500288
5
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/62
Pagina verder
Gebruikershandleiding
Thuisprojector
Over de handleidingen en de gebruikte notatie
Soorten handleidingen
De documentatie voor de EPSON-projector bestaat uit de volgende twee handleidingen. Raadpleeg de
handleidingen in de onderstaande volgorde.
Veiligheidsinstructies/Service- en ondersteuningsgids
Deze handleiding bevat informatie over het veilig gebruik van de projector, en omvat tevens een
handleiding voor garantiewerkzaamheden en een naslagblad voor het oplossen van problemen.
Lees deze handleiding goed door voordat u de projector gebruikt.
Gebruikershandleiding (deze handleiding)
Deze gebruikershandleiding bevat informatie over het installeren van de projector, de bediening,
het gebruik van de configuratiemenu's, het oplossen van problemen en onderhoud.
Notatie in deze gebruikershandleiding
Veiligheidssymbolen
Voor een veilig en correct gebruik van het apparaat zijn in de gebruikershandleiding en op het apparaat zelf
symbolen aanwezig om u te wijzen op mogelijk letsel voor de gebruiker of anderen en op het risico van
schade aan uw eigendommen.
De gebruikte symbolen hebben de volgende betekenis. Wees u goed bewust van de betekenis, voordat u de
handleiding leest.
Algemene informatie
Betekenis van 'eenheid', 'apparaat' en 'projector'
Waar de termen 'eenheid', 'apparaat' of 'projector' in deze Gebruikershandleiding worden gebruikt, kunnen
deze verwijzen naar de projector of naar accessoires of optionele apparatuur.
Dit geeft aan dat het negeren van de informatie kan leiden tot de dood of persoonlijk
letsel door onjuist gebruik.
Dit geeft aan dat het negeren van de informatie kan leiden tot persoonlijk letsel of
fysieke schade door onjuist gebruik.
Geeft procedures aan die kunnen leiden tot letsel of schade aan de projector als de
procedures niet zorgvuldig worden gevolgd.
QTip: Geeft extra informatie en nuttige tips over een onderwerp aan.
s
Verwijst naar een pagina waar handige informatie over een onderwerp kan worden
gevonden.
Geeft aan dat de verklarende woordenlijst uitleg bevat over de onderstreepte woorden
ór dit symbool.
Raadpleeg de 'Verklarende woordenlijst' in de 'Appendix'. spagina 56
, enz. Geeft toetsen aan op de afstandsbediening of het bedieningspaneel van de projector.
"Menunaam"
Verwijst naar items in het configuratiemenu.
Voorbeeld: "Beeld" – "Kleurmodus"
[Naam]
Geeft de poortnaam op de projector aan.
Voorbeeld: [Video]
1
2
1
Onderdelen controleren
Controleer tijdens het uitpakken van de projector of alle onderdelen aanwezig zijn.
Neem contact op met uw leverancier als er onderdelen ontbreken of onjuist zijn.
Projector (met lenskap) Afstandsbediening
Voedingskabel (3,0 m)
Sluit deze aan op de projector en op een stopcontact.
AA-formaat alkali batterijen (2 stuks)
Plaats deze in de afstandsbediening.
Document CD-ROM
(Veiligheidsinstructies/Service- en
ondersteuningsgids, Gebruikershandleiding)
Snelstartgids
Documentatie
2
Inhoudsopgave
Kenmerken van de projector....................... 4
Onderdeelnamen en functies......................6
Voorkant/bovenkant.............................................6
Bedieningspaneel .................................................6
Ontvanger voor.................................................... 7
Achterkant ........................................................... 8
Onderkant ............................................................ 8
Uiterlijk ..........................................................9
Projector installeren
Instellen.......................................................10
Grootte van projectie aanpassen ........................10
Projectiemethoden..............................................11
Een beeldbron aansluiten..........................12
Afstandsbediening voorbereiden .............13
Batterijen in de afstandsbediening plaatsen....... 13
De afstandsbediening gebruiken........................ 13
Bedieningsbeginselen
Starten en stopzetten van de projectie .... 14
Apparaat inschakelen en
beelden projecteren ..........................................14
Als de verwachte
beelden niet worden geprojecteerd ..................15
Het apparaat uitschakelen ..................................15
Projectiescherm aanpassen......................16
Scherpstelling .................................................... 16
Aanpassen van het projectieformaat
(zoomaanpassing) ............................................ 16
Aanpassen van positie van geprojecteerde
beeld (lensverschuiving).................................. 16
Aanpassen van de scheefstand van de
projector........................................................... 17
Een testpatroon weergeven................................ 17
Aanpassingen van beeldkwaliteit
Basisaanpassingen voor beeldkwaliteit ....18
Kleurmodus selecteren.......................................18
Hoogte-breedte-verhouding selecteren ..............19
