selecteer één foto in het fotoselectiescherm,
selecteer Voorbeeld en Afdrukken en ga naar stap 15.
Wanneer u in stap 5 een lay-out met meerdere foto's selecteert en foto's automatisch plaatst: selecteer
Autom. indeling, selecteer foto's in het fotoselectiescherm, selecteer Vo orb eeld en Afdr u k ken en ga naar
stap 15.
Wanneer u een lay-out met meerdere foto's selecteert en de foto's automatisch plaatst: ga naar stap 10.
10. Selecteer
.
11. Selecteer in het fotoselectiescherm de foto die u wilt afdrukken en selecteer vervolgens Deze foto plaatsen.
12. Controleer het bericht en selecteer OK.
13. Als u de foto wilt bewerken, selecteert u de foto en selecteert u vervolgens Foto's bewerken.
Opmerking:
Wanneer u klaar bent met bewerken, selecteert u OK om terug te keren naar het scherm Foto('s) plaatsen.
14. Herhaal stap 10 tot 13 totdat alle foto's zijn geplaatst en druk vervolgens op de knop .
15. Druk op de knop
om de foto's te bewerken, indien gewenst.
16. Voer het aantal exemplaren in en druk vervolgens op de knop
x
.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 55
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
& “Lijst met papiertypes” op pagina 53
& “Een geheugenkaart plaatsen” op pagina 67
& “Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen” op pagina 78
& “Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren) (Enkele weerg.)” op pagina 72
& “Uitleg bij het voorbeeldscherm” op pagina 73
& “Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren)” op pagina 73
& “Menuopties voor het bewerken van foto's” op pagina 80
Gebruikershandleiding
Afdrukken
77
Menuopties voor het afdrukken via het bedieningspaneel
Menuopties voor het selecteren van foto's
Zoeken:
Gee de foto's op het geheugenapparaat gesorteerd weer op basis van opgegeven voorwaarden.De
beschikbare opties zijn aankelijk van de gebruikte functies.
Zoeken annuleren:
Annuleert het sorteren van de foto's en
gee
alle foto's weer.
jj:
Selecteer het jaar van de foto's die u wilt weergeven.
jjjj/mm:
Selecteer het jaar en de maand van de foto's die u wilt weergeven.
jjjj/mm/dd:
Selecteer het jaar, de maand en de datum van de foto's die u wilt weergeven.
Weergavevolgorde:
Hiermee wijzigt u de weergavevolgorde van foto's naar oplopend of
aopend.
Alle fotos selecteren:
Hiermee selecteert u alle foto's en stelt u het aantal afdrukken in.
Selectie fotos
opheen
:
Zet het aantal exemplaren van alle foto's op 0 (nul).
Selecteer apparaat voor laden fotos:
Selecteer het apparaat waar u foto's van wilt laden.
Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen
Papierformaat:
Selecteer het papierformaat dat u hebt geladen.
Papiertype:
Selecteer het papiertype dat u hebt geladen.
Papiercassette:
Selecteer de papierbron die u wenst te gebruiken.
Randinstelling
Randloos:
Drukt af zonder marge rond de randen.De aeelding wordt een beetje vergroot om de marges rond
de randen van het papier te verwijderen.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
78
Met rand:
Hiermee drukt u af met een witmarge rond de randen.
Uitbreiding:
Bij het randloos afdrukken wordt de aeelding een klein beetje vergroot om de randen rondom te
laten verdwijnen.Selecteer hoeveel u de
aeelding
wilt vergroten.
Passend binnen rand:
Als de aeeldingsgegevens en het papierformaat niet dezelfde beeldverhouding hebben, wordt de
aeelding automatisch vergroot of verkleind, zodat de korte zijde gelijkloopt met de korte zijde van het
papier.Als de lange zijde van de aeelding langer is dan de lange zijde van het papier, wordt de
aeelding bijgesneden.Deze functie werkt mogelijk niet bij panoramafoto's.
Kwaliteit:
Selecteer de afdrukkwaliteit.Wanneer u Beste selecteert, krijgt u afdrukken van betere kwaliteit, maar
het afdrukken duurt mogelijk langer.
Datum:
Selecteer de notatie waarin de datum moet worden afgedrukt op foto's die de opname- of opslagdatum
bevatten.Bij sommige lay-outs wordt geen datum afgedrukt.
Info op foto's afdrukken
Uit:
Drukt af zonder enige informatie erbij.
Camera-instellingen:
Hiermee drukt af met bepaalde Exif-informatie, zoals de sluitertijd, f-waarde of ISO-
gevoeligheid.Informatie die niet is vastgelegd, wordt ook niet afgedrukt.
Cameratekst:
Drukt tekst af die op de digitale camera is ingesteld.Raadpleeg de documentatie van de camera voor
meer informatie over de tekstinstellingen.De informatie kan alleen randloos worden afgedrukt op
het formaat 10×15 cm, 13×18 cm of 16:9 breed formaat.
Oriëntatiepunt:
Drukt de naam af van een plaats of oriëntatiepunt waar de foto is gemaakt (voor digitale camera's
die een functie voor oriëntatiepunten hebben).Raadpleeg de website van de camerafabrikant voor
meer informatie.De informatie kan alleen randloos worden afgedrukt op het formaat 10×15 cm,
13×18 cm of 16:9 breed formaat.
Alle inst.wissen:
Zet de papier- en afdrukinstellingen terug op de standaardwaarden.
Dichtheid van cd:
Voor het bedrukken van een cd/dvd.Stel de dichtheid in die u wilt gebruiken voor de afdruk op een cd/
dvd.
Dichtheid:
Voor het afdrukken van kleurboeken.Selecteer de dichtheid voor de omtrek van de kleurplaat.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
79
Lijndetectie:
Voor het afdrukken van kleurboeken.Selecteer de gevoeligheid voor het detecteren van omtrekken in
de foto.
Menuopties voor het bewerken van foto's
(Bijsn.):
Hiermee snijdt u een gedeelte uit de foto.U kunt het gedeelte voor bijsnijden verplaatsen, vergroten of
verkleinen.
(Filter):
Hiermee drukt u af in sepia of zwart-wit.
(Aanpassingen):
Hiermee past u kleurcorrectie toe met de functie Versterken of Corr. rode ogen.
Versterken:
Selecteer een van de opties voor het aanpassen van aeeldingsgegevens. Met Auto, Personen, Liggend
of Nachtscène krijgt u scherpere afdrukken en levendigere kleuren door aanpassing van het contrast,
de verzadiging en de helderheid van de oorspronkelijke aeeldingsgegevens.
Auto:
De printer detecteert de inhoud van de aeelding en corrigeert de aeelding automatisch op basis
van de gedetecteerde inhoud.
Personen:
Aanbevolen voor aeeldingen van mensen.
Liggend:
Aanbevolen voor aeeldingen van een landschap of de natuur.
Nachtscène:
Aanbevolen voor aeeldingen die 's nachts zijn gemaakt.
P. I . M . :
Past de aeelding aan op basis van afdrukgegevens uit een digitale camera die compatibel is met
PRINT Image Matching.
Verbeteren uit:
Schakelt de functie Ver st er ken uit.
Corr. rode ogen:
Corrigeert rode ogen in foto's.Correcties worden niet toegepast op het oorspronkelijke bestand, alleen
op de afdrukken.Aankelijk van het type foto worden mogelijk andere delen van het beeld
gecorrigeerd.
Helderheid:
Past de helderheid van de
aeelding
aan.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
80
Contrast:
Past het verschil tussen licht en donker aan.
Scherpte:
Maakt omtrekken in de aeelding scherper of minder scherp.
Verzadiging:
Past de levendigheid van de
aeelding
aan.
Afdrukken vanuit het menu Verschillende afdrukken
op het bedieningspaneel
Ontwerppapier afdrukken
U kunt een scala aan ontwerppapier opslagen met behulp van de patronen die in de printer zijn opgeslagen,
bijvoorbeeld randen en stippels.Hiermee kunt u het papier op verschillende manieren gebruiken, bijvoorbeeld
voor het maken van kapapier, cadeaupapier, enzovoort.Ga naar de volgende website voor meer informatie over
hoe u uw eigen items kunt ontwerpen.
http://epson.sn
1.
Laad papier in de printer.
2.
Selecteer Verschillende afdrukken op het bedieningspaneel.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
3. Selecteer Designpapier.
4. Selecteer het patroon, bijvoorbeeld randen of stippels.
5. Congureer papier- en afdrukinstellingen.
6. Druk op de knop
r
7. Voer het aantal exemplaren in en druk vervolgens op de knop
x
.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
81
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
& “Lijst met papiertypes” op pagina 53
Foto's met handgeschreven tekst afdrukken
U kunt een foto van een geheugenapparaat afdrukken met eigen tekst of tekeningen erbij.Zo kunt u allerlei leuke
kaarten maken, bijvoorbeeld voor kerst of een verjaardag.
Eerst selecteert u een foto en drukt u een sjabloon af op gewoon papier.Vervolgens schrij of tekent u op die
sjabloon en scant u het resultaat op de printer.Ten slotte drukt u de foto af samen met uw notities of tekeningen.
1.
Voer een geheugenapparaat in de SD-kaartsleuf of de USB-poort van de externe interface van de printer in.
c
Belangrijk:
Verwijder het geheugenapparaat pas wanneer u klaar bent met afdrukken.
2.
Selecteer Verschillende afdrukken op het bedieningspaneel.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
3. Selecteer Wenskaart > Selecteer foto- en afdruksjabloon.
4.
Wanneer een bericht wordt weergegeven waarin wordt aangegeven dat het laden van de foto's is voltooid,
drukt u op de knop OK.
5. Selecteer in het fotoselectiescherm de foto die u wilt afdrukken en selecteer vervolgens Deze foto gebruiken.
6.
Congureer de afdrukinstellingen, zoals het papiertype of de lay-out voor het afdrukken van een foto met uw
eigen tekst erbij, en druk vervolgens op de knop
r
.
7. Laad gewoon A4-papier in papiercassette 2 om een sjabloon af te drukken.
8. Selecteer Voor controle afdruk.
9.
Druk op de knop
x
om een sjabloon af te drukken.
10.
Controleer de afdruk en selecteer vervolgens Sluiten.
11. Volg voor het schrijven en tekenen de instructies op de sjabloon.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
82
12. Berg de uitvoerlade met de hand op.Laad fotopapier in papiercassette 1.
13. Selecteer Afdrukken met behulp van de sjabloon.
14.
Controleer het scherm, plaats de sjabloon op de scannerglasplaat en druk vervolgens op de knop OK.
Opmerking:
De tekst op de sjabloon moet volledig droog zijn voordat u de sjabloon op de scannerglasplaat legt.Als er vlekken op de
glasplaat zitten, worden die ook afgedrukt op de foto.
15.
Druk op de knop
om de foto's te bewerken, indien gewenst.
16. Schuif de uitvoerlade uit.
17. Voer het aantal exemplaren in en druk vervolgens op de knop
x
.
Gerelateerde informatie
& “Een geheugenkaart plaatsen” op pagina 67
& “Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren) (Enkele weerg.)” op pagina 72
&
“Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen” op pagina 78
&
“Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 55
&
“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
&
“Lijst met papiertypes” op pagina 53
&
“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 64
&
“Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren)” op pagina 73
& “Menuopties voor het bewerken van foto's” op pagina 80
Foto's op een cd-/dvd-label afdrukken
U kunt foto's op een geheugenapparaat selecteren en afdrukken op een cd-/dvd-label.
c
Belangrijk:
Raadpleeg de voorzorgsmaatregelen voor het omgaan met cd's/dvd's voordat u op een cd/dvd afdrukt.
Plaats de cd-/dvd-lade niet in de printer zolang het apparaat bezig is.Dit kan de printer beschadigen.
Plaats de cd-/dvd-lade pas in het apparaat wanneer dit in de instructies wordt aangegeven.Anders treedt er een
fout op en wordt de cd/dvd uitgeworpen.
1. Voer een geheugenapparaat in de SD-kaartsleuf of de USB-poort van de externe interface van de printer in.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
83
2. Selecteer Verschillende afdrukken op het bedieningspaneel.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
3.
Selecteer Kopiëren naar CD/DVD > Afdrukken op CD/DVD.
4. Selecteer de lay-out.
Cd/dvd 1-omhoog, Cd/dvd 4-omhoog en Cd/dvd-variëteit zijn beschikbaar.
5. Wanneer een bericht wordt weergegeven waarin wordt aangegeven dat het laden van de foto's is voltooid,
selecteert u OK.
6. Voer een van de volgende handelingen uit.
Cd/dvd 1-omhoog: selecteer een foto, selecteer Ga verder om Buitenk./Binnenk. in te stellen. en ga
vervolgens verder naar stap 10.
Cd/dvd 4-omhoog: ga naar stap 7.
Cd/dvd-variëteit: selecteer foto's totdat voor het aantal foto's dat kan worden ingesteld 0 wordt
weergegeven.Selecteer Ga verder om Buitenk./Binnenk. in te stellen. en ga vervolgens verder naar stap 10.
7. Selecteer
, selecteer de foto die u wilt plaatsen en selecteer vervolgens Deze foto plaatsen.
8. Controleer het bericht en druk vervolgens op de knop OK.Selecteer desgewenst de foto om deze te bewerken.
9.
Herhaal stap 7 en 8 tot in alle delen een foto is geplaatst en druk vervolgens op de knop
.
10. Selecteer de buitendiameter en druk vervolgens op de knop - of + om de waarde aan te passen.Pas de
binnendiameter op dezelfde wijze aan.
U kunt de diameter ook instellen door de waarde in het kader te selecteren en het schermtoetsenblok te
gebruiken.
Opmerking:
Als buitendiameter kunt u 114 tot 120 mm instellen, als binnendiameter 18 tot 46 mm, in stappen van 1 mm.
11. Selecteer Type selecteren.
12. Selecteer Op cd/dvd afdrukken.
Opmerking:
Als u een testafdruk wilt maken, selecteert u Testafdruk op A 4-papier en laadt u vervolgens gewoon A4-papier in
papiercassette 2.Voordat u afdrukt op een cd-/dvd-label, kunt u een voorbeeld van de aeelding afdrukken.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
84
13. Wanneer u in een bericht wordt gevraagd een cd/dvd te laden, selecteert u Hoe en plaatst u een cd/dvd aan de
hand van de instructies.
c
Belangrijk:
Leg een cd/dvd op de cd-/dvd-lade met de afdrukzijde naar boven.Druk op het midden van de cd/dvd om deze
stevig vast te zetten op de cd-/dvd-lade.De cd/dvd kan anders uit de lade vallen.Draai de lade om te
controleren of de cd/dvd goed vastzit in de lade.
Opmerking:
Als u de lade in de printer plaatst, kunt u lichte weerstand voelen.Dit is normaal; u kunt verdergaan met het
horizontaal plaatsen van de lade.
14.
Selecteer Geïnstalleerd.
15. Druk op de knop
om de foto's te bewerken, indien gewenst.
16. Druk op de knop
x
.
17. Na het afdrukken wordt de cd-/dvd-lade uitgeworpen.Verwijder de lade uit de printer en selecteer vervolgens
Geïnstalleerd.
c
Belangrijk:
Zorg ervoor dat u de cd-/dvd-lade verwijdert nadat het afdrukken is voltooid.Als u de lade niet verwijdert en
de printer aan- of uitzet of een printkopreiniging uitvoert, komt de cd-/dvd-lade tegen de printkop en kan de
printer defect raken.
18. Verwijder de cd/dvd en berg de cd-/dvd-lade weer op aan de onderkant van papiercassette 2.
Gerelateerde informatie
& “Een geheugenkaart plaatsen” op pagina 67
& “Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren) (Enkele weerg.)” op pagina 72
& “Menuopties voor het bewerken van foto's” op pagina 80
Gebruikershandleiding
Afdrukken
85
Foto's afdrukken op een cd-hoesje
U kunt eenvoudig foto's vanaf een geheugenapparaat afdrukken op een cd-hoesje.Druk het hoesje af op A4-papier
en snijd het op maat voor het cd-doosje.
1. Laad papier in de printer.
2. Voer een geheugenapparaat in de SD-kaartsleuf of de USB-poort van de externe interface van de printer in.
3. Selecteer Verschillende afdrukken op het bedieningspaneel.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
4. Selecteer Kopiëren naar CD/DVD > Afdrukken op jewel-case.
5. Selecteer de lay-out.
6.
Congureer papier- en afdrukinstellingen.
7. Druk op de knop
r
.
8. Wanneer een bericht wordt weergegeven waarin wordt aangegeven dat het laden van de foto's is voltooid,
drukt u op de knop OK.
9. Selecteer in het fotoselectiescherm de foto die u wilt afdrukken.
10. Selecteer Voorbeeld en Afdrukken.
11. Druk op de knop
om de foto's te bewerken, indien gewenst.
12. Druk op de knop
x
.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
& “Lijst met papiertypes” op pagina 53
& “Een geheugenkaart plaatsen” op pagina 67
& “Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen” op pagina 78
& “Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren) (Enkele weerg.)” op pagina 72
& “Menuopties voor het selecteren van foto's” op pagina 78
& “Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren) (Enkele weerg.)” op pagina 72
& “Uitleg bij het voorbeeldscherm” op pagina 73
& “Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren)” op pagina 73
& “Menuopties voor het bewerken van foto's” op pagina 80
Gebruikershandleiding
Afdrukken
86
Originele kalenders met een foto afdrukken
U kunt eenvoudig vanaf een geheugenapparaat originele kalenders met een foto afdrukken.
1. Laad papier in de printer.
2. Voer een geheugenapparaat in de SD-kaartsleuf of de USB-poort van de externe interface van de printer in.
3. Selecteer Verschillende afdrukken op het bedieningspaneel.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
4. Selecteer Kalender.
5. Selecteer het type kalender.
6. Congureer de papierinstellingen en druk vervolgens op de knop
r
om de datum in te stellen.
7. Stel het jaar en de maand in en selecteer vervolgens OK.
8. Wanneer een bericht wordt weergegeven waarin wordt aangegeven dat het laden van de foto's is voltooid,
drukt u op de knop OK.
9. Selecteer in het fotoselectiescherm de foto die u wilt afdrukken.
10.
Selecteer Deze foto gebruiken.
11. Druk op de knop
om de foto te bewerken, indien gewenst.
12. Voer het aantal exemplaren in en druk vervolgens op de knop
x
.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
& “Lijst met papiertypes” op pagina 53
& “Een geheugenkaart plaatsen” op pagina 67
& “Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen” op pagina 78
& “Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren) (Enkele weerg.)” op pagina 72
Gebruikershandleiding
Afdrukken
87
& “Uitleg bij het voorbeeldscherm” op pagina 73
& “Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren)” op pagina 73
& “Menuopties voor het bewerken van foto's” op pagina 80
Een kalender afdrukken
U kunt eenvoudig een Maandelijks, Wekelijks of Dagelijks kalender afdrukken.
1. Laad papier in de printer.
2. Selecteer Verschillende afdrukken op het bedieningspaneel.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
3. Selecteer Schema.
4. Selecteer het type schema.
5. Congureer de papierinstellingen en druk vervolgens op de knop
r
.
6. Wanneer u Maandelijks of Dagelijks selecteert, stelt u de datum in en selecteert u vervolgens OK.
7. Voer het aantal exemplaren in en druk vervolgens op de knop
x
.
Gerelateerde informatie
&
“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
&
“Lijst met papiertypes” op pagina 53
&
“Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen” op pagina 78
&
“Uitleg bij het voorbeeldscherm” op pagina 73
Gebruikershandleiding
Afdrukken
88
Gelinieerd papier afdrukken
U kunt bepaalde soorten gelinieerd papier, graekpapier of muziekpapier afdrukken om uw eigen originele
notitieblok of losse vellen te creëren.
1. Laad papier in de printer.
2.
Selecteer Verschillende afdrukken op het bedieningspaneel.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
3. Selecteer Gelinieerd papier.
4. Selecteer het type lijnen.
5. Geef de instellingen voor het papier op.
6. Druk op de knop
r
.
7.
Voer het aantal exemplaren in en druk vervolgens op de knop
x
.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
& “Lijst met papiertypes” op pagina 53
& “Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen” op pagina 78
& “Uitleg bij het voorbeeldscherm” op pagina 73
Gebruikershandleiding
Afdrukken
89
Origineel briefpapier afdrukken
U kunt eenvoudig vanaf een geheugenapparaat briefpapier afdrukken met een foto als achtergrond.De foto wordt
licht afgedrukt, zodat er gemakkelijk op kan worden geschreven.
1. Laad papier in de printer.
2. Voer een geheugenapparaat in de SD-kaartsleuf of de USB-poort van de externe interface van de printer in.
3. Selecteer Verschillende afdrukken op het bedieningspaneel.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
4. Selecteer Briefpapier.
5. Selecteer het type briefpapier.
6. Congureer de papierinstellingen en druk vervolgens op de knop
r
.
7. Wanneer een bericht wordt weergegeven waarin wordt aangegeven dat het laden van de foto's is voltooid,
drukt u op de knop OK.
8. Selecteer in het fotoselectiescherm de foto die u wilt afdrukken.
9. Selecteer Deze foto gebruiken.
10. Druk op de knop
als u de aeelding in de afdrukstand liggend wilt afdrukken.
11. Voer het aantal exemplaren in en druk vervolgens op de knop
x
.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
& “Lijst met papiertypes” op pagina 53
& “Een geheugenkaart plaatsen” op pagina 67
& “Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen” op pagina 78
& “Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren) (Enkele weerg.)” op pagina 72
& “Uitleg bij het voorbeeldscherm” op pagina 73
& “Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren)” op pagina 73
& “Menuopties voor het bewerken van foto's” op pagina 80
Gebruikershandleiding
Afdrukken
90
Afdrukken op een originele wenskaart
U kunt eenvoudig een originele wenskaart afdrukken met behulp van een foto op een geheugenapparaat.
1. Laad papier in de printer.
2. Voer een geheugenapparaat in de SD-kaartsleuf of de USB-poort van de externe interface van de printer in.
3. Selecteer Verschillende afdrukken op het bedieningspaneel.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
4. Selecteer Berichtkaart.
5. Selecteer Positie aeelding, Type lijn en Lijnkleur en selecteer vervolgens OK.
6. Wanneer een bericht wordt weergegeven waarin wordt aangegeven dat het laden van de foto's is voltooid,
drukt u op de knop OK.
7. Selecteer de foto die u wilt afdrukken en selecteer vervolgens Deze foto gebruiken.
8.
Congureer
afdrukinstellingen.
9. Druk op de knop
r
.
10. Druk op de knop
om de foto te bewerken, indien gewenst.
11. Voer het aantal exemplaren in en druk vervolgens op de knop
x
.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 55
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
& “Lijst met papiertypes” op pagina 53
& “Een geheugenkaart plaatsen” op pagina 67
& “Menuopties voor het afdrukken van originele wenskaarten” op pagina 92
& “Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen” op pagina 78
& “Uitleg bij het voorbeeldscherm” op pagina 73
& “Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren)” op pagina 73
& “Menuopties voor het bewerken van foto's” op pagina 80
Gebruikershandleiding
Afdrukken
91
Menuopties voor het afdrukken van originele wenskaarten
Positie afbeelding:
Selecteer waar op de wenskaart u de aeelding wilt plaatsen.
Type lijn:
Selecteer het type lijn dat u op de wenskaart wilt afdrukken.
Lijnkleur:
Selecteer de kleur van de lijn die u op de wenskaart wilt afdrukken.
Een kleurboek afdrukken
U kunt alleen de omtrek van foto's of illustraties laten afdrukken.Zo maakt u uw eigen unieke kleurboeken.
Opmerking:
Tenzij voor persoonlijk gebruik (thuis of in een andere besloten omgeving) hebt u toestemming van de houder van het
auteursrecht nodig wanneer u voor uw kleurboek originelen wilt gebruiken waarop auteursrechten rusten.
1. Laad papier in de printer.
2. Als u een foto op een geheugenapparaat wilt gebruiken, plaatst u het apparaat in de SD-kaartsleuf of de USB-
poort van de externe interface van de printer.
3. Selecteer Verschillende afdrukken op het bedieningspaneel.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
4.
Selecteer Kleurboek.
5. Voer een van de volgende handelingen uit.
Als u Een origineel scannen selecteert: congureer de afdrukinstellingen en druk vervolgens op de knop
r
.Plaats het origineel op de scannerglasplaat en druk vervolgens op de knop OK.
Als u Kiezen uit geheugenkaart selecteert: selecteer een foto, selecteer Deze foto gebruiken en congureer
de afdrukinstellingen.Druk op de knop
r
.
6. Druk op de knop
x
.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
& “Menuopties voor het selecteren van foto's” op pagina 78
& “Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen” op pagina 78
Gebruikershandleiding
Afdrukken
92
Afdrukken vanaf een computer
Basisprincipes — Windows
Opmerking:
Zie de online-Help voor een uitleg van de items voor instellingen.Rechtsklik op een item en klik dan op Help.
De werking varieert naargelang de toepassing.Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
1. Laad papier in de printer.
2.
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Selecteer Afdrukken of Afdrukinstelling in het menu Bestand.
4. Selecteer uw printer.
5. Selecteer Vo or keur en of Eigenschappen om het venster van het printerstuurprogramma te openen.
6.
Geef de volgende instellingen op.
Papierbron: selecteer de papierbron waarin u het papier hebt geladen.
documentformaat: selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst.
Randloos: selecteer deze optie om af te drukken zonder marges rond de aeelding.
Bij het randloos afdrukken worden de afdrukgegevens enigszins vergroot ten opzichte van het
papierformaat. Dit zorgt ervoor dat u geen witruimte krijgt rondom.Klik op Instellingen om de mate van
vergroting te selecteren.
Afdrukstand: selecteer de afdrukstand die u in de toepassing hebt ingesteld.
Papiertype: selecteer het type papier dat u hebt geladen.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
93
Kwaliteit: selecteer de afdrukkwaliteit.
Wanneer u Hoog selecteert, krijgt u afdrukken van betere kwaliteit, maar het afdrukken duurt mogelijk
langer.
Kleur: selecteer Grijswaarden wanneer u wilt afdrukken in zwart-wit of grijswaarden.
Opmerking:
Selecteer de instelling Liggend als Afdrukstand voor het afdrukken op enveloppen.
7. Klik op OK om het venster van het printerstuurprogramma te sluiten.
8.
Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 52
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 55
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
& Uitleg bij de printerdriver voor Windows” op pagina 181
& “Lijst met papiertypes” op pagina 53
Basisprincipes — Mac OS
Opmerking:
In de uitleg in dit gedeelte wordt TextEdit gebruikt als voorbeeld.De precieze werking en schermen hangen af van de
toepassing.Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
1.
Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
94
3. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand of een andere opdracht om het afdrukdialoogvenster te openen.
Klik indien nodig op Toon detai l s of
d
om het afdrukvenster te vergroten.
4. Geef de volgende instellingen op.
Printer: selecteer uw printer.
Voorinstellingen: gebruik deze optie wanneer u de opgeslagen instellingen wilt gebruiken.
Papierformaat: selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst.
Selecteer een "randloos" papierformaat voor het afdrukken zonder marges.
Afdrukstand: selecteer de afdrukstand die u in de toepassing hebt ingesteld.
Opmerking:
Als de bovenstaande menu's niet worden weergegeven, sluit dan het afdrukvenster, selecteer Pagina-instelling in het
menu Bestand en geef vervolgens instellingen op.
Selecteer de liggende afdrukstand voor het afdrukken op enveloppen.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
95
5. Selecteer Printerinstellingen in het snelmenu.
Opmerking:
Als in OS X Mountain Lion of later het menu Printerinstellingen niet wordt weergegeven, is het Epson-
printerprogramma fout geïnstalleerd.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en
faxen), verwijder de printer en voeg de printer opnieuw toe.Open de volgende website en voer de productnaam in.Ga
naar Ondersteuning en lees de Tips.
http://epson.sn
6. Geef de volgende instellingen op.
Papierbron: selecteer de papierbron waarin u het papier hebt geladen.
Als u Automatisch selecteren selecteert, wordt de papierbron automatisch geselecteerd op basis van het
papierformaat en de papiersoort die op het bedieningspaneel van de printer zijn geselecteerd.
Als u de functie Autom. cassette omschakelen inschakelt en papiercassette 1 selecteert als Papierbron,
voert de printer automatisch papier in uit papiercassette 2 wanneer het papier in papiercassette 1 op is.Laad
hetzelfde papier (type en formaat) in papiercassette 1 en papiercassette 2.
Als u Autom. cassette omschakelen wilt inschakelen, selecteert u Systeemvoorkeuren in het menu
>
Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en faxen) en vervolgens selecteert u de
printer.Geef instellingen op in het weergegeven scherm door te klikken op Opties en toebehoren > Opties
(of Besturingsbestand).
Afdrukmateriaal: selecteer het type papier dat u hebt geladen.
Afdrukkwaliteit: selecteer de afdrukkwaliteit.
Wanneer u Fijn selecteert, krijgt u afdrukken van betere kwaliteit, maar het afdrukken duurt mogelijk
langer.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
96
Uitbreiding: beschikbaar wanneer het randloos papierformaat is geselecteerd.
Bij het randloos afdrukken worden de afdrukgegevens enigszins vergroot ten opzichte van het
papierformaat. Dit zorgt ervoor dat u geen witruimte krijgt rondom.Selecteer de mate van vergroting.
Grijswaarden: selecteer om af te drukken in zwart-wit of grijswaarden.
7.
Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 52
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 55
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
& “Uitleg bij het printerstuurprogramma voor Mac OS” op pagina 184
& “Lijst met papiertypes” op pagina 53
Dubbelzijdig afdrukken
U kunt een van de volgende methoden gebruiken om aan beide zijden van het papier af te drukken.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken
Handmatig dubbelzijdig afdrukken (alleen Windows)
Wanneer de printer de eerste zijde hee afgedrukt, draait u het papier om om aan de andere zijde af te drukken.
U kunt ook een brochure afdrukken. (Uitsluitend voor Windows)
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
Als u papier gebruikt dat eigenlijk niet geschikt is voor dubbelzijdig afdrukken, kan het papier vastlopen en de
afdrukkwaliteit minder zijn.
Aankelijk van het papier en de hoeveelheid inkt die wordt gebruikt om tekst en aeeldingen af te drukken, kan de inkt
vlekken veroorzaken op de andere zijde van het papier.
