675418
10
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/169
Pagina verder
Gebruikershandleiding
NPD5906-00 NL
Copyright
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of
openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,
opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande
schrielijke
toestemming van Seiko Epson
Corporation. Er wordt geen patentaansprakelijkheid aanvaard met betrekking tot het gebruik van de informatie in
deze handleiding. Evenmin wordt aansprakelijkheid aanvaard voor schade die voortvloeit uit het gebruik van de
informatie in deze publicatie. De informatie in dit document is uitsluitend bestemd voor gebruik met dit Epson-
product. Epson is niet verantwoordelijk voor gebruik van deze informatie in combinatie met andere producten.
Seiko Epson Corporation noch haar lialen kunnen verantwoordelijk worden gesteld door de koper van dit
product of derden voor schade, verlies, kosten of uitgaven die de koper of derden oplopen ten gevolge van al dan
niet foutief gebruik of misbruik van dit product of onbevoegde wijzigingen en herstellingen of (met uitzondering
van de V.S.) het zich niet strikt houden aan de gebruiks- en onderhoudsvoorschrien van Seiko Epson
Corporation.
Seiko Epson Corporation en haar dochterondernemingen kunnen niet verantwoordelijk worden gehouden voor
schade of problemen voortvloeiend uit het gebruik van andere dan originele onderdelen of verbruiksgoederen
kenbaar als Original Epson Products of Epson Approved Products by Seiko Epson.
Seiko Epson Corporation kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade voortvloeiend uit
elektromagnetische interferentie als gevolg van het gebruik van andere interfacekabels die door Seiko Epson
Corporation worden aangeduid als Epson Approved Products.
© 2017 Seiko Epson Corporation
De inhoud van deze handleiding en de specicaties van dit product kunnen zonder aankondiging worden
gewijzigd.
Gebruikershandleiding
Copyright
2
Handelsmerken
EPSON
®
is een gedeponeerd handelsmerk en EPSON EXCEED YOUR VISION of EXCEED YOUR VISION is
een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
PRINT Image Matching™ en het PRINT Image Matching-logo zijn handelsmerken van Seiko Epson
Corporation.Copyright © 2001 Seiko Epson Corporation. All rights reserved.
Epson Scan 2 soware is based in part on the work of the Independent JPEG Group.
libti
Copyright © 1988-1997 Sam
Leer
Copyright © 1991-1997 Silicon Graphics, Inc.
Permission to use, copy, modify, distribute, and sell this soware and its documentation for any purpose is
hereby granted without fee, provided that (i) the above copyright notices and this permission notice appear in
all copies of the soware and related documentation, and (ii) the names of Sam Leer and Silicon Graphics
may not be used in any advertising or publicity relating to the soware without the specic, prior written
permission of Sam Leer and Silicon Graphics.
THE SOFTWARE IS PROVIDED "AS-IS" AND WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EXPRESS,
IMPLIED OR OTHERWISE, INCLUDING WITHOUT LIMITATION, ANY WARRANTY OF
MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE.
IN NO EVENT SHALL SAM LEFFLER OR SILICON GRAPHICS BE LIABLE FOR ANY SPECIAL,
INCIDENTAL, INDIRECT OR CONSEQUENTIAL DAMAGES OF ANY KIND, OR ANY DAMAGES
WHATSOEVER RESULTING FROM LOSS OF USE, DATA OR PROFITS, WHETHER OR NOT ADVISED
OF THE POSSIBILITY OF DAMAGE, AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, ARISING OUT OF OR IN
CONNECTION WITH THE USE OR PERFORMANCE OF THIS SOFTWARE.
SDXC Logo is a trademark of SD-3C, LLC.
Microso
®
, Windows
®
, and Windows Vista
®
are registered trademarks of Microso Corporation.
Apple, Macintosh, Mac OS, OS X, Bonjour, Safari, iPad, iPhone, iPod touch, and iTunes are trademarks of Apple
Inc., registered in the U.S. and other countries. AirPrint and the AirPrint logo are trademarks of Apple Inc.
Google Cloud Print, Chrome, Chrome OS, and Android are trademarks of Google Inc.
QR Code is a registered trademark of DENSO WAVE INCORPORATED in Japan and other countries.
Adobe and Adobe Reader are either registered trademarks or trademarks of Adobe Systems Incorporated in the
United States and/or other countries.
Intel
®
is a registered trademark of Intel Corporation.
Algemene opmerking: andere productnamen vermeld in deze uitgave, dienen uitsluitend als identicatie en
kunnen handelsmerken zijn van hun respectievelijke eigenaars.Epson maakt geen enkele aanspraak op enige
rechten op deze handelsmerken.
Gebruikershandleiding
Handelsmerken
3
Inhoudsopgave
Copyright
Handelsmerken
Over deze handleiding
Introductie tot de handleidingen................8
Informatie zoeken in de handleiding.............8
Markeringen en symbolen...................10
Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding. . . . . . 10
Referenties voor besturingssystemen............10
Belangrijke instructies
Veiligheidsinstructies.......................11
Printeradviezen en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . 12
Adviezen en waarschuwingen voor het
instellen/gebruik van de printer............. 12
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van de printer met een draadloze verbinding. . . . 13
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van geheugenkaarten.....................13
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van het display..........................13
Uw persoonlijke gegevens beschermen..........14
Basisprincipes van printer
Namen en functies van onderdelen.............15
Bedieningspaneel..........................17
Knoppen..............................17
Uitleg bij het LCD-scherm.................17
Netwerkinstellingen
Typen netwerkverbindingen..................22
Wi-Fi-verbinding........................22
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig
toegangspunt)..........................22
Een computer verbinden.................... 23
Een smart device verbinden..................24
Wi - F i - i n s t e l l i n g e n
congureren
op de printer. . . . . 24
Handmatig Wi-Fi-instellingen congureren. . . . .25
Wi-Fi-instellingen congureren via de
drukknopinstelling.......................26
Wi-Fi-instellingen congureren via de PIN
code-instelling (WPS).................... 27
Instellingen voor Wi-Fi Direct-verbinding
(eenvoudig toegangspunt)
congureren
....... 27
De status van de netwerkverbinding controleren. . . 28
De netwerkstatus controleren met het
netwerkpictogram.......................28
Een netwerkverbindingsrapport afdrukken. . . . . 29
Een netwerkstatusvel afdrukken.............35
Toegangspunten vervangen of toevoegen.........35
De verbindingsmethode met een computer
wijzigen.................................35
Wi-Fi uitschakelen op het bedieningspaneel. . . . . . .36
Een Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig
toegangspunt) verbreken vanaf het
conguratiescherm........................ 37
De netwerkinstellingen herstellen op het
bedieningspaneel..........................37
Papier laden
Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking. . . . . 38
Beschikbaar papier en capaciteiten.............39
Lijst met papiertypes.....................40
Papier in de Papiertoevoer achter laden..........40
Originelen plaatsen
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen. . . . . . . 45
Verschillende originelen plaatsen..............46
Originelen plaatsen voor lay-out 2-op-1....... 46
Een dubbele pagina plaatsen voor lay-out 2-
op-1................................. 46
Meerdere foto's plaatsen om tegelijkertijd te
scannen...............................47
Een geheugenkaart plaatsen
Ondersteunde geheugenkaarten...............48
Een geheugenkaart plaatsen en verwijderen. . . . . . .48
Afdrukken
Afdrukken via het bedieningspaneel............50
Foto's afdrukken door ze te selecteren op een
geheugenkaart..........................50
Gelinieerd papier, kalenders en origineel
briefpapier afdrukken.....................51
Afdrukken met DPOF....................52
Menuopties voor de modus Foto's afdrukken. . . .52
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
4
Afdrukken vanaf een computer................53
Basisprincipes van printer Windows........53
Basisprincipes voor afdrukken Mac OS......54
Dubbelzijdig afdrukken (alleen voor Windows). . 57
Meerdere pagina's op één vel afdrukken. . . . . . . 58
Afdruk aanpassen aan papierformaat. . . . . . . . . 59
Meerdere bestanden samen afdrukken (alleen
voor Windows)......................... 61
Eén aeelding afdrukken op meerdere vellen
om een poster te maken (alleen voor Windows). . 62
Geavanceerde functies gebruiken voor
afdrukken.............................68
Foto's afdrukken met Epson Easy Photo Print. . . 70
Afdrukken met Smart Devices................71
Epson iPrint gebruiken....................71
AirPrint gebruiken.......................73
Afdrukken annuleren.......................73
Afdrukken annuleren Printertoets......... 73
Afdrukken annuleren - Windows............74
Afdrukken annuleren Mac OS............74
Kopiëren
Menuopties voor de modus Kopiëren...........75
Scannen
Scannen via het bedieningspaneel..............78
Scannen naar een computer................78
Scannen naar een computer (WSD).......... 79
Scannen vanaf een computer................. 81
Scannen met Epson Scan 2.................81
Scannen met smart-apparaten................ 88
Epson iPrint installeren...................88
Scannen met Epson iPrint................. 88
Inktpatronen vervangen
Het inktpeil controleren.....................90
Het inktpeil controleren — Bedieningspaneel. . . 90
Het inktpeil controleren - Windows...........90
Het inktniveau controleren Mac OS........90
Codes van de cartridges.....................90
Voorzorgsmaatregelen voor inktpatronen........91
Cartridges vervangen.......................94
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken.............96
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken - Windows. . 98
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken — Mac OS. . 99
Zwarte inkt besparen als de zwarte inkt bijna op
is (uitsluitend voor Windows)................100
De printer onderhouden
De printkop controleren en reinigen...........101
De printkop controleren en schoonmaken
bedieningspaneel.......................101
De printkop controleren en schoonmaken -
Windows.............................102
De printkop controleren en reinigen — Mac OS 102
De printkop uitlijnen......................103
De printkop uitlijnen — Bedieningspaneel. . . . .103
De printkop uitlijnen Windows...........104
De printkop uitlijnen Mac OS............104
Het papiertraject reinigen...................104
De Scannerglasplaat reinigen................ 105
Het doorschijnende folie reinigen.............106
Stroom besparen......................... 108
Stroom besparen - Bedieningspaneel.........108
Stroom besparen - Windows...............108
Stroom besparen Mac OS...............109
Menuopties voor de modus
Instellingen
Menuopties voor Inktniveaus................110
Menuopties voor Onderhoud................110
Menuopties voor Printerinstallatie............ 111
Papierbroninst.:........................111
Stille modus:..........................111
Uitschakelingstimer:.....................111
Taal/Language:.........................111
Slaaptimer:........................... 111
Menuopties voor Netwerkinstellingen..........112
Menuopties voor Epson Connect- services.......112
Menuopties voor Google Cloud Print-services. . . . 113
Menuopties voor Bestanden delen.............113
Menuopties voor Firmware-update............114
Menuopties voor Herstel standaard instellingen. . . 114
Netwerkservice en
softwareinformatie
De service van Epson Connect...............115
Web Cong.............................115
Web Cong uitvoeren op een browser........116
Web Cong uitvoeren op Windows..........116
Web
Cong
uitvoeren op Mac OS...........117
Windows-printerdriver.....................117
Uitleg bij de printerdriver voor Windows. . . . . . 118
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
5
Bedieningsinstellingen voor Windows-
printerdriver
congureren
................ 120
Mac OS-printerstuurprogramma..............120
Uitleg bij het printerstuurprogramma voor
Mac OS..............................121
Bedieningsinstellingen voor Mac OS-
printerdriver congureren................ 123
Epson Scan 2 (scannerstuurprogramma)........123
Epson Event Manager......................124
Epson Easy Photo Print.................... 124
E-Web Print (alleen voor Windows)........... 125
Easy Photo Scan..........................125
EPSON Soware Updater...................126
Toepassingen verwijderen...................126
Toepassingen verwijderen - Windows........126
Toepassingen verwijderen Mac OS........127
Toepassingen installeren....................128
Toepassingen enrmware bijwerken...........128
De
printerrmware
bijwerken via het
bedieningspaneel.......................129
Problemen oplossen
De printerstatus controleren.................130
Foutcodes op het display bekijken...........130
De printerstatus controleren - Windows.......131
De printerstatus controleren Mac OS...... 132
Vastgelopen papier verwijderen...............132
Vastgelopen papier verwijderen uit de
Papiertoevoer achter.....................132
Vastgelopen papier uit de uitvoerlade
verwijderen...........................133
Vastgelopen papier binnen in de printer
verwijderen...........................133
Papier wordt niet goed ingevoerd.............134
Papier loopt vast........................135
Papier wordt schuin ingevoerd.............135
Er worden meerdere vellen papier tegelijk
uitgevoerd............................135
Foutmelding papier op verschijnt...........135
Problemen met stroomtoevoer en
bedieningspaneel.........................136
De stroom wordt niet ingeschakeld..........136
De stroom wordt niet uitgeschakeld......... 136
Het display wordt donker.................136
Kan niet afdrukken vanaf een computer. . . . . . . . 136
De verbinding controleren (USB)...........136
De verbinding controleren (netwerk).........137
De soware en gegevens controleren.........138
De printerstatus controleren vanaf de
computer (Windows)....................140
De printerstatus controleren vanaf de
computer (Mac OS).....................141
Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt
congureren
............................ 141
Kan geen verbinding maken vanaf apparaten
terwijl de netwerkinstellingen correct zijn. . . . . 141
De SSID controleren waarmee de printer is
verbonden............................143
De SSID voor de computer controleren.......143
Kan niet afdrukken vanaf een iPhone of iPad. . . . . 144
Het afdrukken is gepauzeerd.................144
Afdrukproblemen........................ 144
De afdruk is gekrast of er ontbreken kleuren. . . 144
Er verschijnen strepen of onverwachte kleuren. .145
Gekleurde streepvorming zichtbaar met een
tussenafstand van ongeveer 2.5 cm..........145
Onscherpe afdrukken, verticale strepen of
verkeerde uitlijning..................... 146
Afdrukkwaliteit is slecht..................146
Papier vertoont vlekken of is bekrast.........147
Afgedrukte foto's zijn plakkerig.............148
Aeeldingen of foto's worden afgedrukt met
de verkeerde kleuren.................... 148
De kleuren verschillen van wat u op het
scherm ziet........................... 148
Kan niet afdrukken zonder marges..........148
Randen van de aeelding vallen weg bij het
randloos afdrukken.....................149
Positie, formaat of marges van de afdruk zijn
niet juist............................. 149
Afgedrukte tekens zijn niet juist of onleesbaar. . 149
De afgedrukte aeelding is omgekeerd. . . . . . . 150
Mozaïekachtige patronen op de afdrukken. . . . .150
Op de gekopieerde afdruk verschijnen
ongelijke kleuren, vegen, vlekken of rechte
lijnen................................150
Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel
"moiré" genoemd) op de gekopieerde
aeelding............................150
De achterkant van het origineel is te zien op
de gekopieerde aeelding.................150
Het probleem kon niet worden opgelost.......151
Overige afdrukproblemen...................151
Afdrukken verloopt te traag...............151
Afdrukken vertraagt aanzienlijk tijdens het
continu afdrukken......................151
Kan het afdrukken niet annuleren vanaf een
computer met Mac OS X 10.6.8.............152
Kan niet beginnen met scannen.............. 152
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
6
Kan scannen niet starten via bedieningspaneel. .153
Problemen met gescande
aeeldingen
......... 153
Ongelijke kleuren, vuil, vlekken, enzovoort
worden weergegeven bij scannen vanaf de
glasplaat van de scanner..................153
De
aeeldingskwaliteit
is ruw..............153
De oset schijnt door in de achtergrond van
aeeldingen.......................... 153
De tekst is onscherp.....................154
Moiré-patronen (webachtige schaduwen)
verschijnen........................... 154
Kan het juiste gebied niet scannen op de
glasplaat............................. 155
Kan geen voorbeeld weergeven in
umbnail
.. 155
Tekst wordt niet correct herkend wanneer ik
opsla als een Searchable PDF...............155
Problemen in gescande aeelding kunnen
niet worden opgelost.................... 156
Andere scanproblemen.....................156
Scannen verloopt te traag.................156
Scannen stopt bij het scannen naar een PDF/
Multi-TIFF........................... 157
Overige problemen........................157
Lichte elektrische schok wanneer u de printer
aanraakt............................. 157
Printer maakt veel lawaai tijdens werking. . . . . 157
Kan gegevens niet opslaan op een
geheugenkaart.........................157
Soware
wordt geblokkeerd door een
rewall
(alleen Windows).......................158
'?' wordt weergegeven in het fotoselectiescherm 158
Bijlage
Technische specicaties.................... 159
Printer specicaties..................... 159
Scannerspecicaties.....................160
Interface-specicaties....................160
Lijst met netwerkfuncties.................161
Wi-Fi-specicaties......................161
Beveiligingsprotocol.....................162
Ondersteunde services van derden.......... 162
Specicaties externe opslagapparaten. . . . . . . . 162
Dimensies............................163
Elektrische specicaties.................. 163
Omgevingsspecicaties...................164
Systeemvereisten.......................164
Regelgevingsinformatie.................... 165
Normen en goedkeuringen voor Europees
model...............................165
Beperkingen op het kopiëren.............. 165
De printer vervoeren...................... 166
Een geheugenkaart benaderen vanaf een computer 167
Hulp vragen.............................168
Technische ondersteuning (website).........168
Contact opnemen met de klantenservice van
Epson...............................169
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
7
Over deze handleiding
Introductie tot de handleidingen
De volgende handleidingen worden meegeleverd met uw Epson-printer. Raadpleeg naast de handleidingen, ook de
Help in de verschillende Epson-sowaretoepassingen.
Hier beginnen (gedrukte handleiding)
Bevat informatie over het instellen van de printer, het installeren van de soware, het gebruik van de printer, het
oplossen van problemen enzovoort.
Gebruikershandleiding (digitale handleiding)
Deze handleiding. Biedt algehele informatie en instructies voor het gebruik van de printer, voor
netwerkinstellingen wanneer de printer in een netwerk wordt gebruikt en voor het oplossen van problemen.
U kunt de meest recente versie van de bovenstaande handleidingen in uw bezit krijgen op de volgende manieren.
Gedrukte handleiding
Ga naar de ondersteuningssite van Epson Europe (http://www.epson.eu/Support) of de wereldwijde
ondersteuningssite van Epson (http://support.epson.net/).
Digitale handleiding
Start EPSON Soware Updater op uw computer. EPSON Soware Updater controleert of er updates
beschikbaar zijn voor Epson-toepassingen of digitale handleidingen en laat u vervolgens de meest recente versie
downloaden.
Gerelateerde informatie
& “EPSON Soware Updater” op pagina 126
Informatie zoeken in de handleiding
In de PDF-handleiding kunt u naar informatie zoeken via een zoekwoord, of direct naar een bepaald gedeelte gaan
met behulp van de bladwijzers.U kunt ook alleen de pagina's afdrukken die u nodig hebt.Dit gedeelte bevat uitleg
over het gebruik van een PDF-handleiding die in Adobe Reader X is geopend op de computer.
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
8
Zoeken met een zoekwoord
Klik op Bewerken > Geavanceerd zoeken.Voer in het zoekvenster het zoekwoord (tekst) in voor de informatie die
u zoekt en klik vervolgens op Zoeken.Zoekresultaten worden weergegeven in een lijst.Klik op een van de
weergegeven zoekresultaten om naar de
betreende
pagina te gaan.
Direct naar informatie gaan via bladwijzers
Klik op een titel om naar de betreende pagina te gaan.Klik op + of > en bekijk de onderliggende titels in dat
gedeelte.Voer de volgende bewerking uit op het toetsenbord als u wilt terugkeren naar de vorige pagina.
Wi nd o ws : h ou d d e Alt-toets ingedrukt en druk op .
Mac OS: houd de command-toets ingedrukt en druk op .
Alleen pagina's afdrukken die u nodig hebt
U kunt alleen de pagina's die u nodig hebt extraheren en afdrukken.Klik op Afdrukken in het menu Bestand en
geef in Pagina's bij Pagina's die moeten worden afgedrukt de pagina's op die u wilt afdrukken.
Als u een paginareeks wilt opgeven, voert u tussen de begin- eindpagina een areekstreepje in.
Voorbeeld: 20-25
Als u niet-opeenvolgende pagina's wilt opgeven, scheidt u de pagina's met komma's.
Voorbeeld: 5, 10, 15
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
9
Markeringen en symbolen
!
Let op:
Instructies die zorgvuldig moeten worden gevolgd om lichamelijk letsel te voorkomen.
c
Belangrijk:
Instructies die moeten worden gevolgd om schade aan het apparaat te voorkomen.
Opmerking:
Biedt aanvullende informatie en referentiegegevens.
&
Gerelateerde informatie
Koppelingen naar de verwante paragrafen.
Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding
Screenshots van de schermen van de printerdriver en Epson Scan 2 (scannerdriver) zijn van Windows 10 of
macOS High Sierra. De inhoud die op de schermen wordt weergegeven, is aankelijk van het model en de
situatie.
Aeeldingen
van de printer gebruikt in deze handleiding dienen uitsluitend als voorbeeld. Er zijn kleine
verschillen tussen elk model, maar de gebruiksmethode
blij
hetzelfde.
Sommige menu-items op de display variëren naargelang het model en de instellingen.
Referenties voor besturingssystemen
Windows
In deze handleiding verwijzen termen zoals "Windows 10", "Windows 8.1", "Windows 8", "Windows 7", "Windows
Vista", en "Windows XP" naar de volgende besturingssystemen. Bovendien wordt "Windows" gebruikt om alle
versies ervan aan te duiden.
Microso
®
Wi nd ows
®
10 besturingssysteem
Microso
®
Wi nd ows
®
8.1 besturingssysteem
Microso
®
Wi nd ows
®
8 besturingssysteem
Microso
®
Wi nd ows
®
7 besturingssysteem
Microso
®
Wi nd ows Vis t a
®
besturingssysteem
Microso
®
Wi nd ows
®
XP besturingssysteem
Microso
®
Wi nd ows
®
XP Professional x64 Edition besturingssysteem
Mac OS
In deze handleiding wordt "Mac OS" gebruikt om te verwijzen naar macOS High Sierra, macOS Sierra, OS X El
Capitan, OS X Yosemite, OS X Mavericks, OS X Mountain Lion, Mac OS X v10.7.x en Mac OS X v10.6.8.
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
10
Belangrijke instructies
Veiligheidsinstructies
Lees en volg deze instructies om deze printer veilig te gebruiken. Bewaar deze handleiding voor latere
raadplegingen. Let ook op alle waarschuwingen en instructies die op de printer staan.
Sommige van de symbolen die worden gebruikt op de printer zijn bedoeld om de veiligheid en het juiste
gebruik van de printer te garanderen. Ga naar de volgende website voor de betekenis van de symbolen.
http://support.epson.net/symbols
Gebruik alleen het netsnoer dat met de printer is meegeleverd en gebruik het snoer niet voor andere apparatuur.
Gebruik van andere snoeren met deze printer of gebruik van het meegeleverde netsnoer met andere apparatuur
kan leiden tot brand of elektrische schokken.
Zorg ervoor dat het netsnoer voldoet aan de relevante plaatselijke veiligheidsnormen.
Haal het netsnoer, de stekker, de printer, de scanner of de accessoires nooit uit elkaar en probeer deze
onderdelen nooit zelf te wijzigen of te repareren, tenzij zoals uitdrukkelijk staat beschreven in de handleidingen
van het apparaat.
Trek in de volgende gevallen de stekker uit het stopcontact en laat het onderhoud aan een onderhoudstechnicus
over:
Als het netsnoer of de stekker beschadigd is, als er vloeistof in de printer is gekomen, als de printer is gevallen of
als de behuizing beschadigd is, als de printer niet normaal werkt of als er een duidelijke wijziging in de
prestaties optreedt. Wijzig geen instellingen als hiervoor in de gebruiksaanwijzing geen instructies worden
gegeven.
Zet het apparaat in de buurt van een stopcontact waar u de stekker gemakkelijk uit het stopcontact kunt halen.
Plaats of bewaar de printer niet buiten en zorg ervoor dat de printer niet wordt blootgesteld aan vuil, stof, water
of hittebronnen. Vermijd plaatsen die onderhevig zijn aan schokken, trillingen, hoge temperaturen of
luchtvochtigheid.
Zorg ervoor dat u geen vloeistoen op de printer morst en pak de printer niet met natte handen vast.
Houd de printer ten minste 22 cm verwijderd van pacemakers. De radiogolven die door deze printer worden
uitgezonden, kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van pacemakers.
Neem contact op met uw leverancier als het lcd-scherm beschadigd is. Als u vloeistof uit het scherm op uw
handen krijgt, was ze dan grondig met water en zeep. Als u vloeistof uit het scherm in uw ogen krijgt, moet u
uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u ondanks grondig spoelen
problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Wees voorzichtig met gebruikte cartridges. Er kan inkt rond de inkttoevoer kleven.
Als u inkt op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met water en zeep.
Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een
arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Als er inkt in uw mond terechtkomt, raadpleegt u direct een arts.
Haal de cartridge niet uit elkaar, omdat u inkt in uw ogen of op uw huid kunt krijgen.
Schud de cartridges niet te hard en laat ze niet vallen. Wees ook voorzichtig dat u ze niet ineendrukt of hun
etiket scheurt. Omdat hierdoor inkt kan lekken.
Houd cartridges buiten het bereik van kinderen.
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
11
Printeradviezen en waarschuwingen
Lees en volg deze instructies om schade aan de printer of uw eigendommen te voorkomen. Bewaar deze
handleiding voor toekomstig gebruik.
Adviezen en waarschuwingen voor het instellen/gebruik van de
printer
Blokkeer de openingen in de behuizing van de printer niet en dek deze niet af.
Gebruik uitsluitend het type voedingsbron dat is vermeld op het etiket van de printer.
Gebruik geen stopcontacten in dezelfde groep als kopieerapparaten, airconditioners of andere apparaten die
regelmatig worden in- en uitgeschakeld.
Gebruik geen stopcontacten die met een wandschakelaar of een automatische timer kunnen worden in- en
uitgeschakeld.
Plaats het hele computersysteem uit de buurt van apparaten die elektromagnetische storing kunnen
veroorzaken, zoals luidsprekers of basisstations van draadloze telefoons.
Plaats het netsnoer zodanig dat geen slijtage, inkepingen, rafels, plooien en knikken kunnen optreden. Plaats
geen voorwerpen op het netsnoer en plaats het netsnoer zodanig dat niemand erop kan stappen. Let er vooral
op dat snoeren mooi recht blijven aan de uiteinden en de punten waar deze de transformator in- en uitgaan.
Als u een verlengsnoer gebruikt voor de printer, mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten
apparaten niet hoger zijn dan de maximale belasting voor het verlengsnoer. Zorg er bovendien voor dat het
totaal van de ampèrewaarden van alle apparaten die zijn aangesloten op het stopcontact, niet hoger is dan de
maximumwaarde die is toegestaan voor het stopcontact.
Als u de printer in Duitsland gebruikt, moet u rekening houden met het volgende: de installatie van het gebouw
moet beschikken over een stroomonderbreker van 10 of 16 A om de printer te beschermen tegen kortsluiting en
stroompieken.
Let bij het aansluiten van de printer op een computer of ander apparaat op de juiste richting van de stekkers van
de kabel. Elke stekker kan maar op een manier op het apparaat worden aangesloten. Wanneer u een stekker op
een verkeerde manier in het apparaat steekt, kunnen beide apparaten die via de kabel met elkaar zijn verbonden
beschadigd raken.
Plaats de printer op een vlakke, stabiele ondergrond die groter is dan de printer zelf. De printer werkt niet goed
als deze scheef staat.
Zorg er bij opslag of transport van de printer voor dat deze niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt
gehouden, anders kan er inkt lekken.
Laat boven de printer voldoende ruimte vrij om het deksel volledig te kunnen openen.
Zorg ervoor dat aan de voorkant van de printer voldoende ruimte is voor het papier dat uit de printer komt.
Vermijd plaatsen met grote schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid. Houd de printer ook uit de
buurt van direct zonlicht, fel licht of warmtebronnen.
Steek geen voorwerpen door de openingen in de printer.
Steek uw hand niet in de printer tijdens het afdrukken.
Raak de witte, platte kabel binnen in de printer niet aan.
Gebruik geen spuitbussen met ontvlambare stoen in of in de buurt van de printer. Dit kan brand veroorzaken.
Verplaats de printkop niet handmatig; anders kunt u de printer beschadigen.
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
12
Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten.
Let erop dat u nooit te hard op de scannerglasplaat drukt wanneer u er een origineel op legt.
Zet de printer altijd uit met de knop
P
. Trek de stekker niet uit het stopcontact en sluit de stroom naar het
stopcontact niet af zolang het lampje
P
nog knippert.
Controleer voordat u de printer vervoert of de printkop zich in de uitgangspositie bevindt (uiterst rechts) en of
de cartridges aanwezig zijn.
Als u de printer gedurende langere tijd niet gebruikt, neem dan de stekker uit het stopcontact.
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer met een
draadloze verbinding
Radiogolven van deze printer kunnen nadelige gevolgen hebben voor de werking van medische elektronische
apparatuur, waardoor deze apparatuur defect kan raken.Wanneer u deze printer gebruikt in een medische
instelling of in de buurt van medische apparatuur, volg dan de aanwijzingen van het bevoegd personeel van de
medische instelling en volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op de medische apparatuur zelf staan.
Radiogolven uit deze printer kunnen de werking van automatisch gestuurde apparaten, zoals automatische
deuren of een brandalarm, storen en kunnen tot ongevallen leiden als gevolg van storing.Volg alle
waarschuwingen en aanwijzingen die op deze apparatuur zijn aangeduid wanneer u deze printer gebruikt in de
buurt van automatisch aangestuurde apparaten.
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van geheugenkaarten
Verwijder een geheugenkaart niet en schakel de printer niet uit wanneer het lampje van de geheugenkaart
knippert.
Het gebruik van geheugenkaarten verschilt per type kaart. Raadpleeg de documentatie die bij de geheugenkaart
is geleverd voor meer informatie.
Gebruik alleen geheugenkaarten die compatibel zijn met het apparaat.
Gerelateerde informatie
& “Ondersteunde geheugenkaartspecicaties” op pagina 162
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van het display
Het display kan een paar kleine heldere of donkere puntjes vertonen en is mogelijk niet overal even helder. Dit
is normaal en wil geenszins zeggen dat het display beschadigd is.
Maak het display alleen schoon met een droge, zachte doek. Gebruik geen vloeibare of chemische
reinigingsmiddelen.
De buitenkant van de display kan breken als deze een grote weerslag krijgt. Neem contact op met uw
wederverkoper als het oppervlak van het scherm barst of splintert. Raak de gebroken stukken nooit aan en
verwijder ze niet.
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
13
Uw persoonlijke gegevens beschermen
Als u de printer aan iemand anders
gee
of wilt weggooien, kunt u het geheugen als volgt wissen: selecteer
Instellingen > Herstel standaard instellingen > Alle instellingen op het bedieningspaneel.
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
14
Basisprincipes van printer
Namen en functies van onderdelen
A
Zijgeleider Zorgen ervoor dat het papier recht in de printer wordt ingevoerd. Schuif ze
naar de randen van het papier.
B
Papiertoevoer achter Laadt papier.
C
Papiersteun Ondersteuning voor geladen papier.
D
Invoerbescherming Voorkomt dat ongewenste zaken in de printer terechtkomen. Laat deze
bescherming over het algemeen dicht.
E
Uitvoerlade Opvanglade voor het papier dat uit de printer komt. Zet vóór het afdrukken de
stop omhoog om te voorkomen dat het uitgeworpen papier van de lade valt.
F
Bedieningspaneel Voor bediening van de printer.
A