Geavanceerde kleuraanpassingen ........... 20
Tint, verzadiging en helderheid aanpassen ........20
Gamma aanpassen..............................................21
RGB-aanpassing (Verschuiving, Versterking) ..22
Beeldkwaliteit verder onderzoeken ..........23
Scherpteaanpassing (Geavanceerd) ................... 23
Instelling voor Autom. iris (automatisch
lensopening)..................................................... 23
Beelden weergeven met een vooraf
ingestelde beeldkwaliteit
(geheugenfunctie) ...................................... 24
Geheugen opslaan, ophalen en
geheugen wissen.............................................. 24
Configuratiemenu
Functies van configuratiemenu ................26
De configuratiemenu’s gebruiken......................26
Overzicht van configuratiemenu's .....................28
Menu "Beeld".....................................................30
Menu "Signaal".................................................. 31
Menu "Instellingen"........................................... 33
Menu "Geheugen" ............................................. 36
Menu "Resetten"................................................ 36
3
Inhoudsopgave
Bedienings-
beginselen
Appendix Problemen
oplossen
Aanpassingen
van beeldkwaliteit
Projector
installeren
Configuratiemenu
Problemen oplossen
Problemen oplossen ................................. 37
De indicatielampjes interpreteren.......................37
Als het waarschuwinglampje
brandt of
knippert...............................................................37
Status van indicators bij normaal gebruik ...........38
Wanneer de indicatielampjes geen uitkomst
bieden...............................................................39
Problemen met betrekking tot het beeld .............. 39
Problemen bij het starten van de projectie........... 44
Problemen met de afstandsbediening .................. 44
Appendix
Onderhoud ................................................. 45
Reiniging ............................................................45
Luchtfilter reinigen...............................................45
Projectorbehuizing reinigen..................................46
De lens reinigen....................................................46
Vervangingsfrequentie verbruiksgoederen ........47
Vervangingsfrequentie luchtfilter.........................47
Vervangingsfrequentie lamp ................................47
Verbruiksgoederen vervangen............................48
Het luchtfilter vervangen......................................48
De lamp vervangen...............................................49
De werkingstijd van de lamp
opnieuw instellen................................................50
Optionele accessoires/
verbruiksgoederen .................................... 51
Lijst met ondersteunde monitors............. 52
Componentvideo .................................................... 52
Composietvideo/S-Video ....................................... 52
Ingangssignaal van de [HDMI1] / [HDMI2]
-ingangspoort ......................................................... 53
Computerbeeld (analoog RGB).............................. 53
Specificaties............................................... 54
Verklarende woordenlijst .......................... 56
Index ........................................................... 58
4
Kenmerken van de projector
Het voor de locatie optimale beeld kan eenvoudig worden geprojecteerd door de gewenste kleurmodus te kiezen
uit de volgende vijf vooraf ingestelde modi.
spagina 18
Als "Natuurlijk", "Cinema" of "x.v.Color" is geselecteerd, wordt automatisch het Epson-bioscoopfiltereffect
toegepast om het contrast te verhogen en huidtinten een natuurlijker aanzien te geven.
spagina 18
Het uiterlijk van het beeld kan worden aangepast aan
de projectie-omgeving (Kleurmodus)
Dynamisch
Woonkamer
Natuurlijk
Cinema
Kleur-
modus
Uitgerust met een verschuiffunctie met groothoeklens
Met deze verschuiffunctie kan de positie van het geprojecteerde
beeld verticaal en horizontaal worden aangepast zonder het
beeld te vertekenen.
Hierdoor is er meer vrijheid voor het opstellen van de projector.
Deze kan zelfs aan het plafond worden gehangen of een andere
dan een haakse hoek maken met het scherm.
spagina 16
5
Kenmerken van de projector
Deze modus is compatibel met de xvYCC-standaard die voor een groter kleurbereik voor beeld zorgt. Beelden
met een groter kleurbereik die worden geprojecteerd door apparatuur die deze standaard ondersteunt, benaderen
het origineel beter zodat de kijker een scherper, natuurgetrouwer beeld te zien krijgt.
spagina 18
Afgezien van de "Kleurmodus" kunnen de absolute kleurtemperatuur en huidtinten met eenvoudige procedures
worden aangepast om het beeld nog meer naar uw zin te maken. Verder kunt u gamma, verschuiving en
versterking van RGB-kleuren en tint, verzadiging en helderheid van RGBCMY-kleuren aanpassen om kleuren te
maken die passen bij het beeld.