Gerelateerde informatie
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 52
Gebruikershandleiding
Afdrukken
97
Dubbelzijdig afdrukken - Windows
Opmerking:
Handmatig dubbelzijdig afdrukken is beschikbaar wanneer EPSON Status Monitor 3 ingeschakeld is. Is EPSON Status
Monitor 3 uitgeschakeld, ga dan naar de printerdriver, klik op Extra instellingen op het tabblad Hulpprogramma's en
selecteer EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken is mogelijk niet beschikbaar wanneer de printer via een netwerk of als gedeelde
printer wordt gebruikt.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van de printerdriver.
4. Selecteer Automatisch (binden langs lange zijde), Automatisch (binden langs korte zijde), Handmatig
(binden langs lange zijde), of Handmatig (binden langs korte zijde) bij Dubbelzijdig afdrukken op het
tabblad Hoofdgroep.
5. Klik op Instellingen,
congureer
de instellingen en klik op OK.
Opmerking:
Selecteer Boekje om een gevouwen boekje af te drukken.
6. Klik op Afdrukdichtheid, selecteer het documenttype in Documenttype selecteren, en klik vervolgens op
OK.
De printerdriver stelt automatisch de opties voor Aanpassingen in voor dat documenttype.
Opmerking:
Afdrukken kan langzaam zijn aankelijk van de opties die u gecombineerd hebt voor Documenttype selecteren in
het venster Afdrukdichtheid aanpassen en voor Kwalite it op het tabblad Hoofdgroep.
De instelling Afdrukdichtheid aanpassen is niet beschikbaar voor handmatig dubbelzijdig afdrukken.
7. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
8. Klik op Afdrukken.
Wanneer bij handmatig dubbelzijdig afdrukken de eerste zijde klaar is, verschijnt een pop-upvenster op de
computer. Volg de instructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 55
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
& “Basisprincipes — Windows” op pagina 93
Dubbelzijdig afdrukken — Mac OS
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het afdrukdialoogvenster.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
98
4. Selecteer Inst. dubbelzijdig afdr. in het snelmenu.
5. Selecteer de bindingen in Dubbelz. afdrukken.
6.
Selecteer het type van uw origineel in Documenttype.
Opmerking:
Het afdrukken kan traag verlopen naargelang de instellingen van Documenttype.
Als u iets met een hoge gegevensdichtheid afdrukt, zoals foto's of graeken, selecteert u Tekst me t foto of Foto als de
instelling voor Documenttype.Als de aeelding vlekken vertoont of doorloopt naar de achterkant, past u de
afdrukdichtheid en de droogtijd voor de inkt aan door op de pijl te klikken naast Aanpassingen.
7. Geef naar wens nog meer instellingen op.
8. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 55
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
& “Basisprincipes — Mac OS” op pagina 94
Meerdere pagina's op één vel afdrukken
U kunt twee of vier pagina's met gegevens op één vel papier afdrukken.
Meerdere pagina's op één vel afdrukken - Windows
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van de printerdriver.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
99
4. Selecteer 2 per vel of 4 per vel als de instelling voor Meerdere pagina's op het tabblad Hoofdgroep.
5. Klik op Pag.volgorde, congeer de toepasselijke instellingen en klik vervolgens op OK om het venster te
sluiten.
6. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
7. Klik op Afdrukken.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 55
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
& “Basisprincipes — Windows” op pagina 93
Meerdere pagina's op één vel afdrukken — Mac OS
1. Laad papier in de printer.
2.
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het afdrukdialoogvenster.
4. Selecteer Lay-out in het snelmenu.
5. Stel het aantal pagina's in Pagina's per vel, de Richting van indeling (paginavolgorde) en Randen.
6. Geef naar wens nog meer instellingen op.
7. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 55
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
& “Basisprincipes — Mac OS” op pagina 94
Gebruikershandleiding
Afdrukken
100
Afdruk aanpassen aan papierformaat
U kunt de afdruk aanpassen aan het papierformaat dat u in de printer hebt geladen.
Afdruk aanpassen aan papierformaat - Windows
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
1. Laad papier in de printer.
2.
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van de printerdriver.
4. Congureer de volgende instellingen op het tabblad Meer opties.
documentformaat: Selecteer het papierformaat dat u in de toepassing hebt ingesteld.
Uitvoerpapier: Selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst.
Volledige pagina wordt automatisch geselecteerd.
Opmerking:
Als u een verkleinde aeelding wenst af te drukken in het midden van de pagina, selecteer dan Centreren.
5. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
6.
Klik op Afdrukken.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 55
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
& “Basisprincipes — Windows” op pagina 93
Afdruk aanpassen aan papierformaat — Mac OS
1. Laad papier in de printer.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
101
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het afdrukdialoogvenster.
4.
Selecteer het papierformaat van het papier dat u in de toepassing als Papierformaat hebt ingesteld.
5. Selecteer Papierverwerking in het snelmenu.
6. Selecteer Aanpassen aan papierformaat.
7. Selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst als de instelling voor Doelpapierformaat.
8. Geef naar wens nog meer instellingen op.
9. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 55
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
& “Basisprincipes — Mac OS” op pagina 94
Meerdere bestanden samen afdrukken (alleen voor Windows)
Met Taken indelen Lite kunt u meerdere bestanden die door verschillende toepassingen zijn gemaakt combineren
en als één afdruktaak afdrukken. U kunt de afdrukinstellingen, zoals lay-out, afdrukvolgorde en oriëntatie, voor
gecombineerde bestanden congureren.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van de printerdriver.
4. Selecteer Taken indelen Lite op het tabblad Hoofdgroep.
5. Klik op OK om het venster van de printerdriver te sluiten.
6. Klik op Druk af.
Het venster Taken indelen Lite wordt weergegeven en de afdruktaak wordt aan het Afdrukproject
toegevoegd.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
102
7. Open het bestand dat u met het huidige bestand wilt combineren terwijl het venster Taken indelen Lite
openstaat. Herhaal vervolgens stap 3 t/m 6.
Opmerking:
Als u het venster Take n ind elen Lite sluit, wordt het niet opgeslagen Afdrukproject verwijderd. Selecteer Opslaan
in het menu Bestand om op een later tijdstip af te drukken.
Als u een Afdrukproject dat is opgeslagen in Ta ke n i n d el e n Lite wilt openen, klikt u op Taken indel e n Lite op het
tabblad Hulpprogramma's van de printerdriver. Selecteer vervolgens Openen in het menu Bestand om het bestand
te selecteren. De bestandsextensie van de opgeslagen bestand is "ecl".
8. Selecteer de menu's Lay-out en Bewerken in Taken indelen L ite om de Afdrukproject indien nodig aan te
passen. Raadpleeg de Help-functie van de Taken indelen Lite voor details.
9. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 55
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
& “Basisprincipes — Windows” op pagina 93
Eén afbeelding afdrukken op meerdere vellen om een poster te
maken (alleen voor Windows)
Met deze functie kunt u één
aeelding
afdrukken op meerdere vellen papier.U kunt een grotere poster maken
door ze samen te plakken.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3.
Open het venster van het printerstuurprogramma.
4. Selecteer 2x1 Poster, 2x2 Poster, 3x3 Poster of 4x4 Poster bij Meerdere pagina's in het tabblad Hoofdgroep.
5. Klik op Instellingen, congureer de instellingen en klik op OK.
Opmerking:
Snijlijnen afdrukken met deze optie kunt u een snijlijn afdrukken.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
103
6. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
7. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&
“Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 55
&
“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 55
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
& “Basisprincipes — Windows” op pagina 93
Posters maken met behulp van Overlappende uitlijningstekens
In dit voorbeeld ziet u hoe u een poster maakt wanneer 2x2 Poster geselecteerd is en Overlappende
uitlijningstekens geselecteerd is bij Snijlijnen afdrukken.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
104
1. Prepareer Sheet 1 en Sheet 2. Knip de marges van Sheet 1 langs de verticale blauwe lijn door het midden van
de kruisjes boven en onder.
2. Plaats de rand van Sheet 1 op Sheet 2 en lijn de kruisjes uit. Plak de twee vellen aan de achterkant voorlopig
aan elkaar vast.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
105
3. Knip de vastgeplakte vellen in twee langs de verticale rode lijn door de uitlijningstekens (ditmaal door de lijn
links van de kruisjes).
4. Plak de vellen aan de achterkant aan elkaar.
5. Herhaal stap 1 t/m 4 om Sheet 3 en Sheet 4 aan elkaar te plakken.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
106
6. Knip de marges van Sheet 1 en Sheet 2 angs de horizontale blauwe lijn door het midden van de kruisjes aan de
linker- en rechterkant.
7. Plaats de rand van Sheet 1 en Sheet 2 op Sheet 3 en Sheet 4 en lijn de kruisjes uit. Plak de vellen dan voorlopig
aan de achterkant aan elkaar.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
107
8. Knip de vastgeplakte vellen in twee langs de horizontale rode lijn door de uitlijningstekens (ditmaal door de
lijn boven de kruisjes).
9. Plak de vellen aan de achterkant aan elkaar.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
108
10. Knip de resterende marges af langs de buitenste lijn.
Geavanceerde functies gebruiken voor afdrukken
In deze sectie worden verschillende aanvullende afdruk- en lay-outfuncties beschreven die in de printerdriver
beschikbaar zijn.
Gerelateerde informatie
& “Windows-printerstuurprogramma” op pagina 180
& “Mac OS-printerstuurprogramma” op pagina 183
Eenvoudig afdrukken met voorkeursinstellingen
Als u uw eigen preset maakt van vaak gebruikte instellingen, kunt u snel afdrukken door deze preset in de lijst te
selecteren.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
109
Windows
Stel items in zoals documentformaat en Papiertype op het tabblad Hoofdgroep of Meer opties, en klik dan op
Voorinstellingen toevoegen/verwijderen in Voorkeursinstellingen.
Opmerking:
Als u een toegevoegde voorinstelling wilt verwijderen, klikt u op Voorinstellingen toevoegen/verwijderen, waarna u de
naam selecteert van de desbetreende voorinstelling en deze verwijdert.
Mac OS
Open het afdrukdialoogvenster.Om uw eigen preset toe te voegen, stel Papierformaat en Afdrukmateriaal in en
sla dan de actuele instellingen op als preset in de Voorinstellingen instelling.
Opmerking:
Als u een toegevoegde voorinstelling wilt verwijderen, klikt u op Voorinstellingen > Voorinstellingen weergeven, selecteert
u de naam van de voorinstelling die u wilt verwijderen en verwijdert u deze.
Een verkleind of vergroot document afdrukken
U kunt het formaat van een document met een speciek percentage verkleinen of vergroten.
Windows
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
Stel documentformaat in op het tabblad Meer opties.Selecteer Verklein/vergroot document, Zoomen naar en
voer vervolgens een percentage in.
Mac OS
Opmerking:
De werking varieert naargelang de toepassing.Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Selecteer Pagina-instelling (of Afdrukken) vanaf het menu Bestand.Selecteer de printer in Opmaak voor, stel het
papierformaat in en voer dan een percentage in bij Schaal.Sluit het venster en druk de volgende
basisafdrukinstructies af.
De afdrukkleur aanpassen
U kunt de kleuren aanpassen die voor een afdruktaak worden gebruikt.
PhotoEnhance gee scherpere afdrukken en levendigere kleuren door aanpassing van het contrast, de verzadiging
en de helderheid van de oorspronkelijke aeeldingsgegevens.
Opmerking:
Deze aanpassingen worden niet doorgevoerd in de oorspronkelijke gegevens.
PhotoEnhance past de kleur aan door de locatie van het onderwerp te analyseren.Als u de locatie van het onderwerp
hebt gewijzigd door verkleinen, vergroten, bijsnijden of roteren, kan de kleur onverwacht veranderen.Wanneer u de
instelling voor randloos selecteert, wordt de locatie van het onderwerp ook gewijzigd, wat in kleurwijzigingen
resulteert.Als de aeelding niet scherpgesteld is, is de kleurtoon mogelijk onnatuurlijk.Als de kleur is gewijzigd of
onnatuurlijk is geworden, druk dan niet in PhotoEnhance maar in een andere modus af.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
110
Windows
Selecteer de methode voor kleurcorrectie bij Kleurcorrectie op het tabblad Meer opties.
Als u Automatisch selecteert, worden de kleuren automatisch aangepast aan de instellingen voor het papiertype en
de afdrukkwaliteit.Als u Aangepast selecteert en op Geavanceerd klikt, kunt u uw eigen instellingen
congureren.
Mac OS
Open het afdrukdialoogvenster.Selecteer Kleuren aanpassen in het snelmenu en selecteer vervolgens EPSON
Kleurencontrole.Selecteer Kleurenopties in het snelmenu en selecteer dan één van de beschikbare opties.Klik op
de pijl naast Extra instellingen en kies de juiste instellingen.
Een watermerk afdrukken (uitsluitend voor Windows)
U kunt een watermerk, zoals bijvoorbeeld "Vertrouwelijk", op uw documenten afdrukken.U kunt ook uw eigen
watermerk toevoegen.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
Klik op Water mer kf un cti es in het tabblad Meer opties en selecteer daar een watermerk.Klik op Instellingen om
details te wijzigen zoals de dichtheid en positie van het watermerk.
Een kop- en voettekst afdrukken (uitsluitend voor Windows)
U kunt in een kop- of voettekst de gebruikersnaam en afdrukdatum afdrukken.
Klik op Water mer kf un cti es in het tabblad Meer opties en selecteer daar Koptekst/voettekst. Klik op Instellingen
en selecteer de gewenste items in de vervolgkeuzelijst.
Foto's afdrukken met Epson Easy Photo Print
Epson Easy Photo Print maakt het mogelijk om heel eenvoudig een lay-out te maken voor het afdrukken van uw
foto's op verschillende soorten papier.Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Opmerking:
Wanneer u afdrukt op origineel Epson-fotopapier, wordt de inktkwaliteit gemaximaliseerd en krijgt u levendige en
scherpe afdrukken.
Als u randloos wilt afdrukken met een in de handel verkrijgbaar sowarepakket, congureert u de volgende instellingen.
Zorg dat uw gegevens passen op het papierformaat.Als u in de toepassing die u gebruikt een marge kunt
instellen, stel de marge dan in op 0 mm.
Schakel in het printerstuurprogramma de instelling voor randloos afdrukken in.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
111
Gerelateerde informatie
& Toepassing voor fotolay-out (Epson Easy Photo Print)” op pagina 188
& “Toepassingen installeren” op pagina 192
Een cd-/dvd-label afdrukken met Epson Print CD
Met Epson Print CD kunt u gemakkelijk allerlei originele labels maken voor een cd/dvd.Verder is het mogelijk om
een cd-/dvd-hoesje te maken en af te drukken.
U kunt het afdrukgebied voor de cd/dvd instellen op minimaal 18 mm voor de binnendiameter en maximaal 120
mm voor de buitendiameter.Aankelijk van de instellingen kan de cd/dvd of de lade vies worden.Blijf binnen het
afdrukgebied van de cd/dvd die u wilt bedrukken.
Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Opmerking:
Als u een cd-/dvd-label wilt afdrukken met een in de handel verkrijgbaar sowarepakket, congureert u de volgende
instellingen.
Voor Windows wordt automatisch A4 geselecteerd bij documentformaat wanneer u Cd-/dvd-lade selecteert bij
Papierbron.Selecteer Staand als instelling voor Afdrukstand en CD/DVD als instelling voor Papiertype.
Voor Mac OS selecteert u A4 (CD/DVD) bij Papierformaat.Selecteer staand als afdrukrichting en selecteer vervolgens
CD/DVD als Afdrukmateriaal in het menu Printerinstellingen.
Bij sommige toepassingen kan het zijn dat u het type lade moet opgeven.Selecteer Epson-lade type 2.De precieze naam
van de instelling kan anders zijn, aankelijk van de toepassing.
Gerelateerde informatie
& Toepassing voor het afdrukken van tekst of aeeldingen op een schijf (Epson Print CD)” op pagina 189
& “Toepassingen installeren” op pagina 192
Afdrukken met Smart Devices
Epson iPrint gebruiken
Epson iPrint is een toepassing waarmee u foto's, documenten en webpagina's kunt afdrukken vanaf uw smart-
apparaten, zoals smartphones of tablets. U kunt lokaal afdrukken (afdrukken vanaf een smart-apparaat dat
verbinding
hee
met hetzelfde draadloze netwerk als uw printer) of afdrukken op afstand (via internet afdrukken
vanaf een externe locatie). Registreer uw printer bij de service Epson Connect om op afstand af te drukken.
Gerelateerde informatie
&
“De service van Epson Connect” op pagina 178
Gebruikershandleiding
Afdrukken
112
Epson iPrint installeren
U kunt Epson iPrint op uw smart-apparaat installeren door op de volgende link te klikken of de QR-code te
scannen.
http://ipr.to/a
Afdrukken met Epson iPrint
Voer Epson iPrint uit vanaf uw smart-apparaat en selecteer op het startscherm het item dat u wilt gebruiken.
De volgende aeeldingen zijn aan veranderingen onderhevig zonder voorafgaande kennisgeving.De inhoud kan
variëren
aankelijk
van het product.
A
Het startscherm wordt weergegeven wanneer de toepassing start.
B
Biedt informatie over het instellen van de printer en een lijst met veelgestelde vragen.
C
Geeft het scherm weer waar u de printer selecteert en de printerinstellingen congureert.Wanneer u de
printer heeft geselecteerd, hoeft u deze de volgende keer niet meer opnieuw te selecteren.
D
Selecteer wat u wilt afdrukken zoals foto's en documenten.
E
Geeft het scherm weer om printerinstellingen te congureren zoals het papierformaat en -type.
F
Geeft het papierformaat weer.Wanneer dit wordt weergegeven als knop, kunt u daarop drukken om de
papierinstellingen weer te geven die op de printer zijn ingesteld.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
113
G
Geeft de geselecteerde foto's en documenten weer.
H
Start het afdrukken.
Opmerking:
Als u vanuit het documentmenu wilt afdrukken met iPhone, iPad, en iPod touch op iOS, start u Epson iPrint na het
overbrengen van het document dat u wilt afdrukken wanneer u wilt afdrukken met de functie voor het delen van bestanden
in iTunes.
Epson Print Enabler gebruiken
U kunt draadloos documenten, e-mails, foto's en webpagina's afdrukken vanaf uw Android-telefoon of -tablet
(Android v4.4 of hoger).Met enkele tikken laat u uw Android-apparaat een Epson-printer detecteren die met
hetzelfde draadloze netwerk is verbonden.
1.
Laad papier in de printer.
2. Stel de printer in om draadloos afdrukken mogelijk te maken.
3. Installeer op het Android-apparaat de Epson Print Enabler-invoegtoepassing vanaf Google Play.
4. Verbind het Android-toestel met hetzelfde draadloze netwerk dat de printer gebruikt.
5. Ga naar Instellingen op het Android-apparaat, selecteer Afdrukken en schakel vervolgens Epson Print
Enabler in.
6. Tik vanuit een Android--toepassing, zoals Chrome, op het menupictogram en druk af wat er op het scherm
wordt weergegeven.
Opmerking:
Als u de printer niet ziet, tikt u op Alle printers en selecteert u de printer.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 55
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
& “Een smart device verbinden” op pagina 30
Gebruikershandleiding
Afdrukken
114
AirPrint gebruiken
AirPrint maakt het mogelijk om meteen draadloos af te drukken vanaf een iPhone, iPad of iPod touch met daarop
de meest recente versie van iOS, of een Mac met daarop de meest recente versie van OS X of macOS.
Opmerking:
Als u de meldingen voor de papierconguratie op het bedieningspaneel van uw apparaat hebt uitgeschakeld, kunt u AirPrint
niet gebruiken.Volg de onderstaande koppeling om de meldingen zo nodig in te schakelen.
1. Laad papier in uw apparaat.
2. Stel uw apparaat correct in om draadloos afdrukken mogelijk te maken.Raadpleeg de onderstaande koppeling.
http://epson.sn
3. Verbind uw Apple-toestel met hetzelfde draadloze netwerk dat uw apparaat gebruikt.
4. Druk vanaf uw toestel af op uw apparaat.
Opmerking:
Raadpleeg voor meer informatie de pagina over AirPrint op de Apple-website.
Gerelateerde informatie
& “Kan niet afdrukken vanaf een iPhone of iPad” op pagina 213
& “Menuopties voor Printerinstellingen” op pagina 172
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 55
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
Gebruikershandleiding
Afdrukken
115
Foto's afdrukken vanaf een digitale camera
Opmerking:
U kunt foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een digitale camera die compatibel is met PictBridge.Raadpleeg de
documentatie van de camera voor meer informatie over het opgeven van instellingen op de camera.
Meestal krijgen de instellingen van de digitale camera voorrang. In de volgende gevallen worden echter de instellingen
van de printer gebruikt.
Wanneer in de afdrukinstellingen van de camera is opgegeven dat de printerinstellingen moeten worden
gebruikt
Wanneer de optie Sepia of Zwart-wit is geselecteerd in de afdrukinstellingen van de printer.
Wanneer de combinatie van afdrukinstellingen van de camera en van de printer instellingen oplevert die op
de printer niet beschikbaar zijn.
U kunt foto's met DPOF-instellingen rechtstreeks vanaf een digitale camera afdrukken.
Afdrukken vanaf een via USB aangesloten digitale camera
U kunt foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een digitale camera die met een USB-kabel is aangesloten.
1. Verwijder een geheugenapparaat uit de printer.
2. Laad papier in de printer.
3. Selecteer vanuit het startscherm Instel. > Afdrukinstellingen camera.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
4. Selecteer Afdrukinstellingen of Foto-aanpassingen en wijzig zo nodig de instellingen.
5. Zet de digitale camera aan en sluit deze vervolgens met een USB-kabel aan op de printer.
Opmerking:
Gebruik een USB-kabel die niet langer is dan 2 meter.
6. Selecteer de foto's die u wilt afdrukken vanaf de digitale camera, geef instellingen op, zoals het aantal
exemplaren, en begin met afdrukken.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
116
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 55
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
& “Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen” op pagina 78
& “Menuopties voor het bewerken van foto's” op pagina 80
Afdrukken vanaf een draadloos verbonden digitale camera
U kunt draadloos foto's afdrukken vanaf een digitale camera met ondersteuning voor DPS over IP (hierna
PictBridge (draadloos LAN) genoemd).
1. Controleer of het pictogram dat aangee dat de printer verbinding hee met een draadloos netwerk, wordt
weergegeven op het startscherm.
2. Laad papier in de printer.
3. Selecteer vanuit het startscherm Instel. > Afdrukinstellingen camera.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
4. Selecteer Afdrukinstellingen of Foto-aanpassingen en wijzig zo nodig de instellingen.
5. De digitale camera moet met hetzelfde netwerk verbonden zijn als de printer.
6.
Geef de lijst met beschikbare printers weer op de digitale camera en selecteer vervolgens de printer waarmee u
verbinding wilt maken.
Opmerking:
Als u de naam van de printer wilt weten, selecteert u het netwerkstatuspictogram in het startscherm.
Als uw digitale camera een functie hee om printers te registreren, kunt u in het vervolg verbinding met de printer
maken door de printer te selecteren.
7. Selecteer de foto's die u wilt afdrukken vanaf de digitale camera, geef instellingen op, zoals het aantal
exemplaren, en begin met afdrukken.
8. Verbreek op de digitale camera de PictBridge-verbinding (draadloos LAN) met de printer.
c
Belangrijk:
Wanneer u PictBridge (draadloos LAN) gebruikt, kunt u geen andere printerfuncties gebruiken of afdrukken
vanaf andere apparaten.Verbreek meteen de verbinding zodra u klaar bent met afdrukken.
Gerelateerde informatie
&
“Pictogrammen op het lcd-scherm” op pagina 21
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 55
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
& “Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen” op pagina 78
& “Menuopties voor het bewerken van foto's” op pagina 80
Gebruikershandleiding
Afdrukken
117
DPOF-afdrukken
Deze printer is compatibel met DPOF (Digital Print Order Format), versie1.10.DPOF is een indeling voor het
opslaan van extra informatie bij foto's, zoals datum, tijdstip, gebruikersnaam en afdrukgegevens.DPOF-
compatibele camera's bieden de mogelijkheid om in te stellen welke aeelding op een geheugenkaart u wilt
afdrukken en in hoeveel exemplaren.Wanneer u de geheugenkaart in de printer plaatst, worden de door de camera
geselecteerde foto's afgedrukt.
Opmerking:
Raadpleeg de documentatie van de camera voor meer informatie over het opgeven van afdrukinstellingen op de camera.
Wanneer u een geheugenkaart in de printer plaatst, wordt een bevestigingsscherm weergegeven.Selecteer Ja om het
scherm met afdrukinstellingen weer te geven.Druk op de knop
r
en druk vervolgens op de knop
x
om het
afdrukken te starten.Als u de afdrukinstellingen wilt wijzigen, selecteert u de verschillende items en congureert u
vervolgens de instellingen.De instellingen zijn identiek aan die van Foto's afdrukken.
Gerelateerde informatie
& Basishandelingen voor foto's afdrukken” op pagina 70
& “Menuopties voor het afdrukken via het bedieningspaneel” op pagina 78
Afdrukken annuleren
Opmerking:
In Windows kunt u een afdruktaak niet via de computer annuleren als deze volledig naar de printer verzonden is.In dit
geval moet u de afdruktaak via het bedieningspaneel op de printer zelf annuleren.
Wanneer u verschillende pagina's afdrukt via Mac OS, kunt u niet alle taken annuleren via het bedieningspaneel.In dit
geval moet u de afdruktaak op de computer zelf annuleren.
Als u een afdruktaak vanuit Mac OS X v10.6.8 via het netwerk hebt verzonden, kunt u het afdrukken mogelijk niet via
de computer annuleren.In dit geval moet u de afdruktaak via het bedieningspaneel op de printer zelf annuleren.
Afdrukken annuleren — Bedieningspaneel
Druk op het bedieningspaneel van de printer op de knop
y
om de afdruktaak die wordt uitgevoerd te annuleren.
Afdrukken annuleren - Windows
1. Open het venster van de printerdriver.
2. Selecteer de tab Hulpprogramma's.
3.
Klik op Wach tr ij .
4. Klik met de rechtermuisknop op de taak die u wilt annuleren en selecteer Annuleren.
Gerelateerde informatie
&
“Windows-printerstuurprogramma” op pagina 180
Gebruikershandleiding
Afdrukken
118
Afdrukken annuleren — Mac OS
1. Klik op het printerpictogram in het Dock.
2. Selecteer de taak die u wilt annuleren.
3. Annuleer de taak.
OS X Mountain Lion of hoger
Klik op
naast de voortgangsbalk.
Mac OS X v10.6.8 t/m v10.7.x
Klik op Ver w ijd ere n.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
119
Kopiëren
Normaal kopiëren
In dit gedeelte worden de stappen uitgelegd voor het kopiëren vanuit het menu Kopiëren op het bedieningspaneel.
1. Laad papier in de printer.
2. Plaats de originelen.
3. Selecteer Kopiëren op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
4. Congureer de instellingen op het tabblad Kopiëren.
Zwart-wit/Kleur: selecteer of u wilt kopiëren in kleur of zwart-wit.
(Dubbelzijdig kopiëren): als u dubbelzijdige kopieën wilt maken, selecteert u het item, daarna 1>2-
zijdig en congureert u vervolgens de instellingen voor Richting origineel en Inbindmarge.Selecteer OK
om te bevestigen.
(Dichtheid): selecteer het item om de instellingen voor de kopieerdichtheid te congureren.Druk op de
knop + om de dichtheid te verhogen en druk op de knop - om de dichtheid te verlagen.Selecteer OK om te
bevestigen.
5. Selecteer het tabblad Geavanceerde instellingen en wijzig desgewenst de andere instellingen.
6.
Selecteer het tabblad Kopiëren en stel vervolgens het aantal exemplaren in.
7. Druk op de knop
x
.
Opmerking:
De kleur, het formaat en de rand van de gekopieerde aeelding zijn niet exact hetzelfde als van het origineel.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 55
Gebruikershandleiding
Kopiëren
120
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
& “Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 64
& Menuopties voor kopiëren” op pagina 126
Verschillende kopieermethoden
Kopiëren in diverse lay-outs
Je kunt eenvoudig kopiëren door het gewenste menu te selecteren, bijvoorbeeld het kopiëren van beide zijden van
een id-kaart op één zijde van een vel A4, of het kopiëren van twee naast elkaar gelegen zijden van een boek op een
enkel vel papier.
1. Laad papier in de printer.
2. Selecteer Verschillende afdrukken op het bedieningspaneel.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
3. Selecteer Verschillende kopieën en selecteer vervolgen een kopieermenu.
ID-kaart
Scant beide zijden van een identiteitskaart en kopieert ze naar één zijde van een A4.
Boekkopie
Hiermee kopieert u twee tegenover elkaar liggende A4-pagina's van bijvoorbeeld een boek op één vel
papier.
Randloos kopie
Kopieert zonder marge rond de randen.De
aeelding
wordt een beetje vergroot om de marges rond de
randen van het papier te verwijderen.
4. Plaats de originelen.
Plaats voor Boekkopie de eerste pagina van de originelen volgens de instructies op het scherm en druk
vervolgens op de knop OK.
5. Congureer de instellingen op het tabblad Kopiëren.
Beschikbare items kunnen variëren aankelijk van het kopieermenu.
6. Congureer desgewenst instellingen voor elk item op het tabblad Geavanceerde instellingen.
7. Selecteer het tabblad Kopiëren en stel vervolgens het aantal exemplaren in.
8. Druk op de knop
x
.
Opmerking:
Als u Voorbeeld selecteert, kunt u de gescande aeelding controleren.
9. Volg voor ID-kaart of Boekkopie de instructies op het scherm voor het plaatsen van de rest van de originelen
en selecteer vervolgens Scannen starten.
Gebruikershandleiding
Kopiëren
121
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 55
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
& “Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 64
& “Een id-kaart plaatsen om te kopiëren” op pagina 65
& Menuopties voor kopiëren” op pagina 126
Foto's kopiëren
U kunt meerdere foto's tegelijk kopiëren.Ook is het mogelijk om verkleurde foto's op te frissen.
Het kleinste origineel dat u kunt kopiëren is 30×40 mm.
Opmerking:
Witruimte rond de foto wordt mogelijk niet gedetecteerd.