B
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
15
A
Geheugenkaartsleuf Plaats een geheugenkaart in het apparaat.
B
Cartridgehouder Installeer de cartridges. Aan de onderkant komt inkt uit de spuitkanaaltjes van
de printkop.
A
Documentdeksel Houdt het licht van buitenaf tegen tijdens het scannen.
B
Scannerglasplaat Plaats de originelen.
C
Scannereenheid Scant de originelen die u hebt geplaatst. Open dit om cartridges te vervangen
of papier dat in de printer is vastgelopen, te verwijderen.
A
B
A
Netaansluiting Voor aansluiting van het netsnoer.
B
USB-poort Aansluiting voor een USB-kabel.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
16
Bedieningspaneel
U kunt het bedieningspaneel in een andere hoek zetten.
Als u het bedieningspaneel lager wilt zetten, moet u de hendel aan de achterkant van het paneel induwen, zoals
hieronder getoond.
Knoppen
A
Hiermee schakelt u de printer in of uit.
Niet uitschakelen zolang het aan-uitlampje knippert (wanneer de printer bezig is of gegevens
verwerkt).
Haal het netsnoer uit het stopcontact als het aan-uitlampje gedoofd is.
B
Hiermee opent u het startscherm.
C
u
d
l
r
OK Met de knoppen
u
d
l
r
selecteert u een menu en met een druk op de knop OK opent u het
geselecteerde menu.
D
Hiermee stopt u de huidige taak of keert u terug naar het vorige scherm.
E
Hiermee start u een taak, zoals afdrukken of kopiëren.
Uitleg bij het LCD-scherm
Op het LCD-scherm worden menu's en berichten weergegeven. Selecteer een menu of instelling door te drukken
op de knoppen
u
d
l
r
.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
17
Uitleg bij het startscherm
De volgende pictogrammen en menu's worden weergegeven op het startscherm.
A
Hier staan pictogrammen die de netwerkstatus aangeven.
Duidt op een probleem met de draadloze netwerkverbinding (Wi-Fi) van de printer of geeft
aan dat de printer zoekt naar een draadloze netwerkverbinding (Wi-Fi).
Geeft aan dat de printer verbonden is met een draadloos netwerk (Wi-Fi).
Het aantal balkjes geeft de sterkte van de verbinding weer. Hoe meer balkjes, des te sterker de
verbinding is.
Geeft aan dat een draadloos netwerk (Wi-Fi) is uitgeschakeld of dat de printer bezig is met het
tot stand brengen van een draadloze netwerkverbinding.
Geeft aan dat Wi-Fi Direct is ingeschakeld.
Geeft aan dat Wi-Fi Direct is uitgeschakeld.
B
Wanneer
l
en
r
worden weergegeven, kunt u naar rechts of links bladeren door te drukken op de knop
l
of
r
.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
18
C
Functiepictogrammen en namen worden weergegeven als moduspictogrammen.
Kopiëren
Hiermee activeert u de modus Kopiëren, waarmee u een document kunt kopiëren.
Foto's afdrukken
Hiermee activeert u de modus Foto's afdrukken, waarmee u foto's kunt afdrukken die op een
geheugenkaart staan.
Scannen
Hiermee activeert u de modus Scannen, waarmee u een document of foto kunt scannen.
Mijn briefpapier
Hiermee activeert u de modus Mijn briefpapier, waarmee u allerlei originele dingen kunt
afdrukken, zoals lijntjespapier en kalenders, op basis van foto's op uw geheugenkaart.
Stille modus
Hiermee geeft u de instelling Stille modus weer, waarmee u ervoor zorgt dat de printer
minder geluid maakt. Als u deze optie inschakelt, kan de afdruksnelheid minder zijn.
Afhankelijk van de door u gekozen instellingen voor het papiertype en de afdrukkwaliteit,
merkt u mogelijk niet veel verschil in het geluid dat de printer produceert.
Dit is een snelkoppeling naar het volgende menu.
Instellingen > Printerinstallatie > Stille modus
Instellingen
Hiermee activeert u de modus Instellingen, waarmee u onderhoud kunt uitvoeren en printer-
en netwerkinstellingen kunt opgeven.
Wi-Fi instellen Hiermee geeft u menu's weer voor het instellen van de printer voor gebruik in een draadloos
netwerk. Dit is een snelkoppeling naar het volgende menu.
Instellingen > Netwerkinstellingen > Instellingen Wi-Fi
D
Hier staan de knoppen die u kunt gebruiken. In dit voorbeeld kunt u naar het geselecteerde menu gaan door op OK
te drukken.
Tekens invoeren
Als u via het bedieningspaneel tekens en symbolen wilt invoeren voor de netwerkinstellingen, gebruik dan de
knoppen
u
,
d
,
l
en
r
. Druk op de knop
u
of
d
om het gewenste teken te selecteren en druk vervolgens op de
knop
r
om de cursor te verplaatsen naar de volgende invoerpositie. Druk na aoop van het tekens invoeren op de
knop OK.
Hoe het weergegeven scherm eruitziet, hangt af van de gekozen instellingen. Dit is het scherm voor het invoeren
van het wachtwoord voor het Wi-Fi-netwerk.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
19
Pictogrammen Beschrijving
Hiermee schakelt u tussen tekentypes.
ABC: hoofdletters
abc: kleine letters
123: cijfers en symbolen
u
d
Hiermee selecteert u het teken dat u wilt invoeren.
r
Hiermee verplaatst u de cursor naar rechts.
l
Hiermee wist u het teken links van de cursor (Backspace).
OK Hiermee voert u de geselecteerde tekens in.
Hiermee keert u terug naar het vorige scherm.
De tekenreeks "13By" invoeren als oefening
1. Druk tweemaal op de knop om het tekentype om te schakelen naar 123.
2. Druk tweemaal op de knop
u
om "1" te selecteren.
3. Druk eenmaal op de knop
r
om de cursor te verplaatsen en druk vervolgens viermaal op de knop
u
om "3" te
selecteren.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
20
4. Druk eenmaal op de knop
r
om de cursor te verplaatsen en druk vervolgens op de knop om het tekentype
te veranderen in ABC. Druk tweemaal op de knop
u
om "B" te selecteren.
5. Druk eenmaal op de knop
r
om de cursor te verplaatsen en druk vervolgens op de knop om het tekentype
te veranderen in abc. Druk tweemaal op de knop
d
om "y" te selecteren.
6. Druk op de knop OK.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
21
Netwerkinstellingen
Typen netwerkverbindingen
U kunt de volgende verbindingsmethoden gebruiken.
Wi-Fi-verbinding
Sluit de printer en de computer of het smart device aan op het toegangspunt. Dit is de meest gebruikelijke manier
van verbinden voor netwerken thuis en op kantoor waar de Wi-Fi-verbindingen worden verzorgd door een
toegangspunt.
Gerelateerde informatie
& “Een computer verbinden” op pagina 23
& “Een smart device verbinden” op pagina 24
& Wi-Fi-instellingen congureren op de printer” op pagina 24
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt)
Gebruik deze verbindingsmethode wanneer u thuis of op kantoor geen Wi-Fi hebt of wanneer u de printer en het
smart device rechtstreeks met elkaar wilt verbinden. In deze modus fungeert de printer als toegangspunt en kunt u
maximaal vier apparaten met de printer verbinden zonder dat u een apart toegangspunt nodig hebt. Smart devices
die rechtstreeks met de printer zijn verbonden kunnen echter niet met elkaar communiceren via de printer.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
22
Opmerking:
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) is een verbindingsmodus die is ontwikkeld als vervanging voor de ad-
hocmodus.
De printer kan tegelijk verbinding hebben via Wi-Fi en Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt). Als u echter een
netwerkverbinding start in Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) wanneer de printer verbinding hee via Wi-Fi,
wordt de Wi-Fi-verbinding tijdelijk verbroken.
Gerelateerde informatie
& “Instellingen voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) congureren” op pagina 27
Een computer verbinden
Het wordt aanbevolen het installatieprogramma te gebruiken om de printer te verbinden met een computer.U kunt
het installatieprogramma op een van de volgende manieren uitvoeren.
Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in.Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een computer met een schijfstation.)
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
De verbindingsmethoden selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven en selecteer vervolgens de
gewenste methode om de printer met de computer te verbinden.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
23
Selecteer het verbindingstype en klik vervolgens op Volge nd e.
Volg de instructies op het scherm.
Een smart device verbinden
U kunt de printer gebruiken vanaf een smart device wanneer u de printer verbindt met hetzelfde Wi-Fi-netwerk
(SSID) als het smart device. Als u de printer wilt gebruiken vanaf een smart device, stelt u dit in vanaf de volgende
website. Open de website vanaf een smart device waarmee u verbinding wilt maken met de printer.
http://epson.sn > Instellen
Opmerking:
Als u tegelijkertijd een computer en een smart device met de printer wilt verbinden, wordt aangeraden als eerste de
computer te verbinden.
Wi-Fi-instellingen congureren op de printer
Op het bedieningspaneel van de printer kunt u op verschillende manieren de netwerkinstellingen
congureren.Kies de verbindingsmethode die overeenkomt met uw omgeving en de voorwaarden die u gebruikt.
Als u beschikt over de informatie voor het toegangspunt, zoals de SSID en het wachtwoord, kunt u de instellingen
handmatig congureren.
Als het toegangspunt WPS ondersteunt, kunt u de instellingen
congureren
met drukknopinstellingen.
Nadat de printer verbinding hee gemaakt met het netwerk, maakt u verbinding tussen de printer en het apparaat
dat u wilt gebruiken (computer, smart device, tablet, enz.)
Congureer
geavanceerde netwerkinstellingen om een statisch IP-adres te gebruiken.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
24
Gerelateerde informatie
& “Handmatig Wi-Fi-instellingen congureren” op pagina 25
& Wi-Fi-instellingen congureren via de drukknopinstelling” op pagina 26
& “Wi-Fi-instellingen congureren via de PIN code-instelling (WPS)” op pagina 27
& “Instellingen voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) congureren” op pagina 27
Handmatig Wi-Fi-instellingen congureren
U kunt de gegevens die voor de verbinding met een toegangspunt nodig zijn handmatig opgeven op het
bedieningspaneel van de printer. Voor het handmatig instellen hebt u de SSID en het wachtwoord van een
toegangspunt nodig.
Opmerking:
Als u een toegangspunt met de standaardinstellingen gebruikt, gebruikt u de SSID die en het wachtwoord dat op het label
vermeld staan. Als u de SSID en het wachtwoord niet weet, neem dan contact op met de persoon die het toegangspunt
hee
ingesteld of raadpleeg de documentatie van het toegangspunt.
1. Selecteer Instellingen Wi-Fi op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.
2. Selecteer Wi -Fi (a a nb e v o l en ) en druk vervolgens op de knop OK.
3. Druk op de knop OK.
4. Selecteer Wi-Fi instelwizard en druk vervolgens op de knop OK.
5.
Selecteer de SSID voor het toegangspunt op het bedieningspaneel van de printer en druk op de knop OK.
Opmerking:
Als de SSID waarmee u wilt verbinden, niet wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer, selecteert u
Nogm. zoeken om de lijst te vernieuwen. Als deze nog steeds niet wordt weergegeven, selecteert u Andere SSID's en
voert u de SSID rechtstreeks in.
Als u de SSID niet kent, controleer dan of deze vermeld staat op het label van het toegangspunt. Als u het
toegangspunt gebruikt met zijn standaardinstellingen, gebruikt u de SSID die op het label staat.
6. Voer het wachtwoord in en druk op de knop OK.
Selecteer of u al dan niet een netwerkverbindingsrapport wilt afdrukken na het voltooien van de instellingen.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
25
Opmerking:
Het wachtwoord is hoofdlettergevoelig.
Als u het wachtwoord niet kent, controleer dan of het vermeld staat op het label van het toegangspunt. Als u het
toegangspunt gebruikt met zijn standaardinstellingen, gebruikt u het wachtwoord dat op het label staat. Het
wachtwoord kan ook een sleutel of wachtwoordzin worden genoemd.
Als u het wachtwoord voor het toegangspunt niet kent, raadpleegt u de documentatie die bij het toegangspunt is
geleverd of neemt u contact op met de persoon die dit hee ingesteld.
Als u geen verbinding kunt maken, laadt u papier en drukt u vervolgens op de knop
om een
netwerkverbindingsrapport af te drukken.
Gerelateerde informatie
& “Tekens invoeren” op pagina 19
& De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 28
& Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 141
Wi-Fi-instellingen congureren via de drukknopinstelling
U kunt automatisch een Wi-Fi-netwerk instellen door op een knop op het toegangspunt te drukken. Als aan de
volgende voorwaarden is voldaan, kunt u deze manier van instellen gebruiken.
Het toegangspunt is compatibel met WPS (Wi-Fi Protected Setup).
De huidige Wi-Fi-verbinding is tot stand gebracht door op een knop op het toegangspunt te drukken.
Opmerking:
Als u de knop niet kunt vinden of als u instelt met behulp van de soware, raadpleeg dan de documentatie van het
toegangspunt.
1. Selecteer Instellingen Wi-Fi op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.
2. Selecteer Wi -Fi (a a nb e v o l en ) en druk vervolgens op de knop OK.
3. Druk op de knop OK.
4. Selecteer Drukknopinstelling (WPS) en druk vervolgens op de knop OK.
5. Houd de knop [WPS] op het toegangspunt ingedrukt tot het beveiligingslampje knippert.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
26
Als u niet weet waar de [WPS]-knop zit, of als het toegangspunt geen knoppen hee, raadpleeg dan de
documentatie van het toegangspunt voor meer informatie.
6. Druk op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer. Volg de instructies op het scherm die worden
weergegeven.
Opmerking:
Als de verbinding mislukt, start dan het toegangspunt opnieuw, zet het dichter bij de printer en probeer het nog een keer.
Als het nog steeds niet werkt, druk dan een netwerkverbindingsrapport af en controleer de oplossing.
Gerelateerde informatie
& De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 28
& Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 141
Wi-Fi-instellingen
congureren
via de PIN code-instelling (WPS)
U kunt verbinding maken met een toegangspunt door gebruik te maken van een pincode. U kunt deze methode
gebruiken als uw toegangspunt WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteunt. Gebruik een computer om een pincode
in te voeren in het toegangspunt.
1. Selecteer Instellingen op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.
2. Selecteer Netwerkinstellingen en druk vervolgens op de knop OK.
3. Selecteer Instellingen Wi-Fi op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.
4.
Selecteer PIN-code (WPS) en druk vervolgens op de knop OK.
5. Gebruik uw computer om de pincode (acht cijfers) die op het bedieningspaneel van de printer wordt
weergegeven in te voeren in het toegangspunt. U hebt hier twee minuten de tijd voor.
Opmerking:
Raadpleeg de documentatie van het toegangspunt voor meer informatie over het invoeren van een pincode.
6.
Druk op de knop OK.
Het instellen is voltooid wanneer dit wordt gemeld in een bericht.
Opmerking:
Als de verbinding mislukt, start dan het toegangspunt opnieuw, zet het dichter bij de printer en probeer het nog een keer.
Als het nog steeds niet werkt, druk dan een verbindingsrapport af en controleer de oplossing.
Gerelateerde informatie
& De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 28
& “Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt
congureren
” op pagina 141
Instellingen voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig
toegangspunt) congureren
Deze methode maakt het mogelijk om de printer rechtstreeks, dus zonder toegangspunt, te verbinden met een
computer of smart device. De printer fungeert zelf als toegangspunt.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
27
c
Belangrijk:
Wanneer u een computer of smart device verbindt met de printer met de Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig
toegangspunt), is de printer verbonden met hetzelfde Wi-Fi-netwerk (SSID) als de computer of het smart device en
vindt communicatie tussen de beide apparaten plaats. Omdat de computer of het smart device automatisch wordt
verbonden met het andere verbindbare Wi-Fi-netwerk als de printer wordt uitgeschakeld, wordt niet opnieuw
verbinding gemaakt met het vorige Wi-Fi-netwerk als de printer wordt ingeschakeld. Maak vanuit de computer of
het smart device opnieuw verbinding met de SSID van de printer voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig
toegangspunt). Als u niet steeds opnieuw verbinding wilt maken wanneer u de printer in- of uitschakelt, wordt
aangeraden een Wi-Fi-netwerk te gebruiken door de printer te verbinden met een toegangspunt.
1. Selecteer Instellingen Wi-Fi op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.
2. Selecteer Wi -Fi D i r e c t en druk vervolgens op de knop OK.
3. Druk op de knop OK.
4. Druk op de knop OK om de installatie te starten.
5. Druk op de knop OK.
6. Kijk op het bedieningspaneel van de printer welke SSID en welk wachtwoord worden weergegeven. Selecteer
in het scherm Netwerkverbinding van de computer of het smart device de SSID die wordt weergegeven op het
bedieningspaneel van de printer om verbinding te maken.
7.
Voer op de computer of het smart device het wachtwoord in dat wordt weergegeven op het bedieningspaneel
van de printer.
8.
Nadat de verbinding is gemaakt, drukt u op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer.
9. Druk op de knop OK.
Gerelateerde informatie
& De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 28
& Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 141
De status van de netwerkverbinding controleren
U kunt de netwerkstatus als volgt controleren.
De netwerkstatus controleren met het netwerkpictogram
U kunt de status van de netwerkverbinding controleren aan de hand van het netwerkpictogram op het startscherm
van de printer. Het pictogram verandert volgens verbindingstype en signaalsterkte.
Gerelateerde informatie
& Uitleg bij het startscherm” op pagina 18
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
28
Een netwerkverbindingsrapport afdrukken
U kunt een netwerkverbindingsrapport afdrukken om de status tussen de printer en het toegangspunt te
controleren.
1. Papier laden.
2. Selecteer Instellingen op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.
3. Selecteer Netwerkinstellingen > Ve rb ind ing scontro le.
De verbindingscontrole wordt gestart.
4.
Druk op de knop
x
om het netwerkverbindingsrapport af te drukken.
Als er een fout is opgetreden, controleer dan het netwerkverbindingsrapport en volg de afgedrukte
oplossingen.
Gerelateerde informatie
& “Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport” op pagina 29
Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport
Controleer de berichten en foutcodes op het netwerkverbindingsrapport en volg dan de oplossingen.
a. Foutcode
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
29
b. Berichten over de netwerkomgeving
Gerelateerde informatie
& “E-1” op pagina 30
& “E-2, E-3, E-7” op pagina 30
& “E-5” op pagina 31
& “E-6” op pagina 32
& “E-8” op pagina 32
& “E-9” op pagina 32
& “E-10” op pagina 33
&
“E-11” op pagina 33
&
“E-12” op pagina 33
& “E-13” op pagina 34
& “Bericht over de netwerkomgeving” op pagina 35
E-1
Bericht:
Controleer of de netwerkkabel is aangesloten en of uw netwerkapparaten (een hub, router of toegangspunt
bijvoorbeeld) aanstaan.
Oplossingen:
Controleer of de ethernetkabel op de printer en op een hub of een ander netwerkapparaat is aangesloten.
Controleer of de hub of het andere netwerkapparaat is ingeschakeld.
Als u de printer via Wi-Fi wilt aansluiten,
congureert
u de Wi-Fi-instellingen voor de printer opnieuw,
aangezien deze zijn uitgeschakeld.
E-2, E-3, E-7
Bericht:
Geen namen van draadloze netwerken (SSID) gevonden. Controleer of de router of het toegangspunt aan- staat en
of het draadloze netwerk (SSID) goed is ingesteld. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Geen namen van draadloze netwerken (SSID) gevonden. Controleer of de naam van het draadloze netwerk (SSID)
goed is ingesteld op de computer die u wilt gebruiken. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
De ingevoerde beveiligingssleutel of het wachtwoord stemt niet overeen met de sleutel of het wachtwoord van de
router of het toegangspunt. Controleer sleutel of wachtwoord. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Controleer of het toegangspunt is ingeschakeld.
Controleer of de computer of het apparaat correct is verbonden met het toegangspunt.
Schakel het toegangspunt uit. Wacht circa 10 seconden en schakel het toegangspunt weer in.
Plaats de printer dichter bij het toegangspunt en verwijder eventuele obstakels ertussen.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
30
Als u de SSID handmatig hebt ingevoerd, moet u controleren of deze correct is. Controleer het SSID-adres in
het gedeelte Netwerkstatus van het netwerkverbindingsrapport.
Als een toegangspunt meerdere SSIDs hee, selecteert u de SSID die wordt weergegeven. Wanneer de SSID een
niet-ondersteunde frequentie gebruikt, wordt deze door de printer niet weergegeven.
Als u drukknopinstellingen gebruikt om een netwerkverbinding in te stellen, controleert u of het toegangspunt
WPS ondersteunt. U kunt drukknopinstelling niet gebruiken als uw toegangspunt WPS niet ondersteunt.
Controleer of de SSID alleen bestaat uit ASCII-tekens (alfanumerieke tekens en symbolen). De printer kan geen
SSID weergeven die niet-ASCII-tekens bevat.
Zorg ervoor dat u de SSID en het wachtwoord weet voordat u verbinding maakt met het toegangspunt. Als u
een toegangspunt met de standaardinstellingen gebruikt, gebruikt u de SSID en het wachtwoord die op het label
van het toegangspunt vermeld staan. Als u de SSID en het wachtwoord niet weet, neemt u contact op met
degene die het toegangspunt hee ingesteld of raadpleegt u de documentatie die bij het toegangspunt is
geleverd.
Als u verbinding maakt met een SSID die is gegenereerd via tethering op een smart device, controleert u de
SSID en het wachtwoord in de documentatie die is meegeleverd met het smart device.
Als de Wi-Fi-verbinding plotseling wordt verbroken, controleert u de onderstaande omstandigheden. Als een
van deze omstandigheden van toepassing is, herstelt u de netwerkinstellingen door de soware van de volgende
website te downloaden en uit te voeren.
http://epson.sn > Instellen
Er is een ander smart device aan het netwerk toegevoegd met de drukknopinstallatie.
Het wi-netwerk is ingesteld met een andere methode dan drukknopinstallatie.
E-5
Bericht:
De beveiligingsmodus (bijvoorbeeld WEP of WPA) stemt niet overeen met de huidige instelling van de printer.
Controleer de beveiligingsmodus. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Zorg dat het beveiligingstype van het toegangspunt is ingesteld op een van de volgende opties.Als dat niet het geval
is, wijzigt u het beveiligingstype op het toegangspunt en stelt u de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
WEP 64-bits (40-bits)
WEP 128-bits (104-bits)
WPA PSK (TKIP/AES)
*
WPA2 PSK (TKIP/AES)
*
WPA (TKIP/AES)
WPA2 (TKIP/AES)
* WPA PSK is ook bekend als WPA Personal.WPA2 PSK is ook bekend als WPA2 Personal.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
31
E-6
Bericht:
Mogelijk wordt gelterd op het MAC-adres van de printer. Controleer of er beperkingen gelden voor uw router of
toegangspunt, zoals een
MAC-adreslter.
Zie de documentatie van de router of het toegangspunt of informeer
voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Controleer of MAC
-adresltering
is uitgeschakeld.Als dit is ingeschakeld, registreert u het MAC-adres van de
printer zodat het niet wordt gelterd.Raadpleeg de documentatie van het toegangspunt voor details.U kunt het
MAC-adres van de printer controleren in het gedeelte Netwerkstatus van het netwerkverbindingsrapport.
Als het toegangspunt gedeelde
vericatie
gebruikt met WEP-beveiliging, moet u ervoor zorgen dat de
vericatiesleutel en index correct zijn.
Als het aantal apparaten dat u op het toegangspunt kunt aansluiten lager is dan het aantal netwerkapparaten dat
u wilt verbinden,
congureert
u instellingen op het toegangspunt om het aantal aansluitbare apparaten te
vergroten.Raadpleeg de documentatie van het toegangspunt om de instellingen te congureren.
E-8
Bericht:
Er is een onjuist IP-adres toegewezen aan de printer. Controleer de instellingen voor het IP-adres van het
netwerkapparaat (hub, router of toegangspunt). Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Schakel DHCP in op het toegangspunt als IP-adres verkrijgen van de printer is ingesteld op Automatisch.
Als de instelling IP-adres verkrijgen van de printer is ingesteld op handmatig, is het IP-adres dat u handmatig
instelt ongeldig omdat het buiten bereik is (bijvoorbeeld: 0.0.0.0).Stel een geldig IP-adres in op het
bedieningspaneel van de printer of via Web Cong.
E-9
Bericht:
Controleer de verbinding en netwerkinstellingen van de computer of andere apparatuur. Verbinding maken met
EpsonNet Setup is beschikbaar. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Apparaten worden ingeschakeld.
U kunt toegang krijgen tot internet en andere computer of netwerkapparaten op hetzelfde netwerk van de
apparaten die u met de printer wilt verbinden.
Als u na het controleren van bovenstaande nog steeds geen verbinding krijgt tussen de printer en de
netwerkapparaten, schakelt u het toegangspunt uit.Wacht circa 10 seconden en schakel het toegangspunt weer
in.Herstel vervolgens de netwerkinstellingen door het installatieprogramma van de volgende website te
downloaden en uit te voeren.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
32
http://epson.sn > Instellen
E-10
Bericht:
Controleer IP-adres, subnetmasker en standaardgateway-instelling. Verbinding maken met EpsonNet Setup is
beschikbaar. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Andere apparaten op het netwerk worden ingeschakeld.
Netwerkadressen (IP-adres, subnetmasker en standaard gateway) zijn correct als u IP-adres verkrijgen van de
printer hebt ingesteld op Handmatig.
Stel het netwerkadres opnieuw in als dit onjuist is.U kunt het IP-adres, het subnetmasker en de standaardgateway
controleren in het gedeelte Netwerkstatus van het netwerkverbindingsrapport.
Als DHCP is ingeschakeld, wijzigt u de instelling IP-adres verkrijgen van de printer in Automatisch.Als u het IP-
adres handmatig wilt instellen, controleert u het IP-adres van de printer in het gedeelte Netwerkstatus van het
netwerkverbindingsrapport en selecteert u vervolgens Handmatig in het scherm Netwerkinstellingen.Stel het
subnetmasker in op [255.255.255.0].
Als u hiermee nog steeds geen verbinding krijgt tussen de printer en de netwerkapparaten, schakelt u het
toegangspunt uit.Wacht circa 10 seconden en schakel het toegangspunt weer in.
E-11
Bericht:
Instellen niet voltooid. Controleer de standaardgateway-instelling. Verbinding maken met EpsonNet Setup is
beschikbaar. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Het standaard gateway-adres is correct wanneer u de TCP/IP-instelling van de printer instelt op Handmatig.
Het apparaat dat is ingesteld als de standaard gateway, wordt ingeschakeld.
Stel het juiste standaard gateway-adres in.U kunt het standaard gatewayadres van de printer controleren in het
gedeelte Netwerkstatus van het netwerkverbindingsrapport.
E-12
Bericht:
Controleer het volgende -De beveiligingssleutel/het wachtwoord dat u invoert moet kloppen. -Index van
beveiligingssleutel/wachtwoord wordt ingesteld op eerste getal. -Het IP-adres, het subnetmasker en de
standaardgateway-instelling moeten goed zijn ingesteld. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
33
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Andere apparaten op het netwerk worden ingeschakeld.
De netwerkadressen (IP-adres, subnetmasker en standaard gateway) zijn correct als u ze handmatig invoert.
De netwerkadressen voor andere apparaten (subnetmasker en standaard gateway) zijn dezelfde.
Het IP-adres komt niet in conict met andere apparaten.
Als u na het controleren van bovenstaande nog steeds geen verbinding krijgt tussen de printer en de
netwerkapparaten, probeert u het volgende.
Schakel het toegangspunt uit.Wacht circa 10 seconden en schakel het toegangspunt weer in.
Congureer de netwerkinstellingen opnieuw met behulp van het installatieprogramma.U kunt dit uitvoeren
vanaf de volgende website.
http://epson.sn > Instellen
U kunt meerdere wachtwoorden registreren op een toegangspunt dat het WEP-beveiligingstype gebruikt.Als er
meerdere wachtwoorden zijn geregistreerd, moet u controleren of het eerste geregistreerde wachtwoord op de
printer is ingesteld.
E-13
Bericht:
Controleer het volgende -De beveiligingssleutel/het wachtwoord dat u invoert moet kloppen. -Index van
beveiligingssleutel/wachtwoord wordt ingesteld op eerste getal. -De verbinding en de netwerkinstellingen van de
computer of andere apparatuur moeten goed zijn. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Netwerkapparaten zoals een toegangspunt, hub en router, zijn ingeschakeld.
De TCP/IP-instelling voor netwerkapparaten is niet handmatig opgegeven.(Als de TCP/IP-instelling van de
printer automatisch is ingesteld terwijl de TCP/IP-instelling voor andere netwerkapparaten handmatig wordt
uitgevoerd, kan het netwerk van de printer verschillen van het netwerk voor andere apparaten.)
Als dit nog steeds niet werkt nadat u het bovenstaande hebt gecontroleerd, probeert u het volgende.
Schakel het toegangspunt uit.Wacht circa 10 seconden en schakel het toegangspunt weer in.
Congureer met behulp van het installatieprogramma netwerkinstellingen op de computer die met hetzelfde
netwerk is verbonden als de printer.U kunt dit uitvoeren vanaf de volgende website.
http://epson.sn > Instellen
U kunt meerdere wachtwoorden registreren op een toegangspunt dat het WEP-beveiligingstype gebruikt.Als er
meerdere wachtwoorden zijn geregistreerd, moet u controleren of het eerste geregistreerde wachtwoord op de
printer is ingesteld.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
34
Bericht over de netwerkomgeving
Bericht Oplossing
*Er zijn meerdere netwerknamen (SSID)
gedetecteerd die overeenstemmen met de
ingevoerde netwerknaam (SSID).
Controleer de netwerknaam (SSID).
Dezelfde SSID kan worden ingesteld op meerdere toegangspunten.
Controleer de instellingen van de toegangspunten en wijzig de SSID.
De Wi-Fi-omgeving moet worden
verbeterd. Schakel de draadloze router uit
en vervolgens weer in. Als de verbinding
niet verbetert, raadpleegt u de
documentatie voor de draadloze router.
Nadat u de printer dichter bij het toegangspunt hebt geplaatst en eventuele
obstakels hebt verwijderd, schakelt u het toegangspunt uit. Wacht circa 10
seconden en schakel het toegangspunt weer in. Als de printer nog steeds
geen verbinding maakt, raadpleegt u de documentatie die bij het
toegangspunt is meegeleverd.
*Er kunnen niet meer apparaten
aangesloten worden. Verwijder een van de
apparaten als u een ander wilt toevoegen.
Computers en smart devices die tegelijkertijd kunnen worden verbonden,
worden in de Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) volledig
verbonden. Om nog een computer of een ander smart device toe te voegen,
moet u eerst de verbinding van een van de verbonden apparaten verbreken.
U kunt het aantal draadloos verbonden apparaten dat tegelijkertijd kan
worden verbonden en het aantal daadwerkelijk verbonden apparaten
controleren op het netwerkstatusblad of het bedieningspaneel van de printer.
Een netwerkstatusvel afdrukken
U kunt de gedetailleerde netwerkinformatie afdrukken om deze te controleren.
1.
Papier laden.
2. Selecteer Instellingen op het startscherm.
3. Selecteer Netwerkinstellingen > Statusblad afdrukken.
4. Druk op de knop
x
.
Het netwerkstatusvel wordt afgedrukt.
Toegangspunten vervangen of toevoegen
Als de SSID verandert doordat een toegangspunt wordt vervangen, of als een toegangspunt wordt toegevoegd en
een nieuwe netwerkomgeving wordt ingesteld, stelt u de Wi-Fi-instellingen opnieuw in.
Gerelateerde informatie
& “De verbindingsmethode met een computer wijzigen” op pagina 35
De verbindingsmethode met een computer wijzigen
Gebruik het installatieprogramma en stel de installatie in met een andere verbindingsmethode.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
35
Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in.Ga naar Instellen en
congureer
de instellingen.
http://epson.sn
Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een computer met een schijfstation.)
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
De verbindingsmethode wijzigen selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven.
Selecteer De verbindingsmethode wijzigen of resetten in het scherm
Soware-installatie
selecteren en klik
vervolgens op Volgen de.
Wi-Fi uitschakelen op het bedieningspaneel
Wanneer u Wi-Fi uitschakelt, wordt de Wi-Fi-verbinding verbroken.
1. Selecteer Instellingen op het startscherm.
2. Selecteer Netwerkinstellingen.
3.
Selecteer Instellingen Wi-Fi.
4. Selecteer Wi-Fi uitschakelen.
5. Controleer het bericht en selecteer Ja.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
36
Een Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig
toegangspunt) verbreken vanaf het
conguratiescherm
Opmerking:
Wanneer de Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) wordt uitgeschakeld, wordt de verbinding voor alle
computers en smart devices die met de printer zijn verbonden in Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt)
verbroken. Als u de verbinding met een
speciek
apparaat wilt verbreken, doe dit dan op het apparaat in kwestie en niet op