spagina 20
Voor zoomaanpassing is een 2,1x korte zoomlens aanwezig. Het beeld kan worden geprojecteerd op een scherm
van 100 inch (alleen 16:9-scherm), zelfs vanaf ongeveer 3 m.
spagina 10
Er zijn geavanceerde functies voor het aanpassen van de beeldkwaliteit zoals "Autom. iris" en
"Scherpte(Geavanceerd)" beschikbaar om het beeld nog scherper te maken. Als de functie Auto Iris (Autom. iris) is
ingeschakeld, kan de hoeveelheid licht automatisch worden aangepast aan het geprojecteerde beeld zodat het beeld
meer diepte en perspectief krijgt. De functie Sharpness (Scherpte) kan niet alleen worden gebruikt om het hele beeld
aan te passen, maar ook om bepaalde gedeelten zoals haar of kleding te benadrukken.
spagina 23
Hier volgen enkele van de vele andere functies.
EPSON Super White wordt gebruikt om overbelichting te voorkomen. Overbelichting kan tot gevolg hebben
dat het beeld te helder is.
spagina 32
Een Progressief
conversie waarmee u een ideale beeldkwaliteit krijgt voor zowel beelden met veel beweging
als stilstaande beelden.
spagina 32
Een Hoogte-breedte
functie waarmee beelden in breedbeeldformaat kunnen worden bekeken. spagina 19
Geheugenfuncties waarmee afstellingen kunnen worden opgeslagen zodat ze later gemakkelijk met behulp
van de afstandsbediening kunnen worden teruggehaald.
spagina 24
De modus " " zorgt voor een meer natuurlijke
kleurweergave
Verfijnde kleuraanpassing
Uitgerust met 2,1x korte zoomlens
Geavanceerde functies voor het aanpassen van de beeldkwaliteit
Diverse beeldinstellingsfuncties
6
Onderdeelnamen en functies
Voorkant/bovenkant
Bedieningspaneel
Toetsen zonder verklaring werken op dezelfde manier als overeenkomstige knoppen op de
afstandsbediening. Raadpleeg 'Afstandsbediening' voor meer informatie over deze toetsen.
Stelpootjes voorzijde
spagina 17
Hiermee kan de projector
horizontaal worden geplaatst om de
projectiehoek te corrigeren.
Zijbedieningspaneel
sZie verderop
Ventilatierooster
Een uitlaatopening voor de
lucht die het binnenste van de
projector koelt.
Ontvanger voor
afstandsbedienings-
signaal
spagina 13
Ontvangt signalen van de
afstandsbediening.
Draaiknop voor verticale
lensafstelling
spagina 16
Draai de regelknop om de positie
van het geprojecteerde beeld
naar boven of beneden te
verplaatsen.
Lenskap
Wanneer u de projector niet gebruikt, dit aan de
lens bevestigen om de lens tegen beschadiging
en vuil te beschermen.
Draaiknop voor horizontale
lensafstelling
spagina 16
Draai de regelknop om de positie van het
geprojecteerde beeld naar links of rechts te verplaatsen.
Plaats geen voorwerpen die
kunnen krom trekken of
beschadigd raken door de hitte
komende uit de ventilatoren voor
luchtuitlaat. Houd ook uw gezicht
en handen uit de buurt van de
ventilatoren terwijl de projector in
gebruik is.
Scherpstelring
spagina 16
Gebruikt om het beeld scherp
te stellen.
Zoomring spagina 16
Past het beeldformaat aan.
Bovenste bedieningspaneel
sZie verderop
O
ntvanger voor
afstandsbedienings-
signaal
spagina 13
Ontvangt signalen van de
afstandsbediening.
Lampafdekking spagina 49
Open deze afdekking wanneer u de
lamp vervangt.
Projectielens
Beelden worden hiervandaan
geprojecteerd.
Waarschuwingslampje spagina 37
Dit lampje knippert of brandt met verschillende
kleuren om problemen met de projector aan te geven.
Aan-/uitknop
spagina 14, 15
Toets
spagina 18
,
20
,
22
,
26
Toets Enter/Line menu
(lijnmenu)
spagina 18, 24
,
26
Toets Menu spagina 26
Toets Source (Bron)
spagina 15
Toont een lijst van
ingangsbronnen en schakelt
over naar uw gewenste
ingangsbron.
Toets Esc
spagina 18
,
20
,
26
Bovenste bedieningspaneel
Zijbedieningspaneel
7
Onderdeelnamen en functies
Ontvanger voor
Zender voor afstandsbedieningssignaal
spagina 13
Hiermee worden de signalen van de afstandsbediening
doorgegeven.