1. Laad papier in de printer.
2. Selecteer Verschillende afdrukken op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
3. Selecteer Verschillende kopieën > Foto's kopiëren/herstellen.
4.
Wijzig desgewenst de afdrukinstellingen en druk vervolgens op de knop
r
.
5. Controleer de foto's op het op het scherm scannerglasplaat en selecteer vervolgens Scannen starten.
De foto's worden gescand en weergegeven op het scherm.
6. Druk desgewenst op de knop
om instellingen als fotoaanpassingen te congureren.
Opmerking:
Als u bij het afdrukken een deel van de foto wilt vergroten, selecteert u Bijsnijden/zoomen en
congureert
u vervolgens
de instellingen.Verschuif het kader van het afdrukgebied met de knop
u
,
d
,
l
of
r
en pas de grootte van het kader
vervolgens aan met de knop - of +.
7.
Stel het gewenste aantal exemplaren in en druk vervolgens op de knop
x
.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 55
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
& “Foto's plaatsen om te kopiëren” op pagina 65
& “Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen voor het kopiëren van foto's” op pagina 123
& “Menuopties voor fotoaanpassingen voor het kopiëren van foto's” op pagina 123
Gebruikershandleiding
Kopiëren
122
Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen voor het kopiëren van foto's
Kleur herstellen
Frist verkleurde foto's op.
Papierformaat
Selecteer het papierformaat dat u hebt geladen.
Papiertype
Selecteer het papiertype dat u hebt geladen.
Papiercassette
Selecteer de papierbron die u wenst te gebruiken.
Randinstelling
Randloos
Kopieert zonder marge rond de randen.De aeelding wordt een beetje vergroot om de marges rond
de randen van het papier te verwijderen.Selecteer hoeveel u de
aeelding
wilt vergroten in de
instelling Uitbreiding.
Met rand
Kopieert met een marge rond de randen.
Menuopties voor fotoaanpassingen voor het kopiëren van foto's
Foto-aanpassingen
Wanneer u PhotoEnhance selecteert, krijgt u scherpere afdrukken en levendigere kleuren door
aanpassing van het contrast, de verzadiging en de helderheid van de oorspronkelijke
aeeldingsgegevens.
Filter
Kopieert in zwart-wit.
Bijsnijden/zoomen
Vergroot een deel van de foto om te kopiëren.
Kopiëren op een cd-/dvd-label
U kunt een schijabel of een vierkant origineel, een foto bijvoorbeeld, kopiëren op een cd-/dvd-label.
c
Belangrijk:
Raadpleeg de voorzorgsmaatregelen voor het omgaan met cd's/dvd's voordat u op een cd/dvd afdrukt.
Plaats de cd-/dvd-lade niet in de printer zolang het apparaat bezig is.Dit kan de printer beschadigen.
Plaats de cd-/dvd-lade pas in het apparaat wanneer dit in de instructies wordt aangegeven.Anders treedt er een
fout op en wordt de cd/dvd uitgeworpen.
Gebruikershandleiding
Kopiëren
123
1. Selecteer Verschillende afdrukken op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
2.
Selecteer Kopiëren naar CD/DVD > Kopiëren naar CD/DVD.
3. Plaats het origineel aan de hand van de instructies op het scherm en druk vervolgens op de knop OK.
4. Geef de binnen- en buitendiameter op met de knop - of + en selecteer vervolgens Type selecteren.
U kunt ook vanuit het kader van de binnen- en buitendiameter selecteren en vervolgens de waarde invoeren
via het schermtoetsenblok.
Opmerking:
Als buitendiameter kunt u 114 tot 120 mm instellen, als binnendiameter 18 tot 46 mm, in stappen van 1 mm.
5.
Selecteer Op cd/dvd afdrukken.
Opmerking:
Als u een testafdruk wilt maken, selecteert u Testafdr uk op A 4-papier en vervolgens laadt u gewoon A4-papier in
papiercassette.Voordat u afdrukt op een cd-/dvd-label, kunt u een voorbeeld van de
aeelding
afdrukken.
6. Wanneer op het scherm een bericht wordt weergegeven waarin wordt aangegeven dat u een cd/dvd moet
plaatsen, selecteert u Hoe en volgt u vervolgens de instructies op het scherm om een cd/dvd te plaatsen.
c
Belangrijk:
Leg een cd/dvd op de cd-/dvd-lade met de afdrukzijde naar boven.Druk op het midden van de cd/dvd om deze
stevig vast te zetten op de cd-/dvd-lade.De cd/dvd kan anders uit de lade vallen.Draai de lade om te
controleren of de cd/dvd goed vastzit in de lade.
Opmerking:
Als u de lade in de printer plaatst, kunt u lichte weerstand voelen.Dit is normaal; u kunt verdergaan met het
horizontaal plaatsen van de lade.
7. Selecteer Geïnstalleerd.
8. Selecteer of u wilt kopiëren in kleur of zwart-wit en wijzig vervolgens desgewenst de kopieerdichtheid.
Opmerking:
Selecteer
om de gescande aeelding weer te geven.U kunt de afdrukpositie aanpassen in het scherm met het
voorbeeld.
Gebruikershandleiding
Kopiëren
124
9. Druk op de knop
x
.
10. Na het afdrukken wordt de cd-/dvd-lade uitgeworpen.Verwijder de lade uit de printer en volg de instructies op
het scherm om Klaar te selecteren.
c
Belangrijk:
Zorg ervoor dat u de cd-/dvd-lade verwijdert nadat het afdrukken is voltooid.Als u de lade niet verwijdert en
de printer aan- of uitzet of een printkopreiniging uitvoert, komt de cd-/dvd-lade tegen de printkop en kan de
printer defect raken.
11. Verwijder de cd/dvd en berg de cd-/dvd-lade weer op aan de onderkant van papiercassette 2.
Gerelateerde informatie
& “Een cd/dvd plaatsen om daarop een label af te drukken” op pagina 65
& Voorzorgsmaatregelen voor het omgaan met cd's/dvd's” op pagina 69
& “Menuopties voor Kopiëren naar CD/DVD” op pagina 125
Menuopties voor Kopiëren naar CD/DVD
Buitenk., Buitenk.
Geef het afdrukgebied op.U kunt voor de buitendiameter maximaal 120 mm opgeven en voor de
binnendiameter minimaal 18 mm.Aankelijk van de instellingen kan de cd/dvd of de cd-/dvd-lade
vies worden.Gebruik waarden die passen bij het afdrukgebied van uw cd/dvd.
Op cd/dvd afdrukken, Testafdruk op A4-papier
Selecteer of u wilt afdrukken op een cd/dvd of als u een testafdruk wilt maken op gewoon A4-
papier.Wanneer u Testafdruk op A4-papier selecteert, kunt u het afdrukresultaat controleren voordat
u afdrukt op een cd/dvd.
(Voorbeeld)
Scant het origineel en
gee
de gescande
aeelding
weer.U kunt de afdrukpositie aanpassen in het
scherm met het voorbeeld.
Kleur
Kopieert het origineel in kleur.
Zwart-wit
Kopieert het origineel in zwart-wit.
Dichtheid
Verhoog met + de dichtheid wanneer het kopieerresultaat te zwak is.Verlaag met - de dichtheid
wanneer de inkt vlekt.
Gebruikershandleiding
Kopiëren
125
Menuopties voor kopiëren
Beschikbare items op de tabbladen Kopiëren en Geavanceerde instellingen variëren aankelijk van het
geselecteerde menu.
Voorbeeld
Toont een gescande aeelding zodat u eerst een voorbeeld van het kopieerresultaat krijgt.
Zwart-wit
Kopieert het origineel in zwart-wit.
Kleur
Kopieert het origineel in kleur.
(Dubbelzijdig kopiëren)
1>enkelzijdig
Kopieert één zijde van een origineel op één zijde van het papier.
1>2-zijdig
Kopieert twee enkelzijdige originelen op beide zijden van één vel papier.U kunt de afdrukstand van
het origineel en de bindpositie van het kopieerresultaat selecteren.Controleer de aeelding aan de
rechterzijde om Richting origineel en Inbindmarge te selecteren en selecteer vervolgens OK om te
bevestigen.
(Dichtheid)
Verhoog met + de dichtheid wanneer het kopieerresultaat te zwak is.Verlaag met - de dichtheid
wanneer de inkt vlekt.
Zoom
Vergroot of verkleint de originelen.Selecteer de waarde en bepaal de vergroting of verkleining die moet
worden toegepast op het origineel. De waarde kan liggen tussen 25 en 400%.
Ware g rootte
Kopieert met een vergroting van 100%.
Gebruikershandleiding
Kopiëren
126
Pag auto pass
Detecteert het scangebied en maakt het origineel automatisch groter of kleiner zodat het past op het
papierformaat dat u hebt geselecteerd.Wanneer het origineel een witte rand hee rondom, wordt die
witruimte vanaf de hoekmarkering van de glasplaat gedetecteerd als scangebied en kan de witruimte
aan de andere kant wegvallen.
10x15cm->A4, A4->10x15cm enzovoort
Maakt het origineel automatisch groter of kleiner, zodat het past op een speciek papierformaat.
Papierformaat
Selecteer het papierformaat dat u hebt geladen.
Papiertype
Selecteer het papiertype dat u hebt geladen.
Papiercassette
Selecteer de papierbron die u wenst te gebruiken.
Indeling
Enkele pagina
Kopieert een enkelzijdige origineel op één vel.
2-up
Kopieert twee enkelzijdige originelen op één vel in de indeling 2-op-1.U kunt de afdrukstand en het
formaat van het origineel selecteren.Controleer de
aeelding
aan de rechterzijde om Richting
origineel te selecteren en selecteer vervolgens OK om te bevestigen.
Kwaliteit
Selecteer de kopieerkwaliteit.Wanneer u Beste selecteert, krijgt u afdrukken van betere kwaliteit, maar
het afdrukken duurt mogelijk langer.
Achtergrond verwijderen
Detecteert de papierkleur (achtergrondkleur) van het origineel en vervolgens wordt de kleur verwijderd
of lichter gemaakt.In welke mate het verwijderen of lichter maken lukt, hangt af van de donkerte of
felheid van de kleur.
Alle inst.wissen
Zet de kopieerinstellingen terug op de standaardwaarden.
Gebruikershandleiding
Kopiëren
127
Scannen
Scannen via het bedieningspaneel
Scannen naar een geheugenapparaat
U kunt de gescande aeelding in een geheugenapparaat opslaan.
Opmerking:
Het is niet mogelijk meerdere originelen op te slaan als een enkel pdf-bestand wanneer u scant vanaf het
bedieningspaneel.Wanneer u Epson Scan 2 gebruikt en Toevoeg. of bewerk. na het scan. instelt in de Documentmodus,
kunt u extra originelen scannen nadat u het eerste origineel hebt gescand en deze vervolgens opslaan in één bestand.
1. Voer een geheugenapparaat in de externe interface USB-poort van de printer.
2.
Plaats de originelen.
3. Selecteer Scannen op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
4. Selecteer Geheugenapp.
Als u meerdere geheugenapparaten aansluit op de printer, selecteert u het geheugenapparaat waarop de
gescande
aeeldingen
worden opgeslagen.
5. Stel op het tabblad Scannen items in, zoals de bestandsindeling waarin moet worden opgeslagen.
Zwart-wit/Kleur: selecteer of u wilt scannen in kleur of zwart-wit.
JPEG/PDF: selecteer de indeling waarin u de gescande aeelding wilt opslaan.
(Kwaliteit): selecteer het item en stel vervolgens Documenttype en Resolutie in.Selecteer vervolgens
OK om het congureren van de instellingen te voltooien.
6. Selecteer het tabblad Geavanceerde instellingen, controleer de instellingen, en breng zo nodig aanpassingen
aan.
Gebruikershandleiding
Scannen
128
7. Selecteer het tabblad Scannen en druk vervolgens op de knop
x
.
Opmerking:
Gescande aeeldingen worden opgeslagen in de mappen "001" tot "999" in de map "EPSCAN".
De kleur, het formaat en de rand van de gescande aeelding zijn niet exact hetzelfde als van het origineel.
Gerelateerde informatie
& “Een geheugenkaart plaatsen” op pagina 67
& “Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 64
Basis menu-opties voor scannen naar een geheugenapparaat
Zwart-wit/Kleur:
Selecteer of u wilt scannen in kleur of zwart-wit.
JPEG/PDF:
Selecteer het bestandstype waarin u gescande
aeelding
wilt opslaan.
(Kwaliteit):
Documenttype:
Selecteer het type van het origineel.
Resolutie:
Selecteer de scanresolutie.
Geavanceerde menu-opties voor scannen naar een geheugenapparaat
Scaninstellingen:
Documentgr.:
Selecteer het scanformaat.Selecteer Autom.bijsn. als u de witruimte rond tekst of rond een
aeelding wilt verwijderen tijdens het scannen.Als u het maximale gebied van het scannerglasplaat
wilt scannen, selecteert u Max. gebied.
Richting origineel:
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Contrast:
Selecteer het contrast van de gescande aeelding.
Geheugenapp. selecteren:
Selecteer het geheugenapparaat waarop u de gescande aeelding wilt opslaan.
Alle inst.wissen:
Zet de scaninstellingen terug op de standaardwaarden.
Gebruikershandleiding
Scannen
129
Scannen naar een computer (Event Manager)
c
Belangrijk:
Installeer voordat u gaan scannen Epson Scan 2 en Epson Event Manager op de computer.
Opmerking:
Het is niet mogelijk meerdere originelen op te slaan als een enkel pdf-bestand wanneer u scant vanaf het
bedieningspaneel.Wanneer u Epson Scan 2 gebruikt en Toevoeg. of bewerk. na het scan. instelt in de Documentmodus,
kunt u extra originelen scannen nadat u het eerste origineel hebt gescand en deze vervolgens opslaan in één bestand.
1. Plaats de originelen.
2. Selecteer Scannen op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
3. Selecteer Computer.
4. Selecteer
om de computer te selecteren waarop u de gescande aeeldingen wilt opslaan.
Opmerking:
Wanneer de printer is verbonden met een netwerk, kunt u de computer selecteren waarop u de gescande aeelding
wilt opslaan.U kunt maximaal 20 computers weergeven op het bedieningspaneel van de printer.Als u Naam
netwerkscan (alfanumeriek) instelt in Epson Event Manager, wordt deze naam weergegeven op het
bedieningspaneel.
5. Selecteer om te selecteren hoe de gescande
aeelding
op een computer moet worden opgeslagen.
Opslaan als JPEG: hiermee slaat u de gescande aeelding op in JPEG-indeling.
Opsl. PDF: hiermee slaat u de gescande aeelding op in PDF-indeling.
Bijlage e-mail: hiermee start u de e-mailclient op uw computer en wordt het bestand automatisch als bijlage
toegevoegd aan een e-mailbericht.
Aangepaste inst. volgen: hiermee slaat u de gescande aeelding op met de instellingen in de Epson Event
Manager.U kunt de scaninstellingen wijzigen, zoals het scanformaat, de map waarin de scan wordt
opgeslagen of de opslagindeling.
Gebruikershandleiding
Scannen
130
6. Druk op de knop
x
.
Opmerking:
De kleur, het formaat en de rand van de gescande aeelding zijn niet exact hetzelfde als van het origineel.
Gerelateerde informatie
& “Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 64
& Toepassing voor het congureren van scanbewerkingen vanaf het bedieningspaneel (Epson Event Manager)”
op pagina 187
Aangepaste instellingen congureren in Epson Event Manager
U kunt de scaninstellingen voor Aangepaste inst. volgen congureren in Epson Event Manager.
Zie de Help van Epson Event Manager voor meer informatie.
1. Start Epson Event Manager.
2. Controleer of de scanner is geselecteerd als Scanner op het tabblad Knopinstellingen op het hoofdscherm.
Gebruikershandleiding
Scannen
131
3. Klik op Taakinstellingen opgeven.
Gebruikershandleiding
Scannen
132
4. Congureer de scaninstellingen op het scherm Taakinstellingen.
Taakinstellingen bewerken: selecteer Aangepaste actie.
Instelling: scan met de beste instellingen voor het geselecteerde type origineel. Klik op Gedetailleerde
scaninstellingen om items als de resolutie of de kleur te congureren voor het opslaan van de gescande
aeelding.
Doelmap: selecteer de map waarin de gescande aeelding moet worden opgeslagen.
Bestandsnaam (prex + startnummer): wijzig de instellingen voor de bestandsnaam die u wilt opslaan.
Bestandsindeling: selecteer de indeling voor opslaan.
Actie uitvoeren: selecteer de actie voor het scannen.
Instellingen testen: start een testscan met de huidige instellingen.
5. Klik op OK om terug te keren naar het hoofdscherm.
Gebruikershandleiding
Scannen
133
6. Zorg ervoor dat de Aangepaste actie is geselecteerd in de lijst Aangepaste actie.
7. Klik op Sluiten om Epson Event Manager te sluiten.
Gerelateerde informatie
& Toepassing voor het congureren van scanbewerkingen vanaf het bedieningspaneel (Epson Event Manager)”
op pagina 187
Scannen naar de cloud
U kunt gescande
aeeldingen
naar clouddiensten sturen.Voordat u deze functie gebruikt, moet u instellingen
opgeven met Epson Connect.Raadpleeg de volgende portaalsite van Epson Connect voor meer informatie.
https://www.epsonconnect.com/
http://www.epsonconnect.eu (alleen Europa)
Opmerking:
Het is niet mogelijk meerdere originelen op te slaan als een enkel pdf-bestand wanneer u scant vanaf het
bedieningspaneel.Wanneer u Epson Scan 2 gebruikt en Toevoeg. of bewerk. na het scan. instelt in de Documentmodus,
kunt u extra originelen scannen nadat u het eerste origineel hebt gescand en deze vervolgens opslaan in één bestand.
1.
Geef eerst instellingen op met Epson Connect.
2. Plaats de originelen.
Gebruikershandleiding
Scannen
134
3. Selecteer Scannen op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
4. Selecteer Cloud.
5. Selecteer
bovenaan het scherm en selecteer vervolgens een bestemming.
6. Stel op het tabblad Scannen items in, zoals de bestandsindeling waarin moet worden opgeslagen.
Zwart-wit/Kleur: selecteer of u wilt scannen in kleur of zwart-wit.
JPEG/PDF: selecteer de indeling waarin u de gescande aeelding wilt opslaan.
7. Selecteer het tabblad Geavanceerde instellingen, controleer de instellingen, en breng zo nodig aanpassingen
aan.
8. Selecteer het tabblad Scannen en druk vervolgens op de knop
x
.
Opmerking:
De kleur, het formaat en de rand van de gescande aeelding zijn niet exact hetzelfde als van het origineel.
Gerelateerde informatie
& “Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 64
Basis menu-opties voor scannen naar de cloud
Zwart-wit/Kleur:
Selecteer of u wilt scannen in kleur of zwart-wit.
JPEG/PDF:
Selecteer het bestandstype waarin u gescande aeelding wilt opslaan.
Gebruikershandleiding
Scannen
135
Geavanceerde menu-opties voor scannen naar de cloud
Documenttype:
Selecteer het type van het origineel.
Scaninstellingen:
Documentgr.:
Selecteer het scanformaat.Selecteer Autom.bijsn. als u de witruimte rond tekst of rond een
aeelding wilt verwijderen tijdens het scannen.Als u het maximale gebied van het scannerglasplaat
wilt scannen, selecteert u Max. gebied.
Richting origineel:
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Contrast:
Selecteer het contrast van de gescande aeelding.
Alle inst.wissen:
Zet de scaninstellingen terug op de standaardwaarden.
Scannen naar een computer (WSD)
Opmerking:
Deze functie is uitsluitend beschikbaar voor computers met Windows 10/Windows 8.1/Windows 8/Windows 7/Windows
Vi s t a .
Als u Windows 7/Windows Vistagebruikt, moet u eerst uw computer instellen voordat u deze functie kunt gebruiken.
1. Plaats de originelen.
2. Selecteer Scannen op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
3.
Selecteer Computer (WSD).
4. Selecteer een computer.
Gebruikershandleiding
Scannen
136
5. Druk op de knop
x
.
Opmerking:
De kleur, het formaat en de rand van de gescande aeelding zijn niet exact hetzelfde als van het origineel.
Een WSD-poort instellen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een WSD-poort instelt voor Windows 7/Windows Vista.
Opmerking:
Voor Windows 10/Windows 8.1/Windows 8 wordt de WSD-poort automatisch ingesteld.
Voor het instellen van een WSD-poort is het volgende nodig.
De printer en de computer moeten verbinding hebben met het netwerk.
De printerdriver moet op de computer zijn geïnstalleerd.
1. Zet de printer aan.
2. Klik op Start en vervolgens op Netwerk op de computer.
3. Klik met de rechtermuisknop op de printer en klik vervolgens op Installeren.
Klik op Doorgaan wanneer het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven.
Klik op Ver w ijd ere n en begin opnieuw als het scherm Ver w ijd ere n wordt weergegeven.
Opmerking:
De printernaam die u instelt in het netwerk en de modelnaam (EPSON XXXXXX (XX-XXXX)) worden weergegeven in
het venster Netwerk. U kunt de printernaam die in het netwerk is ingesteld controleren vanaf het bedieningspaneel van
de printer of door een netwerkstatusvel af te drukken.
Gebruikershandleiding
Scannen
137
4. Klik op Uw apparaat is gereed voor gebruik.
5. Controleer het bericht en klik op Sluiten.
6. Open het venster Apparaten en printers.
Win d ow s 7
Klik op Start > Conguratiescherm > Hardware en geluiden (of Hardware) > Apparaten en printers.
Win d ow s Vist a
Klik op Start > Conguratiescherm > Hardware en geluiden > Printers.
7. Controleer of een pictogram met de naam van de printer in het netwerk wordt weergegeven.
Selecteer de printernaam wanneer u WSD gebruikt.
Scannen vanaf een computer
Scannen met Epson Scan 2
U kunt scannen met de scannerdriver "Epson Scan 2". Raadpleeg de help van Epson Scan 2 voor een uitleg van de
items voor instellingen.
Gerelateerde informatie
& “Toepassing voor het scannen van documenten en aeeldingen (Epson Scan 2)” op pagina 186
Documenten scannen (Documentmodus)
Met Documentmodus in Epson Scan 2 kunt u originelen scannen met gedetailleerde instellingen die geschikt zijn
voor tekstdocumenten.
Gebruikershandleiding
Scannen
138
1. Plaats de originelen.
2. Start Epson Scan 2.
3.
Selecteer Documentmodus in het menu Modus.
4.
Congureer
de volgende instellingen op het tabblad Hoofdinstellingen.
Documentformaat: selecteer de grootte van het origineel dat u hebt geplaatst.
Beeldtype: selecteer de kleur voor de gescande
aeelding.
Resolutie: selecteer de resolutie.
Opmerking:
De instelling Documentbron is vast ingesteld op Scannerglasplaat.Deze instelling kunt u niet wijzigen.
Als u Toevoeg. of bewerk. na het scan. instelt, kunt u na het scannen van een origineel nog meer originelen
scannen.Als u daarnaast Beeldformaat instelt op PDF of Multi-TIFF, kunt u de gescande aeeldingen opslaan als
één bestand.
5. Congureer indien nodig andere scaninstellingen.
U kunt een voorbeeldweergave van de gescande aeelding bekijken door op de knop Vo or be el ds ca n te
klikken.Het voorbeeldvenster wordt geopend en een voorbeeld van de aeelding wordt weergegeven.
Gebruikershandleiding
Scannen
139
Op het tabblad Geavanceerde instellingen kunt u gedetailleerde instellingen congureren voor het
aanpassen van gescande aeeldingen die geschikt zijn voor tekstdocumenten, zoals.
Achtergrond verwijderen: u kunt de achtergrond van de originelen verwijderen.
Tekst verbeteren: u kunt wazige letters in het origineel helder en scherp maken.
Gebieden autom. Scheiden: u kunt letters duidelijker en aeeldingen vloeiend maken wanneer u een
document dat aeeldingen bevat in zwart-wit scant.
Kleur verbeteren: u kunt de opgegeven kleur verbeteren voor de gescande aeelding en deze vervolgens
opslaan in grijstinten of in zwart-wit.
Helderheid: u kunt de helderheid voor de gescande
aeelding
aanpassen.
Contrast: u kunt het contrast voor de gescande aeelding aanpassen.
Gamma: u kunt de gamma (helderheid van het middengebied) voor de gescande aeelding aanpassen.
Drempelwaarde: u kunt de rand aanpassen voor monochroom binair (zwart-wit).
Verscherpen: u kunt de contouren van de aeelding verscherpen of versterken.
Ontrasteren: u kunt moiré (webachtige schaduwen) verwijderen dat verschijnt wanneer u gedrukt
papier, zoals een
tijdschri,
scant.
Rand bijkleuren: u kunt de schaduw verwijderen die rond de gescande aeelding is ontstaan.
Dual Image Output (alleen in Windows): u kunt een aeelding één keer scannen en vervolgens
tegelijkertijd opslaan naar twee aeeldingen met verschillende uitvoerinstellingen.
Opmerking:
De items zijn mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van andere instellingen die u hebt gecongureerd.
Gebruikershandleiding
Scannen
140
6. Congureer de instellingen voor het opslaan van bestanden.
Beeldformaat: selecteer de indeling waarin u wilt opslaan uit de lijst.
U kunt gedetailleerde instellingen congureren voor elke opslagindeling, behalve BITMAP en
PNG.Selecteer Opties in de lijst nadat u de indeling voor opslaan hebt geselecteerd.
Bestandsnaam: bevestig de weergegeven naam waaronder het bestand wordt opgeslagen.
U kunt instellingen voor de bestandsnaam wijzigen door in de lijst Instellingen te selecteren.
Map: selecteer in de lijst de map waarin de gescande aeelding moet worden opgeslagen.
U kunt een andere map selecteren of een nieuwe map maken door in de lijst Selecteren te selecteren.
7.
Klik op Scannen.
Gerelateerde informatie
& “Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 64
Foto's of afbeeldingen scannen (Fotomodus)
Met Fotomodus in Epson Scan 2 kunt u originelen scannen met een breed scala aan functies voor het aanpassen
van aeeldingen die geschikt zijn voor foto's of aeeldingen.
1. Plaats de originelen.
Als u meerdere originelen op de glasplaat scant, kunt u deze tegelijkertijd scannen.Zorg ervoor dat er ten
minste 20 mm ruimte is tussen de originelen.
Gebruikershandleiding
Scannen
141
2. Start Epson Scan 2.
3. Selecteer Fotomodus in het menu Modus.
4.
Congureer
de volgende instellingen op het tabblad Hoofdinstellingen.
Beeldtype: selecteer de kleur voor de gescande aeelding.
Resolutie: selecteer de resolutie.
Opmerking:
De instelling voor Documentbron is vast ingesteld op Scannerglasplaat, en de instelling voor Documenttype is vast
ingesteld op Reecterend.(Reecterend wordt gebruikt voor originelen die net transparant zijn, zoals gewoon papier en
foto's.)Deze instellingen kunt u niet wijzigen.
Gebruikershandleiding
Scannen
142
5. Klik op Voo rb ee lds c an.
Het voorbeeldvenster wordt geopend en de voorbeeldweergaven worden weergegeven als miniatuur.
Opmerking:
Als u een voorbeeld wilt weergeven van het gehele gescande gebied, schakelt u het selectievakje
umbnail
in de lijst
bovenaan het voorbeeldvenster uit.
6.
Bevestig de voorbeeldweergave en congureer indien nodig instellingen voor het aanpassen van de aeelding
op het tabblad Geavanceerde instellingen.
Gebruikershandleiding
Scannen
143
U kunt de gescande aeelding aanpassen met gedetailleerde instellingen die geschikt zijn voor foto's of
aeeldingen,
zoals de onderstaande.
Helderheid: u kunt de helderheid voor de gescande aeelding aanpassen.
Contrast: u kunt het contrast voor de gescande aeelding aanpassen.
Verzadiging: u kunt de verzadiging (levendigheid van de kleuren) voor de gescande
aeelding
aanpassen.
Verscherpen: u kunt de contouren van de gescande aeelding verscherpen of versterken.
Kleurherstel: u kunt vaal geworden aeeldingen herstellen door de originele kleuren weer toe te passen.
Tegenlichtcorrectie: u kunt gescande
aeeldingen
helderder maken wanneer deze donker zijn vanwege
tegenlicht.
Ontrasteren: u kunt moiré (webachtige schaduwen) verwijderen dat verschijnt wanneer u gedrukt papier,
zoals een tijdschri, scant.
Stof verwijderen: u kunt stof op de gescande aeelding verwijderen.
Opmerking:
De items zijn mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van andere instellingen die u hebt gecongureerd.
Aankelijk van het origineel kan de aeelding mogelijk niet goed worden gecorrigeerd.
Wanneer er meerdere miniaturen zijn gemaakt, kunt u de aeeldingskwaliteit voor elke miniatuur
aanpassen.Aankelijk van de aanpassingsitems, kunt u de kwaliteit van meerdere gescande aeeldingen tegelijk
aanpassen door meerdere miniaturen te selecteren.
7. Congureer de instellingen voor het opslaan van bestanden.
Beeldformaat: selecteer de indeling waarin u wilt opslaan uit de lijst.
U kunt gedetailleerde instellingen congureren voor elke opslagindeling, behalve BITMAP en
PNG.Selecteer Opties in de lijst nadat u de indeling voor opslaan hebt geselecteerd.
Bestandsnaam: bevestig de weergegeven naam waaronder het bestand wordt opgeslagen.
U kunt instellingen voor de bestandsnaam wijzigen door in de lijst Instellingen te selecteren.
Gebruikershandleiding
Scannen
144
Map: selecteer in de lijst de map waarin de gescande aeelding moet worden opgeslagen.
U kunt een andere map selecteren of een nieuwe map maken door in de lijst Selecteren te selecteren.
8. Klik op Scannen.
Gerelateerde informatie
&
“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 64
& “Meerdere foto's plaatsen om tegelijkertijd te scannen” op pagina 66
Scannen met smart-apparaten
Epson iPrint is een toepassing waarmee u foto's en documenten kunt scannen vanaf een smart-apparaat, zoals een
smartphone of tablet, dat verbonden is met hetzelfde draadloze netwerk als uw printer. U kunt gescande gegevens
opslaan op een smart-apparaatof een Cloud-service, via e-mail versturen of afdrukken.