de printer.
1. Selecteer Instellingen op het startscherm.
2.
Selecteer Netwerkinstellingen.
3. Selecteer Instellingen Wi-Fi.
4. Selecteer Wi -Fi D i r e c t in st el l en .
5. Selecteer Wi-Fi Direct uitschakelen.
6.
Controleer het bericht en selecteer Ja.
De netwerkinstellingen herstellen op het
bedieningspaneel
U kunt alle netwerkinstellingen terugzetten op de standaardinstellingen.
1. Selecteer Instellingen op het startscherm.
2.
Selecteer Herstel standaard instellingen > Netwerkinstellingen.
3.
Controleer het bericht en selecteer Ja.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
37
Papier laden
Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking
Lees de instructiebladen die bij het papier worden geleverd.
Waaier papier en leg de stapel recht voor het laden. Fotopapier niet waaieren of buigen. Dit kan de afdrukzijde
beschadigen.
Als het papier omgekruld is, maakt u het plat of buigt u het vóór het laden lichtjes de andere kant op. Afdrukken
op omgekruld papier kan papierstoringen of vlekken op de afdruk veroorzaken.
Gebruik geen papier dat golvend, gescheurd, gesneden, gevouwen, vochtig, te dik of te dun is of papier met
stickers op. Het gebruik van deze papiersoorten kan papierstoringen of vlekken op de afdruk veroorzaken.
Waaier enveloppen en leg ze recht op elkaar voor het laden. Als de gestapelde enveloppen lucht bevatten, maakt
u ze plat om de lucht eruit te krijgen voordat ze worden geladen.
Gebruik geen omgekrulde of gevouwen enveloppen. Het gebruik van dergelijke enveloppen kan papierstoringen
of vlekken op de afdruk veroorzaken.
Gebruik geen enveloppen met zellevende oppervlakken of vensters.
Vermijd het gebruik van enveloppen die te dun zijn aangezien die kunnen omkrullen tijdens het afdrukken.
Gerelateerde informatie
& “Printer specicaties” op pagina 159
Gebruikershandleiding
Papier laden
38
Beschikbaar papier en capaciteiten
Epson raadt aan om origineel Epson-papier te gebruiken om afdrukken van hoge kwaliteit te krijgen.
Origineel Epson-papier
Medianaam Grootte Laadcapaciteit
(vellen)
Handmatig
dubbelzijdig
afdrukken
Randloos
afdrukken
Epson Bright White Ink Jet
Paper
A4
80
*
Epson Ultra Glossy Photo
Paper
A4, 13×18 cm, 10×15 cm 20
Epson Premium Glossy
Photo Paper
A4, 13×18 cm, 16:9
breedbeeld, 10×15 cm
20
Epson Premium Semigloss
Photo Paper
A4, 10×15 cm 20
Epson Photo Paper Glossy A4, 13×18 cm, 10×15 cm 20
Epson Matte Paper-
Heavyweight
A4 20
Epson Photo Quality Ink Jet
Paper
A4 80
* Voor handmatig dubbelzijdig afdrukken geldt dat u maximaal 30 pagina's kunt laden waarvan één zijde al is bedrukt.
Opmerking:
De beschikbaarheid van papier verschilt per locatie. Neem contact op met Epson Support voor de recentste informatie over
beschikbaar papier in uw omgeving.
Commercieel beschikbaar papier
Medianaam Grootte Laadcapaciteit
(vellen)
Handmatig
dubbelzijdig
afdrukken
Randloos
afdrukken
Gewoon papier
*1
Letter
*2
, A4, B5
*2
, A5
*2
, A6
*2
Tot aan de lijn met
het driehoekje op de
zijgeleider.
*3
Legal
*2
1
Gebruikergedenieerd
*2
Envelop
*2
Envelop #10, Envelop DL,
Envelop C6
10
*1 De laadcapaciteit voor vooraf geperforeerd papier is één vel.
*2 Alleen afdrukken vanaf een computer is beschikbaar.
*3 Voor handmatig dubbelzijdig afdrukken geldt dat u maximaal 30 pagina's kunt laden waarvan één zijde al is bedrukt.
Gebruikershandleiding
Papier laden
39
Gerelateerde informatie
& “Technische ondersteuning (website)” op pagina 168
Lijst met papiertypes
Selecteer het papiertype dat bij het papier past voor optimale afdrukresultaten.
Medianaam Afdrukmateriaal
Bedieningspaneel
Printerdriver, smart device
*2
Epson Bright White Ink Jet Paper
*1
Gewoon papier Gewoon papier
Epson Ultra Glossy Photo Paper
*1
Ultra Glossy Epson Ultra Glossy
Epson Premium Glossy Photo Paper
*1
Prem. Glossy Epson Premium Glossy
Epson Premium Semigloss Photo Pa-
per
*1
Prem. Semigloss Epson Premium Semigloss
Epson Photo Paper Glossy
*1
Glossy Photo Paper Glossy
Epson Matte Paper-Heavyweight
*1
Matte Epson Matte
Epson Photo Quality Ink Jet Paper
*1
Matte Epson Matte
Gewoon papier
*1
Gewoon papier Gewoon papier
Enveloppe Enveloppe Enveloppe
*1 Dit afdrukmateriaal is compatibel met Exif Print en PRINT Image Matching wanneer wordt afgedrukt met de printerdriver.
Raadpleeg voor meer informatie de documentatie van een met Exif Print of PRINT Image Matching compatibele digitale
camera.
*2 Voor smart devices kan dit afdrukmateriaal worden geselecteerd wanneer wordt afgedrukt met Epson iPrint.
Papier in de Papiertoevoer achter laden
1. Open de invoerbescherming, trek de papiersteun uit en klap deze naar achteren.
Gebruikershandleiding
Papier laden
40
2. Schuif de zijgeleider naar links.
3.
Laad papier verticaal langs de rechterzijde van de papiertoevoer achter met de afdrukzijde naar boven.
c
Belangrijk:
Laad niet meer dan het maximale aantal pagina's voor de specieke papiersoort. Let er bij gewoon papier op
dat het niet boven de streep met het driehoekje op de zijgeleider komt.
Enveloppen
Gebruikershandleiding
Papier laden
41
Papier met perforatie
Opmerking:
Laad losse vellen papier niet met de perforatorgaten bovenaan of onderaan.
Pas de afdrukpositie van uw bestand aan zodat u niet over de perforatorgaten heen afdrukt.
4. Schuif de zijgeleider naar de rand van het papier en sluit vervolgens de doorvoerbeveiliging.
5. Controleer de instellingen voor het papierformaat en papiertype op het bedieningspaneel. Als u de instellingen
wilt gebruiken, selecteert u Bevestigen met de knop
u
of
d
. Vervolgens drukt u op OK en gaat u naar stap 7.
Als u de instellingen wilt wijzigen, selecteert u Wi j z i ge n met de knop
u
of
d
. Vervolgens drukt u op de knop
OK en gaat u naar de volgende stap.
c
Belangrijk:
Het scherm voor de papierinstelling wordt niet weergegeven als het papier niet is geladen aan de rechterkant
van de papiertoevoer achter. Wanneer u begint af te drukken, krijgt u een foutmelding.
Gebruikershandleiding
Papier laden
42
Opmerking:
Er wordt een melding weergegeven wanneer de vastgelegde instellingen voor papierformaat en -type afwijken van de
afdrukinstellingen.
Het scherm met papierinstellingen wordt niet weergegeven als u Papierconguratie hebt uitgeschakeld in de
volgende menu's. In dit geval kunt u niet afdrukken met AirPrint.
Instellingen > Printerinstallatie > Papierbroninst. > Papierconguratie
6. Selecteer in het scherm voor het instellen van het papierformaat het papierformaat met de knop
l
of
r
en
druk vervolgens op de knop OK. Selecteer op dezelfde manier het papiertype in het scherm voor het instellen
van het papiertype en druk vervolgens op de knop OK. Bevestig de instellingen en druk vervolgens op de knop
OK.
Opmerking:
U kunt het scherm met instellingen voor het papierformaat en papiertype ook weergeven door de volgende menu's te
selecteren.
Instellingen > Printerinstallatie > Papierbroninst. > Papier instellen
7. Schuif de uitvoerlade uit en klap de stop omhoog.
Opmerking:
Plaats het resterende papier terug in de verpakking. Als u het in de printer laat, kan het papier omkrullen of kan de
afdrukkwaliteit achteruitgaan.
Gerelateerde informatie
& Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 38
Gebruikershandleiding
Papier laden
43
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 39
Gebruikershandleiding
Papier laden
44
Originelen plaatsen
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen
c
Belangrijk:
Plaatst u omvangrijke originelen zoals boeken, zorg er dan voor dat er geen extern licht op de scannerglasplaat
schijnt.
1. Open het documentdeksel.
2.
Verwijder stof en vlekken van de scannerglasplaat.
3. Plaats het origineel met de bedrukte zijde omlaag en duw het tegen de hoekmarkering.
Opmerking:
De eerste 1,5 mm vanaf de bovenrand en rechterrand van de scannerglasplaat wordt niet gescand.
4. Sluit het deksel voorzichtig.
c
Belangrijk:
Oefen niet te veel kracht uit op de scannerglasplaat of de documentkap.Deze kunnen anders beschadigd raken.
Gebruikershandleiding
Originelen plaatsen
45
5. Verwijder de originelen na het scannen.
Opmerking:
Als u de originelen langdurig op de scannerglasplaat laat liggen, kunnen ze aan het oppervlak van het glas kleven.
Verschillende originelen plaatsen
Originelen plaatsen voor lay-out 2-op-1
Een dubbele pagina plaatsen voor lay-out 2-op-1
Gebruikershandleiding
Originelen plaatsen
46
Meerdere foto's plaatsen om tegelijkertijd te scannen
U kunt meerdere foto's tegelijkertijd scannen en elke
aeelding
opslaan met Fotomodus in Epson Scan 2. Plaats
de foto's 4,5 mm van de horizontale en verticale rand van de scannerglasplaat en plaats de foto's ten minste 20 mm
uit elkaar. De foto's moeten groter zijn dan 15×15 mm.
Opmerking:
Schakel het selectievakje
umbnail
bovenin het voorbeeldscherm in.
Gebruikershandleiding
Originelen plaatsen
47
Een geheugenkaart plaatsen
Ondersteunde geheugenkaarten
miniSD
*
miniSDHC
*
microSD*
microSDHC
*
microSDXC
*
SD
SDHC
SDXC
* Gebruik een geschikte adapter voor de geheugenkaartsleuf. Anders kan de kaart vast komen te zitten.
Gerelateerde informatie
&
“Ondersteunde
geheugenkaartspecicaties
” op pagina 162
Een geheugenkaart plaatsen en verwijderen
1. Plaats een geheugenkaart in de printer.
De printer begint de gegevens te lezen en het lampje knippert. Wanneer de printer klaar is met lezen, blij het
lampje branden.
c
Belangrijk:
Plaats een geheugenkaart rechtstreeks in de printer.
De kaart kan er niet volledig in. Probeer de kaart niet volledig in de sleuf te duwen.
Gebruikershandleiding
Een geheugenkaart plaatsen
48
2. Wanneer u klaar bent met de geheugenkaart, kunt u de geheugenkaart verwijderen nadat u hebt gecontroleerd
of het lampje niet knippert.
c
Belangrijk:
Als u de geheugenkaart verwijdert terwijl het lampje knippert, kunt u gegevens op de geheugenkaart
kwijtraken.
Opmerking:
Als u de geheugenkaart opent vanaf een computer, moet u de computer gebruiken om het verwisselbare apparaat veilig
te verwijderen.
Gerelateerde informatie
& Een geheugenkaart benaderen vanaf een computer” op pagina 167
Gebruikershandleiding
Een geheugenkaart plaatsen
49
Afdrukken
Afdrukken via het bedieningspaneel
Foto's afdrukken door ze te selecteren op een geheugenkaart
1. Laad papier in de printer.
c
Belangrijk:
Congureer
de instellingen voor het papier op het bedieningspaneel.
2. Plaats een geheugenkaart in de printer.
c
Belangrijk:
Verwijder de geheugenkaart pas wanneer u klaar bent met afdrukken.
3. Ga in het startscherm naar Foto's afdrukken met de knop
l
of
r
en druk vervolgens op de knop OK.
4. Selecteer een foto met de knop
l
of
r
en stel vervolgens het aantal exemplaren in met de knop
u
of
d
.
Herhaal deze procedure wanneer u meer dan één foto wilt afdrukken.
5. Druk op de knop OK om het scherm voor het bevestigen van de afdrukinstellingen weer te geven.
6.
Als u de afdrukinstellingen wilt wijzigen, drukt u op de knop
d
om het scherm met instellingen weer te geven.
Gebruik de knop
u
of
d
om instellingen zoals het papierformaat en papiertype te selecteren en pas de
instellingen aan met de knop
l
of
r
. Druk na
aoop
op de knop OK.
7. Druk op de knop
x
.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 40
& “Lijst met papiertypes” op pagina 40
& “Een geheugenkaart plaatsen” op pagina 48
& “Menuopties voor de modus Foto's afdrukken” op pagina 52
Gebruikershandleiding
Afdrukken
50
Gelinieerd papier, kalenders en origineel briefpapier afdrukken
U kunt gemakkelijk gelinieerd papier, kalenders en origineel briefpapier afdrukken met behulp van het menu Mijn
briefpapier.
1. Laad papier in de printer.
2. Plaats de geheugenkaart in de printer als u briefpapier wilt afdrukken met een foto van uw geheugenkaart.
3. Ga in het startscherm naar Mijn briefpapier met de knop
l
of
r
en druk vervolgens op de knop OK.
4.
Selecteer een menu-item met de knop
l
of
r
en druk vervolgens op de knop OK.
5.
Volg de afdrukinstructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 40
& “Lijst met papiertypes” op pagina 40
& “Een geheugenkaart plaatsen” op pagina 48
& “Menuopties voor het afdrukken van gelinieerd papier, kalenders en origineel briefpapier” op pagina 51
& “Menuopties voor de modus Foto's afdrukken” op pagina 52
Menuopties voor het afdrukken van gelinieerd papier, kalenders en origineel
briefpapier
Gelinieerd papier:
Drukt sommige soorten gelinieerd papier, graekpapier of muziekpapier af op A4.
Briefpapier:
Drukt sommige soorten briefpapier af op A4 met een foto van de geheugenkaart als achtergrond.De
foto wordt licht afgedrukt, zodat er gemakkelijk op kan worden geschreven.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
51
Kalender:
Drukt een week- of maandkalender af.Selecteer het jaar en de maand voor de maandkalender.
Afdrukken met DPOF
Deze printer is compatibel met DPOF (Digital Print Order Format) versie 1.10. DPOF is een standaard voor het
opslaan van extra informatie bij foto's, zoals datum, tijdstip, gebruikersnaam en afdrukgegevens. DPOF-
compatibele camera's bieden de mogelijkheid om in te stellen welke aeelding op een geheugenkaart u wilt
afdrukken en in hoeveel exemplaren. Wanneer u de geheugenkaart in de printer plaatst, worden de door de camera
geselecteerde foto's afgedrukt.
Opmerking:
Raadpleeg de documentatie van de camera voor meer informatie over het opgeven van afdrukinstellingen op de camera.
Wanneer u een geheugenkaart in de printer plaatst, wordt een bevestigingsscherm weergegeven. Druk op de knop
OK om het scherm voor het starten van de afdruk weer te geven. Druk op de knop
x
om het afdrukken te starten.
Als u de afdrukinstellingen wilt wijzigen, drukt u op de knop
d
. De instellingen zijn identiek aan die van de
modus Foto's afdrukken.
Gerelateerde informatie
& “Foto's afdrukken door ze te selecteren op een geheugenkaart” op pagina 50
& “Menuopties voor de modus Foto's afdrukken” op pagina 52
Menuopties voor de modus Foto's afdrukken
Papierformaat
Selecteer het papierformaat dat u hebt geladen.
Papiersoort
Selecteer het papiertype dat u hebt geladen.
Randloos
Selecteer Randloos als u wilt afdrukken zonder marge rondom. De aeelding wordt een beetje
vergroot om de marges rond de randen van het papier te verwijderen. Selecteer Met rand als u wilt
afdrukken met marge rondom.
Kwaliteit
Selecteer de afdrukkwaliteit. Wanneer u Beste selecteert, krijgt u afdrukken van betere kwaliteit, maar
het afdrukken duurt mogelijk langer.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
52
Afdrukken vanaf een computer
Basisprincipes van printer — Windows
Opmerking:
Zie de online-Help voor een uitleg van de items voor instellingen. Rechtsklik op een item en klik dan op Help.
De werking varieert naargelang de toepassing. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
1. Laad papier in de printer.
c
Belangrijk:
Congureer
de instellingen voor het papier op het bedieningspaneel.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Selecteer Afdrukken of Afdrukinstelling in het menu Bestand.
4.
Selecteer uw printer.
5. Selecteer Vo or keuren of Eigenschappen om het venster van de printerdriver te openen.
6. Geef de volgende instellingen op.
documentformaat: selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
53
Randloos: selecteer deze optie om af te drukken zonder marges rond de aeelding.
Bij het randloos afdrukken worden de afdrukgegevens enigszins vergroot ten opzichte van het
papierformaat. Dit zorgt ervoor dat u geen witruimte krijgt rondom. Klik op Instellingen om de mate van
vergroting te selecteren.
Afdrukstand: selecteer de afdrukstand die u in de toepassing hebt ingesteld.
Papiertype: selecteer het type papier dat u hebt geladen.
Kwaliteit: selecteer de afdrukkwaliteit.
Wanneer u Hoog selecteert, krijgt u afdrukken van betere kwaliteit, maar het afdrukken duurt mogelijk
langer.
Kleur: selecteer Grijswaarden wanneer u wilt afdrukken in zwart-wit of grijswaarden.
Opmerking:
Selecteer de instelling Liggend als Afdrukstand voor het afdrukken op enveloppen.
7.
Klik op OK om het venster van de printerdriver te sluiten.
8. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 39
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 40
& Uitleg bij de printerdriver voor Windows” op pagina 118
& “Lijst met papiertypes” op pagina 40
Basisprincipes voor afdrukken — Mac OS
Opmerking:
In de uitleg in dit gedeelte wordt TextEdit gebruikt als voorbeeld. De precieze werking en schermen hangen af van de
toepassing. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
54
3. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand of een andere opdracht om het afdrukdialoogvenster te openen.
Klik indien nodig op Toon detai l s of
d
om het afdrukvenster te vergroten.
4. Geef de volgende instellingen op.
Printer: selecteer uw printer.
Voorinstellingen: gebruik deze optie wanneer u de opgeslagen instellingen wilt gebruiken.
Papierformaat: selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst.
Selecteer een "randloos" papierformaat voor het afdrukken zonder marges.
Afdrukstand: selecteer de afdrukstand die u in de toepassing hebt ingesteld.
Opmerking:
Als de bovenstaande menu's niet worden weergegeven, sluit dan het afdrukvenster, selecteer Pagina-instelling in het
menu Bestand en geef vervolgens instellingen op.
Selecteer de liggende afdrukstand voor het afdrukken op enveloppen.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
55
5. Selecteer Printerinstellingen in het venstermenu.
Opmerking:
Als in OS X Mountain Lion of later het menu Printerinstellingen niet wordt weergegeven, is het Epson-
printerprogramma fout geïnstalleerd.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en
faxen), verwijder de printer en voeg de printer opnieuw toe. Open de volgende website en voer de productnaam in. Ga
naar Ondersteuning en lees de Tips.
http://epson.sn
6. Geef de volgende instellingen op.
Afdrukmateriaal: selecteer het type papier dat u hebt geladen.
Afdrukkwaliteit: selecteer de afdrukkwaliteit.
Wanneer u Fijn selecteert, krijgt u afdrukken van betere kwaliteit, maar het afdrukken duurt mogelijk
langer.
Uitbreiding: beschikbaar wanneer het randloos papierformaat is geselecteerd.
Bij het randloos afdrukken worden de afdrukgegevens enigszins vergroot ten opzichte van het
papierformaat. Dit zorgt ervoor dat u geen witruimte krijgt rondom. Selecteer de mate van vergroting.
Grijswaarden: selecteer om af te drukken in zwart of grijswaarden.
7. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 39
Gebruikershandleiding
Afdrukken
56
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 40
& “Uitleg bij het printerstuurprogramma voor Mac OS” op pagina 121
& “Lijst met papiertypes” op pagina 40
Dubbelzijdig afdrukken (alleen voor Windows)
De printerdriver scheidt even en oneven pagina's automatisch tijdens het afdrukken. Wanneer de printer alle
oneven pagina's hee afgedrukt, draait u het papier om volgens de instructies om de even pagina's af te drukken. U
kunt ook een brochure afdrukken.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
Als u geen papier gebruikt dat geschikt is voor dubbelzijdig afdrukken, kan de afdrukkwaliteit achteruitgaan en kan het
papier vastlopen.
Aankelijk van het papier en de gegevens, kan inkt doorlekken naar de andere zijde van het papier.
Als EPSON Status Monitor 3 is uitgeschakeld, opent u de printerdriver, klikt u op Extra instellingen op het tabblad
Hulpprogramma's en selecteert u EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
Dubbelzijdig afdrukken is mogelijk niet beschikbaar wanneer de printer wordt gebruikt via een netwerk of als een
gedeelde printer.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van de printerdriver.
4. Selecteer Handmatig (binden langs lange zijde) of Handmatig (binden langs korte zijde) bij Dubbelzijdig
afdrukken op het tabblad Hoofdgroep.
5. Klik op Instellingen, congureer de instellingen en klik op OK.
Opmerking:
Selecteer Boekje om een brochure af te drukken.
6. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
57
7. Klik op Afdrukken.
Wanneer de eerste zijde klaar is, verschijnt er een pop-upvenster op de computer. Volg de instructies op het
scherm.
Gerelateerde informatie
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 39
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 40
& “Basisprincipes van printer — Windows” op pagina 53
Meerdere pagina's op één vel afdrukken
U kunt twee of vier pagina's met gegevens op één vel papier afdrukken.
Meerdere pagina's op één vel afdrukken - Windows
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van de printerdriver.
4.
Selecteer 2 per vel of 4 per vel als de instelling voor Meerdere pagina's op het tabblad Hoofdgroep.
5. Klik op Pag.volgorde,
congeer
de toepasselijke instellingen en klik vervolgens op OK om het venster te
sluiten.
6. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
7. Klik op Afdrukken.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
58
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 40
& “Basisprincipes van printer — Windows” op pagina 53
Meerdere pagina's op één vel afdrukken — Mac OS
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het afdrukdialoogvenster.
4.
Selecteer Lay-out in het snelmenu.
5. Stel het aantal pagina's in Pagina's per vel, de Richting van indeling (paginavolgorde) en Randen.
6. Geef naar wens nog meer instellingen op.
7. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 40
& “Basisprincipes voor afdrukken — Mac OS” op pagina 54
Afdruk aanpassen aan papierformaat
U kunt de afdruk aanpassen aan het papierformaat dat u in de printer hebt geladen.
Afdruk aanpassen aan papierformaat - Windows
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
59
3. Open het venster van de printerdriver.
4. Congureer de volgende instellingen op het tabblad Meer opties.
documentformaat: Selecteer het papierformaat dat u in de toepassing hebt ingesteld.
Uitvoerpapier: Selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst.
Volledige pagina wordt automatisch geselecteerd.
Opmerking:
Als u een verkleinde
aeelding
wenst af te drukken in het midden van de pagina, selecteer dan Centreren.
5. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
6. Klik op Afdrukken.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 40
& “Basisprincipes van printer — Windows” op pagina 53
Afdruk aanpassen aan papierformaat — Mac OS
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3.
Open het afdrukdialoogvenster.
4. Selecteer het papierformaat van het papier dat u in de toepassing als Papierformaat hebt ingesteld.
5. Selecteer Papierverwerking in het snelmenu.
6. Selecteer Aanpassen aan papierformaat.
7. Selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst als de instelling voor Doelpapierformaat.
8. Geef naar wens nog meer instellingen op.
9. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 40
& “Basisprincipes voor afdrukken — Mac OS” op pagina 54
Gebruikershandleiding
Afdrukken
60
Meerdere bestanden samen afdrukken (alleen voor Windows)
Met Taken indelen Lite kunt u meerdere bestanden die door verschillende toepassingen zijn gemaakt combineren
en als één afdruktaak afdrukken. U kunt de afdrukinstellingen, zoals lay-out, afdrukvolgorde en oriëntatie, voor
gecombineerde bestanden congureren.
1. Laad papier in de printer.
2.
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van de printerdriver.
4. Selecteer Taken indelen Lite op het tabblad Hoofdgroep.
5. Klik op OK om het venster van de printerdriver te sluiten.
6. Klik op Druk af.
Het venster Taken indelen Lite wordt weergegeven en de afdruktaak wordt aan het Afdrukproject
toegevoegd.
7. Open het bestand dat u met het huidige bestand wilt combineren terwijl het venster Taken indelen Lite
openstaat. Herhaal vervolgens stap 3 t/m 6.
Opmerking:
Als u het venster Take n ind e le n Lite sluit, wordt het niet opgeslagen Afdrukproject verwijderd. Selecteer Opslaan
in het menu Bestand om op een later tijdstip af te drukken.
Als u een Afdrukproject dat is opgeslagen in Ta ke n in d e l e n Li te wilt openen, klikt u op Take n indel e n Lite op het
tabblad Hulpprogramma's van de printerdriver. Selecteer vervolgens Openen in het menu Bestand om het bestand
te selecteren. De bestandsextensie van de opgeslagen bestand is "ecl".
8. Selecteer de menu's Lay-out en Bewerken in Taken indelen Lite om de Afdrukproject indien nodig aan te
passen. Raadpleeg de Help-functie van de Taken indelen Lite voor details.
9. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 40
& “Basisprincipes van printer — Windows” op pagina 53
Gebruikershandleiding
Afdrukken
61
Eén afbeelding afdrukken op meerdere vellen om een poster te
maken (alleen voor Windows)
Met deze functie kunt u één aeelding afdrukken op meerdere vellen papier.U kunt een grotere poster maken
door ze samen te plakken.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
1.
Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van het printerstuurprogramma.
4. Selecteer 2x1 Poster, 2x2 Poster, 3x3 Poster of 4x4 Poster bij Meerdere pagina's in het tabblad Hoofdgroep.
5. Klik op Instellingen,
congureer
de instellingen en klik op OK.
Opmerking:
Snijlijnen afdrukken met deze optie kunt u een snijlijn afdrukken.
6. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
7.
Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 40
& “Basisprincipes van printer — Windows” op pagina 53
Gebruikershandleiding
Afdrukken
62
Posters maken met behulp van Overlappende uitlijningstekens
In dit voorbeeld ziet u hoe u een poster maakt wanneer 2x2 Poster geselecteerd is en Overlappende
uitlijningstekens geselecteerd is bij Snijlijnen afdrukken.
1. Prepareer Sheet 1 en Sheet 2. Knip de marges van Sheet 1 langs de verticale blauwe lijn door het midden van
de kruisjes boven en onder.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
63
2. Plaats de rand van Sheet 1 op Sheet 2 en lijn de kruisjes uit. Plak de twee vellen aan de achterkant voorlopig
aan elkaar vast.
3.
Knip de vastgeplakte vellen in twee langs de verticale rode lijn door de uitlijningstekens (ditmaal door de lijn
links van de kruisjes).
Gebruikershandleiding
Afdrukken
64
4. Plak de vellen aan de achterkant aan elkaar.
5. Herhaal stap 1 t/m 4 om Sheet 3 en Sheet 4 aan elkaar te plakken.
6. Knip de marges van Sheet 1 en Sheet 2 angs de horizontale blauwe lijn door het midden van de kruisjes aan de
linker- en rechterkant.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
65
7. Plaats de rand van Sheet 1 en Sheet 2 op Sheet 3 en Sheet 4 en lijn de kruisjes uit. Plak de vellen dan voorlopig
aan de achterkant aan elkaar.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
66
8. Knip de vastgeplakte vellen in twee langs de horizontale rode lijn door de uitlijningstekens (ditmaal door de
lijn boven de kruisjes).
9. Plak de vellen aan de achterkant aan elkaar.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
67
10. Knip de resterende marges af langs de buitenste lijn.
Geavanceerde functies gebruiken voor afdrukken
In deze sectie worden verschillende aanvullende afdruk- en lay-outfuncties beschreven die in de printerdriver
beschikbaar zijn.
Gerelateerde informatie
& “Windows-printerdriver” op pagina 117
& “Mac OS-printerstuurprogramma” op pagina 120
Eenvoudig afdrukken met voorkeursinstellingen
Als u uw eigen preset maakt van vaak gebruikte instellingen, kunt u snel afdrukken door deze preset in de lijst te
selecteren.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
68
Windows
Stel items in zoals documentformaat en Papiertype op het tabblad Hoofdgroep of Meer opties, en klik dan op
Voorinstellingen toevoegen/verwijderen in Voorkeursinstellingen.
Opmerking:
Als u een toegevoegde voorinstelling wilt verwijderen, klikt u op Voorinstellingen toevoegen/verwijderen, waarna u de
naam selecteert van de desbetreende voorinstelling en deze verwijdert.
Mac OS
Open het afdrukdialoogvenster.Om uw eigen preset toe te voegen, stel Papierformaat en Afdrukmateriaal in en
sla dan de actuele instellingen op als preset in de Voorinstellingen instelling.
Opmerking:
Als u een toegevoegde voorinstelling wilt verwijderen, klikt u op Voorinstellingen > Voorinstellingen weergeven, selecteert
u de naam van de voorinstelling die u wilt verwijderen en verwijdert u deze.
Een verkleind of vergroot document afdrukken
U kunt het formaat van een document met een speciek percentage verkleinen of vergroten.
Windows
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
Stel documentformaat in op het tabblad Meer opties.Selecteer Verklein/vergroot document, Zoomen naar en
voer vervolgens een percentage in.
Mac OS
Opmerking:
De werking varieert naargelang de toepassing.Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Selecteer Pagina-instelling (of Afdrukken) vanaf het menu Bestand.Selecteer de printer in Opmaak voor, stel het
papierformaat in en voer dan een percentage in bij Schaal.Sluit het venster en druk de volgende
basisafdrukinstructies af.
De afdrukkleur aanpassen
U kunt de kleuren aanpassen die voor een afdruktaak worden gebruikt.
PhotoEnhance gee scherpere afdrukken en levendigere kleuren door aanpassing van het contrast, de verzadiging
en de helderheid van de oorspronkelijke aeeldingsgegevens.
Opmerking:
Deze aanpassingen worden niet doorgevoerd in de oorspronkelijke gegevens.
PhotoEnhance past de kleur aan door de locatie van het onderwerp te analyseren.Als u de locatie van het onderwerp
hebt gewijzigd door verkleinen, vergroten, bijsnijden of roteren, kan de kleur onverwacht veranderen.Wanneer u de
instelling voor randloos selecteert, wordt de locatie van het onderwerp ook gewijzigd, wat in kleurwijzigingen
resulteert.Als de aeelding niet scherpgesteld is, is de kleurtoon mogelijk onnatuurlijk.Als de kleur is gewijzigd of
onnatuurlijk is geworden, druk dan niet in PhotoEnhance maar in een andere modus af.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
69
Windows
Selecteer de methode voor kleurcorrectie bij Kleurcorrectie op het tabblad Meer opties.
Als u Automatisch selecteert, worden de kleuren automatisch aangepast aan de instellingen voor het papiertype en
de afdrukkwaliteit.Als u Aangepast selecteert en op Geavanceerd klikt, kunt u uw eigen instellingen
congureren.
Mac OS
Open het afdrukdialoogvenster.Selecteer Kleuren aanpassen in het snelmenu en selecteer vervolgens EPSON
Kleurencontrole.Selecteer Kleurenopties in het snelmenu en selecteer dan één van de beschikbare opties.Klik op
de pijl naast Extra instellingen en kies de juiste instellingen.
Een watermerk afdrukken (uitsluitend voor Windows)
U kunt een watermerk, zoals bijvoorbeeld "Vertrouwelijk", op uw documenten afdrukken.U kunt ook uw eigen
watermerk toevoegen.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
Klik op Water mer kf un cti es in het tabblad Meer opties en selecteer daar een watermerk.Klik op Instellingen om
details te wijzigen zoals de dichtheid en positie van het watermerk.
Een kop- en voettekst afdrukken (uitsluitend voor Windows)
U kunt in een kop- of voettekst de gebruikersnaam en afdrukdatum afdrukken.
Klik op Water mer kf un cti es in het tabblad Meer opties en selecteer daar Koptekst/voettekst. Klik op Instellingen
en selecteer de gewenste items in de vervolgkeuzelijst.
Foto's afdrukken met Epson Easy Photo Print
Epson Easy Photo Print maakt het mogelijk om heel eenvoudig een lay-out te maken voor het afdrukken van uw
foto's op verschillende soorten papier. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Opmerking:
Wanneer u afdrukt op origineel Epson-fotopapier, wordt de inktkwaliteit gemaximaliseerd en krijgt u levendige en
scherpe afdrukken.
Als u randloos wilt afdrukken met een in de handel verkrijgbaar sowarepakket, congureert u de volgende instellingen.
Laat uw gegevens het papierformaat volledig vullen. Als u in de toepassing die u gebruikt een marge kunt
instellen, stel de marge dan in op 0 mm.
Schakel in de printerdriver de instelling voor randloos afdrukken in.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
70
Gerelateerde informatie
& Epson Easy Photo Print” op pagina 124
& “Toepassingen installeren” op pagina 128
Afdrukken met Smart Devices
Epson iPrint gebruiken
Epson iPrint is een toepassing waarmee u foto's, documenten en webpagina's kunt afdrukken vanaf uw smart-
apparaten, zoals smartphones of tablets. U kunt lokaal afdrukken (afdrukken vanaf een smart-apparaat dat
verbinding
hee
met hetzelfde draadloze netwerk als uw printer) of afdrukken op afstand (via internet afdrukken
vanaf een externe locatie). Registreer uw printer bij de service Epson Connect om op afstand af te drukken.
Gerelateerde informatie
&
“De service van Epson Connect” op pagina 115
Epson iPrint installeren
U kunt Epson iPrint op uw smart-apparaat installeren door op de volgende link te klikken of de QR-code te
scannen.
http://ipr.to/a
Afdrukken met Epson iPrint
Voer Epson iPrint uit vanaf uw smart-apparaat en selecteer op het startscherm het item dat u wilt gebruiken.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
71
De volgende aeeldingen zijn aan veranderingen onderhevig zonder voorafgaande kennisgeving.De inhoud kan
variëren
aankelijk
van het product.
A
Het startscherm wordt weergegeven wanneer de toepassing start.
B
Biedt informatie over het instellen van de printer en een lijst met veelgestelde vragen.
C
Geeft het scherm weer waar u de printer selecteert en de printerinstellingen congureert.Wanneer u de
printer heeft geselecteerd, hoeft u deze de volgende keer niet meer opnieuw te selecteren.
D
Selecteer wat u wilt afdrukken zoals foto's en documenten.