Aan/uit toets spagina 14, 15
Hiermee zet u de projector aan en uit.
Toets Memory (Geheugen)
spagina 24
Voor het opslaan, laden en wissen
van de geheugeninhoud.
Toets Default spagina 26
Herstelt de standaardinstellingen
wanneer het menu getoond wordt.
Toets Enter/Line menu
spagina 18, 24
,
26
Hiermee geeft u het lijnmenu weer.
Als er een menu wordt
weergegeven, kunt u op deze toets
drukken om het menu-item te
selecteren en naar het volgende
scherm te gaan.
-toets
spagina 18, 20, 22, 26
Hiermee selecteert u menuopties en
waarden.
Toets Gamma spagina 21
Past het gamma aan.
Toets Sharpness spagina 23
Past de beeldscherpte aan.
Toets Blank (Blanco)
spagina 26
Voor het tijdelijk in- en
uitschakelen van de
geprojecteerde beelden.
Wanneer deze tijdens de weergave
van het configuratiemenu wordt
ingedrukt of door het indrukken
van , ,
, of , terwijl een
menu wordt weergegeven,
verdwijnt en verschijnt het
menuscherm.
Verlichtingstoets
Verlicht alle toetsen op de
afstandsbediening gedurende 10
seconden zodat deze op donkere
plaatsen zichtbaar worden.
Toets Color Mode
(Kleurmodus)
spagina 18
Verandert de kleurmodus
overeenkomstig de
projectieomgeving.
Toets Aspect (Hoogte-
breedte)
spagina 19
Verandert de hoogte-breedte modus
overeenkomstig het ingangssignaal.
Toets Esc
spagina 18
,
20
,
26
Keert terug naar het vorige menu
wanneer deze tijdens de weergave
van het menu wordt ingedrukt.
Toetsen voor Source (Bron)
spagina 15
Schakelt de ingangsbron over naar
de ingangsaansluitingen die op elk
van de toetsen wordt aangegeven.
Toets Pattern spagina 17
Voor het weergeven en wissen van
het testpatroon.
Toets RGBCMY spagina 20
Past de tint, verzadiging en
helderheid voor elk van de
RGBCMY kleuren aan.
Toets Menu spagina 26
Toont en sluit het volledige
configuratiemenu.
8
Onderdeelnamen en functies
Achterkant
Onderkant
[Trigger out]-poort
(Trigger Uit)
Voert een 12-volt
gelijkstroomsignaal uit
wanneer de projector wordt
ingeschakeld.
Dit wordt gebruikt voor het
doorgeven van de
bedrijfstoestand van deze
projector (aan/uit) aan een
extern apparaat zoals een
motoraangedreven scherm.
[Video]-ingangspoort
s
pagina 12
Voor aansluiting op de composietvideo
uitgangspoort van de videoapparatuur.
[HDMI1]-ingangspoort*
spagina 12
Voor aansluiting op een
HDMI
TM
-compatibele
videobron of op een
computer.
[S-Video]-ingangspoort
s
pagina 12
Aansluiting voor S-video-uitgangspoorten van
videoapparatuur.
[RS-232C] port
Voor aansluiting op een computer met behulp
van een RS-232C kabel voor besturing van de
projector via de computer. Deze wordt
normaal niet gebruikt.
[Netspanning]
ingang
spagina 14
Aansluiting voor de
voedingskabel.
Hoofdschakelaar spagina 14
Beveiligingsslot
spagina 56
[Component]-ingangspoort
spagina 12
Aansluiting voor component
(YCbCr
of YPbPr )
uitgangspoort van videoapparatuur.
[HDMI2]-ingangspoort*
s
pagina 12
Voor aansluiting op een
HDMI
TM
-compatibele
videobron of op een computer.
Lampafdekking openen
schakelaar
spagina 49
Indrukken voor het openen van de
lampafdekking.
Luchtinlaat (luchtfilter)
spagina 45, pagina 48
Hier wordt lucht naar binnen gezogen voor
het koelen van het binnenste van de projector.
Als er zich stof op het filter verzamelt, zal de
temperatuur binnen in de projector toenemen
en zullen er zich problemen met de bediening
voordoen of zullen de optische componenten
sneller verouderen. Het luchtfilter dient
periodiek gereinigd te worden.
Kabelhouders
Wanneer een HDMI kabel met een grote
buitendiameter wordt aangesloten op de
ingangspoort, kan de kabel door zijn
gewicht gaan doorhangen en een slecht
contact veroorzaken. Om dit te voorkomen
kunt u de kabel vastzetten door een in de
handel verkrijgbare kabelklemband door
een van de twee houders te steken, al
naargelang wat het handigste voor u is.