Epson iPrint installeren
U kunt Epson iPrint op uw smart-apparaat installeren door op de volgende link te klikken of de QR-code te
scannen.
http://ipr.to/a
Scannen met Epson iPrint
Voer Epson iPrint uit vanaf uw smart-apparaat en selecteer op het startscherm het item dat u wilt gebruiken.
Gebruikershandleiding
Scannen
145
De volgende aeeldingen zijn aan veranderingen onderhevig zonder voorafgaande kennisgeving.
A
Het startscherm wordt weergegeven wanneer de toepassing start.
B
Biedt informatie over het instellen van de printer en een lijst met veelgestelde vragen.
C
Geeft het scherm weer waar u de printer selecteert en de printerinstellingen congureert. Wanneer u de
printer heeft geselecteerd, hoeft u deze de volgende keer niet meer opnieuw te selecteren.
D
Hiermee opent u het scanscherm.
E
Geeft het scherm weer waarop u de scaninstellingen kunt congureren zoals de resolutie.
F
Geeft gescande bestanden weer.
G
Hiermee start het scannen.
H
Geeft het scherm weer waarop u gescande gegevens kunt opslaan op een smart device of Cloud-service.
I
Geeft het scherm weer om gescande gegevens met e-mail te verzenden.
J
Geeft het scherm weer om gescande gegevens af te drukken.
Gebruikershandleiding
Scannen
146
Cartridges en andere verbruiksgoederen
vervangen
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren
U kunt de inktniveaus en de levensduur van de onderhoudscassette controleren via het bedieningspaneel of de
computer.
De niveaus van de resterende inkt en de onderhoudscassette
controleren — Bedieningspaneel
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
2. Selecteer Vo or ra ad sta tu s.
De niveaus van de resterende inkt en de onderhoudscassette
controleren - Windows
1. Open het venster van de printerdriver.
2. Klik op EPSON Status Monitor 3 op het tabblad Hulpprogramma's.
Opmerking:
Als EPSON Status Monitor 3 is uitgeschakeld, klikt u op Extra instellingen op het tabblad Hulpprogramma's en
selecteert u EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
Gerelateerde informatie
&
“Windows-printerstuurprogramma” op pagina 180
De niveaus van de resterende inkt en de onderhoudscassette
controleren - Mac OS
1. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
2. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
3. Klik op EPSON Status Monitor.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
147
Codes van de cartridges
Hierna volgen de codes van originele Epson-inktpatronen.
Voor Europ a
Pictogram BK: Black
(Zwart)
PB: Photo Black
(Fotozwart)
C: Cyan (Cyaan) M: Magenta Y: Yellow (Geel)
Kiwi
202
202XL
*
202
202XL
*
202
202XL
*
202
202XL
*
202
202XL
*
* "XL" geeft een grote cartridge aan.
Voor Australië en Nieuw-Zeeland
BK: Black (Zwart) PB: Photo Black
(Fotozwart)
C: Cyan (Cyaan) M: Magenta Y: Yellow (Geel)
302
302XL
*
302
302XL
*
302
302XL
*
302
302XL
*
302
302XL
*
* "XL" geeft een grote cartridge aan.
Voor Azië
BK: Black (Zwart) PB: Photo Black
(Fotozwart)
C: Cyan (Cyaan) M: Magenta Y: Yellow (Geel)
202XL 202XL 202XL 202XL 202XL
Epson raadt het gebruik van originele Epson-cartridges aan.De kwaliteit of betrouwbaarheid van niet-originele
inkt kan niet door Epson worden gegarandeerd.Het gebruik van niet-originele cartridges kan leiden tot schade die
niet onder de garantie van Epson valt. Bovendien kan het gebruik van dergelijke producten er in bepaalde
omstandigheden toe leiden dat het apparaat niet correct functioneert.Informatie over niet-originele inktniveaus
kunnen mogelijk niet worden weergegeven.
Opmerking:
Niet alle cartridges zijn verkrijgbaar in alle landen.
Inktcartridgecodes kunnen per locatie variëren.Neem contact op met Epson Support voor de juiste codes in uw omgeving.
Gebruikers in Europa kunnen op de volgende website meer informatie vinden over de capaciteit van de Epson-cartridges.
http://www.epson.eu/pageyield
Gerelateerde informatie
&
“Technische ondersteuning (website)” op pagina 242
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
148
Voorzorgsmaatregelen voor inktpatronen
Lees de volgende instructies voordat u inktpatronen vervangt.
Voorzorgsmaatregelen
Bewaar de inktpatronen bij normale kamertemperatuur en houd ze uit de buurt van direct zonlicht.
Het is raadzaam de cartridge te gebruiken vóór de datum die op de verpakking wordt vermeld.
U krijgt de beste resultaten als u de cartridge verbruikt binnen zes maanden na het openen van de verpakking.
Voor de beste resultaten bewaart u inktpatroonverpakkingen met de onderkant naar beneden.
Laat cartridges voor gebruik ten minste drie uur op kamertemperatuur komen.
Open de verpakking niet totdat u klaar bent om het inktpatroon in de printer te plaatsen.Het inktpatroon is
vacuüm verpakt om de betrouwbaarheid ervan te garanderen.Als u een inktpatroon lange tijd onverpakt laat
voordat u het gebruikt, is normaal afdrukken niet mogelijk.
Raak de in de guur getoonde onderdelen niet aan.Omdat dit de normale werking kan schaden.
Installeer alle cartridges, anders kunt u niet afdrukken.
Vervang inktpatronen niet met de stroom uitgeschakeld.Verplaats de printkop niet handmatig; anders kunt u de
printer beschadigen.
Nadat u het inktpatroon hebt geplaatst,
blij
het aan/uit-lampje knipperen terwijl de printer inkt laadt.Schakel
de printer niet uit terwijl de inkt wordt geladen.Als het laden van de inkt niet wordt voltooid, kunt u mogelijk
niet afdrukken.
Zorg ervoor dat er altijd inktpatronen in de printer zijn geplaatst en schakel de printer niet uit tijdens het
vervangen van inktpatronen.Anders droogt de inkt uit die in de spuitkanaaltjes van de printkop achterblij en
kunt u mogelijk niet afdrukken.
Zorg dat er geen stof of objecten in de inktpatroonhouder komt.Alles wat in de houder terechtkomt, kan een
negatieve invloed hebben op de afdrukresultaten of kan ertoe leiden dat u niet kunt afdrukken.Als er iets in de
houder terechtkomt, verwijdert u het voorzichtig.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
149
Als u het inktpatroon verwijdert uit de printer voor later gebruik of om het weg te gooien, zorg dan dat u de
klep weer terugplaatst op de inkttoevoerpoort van het inktpatroon om te voorkomen dat de inkt uitdroogt of
om te voorkomen dat omliggende gebieden inktvlekken krijgen.Plaats de dop zorgvuldig totdat deze op zijn
plaats klikt.
Als u een inktcartridge uit de printer verwijdert om deze later weer te gebruiken, wordt door Epson aangeraden
de cartridge zo snel mogelijk op te maken.
Deze printer gebruikt inktpatronen die zijn uitgerust met een groene chip die informatie bijhoudt, zoals de
hoeveelheid resterende inkt voor elk inktpatroon.Dit betekent dat zelfs wanneer het inktpatroon uit de printer
wordt verwijderd voordat het leeg is, u het inktpatroon nog steeds kunt gebruiken nadat u het weer in de printer
plaatst.Er kan echter inkt worden gebruikt wanneer u een inktpatroon terugplaatst om de printerprestaties te
garanderen.
Voor een optimale
eciëntie
van de inkt verwijdert u een inktpatroon alleen wanneer u het wilt
vervangen.Inktpatronen met een lage inktstatus kunnen niet worden gebruikt wanneer u ze terugplaatst.
Voor een optimale afdrukkwaliteit en bescherming van de printkop blij een variabele inktreserve in de
cartridge achter op het moment waarop de printer aangee dat u de cartridge moet vervangen.De opgegeven
capaciteiten bevatten deze reserve niet.
De cartridges kunnen gerecycled materiaal bevatten. Dit is echter niet van invloed op de functies of prestaties
van de printer.
Specicaties en uiterlijk van het inktpatroon zijn onderhevig aan wijziging zonder voorafgaande kennisgeving
voor verbetering.
Haal de inktcartridges niet uit elkaar en breng geen wijzigingen aan cartridges aan. Daardoor kan normaal
afdrukken onmogelijk worden.
U kunt de cartridges die bij de printer zijn geleverd, niet ter vervanging gebruiken.
De opgegeven capaciteit hangt af van de aeeldingen die u afdrukt, het papier dat u gebruikt, hoe vaak u
afdrukt en de omgeving (bijvoorbeeld temperatuur) waarin u de printer gebruikt.
Voltooi het vervangen van het inktpatroon meteen.Zorg altijd dat er inktpatronen in de printer zijn geplaatst.
Inktverbruik
Voor optimale prestaties van de printkop wordt een beetje inkt van alle inktpatronen niet alleen tijdens het
afdrukken gebruikt maar ook tijdens onderhoudsactiviteiten zoals het vervangen van inktpatronen en het
reinigen van de printkop.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
150
Wanneer u in monochroom of grijswaarden afdrukt, is het mogelijk kleureninkt te gebruiken in plaats van
zwarte inkt,
aankelijk
van de instellingen van het papiertype of de afdrukkwaliteit.Dit is omdat kleureninkt
wordt gemengd om zwart te creëren.
De inkt in de cartridges die bij de printer zijn geleverd, wordt deels verbruikt bij de installatie van de printer.De
printkop in uw printer is volledig met inkt geladen om afdrukken van hoge kwaliteit te bezorgen.Bij dit
eenmalige proces wordt een bepaalde hoeveelheid inkt verbruikt. Met de gebruikte cartridge kunnen daarom
wellicht minder pagina's worden afgedrukt dan met volgende cartridges.
Cartridges vervangen
!
Let op:
Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten.Anders kunt u zich
verwonden.
Opmerking:
Ook nadat de printer hee aangegeven dat de inkt bijna op is, kunt u blijven afdrukken.Zorg wel zo snel mogelijk voor
nieuwe cartridges.
1. Verwijder de cd-/dvd-lade als deze is geplaatst.
2. Voer een van de volgende handelingen uit.
Wanneer u wordt gevraagd om inktcartridges te vervangen:
Kijk welke cartridge moet worden vervangen, selecteer Vol gen de en selecteer vervolgens Ja, nu vervangen.
Wanneer u cartridges wilt vervangen voordat ze leeg zijn:
Selecteer vanuit het startscherm Onderhoud > Ver vangen patronen.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
3. Wanneer u de zwarte cartridge vervangt, moet u de nieuwe zwarte cartridge vier- of vijfmaal voorzichtig
schudden voordat u de cartridge uit de verpakking haalt.Wanneer u andere kleurencartridges en de fotozwarte
cartridge wilt vervangen, haalt u deze uit de verpakking zonder te schudden.
BK
c
Belangrijk:
Schud inktpatronen niet nadat u de verpakking hebt geopend, omdat ze kunnen lekken.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
151
4. Haal de nieuwe inktcartridge uit de verpakking en selecteer vervolgens de knop Vol gen de .
5. Houd de cartridge met de dop naar boven en verwijder de dop.
c
Belangrijk:
Raak de in de guur getoonde onderdelen niet aan.Omdat dit de normale werking kan schaden.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
152
6. Open de scannereenheid met het documentdeksel gesloten.
7.
Bevestig het bericht en druk vervolgens op de knop OK.
8. Duw het lipje in om de cartridgehouder te ontgrendelen en haal de cartridge er vervolgens schuin uit.
c
Belangrijk:
Vervang de inktcartridges één voor één, en zo snel mogelijk.Als u twee of meer cartridges tegelijk vervangt, of
als het vervangen langer duurt, wordt mogelijk inkt gebruikt om de goede werking van de printer te
garanderen.
9. Duw de cartridge schuin in de cartridgehouder en duw de cartridge voorzichtig aan tot hij vastklikt.
10. Sluit de scannereenheid en selecteer vervolgens Vol to oi d.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
153
11. Volg de instructies op het scherm.
c
Belangrijk:
Als u het inktpatroon verwijdert uit de printer voor later gebruik of om het weg te gooien, zorg dan dat u de
klep weer terugplaatst op de inkttoevoerpoort van het inktpatroon om te voorkomen dat de inkt uitdroogt of
om te voorkomen dat omliggende gebieden inktvlekken krijgen.
Nadat u het inktpatroon hebt geplaatst, blij het aan/uit-lampje knipperen terwijl de printer inkt
laadt.Schakel de printer niet uit terwijl de inkt wordt geladen.Als het laden van de inkt niet wordt voltooid,
kunt u mogelijk niet afdrukken.
Plaats de cd-/dvd-lade niet in het apparaat zolang het apparaat bezig is.
Gerelateerde informatie
& “Codes van de cartridges” op pagina 148
&
“Voorzorgsmaatregelen voor inktpatronen” op pagina 149
Onderhoudscassettecode
Epson raadt het gebruik van een originele Epson-onderhoudscassette aan.
Hierna volgt de code van de originele Epson onderhoudscassette.
T3661
c
Belangrijk:
Wanneer een onderhoudscassette eenmaal in een printer is geplaatst, kan deze niet meer worden gebruikt in andere
printers.
Voorzorgsmaatregelen voor de onderhoudscassette
Lees de volgende instructies voordat u de onderhoudscassette vervangt.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
154
Raak de groene chip aan de zijkant van de onderhoudscassette niet aan.Omdat dit de normale werking kan
schaden.
Vervang de onderhoudscassette niet tijdens afdrukken, omdat anders inkt kan lekken.
Verwijder de onderhoudscassette en zijn deksel niet behalve bij het vervangen van de onderhoudscassette.
Hierdoor kan er inkt lekken.
Hergebruik van een onderhoudscassette die lange tijd uit het apparaat verwijderd is geweest, is niet
toegestaan.Inkt in de cassette is dan gestold en er kan geen inkt meer worden geabsorbeerd.
Houd de onderhoudscassette uit de buurt van direct zonlicht.
Sla de onderhoudscassette niet op onder hoge temperaturen of temperaturen onder het vriespunt.
Een onderhoudscassette vervangen
Tijdens sommige afdrukcycli kan een heel kleine hoeveelheid overtollige inkt in de onderhoudscassette worden
verzameld.Om te voorkomen dat inkt uit de onderhoudscassette lekt, is de printer ontworpen om het afdrukken te
stoppen wanneer de absorptiecapaciteit van de onderhoudscassette zijn limiet hee bereikt.Of en hoe vaak dit
nodig is, hangt af van het aantal pagina's dat u afdrukt, het soort materiaal waarop u afdrukt en het aantal
reinigingsprocedures dat door het apparaat wordt uitgevoerd.Zorg ervoor dat u een platte schroevendraaier bij de
hand hebt en volg de instructies op het scherm wanneer een bericht wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd
de onderhoudscassette te vervangen.Dat de cassette moet worden vervangen, wil niet zeggen dat uw printer niet
meer volgens de specicaties functioneert.De kosten voor deze vervanging vallen niet onder de garantie van
Epson.Dit onderdeel kan door de gebruiker worden vervangen.
Opmerking:
Wanneer deze vol is, kunt u niet afdrukken om het lekken van inkt te voorkomen.U kunt echter wel bewerkingen uitvoeren
zoals gegevens opslaan op een extern USB-apparaat.
1. Haal de vervangende onderhoudscassette uit de verpakking.
c
Belangrijk:
Raak de groene chip aan de zijkant van de onderhoudscassette niet aan.Omdat dit de normale werking kan
schaden.
Opmerking:
Bij een nieuwe onderhoudscassette wordt er een doorzichtige zak geleverd.
2. Til papiercassette 2 iets op en schuif deze naar buiten.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
155
3. Open het bedieningspaneel.
4. Draai de schroef los met de platte schroevendraaier en verwijder de afdekkap.
5.
Verwijder de gebruikte onderhoudscassette uit de printer.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
156
c
Belangrijk:
Raak de in de guur getoonde onderdelen niet aan.Als u dit wel doet, kan de normale werking worden
gehinderd en kunt u inktvlekken krijgen.
6. Doe de gebruikte onderhoudscassette in de doorzichtige zak die bij de nieuwe onderhoudscassette werd
geleverd, en verzegel deze.
7. Duw de nieuwe onderhoudscassette helemaal in de printer.
8. Plaats de cover terug.
c
Belangrijk:
Plaats de nokken van de afdekking in de sleuven en draai de schroef aan.Als de afdekking niet correct is
geplaatst, kan er inkt lekken.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
157
9. Schuif de papiercassette 2 naar binnen.
10. Selecteer Klaar.
c
Belangrijk:
Als de onderhoudscassette niet wordt herkend, plaatst u hem opnieuw.Als de onderhoudscassette nog steeds
niet wordt herkend, vervangt u deze.Wanneer een onderhoudscassette eenmaal in een printer is geplaatst, kan
deze niet meer worden gebruikt in andere printers.
Gerelateerde informatie
& “Onderhoudscassettecode” op pagina 154
& “Voorzorgsmaatregelen voor de onderhoudscassette” op pagina 154
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken
Wanneer de kleureninkt of fotozwarte inkt op is maar u nog wel gewone zwarte inkt hebt, kunt u (bij het
afdrukken vanaf de computer) nog korte tijd verder afdrukken met alleen zwarte inkt door de volgende
instellingen te gebruiken.
Type papier: Gewoon papier, Enveloppe
Kleur: Grijswaarden
Randloos: Niet geselecteerd
EPSON Status Monitor 3: Ingeschakeld (alleen voor Windows)
Aangezien deze functie slechts ca. vijf dagen beschikbaar is, moet u de lege cartridge zo snel mogelijk vervangen.
Opmerking:
Als EPSON Status Monitor 3 is uitgeschakeld, opent u de printerdriver, klikt u op Extra instellingen op het tabblad
Hulpprogramma's en selecteert u EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
De beschikbare periode varieert naargelang de gebruiksomstandigheden.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
158
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken — Windows
1. Als het volgende venster verschijnt, stop dan met afdrukken.
Opmerking:
Als u het afdrukken niet kunt annuleren vanaf de computer, doe dit dan op het bedieningspaneel van de printer.
2. Open het venster van het printerstuurprogramma.
3.
Schakel Randloos uit op het tabblad Hoofdgroep.
4. Selecteer Gewoon papier of Enveloppe bij Papiertype op het tabblad Hoofdgroep tab.
5. Selecteer Grijswaarden.
6.
Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
7. Klik op Druk af.
8. Klik op Afdrukken in zwart-wit in het venster dat wordt weergegeven.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
159
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 55
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
& “Basisprincipes — Windows” op pagina 93
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken — Mac OS
Opmerking:
Als u deze functie wilt gebruiken via een netwerk, gebruik dan Bonjour voor de verbinding.
1. Klik op het printerpictogram in het Dock.
2. Annuleer de taak.
Opmerking:
Als u het afdrukken niet kunt annuleren vanaf de computer, doe dit dan op het bedieningspaneel van de printer.
3. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma).
4. Selecteer Aan voor Tijdelijk afdrukken in zwart-wit.
5. Open het afdrukdialoogvenster.
6. Selecteer Printerinstellingen in het snelmenu.
7. Selecteer een papierformaat (randloze formaten uitgezonderd) bij Papierformaat.
8. Selecteer Gewoon papier of Enveloppe bij Afdrukmateriaal.
9. Selecteer Grijswaarden.
10. Geef naar wens nog meer instellingen op.
11. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
& Afdrukken annuleren” op pagina 118
&
“Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 55
&
“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
&
“Basisprincipes — Mac OS” op pagina 94
Zwarte inkt besparen als de zwarte inkt bijna
opgebruikt is (alleen Windows)
Wanneer de zwarte inkt bijna op is en er is nog genoeg kleureninkt, kunt u een mengsel van kleureninkt gebruiken
om zwarte inkt te maken. U kunt blijven afdrukken terwijl u een nieuwe zwarte cartridge gereedmaakt.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
160
Deze functie is alleen beschikbaar als u de volgende instellingen in de printerdriver selecteert.
Papiertype: Gewoon papier
Kwaliteit: Standaard
EPSON Status Monitor 3: Ingeschakeld
Opmerking:
Als EPSON Status Monitor 3 is uitgeschakeld, opent u de printerdriver, klikt u op Extra instellingen op het tabblad
Hulpprogramma's en selecteert u EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
Zwart dat uit andere kleuren is samengesteld, ziet er iets anders uit dan zuiver zwart. Bovendien ligt de afdruksnelheid
lager.
Om de kwaliteit van de printkop in stand te houden wordt ook zwarte inkt verbruikt.
Menu Beschrijving
Ja Selecteer deze optie om een mengsel van kleureninkt en fotozwarte inkt te gebruiken om
zwarte inkt te maken. Dit venster wordt weergegeven wanneer u de volgende keer een
soortgelijke afdruktaak uitvoert.
Nee Selecteer deze optie om verder af te drukken met de resterende zwarte inkt. Dit venster
wordt weergegeven wanneer u de volgende keer een soortgelijke afdruktaak uitvoert.
Deze functie uitschakelen Selecteer deze optie om verder af te drukken met de resterende zwarte inkt. Dit venster
wordt pas opnieuw weergegeven wanneer u de zwarte cartridge hebt vervangen en deze
cartridge bijna is opgebruikt.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
161
De printer onderhouden
De printkop controleren en reinigen
Als de spuitkanaaltjes verstopt zitten, worden de afdrukken vaag, en ziet u strepen of onverwachte
kleuren.Wanneer de afdrukkwaliteit minder is geworden, gebruikt u de spuitstukcontrole om te kijken of de
kanaaltjes verstopt zitten.Is dit zo, reinig dan de printkop.
c
Belangrijk:
Open de scannereenheid niet of schakel de printer niet uit tijdens het reinigen van de printkop.Als het reinigen
van de kop niet wordt voltooid, kunt u mogelijk niet afdrukken.
Omdat bij reiniging van de printkop wat inkt wordt gebruikt, moet u de kop alleen reinigen als de kwaliteit
verslechtert.
Wanneer de inkt bijna op is kan de printkop mogelijk niet worden gereinigd.U moet dan eerst de cartridge
vervangen.
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd na drie herhalingen van de printkopcontrole en -reiniging moet u ten
minste zes uur wachten zonder afdrukken en vervolgens de printkopcontrole en -reiniging herhalen.We raden u
aan om de printer uit te schakelen.Neem contact op met de klantenservice van Epson als de afdrukkwaliteit nog
steeds niet is verbeterd.
Voorkom dat de printkop uitdroogt en trek nooit de stekker van de printer uit het stopcontact wanneer de printer
nog aan is.
De printkop controleren en schoonmaken — Bedieningspaneel
1. Laad gewoon A4-papier in de papiercassette.
2. Selecteer Onderhoud op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
3. Selecteer PrintkopControle spuitm..
4. Volg de instructies op het scherm om het testpatroon af te drukken.
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
162
5. Bekijk het afgedrukte patroon goed.Als er stukken van lijnen of segmenten ontbreken, zoals weergegeven in
het patroon "NG", zijn de spuitkanaaltjes van de printkop mogelijk verstopt.Ga naar de volgende stap.Als u
geen ontbrekende segmenten of onderbroken lijnen ziet, zoals in het volgende patroon "OK", zijn de
spuitkanaaltjes niet verstopt.Het is niet nodig om printkopreiniging uit te voeren.Selecteer
om af te sluiten.
6. Selecteer .
7. Volg de instructies op het scherm om de printkop te reinigen.
8.
Na de reiniging selecteert u Controleren en volgt u de instructies op het scherm om het
spuitkanaaltjespatroon opnieuw af te drukken.Herhaal het reinigen en afdrukken van het testpatroon tot alle
lijnen geheel afgedrukt worden.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
De printkop controleren en schoonmaken - Windows
1. Laad gewoon A4-papier in de papiercassette.
2. Open het venster van de printerdriver.
3. Klik op Spuitkanaaltjes controleren op het tabblad Hulpprogramma's.
4.
Volg de instructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
& “Windows-printerstuurprogramma” op pagina 180
De printkop controleren en reinigen — Mac OS
1. Laad gewoon A4-papier in de papiercassette.
2. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
3. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
163
4. Klik op Spuitkanaaltjes controleren.
5. Volg de instructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
De printkop uitlijnen
Als u een verkeerde uitlijning van verticale lijnen of onscherpe beelden ziet, lijn de printkop dan uit.
De printkop uitlijnen — Bedieningspaneel
1. Laad gewoon A4-papier in de papiercassette.
2. Selecteer Onderhoud op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
3. Selecteer Printkop uitlijnen.
4. Selecteer een van de uitlijningsmenu's.
Verticale uitlijning: selecteer deze optie als uw afdrukken wazig zijn of verticale lijnen niet goed uitgelijnd
zijn.
Horizontale uitlijning: selecteer deze optie als er op gelijke intervallen horizontale banden verschijnen.
5. Volg de instructies op het scherm om een uitlijningspatroon af te drukken en selecteer het nummer van het
optimale patroon.
Verticale uitlijning: zoek en selecteer het nummer voor het meest solide patroon in elke groep.
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
164
Horizontale uitlijning: zoek en selecteer het nummer van het patroon met de minste scheidingen en
overlappingen.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
Het papiertraject reinigen
Als de afdrukken vlekken vertonen of bekrast zijn of als het papier niet correct wordt ingevoerd, reinig dan de
roller binnenin.
c
Belangrijk:
Gebruik geen keukenpapier om de binnenkant van de printer te reinigen.Het kan zijn dat de spuitkanaaltjes van de
printkop verstopt zitten met stof.
Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken
Als de afdrukken vlekken vertonen of bekrast zijn, reinig dan de roller binnenin.
c
Belangrijk:
Gebruik geen keukenpapier om de binnenkant van de printer te reinigen.Het kan zijn dat de spuitkanaaltjes van de
printkop verstopt zitten met stof.
1. Zorg ervoor dat de scannerglasplaat en het documentdeksel vrij zijn van stof en vlekken.
2.
Laad gewoon A4-papier in de papiercassette.
3. Selecteer Onderhoud op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
4. Selecteer Papiergeleider reinigen.
5. Volg de instructies op het scherm om het papiertraject te reinigen.
Herhaal deze procedure tot er geen vegen meer op het papier zitten.
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
165
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
Het papiertraject reinigen om papierstoringen te voorkomen
Wanneer het papier niet correct in de papiercassette wordt ingevoerd, moet u de roller binnenin reinigen.
1.
Druk op
P
om de printer uit te zetten.
2. Neem de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en koppel vervolgens het netsnoer los.
3. Koppel de USB-kabel los en verwijder vervolgens de geheugenkaart.
4. Trek de papiercassette uit de printer.
Voor papiercassette 2 tilt u deze iets op en schui u deze dan naar buiten.
5. Plaats de printer met de knop
P
op het bedieningspaneel naar boven.
!
Let op:
Pas bij het neerzetten van de printer op dat uw vingers niet klem komen te zitten.Anders kunt u zich
verwonden.
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
166
6. Maak een doek vochtig met wat water, wring de doek grondig uit en veeg hiermee de rollen af terwijl u deze
verdraait.
7.
Plaats de printer weer in de normale positie en plaats de papiercassette.
c
Belangrijk:
Laat de printer niet gedurende lange tijd zo staan.
8. Sluit het netsnoer aan.
De Scannerglasplaat reinigen
Wanneer de kopieën of gescande beelden vies zijn, moet u de scannerglasplaat reinigen.
c
Belangrijk:
Maak de printer nooit schoon met alcohol of thinner. Deze chemicaliën kunnen de printer beschadigen.
1.
Open het documentdeksel.
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
167
2. Maak het oppervlak van de scannerglasplaat schoon met een droge, zachte, schone doek.
c
Belangrijk:
Als de glasplaat besmeurd is met vet of een andere hardnekkige substantie, veegt u de plaat schoon met een
doek met daarop een klein beetje glasreiniger. Verwijder al het overtollige vocht.
Druk niet te hard op het glasoppervlak.
Zorg ervoor dat u het oppervlak van het glas niet krast of beschadigt. Een beschadigde glasplaat kan de
scankwaliteit aantasten.
Het doorschijnende folie reinigen
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd nadat u de printkop hebt uitgelijnd of de papierbaan hebt gereinigd, is de
doorschijnende folie in de printer mogelijk vervuild.
Benodigde items:
Wattenstaaes (meerdere)
Water met een paar druppels schoonmaakmiddel (2 tot 3 druppels schoonmaakmiddel in een 1/4 kop
kraanwater)
Lamp om op vlekken te controleren
c
Belangrijk:
Gebruik geen andere reinigingsvloeistof dan water met enkele druppels schoonmaakmiddel.
1.
Druk op
P
om de printer uit te zetten.
2. Open de scannereenheid.
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
168
3. Controleer of zich op de doorschijnende folie vlekken bevinden.Vlekken zijn gemakkelijker te zien als u een
lamp gebruikt.
Als zich op de doorschijnende folie (A) vlekken bevinden (bijvoorbeeld vingerafdrukken of vet), gaat u verder
met de volgende stap.
A: Doorschijnende folie
B: Rail
c
Belangrijk:
Raak de rail (B) niet aan.Anders kunt u mogelijk niet meer afdrukken.Veeg het vet niet van de rail. Dit is nodig
voor een correcte werking.
4. Bevochtig een wattenstaae met wat water met een paar druppels schoonmaakmiddel (zorg ervoor dat er geen
water vanaf drupt) en veeg de vlek weg.
c
Belangrijk:
Veeg de vlek voorzichtig weg.Als u te hard op het wattenstaae drukt, kunnen de veren van de folie verschuiven
en kan de printer beschadigd raken.
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
169
5. Gebruik een nieuw, droog wattenstaae om de folie schoon te vegen.
c
Belangrijk:
Laat geen vezels achter op de folie.
Opmerking:
Gebruik regelmatig een nieuw wattenstaae om te voorkomen dat u het vuil naar andere plekken verspreidt.
6.
Herhaal stap 4 en 5 totdat de folie schoon is.
7. Controleer de folie op vlekken.
Stroom besparen
De printer gaat in slaapstand of gaat automatisch uit als er een bepaalde tijd geen handelingen worden verricht. U
kunt instellen hoelang het duurt voordat stroombeheer wordt toegepast. Elke verhoging is van invloed op de
energiezuinigheid van het product. Denk aan het milieu voordat u wijzigingen doorvoert.