E
Geeft het scherm weer om printerinstellingen te congureren zoals het papierformaat en -type.
F
Geeft het papierformaat weer.Wanneer dit wordt weergegeven als knop, kunt u daarop drukken om de
papierinstellingen weer te geven die op de printer zijn ingesteld.
G
Geeft de geselecteerde foto's en documenten weer.
H
Start het afdrukken.
Opmerking:
Als u vanuit het documentmenu wilt afdrukken met iPhone, iPad, en iPod touch op iOS, start u Epson iPrint na het
overbrengen van het document dat u wilt afdrukken wanneer u wilt afdrukken met de functie voor het delen van bestanden
in iTunes.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
72
AirPrint gebruiken
AirPrint maakt het mogelijk om meteen draadloos af te drukken vanaf een iPhone, iPad of iPod touch met daarop
de meest recente versie van iOS, of een Mac met daarop de meest recente versie van OS X of macOS.
Opmerking:
Als u de meldingen voor de papierconguratie op het bedieningspaneel van uw apparaat hebt uitgeschakeld, kunt u AirPrint
niet gebruiken.Volg de onderstaande koppeling om de meldingen zo nodig in te schakelen.
1. Laad papier in uw apparaat.
2. Stel uw apparaat correct in om draadloos afdrukken mogelijk te maken.Raadpleeg de onderstaande koppeling.
http://epson.sn
3. Verbind uw Apple-toestel met hetzelfde draadloze netwerk dat uw apparaat gebruikt.
4. Druk vanaf uw toestel af op uw apparaat.
Opmerking:
Raadpleeg voor meer informatie de pagina over AirPrint op de Apple-website.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 40
Afdrukken annuleren
Opmerking:
In Windows kunt u een afdruktaak niet via de computer annuleren als deze volledig naar de printer verzonden is.In dit
geval moet u de afdruktaak via het bedieningspaneel op de printer zelf annuleren.
Wanneer u verschillende pagina's afdrukt via Mac OS, kunt u niet alle taken annuleren via het bedieningspaneel.In dit
geval moet u de afdruktaak op de computer zelf annuleren.
Als u een afdruktaak vanuit Mac OS X v10.6.8 via het netwerk hebt verzonden, kunt u het afdrukken mogelijk niet via
de computer annuleren.In dit geval moet u de afdruktaak via het bedieningspaneel op de printer zelf annuleren.
Afdrukken annuleren — Printertoets
Druk op
y
om de actieve afdruktaak te annuleren.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
73
Afdrukken annuleren - Windows
1. Open het venster van de printerdriver.
2. Selecteer de tab Hulpprogramma's.
3.
Klik op Wach tr ij .
4. Klik met de rechtermuisknop op de taak die u wilt annuleren en selecteer Annuleren.
Gerelateerde informatie
& “Windows-printerdriver” op pagina 117
Afdrukken annuleren — Mac OS
1.
Klik op het printerpictogram in het Dock.
2. Selecteer de taak die u wilt annuleren.
3. Annuleer de taak.
OS X Mountain Lion of hoger
Klik op
naast de voortgangsbalk.
Mac OS X v10.6.8 t/m v10.7.x
Klik op Ver w ijd ere n.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
74
Kopiëren
1. Laad papier in de printer.
c
Belangrijk:
Congureer de instellingen voor het papier op het bedieningspaneel.
2. Plaats de originelen.
3. Ga in het startscherm naar Kopiëren met de knop
l
of
r
en druk vervolgens op de knop OK.
4. Stel het aantal exemplaren in met de knop
u
of
d
.
5. Selecteer of u wilt kopiëren in kleur of zwart-wit met de knop
l
of
r
.
6. Druk op de knop OK om de afdrukinstellingen weer te geven en te controleren. Als u de instellingen wilt
wijzigen, druk dan op de knop
d
, selecteer de instellingen met de knop
u
of
d
en pas de instellingen aan
met de knop
l
of
r
. Druk na aoop op de knop OK.
Opmerking:
Als u het document bij het kopiëren met een bepaald percentage groter of kleiner wilt maken, selecteer dan een ander
item dan Auto passend als de instelling voor Vergroot/Verklein en druk dan op de knop OK. Geef een percentage op in
Aangep. Grootte. U kunt het percentage wijzigen in stappen van 10% door de knop
l
of
r
ingedrukt te houden.
7. Druk op de knop
x
.
Opmerking:
De kleur, het formaat en de rand van de gekopieerde aeelding zijn niet exact hetzelfde als van het origineel.
Gerelateerde informatie
&
“Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 40
&
“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 45
&
“Menuopties voor de modus Kopiëren” op pagina 75
Menuopties voor de modus Kopiëren
Opmerking:
Beschikbare menu's kunnen variëren naargelang de geselecteerde lay-out.
Het aantal kopieën
Voer het aantal kopieën in.
Kleur
Kopieert het origineel in kleur.
Gebruikershandleiding
Kopiëren
75
Z/W
Kopieert het origineel in zwart-wit.
Layout
Met rand
Kopieert met een marge rond de randen.
Randloos
Kopieert zonder marge rond de randen. De aeelding wordt een beetje vergroot om de marges rond
de randen van het papier te verwijderen.
A4 2-omh.kopie
Kopieert twee enkelzijdige A4-originelen op één vel A4-papier in de indeling 2-op-1.
A4 boek/2-omh.
Kopieert twee tegenover elkaar liggende A4-pagina's van bijvoorbeeld een boek op één vel A4-papier
in de indeling 2-op-1.
Vergroot/Verklein
Vergroot of verkleint de originelen.
Ware g rootte
Kopieert met een vergroting van 100%.
Auto passend
Detecteert het scangebied en maakt het origineel automatisch groter of kleiner zodat het past op het
papierformaat dat u hebt geselecteerd. Wanneer het origineel een witte rand hee rondom, wordt
die witruimte vanaf de hoekmarkering van de scannerglasplaat glasplaat gedetecteerd als scangebied
en kan de witruimte aan de andere kant wegvallen.
Aangepast
Selecteer deze optie om op te geven in welke mate het origineel moet worden vergroot of verkleind.
Aangep. Grootte
Bepaalt de vergroting of verkleining die moet worden toegepast op het origineel. De waarde kan liggen
tussen 25 en 400%.
Papierformaat
Selecteer het papierformaat dat u hebt geladen.
Gebruikershandleiding
Kopiëren
76
Papiersoort
Selecteer het papiertype dat u hebt geladen.
Kwaliteit
Selecteer de afdrukkwaliteit. Met Concept drukt u sneller af, maar kan het resultaat minder duidelijk
zijn. Met Beste krijgt u afdrukken van betere kwaliteit, maar het afdrukken duurt mogelijk langer.
De conceptmodus is niet beschikbaar voor gebruikers in West-Europa.
Dichtheid
Verhoog de dichtheid door te drukken op de knop
r
wanneer het kopieerresultaat te licht is. Verlaag
de dichtheid door te drukken op de knop
l
wanneer de inkt vlekt.
Gebruikershandleiding
Kopiëren
77
Scannen
Scannen via het bedieningspaneel
Scannen naar een computer
U kunt de gescande aeelding opslaan op een computer.
c
Belangrijk:
Voordat u deze functie gebruikt, moet u ervoor zorgen dat Epson Scan 2 en Epson Event Manager op uw computer
zijn geïnstalleerd.
1. Plaats de originelen.
2. Ga in het startscherm naar Scannen met de knop
l
of
r
en druk vervolgens op de knop OK.
3. Selecteer hoe de gescande aeelding moet worden opgeslagen naar een computer vanaf de volgende menu's
met de knop
l
of
r
en druk dan op de knop OK.
Scannen naar computer (JPEG): de gescande aeelding opslaan in JPEG-indeling.
Scannen naar computer (PDF): de gescande aeelding opslaan in PDF-indeling.
Scannen naar computer (E-mail): de e-mailclient op uw computer starten en het bestand automatisch als
bijlage toevoegen aan een e-mailbericht.
4.
Selecteer de computer waarop u de gescande aeeldingen wilt opslaan.
Opmerking:
Met Epson Event Manager kunt u scaninstellingen wijzigen zoals de scangrootte, de map waarin wordt opgeslagen of
de opslagindeling.
Wanneer de printer is verbonden met een netwerk, kunt u de computer selecteren waarop u de gescande
aeelding
wilt opslaan. Op het bedieningspaneel van de printer kunnen maximaal 20 computers worden weergegeven.
Wanneer de computer waarop u de scans wilt opslaan wordt gedetecteerd in het netwerk, worden de eerste 15 tekens
van de computernaam getoond op het bedieningspaneel. Als u Naam netwerkscan (alfanumeriek) instelt in Epson
Event Manager, wordt deze naam weergegeven op het bedieningspaneel.
5.
Druk op de knop
x
.
Opmerking:
De kleur, het formaat en de rand van de gescande aeelding zijn niet exact hetzelfde als van het origineel.
Gerelateerde informatie
& “Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 45
& Epson Event Manager” op pagina 124
Gebruikershandleiding
Scannen
78
Scannen naar een computer (WSD)
Opmerking:
Deze functie is uitsluitend beschikbaar voor computers met een Engelstalige versie van Windows 10/Windows 8.1/
Windows 8/Windows 7/Windows Vista.
Als u Windows 7/Windows Vista gebruikt, moet u eerst uw computer instellen voordat u deze functie kunt gebruiken.
1. Plaats de originelen.
2. Ga in het startscherm naar Scannen met de knop
l
of
r
en druk vervolgens op de knop OK.
3. Selecteer Naar computer (WSD) met de knop
l
of
r
en druk vervolgens op de knop OK.
4. Selecteer een computer.
5. Druk op de knop
x
.
Opmerking:
De kleur, het formaat en de rand van de gescande aeelding zijn niet exact hetzelfde als van het origineel.
Gerelateerde informatie
& “Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 45
Een WSD-poort instellen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een WSD-poort instelt voor Windows 7/Windows Vista.
Opmerking:
Voor Windows 10/Windows 8.1/Windows 8 wordt de WSD-poort automatisch ingesteld.
Voor het instellen van een WSD-poort is het volgende nodig.
De printer en de computer moeten verbinding hebben met het netwerk.
De printerdriver moet op de computer zijn geïnstalleerd.
1. Zet de printer aan.
2.
Klik op Start en vervolgens op Netwerk op de computer.
3.
Klik met de rechtermuisknop op de printer en klik vervolgens op Installeren.
Klik op Doorgaan wanneer het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven.
Gebruikershandleiding
Scannen
79
Klik op Ver w ijd ere n en begin opnieuw als het scherm Ver w ijd ere n wordt weergegeven.
Opmerking:
De printernaam die u instelt in het netwerk en de modelnaam (EPSON XXXXXX (XX-XXXX)) worden weergegeven in
het venster Netwerk. U kunt de printernaam die in het netwerk is ingesteld controleren vanaf het bedieningspaneel van
de printer of door een netwerkstatusvel af te drukken.
4. Klik op Uw apparaat is gereed voor gebruik.
5. Controleer het bericht en klik op Sluiten.
6. Open het venster Apparaten en printers.
Win d ow s 7
Klik op Start >
Conguratiescherm
> Hardware en geluiden (of Hardware) > Apparaten en printers.
Gebruikershandleiding
Scannen
80
Win d ow s Vi s ta
Klik op Start >
Conguratiescherm
> Hardware en geluiden > Printers.
7. Controleer of een pictogram met de naam van de printer in het netwerk wordt weergegeven.
Selecteer de printernaam wanneer u WSD gebruikt.
Gerelateerde informatie
& “Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 35
Scannen vanaf een computer
Scannen met Epson Scan 2
U kunt scannen met de scannerdriver "Epson Scan 2". Raadpleeg de help van Epson Scan 2 voor een uitleg van de
items voor instellingen.
Gerelateerde informatie
& “Epson Scan 2 (scannerstuurprogramma)” op pagina 123
Documenten scannen (Documentmodus)
Met Documentmodus in Epson Scan 2 kunt u originelen scannen met gedetailleerde instellingen die geschikt zijn
voor tekstdocumenten.
1. Plaats de originelen.
2. Start Epson Scan 2.
3.
Selecteer Documentmodus in de lijst Modus.
Gebruikershandleiding
Scannen
81
4. Congureer de volgende instellingen op het tabblad Hoofdinstellingen.
Documentformaat: selecteer de grootte van het origineel dat u hebt geplaatst.
Knoppen
/ (Originele afdrukstand): selecteer de ingestelde afdrukstand van het origineel dat u
hebt geplaatst. Aankelijk van het formaat van het origineel kan dit item automatisch zijn ingesteld en kan
dit niet worden gewijzigd.
Beeldtype: selecteer de kleur voor de gescande aeelding.
Resolutie: selecteer de resolutie.
Opmerking:
De instelling Documentbron is vast ingesteld op Scannerglasplaat. Deze instelling kunt u niet wijzigen.
Als u Toevoeg. of bewerk. na het scan. instelt, kunt u na het scannen van een origineel nog meer originelen
scannen. Als u daarnaast Beeldformaat instelt op PDF of Multi-TIFF, kunt u de gescande aeeldingen opslaan als
één bestand.
5. Congureer indien nodig andere scaninstellingen.
U kunt een voorbeeldweergave van de gescande aeelding bekijken door op de knop Vo or be el ds ca n te
klikken. Het voorbeeldvenster wordt geopend en een voorbeeld van de aeelding wordt weergegeven.
Gebruikershandleiding
Scannen
82
Op het tabblad Geavanceerde instellingen kunt u gedetailleerde instellingen congureren voor het
aanpassen van gescande aeeldingen die geschikt zijn voor tekstdocumenten, zoals.
Achtergrond verwijderen: u kunt de achtergrond van de originelen verwijderen.
Tekst verbeteren: u kunt wazige letters in het origineel helder en scherp maken.
Gebieden autom. Scheiden: u kunt letters duidelijker en aeeldingen vloeiend maken wanneer u een
document dat aeeldingen bevat in zwart-wit scant.
Kleur verbeteren: u kunt de opgegeven kleur verbeteren voor de gescande aeelding en deze vervolgens
opslaan in grijstinten of in zwart-wit.
Helderheid: u kunt de helderheid voor de gescande
aeelding
aanpassen.
Contrast: u kunt het contrast voor de gescande aeelding aanpassen.
Gamma: u kunt de gamma (helderheid van het middengebied) voor de gescande aeelding aanpassen.
Drempelwaarde: u kunt de rand aanpassen voor monochroom binair (zwart-wit).
Verscherpen: u kunt de contouren van de aeelding verscherpen of versterken.
Ontrasteren: u kunt moiré (webachtige schaduwen) verwijderen dat verschijnt wanneer u gedrukt
papier, zoals een
tijdschri,
scant.
Rand bijkleuren: u kunt de schaduw verwijderen die rond de gescande aeelding is ontstaan.
Dual Image Output (alleen in Windows): u kunt een aeelding één keer scannen en vervolgens
tegelijkertijd opslaan naar twee aeeldingen met verschillende uitvoerinstellingen.
Opmerking:
De items zijn mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van andere instellingen die u hebt gecongureerd.
Gebruikershandleiding
Scannen
83
6. Congureer de instellingen voor het opslaan van bestanden.
Beeldformaat: selecteer de indeling waarin u wilt opslaan uit de lijst.
U kunt gedetailleerde instellingen congureren voor elke opslagindeling, behalve BITMAP en PNG.
Selecteer Opties in de lijst nadat u de indeling voor opslaan hebt geselecteerd.
Bestandsnaam: bevestig de weergegeven naam waaronder het bestand wordt opgeslagen.
U kunt instellingen voor de bestandsnaam wijzigen door in de lijst Instellingen te selecteren.
Map: selecteer in de lijst de map waarin de gescande aeelding moet worden opgeslagen.
U kunt een andere map selecteren of een nieuwe map maken door in de lijst Selecteren te selecteren.
7. Klik op Scannen.
Gerelateerde informatie
& “Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 45
Foto's of afbeeldingen scannen (Fotomodus)
Met Fotomodus in Epson Scan 2 kunt u originelen scannen met een breed scala aan functies voor het aanpassen
van
aeeldingen
die geschikt zijn voor foto's of
aeeldingen.
1. Plaats de originelen.
Als u meerdere originelen op de glasplaat scant, kunt u deze tegelijkertijd scannen.Zorg ervoor dat er ten
minste 20 mm ruimte is tussen de originelen.
Gebruikershandleiding
Scannen
84
2. Start Epson Scan 2.
3. Selecteer Fotomodus in het menu Modus.
4.
Congureer
de volgende instellingen op het tabblad Hoofdinstellingen.
Beeldtype: selecteer de kleur voor de gescande aeelding.
Resolutie: selecteer de resolutie.
Opmerking:
De instelling voor Documentbron is vast ingesteld op Scannerglasplaat, en de instelling voor Documenttype is vast
ingesteld op Reecterend.(Reecterend wordt gebruikt voor originelen die net transparant zijn, zoals gewoon papier en
foto's.)Deze instellingen kunt u niet wijzigen.
Gebruikershandleiding
Scannen
85
5. Klik op Voo rb ee lds c an.
Het voorbeeldvenster wordt geopend en de voorbeeldweergaven worden weergegeven als miniatuur.
Opmerking:
Als u een voorbeeld wilt weergeven van het gehele gescande gebied, schakelt u het selectievakje
umbnail
in de lijst
bovenaan het voorbeeldvenster uit.
6.
Bevestig de voorbeeldweergave en congureer indien nodig instellingen voor het aanpassen van de aeelding
op het tabblad Geavanceerde instellingen.
Gebruikershandleiding
Scannen
86
U kunt de gescande aeelding aanpassen met gedetailleerde instellingen die geschikt zijn voor foto's of
aeeldingen,
zoals de onderstaande.
Helderheid: u kunt de helderheid voor de gescande aeelding aanpassen.
Contrast: u kunt het contrast voor de gescande aeelding aanpassen.
Verzadiging: u kunt de verzadiging (levendigheid van de kleuren) voor de gescande
aeelding
aanpassen.
Verscherpen: u kunt de contouren van de gescande aeelding verscherpen of versterken.
Kleurherstel: u kunt vaal geworden aeeldingen herstellen door de originele kleuren weer toe te passen.
Tegenlichtcorrectie: u kunt gescande
aeeldingen
helderder maken wanneer deze donker zijn vanwege
tegenlicht.
Ontrasteren: u kunt moiré (webachtige schaduwen) verwijderen dat verschijnt wanneer u gedrukt papier,
zoals een tijdschri, scant.
Stof verwijderen: u kunt stof op de gescande aeelding verwijderen.
Opmerking:
De items zijn mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van andere instellingen die u hebt gecongureerd.
Aankelijk van het origineel kan de aeelding mogelijk niet goed worden gecorrigeerd.
Wanneer er meerdere miniaturen zijn gemaakt, kunt u de aeeldingskwaliteit voor elke miniatuur
aanpassen.Aankelijk van de aanpassingsitems, kunt u de kwaliteit van meerdere gescande aeeldingen tegelijk
aanpassen door meerdere miniaturen te selecteren.
7. Congureer de instellingen voor het opslaan van bestanden.
Beeldformaat: selecteer de indeling waarin u wilt opslaan uit de lijst.
U kunt gedetailleerde instellingen congureren voor elke opslagindeling, behalve BITMAP en
PNG.Selecteer Opties in de lijst nadat u de indeling voor opslaan hebt geselecteerd.
Bestandsnaam: bevestig de weergegeven naam waaronder het bestand wordt opgeslagen.
U kunt instellingen voor de bestandsnaam wijzigen door in de lijst Instellingen te selecteren.
Gebruikershandleiding
Scannen
87
Map: selecteer in de lijst de map waarin de gescande aeelding moet worden opgeslagen.
U kunt een andere map selecteren of een nieuwe map maken door in de lijst Selecteren te selecteren.
8. Klik op Scannen.
Gerelateerde informatie
&
“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 45
& “Meerdere foto's plaatsen om tegelijkertijd te scannen” op pagina 47
Scannen met smart-apparaten
Epson iPrint is een toepassing waarmee u foto's en documenten kunt scannen vanaf een smart-apparaat, zoals een
smartphone of tablet, dat verbonden is met hetzelfde draadloze netwerk als uw printer. U kunt gescande gegevens
opslaan op een smart-apparaatof een Cloud-service, via e-mail versturen of afdrukken.
Epson iPrint installeren
U kunt Epson iPrint op uw smart-apparaat installeren door op de volgende link te klikken of de QR-code te
scannen.
http://ipr.to/a
Scannen met Epson iPrint
Voer Epson iPrint uit vanaf uw smart-apparaat en selecteer op het startscherm het item dat u wilt gebruiken.
Gebruikershandleiding
Scannen
88
De volgende aeeldingen zijn aan veranderingen onderhevig zonder voorafgaande kennisgeving.
A
Het startscherm wordt weergegeven wanneer de toepassing start.
B
Biedt informatie over het instellen van de printer en een lijst met veelgestelde vragen.
C
Geeft het scherm weer waar u de printer selecteert en de printerinstellingen congureert. Wanneer u de
printer heeft geselecteerd, hoeft u deze de volgende keer niet meer opnieuw te selecteren.
D
Hiermee opent u het scanscherm.
E
Geeft het scherm weer waarop u de scaninstellingen kunt congureren zoals de resolutie.
F
Geeft gescande bestanden weer.
G
Hiermee start het scannen.
H
Geeft het scherm weer waarop u gescande gegevens kunt opslaan op een smart device of Cloud-service.
I
Geeft het scherm weer om gescande gegevens met e-mail te verzenden.
J
Geeft het scherm weer om gescande gegevens af te drukken.
Gebruikershandleiding
Scannen
89
Inktpatronen vervangen
Het inktpeil controleren
U kunt het inktpeil controleren via het bedieningspaneel of de computer.
Het inktpeil controleren — Bedieningspaneel
1. Ga in het startscherm naar Instellingen met de knop
l
of
r
en druk vervolgens op de knop OK.
2. Selecteer Inktniveaus met de knop
l
of
r
en druk vervolgens op de knop OK.
Het inktpeil controleren - Windows
1.
Open het venster van de printerdriver.
2. Klik op Inktniveau op het tabblad Hoofdgroep.
Opmerking:
Als EPSON Status Monitor 3 is uitgeschakeld, worden de inktniveaus niet weergegeven. Klik op Extra instellingen in
het tabblad Hulpprogramma's en selecteer vervolgens EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
Gerelateerde informatie
& “Windows-printerdriver” op pagina 117
Het inktniveau controleren — Mac OS
1.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
2. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
3. Klik op EPSON Status Monitor.
Codes van de cartridges
Epson raadt het gebruik van originele Epson-cartridges aan. De kwaliteit of betrouwbaarheid van niet-originele
inkt kan niet door Epson worden gegarandeerd. Het gebruik van niet-originele cartridges kan leiden tot schade die
niet onder de garantie van Epson valt. Bovendien kan het gebruik van dergelijke producten er in bepaalde
omstandigheden toe leiden dat het apparaat niet correct functioneert. Informatie over niet-originele inktniveaus
kunnen mogelijk niet worden weergegeven.
Hierna volgen de codes van originele Epson-inktpatronen.
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen
90
Pictogram BK: Black (Zwart) C: Cyan (Cyaan) M: Magenta Y: Yellow (Geel)
Aardbei
29
29XL
*
29
29XL
*
29
29XL
*
29
29XL
*
* "XL" geeft een grote cartridge aan.
Opmerking:
Niet alle cartridges zijn verkrijgbaar in alle landen.
Inktcartridgecodes kunnen per locatie variëren. Neem contact op met Epson Support voor de juiste codes in uw omgeving.
Gebruikers in Europa kunnen op de volgende website meer informatie vinden over de capaciteit van de Epson-cartridges.
http://www.epson.eu/pageyield
Gerelateerde informatie
& “Technische ondersteuning (website)” op pagina 168
Voorzorgsmaatregelen voor inktpatronen
Lees de volgende instructies voordat u inktpatronen vervangt.
Voorzorgsmaatregelen
Bewaar de inktpatronen bij normale kamertemperatuur en houd ze uit de buurt van direct zonlicht.
Het is raadzaam de cartridge te gebruiken vóór de datum die op de verpakking wordt vermeld.
U krijgt de beste resultaten als u de cartridge verbruikt binnen zes maanden na het openen van de verpakking.
Voor de beste resultaten bewaart u inktpatroonverpakkingen met de onderkant naar beneden.
Laat cartridges voor gebruik ten minste drie uur op kamertemperatuur komen.
Open de verpakking niet totdat u klaar bent om het inktpatroon in de printer te plaatsen. Het inktpatroon is
vacuüm verpakt om de betrouwbaarheid ervan te garanderen. Als u een inktpatroon lange tijd onverpakt laat
voordat u het gebruikt, is normaal afdrukken niet mogelijk.
Zorg dat u de haakjes aan de zijkant van het inktpatroon niet breekt wanneer u het uit de verpakking haalt.
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen
91
U moet de gele tape van het inktpatroon verwijderen voordat u het plaatst; anders kan de afdrukkwaliteit
achteruitgaan of kunt u niet afdrukken. Verwijder of scheur het label op het inktpatroon niet; hierdoor kan het
gaan lekken.
Verwijder het doorzichtige zegel aan de onderkant van het inktpatroon niet; anders kan het inktpatroon
onbruikbaar worden.
Raak de in de guur getoonde onderdelen niet aan. Omdat dit de normale werking kan schaden.
Installeer alle cartridges, anders kunt u niet afdrukken.
Vervang inktpatronen niet met de stroom uitgeschakeld. Verplaats de printkop niet handmatig; anders kunt u
de printer beschadigen.
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen
92
Schakel de printer niet uit terwijl de inkt wordt geladen. Als het laden van de inkt niet wordt voltooid, kunt u
mogelijk niet afdrukken.
Zorg ervoor dat er altijd inktpatronen in de printer zijn geplaatst en schakel de printer niet uit tijdens het
vervangen van inktpatronen. Anders droogt de inkt uit die in de spuitkanaaltjes van de printkop
achterblij
en
kunt u mogelijk niet afdrukken.
Als u een inktpatroon tijdelijk moet verwijderen, zorgt u dat u het inkttoevoergebied beschermt tegen vuil en
stof. Bewaar het inktpatroon op dezelfde plaats als de printer, met de inkttoevoerpoort naar beneden of naar de
zijkant. Bewaar inktpatronen niet met de inkttoevoerpoort naar boven. Omdat de inkttoevoerpoort is uitgerust
met een klep die is ontworpen om het vrijgeven van een teveel aan inkt tegen te houden, hoe u zelf geen deksel
of dop te verschaen.
Bij verwijderde cartridges kan er inkt rondom de inkttoevoer zitten. Wees dus voorzichtig dat er geen inkt in de
omgeving van de cartridge wordt gemorst wanneer de cartridges worden verwijderd.
Deze printer gebruikt inktpatronen die zijn uitgerust met een groene chip die informatie bijhoudt, zoals de
hoeveelheid resterende inkt voor elk inktpatroon. Dit betekent dat zelfs wanneer het inktpatroon uit de printer
wordt verwijderd voordat het leeg is, u het inktpatroon nog steeds kunt gebruiken nadat u het weer in de printer
plaatst. Er kan echter inkt worden gebruikt wanneer u een inktpatroon terugplaatst om de printerprestaties te
garanderen.
Voor een optimale eciëntie van de inkt verwijdert u een inktpatroon alleen wanneer u het wilt vervangen.
Inktpatronen met een lage inktstatus kunnen niet worden gebruikt wanneer u ze terugplaatst.
Voor een optimale afdrukkwaliteit en bescherming van de printkop blij een variabele inktreserve in de
cartridge achter op het moment waarop de printer aangee dat u de cartridge moet vervangen. De opgegeven
capaciteiten bevatten deze reserve niet.
De cartridges kunnen gerecycled materiaal bevatten. Dit is echter niet van invloed op de functies of prestaties
van de printer.
Specicaties
en uiterlijk van het inktpatroon zijn onderhevig aan wijziging zonder voorafgaande kennisgeving
voor verbetering.
Haal de inktcartridges niet uit elkaar en breng geen wijzigingen aan cartridges aan. Daardoor kan normaal
afdrukken onmogelijk worden.
U kunt de cartridges die bij de printer zijn geleverd, niet ter vervanging gebruiken.
De opgegeven capaciteit hangt af van de aeeldingen die u afdrukt, het papier dat u gebruikt, hoe vaak u
afdrukt en de omgeving (bijvoorbeeld temperatuur) waarin u de printer gebruikt.
Inktverbruik
Voor optimale prestaties van de printkop wordt er tijdens onderhoudsactiviteiten, zoals reiniging van de
printkop, een beetje inkt gebruikt uit alle cartridges. Er kan ook inkt worden gebruikt wanneer u de printer
inschakelt.
Wanneer u in monochroom of grijswaarden afdrukt, is het mogelijk kleureninkt te gebruiken in plaats van
zwarte inkt, aankelijk van de instellingen van het papiertype of de afdrukkwaliteit. Dit is omdat kleureninkt
wordt gemengd om zwart te creëren.
De inkt in de cartridges die bij de printer zijn geleverd, wordt deels verbruikt bij de installatie van de printer. De
printkop in uw printer is volledig met inkt geladen om afdrukken van hoge kwaliteit te bezorgen. Bij dit
eenmalige proces wordt een bepaalde hoeveelheid inkt verbruikt. Met de gebruikte cartridge kunnen daarom
wellicht minder pagina's worden afgedrukt dan met volgende cartridges.
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen
93
Cartridges vervangen
!
Let op:
Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten. Anders kunt u zich
verwonden.
Opmerking:
Ook nadat de printer hee aangegeven dat de inkt bijna op is, kunt u blijven afdrukken. Zorg wel zo snel mogelijk voor
nieuwe cartridges.
Als u de cartridges vervangt tijdens het kopiëren, kunnen de originelen verschuiven. Druk op de knop
y
om het kopiëren
te annuleren en vervang de originelen.
1. Voer een van de volgende handelingen uit.
Wanneer u wordt gevraagd om inktpatronen te vervangen
Kijk welke cartridge moet worden vervangen en druk vervolgens op de knop OK. Selecteer Nu vervangen
met de knop
u
of
d
en druk vervolgens op de knop OK.
Wanneer u cartridges wilt vervangen voor ze leeg zijn
Ga in het startscherm naar Instellingen met de knop
l
of
r
en druk vervolgens op de knop OK. Selecteer
Onderhoud met de knop
l
of
r
en druk vervolgens op de knop OK. Selecteer Inktcartridge vervangen
met de knop
l
of
r
en druk vervolgens op de knop OK. Druk vervolgens op de knop
x
.
2.
Wanneer u de zwarte cartridge vervangt, moet u de nieuwe zwarte cartridge vier- of vijfmaal voorzichtig
schudden voordat u de cartridge uit de verpakking haalt. Wanneer u de kleurencartridges wilt vervangen,
haalt u de nieuwe cartridges uit de verpakking zonder eerst te schudden.
c
Belangrijk:
Schud inktpatronen niet nadat u de verpakking hebt geopend, omdat ze kunnen lekken.
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen
94
3. Verwijder alleen de gele tape.
c
Belangrijk:
Raak de in de guur getoonde onderdelen niet aan. Omdat dit de normale werking kan schaden.
4. Open de scannereenheid met het documentdeksel gesloten.
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen
95
5. Druk op het lipje van het inktpatroon en trek het naar boven. Trek er hard aan als u het inktpatroon niet kan
verwijderen.
6.
Plaats het nieuwe inktpatroon en druk het stevig naar beneden.
7.
Sluit de scannereenheid.
8. Druk op de knop
x
.
Het laden van de inkt start.
c
Belangrijk:
Schakel de printer niet uit terwijl de inkt wordt geladen. Als het laden van de inkt niet wordt voltooid, kunt u
mogelijk niet afdrukken.
Gerelateerde informatie
& “Codes van de cartridges” op pagina 90
&
“Voorzorgsmaatregelen voor inktpatronen” op pagina 91
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken
Wanneer de kleureninkt op is maar u nog wel gewone zwarte inkt hebt, kunt u (bij het afdrukken vanaf de
computer) nog korte tijd verder afdrukken met alleen zwarte inkt door de volgende instellingen te gebruiken.
Type papier: Gewoon papier, Enveloppe
Kleur: Grijswaarden
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen
96
Randloos: niet geselecteerd
EPSON Status Monitor 3: ingeschakeld (alleen voor Windows)
Aangezien deze functie slechts ca. vijf dagen beschikbaar is, moet u de lege cartridge zo snel mogelijk vervangen.
Opmerking:
Als EPSON Status Monitor 3 is uitgeschakeld, opent u het printerstuurprogramma, klikt u op Extra instellingen op het
tabblad Hulpprogramma's en selecteert u EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
De beschikbare periode varieert naargelang de gebruiksomstandigheden.
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen
97
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken - Windows
1. Als het volgende venster verschijnt, stop dan met afdrukken.
Opmerking:
Als u het afdrukken niet kunt annuleren vanaf de computer, doe dit dan op het bedieningspaneel van de printer.
2. Open het venster van de printerdriver.
3. Schakel Randloos uit op het tabblad Hoofdgroep.
4. Selecteer Gewoon papier of Enveloppe bij Papiertype op het tabblad Hoofdgroep tab.
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen
98
5. Selecteer Grijswaarden.
6. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
7.
Klik op Afdrukken.
8. Klik op Afdrukken in zwart-wit in het venster dat wordt weergegeven.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 40
& “Basisprincipes van printer — Windows” op pagina 53
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken — Mac OS
Opmerking:
Als u deze functie wilt gebruiken via een netwerk, gebruik dan Bonjour voor de verbinding.
1. Klik op het printerpictogram in het Dock.
2. Annuleer de taak.
Opmerking:
Als u het afdrukken niet kunt annuleren vanaf de computer, doe dit dan op het bedieningspaneel van de printer.
3.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma).
4. Selecteer Aan voor Tijdelijk afdrukken in zwart-wit.
5.
Open het afdrukdialoogvenster.
6. Selecteer Printerinstellingen in het snelmenu.
7. Selecteer een papierformaat (randloze formaten uitgezonderd) bij Papierformaat.
8. Selecteer Gewoon papier of Enveloppe bij Afdrukmateriaal.
9.
Selecteer Grijswaarden.
10. Geef naar wens nog meer instellingen op.
11. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
& “Afdrukken annuleren — Mac OS” op pagina 74
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 40
& “Basisprincipes voor afdrukken — Mac OS” op pagina 54
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen
99
Zwarte inkt besparen als de zwarte inkt bijna op is
(uitsluitend voor Windows)
Wanneer de zwarte inkt bijna op is, maar er nog genoeg kleureninkt is, kunt u een mengsel van kleureninkten
gebruiken om zwart te maken. U kunt verder afdrukken terwijl u een vervangende cartridge met zwarte inkt
klaarzet.
Deze functie is alleen beschikbaar als u de volgende instellingen in de printerdriver selecteert.
Papiertype: Gewoon papier
Kwaliteit: Standaard
EPSON Status Monitor 3: Ingeschakeld
Opmerking:
Is EPSON Status Monitor 3 uitgeschakeld, ga dan naar de printerdriver, klik op Extra instellingen op het tabblad
Hulpprogramma's en selecteer EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
Samengesteld zwart zit er iets anders uit dan zuiver zwart. Daarnaast daalt de afdruksnelheid.
Er wordt ook zwarte inkt verbruikt om de kwaliteit van de printkop te handhaven.
Opties Beschrijving
Ja Kies ervoor een mengsel van kleureninkt te gebruiken om zwarte inkt te maken. Dit venster
wordt weergegeven wanneer u een volgende keer een gelijksoortige taak afdrukt.
Nee Kies ervoor om door te gaan met de resterende zwarte inkt. Dit venster wordt