Aankelijk van de plaats van aankoop, kan de printer een functie hebben voor het automatisch uitschakelen als
het apparaat gedurende 30 minuten niet is verbonden met het netwerk.
Energie besparen — Bedieningspaneel
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
2. Selecteer Basisinstellingen.
3. Voer een van de volgende handelingen uit.
Selecteer Slaaptimer of Uitschakelinst. > Uitschakelen indien inactief of Uitschakelen indien
losgekoppeld en maak dan de instellingen.
Selecteer Slaaptimer of Uitschakelingstimer en stel dan de instellingen in.
Opmerking:
Uw product hee mogelijk de functie Uitschakelinst. of Uitschakelingstimer, aankelijk van de plaats van aankoop.
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
170
Menuopties voor Instel.
Selecteer in het startscherm van de printer Instel. om de verschillende instellingen te congureren.
Menuopties voor Voorraadstatus
Gee
het geschatte inktniveau en de levensduur van de onderhoudscassette weer.
Instel. > Voorraadstatus
Als het symbool ! wordt weergegeven, is de inkt bijna op of de onderhoudscassette bijna vol.Als het symbool X
wordt weergegeven, moet u het item vervangen omdat de inkt op is of omdat de onderhoudscassette vol is.
Vanaf dit scherm kunt u de statusinformatie voor het vervangen van inktcartridges of afdrukbenodigdheden
afdrukken.
Gerelateerde informatie
& “Cartridges vervangen” op pagina 151
Basisinstellingen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel.> Basisinstellingen
Schermbeveiliging:
Selecteer Gegevens van geheugenkaartom foto's als in een diavoorstelling weer te geven zodra
ongeveer drie minuten lang geen enkele handeling is verricht.
Lcd-helderheid:
Hiermee past u de helderheid van het display aan.
Autom. inschakeling:
Selecteer Aan om de printer automatisch in te schakelen wanneer een afdruk- of scantaak wordt
ontvangen via de USB- of netwerkverbinding.Als u het afdrukken wilt starten, moet u de uitvoerlade
naar uitschuiven.Wanneer u Autom. inschakeling inschakelt, neemt bovendien het stroomverbruik
in stand-by iets toe vergeleken met een volledig uitgeschakelde printer.
Gebruik de instelling Uitschakelingstimer als u de printer automatisch wilt uitschakelen wanneer de
taak klaar is en er een bepaalde tijd geen nieuwe handelingen zijn verricht.Dit is handig wanneer u
afdrukt vanaf een externe locatie, via internet bijvoorbeeld.
Uitschakelinst.:
Uw product hee mogelijk deze functie of de functie Uitschakelingstimer, aankelijk van de plaats
van aankoop.
Gebruikershandleiding
Menuopties voor Instel.
171
Uitschakelen indien inactief
Selecteer deze instelling om de printer automatisch uit te schakelen als deze gedurende een
vastgestelde periode niet wordt gebruikt. Elke verhoging is van invloed op de energiezuinigheid
van het product. Denk aan het milieu voordat u wijzigingen doorvoert.
Uitschakelen indien losgekoppeld
Als u deze instelling selecteert, schakelt de printer na 30 minuten uit als alle netwerkpoorten,
inclusief de LINE-poort, zijn losgekoppeld. Deze functie is mogelijk niet beschikbaar,
aankelijk
van de regio.
Uitschakelingstimer:
Uw product hee mogelijk deze functie of de functie Uitschakelinst., aankelijk van de plaats van
aankoop.
Selecteer deze instelling om de printer automatisch uit te schakelen als deze gedurende een
vastgestelde periode niet wordt gebruikt. U kunt instellen hoelang het duurt voordat stroombeheer
wordt toegepast. Elke verhoging is van invloed op de energiezuinigheid van het product. Denk aan
het milieu voordat u wijzigingen doorvoert.
Slaaptimer:
Pas de tijdsduur aan voor het inschakelen van de slaapmodus (energiebesparingsmodus) wanneer de
printer geen bewerkingen uitvoert. Het lcd-scherm gaat uit als de ingestelde tijd is verstreken.
Taal/Language:
Selecteer de taal van het lcd-scherm.
Alle inst.wissen:
Hiermee worden de Basisinstellingen teruggezet naar de standaardwaarden.
Gerelateerde informatie
& Stroom besparen” op pagina 170
Menuopties voor Printerinstellingen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Printerinstellingen
Papierbroninstelling:
Papierinstelling:
Selecteer het formaat en type papier dat u in de papierbron hebt geplaatst. U kunt Favoriete
papierinstell. congureren in papierformaat en papiertype.
Papierconguratie
:
Selecteer Aan om automatisch het scherm met papierinstellingen weer te geven door te
verwijzen naar Instel. > Printerinstellingen > Papierbroninstelling > Papierinstelling
wanneer papier in de papierbron wordt geladen.Als u deze functie uitschakelt, kunt u niet
afdrukken vanaf een iPhone of iPad met AirPrint
Gebruikershandleiding
Menuopties voor Instel.
172
CD/DVD:
Hiermee wordt de afdrukpositie van een cd/dvd aangepast door middel van verplaatsing naar boven,
beneden, links of rechts, zodat alles past.
Binnen-/buitenkant van cd
Hiermee past u de afdrukpositie van de binnen- en buitendiameter van een cd/dvd aan.
Stickers:
Hiermee wordt de afdrukpositie van een fotosticker aangepast door middel van verplaatsing naar
boven, beneden, links of rechts, zodat alles past.
Dik papier:
Selecteer Aan om te voorkomen dat inkt op uw afdrukken vlekt. De afdruksnelheid kan hierdoor
worden verlaagd.
Stille modus:
Selecteer Aan om het geluid tijdens het afdrukken te verminderen. De afdruksnelheid kan hierdoor
worden verlaagd. Aankelijk van de door u gekozen instellingen voor het papiertype en de
afdrukkwaliteit, merkt u mogelijk niet veel verschil in het geluid dat de printer produceert.
Droogtijd voor inkt:
Selecteer de droogtijd van de inkt die u wilt gebruiken bij dubbelzijdig afdrukken. De printer drukt
de andere zijde af nadat de ene zijde is afgedrukt. Als uw afdruk is gevlekt, verhoogt u de
tijdsinstelling.
Bidirectioneel:
Selecteer Aan om da afdrukrichting te wijzigen. Drukt af wanneer de printkop naar links beweegt en
wanneer hij naar rechts beweegt. Als verticale of horizontale lijnen op uw afdrukken niet scherp of
niet goed uitgelijnd zijn, kunt u dit probleem mogelijk verhelpen door deze functie uit te schakelen.
De afdruksnelheid kan dan wel afnemen.
Alle inst.wissen
Hiermee worden de Printerinstellingen teruggezet naar de standaardwaarden.
Menuopties voor Netwerkinstellingen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Netwerkinstellingen
Wi-Fi instellen:
Congureer de instellingen voor de draadloze netwerkverbinding of wijzig deze.Kies uit de volgende
opties de gewenste verbindingsmethode en volg de instructies op het bedieningspaneel.
Wi-Fi (aanbevolen):
Wi -F i D i r e c t
Gebruikershandleiding
Menuopties voor Instel.
173
Netwerkstatus:
Hiermee worden de actuele netwerkverbindingen weergegeven.
Wi - F i - s t a t u s
Wi-Fi Direct-status
statusvel
Controle van netwerkverbinding:
Hiermee controleert u de huidige netwerkverbinding en drukt u het rapport af.Als er problemen zijn
met de verbinding, kunt u het rapport raadplegen om het probleem te verhelpen.
Geavanceerd:
Geef de volgende gedetailleerde instellingen op.
Apparaatnaam
TCP/IP
Proxy-server
Gerelateerde informatie
& “Handmatig Wi-Fi-instellingen
congureren
” op pagina 31
& “Wi-Fi-instellingen
congureren
via de drukknopinstelling (WPS)” op pagina 32
&
“Wi-Fi-instellingen congureren via de pincode-instelling (WPS)” op pagina 34
& “Verbindingsinstellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) congureren” op pagina 35
& De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 38
& “Geavanceerde netwerkinstellingen maken” op pagina 37
Menuopties voor Webservice-instellingen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Webservice-instellingen
Epson Connect-services:
Gee aan of de printer geregistreerd en verbonden is met Epson Connect.
Als u zich wilt aanmelden bij de service, selecteert u Registreren en volgt u de instructies.
Wanneer u de printer hebt geregistreerd, kunt u de volgende instellingen wijzigen.
Onderbreken/hervatten
Registratie opheen
Raadpleeg voor meer informatie de volgende website.
https://www.epsonconnect.com/
http://www.epsonconnect.eu (alleen Europa)
Afdrukservices van Google Cloud:
Gee aan of de printer geregistreerd en verbonden is met Google Cloud Print-services.
Gebruikershandleiding
Menuopties voor Instel.
174
Wanneer u de printer hebt geregistreerd, kunt u de volgende instellingen wijzigen.
Inschakelen/Uitschakelen
Registratie opheen
Ga voor meer informatie over het registreren bij Google Cloud Print-services naar de volgende website.
https://www.epsonconnect.com/
http://www.epsonconnect.eu (alleen Europa)
Gerelateerde informatie
& “De service van Epson Connect” op pagina 178
Menuopties voor Bestanden deln
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Bestanden deln
Selecteer de verbindingsmethode tussen de printer en een computer met schrijoegang tot de geheugenkaart in de
printer. Lees- en schrijoegang wordt gegeven aan de computer met de verbinding die prioriteit hee. Andere
computers krijgen alleen leestoegang.
Gerelateerde informatie
& Een geheugenkaart benaderen vanaf een computer” op pagina 241
Menuopties voor Afdrukinstellingen camera
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Afdrukinstellingen camera
Congureer instellingen voor het afdrukken vanaf een digitale camera.
Gerelateerde informatie
&
“Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen” op pagina 78
&
“Menuopties voor het bewerken van foto's” op pagina 80
Menuopties voor Geleiderfuncties
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Geleiderfuncties
Gebruikershandleiding
Menuopties voor Instel.
175
Papier komt niet overeen:
Gee
een waarschuwing weer als de papierinstellingen (afdrukinstellingen) voor de afdruktaak niet
overeenstemmen met de papierinstellingen van de printer die u hebt opgegeven bij het laden van het
papier.Deze instelling voorkomt verkeerde afdrukken.Het scherm met papierinstellingen wordt
echter niet weergegeven als u Papierconguratie hebt uitgeschakeld in de volgende menu's.
Instel. > Printerinstellingen > Papierbroninstelling
Doc.waarschuwing:
Gee een waarschuwing weer wanneer een origineel op de scannerglasplaat is blijven liggen (het
documentdeksel is niet geopend, terwijl het kopiëren of scannen via het bedieningspaneel wel is
afgelopen).Deze functie werkt mogelijk niet correct aankelijk van de dikte van het origineel.
Automatische selectiestand:
Wanneer een van de volgende handelingen wordt verricht, worden de menu's weergegeven die bij die
handeling horen.
Er wordt een geheugenkaart geplaatst.
Er wordt een USB-stick geplaatst.
Alle instellingen:
Hiermee worden alle hulpfuncties in- en uitgeschakeld.
Alle inst.wissen:
Hiermee worden de Geleiderfuncties teruggezet naar de standaardwaarden.
Menuopties voor Firmware-update
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Firmware-update
Bijwerken:
Hiermee controleert u of er een nieuwe versie van de rmware op de netwerkserver staat. Als er een
update beschikbaar is, kunt u aangeven of de update mag worden uitgevoerd.
Melding:
Selecteer Aan om een melding te ontvangen als er een
rmware-update
beschikbaar is.
Gerelateerde informatie
& “Hulpprogramma's voor soware-updates (EPSON Soware Updater)” op pagina 190
Menuopties voor Standaardinst. herstellen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Standaardinst. herstellen
Gebruikershandleiding
Menuopties voor Instel.
176
Netwerkinstellingen:
Zet de netwerkinstellingen terug op de standaardwaarden.
Alles behalve Netwerkinstellingen:
Zet alle instellingen behalve de netwerkinstellingen terug op de standaardwaarden.
Alle instellingen:
Zet alle instellingen terug op de standaardwaarden.
Gebruikershandleiding
Menuopties voor Instel.
177
Netwerkservice en softwareinformatie
In dit deel maakt u kennis met de netwerkservices en sowareproducten die beschikbaar zijn voor uw printer via
de Epson-website of de meegeleverde sowareschijf.
De service van Epson Connect
Dankzij Epson Connect (beschikbaar via het internet) kunt u via uw smartphone, tablet, pc of laptop, altijd en
praktisch overal afdrukken.
De functies die via het internet beschikbaar zijn, zijn als volgt.
Email Print Epson iPrint afdrukken
op afstand
Scan to Cloud Remote Print Driver
✓✓✓✓
Raadpleeg de portaalsite van Epson Connect voor meer informatie.
https://www.epsonconnect.com/
http://www.epsonconnect.eu (alleen Europa)
Vanaf het bedieningspaneel registreren bij Epson Connect Service
Volg de onderstaande stappen om de printer te registreren.
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
2. Selecteer in het startscherm Webservice-instellingen > Epson Connect-services > Registreren >Start
installatie om het registratievel af te drukken.
3.
Volg de instructies op het registratievel om de printer te registreren.
Toepassing voor het
congureren
van
printerbewerkingen (Web Cong)
Web
Cong
is een toepassing die draait in een webbrowser, zoals Internet Explorer of Safari, op een computer of
smart device. U kunt de printerstatus controleren of de netwerkservice en de printerinstellingen aanpassen.
Verbind de printer en de computer of het smart device met hetzelfde netwerk om Web Cong te gebruiken.
De volgende browsers worden ondersteund.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
178
Besturingssysteem Browser
Windows XP SP3 of hoger
Internet Explorer 8 of later, Firefox
*
, Chrome
*
Mac OS X v10.6.8 of hoger
Safari
*
, Firefox
*
, Chrome
*
iOS
*
Safari
*
Android 2.3 of hoger Standaard browser
Chrome OS
*
Standaard browser
* Gebruik de laatste versie.
Webconguratie
uitvoeren op een webbrowser
1.
Controleer het IP-adres van de printer.
Selecteer het netwerkpictogram op het startscherm van de printer en selecteer vervolgens de actieve
verbindingsmethode om het IP-adres van de printer te bevestigen.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
u
,
d
,
l
,
r
en drukt u op
de knop OK.
Opmerking:
U kunt het IP-adres ook controleren door het netwerkverbindingsrapport af te drukken.
2. Start een browser op een computer of smart device en voer vervolgens het IP-adres van de printer in.
Formaat:
IPv4: http://het IP-adres van de printer/
IPv6: http://[het IP-adres van de printer]/
Vo orb eel den:
IPv4: http://192.168.100.201/
IPv6: http://[2001:db8::1000:1]/
Opmerking:
Met een smart device kunt u Web Cong ook uitvoeren vanuit het onderhoudsscherm van Epson iPrint.
Gerelateerde informatie
& “Epson iPrint gebruiken” op pagina 112
& Een netwerkverbindingsrapport afdrukken” op pagina 39
Web Cong uitvoeren op Windows
Volg de onderstaande stappen om Web
Cong
uit te voeren als u een computer aansluit op de printer met WSD.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
179
1. Ga naar het scherm Apparaten en printers in Windows.
Win d ow s 10
Rechtsklik op de knop Start en selecteer Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in
Hardware en geluiden.
Windows 8.1/Windows 8
Selecteer Bureaublad > Instellingen >
Conguratiescherm
> Apparaten en printers weergeven in
Hardware en geluiden (of Hardware).
Win d ow s 7
Klik op de knop Start, selecteer
Conguratiescherm
> Apparaten en printers weergeven in Hardware en
geluiden.
Win d ow s Vist a
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Printers in Hardware en geluiden.
2.
Klik met de rechtermuisknop op uw printer en selecteer Eigenschappen.
3.
Selecteer het tabblad Web ser v ic e en klik op de URL.
Web Cong uitvoeren op Mac OS
1. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
2. Klik op Opties en toebehoren> Toon webpagina printer.
Windows-printerstuurprogramma
Het printerstuurprogramma bestuurt de printer op basis van de opdrachten van een toepassing.Door instellingen
op te geven in het printerstuurprogramma krijgt u het beste afdrukresultaat.Met het hulpprogramma voor het
printerstuurprogramma kunt u de status van de printer controleren en de printer in optimale conditie houden.
Opmerking:
U kunt de taal van het printerstuurprogramma naar wens instellen.Selecteer de gewenste taal bij Ta al op het tabblad
Hulpprogramma's.
Het printerstuurprogramma openen vanuit een toepassing
Als u instellingen wilt congureren die alleen moeten gelden voor de toepassing waarmee u aan het werk bent,
opent u het printerstuurprogramma vanuit de betreende toepassing.
Selecteer Afdrukken of Afdrukinstelling in het menu Bestand.Selecteer uw printer en klik vervolgens op
Vo or keu ren of Eigenschappen.
Opmerking:
De werking varieert naargelang de toepassing.Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Het printerstuurprogramma openen via het bedieningspaneel
Wilt u instellingen congureren voor alle toepassingen, dan kunt u dit via het bedieningspaneel doen.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
180
Wi nd o w s 1 0
Rechtsklik op de knop Start en selecteer
Conguratiescherm
> Apparaten en printers weergeven in Hardware
en geluiden.Klik met de rechtermuisknop op uw printer, of houd de printer ingedrukt en selecteer
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Windows 8.1/Windows 8
Selecteer Bureaublad > Instellingen >
Conguratiescherm
> Apparaten en printers weergeven in Hardware
en geluiden.Klik met de rechtermuisknop op uw printer, of houd de printer ingedrukt en selecteer
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Wi nd o w s 7
Klik op de knop Start, selecteer
Conguratiescherm
> Apparaten en printers weergeven in Hardware en
geluiden.Klik met de rechtermuisknop op uw printer en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Windows Vista
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Printers in Hardware en geluiden.Klik met de
rechtermuisknop op uw printer en selecteer Voorkeursinstellingen selecteren.
Wi nd o w s X P
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Printers en andere hardware > Printers en
faxapparaten.Klik met de rechtermuisknop op uw printer en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Het printerstuurprogramma openen via het printerpictogram op de taakbalk
Het printerpictogram op de taakbalk van het bureaublad is een snelkoppeling waarmee u snel het
printerstuurprogramma kunt openen.
Als u op het printerpictogram klikt en Printerinstellingen selecteert, kunt u hetzelfde venster met
printerinstellingen openen als het venster dat u opent via het bedieningspaneel.Als u op dit pictogram dubbelklikt,
kunt u de status van de printer controleren.
Opmerking:
Als het printerpictogram niet op de taakbalk wordt weergegeven, open dan het venster van het printerstuurprogramma, klik
op Controlevoorkeursinstellingen op het tabblad Hulpprogramma's en selecteer vervolgens Snelkoppelingspictogram
registreren op taakbalk.
De toepassing starten
Open het venster van het printerstuurprogramma.Selecteer het tabblad Hulpprogramma's.
Gerelateerde informatie
&
“Uitleg bij de printerdriver voor Windows” op pagina 181
Uitleg bij de printerdriver voor Windows
De printerdriver voor Windows hee een Help-functie. Als u uitleg over de instellingen wilt weergeven, klik dan
met de rechtermuisknop op de instelling en klik vervolgens op Help.
Het tabblad Hoofdgroep
Hier kunt u basisinstellingen opgeven voor het afdrukken, zoals het papiertype of papierformaat.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
181
U kunt ook instellingen opgeven voor het afdrukken op beide zijden van het papier of het afdrukken van meerdere
pagina's op één vel papier.
Het tabblad Meer opties
Hier kunt u extra opties voor de lay-out en het afdrukken opgeven, zoals het formaat van de afdruk of
kleurcorrecties.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
182
Het tabblad Hulpprogramma's
U kunt onderhoudsfuncties uitvoeren, zoals de spuitstukcontrole en printkopreiniging, en door EPSON Status
Monitor 3 te starten kunt u de printerstatus en foutmeldingen raadplegen.
Bedieningsinstellingen voor Windows-printerdriver congureren
U kunt instellingen congureren zoals het inschakelen van EPSON Status Monitor 3.
1. Open het venster van de printerdriver.
2.
Klik op Extra instellingen op het tabblad Hulpprogramma's.
3.
Congureer
de gewenste instellingen en klik vervolgens op OK.
Zie de online-Help voor een uitleg van de items voor instellingen.
Gerelateerde informatie
& “Windows-printerstuurprogramma” op pagina 180
Mac OS-printerstuurprogramma
Het printerstuurprogramma bestuurt de printer op basis van de opdrachten van een toepassing.Door instellingen
op te geven in het printerstuurprogramma krijgt u het beste afdrukresultaat.Met het hulpprogramma voor het
printerstuurprogramma kunt u de status van de printer controleren en de printer in optimale conditie houden.
Het printerstuurprogramma openen vanuit een toepassing
Klik op Pagina-instelling of Afdrukken in het menu File van uw toepassing.Klik indien nodig op Toon detai l s (of
d
) om het afdrukvenster te vergroten.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
183
Opmerking:
Aankelijk van de toepassing die wordt gebruikt, wordt Pagina-instelling mogelijk niet weergegeven in het menu Bestand
en kunnen de bewerkingen voor het weergeven van het afdrukscherm verschillen.Zie de Help van de toepassing voor meer
informatie.
De toepassing starten
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en
faxen) en selecteer vervolgens de printer.Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open
Printerhulpprogramma.
Gerelateerde informatie
& “Uitleg bij het printerstuurprogramma voor Mac OS” op pagina 184
Uitleg bij het printerstuurprogramma voor Mac OS
Afdrukvenster
Met het snelmenu in het midden kunt u meer items weergeven.
Snelmenu Beschrijving
Lay-out Hiermee kunt u een lay-out selecteren voor het afdrukken van meerdere pagina's op één vel of
aangeven dat u een rand wilt afdrukken.
Kleuren aanpassen Hiermee kunt u de kleuren aanpassen.
Papierafhandeling U kunt de afdruktaak groter of kleiner maken en automatisch aanpassen aan het
papierformaat dat u hebt geladen.
Voorblad
U kunt een voorblad selecteren voor uw documenten.Selecteer Type voorblad om de inhoud
in te stellen die op het voorblad moet worden afgedrukt.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
184
Snelmenu Beschrijving
Printerinstellingen Hiermee kunt u de basisinstellingen voor het afdrukken opgeven, zoals de papiersoort en
afdrukkwaliteit.
Kleurenopties
Als u EPSON Kleurencontrole selecteert in het menu Kleuren aanpassen, kunt u een
kleurcorrectiemethode kiezen.
Inst. dubbelzijdig afdr. Hiermee kunt u een bindrichting voor het dubbelzijdig afdrukken of een documenttype
selecteren.
Opmerking:
Als u OS X Mountain Lion of hoger gebruikt en het menu Printerinstellingen wordt niet weergegeven, is het Epson-
printerstuurprogramma niet goed geïnstalleerd.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en faxen),
verwijder de printer en voeg de printer opnieuw toe.Open de volgende website en voer de productnaam in.Ga naar
Ondersteuning en lees de Tips.
http://epson.sn
Epson Printer Utility
U kunt een onderhoudsfunctie uitvoeren, zoals de spuitstukcontrole en printkopreiniging, en door EPSON Status
Monitor te starten kunt u de printerstatus en foutmeldingen raadplegen.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
185
Bedieningsinstellingen voor Mac OS-printerdriver congureren
Het venster Bedieningsinstellingen openen voor het Mac OS-
printerstuurprogramma
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en
faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of Driver).
Bedieningsinstellingen voor het Mac OS-printerstuurprogramma
Dik papier en enveloppes: Voorkomt inktvlekken bij gebruik van dik papier.De afdruksnelheid kan echter
afnemen.
Lege pagina overslaan: Hiermee wordt voorkomen dat lege pagina's worden afgedrukt.
Stille modus: Hiermee maakt de printer minder geluid, maar de afdruksnelheid kan afnemen.
Tijdelijk afdrukken in zwart-wit: hiermee wordt alleen tijdelijk met zwarte inkt afgedrukt.
Autom. cassette omschakelen: hiermee wordt automatisch papier ingevoerd uit papiercassette 2 wanneer het
papier in papiercassette 1 op is.Laad hetzelfde papier (type en formaat) in papiercassette 1 en papiercassette 2.
Afdrukken met hoge snelheid: Hiermee wordt afgedrukt wanneer de printkop in beide richtingen beweegt.Het
afdrukken verloopt sneller, maar de kwaliteit kan afnemen.
Waarschuwingen: Wanneer deze optie is ingeschakeld, kan het printerstuurprogramma waarschuwingen
weergeven.
Bidirectionele communicatie gebruiken: dit moet normaliter zijn ingesteld op Aan.Selecteer Uit wanneer het
openen van de printerinformatie niet mogelijk is omdat de printer wordt gedeeld met Windows-computers in
een netwerk.
Gerelateerde informatie
& “Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken” op pagina 158
Toepassing voor het scannen van documenten en
afbeeldingen (Epson Scan 2)
Epson Scan 2 is een toepassing waarmee het scanproces geregeld kan worden.U kunt formaat, resolutie,
helderheid, contrast en kwaliteit van de gescande
aeelding
aanpassen.U kunt Epson Scan 2 ook starten vanuit
een TWAIN-scantoepassing.Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Beginnen met Windows
Wi nd o w s 1 0
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens EPSON > Epson Scan 2.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de
soware
in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
186
Wi nd o w s 7 / Wi n d o w s Vi st a / Wi n d ow s XP
Klik op de knop Start en selecteer dan Alle programma's of programma's > EPSON > Epson Scan 2> Epson
Scan 2.
Beginnen met Mac OS
Opmerking:
Epson Scan 2 biedt geen ondersteuning voor de Mac OS-functie voor snelle gebruikersoverschakeling.Schakel snelle
gebruikersoverschakeling uit.
Selecteer Start > Toepassingen > Epson Soware > Epson Scan 2.
Gerelateerde informatie
& “Toepassingen installeren” op pagina 192
De netwerkscanner toevoegen
U moet de netwerkscanner toevoegen voordat u Epson Scan 2 kunt gebruiken.
1. Start de
soware
en klik vervolgens op Toevoegen in het scherm Scannerinstellingen.
Opmerking:
Als To e vo eg e n is grijs wordt weergegeven, klikt u op Bewerken inschakelen.
Als het startscherm van Epson Scan 2 wordt weergegeven, is de netwerkscanner al verbonden. Als u verbinding wilt
maken met een ander netwerk, selecteert u Scanner > Instellingen om het scherm Scannerinstellingen te openen.
2. Voeg de netwerkscanner toe. Voer de volgende items in en klik op Toevoegen.
Model: selecteer de scanner waarmee u verbinding wilt maken.
Naam: voer de scannernaam in. Deze mag maximaal 32 tekens bevatten.
Netwerk zoeken: wanneer de computer en de scanner zich in hetzelfde netwerk bevinden, wordt het IP-
adres weergegeven. Als dit niet wordt weergegeven, klikt u op de knop
. Als het IP-adres nog steeds niet
wordt weergegeven, klikt u op Adres opgeven en voert u het IP-adres rechtstreeks in.
3.
Selecteer de scanner in het scherm Scannerinstellingen en klik vervolgens op OK.
Toepassing voor het
congureren
van
scanbewerkingen vanaf het bedieningspaneel (Epson
Event Manager)
Epson Event Manager is een toepassing waarmee u vanuit het
conguratiescherm
het scannen kunt beheren en
bestanden kunt opslaan op een computer.U kunt uw eigen instellingen als presets toevoegen zoals het
documenttype, de locatie voor de opslagmap en het formaat van het bestand.Zie de Help van de toepassing voor
meer informatie.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
187
Beginnen met Windows
Wi nd o w s 1 0
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Epson Soware > Event Manager.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Wi nd o w s 7 / Wi n d o w s Vi st a / Wi n d ow s XP
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Alle programma's of Programma's > Epson Soware > Event
Manager.
Beginnen met Mac OS
Ga > Toe p as si ng en > Epson Soware > Event Manager.
Gerelateerde informatie
& “Scannen naar een computer (Event Manager)” op pagina 130
& “Toepassingen installeren” op pagina 192
Toepassing voor fotolay-out (Epson Easy Photo Print)
Epson Easy Photo Print is een toepassing waarmee u gemakkelijk foto's met verschillende lay-outs kunt
afdrukken.U kunt het voorbeeld van het foto-bestand bekijken en het bestand of de positie aanpassen.U kunt ook
foto's met een rand afdrukken.Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Wanneer u afdrukt op origineel Epson-fotopapier, wordt de inktkwaliteit gemaximaliseerd en krijgt u levendige en
scherpe afdrukken.
Als u randloos wilt afdrukken met een in de handel verkrijgbaar sowarepakket, congureert u de volgende
instellingen.
Zorg dat uw gegevens passen op het papierformaat.Als u in de toepassing die u gebruikt een marge kunt
instellen, stel de marge dan in op 0 mm.
Schakel in het printerstuurprogramma de instelling voor randloos afdrukken in.
Opmerking:
Het printerstuurprogramma moet zijn geïnstalleerd om deze toepassing te gebruiken.
Beginnen met Windows
Wi nd o w s 1 0
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Epson Soware > Epson Easy Photo Print.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Wi nd o w s 7 / Wi n d o w s Vi st a / Wi n d ow s XP
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Alle programma's of Programmas > Epson Soware > Epson
Easy Photo Print.
Beginnen met Mac OS
Ga > Toe p as si ng en > Epson
Soware
> Epson Easy Photo Print.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
188
Gerelateerde informatie
& “Toepassingen installeren” op pagina 192
Toepassing voor het afdrukken van tekst of
afbeeldingen op een schijf (Epson Print CD)
Epson Print CD is een toepassing waarmee u een cd-/dvd-label kunt ontwerpen om rechtstreeks af te drukken op
een cd/dvd.Ook is het mogelijk een cd-/dvd-hoesje af te drukken.Zie de Help van de toepassing voor meer
informatie.
Opmerking:
Het printerstuurprogramma moet zijn geïnstalleerd om deze toepassing te gebruiken.
Beginnen met Windows
Wi nd o w s 1 0
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens EPSON-soware > Print CD.
Wi nd o w s 8 / Wi n d o w s 8 . 1
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Wi nd o w s 7 / Wi n d o w s Vi st a / Wi n d ow s XP
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Alle programma's of Programma's > Epson Soware > Print
CD.
Beginnen met Mac OS
Selecteer Start > Toepassingen > Epson Soware > Print CD > Print CD.
Gerelateerde informatie
&
“Toepassingen installeren” op pagina 192
Toepassing voor het afdrukken van webpagina's (E-
Web Print)
E-Web Print is een toepassing waarmee u gemakkelijk webpagina's met verschillende lay-outs kunt afdrukken.Zie
de Help van de toepassing voor meer informatie.U kunt de help openen in het menu E-Web Print op de werkbalk
E-Web Print.
Opmerking:
Controleer op ondersteunde browsers en de laatste versie van de downloadsite.
Starten
Wanneer u E-Web Printinstalle ert, wordt dit weergegeven in uw browser.Klik op Afdrukken of Clippen.
Gerelateerde informatie
& “Toepassingen installeren” op pagina 192
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
189
Toepassing voor het scannen en overdragen van
afbeeldingen (Easy Photo Scan)
Easy Photo Scan is een toepassing waarmee u foto's kunt scannen en de gescande aeelding vervolgens
gemakkelijk kunt verzenden naar een computer of naar een dienst in de cloud.Daarbij kunt u de gescande
aeelding gemakkelijk aanpassen.Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Opmerking:
Als u deze toepassing wilt gebruiken, moet het scannerstuurprogramma Epson Scan 2 worden geïnstalleerd.
Beginnen met Windows
Wi nd o w s 1 0
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens EPSON-soware > Easy Photo Scan.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Wi nd o w s 7 / Wi n d o w s Vi st a / Wi n d ow s XP
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Alle programma's of Programma's > Epson Soware > Easy
Photo Scan.
Beginnen met Mac OS
Selecteer Start > Toepassingen > Epson
Soware
> Easy Photo Scan.
Gerelateerde informatie
& “Toepassingen installeren” op pagina 192
Hulpprogramma's voor software-updates (EPSON
Software Updater)
EPSON Soware Updater is een toepassing die controleert op nieuwe of bijgewerkte soware op internet en deze
vervolgens installeert.U kunt ook de rmware en de handleiding van de printer bijwerken.
Beginnen met Windows
Wi nd o w s 1 0
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Epson Soware > EPSON Soware Updater.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Wi nd o w s 7 / Wi n d o w s Vi st a / Wi n d ow s XP
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Alle Programma's of Programma's > Epson Soware > EPSON
Soware
Updater.
Opmerking:
U kunt EPSON Soware Updater ook starten door te klikken op het printerpictogram op de taakbalk van het bureaublad en
vervolgens
Soware-update
te selecteren.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
190
Beginnen met Mac OS
Selecteer Start > Toepassingen > Epson Soware > EPSON Soware Updater.
Gerelateerde informatie
& “Toepassingen installeren” op pagina 192
Toepassingen verwijderen
Meld u aan op uw computer als beheerder. Voer het beheerderswachtwoord in als u hierom wordt gevraagd.
Toepassingen verwijderen — Windows
1. Druk op de knop
P
om de printer uit te zetten.
2. Sluit alle actieve toepassingen.
3. Conguratiescherm openen:
Win d ow s 10
Rechtsklik op de knop Start en selecteer Conguratiescherm.
Windows 8.1/Windows 8
Selecteer Bureaublad > Instellingen > Conguratiescherm.
Windows 7/Windows Vista/Windows XP
Klik op de startknop en selecteer Conguratiescherm.
4. Open Een programma verwijderen (of Programma's installeren of verwijderen):
Windows 10/Windows 8.1/Windows 8/Windows 7/Windows Vista
Selecteer Een programma verwijderen in Programma's.
Win d ow s X P
Klik op Programma's installeren of verwijderen.
5. Selecteer de
soware
die u wilt verwijderen.
U kunt het printerstuurprogramma niet verwijderen als er afdruktaken actief zijn. Verwijder de taken of wacht
tot deze zijn afgedrukt voordat u het printerstuurprogramma verwijdert.
6. De toepassingen verwijderen:
Windows 10/Windows 8.1/Windows 8/Windows 7/Windows Vista
Klik op Ver w ijd ere n/ wi jzi gen of Ve r wij der en .
Win d ow s X P
Klik op Wijzigen/Verwijderen of Ver w ijd eren.
Opmerking:
Als het venster Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven, klikt u op Doorgaan.
7. Volg de instructies op het scherm.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
191
Toepassingen verwijderen — Mac OS
1. Download de Uninstaller met EPSON Soware Updater.
Als u de Uninstaller hebt gedownload,
hoe
u deze niet telkens opnieuw te downloaden wanneer u de
toepassing verwijdert.
2. Druk op de knop
P
om de printer uit te zetten.
3. Als u het printerstuurprogramma wilt verwijderen, selecteert u Systeemvoorkeuren in het menu
>
Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en faxen) en vervolgens verwijdert u de printer
uit de printerlijst.
4. Sluit alle actieve toepassingen.
5. Selecteer Start > Toepassingen > Epson Soware > Uninstaller.
6. Selecteer de toepassing die u wilt verwijderen en klik vervolgens op Maak installatie ongedaan.
c
Belangrijk:
De Uninstaller verwijdert alle Epson-inktjetprinterstuurprogramma's van de computer.Als u meerdere Epson
inktjetprinters gebruikt en u enkel bepaalde stuurprogramma's wilt verwijderen, verwijder ze dan eerst
allemaal en installeer dan enkel de vereiste stuurprogramma's.
Opmerking:
Als u de toepassing die u wilt verwijderen niet kunt vinden in de lijst, kunt u deze niet verwijderen met de
Uninstaller.Selecteer in dat geval Start > Toepassingen > Epson Soware, kies de toepassing die wilt verwijderen en
sleep deze vervolgens naar het prullenmandpictogram.
Gerelateerde informatie
& “Hulpprogramma's voor soware-updates (EPSON Soware Updater)” op pagina 190
Toepassingen installeren
Verbind uw computer met het netwerk en installeer de nieuwste versie van toepassingen vanaf de website.
Opmerking:
Meld u aan op uw computer als beheerder. Voer het beheerderswachtwoord in als u hierom wordt gevraagd.
U moet een toepassing eerst verwijderen voordat u deze opnieuw kunt installeren.
1. Sluit alle actieve toepassingen.
2. Koppel de printer en computer tijdelijk los als u de printerdriver of Epson Scan 2 installeert.
Opmerking:
Verbindt de printer en computer pas als de instructies dit zeggen.
3. Installeer de toepassingen door de instructies op onderstaande website te volgen.
http://epson.sn
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
192
Opmerking:
Als u een Windows-computer gebruikt en de toepassingen niet kunt downloaden vanaf de website, installeert u deze van
de
soware-cd
die met de printer is geleverd.
Gerelateerde informatie
& Toepassingen verwijderenop pagina 191
Toepassingen en
rmware
bijwerken
Bepaalde problemen kunnen worden opgelost door de toepassingen en rmware opnieuw te installeren.Zorg
ervoor dat u de nieuwste versie van de toepassingen en rmware gebruikt.
1.
Controleer of de printer en de computer zijn aangesloten, en of de computer met internet is verbonden.
2. Start EPSON Soware Updater en werk de toepassingen of de rmware bij.
c
Belangrijk:
Schakel de computer of de printer niet uit voordat de update is voltoord, anders kan de printer defect raken.
Opmerking:
Als u de toepassing die u wilt bijwerken niet kunt vinden in de lijst, kunt u deze niet bijwerken met de EPSON Soware
Updater.Kijk op uw lokale Epson-website voor de nieuwste versies van de toepassingen.
http://www.epson.com
Gerelateerde informatie
& “Hulpprogramma's voor
soware-updates
(EPSON
Soware
Updater)” op pagina 190
De printerrmware bijwerken via het bedieningspaneel
Als de printer verbinding hee met internet, kunt u de rmware van de printer bijwerken via het
bedieningspaneel.Nieuwe rmware kan de prestaties van de printer verbeteren of kan nieuwe functies toevoegen.U
kunt ook instellen dat de printer regelmatig zelf moet controleren of er nieuwe rmware is en zo ja, dat u daar dan
bericht van moet krijgen.
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
2. Selecteer Firmware-update > Bijwerken.
Opmerking:
Schakel Melding in om de printer regelmatig te laten controleren op beschikbare
rmware-updates.
3. Controleer het bericht dat op het scherm wordt weergegeven en druk op de knop OK om het zoeken naar
beschikbare updates te starten.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
193
4. Als op het display wordt weergegeven dat er een rmware-update beschikbaar is, volg dan de aanwijzingen op
het scherm om de update te starten.
c
Belangrijk:
Schakel de printer niet uit en trek de stekker niet uit het stopcontact zolang de update bezig is, anders kan de
printer defect raken.
Als de rmware-update niet goed wordt afgerond of mislukt, start de printer niet goed op en wordt
"Recovery Mode" weergegeven op het display de volgende keer dat de printer wordt aangezet.In dit geval
moet u de rmware opnieuw bijwerken maar dan met behulp van een computer.Sluit de printer met een
USB-kabel aan op de computer.Wanneer "Recovery Mode" wordt weergegeven op de printer, kunt u de
rmware niet via een netwerkverbinding bijwerken.Ga op de computer naar uw lokale Epson-website en
download de meest recente printerrmware.Zie de aanwijzingen op de website voor de volgende stappen.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
194
Problemen oplossen
De printerstatus controleren
Berichten op het display bekijken
Als er een foutmelding op het display wordt weergegeven, volgt u de instructies op het scherm of de onderstaande
oplossingen om het probleem op te lossen.
Foutmeldingen Oplossingen
Printerfout
Schakel de printer opnieuw in. Raadpleeg uw
documentatie voor meer details.
Doe het volgende.
1.Open de scannereenheid en verwijder al het papier en
beschermmateriaal uit de printer.
2.Sluit de scannereenheid en schakel de stroom uit en weer.
Als de foutmelding nog steeds verschijnt na het uit- en opnieuw
inschakelen, neemt u contact op met de klantendienst van Epson.
Fout bij het opslaan. Controleren en eventueel
geheugenapparaat vervangen.
Mogelijk is het externe opslagapparaat, zoals een geheugenkaart,
beschadigd.Controleer of het apparaat beschikbaar is.
Inktcartridge is bijna leeg. U kunt doorgaan met afdrukken tot u opdracht krijgt de cartridges te
vervangen.De printer kan niet afdrukken als een van de cartridges
helemaal opgebruikt is.Zorg zo snel mogelijk voor nieuwe cartridges.
Inktpatro(o)n(en) bijna leeg. Afdruktaak drukt
mogelijk niet volledig af.
Het wordt aanbevolen de cartridge te vervangen door een nieuwe door
Volgende op het weergegeven scherm te selecteren en Vervangen
voor afdrukken te selecteren.
Als u Doorgaan met afdrukken selecteert en doorgaat met afdrukken,
wordt het papier uitgeworpen wanneer tijdens het afdrukken de inkt op
raakt.Selecteer in dit geval Geann. voordat u de inktcartridge
vervangt.Als u het afdrukken niet annuleert, wordt papier verspild
omdat het afdrukken na het vervangen van de inktcartridge halverwege
de taak wordt gestart op nieuw papier.
Als u de cartridges vervangt tijdens het kopiëren, kunnen de originelen
verschuiven als u de scannereenheid opent en sluit.Vervang de
originelen voordat u gaat kopiëren.
U moet de volgende inktcartridge(s) vervangen. Voor een optimale afdrukkwaliteit en bescherming van de printkop blijft
een variabele inktreserve in de cartridge achter op het moment waarop
de printer aangeeft dat u de cartridge moet vervangen.Vervang het
inktpatroon wanneer hierom wordt gevraagd.
Inktkussen voor randloos afdrukken van printer
nadert einde levensduur. Gebruiker kan
onderdeel niet vervangen. Neem contact op
met Epson-ondersteuning.
Neem contact op met Epson of een door Epson geautoriseerde
dienstverlener om het inktkussen voor randloos afdrukken te
vervangen*.Dit onderdeel kan niet door de gebruiker worden
vervangen.Het bericht wordt weergegeven tot het inktkussentje wordt
vervangen.
Selecteer OK om het afdrukken te hervatten.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
195
Foutmeldingen Oplossingen
Inktkussen voor randloos afdrukken van printer
heeft einde levensduur bereikt. Gebruiker kan
onderdeel niet vervangen. Neem contact op
met Epson-ondersteuning.
Neem contact op met Epson of een door Epson geautoriseerde
dienstverlener om het inktkussen voor randloos afdrukken te
vervangen*.Dit onderdeel kan niet door de gebruiker worden
vervangen.
Automatische weergave papierinstelling is
ingesteld op Uit. Sommige functies, zoals
papierformaat en type-instellingen zijn mogelijk
niet beschikbaar. Raadpleeg uw documentatie
voor details.
Als Papierconguratie is uitgeschakeld, kunt u AirPrint niet
gebruiken.Bovendien worden er geen berichten weergegeven om u te
laten weten dat het papierformaat en papiertype niet
overeenstemmen.Laat deze instelling ingeschakeld tenzij u altijd papier
van hetzelfde formaat en type gebruikt en de papierinstellingen niet
hoeft te wijzigen.
Communicatiefout. Controleer of de computer is
aangesloten.
Sluit de computer en de printer correct aan.Als u verbinding maakt via
een netwerk, raadpleegt u de pagina waarin de netwerkverbinding
vanaf de computer wordt beschreven.
Als de foutmelding wordt weergegeven tijdens het scannen, controleert
u of Epson Scan 2 en Epson Event Manager op de computer zijn
geïnstalleerd.
Combinatie van IP-adres en subnetmasker is
ongeldig. Raadpleeg uw documentatie voor
meer details.
Voer het juiste IP-adres of de juiste standaardgateway in.Neem contact
op met degene die het netwerk heeft ingesteld voor ondersteuning.
Werk rootcerticaat bij om cloudservices te
gebruiken.
Voer Web Cong uit en werk vervolgens het basiscerticaat bij.
Recovery Mode De printer is in herstelmodus gestart omdat de rmware-update is
mislukt.Volg de onderstaande stappen om opnieuw te proberen de
rmware
bij te werken.
1.Sluit de computer en de printer met een USB-kabel op elkaar aan.(In
herstelmodus kunt u de rmware niet via een netwerkverbinding
bijwerken.)
2.Ga naar uw lokale Epson-website voor verdere instructies.
*
Bij sommige afdrukcycli komt een heel kleine hoeveelheid overtollige inkt op het inktkussentje terecht.Om te
voorkomen dat er inkt uit het kussentje lekt, is het product ontworpen om het afdrukken te stoppen wanneer het
kussentje de limiet bereikt.Of en hoe vaak dit moet gebeuren, is aankelijk van het aantal pagina's dat u afdrukt
met de optie voor randloos afdrukken.Dat het kussentje moet worden vervangen, wil niet zeggen dat uw printer
niet meer volgens de specicaties functioneert.De printer brengt u op de hoogte wanneer het kussentje moet
worden vervangen. Dit kan alleen worden gedaan door een erkende Epson-serviceprovider.De kosten voor deze
vervanging vallen niet onder de garantie van Epson.
Gerelateerde informatie
& “Ondersteunde geheugenkaartspecicaties” op pagina 233
&
Specicaties
ondersteunde externe opslagapparaten” op pagina 234
&
“Toepassingen installeren” op pagina 192
&
“Toepassing voor het
congureren
van printerbewerkingen (Web
Cong
)” op pagina 178
& “Toepassingen en rmware bijwerken” op pagina 193
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
196
De printerstatus controleren - Windows
1. Open het venster van de printerdriver.
2. Klik op EPSON Status Monitor 3 op het tabblad Hulpprogramma's.
Opmerking:
U kunt de printerstatus ook controleren door te dubbelklikken op het printerpictogram op de taakbalk. Als het
printerpictogram niet aan de taakbalk is toegevoegd, klik dan op Controlevoorkeursinstellingen op het tabblad
Hulpprogramma's en selecteer vervolgens Snelkoppelingspictogram registreren op taakbalk.
Als EPSON Status Monitor 3 is uitgeschakeld, klikt u op Extra instellingen op het tabblad Hulpprogramma's en
selecteert u EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
Gerelateerde informatie
& “Windows-printerstuurprogramma” op pagina 180
De printerstatus controleren — Mac OS
1. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
2. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
3. Klik op EPSON Status Monitor.
U kunt de printerstatus, het inktpeil en de foutstatus controleren.
Vastgelopen papier verwijderen
Controleer de foutmelding die op het bedieningspaneel wordt weergegeven en volg de instructies om het
vastgelopen papier, inclusief afgescheurde stukjes, te verwijderen. Verwijder hierna de foutmelding.
c
Belangrijk:
Verwijder voorzichtig het vastgelopen papier. Het papier krachtdadig verwijderen kan de printer beschadigen.
Vastgelopen papier binnen in de printer verwijderen
!
Let op:
Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten.Anders kunt u zich
verwonden.
Raak nooit de knoppen van het bedieningspaneel aan als u met uw hand in de printer zit.Als de printer begint te
werken, kunt u zich verwonden.Raak de uitstekende delen niet aan om verwondingen te voorkomen.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
197
1. Open de scannereenheid met het documentdeksel gesloten.
2. Verwijder het vastgelopen papier.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
198
c
Belangrijk:
Raak de witte, platte kabel of het doorzichtige folie binnen in de printer niet aan.Dit kan een storing
veroorzaken.
3. Sluit de scannereenheid.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
199
Vastgelopen papier verwijderen uit het Achterpaneel
1. Verwijder de achterpaneel.
2.
Verwijder het vastgelopen papier.
3. Verwijder het vastgelopen papier uit de achterpaneel
4. Laad de achterpaneel in de printer.
Vastgelopen papier verwijderen uit de Papiercassette
1. Berg de uitvoerlade op.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
200
2. Trek de papiercassette uit de printer.
Voor papiercassette 2 tilt u deze iets op en
schui
u deze dan naar buiten.
3. Verwijder het vastgelopen papier.
4. Lijn de randen van het papier uit en schuif de zijgeleiders tegen de randen van het papier aan.
5. Laad de papiercassette in de printer.
Papier wordt niet goed ingevoerd
Controleer de volgende punten en voer de toepasselijke acties uit om het probleem op te lossen.
Plaats de printer op een vlakke ondergrond en gebruik deze in de aanbevolen omgevingsomstandigheden.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
201
Gebruik papier dat door deze printer wordt ondersteund.
Volg de voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking.
Laad niet meer dan het maximale aantal pagina's voor het specieke papiertype.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat en -type overeenkomen met het werkelijke papierformaat
en -type dat in de printer is geladen.
Reinig de roller in de printer.
Gerelateerde informatie
&
Omgevingsspecicaties
” op pagina 236
& Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 51
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 52
&
“Lijst met papiertypes” op pagina 53
& Het papiertraject reinigen om papierstoringen te voorkomen” op pagina 166
Papier loopt vast
Laad het papier in de juiste richting en schuif de zijgeleiders tegen de randen van het papier aan.
Laad één blad papier per keer wanneer u meerdere bladen laadt.
Gerelateerde informatie
& “Vastgelopen papier verwijderen” op pagina 197
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 55
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
Papier wordt schuin ingevoerd
Laad het papier in de juiste richting en schuif de zijgeleiders tegen de randen van het papier aan.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 55
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
Er worden meerdere vellen papier tegelijk uitgevoerd
Laad één vel papier per keer.
Wanneer er verschillende bladen tegelijk worden ingevoerd tijdens handmatig dubbelzijdig afdrukken, haalt u
al het papier uit de printer voordat u het opnieuw laadt.
Cd-/dvd-lade wordt uitgeworpen
Zorg ervoor dat de schijf goed op de lade ligt en plaats de lade op de juiste manier in het apparaat.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
202
Plaats de cd-/dvd-lade pas in het apparaat wanneer dit in de instructies wordt aangegeven. Anders treedt er een
fout op en wordt de lade uitgeworpen.
Gerelateerde informatie
& “Foto's op een cd-/dvd-label afdrukken” op pagina 83
& “Kopiëren op een cd-/dvd-label” op pagina 123
Problemen met stroomtoevoer en bedieningspaneel
De stroom wordt niet ingeschakeld
Controleer of het netsnoer goed in het stopcontact zit.
Houd de knop
P
iets langer ingedrukt.
De stroom wordt niet uitgeschakeld
Houd de knop
P
iets langer ingedrukt. Als de printer ook hiermee niet uitgaat, haalt u de stekker uit het
stopcontact. Zet de printer weer aan en zet deze vervolgens uit door op de knop
P
te drukken om te voorkomen
dat de printkop uitdroogt.
Stroom schakelt automatisch uit
Selecteer Instel. > Basisinstellingen > Uitschakelinst. en schakel vervolgens de instellingen Uitschakelen
indien inactief en Uitschakelen indien losgekoppeld uit.
Selecteer Instel. > Basisinstellingen en schakel vervolgens de instelling Uitschakelingstimer uit.
Opmerking:
Uw product hee mogelijk de functie Uitschakelinst. of Uitschakelingstimer, aankelijk van de plaats van aankoop.
Het display wordt donker
De printer staat in slaapstand. Druk op een willekeurige knop op het bedieningspaneel om het display weer te
activeren.
De functie Autom. inschakeling werkt niet
Zorg ervoor dat de instelling Autom. inschakeling in Basisinstellingen is ingeschakeld.
Zorg ervoor dat de printer goed is aangesloten met een USB-kabel of op het netwerk.
Gerelateerde informatie
& “Basisinstellingen” op pagina 171
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
203
Kan niet afdrukken vanaf een computer
De verbinding controleren (USB)
Sluit de USB-kabel goed aan tussen de printer en de computer.
Als u een USB-hub gebruikt, sluit u de printer direct op de computer aan.
Als de USB-kabel niet wordt herkend, gebruikt u een andere poort of een andere USB-kabel.
Probeer het volgende als de printer niet kan afdrukken via een USB-verbinding.
Koppel de USB-kabel los van de computer.Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram op de
computer en selecteer Apparaat verwijderen.Sluit vervolgens de USB-kabel aan op de computer en druk een
testpagina af.
Stel de USB-verbinding opnieuw in aan de hand van de stappen in deze handleiding voor het wijzigen van de
verbindingsmethode met een computer.Zie de koppeling met gerelateerde informatie hieronder voor meer
informatie.
Gerelateerde informatie
& “De verbindingsmethode met een computer wijzigen” op pagina 47
De verbinding controleren (netwerk)
Als u niet kunt afdrukken via een netwerk, raadpleegt u de pagina waarin de netwerkverbinding vanaf de
computer wordt beschreven.
Als de afdruksnelheid laag is of als het afdrukken wordt onderbroken, is er mogelijk een verbindingsprobleem
met de netwerkapparaten.Plaats de printer dichter bij het toegangspunt en schakel het toegangspunt uit en weer
in.Als het probleem hiermee niet is opgelost, raadpleegt u de documentatie die bij het toegangspunt is geleverd.
Wanneer u een ander toegangspunt in gebruik hebt genomen of van provider bent gewisseld, stelt u de
netwerkverbindingen voor de printer opnieuw in.Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID
als de printer.
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit.Wacht circa 10 seconden en schakel de apparaten
in de volgende volgorde weer in: het toegangspunt, de computer of het smart device en tenslotte de
printer.Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en het toegangspunt
anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens opnieuw de
netwerkinstellingen te congureren.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
204
Druk het netwerkverbindingsrapport af.Zie de koppeling met gerelateerde informatie hieronder voor meer
informatie.Als uit het rapport blijkt dat er geen netwerkverbinding tot stand is gebracht, controleert u het
netwerkverbindingsrapport en volgt u de afgedrukte oplossingen.
Als het aan de printer toegewezen IP-adres 169.254.XXX.XXX is, en het subnetmasker is 255.255.0.0, is het IP-
adres mogelijk niet correct toegewezen.Start het toegangspunt opnieuw of reset de netwerkinstellingen van de
printer.Als het probleem hiermee niet is opgelost, raadpleegt u de documentatie van het toegangspunt.
Probeer op de computer een internetpagina te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van de
computer correct zijn.Als u geen internetpagina's kunt openen, is er probleem met de computer.Controleer de
netwerkverbinding van de computer.
Gerelateerde informatie
& “Een computer verbinden” op pagina 29
& Een netwerkverbindingsrapport afdrukken” op pagina 39
De software en gegevens controleren
Controleer of een origineel Epson-printerstuurprogramma is geïnstalleerd.Als er geen origineel Epson-
printerstuurprogramma is geïnstalleerd, zijn de functies beperkt.Het wordt aanbevolen een origineel Epson-
printerstuurprogramma te gebruiken.Zie de koppeling met gerelateerde informatie hieronder voor meer
informatie.
Als u een aeelding afdrukt die uit een grote hoeveelheid gegevens bestaat, kan de computer een tekort aan
geheugen ondervinden.Druk de aeelding af op een lagere resolutie of een kleiner formaat.
Gerelateerde informatie
& “Toepassingen installeren” op pagina 192
& “Controleren op originele Epson-printerstuurprogramma's” op pagina 205
Controleren op originele Epson-printerstuurprogramma's
Via een van de volgende methoden kunt u controleren of op de computer een origineel Epson-
printerstuurprogramma is geïnstalleerd.
Windows
Selecteer Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven (Printers, Printers en faxapparaten) en doe
het volgende om het venster voor printservereigenschappen te openen.
Windows 10/Windows 8.1/Windows 8/Windows 7
Klik op het printerpictogram en klik vervolgens op Printservereigenschappen bovenaan het venster.
Windows Vista
Klik met de rechtermuisknop op de map Printers en selecteer vervolgens Als administrator uitvoeren >
Servereigenschappen.
Wi nd o w s X P
Selecteer in het menu Bestand de optie Servereigenschappen.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
205
Klik op het tabblad Stuurprogramma.Als de naam van uw printer in de lijst wordt weergegeven, is een origineel
Epson-printerstuurprogramma op de computer geïnstalleerd.
Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en
faxen) en selecteer vervolgens de printer.Klik op Opties en toebehoren, en als het tabblad Opties en het tabblad
Hulpprogramma worden weergegeven, is er een origineel Epson-printerstuurprogramma op de computer
geïnstalleerd.
Gerelateerde informatie
& “Toepassingen installeren” op pagina 192
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
206
De printerstatus controleren vanaf de computer (Windows)
Wanneer een melding wordt weergegeven waarin wordt aangegeven dat het hulpprogramma voor
verbindingscontrole EPSON Status Monitor 3 wordt gestart, klikt u op OK.Zo kunt u automatisch
verbindingsfouten wissen of controleren hoe u fouten kunt oplossen.
Klik op EPSON Status Monitor 3 in het tabblad Hulpprogramma's van het printerstuurprogramma en
controleer de printerstatus.Als EPSON Status Monitor 3 is uitgeschakeld, klikt u op Extra instellingen op het
tabblad Hulpprogramma's en selecteert u EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
207
Klik op Wa c ht ri j op het tabblad Hulpprogramma's van het printerstuurprogramma, en controleer het
volgende.
Controleer of er gepauzeerde afdruktaken zijn.
Als overbodige gegevens achterblijven, selecteert u Alle documenten annuleren in het menu Printer.
Zorg ervoor dat de printer niet oine of in wachtstand staat
Als de printer
oine
is of in wachtstand staat, schakel de relevante instelling dan uit via het menu Printer.
Zorg ervoor dat de printer is geselecteerd als standaardprinter via het menu Printer (er moet een vinkje op
het item staan).
Als de printer niet als standaardprinter is geselecteerd, stelt u deze in als de standaardprinter.Als zich
meerdere pictogrammen bevinden in Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven (Printers,
Printers en faxapparaten), raadpleegt u het volgende gedeelte om het pictogram te selecteren.
Vo orb eel d)
USB-verbinding: EPSON XXXX-serie
Netwerkverbinding: EPSON XXXX-serie (netwerk)
Als u het printerstuurprogramma. meerdere keren hebt geïnstalleerd, worden er mogelijk kopieën gemaakt
van het printerstuurprogramma.Als er kopieën zijn gemaakt, bijvoorbeeld met de naam "EPSON XXXX
Series (kopie 1)", klikt u met de rechtermuisknop op het gekopieerde stuurprogrammapictogram en klikt u
op Apparaat verwijderen.
Zorg ervoor dat de printerpoort goed is geselecteerd in Eigenschappen > Poort in het menu Printer. Dit
gaat als volgt.
Selecteer "USBXXX" voor een USB-verbinding of "EpsonNet Print Port" voor een netwerkverbinding.
Gerelateerde informatie
& Afdrukken annuleren” op pagina 118
& Uitleg bij de printerdriver voor Windows” op pagina 181
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
208
De printerstatus controleren vanaf de computer (Mac OS)
Zorg ervoor dat de printerstatus niet Pauze is.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en
faxen), en dubbelklik dan op de printer.Als de printer gepauzeerd is, klikt u op Hervatten (of Printer hervatten).
Gerelateerde informatie
& “Uitleg bij het printerstuurprogramma voor Mac OS” op pagina 184
Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt
congureren
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de
apparaten in de volgende volgorde weer in: het toegangspunt, de computer of het smart device en tenslotte de
printer. Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en het toegangspunt
anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens opnieuw de
netwerkinstellingen te congureren.
Selecteer Instel. > Netwerkinstellingen > Controle van netwerkverbinding en druk vervolgens het
netwerkverbindingsrapport af. Als er een fout is opgetreden, controleer dan het netwerkverbindingsrapport en
volg de afgedrukte oplossingen.
Gerelateerde informatie
& Een netwerkverbindingsrapport afdrukken” op pagina 39
& “Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport” op pagina 40
Kan geen verbinding maken vanaf apparaten terwijl de
netwerkinstellingen correct zijn
Als u geen verbinding kunt maken tussen de computer of het smart device en de printer terwijl er geen fouten
worden weergegeven in het netwerkverbindingsrapport, controleert u het volgende.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
209
Wanneer u tegelijkertijd meerdere toegangspunten gebruikt, kunt u de printer mogelijk niet gebruiken vanaf de
computer of het smart device vanwege de instellingen van de toegangspunten.Verbind de computer of het smart
device met hetzelfde toegangspunt als de printer.