weergegeven wanneer u een volgende keer een gelijksoortige taak afdrukt.
Deze functie uitschakelen Kies ervoor om door te gaan met de resterende zwarte inkt. Dit venster wordt niet
weergegeven, totdat u de zwarte-inktcartridge vervangt en deze opnieuw bijna leeg is.
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen
100
De printer onderhouden
De printkop controleren en reinigen
Als de spuitkanaaltjes verstopt zitten, worden de afdrukken vaag, en ziet u strepen of onverwachte kleuren.
Wanneer de afdrukkwaliteit minder is geworden, gebruikt u de spuitstukcontrole om te kijken of de kanaaltjes
verstopt zitten. Is dit zo, reinig dan de printkop.
c
Belangrijk:
Open de scannereenheid niet of schakel de printer niet uit tijdens het reinigen van de printkop. Als het reinigen
van de kop niet wordt voltooid, kunt u mogelijk niet afdrukken.
Omdat bij reiniging van de printkop wat inkt wordt gebruikt, moet u de kop alleen reinigen als de kwaliteit
verslechtert.
Wanneer de inkt bijna op is kan de printkop mogelijk niet worden gereinigd. U moet dan eerst de cartridge
vervangen.
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd na vier herhalingen van de printkopcontrole en -reiniging moet u ten
minste zes uren wachten zonder afdrukken en vervolgens de printkopcontrole en -reiniging herhalen. We raden u
aan om de printer uit te schakelen. Neem contact op met de klantenservice van Epson als de afdrukkwaliteit nog
steeds niet is verbeterd.
Voorkom dat de printkop uitdroogt en trek nooit de stekker van de printer uit het stopcontact wanneer de printer
nog aan is.
De printkop controleren en schoonmaken — bedieningspaneel
1. Laad gewoon A4-papier in de printer.
2. Ga in het startscherm naar Instellingen met de knop
l
of
r
en druk vervolgens op de knop OK.
3.
Selecteer Onderhoud met de knop
l
of
r
en druk vervolgens op de knop OK.
4. Selecteer Spuitkan. contr. met de knop
l
of
r
en druk vervolgens op de knop OK.
5. Volg de instructies op het scherm om het testpatroon af te drukken.
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
101
6. Bekijk het afgedrukte patroon goed. Als er stukken van lijnen of segmenten ontbreken, zoals weergegeven in
het patroon "NG", kan de printkop verstopt zijn. Ga naar de volgende stap. Als u geen ontbrekende segmenten
of onderbroken lijnen ziet, zoals in het volgende patroon "OK", zijn de spuitkanaaltjes niet verstopt. Het is niet
nodig om printkopreiniging uit te voeren. Selecteer Nee met de knop
u
of
d
en druk vervolgens op de knop
OK om af te sluiten.
7. Selecteer Ja met de knop
d
of
u
en druk vervolgens op de knop OK.
8. Volg de instructies op het scherm om de printkop te reinigen.
9. Na de reiniging selecteert u Spuitkan. contr. met de knop
d
of
u
en volgt u de instructies op het scherm om
het spuitkanaaltjespatroon opnieuw af te drukken. Herhaal het reinigen en afdrukken van het testpatroon tot
alle lijnen geheel afgedrukt worden.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 40
De printkop controleren en schoonmaken - Windows
1. Laad gewoon A4-papier in de printer.
2.
Open het venster van de printerdriver.
3. Klik op Spuitkanaaltjes controleren op het tabblad Hulpprogramma's.
4. Volg de instructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 40
& “Windows-printerdriver” op pagina 117
De printkop controleren en reinigen — Mac OS
1. Laad gewoon A4-papier in de printer.
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
102
2. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
3. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
4. Klik op Spuitkanaaltjes controleren.
5. Volg de instructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 40
De printkop uitlijnen
Als u een verkeerde uitlijning van verticale lijnen of onscherpe beelden ziet, lijn de printkop dan uit.
De printkop uitlijnen — Bedieningspaneel
1. Laad gewoon A4-papier in de printer.
2. Ga in het startscherm naar Instellingen met de knop
l
of
r
en druk vervolgens op de knop OK.
3. Selecteer Onderhoud met de knop
l
of
r
en druk vervolgens op de knop OK.
4.
Selecteer uitlijning printkop met de knop
l
of
r
en druk vervolgens op de knop OK.
5.
Volg de instructies op het scherm om het uitlijningspatroon af te drukken.
6. Volg de instructies op het scherm om de printkop uit te lijnen. Zoek en selecteer met de knop
u
of
d
het
nummer van het meest gelijkmatige patroon per groep en druk vervolgens op de knop OK.
Opmerking:
Het testpatroon kan per model varren.
Is de afdrukkwaliteit niet verbeterd, lijn de printkop dan uit vanaf een computer.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 40
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
103
De printkop uitlijnen — Windows
1. Laad gewoon A4-papier in de printer.
2. Open het venster van de printerdriver.
3. Klik op Printkop uitlijnen op het tabblad Hulpprogramma's.
4. Volg de instructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 40
&
“Windows-printerdriver” op pagina 117
De printkop uitlijnen — Mac OS
1. Laad gewoon A4-papier in de printer.
2. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
3.
Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
4. Klik op Printkop uitlijnen.
5. Volg de instructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 40
Het papiertraject reinigen
Als de afdrukken vlekken vertonen of bekrast zijn, reinig dan de roller binnenin.
c
Belangrijk:
Gebruik geen keukenpapier om de binnenkant van de printer te reinigen. Het kan zijn dat de spuitkanaaltjes van de
printkop verstopt zitten met stof.
1.
Zorg ervoor dat de scannerglasplaat en het documentdeksel vrij zijn van stof en vlekken.
2. Ga in het startscherm naar Instellingen met de knop
l
of
r
en druk vervolgens op de knop OK.
3.
Selecteer Onderhoud met de knop
l
of
r
en druk vervolgens op de knop OK.
4. Selecteer Reiniging papiergeleider met de knop
l
of
r
en druk vervolgens op de knop OK.
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
104
5. Laad gewoon A4-papier in de printer.
6. Druk op de knop
x
.
Het papier wordt uit de printer geworpen.
Opmerking:
De printer blij nog even lawaai maken nadat het papier is uitgeworpen. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
7. Herhaal deze procedure tot er geen vegen meer op het papier zitten.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 40
De Scannerglasplaat reinigen
Wanneer de kopieën of gescande beelden vies zijn, moet u de scannerglasplaat reinigen.
c
Belangrijk:
Maak de printer nooit schoon met alcohol of thinner. Deze chemicaliën kunnen de printer beschadigen.
1.
Open het documentdeksel.
2. Maak het oppervlak van de scannerglasplaat schoon met een droge, zachte, schone doek.
c
Belangrijk:
Als de glasplaat besmeurd is met vet of een andere hardnekkige substantie, veegt u de plaat schoon met een
doek met daarop een klein beetje glasreiniger. Verwijder al het overtollige vocht.
Druk niet te hard op het glasoppervlak.
Zorg ervoor dat u het oppervlak van het glas niet krast of beschadigt. Een beschadigde glasplaat kan de
scankwaliteit aantasten.
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
105
Het doorschijnende folie reinigen
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd nadat u de printkop hebt uitgelijnd of de papierbaan hebt gereinigd, is de
doorschijnende folie in de printer mogelijk vervuild.
Benodigde items:
Wattenstaaes
(meerdere)
Water met een paar druppels schoonmaakmiddel (2 tot 3 druppels schoonmaakmiddel in een 1/4 kop
kraanwater)
Lamp om op vlekken te controleren
c
Belangrijk:
Gebruik geen andere reinigingsvloeistof dan water met enkele druppels schoonmaakmiddel.
1. Druk op
P
om de printer uit te zetten.
2. Open de scannereenheid.
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
106
3. Controleer of zich op de doorschijnende folie vlekken bevinden.Vlekken zijn gemakkelijker te zien als u een
lamp gebruikt.
Als zich op de doorschijnende folie (A) vlekken bevinden (bijvoorbeeld vingerafdrukken of vet), gaat u verder
met de volgende stap.
A: Doorschijnende folie
B: Rail
c
Belangrijk:
Raak de rail (B) niet aan.Anders kunt u mogelijk niet meer afdrukken.Veeg het vet niet van de rail. Dit is nodig
voor een correcte werking.
4.
Bevochtig een wattenstaae met wat water met een paar druppels schoonmaakmiddel (zorg ervoor dat er geen
water vanaf drupt) en veeg de vlek weg.
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
107
c
Belangrijk:
Veeg de vlek voorzichtig weg.Als u te hard op het wattenstaae drukt, kunnen de veren van de folie verschuiven
en kan de printer beschadigd raken.
5. Gebruik een nieuw, droog wattenstaae om de folie schoon te vegen.
c
Belangrijk:
Laat geen vezels achter op de folie.
Opmerking:
Gebruik regelmatig een nieuw wattenstaae om te voorkomen dat u het vuil naar andere plekken verspreidt.
6. Herhaal stap 4 en 5 totdat de folie schoon is.
7. Controleer de folie op vlekken.
Stroom besparen
De printer gaat in slaapstand of gaat automatisch uit als er een bepaalde tijd geen handelingen worden verricht. U
kunt instellen hoelang het duurt voordat stroombeheer wordt toegepast. Elke verhoging is van invloed op de
energiezuinigheid van het product. Denk aan het milieu voordat u wijzigingen doorvoert.
Stroom besparen - Bedieningspaneel
1. Ga in het startscherm naar Instellingen met de knop
l
of
r
en druk vervolgens op de knop OK.
2. Selecteer Printerinstallatie met de knop
l
of
r
en druk vervolgens op de knop OK.
3. Selecteer Uitschakelingstimer of Slaaptimer met de knop
l
of
r
en druk vervolgens op de knop OK.
4. Selecteer de instelling met de knop
u
of
d
en druk vervolgens op de knop OK.
Stroom besparen - Windows
1. Open het venster van de printerdriver.
2. Klik op Printer- en optie-informatie op het tabblad Hulpprogramma's.
3.
Selecteer na hoeveel tijd de printer in slaapstand moet gaan bij Slaaptimer en klik op Verz en den . Als de
printer automatisch moet worden uitgeschakeld, selecteert u de tijdsduur bij Uitschakeltimer en klikt u op
Verzenden.
4. Klik op OK.
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
108
Gerelateerde informatie
& “Windows-printerdriver” op pagina 117
Stroom besparen — Mac OS
1. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
2. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
3. Klik op Printerinstellingen.
4. Selecteer na hoeveel tijd de printer in slaapstand moet gaan bij Slaaptimer en klik op Toepassen.Als de printer
automatisch moet worden uitgeschakeld, selecteert u de tijdsduur bij Uitschakeltimer en klikt u op
To ep a ss en .
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
109
Menuopties voor de modus Instellingen
U kunt printerinstellingen opgeven of printeronderhoud uitvoeren via Instellingen op het startscherm van het
bedieningspaneel.
Menuopties voor Inktniveaus
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instellingen > Inktniveaus
Gee de niveaus van de cartridges weer. Wanneer het pictogram ! wordt weergegeven, is het inktpatroon bijna leeg.
Wanneer een kruisje (X) wordt weergegeven, is het inktpatroon leeg.
Menuopties voor Onderhoud
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instellingen > Onderhoud
Spuitkan. contr.
Hiermee drukt u een patroon af om te controleren of de spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zitten.
Printkop reinigen
Hiermee reinigt u de verstopte spuitkanaaltjes van de printkop.
uitlijning printkop
Hiermee wordt de printkop bijgesteld om de afdrukkwaliteit te verbeteren.
Inktcartridge vervangen
Gebruik deze functie om de cartridges te vervangen voordat de inkt opgebruikt is.
Reiniging papiergeleider
Reinigt de roller binnenin de printer. Gebruik deze functie als uw afdrukken vlekken vertonen of als het
papier niet correct wordt ingevoerd.
Gerelateerde informatie
& De printkop controleren en reinigen” op pagina 101
& “De printkop uitlijnen” op pagina 103
&
“Cartridges vervangen” op pagina 94
&
“Het papiertraject reinigen” op pagina 104
Gebruikershandleiding
Menuopties voor de modus Instellingen
110
Menuopties voor Printerinstallatie
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instellingen > Printerinstallatie
Papierbroninst.:
Papier instellen:
Selecteer het formaat en type papier dat u in de papierbron hebt geplaatst.
Waarsch. papierinst.:
Selecteer Aan om een waarschuwing weer te geven als de papierinstellingen
(afdrukinstellingen) voor de afdruktaak niet overeenstemmen met de papierinstellingen van de
printer die u hebt opgegeven bij het laden van het papier. Deze instelling voorkomt verkeerde
afdrukken. Het meldingenvenster wordt echter niet weergegeven als Papierconguratie is
uitgeschakeld in de volgende menu's.
Instellingen > Printerinstallatie > Papierbroninst.
Papierconguratie:
Selecteer Aan om automatisch het scherm met papierinstellingen weer te geven door te
verwijzen naar Instellingen > Printerinstallatie > Papierbroninst. > Papier instellen
wanneer papier in de papierbron wordt geladen.Als u deze functie uitschakelt, kunt u niet
afdrukken vanaf een iPhone of iPad met AirPrint
Stille modus:
Selecteer Aan om het geluid tijdens het afdrukken te verminderen. De afdruksnelheid kan hierdoor
worden verlaagd.
Aankelijk
van de door u gekozen instellingen voor het papiertype en de
afdrukkwaliteit, merkt u mogelijk niet veel verschil in het geluid dat de printer produceert.
Uitschakelingstimer:
Selecteer deze instelling om de printer uit te schakelen als deze gedurende een vastgestelde periode
niet wordt gebruikt. U kunt instellen hoelang het duurt voordat stroombeheer wordt toegepast. Elke
verhoging is van invloed op de energiezuinigheid van het product. Denk aan het milieu voordat u
wijzigingen doorvoert.
Taal/Language:
Selecteer de taal van het lcd-scherm.
Slaaptimer:
Pas de tijdsduur aan voor het inschakelen van de slaapmodus (energiebesparingsmodus) wanneer de
printer geen bewerkingen uitvoert. Het lcd-scherm gaat uit als de ingestelde tijd is verstreken.
Gerelateerde informatie
& Stroom besparen” op pagina 108
Gebruikershandleiding
Menuopties voor de modus Instellingen
111
Menuopties voor Netwerkinstellingen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instellingen > Netwerkinstellingen
Statusblad afdrukken
Drukt een netwerkstatusblad af.
Instellingen Wi-Fi
Wi-Fi Installatiewizard
Selecteer een SSID, voer een wachtwoord in en verbind de printer vervolgens met een draadloos
(Wi-Fi-)netwerk.
Drukknop (WPS)
Verbindt de printer met een draadloos (Wi-Fi-)netwerk met een druk op de WPS-knop op een
draadloze router.
PIN-code (WPS)
Voer in het hulpprogramma van de draadloze router de pincode in die wordt weergegeven op het
scherm van de printer en verbind de printer met een draadloos (Wi-Fi-)netwerk.
Wi-Fi Autom. Verbind
Verbindt de printer gemakkelijk met een draadloos (Wi-Fi-)netwerk via een computer die op het
toegangspunt aangesloten. Plaats de sowareschijf die met de printer is meegeleverd in de computer
en volg verder de aanwijzingen op het scherm. Wanneer u wordt gevraagd de printer te bedienen,
gaat u naar dit menu.
Wi-Fi uitschakelen
Schakelt de verbinding uit door het draadloze signaal uit te schakelen zonder de netwerkgegevens te
verwijderen. Als u de verbinding wilt inschakelen, stelt u het draadloze (Wi-Fi-)netwerk opnieuw in.
Wi-Fi Direct instellen
Verbindt de printer met een draadloos (Wi-Fi-)netwerk zonder dat daarbij een draadloze router
wordt gebruikt.
Verbindingscontrole
Controleert de status van de netwerkverbinding en drukt het rapport af. Als er problemen zijn met de
verbinding, kunt u het rapport raadplegen om het probleem te verhelpen.
Gerelateerde informatie
& “Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 35
& Wi-Fi-instellingen congureren op de printer” op pagina 24
& Een netwerkverbindingsrapport afdrukken” op pagina 29
Menuopties voor Epson Connect- services
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instellingen > Epson Connect- services
Gebruikershandleiding
Menuopties voor de modus Instellingen
112
Registr./verwijderen:
Registreer of verwijder de printer bij of uit Epson Connect.
Zie de volgende portalwebsite voor gebruikershandleidingen.
https://www.epsonconnect.com/
http://www.epsonconnect.eu (alleen Europa)
Onderbreken/ hervatten:
Selecteer of u Epson Connect wilt onderbreken of hervatten.
E-mailadres:
Controleer het e-mailadres van de printer dat geregistreerd staat bij Epson Connect.
Status:
Controleer of de printer al dan niet geregistreerd en verbonden is met Epson Connect.
Gerelateerde informatie
& “De service van Epson Connect” op pagina 115
Menuopties voor Google Cloud Print-services
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instellingen > Google Cloud Print-services
Registratie verw.
Registratie van Google Cloud Print-services
opheen.
Onderbreken/ hervatten
Selecteer of u de Google Cloud Print-services wilt onderbreken of hervatten.
Status
Controleer of de printer al dan niet geregistreerd en verbonden is met Google Cloud Print.
Zie de volgende portalwebsite voor registratie en gebruikershandleidingen.
https://www.epsonconnect.com/
http://www.epsonconnect.eu (alleen Europa)
Menuopties voor Bestanden delen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instellingen > Bestanden delen
Gebruikershandleiding
Menuopties voor de modus Instellingen
113
Selecteer de verbindingsmethode tussen de printer en een computer met schrijoegang tot de geheugenkaart in de
printer. Lees- en
schrijoegang
wordt gegeven aan de computer met de verbinding die prioriteit
hee.
Andere
computers krijgen alleen leestoegang.
Gerelateerde informatie
& Een geheugenkaart benaderen vanaf een computer” op pagina 167
Menuopties voor Firmware-update
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instellingen > Firmware-update
Bijwerken
Controleert of er een nieuwe versie van de rmware op de netwerkserver staat. Als er een update
beschikbaar is, kunt u aangeven of de update mag worden uitgevoerd.
Huidige versie
Gee de huidige rmwareversie van uw printer weer.
Melding
Controleert regelmatig op rmware-updates en informeert u zodra er een update beschikbaar is.
Gerelateerde informatie
& “Toepassingen en
rmware
bijwerken” op pagina 128
Menuopties voor Herstel standaard instellingen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instellingen > Herstel standaard instellingen
Netwerkinstellingen
Zet de netwerkinstellingen terug op de standaardwaarden.
Alles behalve Netwerk
Zet alle instellingen behalve de netwerkinstellingen terug op de standaardwaarden.
Alle instellingen
Zet alle instellingen terug op de standaardwaarden.
Gebruikershandleiding
Menuopties voor de modus Instellingen
114
Netwerkservice en softwareinformatie
In dit deel maakt u kennis met de netwerkservices en sowareproducten die beschikbaar zijn voor uw printer via
de Epson-website of de meegeleverde sowareschijf.
De service van Epson Connect
Dankzij Epson Connect (beschikbaar via het internet) kunt u via uw smartphone, tablet, pc of laptop, altijd en
praktisch overal afdrukken.
De functies die via het internet beschikbaar zijn, zijn als volgt.
Email Print Epson iPrint afdrukken
op afstand
Scan to Cloud Remote Print Driver
✓✓
Raadpleeg de portaalsite van Epson Connect voor meer informatie.
https://www.epsonconnect.com/
http://www.epsonconnect.eu (alleen Europa)
Web Cong
Web
Cong
is een toepassing die draait in een webbrowser, zoals Internet Explorer of Safari, op een computer of
smart device. U kunt de printerstatus controleren of de netwerkservice en de printerinstellingen aanpassen.
Verbind de printer en de computer of het smart device met hetzelfde netwerk om Web Cong te gebruiken.
Opmerking:
De volgende browsers worden ondersteund.
Besturingssysteem Browser
Windows XP of later
Internet Explorer 8 of later, Firefox
*
, Chrome
*
Mac OS X v10.6.8 of later
Safari
*
, Firefox
*
, Chrome
*
iOS
*
Safari
*
Android 2.3 of later Standaard browser
Chrome OS
*
Standaard browser
* Gebruik de laatste versie.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
115
Web Cong uitvoeren op een browser
1. Controleer het IP-adres van de printer.
Selecteer Instellingen > Netwerkinstellingen > Statusblad afdrukken op het bedieningspaneel en druk
vervolgens op de knop
x
of OK. Controleer het IP-adres van de printer op het afgedrukte statusblad.
2.
Start een browser op een computer of smart device en voer dan het IP-adres van de printer in.
Formaat:
IPv4: http://het IP-adres van de printer/
IPv6: http://[het IP-adres van de printer]/
Vo orb eel den:
IPv4: http://192.168.100.201/
IPv6: http://[2001:db8::1000:1]/
Opmerking:
Met het smart-apparaat kunt u Web Cong ook uitvoeren via het onderhoudsscherm op Epson iPrint.
Gerelateerde informatie
& “Afdrukken met Epson iPrint” op pagina 71
Web
Cong
uitvoeren op Windows
Volg de onderstaande stappen om Web Cong uit te voeren als u een computer aansluit op de printer met WSD.
1. Ga naar het scherm Apparaten en printers in Windows.
Win d ow s 1 0
Rechtsklik op de knop Start en selecteer Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in
Hardware en geluiden.
Windows 8.1/Windows 8
Selecteer Bureaublad > Instellingen > Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in
Hardware en geluiden (of Hardware).
Win d ow s 7
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in Hardware en
geluiden.
Win d ow s Vi s ta
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Printers in Hardware en geluiden.
2. Klik met de rechtermuisknop op uw printer en selecteer Eigenschappen.
3. Selecteer het tabblad Web ser v i ce en klik op de URL.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
116
Web Cong uitvoeren op Mac OS
1. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
2.
Klik op Opties en toebehoren> Toon webpagina printer.
Windows-printerdriver
Het printerstuurprogramma bestuurt de printer op basis van de opdrachten van een toepassing. Door instellingen
op te geven in de printerdriver krijgt u het beste afdrukresultaat. Met het hulpprogramma voor de printerdriver
kunt u de status van de printer controleren en de printer in optimale conditie houden.
Opmerking:
U kunt de taal van de printerdriver naar wens instellen. Selecteer de gewenste taal bij Taa l op het tabblad
Hulpprogramma's.
De printerdriver openen vanuit een toepassing
Als u instellingen wilt opgeven die alleen moeten gelden voor de toepassing waarmee u aan het werk bent, opent u
de printerdriver vanuit de toepassing in kwestie.
Selecteer Afdrukken of Afdrukinstelling in het menu Bestand. Selecteer uw printer en klik vervolgens op
Vo or keu ren of Eigenschappen.
Opmerking:
De werking varieert naargelang de toepassing. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
De printerdriver openen via het bedieningspaneel
Wilt u instellingen congureren voor alle toepassingen, dan kunt u dit via het bedieningspaneel doen.
Wi nd o ws 10
Rechtsklik op de knop Start en selecteer Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in Hardware
en geluiden. Klik met de rechtermuisknop op uw printer, of houd de printer ingedrukt en selecteer
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Windows 8.1/Windows 8
Selecteer Bureaublad > Instellingen > Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in Hardware
en geluiden. Klik met de rechtermuisknop op uw printer, of houd de printer ingedrukt en selecteer
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Wi nd o ws 7
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in Hardware en
geluiden. Klik met de rechtermuisknop op uw printer en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Windows Vista
Klik op de knop Start, selecteer
Conguratiescherm
> Printers in Hardware en geluiden. Klik met de
rechtermuisknop op uw printer en selecteer Voorkeursinstellingen selecteren.
Wi nd o ws X P
Klik op de knop Start, selecteer
Conguratiescherm
> Printers en andere hardware > Printers en
faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop op uw printer en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
117
Het printerstuurprogramma openen via het printerpictogram op de taakbalk
Het printerpictogram op de taakbalk van het bureaublad is een snelkoppeling waarmee u snel de printerdriver
kunt openen.
Als u op het printerpictogram klikt en Printerinstellingen selecteert, kunt u hetzelfde venster met
printerinstellingen openen als het venster dat u opent via het bedieningspaneel. Als u op dit pictogram dubbelklikt,
kunt u de status van de printer controleren.
Opmerking:
Als het printerpictogram niet op de taakbalk wordt weergegeven, open dan het venster van de printerdriver, klik op
Controlevoorkeursinstellingen op het tabblad Hulpprogramma's en selecteer vervolgens Snelkoppelingspictogram
registreren op taakbalk.
De toepassing starten
Open het venster van de printerdriver. Selecteer het tabblad Hulpprogramma's.
Uitleg bij de printerdriver voor Windows
De printerdriver voor Windows hee een Help-functie. Als u uitleg over de instellingen wilt weergeven, klik dan
met de rechtermuisknop op de instelling en klik vervolgens op Help.
Het tabblad Hoofdgroep
Hier kunt u basisinstellingen opgeven voor het afdrukken, zoals het papiertype of papierformaat.
U kunt ook instellingen opgeven voor het afdrukken op beide zijden van het papier of het afdrukken van meerdere
pagina's op één vel papier.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
118
Het tabblad Meer opties
Hier kunt u extra opties voor de lay-out en het afdrukken opgeven, zoals het formaat van de afdruk of
kleurcorrecties.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
119
Het tabblad Hulpprogramma's
U kunt onderhoudsfuncties uitvoeren, zoals de spuitstukcontrole en printkopreiniging, en door EPSON Status
Monitor 3 te starten kunt u de printerstatus en foutmeldingen raadplegen.
Bedieningsinstellingen voor Windows-printerdriver
congureren
U kunt instellingen congureren zoals het inschakelen van EPSON Status Monitor 3.
1.
Open het venster van de printerdriver.
2.
Klik op Extra instellingen op het tabblad Hulpprogramma's.
3. Congureer de gewenste instellingen en klik vervolgens op OK.
Zie de online-Help voor een uitleg van de items voor instellingen.
Gerelateerde informatie
& “Windows-printerdriver” op pagina 117
Mac OS-printerstuurprogramma
Het printerstuurprogramma bestuurt de printer op basis van de opdrachten van een toepassing.Door instellingen
op te geven in het printerstuurprogramma krijgt u het beste afdrukresultaat.Met het hulpprogramma voor het
printerstuurprogramma kunt u de status van de printer controleren en de printer in optimale conditie houden.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
120
Het printerstuurprogramma openen vanuit een toepassing
Klik op Pagina-instelling of Afdrukken in het menu File van uw toepassing.Klik indien nodig op Toon detai l s (of
d
) om het afdrukvenster te vergroten.
Opmerking:
Aankelijk van de toepassing die wordt gebruikt, wordt Pagina-instelling mogelijk niet weergegeven in het menu Bestand
en kunnen de bewerkingen voor het weergeven van het afdrukscherm verschillen.Zie de Help van de toepassing voor meer
informatie.
De toepassing starten
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en
faxen) en selecteer vervolgens de printer.Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open
Printerhulpprogramma.
Uitleg bij het printerstuurprogramma voor Mac OS
Afdrukvenster
Met het snelmenu in het midden van het scherm kunt u meer items weergeven.
Snelmenu Beschrijving
Lay-out Hiermee kunt u een lay-out selecteren voor het afdrukken van meerdere pagina's op één vel of
aangeven dat u een rand wilt afdrukken.
Kleuren aanpassen Hiermee kunt u de kleuren aanpassen.
Papierafhandeling U kunt de afdruktaak groter of kleiner maken en automatisch aanpassen aan het
papierformaat dat u hebt geladen.
Voorblad
U kunt een voorblad selecteren voor uw documenten.Selecteer Type voorblad om de inhoud
in te stellen die op het voorblad moet worden afgedrukt.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
121
Snelmenu Beschrijving
Printerinstellingen Hiermee kunt u de basisinstellingen voor het afdrukken opgeven, zoals de papiersoort en
afdrukkwaliteit.
Kleurenopties
Als u EPSON Kleurencontrole selecteert in het menu Kleuren aanpassen, kunt u een
kleurcorrectiemethode kiezen.
Opmerking:
Als u OS X Mountain Lion of hoger gebruikt en het menu Printerinstellingen wordt niet weergegeven, is het Epson-
printerstuurprogramma niet goed geïnstalleerd.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en faxen),
verwijder de printer en voeg de printer opnieuw toe.Open de volgende website en voer de productnaam in.Ga naar
Ondersteuning en lees de Tips.
http://epson.sn
Epson Printer Utility
U kunt een onderhoudsfunctie uitvoeren, zoals de spuitstukcontrole en printkopreiniging, en door EPSON Status
Monitor te starten kunt u de printerstatus en foutmeldingen raadplegen.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
122
Bedieningsinstellingen voor Mac OS-printerdriver congureren
Het venster Bedieningsinstellingen openen voor het Mac OS-
printerstuurprogramma
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en
faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of Driver).
Bedieningsinstellingen voor de Mac OS-printerdriver
Lege pagina overslaan: Hiermee wordt voorkomen dat lege pagina's worden afgedrukt.
Stille modus: Hiermee maakt de printer minder geluid, maar de afdruksnelheid kan afnemen.
Aankelijk
van
de door u gekozen instellingen voor het papiertype en de afdrukkwaliteit, merkt u mogelijk niet veel verschil in
het geluid dat de printer produceert.
Tijdelijk afdrukken in zwart-wit: Hiermee wordt alleen tijdelijk met zwarte inkt afgedrukt.
Afdrukken met hoge snelheid: Hiermee drukt de printkop in beide richtingen af. Het afdrukken verloopt
sneller, maar de kwaliteit kan afnemen.
Waarschuwingen: Wanneer deze optie is ingesteld, kan de printerdriver waarschuwingen weergeven.
Bidirectionele communicatie gebruiken: Dit moet normaliter ingesteld zijn op Aan. Selecteer Uit omdat het
openen van de printerinformatie niet mogelijk is omdat de printer gedeeld wordt met Windows computers op
een netwerk.
Gerelateerde informatie
& “Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken — Mac OS” op pagina 99
Epson Scan 2 (scannerstuurprogramma)
Epson Scan 2 is een toepassing waarmee het scanproces geregeld kan worden.U kunt formaat, resolutie,
helderheid, contrast en kwaliteit van de gescande aeelding aanpassen.
Opmerking:
U kunt Epson Scan 2 ook vanuit een TWAIN-scantoepassing starten.
Beginnen met Windows
Wi nd o ws 10
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens EPSON > Epson Scan 2.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Wi nd o ws 7/ Wi n d o ws Vis t a/ Win do ws XP
Klik op de knop Start en selecteer dan Alle programma's of programma's > EPSON > Epson Scan 2> Epson
Scan 2.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
123
Beginnen met Mac OS
Opmerking:
Epson Scan 2 biedt geen ondersteuning voor de Mac OS-functie voor snelle gebruikersoverschakeling.Schakel snelle
gebruikersoverschakeling uit.
Selecteer Start > Toepassingen > Epson Soware > Epson Scan 2.
Gerelateerde informatie
& “Toepassingen installeren” op pagina 128
Epson Event Manager
Epson Event Manager is een toepassing waarmee u vanuit het conguratiescherm het scannen kunt beheren en
bestanden kunt opslaan op een computer.U kunt uw eigen instellingen als presets toevoegen zoals het
documenttype, de locatie voor de opslagmap en het formaat van het bestand.Zie de Help van de toepassing voor
meer informatie.
Beginnen met Windows
Wi nd o ws 10
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Epson Soware > Event Manager.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Wi nd o ws 7/ Wi n d o ws Vis t a/ Win do ws XP
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Alle programma's of Programma's > Epson Soware > Event
Manager.
Beginnen met Mac OS
Selecteer Start > Toepassingen > Epson Soware > Event Manager.
Gerelateerde informatie
& “Scannen naar een computer” op pagina 78
& “Toepassingen installeren” op pagina 128
Epson Easy Photo Print
Epson Easy Photo Print is een toepassing waarmee u gemakkelijk foto's met verschillende lay-outs kunt
afdrukken.U kunt het voorbeeld van het foto-bestand bekijken en het bestand of de positie aanpassen.U kunt ook
foto's met een rand afdrukken.Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Opmerking:
Het printerstuurprogramma moet zijn geïnstalleerd om deze toepassing te gebruiken.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
124
Beginnen met Windows
Wi nd o ws 10
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Epson Soware > Epson Easy Photo Print.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Wi nd o ws 7/ Wi n d o ws Vis t a/ Win do ws XP
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Alle programma's of Programma's > Epson Soware > Epson
Easy Photo Print.
Beginnen met Mac OS
Selecteer Start > Toepassingen > Epson Soware > Epson Easy Photo Print.
Gerelateerde informatie
& “Toepassingen installeren” op pagina 128
E-Web Print (alleen voor Windows)
E-Web Print is een toepassing waarmee u gemakkelijk webpagina's met verschillende lay-outs kunt afdrukken. Zie
de Help van de toepassing voor meer informatie. U kunt de help openen in het menu E-Web Print op de werkbalk
E-Web Print.
Opmerking:
Controleer op ondersteunde browsers en de laatste versie van de downloadsite.
Starten
Wanneer u E-Web Printinst alle ert, wordt dit weergegeven in uw browser. K lik op Afdrukken of Clippen.
Gerelateerde informatie
& “Toepassingen installeren” op pagina 128