Als de tetheringfunctie op het smart device is ingeschakeld, schakelt u deze uit.
Mogelijk kunt u geen verbinding maken met het toegangspunt wanneer dit meerdere SSID's
hee
en de
apparaten zijn verbonden met andere SSID's op hetzelfde toegangspunt.Verbind de computer of het smart
device via hetzelfde SSID als de printer.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
210
Een toegangspunt dat compatibel is met zowel IEEE802.11a als IEEE802.11g hee een SSID voor 2,4 GHz en 5
GHz.Als u de computer of het smart device verbindt via een 5GHz-SSID, kunt u geen verbinding maken met de
printer omdat deze alleen communicatie via 2,4 GHz ondersteunt.Verbind de computer of het smart device via
hetzelfde SSID als de printer.
De meeste toegangspunten hebben een functie voor privacyscheiding waarmee communicatie tussen
verbonden apparaten wordt geblokkeerd.Als er geen communicatie mogelijk is tussen de printer en de
computer of het smart device, terwijl deze zijn verbonden met hetzelfde netwerk, schakelt u de privacyscheiding
op het toegangspunt uit.Zie voor meer informatie de bij het toegangspunt geleverde handleiding.
Gerelateerde informatie
& “De SSID controleren waarmee de printer is verbonden” op pagina 211
& “De SSID voor de computer controleren” op pagina 212
De SSID controleren waarmee de printer is verbonden
Selecteer Instel. > Netwerkinstellingen > Netwerkstatus.U kunt in elk menu de SSID controleren voor Wi-Fi en
Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt).
Gerelateerde informatie
& “De gedetailleerde netwerkinformatie controleren op het bedieningspaneel” op pagina 38
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
211
De SSID voor de computer controleren
Windows
Klik op
in het taakvak van de desktop.Controleer de naam van de verbonden SSID in de lijst die wordt
weergegeven.
Mac OS
Klik op het Wi-Fi-pictogram boven in het computerscherm.Er wordt een lijst met SSID's weergegeven en de
verbonden SSID is gemarkeerd met een vinkje.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
212
Kan niet afdrukken vanaf een iPhone of iPad
Verbind de iPhone of iPad met hetzelfde netwerk (SSID) als de printer.
Schakel Papierconguratie in de volgende menu's in.
Instel. > Printerinstellingen > Papierbroninstelling > Papierconguratie
Schakel de instelling AirPrint in Web Cong in.
Gerelateerde informatie
& “Een smart device verbinden” op pagina 30
& Toepassing voor het congureren van printerbewerkingen (Web Cong)” op pagina 178
Afdrukproblemen
De afdruk is gekrast of er ontbreken kleuren
Als u de printer langere tijd niet hebt gebruikt, kunnen de spuitkanaaltjes van de printkop verstopt raken en
worden inktdruppels mogelijk niet doorgelaten. Voer een spuitstukcontrole uit en reinig dan de printkop als er
spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zitten.
Gerelateerde informatie
& De printkop controleren en reinigen” op pagina 162
Er verschijnen strepen of onverwachte kleuren
De spuitkanaaltjes van de printkop zijn mogelijk verstopt. Voer een spuitkanaaltjescontrole uit om na te gaan of de
printkoppen verstopt zijn. Reinig de printkop als er spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zijn.
Gerelateerde informatie
& De printkop controleren en reinigen” op pagina 162
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
213
Gekleurde streepvorming zichtbaar met een tussenafstand van
ongeveer 2.5 cm
Selecteer de geschikte papiertype-instelling voor het papiertype dat in de printer is geladen.
Lijn de printkop uit met gebruik van de functie Horizontale uitlijning.
Wanneer u afdrukt op gewoon papier, drukt u af met een hogere kwaliteitsinstelling.
Gerelateerde informatie
&
“Lijst met papiertypes” op pagina 53
& De printkop uitlijnen — Bedieningspaneel” op pagina 164
Onscherpe afdrukken, verticale strepen of verkeerde uitlijning
Lijn de printkop uit met gebruik van de functie Verticale uitlijning.
Gerelateerde informatie
& De printkop uitlijnen — Bedieningspaneel” op pagina 164
De afdrukkwaliteit is niet verbeterd na uitlijning van de printkop
Bidirectioneel (of snel) afdrukken wil zeggen dat de printkop in beide richtingen afdrukt. Verticale lijnen worden
mogelijk niet goed uitgelijnd.Als de afdrukkwaliteit niet toeneemt, schakel dan het bidirectioneel afdrukken (of
afdrukken op hoge snelheid) uit.Wanneer u deze instelling uitschakelt, kan de afdruksnelheid dalen.
Bedieningspaneel
Schakel Bidirectioneel in Instel. > Printerinstellingen uit.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
214
Wi n d o w s
Hef de selectie op van Hoge snelheid op het tabblad Meer opties van het printerstuurprogramma.
Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken
en faxen) en selecteer vervolgens de printer.Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma).Selecteer Uit voor Afdrukken met hoge snelheid.
Gerelateerde informatie
& “Menuopties voor Printerinstellingen” op pagina 172
& Uitleg bij de printerdriver voor Windows” op pagina 181
& “Uitleg bij het printerstuurprogramma voor Mac OS” op pagina 184
Afdrukkwaliteit is slecht
Controleer het volgende als de afdrukkwaliteit slecht is vanwege wazige afdrukken, zichtbare strepen, ontbrekende
kleuren, vervaagde kleuren en verkeerde uitlijning op de afdrukken.
De printer controleren
Voer een spuitstukcontrole uit en reinig dan de printkop als er spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zitten.
Lijn de printkop uit.
Het papier controleren
Gebruik papier dat door deze printer wordt ondersteund.
Niet afdrukken op papier dat vochtig, beschadigd of te oud is.
Druk het papier of de enveloppe plat als het papier gekruld is of de enveloppe lucht bevat.
Het papier niet meteen stapelen na het afdrukken.
Laat de afdrukken volledig drogen voor u ze wegsteekt of uitstalt.Vermijd direct zonlicht, gebruik geen droger
en raak de afgedrukte zijde van het papier niet aan tijdens het drogen van de afdrukken.
Epson raadt aan om origineel Epson-papier te gebruik in plaats van gewoon papier voor het afdrukken van
aeeldingen of foto's.Druk op de afdrukbare zijde van het originele Epson-papier.
De printerinstellingen controleren
Selecteer de geschikte papiertype-instelling voor het papiertype dat in de printer is geladen.
Selecteer op het bedieningspaneel of in het printerstuurprogramma Beste als instelling voor de afdrukkwaliteit.
De inktcartridge controleren
Het is raadzaam de cartridge te gebruiken vóór de datum die op de verpakking wordt vermeld.
U krijgt de beste resultaten als u de cartridge verbruikt binnen zes maanden na het openen van de verpakking.
Gebruik bij voorkeur originele Epson-cartridges.Dit product is ontworpen om kleuren aan te passen gebaseerd
op het gebruik van originele Epson-cartridges.De afdrukkwaliteit kan verslechteren wanneer niet-originele
cartridges worden gebruikt.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
215
Gerelateerde informatie
& De printkop controleren en reinigen” op pagina 162
& “De printkop uitlijnen” op pagina 164
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 52
& Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 51
& “Lijst met papiertypes” op pagina 53
Papier vertoont vlekken of is bekrast
Wanneer u horizontale streepvorming ziet of wanneer u vlekken krijgt op de boven- of onderkant van het
papier, laad het papier dan in de juiste richting en schuif de zijgeleiders tegen het papier.
Wanneer u verticale streepvorming ziet, reinig dan het papiertraject.
Plaats het papier op een vlakke ondergrond om te controleren of het is opgekruld.Maak het plat indien dit het
geval is.
Als dik papier bekrast is, schakel dan de instelling in die dit kan voorkomen.Als u deze functie inschakelt,
neemt de afdrukkwaliteit of de afdruksnelheid mogelijk af.
Bedieningspaneel
Selecteer Instel. > Printerinstellingen in het startscherm en schakel vervolgens Dik papier in.
Wi n d o w s
Klik op het tabblad Hulpprogramma's van het printerstuurprogramma op Extra instellingen en selecteer
Dik papier en enveloppes.
Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma).Selecteer Aan voor Dik papier en enveloppes.
Zorg ervoor dat de inkt volledig gedroogd is voordat u het papier opnieuw laadt bij het handmatig dubbelzijdig
afdrukken.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
216
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 55
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
& “Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken” op pagina 165
& Uitleg bij de printerdriver voor Windows” op pagina 181
& “Uitleg bij het printerstuurprogramma voor Mac OS” op pagina 184
Vlekken op het papier bij automatisch dubbelzijdig afdrukken
Wanneer u automatisch dubbelzijdig afdrukt en gegevens met een hoge dichtheid wilt afdrukken, zoals
aeeldingen en graeken, verlaag dan de afdrukdichtheid en verhoog de droogtijd.
Gerelateerde informatie
& Dubbelzijdig afdrukken” op pagina 97
& Menuopties voor kopiëren” op pagina 126
Afgedrukte foto's zijn plakkerig
Mogelijk drukt u af op de verkeerde zijde van het papier.Controleer of u op de afdrukzijde afdrukt.
Wanneer u op de verkeerde zijde van fotopapier afdrukt, moet u de papierbaan reinigen.
Gerelateerde informatie
& “Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken” op pagina 165
Afbeeldingen of foto's worden afgedrukt met de verkeerde kleuren
Bij het afdrukken vanaf het bedieningspaneel of vanaf het Windows-printerstuurprogramma, wordt de
automatische foto-aanpassingsinstelling van Epson (PhotoEnhance) standaard toegepast,
aankelijk
van het
papiersoort.Pas de instelling eventueel aan.
Bedieningspaneel
Gebruik bij Versterken niet meer de instelling Auto maar Personen, Nachtscène of Liggend.Als aanpassing
van deze instelling niet werkt, schakel dan PhotoEnhance uit door Verbeteren uit te selecteren.
Windows-printerstuurprogramma
Selecteer op het tabblad Meer opties Aangepast in Kleurcorrectie, en klik vervolgens op Geavanceerd.Wijzig
de instelling Scènecorrectie in Automat. correctie naar een van de andere opties.Als aanpassing van deze
instelling niet werkt, gebruik dan een andere kleurcorrectiemethode dan PhotoEnhance in Kleurenbeheer.
Gerelateerde informatie
& “Menuopties voor het bewerken van foto's” op pagina 80
& “De afdrukkleur aanpassen” op pagina 110
& Uitleg bij de printerdriver voor Windows” op pagina 181
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
217
De kleuren verschillen van wat u op het scherm ziet
Weergaveapparaten zoals computerschermen hebben hun eigen weergave-eigenschappen.Als het scherm niet
goed is gekalibreerd, wordt de aeelding niet met de juiste helderheid en kleuren weergegeven.Pas de
eigenschappen van het apparaat aan.Doe vervolgens het volgende.
Wi n d o w s
Open het venster van het printerstuurprogramma, selecteer Aangepast als instelling voor Kleurcorrectie op
het tabblad Meer opties en klik vervolgens op Geavanceerd.Selecteer EPSON Standaard voor
Kleurenmodus.
Mac OS
Open het afdrukdialoogvenster.Selecteer Kleurenopties in het snelmenu en klik vervolgens op de pijl naast
Extra instellingen.Selecteer EPSON Standaard voor Modus.
Licht dat op het scherm schijnt,
hee
invloed op de manier waarop de
aeelding
op het scherm wordt
weergegeven.Vermijd direct zonlicht en bevestig de aeelding wanneer u zeker bent van een juiste belichting.
Kleuren kunnen afwijken van wat u ziet op een smart device zoals een smartphone of tablet met een hoog-
resolutiescherm.
De kleuren op een scherm zijn niet precies hetzelfde als de kleuren op papier omdat het weergaveapparaat en de
printer verschillende processen voor het produceren van kleuren hebben.
Gerelateerde informatie
& Uitleg bij de printerdriver voor Windows” op pagina 181
& “Uitleg bij het printerstuurprogramma voor Mac OS” op pagina 184
Kan niet afdrukken zonder marges
Geef in de afdrukinstellingen aan dat u randloos wilt afdrukken. Als u een papiertype selecteert waarbij randloos
afdrukken niet mogelijk is, kunt u Randloos niet selecteren. Selecteer een papiertype dat randloos afdrukken
ondersteunt.
Gerelateerde informatie
& “Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen” op pagina 78
& Menuopties voor kopiëren” op pagina 126
& “Basisprincipes — Windows” op pagina 93
& “Basisprincipes — Mac OS” op pagina 94
Randen van de afbeelding vallen weg bij het randloos afdrukken
Tijdens randloos afdrukken wordt de aeelding iets vergroot en het uitstekende gebied bijgesneden.Selecteer een
kleinere vergroting.
Bedieningspaneel
Wij z i g d e i n s t e l l i n g bi j Uitbreiding.
Wi n d o w s
Klik op Instellingen naast het selectievakje Randloos op het tabblad Hoofdgroep van het
printerstuurprogramma en wijzig vervolgens de instellingen.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
218
Mac OS
Pas de instelling Uitbreiding aan in het menu Printerinstellingen van het afdrukvenster.
Gerelateerde informatie
& “Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen” op pagina 78
&
“Menuopties voor kopiëren” op pagina 126
& Uitleg bij de printerdriver voor Windows” op pagina 181
& “Uitleg bij het printerstuurprogramma voor Mac OS” op pagina 184
Positie, formaat of marges van de afdruk zijn niet juist
Laad het papier in de juiste richting en schuif de zijgeleiders tegen de randen van het papier aan.
Bij het plaatsen van de originelen op de scannerglasplaat moet u de hoek van het origineel uitlijnen met de hoek
die aangeduid is d.m.v. een symbool op de rand van de scannerglasplaat. Als de randen van de kopie
bijgesneden zijn, verschui u het origineel wat weg van de hoek.
Wanneer u de originelen op de scannerglasplaat legt, reinig dan de scannerglasplaat en het documentdeksel.
Vlekken en stof op het glas kunnen in het kopieergedeelte worden opgenomen, wat een verkeerde
kopieerpositie of kleine aeelding tot gevolg kan hebben.
Selecteer de juiste instelling voor het papierformaat.
Pas de marge-instelling in de toepassing aan zodat deze binnen het afdrukgebied valt.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 55
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 58
& De Scannerglasplaat reinigen” op pagina 167
& “Afdrukgebied” op pagina 230
Er worden meerdere originelen gekopieerd op één vel papier
Als u meerdere originelen op de scannerglasplaat plaatst om ze afzonderlijk te kopiëren en ze worden toch op één
vel papier gekopieerd, leg de originelen dan ten minste 5 mm uit elkaar. Als het probleem aanhoudt, scan dan
slechts één origineel tegelijk.
Gerelateerde informatie
&
“Foto's plaatsen om te kopiëren” op pagina 65
De afdrukpositie van fotostickers is verkeerd
Pas de afdrukpositie aan in het menu Printerinstellingen > Stickers op het bedieningspaneel.
Gerelateerde informatie
& “Menuopties voor Printerinstellingen” op pagina 172
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
219
De afdrukpositie op een cd/dvd is verkeerd
Pas de afdrukpositie aan in het menu Printerinstellingen > CD/DVD op het bedieningspaneel.
Gerelateerde informatie
& “Menuopties voor Printerinstellingen” op pagina 172
Afgedrukte tekens zijn niet juist of onleesbaar
Sluit de USB-kabel goed aan tussen de printer en de computer.
Annuleer gepauzeerde afdruktaken.
Zet de computer niet handmatig in de Stand-by- of Slaap-stand tijdens het afdrukken. Als u de computer terug
opstart, worden er mogelijk onleesbare pagina's afgedrukt.
Gerelateerde informatie
& Afdrukken annuleren” op pagina 118
De afgedrukte afbeelding is omgekeerd
Hef de selectie van instellingen voor het spiegelen van aeeldingen op in het printerstuurprogramma of de
toepassing.
Wi n d o w s
Hef de selectie op van Spiegel
aeelding
in het tabblad Meer opties van het printerstuurprogramma.
Mac OS
Hef de selectie op van Spiegel aeelding in het menu Printerinstellingen van het afdrukdialoog.
Gerelateerde informatie
& Uitleg bij de printerdriver voor Windows” op pagina 181
& “Uitleg bij het printerstuurprogramma voor Mac OS” op pagina 184
Mozaïekachtige patronen op de afdrukken
Gebruik gegevens met een hoge resolutie als u aeeldingen of foto's afdrukt. Aeeldingen op websites gebruiken
meestal een lage resolutie terwijl ze goed lijken op de display. Hierdoor kan de afdrukkwaliteit afnemen.
Op de gekopieerde afdruk verschijnen ongelijke kleuren, vegen,
vlekken of rechte lijnen
Reinig het papiertraject.
Reinig de scannerglasplaat.
Druk niet te hard op het originele bestand of het documentdeksel wanneer u de originelen op de
scannerglasplaat legt.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
220
Wanneer er vlekken op het papier zijn, verlaagt u de instelling voor de kopieerdichtheid.
Gerelateerde informatie
& “Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken” op pagina 165
& De Scannerglasplaat reinigen” op pagina 167
& Menuopties voor kopiëren” op pagina 126
Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel "moiré" genoemd) op
de gekopieerde afbeelding
Verander de instelling voor vergroten en verkleinen of plaats het origineel onder een iets andere hoek.
Gerelateerde informatie
& Menuopties voor kopiëren” op pagina 126
De achterkant van het origineel is te zien op de gekopieerde
afbeelding
Plaats een dun origineel op de scannerglasplaat en leg hier vervolgens een vel zwart papier overheen.
Verlaag de instelling voor de kopieerdichtheid op het bedieningspaneel.
Gerelateerde informatie
& Menuopties voor kopiëren” op pagina 126
Het probleem kon niet worden opgelost
Als u alle onderstaande oplossingen hebt geprobeerd en het probleem is nog steeds niet opgelost, verwijder dan de
printerdriver en installeer deze opnieuw.
Gerelateerde informatie
& Toepassingen verwijderenop pagina 191
& “Toepassingen installeren” op pagina 192
Overige afdrukproblemen
Afdrukken verloopt te traag
Sluit alle onnodige toepassingen.
Stel een lagere kwaliteit in.Afdrukken met hoge kwaliteit duurt langer.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
221
Schakel de bidirectionele (of hogesnelheids-)instelling in.Wanneer deze instelling is geselecteerd, drukt de
printkop in beide richtingen af, en verhoogt de afdruksnelheid.
Bedieningspaneel
Schakel de optie Bidirectioneel in Instel. > Printerinstellingen in.
Wi n d o w s
Selecteer Hoge snelheid op het tabblad Meer opties van het printerstuurprogramma.
Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma).Selecteer Aan voor Afdrukken met hoge snelheid.
Schakel de optie Stille modus uit.
Bedieningspaneel
Selecteer de optie
op het startscherm en schakel deze uit.
Wi n d o w s
Schakel Stille modus uit op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma.
Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma).Selecteer Uit voor Stille modus.
Als u afdrukt via een netwerk, is er op het netwerkapparaat mogelijk een verbindingsprobleem
opgetreden.Plaats de printer dichter bij het apparaat en schakel het toegangspunt uit en weer in.As u het
probleem niet kunt oplossen, raadpleegt u de documentatie die bij het toegangspunt is meegeleverd.
Als u gegevens met een hoge dichtheid afdrukt, bijvoorbeeld foto's op gewoon papier, kan het afdrukken langer
duren om de afdrukkwaliteit te garanderen.Dit hoort zo.
Gerelateerde informatie
& “Menuopties voor Printerinstellingen” op pagina 172
& Uitleg bij de printerdriver voor Windows” op pagina 181
& “Uitleg bij het printerstuurprogramma voor Mac OS” op pagina 184
Afdrukken vertraagt aanzienlijk tijdens het continu afdrukken
Het afdrukken wordt vertraagd om te voorkomen dat het printermechanisme oververhit en beschadigd raakt. Het
afdrukken kan echter worden voortgezet. Als u de normale afdruksnelheid wilt herstellen, laat u de printer
minstens 30 minuten
aoelen.
De afdruksnelheid gaat niet terug naar normale snelheid als de printer is
uitgeschakeld.
Kan het afdrukken niet annuleren vanaf een computer met Mac OS
X 10.6.8
Geef de volgende instellingen op als u het afdrukken vanaf de computer wilt stoppen.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
222
Voer Web Cong uit en selecteer vervolgens Port9100 als instelling bij Protocol Topprioriteit in AirPrint
instellen. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en scannen), verwijder de printer en voeg de printer opnieuw toe.
Gerelateerde informatie
& Toepassing voor het congureren van printerbewerkingen (Web Cong)” op pagina 178
Kan niet beginnen met scannen
Sluit de USB-kabel goed aan tussen de printer en de computer.Als u een USB-hub gebruikt, sluit u de printer
direct op de computer aan.
Als u met een hoge resolutie scant via een netwerk, kan een communicatiefout optreden.Verlaag de resolutie.
Controleer of de juiste printer (scanner) is geselecteerd in Epson Scan 2.
Controleer of de printer wordt herkend met Windows
Controleer in Windows of de printer (scanner) in Scanner en camera's wordt weergegeven.De printer (scanner)
moet worden weergegeven als "EPSON XXXXX (printernaam)".Als de printer (scanner) niet wordt weergegeven,
verwijdert u Epson Scan 2 en installeert u de toepassing opnieuw.Zie het volgende om Scanners en camera's te
openen.
Wi nd o w s 1 0
Klik met de rechtermuisknop op de knop Start en selecteer
Conguratiescherm
, voer in de charm Zoeken
"Scanners en camera's" in, klik op Scanners en camera's weergeven en controleer vervolgens of de printer
wordt weergegeven.
Windows 8.1/Windows 8
Selecteer Bureaublad > Instellingen > Conguratiescherm, voer in charm Zoeken "Scanner en camera's" in,
klik op Scanners en camera's weergeven en controleer vervolgens of de printer wordt weergegeven.
Wi nd o w s 7
Klik op de knop Start en selecteer Conguratiescherm, voer in charm Zoeken "Scanners en camera's" in, klik
op Scanners en camera's weergeven en controleer vervolgens of de printer wordt weergegeven.
Windows Vista
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Hardware en geluiden > Scanners en camera's en
controleer vervolgens of de printer wordt weergegeven.
Wi nd o w s X P
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Printers en andere hardware > Scanners en camera's
en controleer vervolgens of de printer wordt weergegeven.
Gerelateerde informatie
& Toepassingen verwijderenop pagina 191
& “Toepassingen installeren” op pagina 192
Kan scannen niet starten via bedieningspaneel
Controleer of Epson Scan 2 en Epson Event Manager goed zijn geïnstalleerd.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
223
Controleer de scaninstelling die in Epson Event Manager is toegewezen.
Gerelateerde informatie
& “Toepassing voor het scannen van documenten en aeeldingen (Epson Scan 2)” op pagina 186
& Toepassing voor het congureren van scanbewerkingen vanaf het bedieningspaneel (Epson Event Manager)”
op pagina 187
Problemen met gescande afbeeldingen
Ongelijke kleuren, vuil, vlekken, enzovoort worden weergegeven
bij scannen vanaf de glasplaat van de scanner
Reinig de glasplaat van de scanner.
Verwijder al het afval of vuil dat blij kleven aan het origineel.
Druk niet met teveel kracht op het origineel of de documentklep. Als u met teveel kracht drukt, kunnen
vervagingen, vegen en vlekken optreden.
Gerelateerde informatie
& De Scannerglasplaat reinigen” op pagina 167
De afbeeldingskwaliteit is ruw
Stel de Modus in Epson Scan 2 in op basis van het origineel dat u wilt scannen. Scan met de instellingen voor
documenten in Documentmodus en met de instellingen voor foto's in Fotomodus.
Pas in Epson Scan 2 de aeelding aan met de items op het tabblad Geavanceerde instellingen en scan het
document.
Als de resolutie te laag is, verhoogt u de resolutie en scant u opnieuw.
Gerelateerde informatie
& “Scannen met Epson Scan 2” op pagina 138
De oset schijnt door in de achtergrond van afbeeldingen
Aeeldingen
op de achterzijde van het origineel kunnen zichtbaar zijn in de gescande
aeelding.
Selecteer in Epson Scan 2 het tabblad Geavanceerde instellingen en pas vervolgens de Helderheid aan.
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van de instellingen op het tabblad Hoofdinstellingen >
Beeldtype of andere instellingen op het tabblad Geavanceerde instellingen.
Selecteer in Documentmodus in Epson Scan 2 het tabblad Geavanceerde instellingen en vervolgens
Beeldoptie > Tekst verb eteren.
Wanneer u scant vanaf de glasplaat, plaatst u dan een vel zwart papier of een schrijlok op het origineel.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
224
Gerelateerde informatie
& “Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 64
& “Scannen met Epson Scan 2” op pagina 138
De tekst is onscherp
Selecteer in Documentmodus in Epson Scan 2 het tabblad Geavanceerde instellingen en vervolgens
Beeldoptie > Tekst verb eteren.
Selecteer Documentmodus als Modus in Epson Scan 2. Scan met de instellingen voor documenten in
Documentmodus.
Wanneer in Documentmodus in Epson Scan 2 de optie Beeldtype op het tabblad Hoofdinstellingen is
ingesteld op Zwart-wit, past u de optie Drempelwaarde op het tabblad Geavanceerde instellingen aan.
Wanneer u de Drempelwaarde verhoogt, worden zwarte gedeelten groter.
Als de resolutie te laag is, verhoogt u de resolutie en scant u opnieuw.
Gerelateerde informatie
& “Documenten scannen (Documentmodus)” op pagina 138
Moiré-patronen (webachtige schaduwen) verschijnen
Als het origineel een afgedrukt document is, kunnen moiré-patronen (webachtige schaduwen) verschijnen in de
gescande aeelding.
Op het tabblad Geavanceerde instellingen in Epson Scan 2, selecteert u Ontrasteren.
Wijzig de resolutie en scan vervolgens opnieuw.
Gerelateerde informatie
& “Scannen met Epson Scan 2” op pagina 138
Kan het juiste gebied niet scannen op de glasplaat
Zorg dat het origineel correct tegen het uitlijningsteken is geplaatst.
Als de rand van de gescande aeelding ontbreekt, verplaatst u het origineel iets naar het midden van de
glasplaat.
Wanneer u meerdere originelen op de glasplaat plaatst, houd dan een ruimte van ten minste 20 mm (0,79 inch)
aan tussen de originelen.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
225
Wanneer u vanaf het bedieningspaneel scant en de functie voor automatisch bijsnijden selecteert, verwijder dan
eventueel aanwezig stof of vuil van de glasplaat en het deksel. Als zich rond het origineel stof of vuil bevindt,
wordt het scanbereik zodanig vergroot dat het stof of vuil ook wordt gescand.
Gerelateerde informatie
& “Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 64
Kan geen voorbeeld weergeven in Thumbnail
Bij het plaatsen van meerdere originelen op de glasplaat van de scanner, moet u ervoor zorgen dat er een
afstand van tenminste 20 mm (0,79 in.) aanwezig is tussen de originelen.
Controleer of het origineel recht is geplaatst.
Aankelijk van het origineel kan de voorbeeldweergave wellicht niet worden uitgevoerd in umbnail. In deze
situatie scant u in Normaal voorbeeldweergave en maak vervolgens handmatig lichtkrantelementen aan.
Gerelateerde informatie
&
“Foto's of aeeldingen scannen (Fotomodus)” op pagina 141
Tekst wordt niet correct herkend wanneer ik opsla als een
Searchable PDF
Controleer in het venster Aeeldingsformaatopties in Epson Scan 2 of de Taal correct is ingesteld op het
tabblad Te ks t .
Controleer of het origineel recht is geplaatst.
Gebruik een origineel met duidelijk leesbare tekst. Tekstherkenning kan bij de volgende soorten originelen
weigeren.
Originelen die een aantal keer zijn gekopieerd
Originelen die per fax zijn ontvangen (met een lage resolutie)
Originelen waarvan de letter- of regelafstand te klein is
Originelen met lijnen of onderstreping
Originelen met handgeschreven tekst
Originelen met vouwen of kreukels
Wanneer in Documentmodus in Epson Scan 2 de optie Beeldtype op het tabblad Hoofdinstellingen is
ingesteld op Zwart-wit, past u de optie Drempelwaarde op het tabblad Geavanceerde instellingen aan.
Wanneer u de Drempelwaarde verhoogt, wordt zwart dieper.
Selecteer in Documentmodus in Epson Scan 2 het tabblad Geavanceerde instellingen en vervolgens
Beeldoptie > Tekst verb eteren.
Gerelateerde informatie
& “Documenten scannen (Documentmodus)” op pagina 138
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
226
Problemen in gescande afbeelding kunnen niet worden opgelost
Als u alle oplossingen al hebt geprobeerd, maar het probleem nog steeds niet hebt opgelost, herstelt u de
standaardinstellingen van Epson Scan 2 met Epson Scan 2 Utility.
Opmerking:
Epson Scan 2 Utility is een toepassing die bij Epson Scan 2 wordt geleverd.
1.
Start Epson Scan 2 Utility.
Win d ow s 10
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens EPSON > Epson Scan 2 Utility.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Windows 7/Windows Vista/Windows XP
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Alle programma's of Programma's > EPSON > Epson Scan
2 > Epson Scan 2 Utility.
Mac OS
Selecteer Start > Toepassingen > Epson Soware > Epson Scan 2 Utility.
2. Selecteer het tabblad Andere.
3. Klik op Reset.
Opmerking:
Als het probleem niet wordt opgelost door het herstellen van de standaardinstellingen, verwijdert u Epson Scan 2 en
installeert u het programma opnieuw.
Gerelateerde informatie
& Toepassingen verwijderenop pagina 191
& “Toepassingen installeren” op pagina 192
Andere scanproblemen
Scansnelheid is laag
Verlaag de resolutie en scan vervolgens opnieuw. Wanneer de resolutie hoog is, kan het scannen enige tijd
duren.
De scansnelheid kan lager zijn aankelijk van de gekozen functies voor beeldaanpassing in Epson Scan 2.
Op het scherm Conguratie dat wordt weergegeven door te klikken op de knop
in Epson Scan 2, kunt u de
scansnelheid verlagen als u Stille modus instelt in het tabblad Scannen.