Easy Photo Scan
Easy Photo Scan is een toepassing waarmee u foto's kunt scannen en de gescande aeelding vervolgens
gemakkelijk kunt verzenden naar een computer of naar een dienst in de cloud. Daarbij kunt u de gescande
aeelding
gemakkelijk aanpassen. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Opmerking:
Als u deze toepassing wilt gebruiken, moet de scannerdriver Epson Scan 2 worden geïnstalleerd.
Beginnen met Windows
Wi nd o ws 10
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Alle apps > Epson-soware > Easy Photo Scan.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
125
Wi nd o ws 7/ Wi n d o ws Vis t a/ Win do ws XP
Klik op de knop Start en selecteer dan Alle programma's of Programma's > Epson
Soware
> Easy Photo
Scan.
Beginnen met Mac OS
Selecteer Start > Toepassingen > Epson
Soware
> Easy Photo Scan.
Gerelateerde informatie
& “Toepassingen installeren” op pagina 128
EPSON Software Updater
EPSON Soware Updater is een toepassing die controleert op nieuwe of bijgewerkte soware op internet en deze
vervolgens installeert.U kunt ook de
rmware
en de handleiding van de printer bijwerken.
Beginnen met Windows
Wi nd o ws 10
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Epson
Soware
> EPSON
Soware
Updater.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Wi nd o ws 7/ Wi n d o ws Vis t a/ Win do ws XP
Klik op de knop Start en selecteer dan Alle Programma's (of Programma's) > Epson
Soware
> EPSON
Soware Updater.
Opmerking:
U kunt EPSON Soware Updater ook starten door te klikken op het printerpictogram op de taakbalk van het bureaublad en
vervolgens
Soware-update
te selecteren.
Beginnen met Mac OS
Selecteer Start > Toepassingen > Epson Soware > EPSON Soware Updater.
Gerelateerde informatie
& “Toepassingen installeren” op pagina 128
Toepassingen verwijderen
Opmerking:
Meld u aan op uw computer als beheerder. Voer het beheerderswachtwoord in als u hierom wordt gevraagd.
Toepassingen verwijderen - Windows
1. Druk op de knop
P
om de printer uit te zetten.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
126
2. Sluit alle actieve toepassingen.
3. Conguratiescherm openen:
Win d ow s 1 0
Rechtsklik op de knop Start en selecteer
Conguratiescherm
.
Windows 8.1/Windows 8
Selecteer Bureaublad > Instellingen >
Conguratiescherm
.
Windows 7/Windows Vista/Windows XP
Klik op de startknop en selecteer Conguratiescherm.
4. Open Een programma verwijderen (of Programma's installeren of verwijderen):
Windows 10/Windows 8.1/Windows 8/Windows 7/Windows Vista
Selecteer Een programma verwijderen in Programma's.
Win d ow s X P
Klik op Programma's installeren of verwijderen.
5. Selecteer de
soware
die u wilt verwijderen.
6. De toepassingen verwijderen:
Windows 10/Windows 8.1/Windows 8/Windows 7/Windows Vista
Klik op Ver w ijd ere n/ wi jzi gen of Ve r wij der en .
Win d ow s X P
Klik op Wijzigen/Verwijderen of Ver w ijd eren.
Opmerking:
Als het venster Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven, klikt u op Doorgaan.
7. Volg de instructies op het scherm.
Toepassingen verwijderen — Mac OS
1. Download de Uninstaller met EPSON Soware Updater.
Als u de Uninstaller hebt gedownload, hoe u deze niet telkens opnieuw te downloaden wanneer u de
toepassing verwijdert.
2. Druk op de knop
P
om de printer uit te zetten.
3. Als u het printerstuurprogramma wilt verwijderen, selecteert u Systeemvoorkeuren in het menu
>
Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en faxen) en vervolgens verwijdert u de printer
uit de printerlijst.
4.
Sluit alle actieve toepassingen.
5. Selecteer Start > Toepassingen > Epson
Soware
> Uninstaller.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
127
6. Selecteer de toepassing die u wilt verwijderen en klik vervolgens op Maak installatie ongedaan.
c
Belangrijk:
De Uninstaller verwijdert alle Epson-inktjetprinterstuurprogramma's van de computer.Als u meerdere Epson
inktjetprinters gebruikt en u enkel bepaalde stuurprogramma's wilt verwijderen, verwijder ze dan eerst
allemaal en installeer dan enkel de vereiste stuurprogramma's.
Opmerking:
Als u de toepassing die u wilt verwijderen niet kunt vinden in de lijst, kunt u deze niet verwijderen met de
Uninstaller.Selecteer in dat geval Start > Toepassingen > Epson Soware, kies de toepassing die wilt verwijderen en
sleep deze vervolgens naar het prullenmandpictogram.
Gerelateerde informatie
& “Toepassingen installeren” op pagina 128
Toepassingen installeren
Verbind uw computer met het netwerk en installeer de nieuwste versie van toepassingen vanaf de website.
Opmerking:
Meld u aan op uw computer als beheerder. Voer het beheerderswachtwoord in als u hierom wordt gevraagd.
U moet een toepassing eerst verwijderen voordat u deze opnieuw kunt installeren.
1. Sluit alle actieve toepassingen.
2. Koppel de printer en computer tijdelijk los als u de printerdriver of Epson Scan 2 installeert.
Opmerking:
Verbindt de printer en computer pas als de instructies dit zeggen.
3. Installeer de toepassingen door de instructies op onderstaande website te volgen.
http://epson.sn
Opmerking:
Als u een Windows-computer gebruikt en de toepassingen niet kunt downloaden vanaf de website, installeert u deze van
de soware-cd die met de printer is geleverd.
Gerelateerde informatie
& Toepassingen verwijderenop pagina 126
Toepassingen en rmware bijwerken
Bepaalde problemen kunnen worden opgelost door de toepassingen en rmware opnieuw te installeren. Zorg
ervoor dat u de nieuwste versie van de toepassingen en rmware gebruikt.
1. Controleer of de printer en de computer zijn aangesloten, en of de computer met internet is verbonden.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
128
2. Start EPSON Soware Updater en werk de toepassingen of de rmware bij.
c
Belangrijk:
Schakel de computer of printer niet uit tijdens de update.
Opmerking:
Als u de toepassing die u wilt bijwerken niet kunt vinden in de lijst, kunt u deze niet bijwerken met de EPSON Soware
Updater. Kijk op uw lokale Epson-website voor de nieuwste versies van de toepassingen.
http://www.epson.com
Gerelateerde informatie
& “EPSON
Soware
Updater” op pagina 126
De printerrmware bijwerken via het bedieningspaneel
Als de printer verbinding hee met internet, kunt u de rmware van de printer bijwerken via het bedieningspaneel.
Nieuwe rmware kan de prestaties van de printer verbeteren of kan nieuwe functies toevoegen. U kunt ook
instellen dat de printer regelmatig zelf moet controleren of er nieuwe rmware is en zo ja, dat u daar dan bericht
van moet krijgen.
1. Ga in het startscherm naar Instellingen met de knop
l
of
r
en druk vervolgens op de knop OK.
2. Selecteer Firmware-update met de knop
l
of
r
en druk vervolgens op de knop OK.
3. Selecteer Bijwerken met de knop
l
of
r
en druk vervolgens op de knop OK.
Opmerking:
Selecteer Melding > Aan om de printer regelmatig te laten controleren op beschikbare rmware-updates.
4. Controleer het bericht op het scherm en druk op de knop OK.
De printer gaat op zoek naar beschikbare updates.
5. Als op het display wordt weergegeven dat er een rmware-update beschikbaar is, volg dan de aanwijzingen op
het scherm om de update te starten.
c
Belangrijk:
Schakel de printer niet uit en trek de stekker niet uit het stopcontact zolang de update bezig is, anders kan de
printer defect raken.
Als de rmware-update niet goed wordt afgerond of mislukt, start de printer niet goed op en wordt
"Recovery Mode" weergegeven op het display de volgende keer dat de printer wordt aangezet. In dit geval
moet u de
rmware
opnieuw bijwerken maar dan met behulp van een computer. Sluit de printer met een
USB-kabel aan op de computer. Wanneer "Recovery Mode" wordt weergegeven op de printer, kunt u de
rmware
niet via een netwerkverbinding bijwerken. Ga op de computer naar uw lokale Epson-website en
download de meest recente
printerrmware.
Zie de aanwijzingen op de website voor de volgende stappen.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
129
Problemen oplossen
De printerstatus controleren
Foutcodes op het display bekijken
Als er een fout optreedt of als er informatie is waar u even naar moet kijken, wordt een code weergegeven op het
LCD-scherm.
Code Toe sta nd Oplossingen
E-01 Er is een printerfout opgetreden. Open de scannereenheid en verwijder al het papier en
beschermmateriaal uit de printer. Schakel het apparaat uit en
vervolgens weer in.
E-02 Er is een scannerfout opgetreden. Schakel het apparaat uit en vervolgens weer in.
E-11 Een inktkussentje moet worden
vervangen.
Neem contact op met Epson of een erkende Epson-serviceprovider
om het inktkussentje te vervangen*. Dit onderdeel kan niet door de
gebruiker worden vervangen.
W-01 Er is een papierstoring opgetreden. Verwijder het papier uit de printer en druk op de knop die onder in
het LCD-scherm wordt weergegeven om de fout te wissen. In
sommige gevallen moet u het apparaat uit- en weer inschakelen.
W-11 Een inktkussentje van de printer
nadert het einde van zijn
levensduur.
Neem contact op met Epson of een erkende Epson-serviceprovider
om het inktkussentje te vervangen*. Dit onderdeel kan niet door de
gebruiker worden vervangen. Het bericht wordt weergegeven tot het
inktkussentje wordt vervangen.
Druk op de knop
x
om het afdrukken te hervatten.
W-12 Cartridges verkeerd geïnstalleerd. Druk de cartridge goed aan.
W-13 De op het LCD-scherm getoonde
cartridge is niet herkend.
Vervang de cartridge. Epson raadt het gebruik van originele Epson-
cartridges aan.
I-22
Stel Wi-Fi in via Drukknop (WPS).
Druk op de knop op het toegangspunt. Als het toegangspunt geen
knop heeft, open dan het venster met instellingen voor het
toegangspunt en klik op de knop in de software.
I-23
Stel Wi-Fi in via PIN-code (WPS).
Voer binnen twee minuten op het toegangspunt of de computer de
pincode in die u ziet op het LCD-scherm.
I-31
Stel Wi-Fi in via Wi-Fi Autom.
Verbind.
Installeer de software op uw computer en druk vervolgens op de
knop OK wanneer het instellen van Wi-Fi begint.
I-41
Papierconguratie is
uitgeschakeld. Sommige functies
kunnen niet worden gebruikt.
Als Papierconguratie is uitgeschakeld, kunt u AirPrint niet
gebruiken. Om de functie te gebruiken, schakelt u
Papierconguratie in.
I-60 Mogelijk ondersteunt uw computer
WSD (Web Services for Devices)
niet.
De (WSD-)functie voor scannen naar de computer is alleen
beschikbaar voor computers waarop een Engelstalige versie van
Windows 10, Windows 8.1, Windows 8, Windows 7 of Windows Vista
wordt uitgevoerd. Zorg ervoor dat de printer correct is verbonden
met de computer.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
130
Code Toe sta nd Oplossingen
I-71 - Leg originelen op de scannerglasplaat als u wilt kopiëren met de lay-
out A4 2-omh.kopie of A4 boek/2-omh..
Recovery
Mode
De printer is in herstelmodus
gestart omdat de
rmware-update
is mislukt.
Volg de onderstaande stappen om opnieuw te proberen de rmware
bij te werken.
1. Sluit de computer en de printer met een USB-kabel op elkaar aan.
(In herstelmodus kunt u de rmware niet via een netwerkverbinding
bijwerken.)
2. Ga naar uw lokale Epson-website voor verdere instructies.
* Bij sommige afdrukcycli kan een kleine hoeveelheid overtollige inkt op het inktkussentje terechtkomen. Om te
voorkomen dat er inkt uit het kussentje lekt, is de printer ontworpen om het afdrukken te stoppen wanneer het
kussentje de limiet bereikt. Of en hoe vaak dit nodig is, hangt af van het aantal pagina's dat u afdrukt, het soort
materiaal waarop u afdrukt en het aantal reinigingsprocedures dat door het apparaat wordt uitgevoerd. Dat het
kussentje moet worden vervangen, wil niet zeggen dat uw printer niet meer volgens de specicaties functioneert.
Als het kussentje moet worden vervangen, wordt er op de printer een melding weergegeven. Het kussentje kan
alleen worden vervangen door een erkende Epson-serviceprovider. De kosten voor deze vervanging vallen niet
onder de garantie van Epson.
Gerelateerde informatie
& “Contact opnemen met de klantenservice van Epson” op pagina 169
& “Vastgelopen papier verwijderen” op pagina 132
& “Toepassingen installeren” op pagina 128
& “Menuopties voor Printerinstallatie” op pagina 111
& Een WSD-poort instellen” op pagina 79
& “Originelen plaatsen voor lay-out 2-op-1” op pagina 46
& Een dubbele pagina plaatsen voor lay-out 2-op-1” op pagina 46
& “Toepassingen en rmware bijwerken” op pagina 128
De printerstatus controleren - Windows
1. Open het venster van de printerdriver.
2.
Klik op EPSON Status Monitor 3 op het tabblad Hulpprogramma's.
Opmerking:
U kunt de printerstatus ook controleren door te dubbelklikken op het printerpictogram op de taakbalk. Als het
printerpictogram niet aan de taakbalk is toegevoegd, klik dan op Controlevoorkeursinstellingen op het tabblad
Hulpprogramma's en selecteer vervolgens Snelkoppelingspictogram registreren op taakbalk.
Als EPSON Status Monitor 3 is uitgeschakeld, klikt u op Extra instellingen op het tabblad Hulpprogramma's en
selecteert u EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
Gerelateerde informatie
& “Windows-printerdriver” op pagina 117
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
131
De printerstatus controleren — Mac OS
1. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
2.
Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
3. Klik op EPSON Status Monitor.
U kunt de printerstatus, het inktpeil en de foutstatus controleren.
Vastgelopen papier verwijderen
Controleer de foutmelding die op het bedieningspaneel wordt weergegeven en volg de instructies om het
vastgelopen papier, inclusief afgescheurde stukjes, te verwijderen. Verwijder hierna de foutmelding.
c
Belangrijk:
Verwijder voorzichtig het vastgelopen papier. Het papier krachtdadig verwijderen kan de printer beschadigen.
Vastgelopen papier verwijderen uit de Papiertoevoer achter
Verwijder het vastgelopen papier.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
132
Vastgelopen papier uit de uitvoerlade verwijderen
Verwijder het vastgelopen papier.
Vastgelopen papier binnen in de printer verwijderen
!
Let op:
Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten.Anders kunt u zich
verwonden.
Raak nooit de knoppen van het bedieningspaneel aan als u met uw hand in de printer zit.Als de printer begint te
werken, kunt u zich verwonden.Raak de uitstekende delen niet aan om verwondingen te voorkomen.
1. Open de scannereenheid met het documentdeksel gesloten.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
133
2. Verwijder het vastgelopen papier.
c
Belangrijk:
Raak de witte, platte kabel of het doorzichtige folie binnen in de printer niet aan.Dit kan een storing
veroorzaken.
3. Sluit de scannereenheid.
Papier wordt niet goed ingevoerd
Controleer de volgende punten en voer de toepasselijke acties uit om het probleem op te lossen.
Plaats de printer op een vlakke ondergrond en gebruik deze in de aanbevolen omgevingsomstandigheden.
Gebruik papier dat door deze printer wordt ondersteund.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
134
Volg de voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking.
Laad niet meer dan het maximale aantal pagina's voor de
specieke
papiersoort. Let er bij gewoon papier op dat
het niet boven de streep met het driehoekje op de zijgeleider komt.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat en -type overeenkomen met het werkelijke papierformaat
en -type dat in de printer is geladen.
Gerelateerde informatie
& “Omgevingsspecicaties” op pagina 164
& Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 38
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 39
& “Lijst met papiertypes” op pagina 40
Papier loopt vast
Laad het papier in de juiste richting en schuif de zijgeleiders tegen de randen van het papier aan.
Laad één blad papier per keer wanneer u meerdere bladen laadt.
Gerelateerde informatie
& “Vastgelopen papier verwijderen” op pagina 132
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 40
Papier wordt schuin ingevoerd
Laad het papier in de juiste richting en schuif de zijgeleiders tegen de randen van het papier aan.
Gerelateerde informatie
&
“Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 40
Er worden meerdere vellen papier tegelijk uitgevoerd
Laad één vel papier per keer.
Wanneer er verschillende bladen tegelijk worden ingevoerd tijdens handmatig dubbelzijdig afdrukken, haalt u
al het papier uit de printer voordat u het opnieuw laadt.
Foutmelding papier op verschijnt
Als er een foutmelding over lege papierladen optreedt, hoewel er papier in de papiertoevoer achter zit, laad het
papier dan opnieuw tegen de rechterzijde van de papiertoevoer achter.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
135
Problemen met stroomtoevoer en bedieningspaneel
De stroom wordt niet ingeschakeld
Controleer of het netsnoer goed in het stopcontact zit.
Houd de knop
P
iets langer ingedrukt.
De stroom wordt niet uitgeschakeld
Houd de knop
P
iets langer ingedrukt. Als de printer ook hiermee niet uitgaat, haalt u de stekker uit het
stopcontact. Zet de printer weer aan en zet deze vervolgens uit door op de knop
P
te drukken om te voorkomen
dat de printkop uitdroogt.
Het display wordt donker
De printer staat in slaapstand. Druk op een willekeurige knop op het bedieningspaneel om het display weer te
activeren.
Kan niet afdrukken vanaf een computer
De verbinding controleren (USB)
Sluit de USB-kabel goed aan tussen de printer en de computer.
Als u een USB-hub gebruikt, sluit u de printer direct op de computer aan.
Als de USB-kabel niet wordt herkend, gebruikt u een andere poort of een andere USB-kabel.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
136
Probeer het volgende als de printer niet kan afdrukken via een USB-verbinding.
Koppel de USB-kabel los van de computer.Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram op de
computer en selecteer Apparaat verwijderen.Sluit vervolgens de USB-kabel aan op de computer en druk een
testpagina af.
Stel de USB-verbinding opnieuw in aan de hand van de stappen in deze handleiding voor het wijzigen van de
verbindingsmethode met een computer.Zie de koppeling met gerelateerde informatie hieronder voor meer
informatie.
Gerelateerde informatie
& “De verbindingsmethode met een computer wijzigen” op pagina 35
De verbinding controleren (netwerk)
Wanneer u een ander toegangspunt in gebruik hebt genomen of van provider bent gewisseld, stelt u de
netwerkverbindingen voor de printer opnieuw in.Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID
als de printer.
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit.Wacht circa 10 seconden en schakel de apparaten
in de volgende volgorde weer in: het toegangspunt, de computer of het smart device en tenslotte de
printer.Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en het toegangspunt
anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens opnieuw de
netwerkinstellingen te
congureren.
Druk het netwerkverbindingsrapport af.Zie de koppeling met gerelateerde informatie hieronder voor meer
informatie.Als uit het rapport blijkt dat er geen netwerkverbinding tot stand is gebracht, controleert u het
netwerkverbindingsrapport en volgt u de afgedrukte oplossingen.
Als het aan de printer toegewezen IP-adres 169.254.XXX.XXX is, en het subnetmasker is 255.255.0.0, is het IP-
adres mogelijk niet correct toegewezen.Start het toegangspunt opnieuw of reset de netwerkinstellingen van de
printer.Als het probleem hiermee niet is opgelost, raadpleegt u de documentatie van het toegangspunt.
Probeer op de computer een internetpagina te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van de
computer correct zijn.Als u geen internetpagina's kunt openen, is er probleem met de computer.Controleer de
netwerkverbinding van de computer.
Gerelateerde informatie
& “Een computer verbinden” op pagina 23
& Een netwerkverbindingsrapport afdrukken” op pagina 29
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
137
De software en gegevens controleren
Controleer of een origineel Epson-printerstuurprogramma is geïnstalleerd.Als er geen origineel Epson-
printerstuurprogramma is geïnstalleerd, zijn de functies beperkt.Het wordt aanbevolen een origineel Epson-
printerstuurprogramma te gebruiken.Zie de koppeling met gerelateerde informatie hieronder voor meer
informatie.
Als u een aeelding afdrukt die uit een grote hoeveelheid gegevens bestaat, kan de computer een tekort aan
geheugen ondervinden.Druk de
aeelding
af op een lagere resolutie of een kleiner formaat.
Gerelateerde informatie
&
“Controleren op originele Epson-printerstuurprogramma's” op pagina 138
&
“Toepassingen installeren” op pagina 128
Controleren op originele Epson-printerstuurprogramma's
Via een van de volgende methoden kunt u controleren of op de computer een origineel Epson-
printerstuurprogramma is geïnstalleerd.
Windows
Selecteer Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven (Printers, Printers en faxapparaten) en doe
het volgende om het venster voor printservereigenschappen te openen.
Windows 10/Windows 8.1/Windows 8/Windows 7
Klik op het printerpictogram en klik vervolgens op Printservereigenschappen bovenaan het venster.
Windows Vista
Klik met de rechtermuisknop op de map Printers en selecteer vervolgens Als administrator uitvoeren >
Servereigenschappen.
Wi nd o ws X P
Selecteer in het menu Bestand de optie Servereigenschappen.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
138
Klik op het tabblad Stuurprogramma.Als de naam van uw printer in de lijst wordt weergegeven, is een origineel
Epson-printerstuurprogramma op de computer geïnstalleerd.
Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en
faxen) en selecteer vervolgens de printer.Klik op Opties en toebehoren, en als het tabblad Opties en het tabblad
Hulpprogramma worden weergegeven, is er een origineel Epson-printerstuurprogramma op de computer
geïnstalleerd.
Gerelateerde informatie
& “Toepassingen installeren” op pagina 128
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
139
De printerstatus controleren vanaf de computer (Windows)
Klik op Wach tr ij op het tabblad Hulpprogramma's van het printerstuurprogramma, en controleer het volgende.
Controleer of er gepauzeerde afdruktaken zijn.
Als overbodige gegevens achterblijven, selecteert u Alle documenten annuleren in het menu Printer.
Zorg ervoor dat de printer niet oine of in wachtstand staat.
Als de printer
oine
is of in wachtstand staat, schakel de relevante instelling dan uit via het menu Printer.
Zorg ervoor dat de printer is geselecteerd als standaardprinter via het menu Printer (er moet een vinkje op het
item staan).
Als de printer niet als standaardprinter is geselecteerd, stelt u deze in als de standaardprinter.Als zich meerdere
pictogrammen bevinden in Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven (Printers, Printers en
faxapparaten), raadpleegt u het volgende gedeelte om het pictogram te selecteren.
Voorb eel d)
USB-verbinding: EPSON XXXX-serie
Netwerkverbinding: EPSON XXXX-serie (netwerk)
Als u het printerstuurprogramma. meerdere keren hebt geïnstalleerd, worden er mogelijk kopieën gemaakt van
het printerstuurprogramma.Als er kopieën zijn gemaakt, bijvoorbeeld met de naam "EPSON XXXX Series
(kopie 1)", klikt u met de rechtermuisknop op het gekopieerde stuurprogrammapictogram en klikt u op
Apparaat verwijderen.
Zorg ervoor dat de printerpoort goed is geselecteerd in Eigenschappen > Poort in het menu Printer. Dit gaat
als volgt.
Selecteer "USBXXX" voor een USB-verbinding of "EpsonNet Print Port" voor een netwerkverbinding.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
140
De printerstatus controleren vanaf de computer (Mac OS)
Zorg ervoor dat de printerstatus niet Pauze is.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en
faxen), en dubbelklik dan op de printer.Als de printer gepauzeerd is, klikt u op Hervatten (of Printer hervatten).
Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt
congureren
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de
apparaten in de volgende volgorde weer in: het toegangspunt, de computer of het smart device en tenslotte de
printer. Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en het toegangspunt
anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens opnieuw de
netwerkinstellingen te congureren.
Selecteer Instellingen > Netwerkinstellingen > Verbindingscontrole en druk vervolgens het
netwerkverbindingsrapport af. Als er een fout is opgetreden, controleer dan het netwerkverbindingsrapport en
volg de afgedrukte oplossingen.
Gerelateerde informatie
& “Kan geen verbinding maken vanaf apparaten terwijl de netwerkinstellingen correct zijn” op pagina 141
& “Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport” op pagina 29
Kan geen verbinding maken vanaf apparaten terwijl de
netwerkinstellingen correct zijn
Als u geen verbinding kunt maken tussen de computer of het smart device en de printer terwijl er geen fouten
worden weergegeven in het netwerkverbindingsrapport, controleert u het volgende.
Wanneer u tegelijkertijd meerdere toegangspunten gebruikt, kunt u de printer mogelijk niet gebruiken vanaf de
computer of het smart device vanwege de instellingen van de toegangspunten.Verbind de computer of het smart
device met hetzelfde toegangspunt als de printer.
Als de tetheringfunctie op het smart device is ingeschakeld, schakelt u deze uit.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
141
Mogelijk kunt u geen verbinding maken met het toegangspunt wanneer dit meerdere SSID's hee en de
apparaten zijn verbonden met andere SSID's op hetzelfde toegangspunt.Verbind de computer of het smart
device via hetzelfde SSID als de printer.
Een toegangspunt dat compatibel is met zowel IEEE802.11a als IEEE802.11g
hee
een SSID voor 2,4 GHz en 5
GHz.Als u de computer of het smart device verbindt via een 5GHz-SSID, kunt u geen verbinding maken met de
printer omdat deze alleen communicatie via 2,4 GHz ondersteunt.Verbind de computer of het smart device via
hetzelfde SSID als de printer.
De meeste toegangspunten hebben een functie voor privacyscheiding waarmee communicatie tussen
verbonden apparaten wordt geblokkeerd.Als er geen communicatie mogelijk is tussen de printer en de
computer of het smart device, terwijl deze zijn verbonden met hetzelfde netwerk, schakelt u de privacyscheiding
op het toegangspunt uit.Zie voor meer informatie de bij het toegangspunt geleverde handleiding.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
142
Gerelateerde informatie
& “De SSID controleren waarmee de printer is verbonden” op pagina 143
& “De SSID voor de computer controleren” op pagina 143
De SSID controleren waarmee de printer is verbonden
U kunt de SSID controleren door een netwerkverbindingsrapport of netwerkstatusvel af te drukken of in Web
Cong.
De SSID voor de computer controleren
Windows
Klik op
in het taakvak van de desktop.Controleer de naam van de verbonden SSID in de lijst die wordt
weergegeven.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
143
Mac OS
Klik op het Wi-Fi-pictogram boven in het computerscherm.Er wordt een lijst met SSID's weergegeven en de
verbonden SSID is gemarkeerd met een vinkje.
Kan niet afdrukken vanaf een iPhone of iPad
Verbind de iPhone of iPad met hetzelfde netwerk (SSID) als de printer.
Schakel
Papierconguratie
in de volgende menu's in.
Instellingen > Printerinstallatie > Papierbroninst. > Papierconguratie
Schakel de instelling AirPrint in Web Cong in.
Gerelateerde informatie
& “Een smart device verbinden” op pagina 24
& “Web Cong” op pagina 115
Het afdrukken is gepauzeerd
Als u een aeelding afdrukt die uit een grote hoeveelheid gegevens bestaat, kan het afdrukken worden gepauzeerd
en kan het papier worden uitgeworpen. Druk de aeelding af op een lagere resolutie of een kleiner formaat.
Afdrukproblemen
De afdruk is gekrast of er ontbreken kleuren
Als u de printer langere tijd niet hebt gebruikt, kunnen de spuitkanaaltjes van de printkop verstopt raken en
worden inktdruppels mogelijk niet doorgelaten. Voer een spuitstukcontrole uit en reinig dan de printkop als er
spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zitten.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
144
Gerelateerde informatie
& De printkop controleren en reinigen” op pagina 101
Er verschijnen strepen of onverwachte kleuren
De spuitkanaaltjes van de printkop zijn mogelijk verstopt. Voer een spuitkanaaltjescontrole uit om na te gaan of de
printkoppen verstopt zijn. Reinig de printkop als er spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zijn.
Gerelateerde informatie
& De printkop controleren en reinigen” op pagina 101
Gekleurde streepvorming zichtbaar met een tussenafstand van
ongeveer 2.5 cm
Selecteer de geschikte papiertype-instelling voor het papiertype dat in de printer is geladen.
Lijn de printkop uit vanaf een computer.
Wanneer u afdrukt op gewoon papier, drukt u af met een hogere kwaliteitsinstelling.
Gerelateerde informatie
& “Lijst met papiertypes” op pagina 40
& De printkop uitlijnen — Windows” op pagina 104
& “De printkop uitlijnen — Mac OS” op pagina 104
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
145
Onscherpe afdrukken, verticale strepen of verkeerde uitlijning
Lijn de printkop uit.
Gerelateerde informatie
& “De printkop uitlijnen” op pagina 103
De afdrukkwaliteit is niet verbeterd na uitlijning van de printkop
Bidirectioneel (of snel) afdrukken wil zeggen dat de printkop in beide richtingen afdrukt. Verticale lijnen worden
mogelijk niet goed uitgelijnd.Als de afdrukkwaliteit niet toeneemt, schakel dan het bidirectioneel afdrukken (of
afdrukken op hoge snelheid) uit.Wanneer u deze instelling uitschakelt, kan de afdruksnelheid dalen.
Wi n d o w s
Hef de selectie op van Hoge snelheid op het tabblad Meer opties van het printerstuurprogramma.
Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken
en faxen) en selecteer vervolgens de printer.Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma).Selecteer Uit voor Afdrukken met hoge snelheid.
Afdrukkwaliteit is slecht
Controleer het volgende als de afdrukkwaliteit slecht is vanwege wazige afdrukken, zichtbare strepen, ontbrekende
kleuren, vervaagde kleuren en verkeerde uitlijning op de afdrukken.
De printer controleren
Voer een spuitstukcontrole uit en reinig dan de printkop als er spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zitten.
Lijn de printkop uit.
Het papier controleren
Gebruik papier dat door deze printer wordt ondersteund.
Niet afdrukken op papier dat vochtig, beschadigd of te oud is.
Druk het papier of de enveloppe plat als het papier gekruld is of de enveloppe lucht bevat.
Het papier niet meteen stapelen na het afdrukken.
Laat de afdrukken volledig drogen voor u ze wegsteekt of uitstalt. Vermijd direct zonlicht, gebruik geen droger
en raak de afgedrukte zijde van het papier niet aan tijdens het drogen van de afdrukken.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
146
Epson raadt aan om origineel Epson-papier te gebruik in plaats van gewoon papier voor het afdrukken van
aeeldingen
of foto's. Druk op de afdrukbare zijde van het originele Epson-papier.
De printerinstellingen controleren
Selecteer de geschikte papiertype-instelling voor het papiertype dat in de printer is geladen.
Druk af met een hogere kwaliteit als instelling.
De inktcartridge controleren
Het is raadzaam de cartridge te gebruiken vóór de datum die op de verpakking wordt vermeld.
U krijgt de beste resultaten als u de cartridge verbruikt binnen zes maanden na het openen van de verpakking.
Gebruik bij voorkeur originele Epson-cartridges. Dit product is ontworpen om kleuren aan te passen gebaseerd
op het gebruik van originele Epson-cartridges. De afdrukkwaliteit kan verslechteren wanneer niet-originele
cartridges worden gebruikt.
Gerelateerde informatie
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 39
&
“Lijst met papiertypes” op pagina 40
&
“Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 38
& De printkop controleren en reinigen” op pagina 101
& “De printkop uitlijnen” op pagina 103
Papier vertoont vlekken of is bekrast
Wanneer u horizontale streepvorming ziet of wanneer u vlekken krijgt op de boven- of onderkant van het
papier, laad het papier dan in de juiste richting en schuif de zijgeleiders tegen het papier.
Wanneer u verticale streepvorming ziet, reinig dan het papiertraject.
Plaats het papier op een vlakke ondergrond om te controleren of het is opgekruld. Maak het plat indien dit het
geval is.
Zorg ervoor dat de inkt volledig gedroogd is voordat u het papier opnieuw laadt bij het handmatig dubbelzijdig
afdrukken.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
147
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 40
& “Het papiertraject reinigen” op pagina 104
Afgedrukte foto's zijn plakkerig
Mogelijk drukt u af op de verkeerde zijde van het papier. Controleer of u op de afdrukzijde afdrukt.
Wanneer u op de verkeerde zijde van fotopapier afdrukt, moet u de papierbaan reinigen.
Gerelateerde informatie
& “Het papiertraject reinigen” op pagina 104
Afbeeldingen of foto's worden afgedrukt met de verkeerde kleuren
Bij het afdrukken vanuit het Windows-printerstuurprogramma, wordt de automatische fotoaanpassingsinstelling
van Epson standaard toegepast,
aankelijk
van de papiersoort. Pas de instelling eventueel aan.
Selecteer op het tabblad Meer opties Aangepast in Kleurcorrectie, en klik vervolgens op Geavanceerd. Wijzig de
instelling Scènecorrectie in Automat. correctie naar een van de andere opties. Als aanpassing van deze instelling