Gerelateerde informatie
& “Scannen met Epson Scan 2” op pagina 138
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
227
Scannen stopt bij het scannen naar een PDF/Multi-TIFF
Wanneer u scant met Epson Scan 2, kunt u continu maximaal 999 pagina's in PDF-indeling en 200 pagina's in
Multi-TIFF-indeling scannen.
We raden aan om in grijstinten te scannen bij het scannen van grote hoeveelheden.
Zorg voor genoeg beschikbare ruimte op de harde schijf van de computer. Het scannen kan ophouden als er niet
genoeg beschikbare ruimte is.
Probeer op een lagere resolutie te scannen. Het scannen stopt als de maximaal toegelaten gegevensgrootte wordt
overschreden.
Gerelateerde informatie
& “Scannen met Epson Scan 2” op pagina 138
Overige problemen
Lichte elektrische schok wanneer u de printer aanraakt
Als er vele randapparaten op de computer zijn aangesloten, kunt u een lichte elektrische schok krijgen wanneer u
de printer aanraakt. Installeer een aardingskabel naar de computer die op de printer is aangesloten.
Printer maakt veel lawaai tijdens werking
Als de printer te veel lawaai maakt, schakel dan Stille modus in.Met deze functie ingeschakeld ligt de
afdruksnelheid mogelijk lager.
Bedieningspaneel
Selecteer in het startscherm
en schakel vervolgens Stille modus in.
Windows-printerstuurprogramma
Schakel Stille modus in op het tabblad Hoofdgroep.
Mac OS-printerstuurprogramma
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken
en faxen) en selecteer vervolgens de printer.Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma).Selecteer Aan voor Stille modus.
Epson Scan 2
Klik op de knop
om het venster Conguratie te openen.Stel vervolgens Stille modus in op het tabblad
Scannen.
Gerelateerde informatie
& Uitleg bij de printerdriver voor Windows” op pagina 181
& “Uitleg bij het printerstuurprogramma voor Mac OS” op pagina 184
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
228
Kan gegevens niet opslaan op een geheugenapparaat
Gebruik een geheugenapparaat dat door de printer wordt ondersteund.
Controleer of het geheugenapparaat niet tegen schrijven is beveiligd.
Controleer of het geheugenapparaat voldoende geheugen beschikbaar hee. Als er niet voldoende geheugen is,
kunnen de gegevens niet worden opgeslagen.
Gerelateerde informatie
& “Specicaties ondersteunde externe opslagapparaten” op pagina 234
Software wordt geblokkeerd door een
rewall
(alleen Windows)
Maak van de toepassing een door Windows Firewall toegelaten programma in de beveiligingsinstellingen in het
Conguratiescherm.
"!" wordt weergegeven in het fotoselectiescherm
Wanneer het aeeldingsbestand niet wordt ondersteund door het apparaat, wordt een uitroepteken (!)
weergegeven op het lcd-scherm.
Gerelateerde informatie
& “Ondersteunde gegevensspecicaties” op pagina 234
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
229
Bijlage
Technische
specicaties
Printerspecicaties
Plaatsing spuitkanaaltjes van printkop Spuitkanaaltjes voor zwarte inkt: 360
Spuitkanaaltjes voor fotozwarte inkt: 180
Spuitkanaaltjes voor kleureninkt: 180 per kleur
Papiergewicht Gewoon papier 64 tot 90 g/m (17 tot 24 lb)
Enveloppen Envelop nr. 10, DL, C6: 75 tot 90 g/m (20 tot 24 lb)
Afdrukgebied
Afdrukgebied voor losse vellen
Afdrukkwaliteit kan afnemen in de gearceerde gedeelten vanwege het printermechanisme.
Afdrukken met randen
A 3.0 mm (0.12 in.)
B 3.0 mm (0.12 in.)
C 41.0 mm (1.61 in.)
D 37.0 mm (1.46 in.)
Randloos afdrukken
A 44.0 mm (1.73 in.)
B 40.0 mm (1.57 in.)
Afdrukgebied voor enveloppen
Afdrukkwaliteit kan afnemen in de gearceerde gedeelten vanwege het printermechanisme.
Gebruikershandleiding
Bijlage
230
A 3.0 mm (0.12 in.)
B 5.0 mm (0.20 in.)
C 18.0 mm (0.71 in.)
D 41.0 mm (1.61 in.)
Afdrukgebied voor cd's/dvd's
Afdrukkwaliteit kan afnemen in de gearceerde gedeelten vanwege het printermechanisme.
A 18 mm (0.71 in.)
B 43 mm (1.69 in.)
C 116 mm (4.57 in.)
D 120 mm (4.72 in.)
Scannerspecicaties
Type scanner Flatbed
Foto-elektrisch apparaat CIS
Maximaal documentformaat 216×297 mm (8.5×11.7 inch)
A4, Letter
Resolutie 1200 dpi (hoofdscan)
4800 dpi (subscan)
Kleurdiepte Kleur
48 bits per pixel intern (16 bits per pixel per interne kleur)
24 bits per pixel extern (8 bits per pixel per externe kleur)
Grijstinten
16 bits per pixel per intern
8 bits per pixel per extern
Zwart-wit
16 bits per pixel per intern
1 bits per pixel per extern
Lichtbron LED
Gebruikershandleiding
Bijlage
231
Interfacespecicaties
Voor computer Hi-Speed USB
Voor externe USB-apparaten en
PictBridge
Hi-Speed USB
Lijst met netwerkfuncties
Netwerkfuncties en IPv4/IPv6-tabellen
Functies Ondersteund Opmerkingen
Afdrukken via
netwerk
EpsonNet Print (Windows) IPv4 -
Standard TCP/IP (Windows) IPv4, IPv6 -
Afdrukken via WSD
(Windows)
IPv4, IPv6 Windows Vista of
hoger
Afdrukken via Bonjour (Mac
OS)
IPv4, IPv6 -
IPP-afdrukken (Windows,
Mac OS)
IPv4, IPv6 -
UPnP-afdrukken IPv4 - Informatie-
apparaat
PictBridge-afdrukken (Wi-Fi) IPv4 Digitale camera
Epson Connect (afdrukken
vanuit e-mail, afdrukken op
afstand)
IPv4 -
AirPrint (iOS, Mac OS) IPv4, IPv6 iOS 5 of hoger, Mac
OS X v10.7 of hoger
Google Cloud Print IPv4, IPv6 -
Scannen via het
netwerk
Epson Scan 2 IPv4, IPv6 -
Event Manager IPv4 -
Epson Connect (naar de
cloud scannen)
IPv4 -
AirPrint (scannen) IPv4, IPv6 OS X Mavericks of
hoger
ADF (dubbelzijdig scannen) - -
Faxen Fax verzenden IPv4 - -
Fax ontvangen IPv4 - -
AirPrint (faxafdruk) IPv4, IPv6 - -
Gebruikershandleiding
Bijlage
232
Wi-Fi-specicaties
Normen
IEEE802.11b/g/n
*1,*2
Frequentiebereik 2,4 GHz
Maximaal uitgezonden
radiofrequentievermogen
19.8 dBm (EIRP)
Coördinatiemodi
Infrastructuur, Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt)
*3
Draadloze beveiliging
WEP (64/128bit), WPA2-PSK (AES)
*4
*1 In overeenstemming met IEEE 802.11b/g/n of IEEE 802.11b/g, afhankelijk van de aankooplocatie.
*2 IEEE 802.11n is alleen beschikbaar voor de HT20.
*3 Niet ondersteund voor IEEE 802.11b.
*4 Voldoet aan WPA2-standaarden met ondersteuning voor WPA/WPA2 Personal.
Beveiligingsprotocol
SSL/TLS HTTPS Server/Client, IPPS
Ondersteunde services van derden
AirPrint Afdrukken iOS 5 of later/Mac OS X v10.7.x of later
Scannen OS X Mavericks of hoger
Google Cloud Print
Specicaties externe opslagapparaten
Ondersteunde
geheugenkaartspecicaties
Geschikte geheugenkaarten Maximumcapaciteiten
miniSD
*
2 GB
miniSDHC
*
32 GB
microSD
*
2 GB
microSDHC
*
32 GB
microSDXC
*
64 GB
SD 2 GB
Gebruikershandleiding
Bijlage
233
Geschikte geheugenkaarten Maximumcapaciteiten
SDHC 32 GB
SDXC 64 GB
* Gebruik een geschikte adapter voor de geheugenkaartsleuf.Anders kan de kaart vast komen te zitten.
Specicaties ondersteunde externe opslagapparaten
Compatibele externe
opslagapparaten
Maximumcapaciteiten
Cd-r-station
*1
Dvd-r-station
*1
Blu-ray-station
*1
Cd-rom
*2
/cd-r: 700 MB
Dvd-rom
*2
/dvd-r: 4.7 GB
(Cd-rw, dvd+r, dvd±rw, dvd-ram en Blu-ray Disc™ worden niet ondersteund.)
MO-station
*1
1,3 GB
Harde schijf
*1
USB-ashstation
2 TB (geformatteerd in FAT, FAT32 of exFAT)
*1 Het gebruik van externe opslagapparaten die via USB van voeding worden voorzien, wordt afgeraden. Gebruik alleen
externe opslagapparaten met eigen stroomvoorziening.
*2 Alleen lezen.
U kunt de volgende apparaten niet gebruiken:
Apparaten die een speciale driver nodig hebben
Apparaten met beveiligingsinstellingen (wachtwoord, versleuteling en dergelijke)
Apparaten met een ingebouwde USB-hub
Epson kan niet garanderen dat alle extern aangesloten apparaten correct werken.
Ondersteunde gegevensspecicaties
Bestandsindeling JPEG's (*.JPG) met de Exif-standaard versie 2.31 genomen met digitale camera's
die voldoen aan DCF
*1
-versie 1.0 of 2.0
*2
Beeldformaat Horizontaal: 80 tot 10200pixels
Verticaal: 80 tot 10200 pixels
Bestandsgrootte Minder dan 2 GB
Maximum aantal bestanden 9990
*1 Design rule for Camera File system (constructieregels voor camerabestandssystemen).
*2 Fotogegevens opgeslagen in het ingebouwde geheugen van een digitale camera niet ondersteund.
Gebruikershandleiding
Bijlage
234
Opmerking:
"!" wordt op het lcd-scherm weergegeven wanneer de printer het aeeldingsbestand niet herkent.Als u in deze situatie een
meervoudige bladindeling hebt geselecteerd in, zullen blanco secties worden afgedrukt.
Dimensies
Dimensies Opslagruimte
Breedte: 349 mm (13.7 in.)
Diepte: 340 mm (13.4 in.)
Hoogte: 142 mm (5.6 in.)
Afdrukken
Breedte: 349 mm (13.7 in.)
Diepte: 503 mm (19.8 in.)
Hoogte: 142 mm (5.6 in.)
Gewicht
*
Ongev. 6.6 kg (14.6 lb)
* : Zonder cartridges, netsnoer en cd-/dvd-lade.
Elektrische
specicaties
Model Model 100 tot 240 V Model 220 tot 240 V
Nominaal frequentiebereik 50 tot 60 Hz 50 tot 60 Hz
Nominale stroom 0.6 tot 0.3 A 0.3 A
Stroomverbruik (met USB-aansluiting) Kopiëren zonder computer: ca. 16 W
(ISO/IEC24712)
Gereedmodus: ca. 6 W
Slaapmodus: ca. 0.6 W
Uitschakelen: ca. 0.15 W
Kopiëren zonder computer: ca. 16 W
(ISO/IEC24712)
Gereedmodus: ca. 6 W
Slaapmodus: ca. 0.7 W
Uitschakelen: ca. 0.2 W
Opmerking:
Controleer het label op de printer voor de juiste spanning.
Voor gebruikers in Europa: raadpleeg de volgende website voor meer informatie over stroomverbruik.
http://www.epson.eu/energy-consumption
Gebruikershandleiding
Bijlage
235
Omgevingsspecicaties
Gebruik Gebruik de printer in het bereik weergegeven in de volgende graek.
Temperatuur: 10 tot 35°C (50 tot 95°F)
Luchtvochtigheid: 20 tot 80% RV (zonder condensatie)
Opslagruimte
Temperatuur: -20 tot 40°C (-4 tot 104°F)
*
Luchtvochtigheid: 5 tot 85% RV (zonder condensatie)
* Opslag bij 40 °C (104 °F) is mogelijk voor één maand.
Milieuspecicaties voor de inktpatronen
Opslagtemperatuur
-30 tot 40 °C (-22 tot 104 °F)
*
Vriestemperatuur -16 °C (3.2 °F)
De inkt ontdooit en is na ca. 3 uur bij 25 °C (77 °F) bruikbaar.
* Opslag bij 40 °C (104 °F) is mogelijk voor één maand.
Systeemvereisten
Windows 10 (32-bits, 64-bits)/Windows 8.1 (32-bits, 64-bits)/Windows 8 (32-bits, 64-bits)/Windows 7 (32-bits,
64-bits)/Windows Vista (32-bits, 64-bits)/Windows XP SP3 of hoger (32-bits)/Windows XP Professional x64
Edition SP2 of hoger
macOS Sierra/OS X El Capitan/OS X Yosemite/OS X Mavericks/OS X Mountain Lion/Mac OS X v10.7.x/Mac
OS X v10.6.8
Opmerking:
Mac OS biedt mogelijk geen ondersteuning voor sommige toepassingen en functies.
Het UNIX-bestandssysteem (UFS) voor Mac OS wordt niet ondersteund.
Gebruikershandleiding
Bijlage
236
Regelgevingsinformatie
Normen en goedkeuringen
Normen en goedkeuringen voor VS-model
Veiligheid UL60950-1
CAN/CSA-C22.2 No.60950-1
EMC FCC Part 15 Subpart B Class B
CAN/CSA-CEI/IEC CISPR 22 Class B
In dit apparaat is de volgende draadloze module ingebouwd.
Fabrikant: Askey Computer Corporation
Type: WLU6320-D69 (RoHS)
Dit product voldoet aan lid 15 van de FCC-regelgeving en RSS-210 van de IC-regelgeving. Epson aanvaardt geen
enkele verantwoordelijkheid wanneer aan de beschermingsvereisten areuk wordt gedaan ten gevolge van een
niet-geautoriseerde wijziging aan de producten. De werking is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden:
(1) het apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken, en (2) het apparaat moet elke ontvangen
interferentie accepteren, inclusief interferentie die een ongewenste werking van het apparaat kan veroorzaken.
Om radio-interferentie tijdens regulier gebruik te voorkomen, moet dit toestel voor een maximale afscherming
binnenshuis en op voldoende afstand van de ramen worden gebruikt. Voor buitenshuis geïnstalleerde onderdelen
(of de zendantennes ervan) moet een vergunning worden aangevraagd.
Deze apparatuur voldoet aan de FCC/IC-stralingslimieten die zijn vastgesteld voor een niet-gecontroleerde
omgeving en voldoet aan de FCC-blootstellingsrichtlijnen voor radiofrequentie (RF) in Supplement C bij OET65
en RSS-102 van de IC-blootstellingsregels voor radiofrequentie (RF). Deze apparatuur moet zodanig worden
geïnstalleerd en bediend dat de radiator zich op een afstand van ten minste 20 cm (7,9 inch) van het menselijk
lichaam bevindt (met uitzondering van ledematen: handen, polsen, voeten en enkels).
Normen en goedkeuringen voor Europees model
Voor gebruikers in Europa
Seiko Epson Corporation verklaart hierbij dat de volgende radioapparatuur voldoet aan Richtlijn 2014/53/EU. De
volledige tekst van de Verklaring van conformiteit met EU-richtlijnen is beschikbaar via de volgende website.
http://www.epson.eu/conformity
C561C
Alleen voor gebruik in Ierland, Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk, Duitsland, Liechtenstein, Zwitserland, Frankrijk,
België, Luxemburg, Nederland, Italië, Portugal, Spanje, Denemarken, Finland, Noorwegen, Zweden, IJsland,
Kroatië, Cyprus, Griekenland, Slovenië, Malta, Bulgarije, Tsjechië, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen,
Roemenië en Slowakije.
Gebruikershandleiding
Bijlage
237
Epson aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid wanneer aan de beschermingsvereisten areuk wordt gedaan
ten gevolge van een niet-geautoriseerde wijziging aan de producten.
Normen en goedkeuringen voor Australisch model
EMC AS/NZS CISPR32 Class B
Epson verklaart hierbij dat volgende modellen van dit apparaat voldoen aan de essentiële vereisten en andere
relevante bepalingen in AS/NZS4268:
C561C
Epson aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid wanneer aan de beschermingsvereisten areuk wordt gedaan
ten gevolge van een niet-geautoriseerde wijziging aan de producten.
Beperkingen op het kopiëren
Voor een verantwoord en legaal gebruik van de printer moet eenieder die ermee werkt rekening houden met de
volgende beperkingen.
Het kopiëren van de volgende zaken is wettelijk verboden:
Bankbiljetten, muntstukken en door (lokale) overheden uitgegeven eecten.
Ongebruikte postzegels, reeds van een postzegel voorziene
brieaarten
en andere
ociële,
voorgefrankeerde
poststukken.
Belastingzegels en eecten uitgegeven volgens de geldende voorschrien.
Pas op bij het kopiëren van de volgende zaken:
Privé-eecten
(zoals aandelen, waardepapieren en cheques), concessiebewijzen enzovoort.
Paspoorten, rijbewijzen, pasjes, tickets enzovoort.
Opmerking:
Het kopiëren van deze zaken kan ook wettelijk verboden zijn.
Verantwoord gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal:
Misbruik van printers is mogelijk door auteursrechtelijk beschermd materiaal zomaar te kopiëren. Tenzij u op
advies van een geïnformeerd advocaat handelt, dient u verantwoordelijkheidsgevoel en respect te tonen door eerst
toestemming van de copyrighteigenaar te verkrijgen voordat u gepubliceerd materiaal kopieert.
De printer vervoeren
Als u de printer moet vervoeren voor een verhuis of reparaties, volg de onderstaande stappen om de printer in te
pakken.
Gebruikershandleiding
Bijlage
238
!
Let op:
Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten.Anders kunt u zich
verwonden.
c
Belangrijk:
Zorg er bij opslag of transport van de printer voor dat deze niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt
gehouden, anders kan er inkt lekken.
Laat de cartridges zitten.Als u de cartridges verwijdert, kan de printkop indrogen, waardoor afdrukken niet
meer mogelijk is.
Wanneer u de cartridge toch uit de printer moet verwijderen, zorgt u er dan voor dat u de dop op de inkttoevoer
plaatst, anders kan de toevoer uitdrogen en is deze onbruikbaar wanneer u de cartridge terugplaatst in de
printer.
1. Druk op de knop
P
om de printer uit te zetten.
2. Zorg ervoor dat het aan/uit-lampje uit staat en haal dan het netsnoer uit het stopcontact.
c
Belangrijk:
Haal het netsnoer uit het stopcontact als het aan/uit-lampje uit staat.Als u dit niet doet gaat de printkop niet
terug naar de uitgangspositie waardoor de inkt opdroogt en afdrukken niet meer mogelijk is.
3. Koppel alle kabels los zoals het netsnoer en de USB-kabel.
4. Zorg ervoor dat er geen geheugenkaart is geplaatst.
5. Verwijder al het papier uit de printer.
6. Zorg dat er geen originelen in de printer steken.
Gebruikershandleiding
Bijlage
239
7. Open de scannereenheid met het documentdeksel gesloten.
8.
Bevestig de meegeleverde beschermende materialen met tape boven op de inktcartridgehouder aan om deze
aan de behuizing te bevestigen.
9. Sluit de scannereenheid.
10. Verpak de printer zoals hieronder weergegeven.
11. Plaats de printer in de doos met de beschermende materialen.
Gebruikershandleiding
Bijlage
240
Verwijder de tape die de inktpatroonhouder vasthoudt voordat u de printer opnieuw gebruikt.Reinig en lijn de
printkop uit als de afdrukkwaliteit lager is wanneer u opnieuw afdrukt.
Gerelateerde informatie
& “Namen en functies van onderdelen” op pagina 17
& De printkop controleren en reinigen” op pagina 162
& “De printkop uitlijnen” op pagina 164
Een geheugenkaart benaderen vanaf een computer
U kunt vanaf een computer gegevens schrijven of lezen op een extern opslagapparaat, zoals een geheugenkaart die
in de printer is geplaatst.
c
Belangrijk:
Maak de schrijeveiliging ongedaan voordat u de geheugenkaart plaatst.
Als vanaf een computer een aeelding wordt opgeslagen op de geheugenkaart, worden de aeelding en het
aantal foto's niet vernieuwd op het lcd-scherm.Verwijder de geheugenkaart en plaats deze opnieuw.
Bij het delen van een extern apparaat dat is ingevoerd in de printer tussen computers verbonden via USB en over
een netwerk, is schrijoegang alleen toegestaan voor de computers die zijn verbonden via de methode die u hebt
geselecteerd op de printer.Als u wilt schrijven op het externe opslagapparaat, gaat u naar Instel. op het
bedieningspaneel en selecteert u Bestanden deln en een verbindingsmethode.
Opmerking:
Als een groot extern opslagapparaat is aangesloten, zoals 2TB HDD, dan duurt het even voordat gegevens worden herkend
op de computer.
Windows
Selecteer een extern opslagapparaat in Computer of Deze computer.De gegevens op het externe opslagapparaat
worden weergegeven.
Opmerking:
Als u de printer met het netwerk hebt verbonden zonder de sowareschijf of Web Installer te gebruiken, wijst u een
geheugenkaartsleuf of USB-poort toe als netwerkstation.Open Uitvoeren en voer een printernaam in \\XXXXX of het IP-
adres van een printer \\XXX.XXX.XXX.XXX om te Openen:.Rechtsklik op een weergegeven apparaatpictogram om het
netwerk toe te wijzen.Het netwerkstation verschijnt in Computer of Deze Computer.
Mac OS
Selecteer het juiste apparaatpictogram.De gegevens op het externe opslagapparaat worden weergegeven.
Opmerking:
Sleep het apparaat naar het prullenbakpictogram als u het externe opslagapparaat wilt verwijderen.Als u dit niet doet,
worden de gegevens op het gedeelde station mogelijk niet correct weergegeven wanneer een ander extern opslagapparaat
wordt geplaatst.
Om via het netwerk toegang te krijgen tot een extern opslagapparaat, selecteert u Go > Connect to Server in het menu
op het bureaublad.Voer een printernaam cifs://XXXXX of smb://XXXXX in (waarbij "XXXXX" de printernaam is) in
Serveradres en klik vervolgens op Ve r b in d e n .
Gebruikershandleiding
Bijlage
241
Gerelateerde informatie
& “Een geheugenkaart plaatsen” op pagina 67
& “Specicaties externe opslagapparaten” op pagina 233
Hulp vragen
Technische ondersteuning (website)
Als u verdere hulp nodig hebt, kunt u naar de onderstaande ondersteuningswebsite van Epson gaan. Selecteer uw
land of regio, en ga naar de ondersteuningssectie van uw lokale Epson-website. Op de site vindt u ook de nieuwste
drivers, veelgestelde vragen en ander downloadbare materialen.
http://support.epson.net/
http://www.epson.eu/Support (Europa)
Als uw Epson-product niet goed functioneert en u het probleem niet kunt verhelpen, neemt u contact op met de
klantenservice van Epson.
Contact opnemen met de klantenservice van Epson
Voordat u contact opneemt met Epson
Als uw Epson-product niet goed functioneert en u het probleem niet kunt verhelpen met de informatie in de
producthandleidingen, neem dan contact op met de klantenservice van Epson. Als uw land hierna niet wordt
vermeld, neemt u contact op met de leverancier bij wie u het apparaat hebt aangescha.
We kunnen u sneller helpen als u de volgende informatie bij de hand hebt:
Het serienummer van de printer
(Het etiket met het serienummer vindt u meestal aan de achterzijde van de printer.)
Het model van de printer
De versie van de printersoware
(Klik op About, Version Info of een vergelijkbare knop in uw toepassing.)
Het merk en het model van uw computer
Naam en versie van het besturingssysteem op uw computer
Naam en versie van de toepassingen die u meestal met de printer gebruikt
Opmerking:
Aankelijk van het apparaat kunnen de gegevens van de snelkieslijst voor fax en/of netwerkinstellingen worden opgeslagen
in het geheugen van het apparaat. Als een apparaat defect raakt of wordt hersteld is het mogelijk dat gegevens en/of
instellingen verloren gaan. Epson is niet verantwoordelijk voor gegevensverlies, voor de back-up of het ophalen van gegevens
en/of instellingen, zelfs niet tijdens een garantieperiode. Wij raden u aan zelf een back-up te maken of notities te nemen.
Hulp voor gebruikers in Europa
In het pan-Europese garantiebewijs leest u hoe u contact kunt opnemen met de klantenservice van Epson.
Gebruikershandleiding
Bijlage
242
Hulp voor gebruikers in Australië
Epson Australia staat voor u klaar als u hulp nodig hebt. Naast de producthandleidingen beschikt u over de
volgende informatiebronnen:
Internet-URL
http://www.epson.com.au
Raadpleeg de website van Epson Australia. Hier vindt u ongetwijfeld wat u zoekt: een downloadgedeelte voor
drivers, Epson-adressen, informatie over nieuwe producten en technische ondersteuning (e-mail).
Epson-helpdesk
Telefoon: 1300-361-054
In laatste instantie kunt u voor advies altijd terecht bij de Epson-helpdesk. Onze medewerkers kunnen u helpen bij
de installatie, de conguratie en het gebruik van uw Epson-product. Ook kunt u hier documentatie over nieuwe
Epson-producten of het adres van de dichtstbijzijnde leverancier of onderhoudsmonteur aanvragen. Op tal van
vragen vindt u hier het antwoord.
Zorg ervoor dat u alle relevante informatie bij de hand hebt wanneer u belt. Hoe meer informatie u kunt geven, des
te sneller we u kunnen helpen: handleidingen van uw Epson-product, het type computer, het besturingssysteem,
toepassingen en alle informatie die u verder belangrijk lijkt.
Vervoer van het apparaat
Epson adviseert om de productverpakking te behouden voor toekomstig transport.
Hulp voor gebruikers in Nieuw-Zeeland
Epson Nieuw-Zeeland staat voor u klaar met het hoogste niveau van klantenservice. Naast de
productdocumentatie beschikt u over de volgende informatiebronnen:
Internet-URL
http://www.epson.co.nz
Raadpleeg de website van Epson Nieuw-Zeeland. Hier vindt u ongetwijfeld wat u zoekt: een downloadgedeelte
voor drivers, Epson-adressen, informatie over nieuwe producten en technische ondersteuning (e-mail).
Epson-helpdesk
Telefoon: 0800 237 766
In laatste instantie kunt u voor advies altijd terecht bij de Epson-helpdesk. Onze medewerkers kunnen u helpen bij
de installatie, de conguratie en het gebruik van uw Epson-product. Ook kunt u hier documentatie over nieuwe
Epson-producten of het adres van de dichtstbijzijnde leverancier of onderhoudsmonteur aanvragen. Op tal van
vragen vindt u hier het antwoord.
Zorg ervoor dat u alle relevante informatie bij de hand hebt wanneer u belt. Hoe meer informatie u kunt geven, des
te sneller we u kunnen helpen: Deze informatie omvat Epson-productdocumentatie, het type computer, het
besturingssysteem, toepassingen en alle informatie die u verder belangrijk lijkt.
Producttransport
Epson adviseert om de productverpakking te behouden voor toekomstig transport.
Gebruikershandleiding
Bijlage
243
Hulp voor gebruikers in Hong Kong
Voor technische ondersteuning en andere diensten kunnen gebruikers contact opnemen met Epson Hong Kong
Limited.
Internet
http://www.epson.com.hk
Epson Hong Kong hee een eigen webpagina in het Chinees en Engels om gebruikers de volgende informatie aan
te bieden:
Productinformatie
Antwoorden op veelgestelde vragen
Nieuwste versies van drivers voor Epson-producten
Hotline voor technische ondersteuning
U kunt ook contact opnemen met onze ondersteuningsmedewerkers via het volgende telefoon- en faxnummer:
Telefoon: 852-2827-8911
Fax: 852-2827-4383
Gebruikershandleiding
Bijlage
244
222

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Epson-Expression-Premium-XP-6000
6
  • Ik kan opeens naast enkelzijdig alleen nog handmatig dubbelzijdig printen. Licht dat aan de laptop of aan de printer? Gesteld op 12-1-2022 om 12:45

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • Hoe vervangik de Onderhoudsdoos van de XP-6000 printer Gesteld op 12-11-2021 om 10:22

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • printer geeft steeds ver
    keerde lade aan,
    hoe dit op te lossen?
    Gesteld op 17-6-2021 om 14:30

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • hoe vervang ik de onderhoudscassette van de Epson XP6000 Gesteld op 2-6-2021 om 12:24

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • Ik heb een Epson xp6000 Expression Premium printer.
    De printcomputer zegt mij de "onderhoudscassette"te vervangen. De handleiding zegt het achterluik van de printer te verwijderen waarna de oude cassette uit de printer getrokken moet worden. Echter zie ik geen cassette in de printer steken.
    Kan iemand mij verder helpen? Dank u. Gesteld op 9-4-2021 om 12:55

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
    • Aan de voorkant rechts, zit een vakje met een schroef.
      Los draaien en je kan zo de orderhoudscasette eruit nemen en vervangen, Geantwoord op 23-11-2022 om 20:23

      Waardeer dit antwoord Misbruik melden
  • Ik heb de Epson printer XP6000 Mijn vraag Hij blijft constant in storing en geeft aan dat er papier in de printer is achter gebleven !! Alles gecontroleerd geen papier in de printer maar hij blijft deze storing aangeven ! Gesteld op 8-4-2021 om 21:12

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
12

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Epson Expression Premium XP-6000 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Epson Expression Premium XP-6000 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 9,68 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Epson Expression Premium XP-6000

Epson Expression Premium XP-6000 Snelstart handleiding - Nederlands, Deutsch - 2 pagina's

Epson Expression Premium XP-6000 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 245 pagina's

Epson Expression Premium XP-6000 Snelstart handleiding - English - 2 pagina's

Epson Expression Premium XP-6000 Gebruiksaanwijzing - English - 235 pagina's

Epson Expression Premium XP-6000 Snelstart handleiding - Français, Italiano, Espanõl - 2 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info