niet werkt, gebruik dan een andere kleurcorrectiemethode dan PhotoEnhance in Kleurenbeheer.
Gerelateerde informatie
& “De afdrukkleur aanpassen” op pagina 69
De kleuren verschillen van wat u op het scherm ziet
Weergaveapparaten zoals computerschermen hebben hun eigen weergave-eigenschappen. Als het scherm niet
goed is gekalibreerd, wordt de aeelding niet met de juiste helderheid en kleuren weergegeven. Pas de
eigenschappen van het apparaat aan.
Licht dat op het scherm schijnt,
hee
invloed op de manier waarop de
aeelding
op het scherm wordt
weergegeven. Vermijd direct zonlicht en bevestig de
aeelding
wanneer u zeker bent van een juiste belichting.
Kleuren kunnen afwijken van wat u ziet op een smart device zoals een smartphone of tablet met een hoog-
resolutiescherm.
De kleuren op een scherm zijn niet precies hetzelfde als de kleuren op papier omdat het weergaveapparaat en de
printer verschillende processen voor het produceren van kleuren hebben.
Kan niet afdrukken zonder marges
Geef in de afdrukinstellingen aan dat u randloos wilt afdrukken. Als u een papiertype selecteert waarbij randloos
afdrukken niet mogelijk is, kunt u Randloos niet selecteren. Selecteer een papiertype dat randloos afdrukken
ondersteunt.
Gerelateerde informatie
& “Menuopties voor de modus Foto's afdrukken” op pagina 52
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
148
& “Menuopties voor de modus Kopiëren” op pagina 75
& “Basisprincipes van printer — Windows” op pagina 53
& “Basisprincipes voor afdrukken — Mac OS” op pagina 54
Randen van de afbeelding vallen weg bij het randloos afdrukken
Tijdens randloos afdrukken wordt de aeelding iets vergroot en het uitstekende gebied bijgesneden.Selecteer een
kleinere vergroting.
Wi n d o w s
Klik op Instellingen naast het selectievakje Randloos op het tabblad Hoofdgroep van het
printerstuurprogramma en wijzig vervolgens de instellingen.
Mac OS
Pas de instelling Uitbreiding aan in het menu Printerinstellingen van het afdrukvenster.
Positie, formaat of marges van de afdruk zijn niet juist
Laad het papier in de juiste richting en schuif de zijgeleiders tegen de randen van het papier aan.
Bij het plaatsen van de originelen op de scannerglasplaat moet u de hoek van het origineel uitlijnen met de hoek
die aangeduid is d.m.v. een symbool op de rand van de scannerglasplaat. Als de randen van de kopie
bijgesneden zijn,
verschui
u het origineel wat weg van de hoek.
Wanneer u de originelen op de scannerglasplaat legt, reinig dan de scannerglasplaat en het documentdeksel.
Vlekken en stof op het glas kunnen in het kopieergedeelte worden opgenomen, wat een verkeerde
kopieerpositie of kleine aeelding tot gevolg kan hebben.
Selecteer de juiste instelling voor het papierformaat.
Pas de marge-instelling in de toepassing aan zodat deze binnen het afdrukgebied valt.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 40
& “Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 45
&
“De Scannerglasplaat reinigen” op pagina 105
&
“Afdrukgebied” op pagina 159
Afgedrukte tekens zijn niet juist of onleesbaar
Sluit de USB-kabel goed aan tussen de printer en de computer.
Annuleer gepauzeerde afdruktaken.
Zet de computer niet handmatig in de Stand-by- of Slaap-stand tijdens het afdrukken. Als u de computer terug
opstart, worden er mogelijk onleesbare pagina's afgedrukt.
Gerelateerde informatie
& Afdrukken annuleren” op pagina 73
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
149
De afgedrukte afbeelding is omgekeerd
Hef de selectie van instellingen voor het spiegelen van aeeldingen op in het printerstuurprogramma of de
toepassing.
Wi n d o w s
Hef de selectie op van Spiegel aeelding in het tabblad Meer opties van het printerstuurprogramma.
Mac OS
Hef de selectie op van Spiegel aeelding in het menu Printerinstellingen van het afdrukdialoog.
Mozaïekachtige patronen op de afdrukken
Gebruik gegevens met een hoge resolutie als u aeeldingen of foto's afdrukt. Aeeldingen op websites gebruiken
meestal een lage resolutie terwijl ze goed lijken op de display. Hierdoor kan de afdrukkwaliteit afnemen.
Op de gekopieerde afdruk verschijnen ongelijke kleuren, vegen,
vlekken of rechte lijnen
Reinig het papiertraject.
Reinig de scannerglasplaat.
Druk niet te hard op het originele bestand of het documentdeksel wanneer u de originelen op de
scannerglasplaat legt.
Wanneer er vlekken op het papier zijn, verlaagt u de instelling voor de kopieerdichtheid.
Gerelateerde informatie
& “Het papiertraject reinigen” op pagina 104
& De Scannerglasplaat reinigen” op pagina 105
& “Menuopties voor de modus Kopiëren” op pagina 75
Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel "moiré" genoemd) op
de gekopieerde afbeelding
Verander de instelling voor vergroten en verkleinen of plaats het origineel onder een iets andere hoek.
Gerelateerde informatie
& “Menuopties voor de modus Kopiëren” op pagina 75
De achterkant van het origineel is te zien op de gekopieerde
afbeelding
Plaats een dun origineel op de scannerglasplaat en leg hier vervolgens een vel zwart papier overheen.
Verlaag de instelling voor de kopieerdichtheid op het bedieningspaneel.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
150
Gerelateerde informatie
& “Menuopties voor de modus Kopiëren” op pagina 75
Het probleem kon niet worden opgelost
Als u alle onderstaande oplossingen hebt geprobeerd en het probleem is nog steeds niet opgelost, verwijder dan de
printerdriver en installeer deze opnieuw.
Gerelateerde informatie
& Toepassingen verwijderenop pagina 126
& “Toepassingen installeren” op pagina 128
Overige afdrukproblemen
Afdrukken verloopt te traag
Sluit alle onnodige toepassingen.
Stel een lagere kwaliteit in. Afdrukken met hoge kwaliteit duurt langer.
Schakel de bidirectionele (of hogesnelheids-)instelling in. Wanneer deze instelling is geselecteerd, drukt de
printkop in beide richtingen af, en verhoogt de afdruksnelheid.
Wi n d o w s
Selecteer Hoge snelheid op het tabblad Meer opties van het printerstuurprogramma.
Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma). Selecteer Aan voor Afdrukken met hoge snelheid.
Schakel Stille modus uit.
Bedieningspaneel
In het startscherm selecteert u Stille modus en schakelt u deze functie vervolgens uit.
Wi n d o w s
Selecteer Uit bij Stille modus op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma.
Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma). Selecteer Uit voor Stille modus.
Afdrukken vertraagt aanzienlijk tijdens het continu afdrukken
Het afdrukken wordt vertraagd om te voorkomen dat het printermechanisme oververhit en beschadigd raakt. Het
afdrukken kan echter worden voortgezet. Als u de normale afdruksnelheid wilt herstellen, laat u de printer
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
151
minstens 30 minuten aoelen. De afdruksnelheid gaat niet terug naar normale snelheid als de printer is
uitgeschakeld.
Kan het afdrukken niet annuleren vanaf een computer met Mac OS
X 10.6.8
Geef de volgende instellingen op als u het afdrukken vanaf de computer wilt stoppen.
Voer Web Cong uit en selecteer vervolgens Port9100 als instelling bij Protocol Topprioriteit in AirPrint
instellen. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en scannen), verwijder de printer en voeg de printer opnieuw toe.
Gerelateerde informatie
& “Web Cong” op pagina 115
Kan niet beginnen met scannen
Sluit de USB-kabel goed aan tussen de printer en de computer.Als u een USB-hub gebruikt, sluit u de printer
direct op de computer aan.
Als u met een hoge resolutie scant via een netwerk, kan een communicatiefout optreden.Verlaag de resolutie.
Controleer of de juiste printer (scanner) is geselecteerd in Epson Scan 2.
Controleer of de printer wordt herkend met Windows
Controleer in Windows of de printer (scanner) in Scanner en camera's wordt weergegeven.De printer (scanner)
moet worden weergegeven als "EPSON XXXXX (printernaam)".Als de printer (scanner) niet wordt weergegeven,
verwijdert u Epson Scan 2 en installeert u de toepassing opnieuw.Zie het volgende om Scanners en camera's te
openen.
Wi nd o ws 10
Klik met de rechtermuisknop op de knop Start en selecteer Conguratiescherm, voer in de charm Zoeken
"Scanners en camera's" in, klik op Scanners en camera's weergeven en controleer vervolgens of de printer
wordt weergegeven.
Windows 8.1/Windows 8
Selecteer Bureaublad > Instellingen >
Conguratiescherm
, voer in charm Zoeken "Scanner en camera's" in,
klik op Scanners en camera's weergeven en controleer vervolgens of de printer wordt weergegeven.
Wi nd o ws 7
Klik op de knop Start en selecteer Conguratiescherm, voer in charm Zoeken "Scanners en camera's" in, klik
op Scanners en camera's weergeven en controleer vervolgens of de printer wordt weergegeven.
Windows Vista
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Hardware en geluiden > Scanners en camera's en
controleer vervolgens of de printer wordt weergegeven.
Wi nd o ws X P
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Printers en andere hardware > Scanners en camera's
en controleer vervolgens of de printer wordt weergegeven.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
152
Gerelateerde informatie
& Toepassingen verwijderenop pagina 126
& “Toepassingen installeren” op pagina 128
Kan scannen niet starten via bedieningspaneel
Controleer of Epson Scan 2 en Epson Event Manager goed zijn geïnstalleerd.
Controleer de scaninstelling die in Epson Event Manager is toegewezen.
Gerelateerde informatie
& “Epson Scan 2 (scannerstuurprogramma)” op pagina 123
& Epson Event Manager” op pagina 124
Problemen met gescande afbeeldingen
Ongelijke kleuren, vuil, vlekken, enzovoort worden weergegeven
bij scannen vanaf de glasplaat van de scanner
Reinig de glasplaat van de scanner.
Verwijder al het afval of vuil dat blij kleven aan het origineel.
Druk niet met teveel kracht op het origineel of de documentklep. Als u met teveel kracht drukt, kunnen
vervagingen, vegen en vlekken optreden.
Gerelateerde informatie
& De Scannerglasplaat reinigen” op pagina 105
De afbeeldingskwaliteit is ruw
Stel de Modus in Epson Scan 2 in op basis van het origineel dat u wilt scannen. Scan met de instellingen voor
documenten in Documentmodus en met de instellingen voor foto's in Fotomodus.
Pas in Epson Scan 2 de aeelding aan met de items op het tabblad Geavanceerde instellingen en scan het
document.
Als de resolutie te laag is, verhoogt u de resolutie en scant u opnieuw.
Gerelateerde informatie
& “Scannen met Epson Scan 2” op pagina 81
De oset schijnt door in de achtergrond van afbeeldingen
Aeeldingen
op de achterzijde van het origineel kunnen zichtbaar zijn in de gescande
aeelding.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
153
Selecteer in Epson Scan 2 het tabblad Geavanceerde instellingen en pas vervolgens de Helderheid aan.
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van de instellingen op het tabblad Hoofdinstellingen >
Beeldtype of andere instellingen op het tabblad Geavanceerde instellingen.
Selecteer in Documentmodus in Epson Scan 2 het tabblad Geavanceerde instellingen en vervolgens
Beeldoptie > Tekst verb eteren.
Wanneer u scant vanaf de glasplaat, plaatst u dan een vel zwart papier of een schrijlok op het origineel.
Gerelateerde informatie
& “Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 45
& “Scannen met Epson Scan 2” op pagina 81
De tekst is onscherp
Selecteer in Documentmodus in Epson Scan 2 het tabblad Geavanceerde instellingen en vervolgens
Beeldoptie > Tekst verb eteren.
Selecteer Documentmodus als Modus in Epson Scan 2. Scan met de instellingen voor documenten in
Documentmodus.
Wanneer in Documentmodus in Epson Scan 2 de optie Beeldtype op het tabblad Hoofdinstellingen is
ingesteld op Zwart-wit, past u de optie Drempelwaarde op het tabblad Geavanceerde instellingen aan.
Wanneer u de Drempelwaarde verhoogt, worden zwarte gedeelten groter.
Als de resolutie te laag is, verhoogt u de resolutie en scant u opnieuw.
Gerelateerde informatie
& “Documenten scannen (Documentmodus)” op pagina 81
Moiré-patronen (webachtige schaduwen) verschijnen
Als het origineel een afgedrukt document is, kunnen moiré-patronen (webachtige schaduwen) verschijnen in de
gescande aeelding.
Op het tabblad Geavanceerde instellingen in Epson Scan 2, selecteert u Ontrasteren.
Wijzig de resolutie en scan vervolgens opnieuw.
Gerelateerde informatie
& “Scannen met Epson Scan 2” op pagina 81
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
154
Kan het juiste gebied niet scannen op de glasplaat
Zorg dat het origineel correct tegen het uitlijningsteken is geplaatst.
Als de rand van de gescande aeelding ontbreekt, verplaatst u het origineel iets naar het midden van de
glasplaat.
Wanneer u meerdere originelen op de glasplaat plaatst, houd dan een ruimte van ten minste 20 mm (0,79 inch)
aan tussen de originelen.
Wanneer u vanaf het bedieningspaneel scant en de functie voor automatisch bijsnijden selecteert, verwijder dan
eventueel aanwezig stof of vuil van de glasplaat en het deksel. Als zich rond het origineel stof of vuil bevindt,
wordt het scanbereik zodanig vergroot dat het stof of vuil ook wordt gescand.
Gerelateerde informatie
& “Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 45
Kan geen voorbeeld weergeven in Thumbnail
Wanneer u meerdere originelen op de glasplaat plaatst, houd dan een ruimte van ten minste 20 mm (0,79 inch)
aan tussen de originelen.
Controleer of het origineel recht is geplaatst.
Aankelijk van het origineel is weergave van een voorbeeld in umbnail wellicht niet mogelijk. Schakel in dat
geval het selectievakje umbnail boven in het voorbeeldvenster uit om het volledige gescande gebied weer te
geven en maak vervolgens handmatig een selectiekader.
Gerelateerde informatie
& Foto's of aeeldingen scannen (Fotomodus)” op pagina 84
Tekst wordt niet correct herkend wanneer ik opsla als een
Searchable PDF
Controleer in het venster Aeeldingsformaatopties in Epson Scan 2 of de Taal correct is ingesteld op het
tabblad Te ks t .
Controleer of het origineel recht is geplaatst.
Gebruik een origineel met duidelijk leesbare tekst. Tekstherkenning kan bij de volgende soorten originelen
weigeren.
Originelen die een aantal keer zijn gekopieerd
Originelen die per fax zijn ontvangen (met een lage resolutie)
Originelen waarvan de letter- of regelafstand te klein is
Originelen met lijnen of onderstreping
Originelen met handgeschreven tekst
Originelen met vouwen of kreukels
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
155
Wanneer in Documentmodus in Epson Scan 2 de optie Beeldtype op het tabblad Hoofdinstellingen is
ingesteld op Zwart-wit, past u de optie Drempelwaarde op het tabblad Geavanceerde instellingen aan.
Wanneer u de Drempelwaarde verhoogt, wordt zwart dieper.
Selecteer in Documentmodus in Epson Scan 2 het tabblad Geavanceerde instellingen en vervolgens
Beeldoptie > Tekst verb eteren.
Gerelateerde informatie
& “Documenten scannen (Documentmodus)” op pagina 81
Problemen in gescande afbeelding kunnen niet worden opgelost
Als u alle oplossingen al hebt geprobeerd, maar het probleem nog steeds niet hebt opgelost, herstelt u de
standaardinstellingen van Epson Scan 2 met Epson Scan 2 Utility.
Opmerking:
Epson Scan 2 Utility is een toepassing die bij Epson Scan 2 wordt geleverd.
1. Start Epson Scan 2 Utility.
Win d ow s 1 0
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens EPSON > Epson Scan 2 Utility.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Windows 7/Windows Vista/Windows XP
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Alle programma's of Programma's > EPSON > Epson Scan
2 > Epson Scan 2 Utility.
Mac OS
Selecteer Start > Toepassingen > Epson
Soware
> Epson Scan 2 Utility.
2. Selecteer het tabblad Andere.
3. Klik op Reset.
Opmerking:
Als het probleem niet wordt opgelost door het herstellen van de standaardinstellingen, verwijdert u Epson Scan 2 en
installeert u het programma opnieuw.
Gerelateerde informatie
& Toepassingen verwijderenop pagina 126
& “Toepassingen installeren” op pagina 128
Andere scanproblemen
Scannen verloopt te traag
Verlaag de resolutie.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
156
Gerelateerde informatie
& “Scannen met Epson Scan 2” op pagina 81
Scannen stopt bij het scannen naar een PDF/Multi-TIFF
Wanneer u scant met Epson Scan 2, kunt u continu maximaal 999 pagina's in PDF-indeling en 200 pagina's in
Multi-TIFF-indeling scannen.
We raden aan om in grijstinten te scannen bij het scannen van grote hoeveelheden.
Zorg voor genoeg beschikbare ruimte op de harde schijf van de computer. Het scannen kan ophouden als er niet
genoeg beschikbare ruimte is.
Probeer op een lagere resolutie te scannen. Het scannen stopt als de maximaal toegelaten gegevensgrootte wordt
overschreden.
Gerelateerde informatie
& “Scannen met Epson Scan 2” op pagina 81
Overige problemen
Lichte elektrische schok wanneer u de printer aanraakt
Als er vele randapparaten op de computer zijn aangesloten, kunt u een lichte elektrische schok krijgen wanneer u
de printer aanraakt. Installeer een aardingskabel naar de computer die op de printer is aangesloten.
Printer maakt veel lawaai tijdens werking
Als de printer te veel lawaai maakt, schakelt u Stille modus in. Met deze functie ingeschakeld ligt de
afdruksnelheid mogelijk lager. Aankelijk van de door u gekozen instellingen voor het papiertype en de
afdrukkwaliteit, merkt u mogelijk niet veel verschil in het geluid dat de printer produceert.
Bedieningspaneel
In het startscherm selecteert u Stille modus en schakelt u deze functie vervolgens in.
Wi n d o w s
Schakel Stille modus in op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma.
Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken
en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of Stuurprogramma).
Selecteer Aan voor Stille modus.
Kan gegevens niet opslaan op een geheugenkaart
Gebruik een geheugenkaart die door de printer wordt ondersteund.
Controleer of de geheugenkaart niet tegen schrijven is beveiligd.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
157
Controleer of er voldoende ruimte vrij is op de geheugenkaart. Als er niet voldoende geheugen is, kunnen de
gegevens niet worden opgeslagen.
Gerelateerde informatie
& “Ondersteunde geheugenkaartspecicaties” op pagina 162
Software wordt geblokkeerd door een rewall (alleen Windows)
Maak van de toepassing een door Windows Firewall toegelaten programma in de beveiligingsinstellingen in het
Conguratiescherm.
'?' wordt weergegeven in het fotoselectiescherm
Wanneer het
aeeldingsbestand
niet wordt ondersteund door het apparaat, wordt een vraagteken (?) weergegeven
op het LCD-scherm.
Gerelateerde informatie
& “Ondersteunde gegevensspecicaties” op pagina 163
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
158
Bijlage
Technische
specicaties
Printer specicaties
Plaatsing van spuitstuk van printkop Spuitkanaaltjes voor zwarte inkt: 180
Spuitkanaaltjes voor gekleurde inkt: 59 voor elke kleur
Gewicht van het
papier
*
Gewoon papier 64 tot 90 g/m (17 tot 24 lb)
Enveloppen Enveloppe #10, DL, C6: 75 tot 90 g/m (20 tot 24 lb)
* Zelfs als de papierdikte zich binnen dit bereik bevindt, wordt het papier mogelijk niet in de printer ingevoerd of kan de
afdrukkwaliteit verminderen, afhankelijk van de papiereigenschappen of -kwaliteit.
Afdrukgebied
Afdrukgebied voor losse vellen
Afdrukkwaliteit kan afnemen in de gearceerde gedeelten vanwege het printermechanisme.
Afdrukken met randen
A 3.0 mm (0.12 in.)
B 3.0 mm (0.12 in.)
C 40.0 mm (1.57 in.)
D 32.0 mm (1.26 in.)
Randloos afdrukken
A 43.0 mm (1.69 in.)
B 35.0 mm (1.38 in.)
Gebruikershandleiding
Bijlage
159
Afdrukgebied voor enveloppen
Afdrukkwaliteit kan afnemen in de gearceerde gedeelten vanwege het printermechanisme.
A 3.0 mm (0.12 in.)
B 5.0 mm (0.20 in.)
C 18.0 mm (0.71 in.)
D 40.0 mm (1.57 in.)
Scannerspecicaties
Type scanner Flatbed
Foto-elektrisch apparaat CIS
Maximaal documentformaat 216×297 mm (8.5×11.7 in.)
A4, Letter
Resolutie 1200 dpi (normaal scannen)
2400 dpi (geïnterpoleerd scannen)
Kleurdiepte Kleur
48 bits per pixel intern (16 bits per pixel per interne kleur)
24 bits per pixel extern (8 bits per pixel per externe kleur)
Grijswaarden
16 bits per pixel intern
8 bits per pixel extern
Zwart-wit
16 bits per pixel intern
1 bits per pixel extern
Lichtbron LED
Interface-specicaties
Voor computer USB Hi-Speed
Gebruikershandleiding
Bijlage
160
Lijst met netwerkfuncties
Netwerkfuncties en IPv4/IPv6
Functies Ondersteund Opmerkingen
Afdrukken via
netwerk
EpsonNet Print (Windows) IPv4 -
Standard TCP/IP (Windows) IPv4, IPv6 -
Afdrukken via WSD
(Windows)
IPv4, IPv6 Windows Vista of
hoger
Afdrukken via Bonjour (Mac
OS)
IPv4, IPv6 -
IPP-afdrukken (Windows,
Mac OS)
IPv4, IPv6 -
UPnP-afdrukken IPv4 - Informatie-
apparaat
PictBridge-afdrukken (Wi-Fi) IPv4 - Digitale camera
Epson Connect (afdrukken
vanuit e-mail, afdrukken op
afstand)
IPv4 -
AirPrint (iOS, Mac OS) IPv4, IPv6 iOS 5 of hoger, Mac
OS X v10.7 of hoger
Google Cloud Print IPv4, IPv6 -
Scannen via het
netwerk
Epson Scan 2 IPv4, IPv6 -
Event Manager IPv4 -
Epson Connect (naar de
cloud scannen)
IPv4 - -
AirPrint (scannen) IPv4, IPv6 OS X Mavericks of
hoger
ADF (dubbelzijdig scannen) - -
Faxen Fax verzenden IPv4 - -
Fax ontvangen IPv4 - -
AirPrint (faxafdruk) IPv4, IPv6 - -
Wi-Fi-specicaties
Normen
IEEE 802.11b/g/n
*1, *2
Frequentiebereik 2,4 GHz
Maximaal uitgezonden
radiofrequentievermogen
19.8 dBm (EIRP)
Gebruikershandleiding
Bijlage
161
Coördinatiemodi
Infrastructuur, Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt)
*3
Draadloze beveiliging
*4
WEP (64/128bit), WPA2-PSK (AES)
*5
*1 In overeenstemming met IEEE 802.11b/g/n of IEEE 802.11b/g, afhankelijk van de aankooplocatie.
*2 IEEE 802.11n is alleen beschikbaar voor de HT20.
*3 Niet ondersteund voor IEEE 802.11b.
*4 Wi-Fi Direct ondersteunt alleen WPA2-PSK (AES).
*5 Voldoet aan WPA2-standaarden met ondersteuning voor WPA/WPA2 Personal.
Beveiligingsprotocol
SSL/TLS HTTPS Server/Client, IPPS
Ondersteunde services van derden
AirPrint Afdrukken iOS 5 of later/Mac OS X v10.7.x of later
Scannen OS X Mavericks of hoger
Google Cloud Print
Specicaties externe opslagapparaten
Ondersteunde geheugenkaartspecicaties
Geschikte geheugenkaarten Maximumcapaciteiten
miniSD
*
2 GB
miniSDHC
*
32 GB
microSD
*
2 GB
microSDHC
*
32 GB
microSDXC
*
64 GB
SD 2 GB
SDHC 32 GB
SDXC 64 GB
* Gebruik een geschikte adapter voor de geheugenkaartsleuf.Anders kan de kaart vast komen te zitten.
Gebruikershandleiding
Bijlage
162
Ondersteunde gegevensspecicaties
Bestandsindeling JPEG's (*.JPG) met de Exif-standaard versie 2.3 genomen met digitale camera's die
voldoen aan DCF
*1
versie 1.0 of 2.0
*2
Beeldformaat Horizontaal: 80 tot 10200 pixels
Verticaal: 80 tot 10200 pixels
Bestandsgrootte Minder dan 2 GB
Maximum aantal bestanden 2000
*1 Design rule for Camera File system (constructieregels voor camerabestandssystemen).
*2 Fotogegevens opgeslagen in het ingebouwde geheugen van een digitale camera niet ondersteund.
Opmerking:
"?" wordt op het display weergegeven wanneer de printer het aeeldingsbestand niet herkent. Als u in deze situatie een
meervoudige bladindeling hebt geselecteerd in, zullen blanco secties worden afgedrukt.
Dimensies
Dimensies Opslagruimte
Breedte: 390 mm (15.4 in.)
Diepte: 300 mm (11.8 in.)
Hoogte: 146 mm (5.7 in.)
Afdrukken
Breedte: 390 mm (15.4 in.)
Diepte: 528 mm (20.8 in.)
Hoogte: 279 mm (11.0 in.)
Gewicht
*
Ongev. 4.3 kg (9.5 lb)
* Zonder de inktpatronen en de stroomkabel.
Elektrische specicaties
Model Model 100 tot 240 V Model 220 tot 240 V
Nominaal frequentiebereik 50 tot 60 Hz 50 tot 60 Hz
Nominale stroom 0.5 tot 0.3 A 0.3 A
Stroomverbruik (met USB-aansluiting) Kopiëren zonder computer: ca. 13.0 W
(ISO/IEC24712)
Gereedmodus: ca. 4.3 W
Slaapmodus: ca. 1.6 W
Uitschakelen: ca. 0.3 W
Kopiëren zonder computer: ca. 13.0 W
(ISO/IEC24712)
Gereedmodus: ca. 4.3 W
Slaapmodus: ca. 1.6 W
Uitschakelen: ca. 0.3 W
Gebruikershandleiding
Bijlage
163
Opmerking:
Controleer het label op de printer voor de juiste spanning.
Omgevingsspecicaties
Gebruik Gebruik de printer in het bereik weergegeven in de volgende graek.
Temperatuur: 10 tot 35 °C (50 tot 95 °F)
Luchtvochtigheid: 20 tot 80% RV (zonder condensatie)
Opslag
Temperatuur: -20 tot 40 °C (-4 tot 104 °F)
*
Luchtvochtigheid: 5 tot 85% RV (zonder condensatie)
* Opslag bij 40 °C (104 °F) is mogelijk voor één maand.
Milieuspecicaties voor de inktpatronen
Opslagtemperatuur
-30 tot 40 °C (-22 tot 104 °F)
*
Vriestemperatuur -16 °C (3.2 °F)
De inkt ontdooit en is na ca. 3 uur bij 25 °C (77 °F) bruikbaar.
* Opslag bij 40 °C (104 °F) is mogelijk voor één maand.
Systeemvereisten
Windows 10 (32-bits, 64-bits)/Windows 8.1 (32-bits, 64-bits)/Windows 8 (32-bits, 64-bits)/Windows 7 (32-bits,
64-bits)/Windows Vista (32-bits, 64-bits)/Windows XP SP3 of hoger (32-bits)/Windows XP Professional x64
Edition SP2 of hoger
macOS High Sierra/macOS Sierra/OS X El Capitan/OS X Yosemite/OS X Mavericks/OS X Mountain Lion/Mac
OS X v10.7.x/Mac OS X v10.6.8
Opmerking:
Mac OS biedt mogelijk geen ondersteuning voor sommige toepassingen en functies.
Het UNIX-bestandssysteem (UFS) voor Mac OS wordt niet ondersteund.
Gebruikershandleiding
Bijlage
164
Regelgevingsinformatie
Normen en goedkeuringen voor Europees model
Voor gebruikers in Europa
Seiko Epson Corporation verklaart hierbij dat de volgende radioapparatuur voldoet aan Richtlijn 2014/53/EU. De
volledige tekst van de Verklaring van conformiteit met EU-richtlijnen is beschikbaar via de volgende website.
http://www.epson.eu/conformity
C462U
Alleen voor gebruik in Ierland, Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk, Duitsland, Liechtenstein, Zwitserland, Frankrijk,
België, Luxemburg, Nederland, Italië, Portugal, Spanje, Denemarken, Finland, Noorwegen, Zweden, IJsland,
Kroatië, Cyprus, Griekenland, Slovenië, Malta, Bulgarije, Tsjechië, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen,
Roemenië en Slowakije.
Epson aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid wanneer aan de beschermingsvereisten
areuk
wordt gedaan
ten gevolge van een niet-geautoriseerde wijziging aan de producten.
Beperkingen op het kopiëren
Voor een verantwoord en legaal gebruik van de printer moet eenieder die ermee werkt rekening houden met de
volgende beperkingen.
Het kopiëren van de volgende zaken is wettelijk verboden:
Bankbiljetten, muntstukken en door (lokale) overheden uitgegeven eecten.
Ongebruikte postzegels, reeds van een postzegel voorziene
brieaarten
en andere
ociële,
voorgefrankeerde
poststukken.
Belastingzegels en eecten uitgegeven volgens de geldende voorschrien.
Pas op bij het kopiëren van de volgende zaken:
Privé-eecten
(zoals aandelen, waardepapieren en cheques), concessiebewijzen enzovoort.
Paspoorten, rijbewijzen, pasjes, tickets enzovoort.
Opmerking:
Het kopiëren van deze zaken kan ook wettelijk verboden zijn.
Verantwoord gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal:
Misbruik van printers is mogelijk door auteursrechtelijk beschermd materiaal zomaar te kopiëren. Tenzij u op
advies van een geïnformeerd advocaat handelt, dient u verantwoordelijkheidsgevoel en respect te tonen door eerst
toestemming van de copyrighteigenaar te verkrijgen voordat u gepubliceerd materiaal kopieert.
Gebruikershandleiding
Bijlage
165
De printer vervoeren
Wanneer u de printer wilt vervoeren voor bijvoorbeeld een verhuizing of reparatie, volg dan de onderstaande
stappen.
c
Belangrijk:
Zorg er bij opslag of transport van de printer voor dat deze niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt
gehouden, anders kan er inkt lekken.
Laat de cartridges zitten. Als u de cartridges verwijdert, kan de printkop indrogen, waardoor afdrukken niet
meer mogelijk is.
1. Druk op
P
om de printer uit te zetten.
2.
Controleer of het aan-uitlampje doo en trek de stekker uit het stopcontact.
c
Belangrijk:
Haal het netsnoer uit het stopcontact als het aan-uitlampje gedoofd is. Anders keert de printkop niet terug naar
de uitgangspositie, waardoor de inkt uitdroogt en afdrukken niet meer mogelijk is.
3.
Maak alle kabels, zoals het netsnoer en de USB-kabel, los.
4. Zorg ervoor dat er geen geheugenkaart is geplaatst.
5. Haal al het papier uit de printer.
6. Zorg ervoor dat de printer geen originelen bevat.
7. Open de scannereenheid met het documentdeksel gesloten. Zet de cartridgehouder met tape vast aan de
behuizing.
Gebruikershandleiding
Bijlage
166
8. Sluit de scannereenheid.
9. Maak de printer klaar om in te pakken zoals hieronder getoond.
10. Doe de printer in de oorspronkelijke doos. Gebruik het beschermmateriaal.
Wanneer u de printer opnieuw gebruikt, mag u niet vergeten de tape waarmee de cartridgehouder is vastgezet te
verwijderen. Als bij de volgende afdruk de afdrukkwaliteit minder is geworden, moet u de printkop reinigen en
uitlijnen.
Gerelateerde informatie
& “Namen en functies van onderdelen” op pagina 15
& De printkop controleren en reinigen” op pagina 101
& “De printkop uitlijnen” op pagina 103
Een geheugenkaart benaderen vanaf een computer
U kunt vanaf een computer gegevens schrijven of lezen op een extern opslagapparaat, zoals een geheugenkaart die
in de printer is geplaatst.
Gebruikershandleiding
Bijlage
167
c
Belangrijk:
Maak de schrijeveiliging ongedaan voordat u de geheugenkaart plaatst.
Als vanaf een computer een aeelding wordt opgeslagen op de geheugenkaart, worden de aeelding en het
aantal foto's niet vernieuwd op het lcd-scherm.Verwijder de geheugenkaart en plaats deze opnieuw.
Bij het delen van een extern apparaat dat is ingevoerd in de printer tussen computers verbonden via USB en over
een netwerk, is schrijoegang alleen toegestaan voor de computers die zijn verbonden via de methode die u hebt
geselecteerd op de printer.Als u wilt schrijven op het externe opslagapparaat, gaat u naar Instellingen op het
bedieningspaneel en selecteert u Bestanden delen en een verbindingsmethode.
Opmerking:
Als een groot extern opslagapparaat is aangesloten, zoals 2TB HDD, dan duurt het even voordat gegevens worden herkend
op de computer.
Windows
Selecteer een extern opslagapparaat in Computer of Deze computer.De gegevens op het externe opslagapparaat
worden weergegeven.
Opmerking:
Als u de printer met het netwerk hebt verbonden zonder de sowareschijf of Web Installer te gebruiken, wijst u een
geheugenkaartsleuf of USB-poort toe als netwerkstation.Open Uitvoeren en voer een printernaam in \\XXXXX of het IP-
adres van een printer \\XXX.XXX.XXX.XXX om te Openen:.Rechtsklik op een weergegeven apparaatpictogram om het
netwerk toe te wijzen.Het netwerkstation verschijnt in Computer of Deze Computer.
Mac OS
Selecteer het juiste apparaatpictogram.De gegevens op het externe opslagapparaat worden weergegeven.
Opmerking:
Sleep het apparaat naar het prullenbakpictogram als u het externe opslagapparaat wilt verwijderen.Als u dit niet doet,
worden de gegevens op het gedeelde station mogelijk niet correct weergegeven wanneer een ander extern opslagapparaat
wordt geplaatst.
Om via het netwerk toegang te krijgen tot een extern opslagapparaat, selecteert u Go > Connect to Server in het menu
op het bureaublad.Voer een printernaam cifs://XXXXX of smb://XXXXX in (waarbij "XXXXX" de printernaam is) in
Serveradres en klik vervolgens op Ve r b in d e n .
Gerelateerde informatie
& “Een geheugenkaart plaatsen” op pagina 48
& “Ondersteunde geheugenkaartspecicaties” op pagina 162
Hulp vragen
Technische ondersteuning (website)
Als u verdere hulp nodig hebt, kunt u naar de onderstaande ondersteuningswebsite van Epson gaan. Selecteer uw
land of regio, en ga naar de ondersteuningssectie van uw lokale Epson-website. Op de site vindt u ook de nieuwste
drivers, veelgestelde vragen en ander downloadbare materialen.
http://support.epson.net/
Gebruikershandleiding
Bijlage
168
http://www.epson.eu/Support (Europa)
Als uw Epson-product niet goed functioneert en u het probleem niet kunt verhelpen, neemt u contact op met de
klantenservice van Epson.
Contact opnemen met de klantenservice van Epson
Voordat u contact opneemt met Epson
Als uw Epson-product niet goed functioneert en u het probleem niet kunt verhelpen met de informatie in de
producthandleidingen, neem dan contact op met de klantenservice van Epson. Als hierna voor uw land geen
klantondersteuning van Epson wordt vermeld, neemt u contact op met de leverancier bij wie u het apparaat hebt
aangescha.
De klantenservice van Epson kan u sneller helpen als u de volgende informatie bij de hand hebt:
Het serienummer van de printer
(Het etiket met het serienummer vindt u meestal aan de achterzijde van de printer.)
Het model van de printer
De versie van de printersoware
(Klik op About, Version Info of een vergelijkbare knop in uw toepassing.)
Het merk en het model van uw computer
Naam en versie van het besturingssysteem op uw computer
Naam en versie van de toepassingen die u meestal met de printer gebruikt
Opmerking:
Aankelijk van het apparaat kunnen de netwerkinstellingen worden opgeslagen in het geheugen van het apparaat. Als een
apparaat defect raakt of wordt hersteld is het mogelijk dat instellingen verloren gaan. Epson is niet verantwoordelijk voor
gegevensverlies, voor de back-up of het ophalen van instellingen, zelfs niet tijdens een garantieperiode. Wij raden u aan zelf
een back-up te maken of notities te nemen.
Hulp voor gebruikers in Europa
In het pan-Europese garantiebewijs leest u hoe u contact kunt opnemen met de klantenservice van Epson.
Gebruikershandleiding
Bijlage
169
10

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Epson-EXPRESSION-HOME-XP-355
  • Hoe vervangen wij een inktpatroon van de EPSON xp 355 Gesteld op 28-7-2023 om 15:27

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • ik wil een formulier uitprinten en ik krijg een fout melding 000041 en dat ik mijn printer uit moet zetten heb ik gedaan maar werkt nog niet Gesteld op 23-1-2023 om 19:01

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • Er is een plastic zakje vast komen te zitten met uitprinten??
    Er voorzichtig uit gehaald maar geeft toch fout aan na aan en uit zetten , wie kan helpen ?

    Met vriendelijke dank
    Sas Gesteld op 13-5-2022 om 11:47

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • Epson printer xp 355 kinderen hebben wachtwoord veranderd hoe kan ik de printer weer toegankelijk maken?
    Of hoe kan ik hem resetten Gesteld op 25-1-2022 om 14:16

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • Ik print alleen zwart, dus ik vervang alleen de zwarte cartridge. De printer blijft aangeven dat ik de cartridge(s) moet vervangen. Gesteld op 28-2-2021 om 11:02

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • Hoe kan ik scannen en een brief naar mijn pc sturen Gesteld op 2-12-2020 om 20:16

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
6
12
  • Kan niet bij de inktpatronen komen deze blijven onder de behuizing zitten na het openen Gesteld op 8-3-2020 om 17:22

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • ik ben mijn wachtwoord van mijn printer Epson XP 355 vergeten Gesteld op 6-3-2020 om 10:43

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • ik ben mijn wachtwoord van mijn printer epson xp 355 vergeten Gesteld op 6-3-2020 om 10:41

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • Melding: wat houdt de volgende melding in: Printerfout.Raadpleeg de documentatie voor details. 000041 Gesteld op 24-2-2020 om 14:36

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • cartridges verwisselt maar kleuren zien er slecht uit en bij zwart vallen delen weg
    Gesteld op 4-8-2019 om 13:02

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
    • ik heb nog een antwoord op de zelf uitschakeling van de printer.
      Ga naar scherm Printerinstallatie in het kleine scherm en vervolgens naar Uitschakelingstimer. Keuzemenu met meerdere mogelijkheden waaronder uitschakeling .
      Geantwoord op 4-8-2019 om 13:28

      Waardeer dit antwoord (2) Misbruik melden
  • Hier hetzelfde probleem cardridges verwisseld en onmogelijk on een fatsoenlijke print te maken zwart is helemaal onderbroken met witte lijnen Geantwoord op 13-8-2019 om 17:04

    Waardeer dit antwoord (3) Misbruik melden
  • Heb net een nieuwe XP-355. Voor afdrukken wordt standaard papier gebruikt. Maar bij stand kopiëren springt hij automatisch op een hoogwaardige papiersoort. Instellen van gewoon papier kan niet. Zit niet in het keuzemenu. (Alsof hij op fotostand staat) Vraag: hoe kan ik kopiëren op gewoon papier?
    Leo de Bruijn, marleos@home.nl Gesteld op 31-1-2019 om 11:03

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
18
  • Heb nieuwe XP-355.Stel papiersoort in op gewoon papier bij afdrukken maar ik wil kopiëren springt hij vanzelf op glossy of andere hoogwaardiger papiersoort. Gewoon papier is dan geen optie in het menu.(staat er niet bij) Simpel iets kopieren lukt dus niet op gewoon papier. Gesteld op 31-1-2019 om 10:56

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • Ik heb dit probleem ook, maar nergens een oplossing kunnen vinden. Geantwoord op 14-11-2020 om 12:11

    Waardeer dit antwoord (2) Misbruik melden

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Epson EXPRESSION HOME XP-355 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Epson EXPRESSION HOME XP-355 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 4,46 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Epson EXPRESSION HOME XP-355

Epson EXPRESSION HOME XP-355 Snelstart handleiding - Nederlands, Deutsch - 4 pagina's

Epson EXPRESSION HOME XP-355 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 171 pagina's

Epson EXPRESSION HOME XP-355 Snelstart handleiding - English - 4 pagina's

Epson EXPRESSION HOME XP-355 Gebruiksaanwijzing - English - 163 pagina's

Epson EXPRESSION HOME XP-355 Snelstart handleiding - Français, Italiano, Espanõl - 4 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info