Kabelklemband (in de
handel verkrijgbaar)
[PC]
ingangspoort
s
pagina 12
Aansluiting voor
de RGB-poort van
de computer.
* Compatibel met HDCP
Bevestigingspunten
ophangbeugel
(5 punten)
spagina 51
Hier bevestigt u de optionele
ophangbeugel voor bevestiging
aan het plafond.
Kabelafdekkingsteunen
(2 plaatsen)
Maak de optionele
kabelafdekking hieraan vast.
9
Uiterlijk
450
Middelpunt van lens
*1 Afstand tussen middelpunt van lens en bevestigingspunt van ophangbeugel
4.5
136
12.3
131
72*
134.7
5-M4×9
Maten in mm
56
Middelpunt van lens
389.7
300
148.3
150
160
45
75
10
Instellen
Grootte van projectie aanpassen
Wanneer de projector zich verder weg van het scherm bevindt, wordt het geprojecteerde beeld groter.
Plaats de projector aan de hand van de onderstaande tabel zo dat het beeld met optimale grootte op het scherm
wordt geprojecteerd.
De waarden kunnen worden gebruikt als richtlijn bij het opstellen van de projector.
Middelpunt van lens
Dit is de hoogte vanaf het midden van de lens tot aan de onderkant
van de geprojecteerde beelden.
(A: Wanneer de lensverschuiving in de hoogste stand staat)
(B: Wanneer de lensverschuiving in de laagste stand staat)
Scherm
Schermformaat
A*
B*
*
Schermformaat 16:9
Projectieafstand
A B
Kortste
(Breed)
Langste
(Tele)
30" 66×37 87 188 17 55
40" 89×50 117 252 23 73
60" 130×75 177 380 35 109
80" 180×100 238 508 46 146
100" 220×120 298 636 58 182
120" 270×150 359 764 69 219
150" 330×190 450 956 86 273
200" 440×250 601 1276 115 364
Schermformaat 4:3
Projectieafstand
A B
Kortste
(Breed)
Langste
(Tele)
30" 61×46 107 231 21 67
40" 81×61 144 309 28 89
60" 120×90 218 466 42 134
80" 160×120 292 623 56 178
100" 200×150 366 779 71 223
120" 240×180 440 936 85 268
150" 300×230 551 1171 106 334
200" 410×300 736 1562 141 446
Eenheid: cm
Eenheid: cm
Stel de projector zodanig op
dat deze parallel ten opzichte
van het scherm staat. Als de
projector onder een hoek ten
opzichte van het scherm
wordt opgesteld, zal
beeldvervorming optreden.
Scherm
Lensverschuiving afstellen
Met de draaiknoppen voor lensverschuiving kan de positie van het beeld worden aangepast. Deze functie is vooral
handig als de projector wordt toegepast onder de volgende omstandigheden.
spagina 16
Hangend aan het plafond
Met een scherm op een hoge plaats
Met de projector aan de zijkant zodat het beeld recht van voren kan worden bekeken
Als het beeld wordt gepositioneerd met de draaiknop voor lensverschuiving, treedt er nauwelijks enige verslechtering
van het beeld op omdat de lensverschuiving optisch wordt gecorrigeerd. Voor een optimale beeldkwaliteit is het echter
beter de verschuiffunctie niet te gebruiken.
Projectieafstand
11
Instellen
Projector
installeren
Projectiemethoden
QTip: U kunt het EPSON logoplaatje 180 graden rond draaien wanneer u de projector aan
een plafond ophangt.
Wanneer één kant van het plaatje wordt ingedrukt, gaat de
tegenovergestelde kant omhoog zodat u het een weinig naar
buiten kunt trekken, omdraaien en vervolgens weer terug
naar binnen kunt drukken.
Configuratiemenu
Instellingen
Projectie
Voorkant
Voor/bovenkant
Als u de projector aan het plafond installeert, dient deze projector door deskundige
monteurs geïnstalleerd te worden met gebruik van enkel goedgekeurde montage-
onderdelen. Als het installatiewerk niet correct wordt uitgevoerd, bestaat de kans dat de
projector omlaag valt. Dit kan letsel of ongelukken veroorzaken. Neem contact op met uw
dealer voor het uitvoeren van het installatiewerk.
Als u lijm aanbrengt op de plafondbeugel om de schroeven goed vast te zetten of als u
smeermiddelen of olie op de projector gebruikt, kan de behuizing barsten. Daardoor kan
de projector uit de plafondbeugel naar beneden vallen. Dit kan ernstige verwondingen
veroorzaken bij personen die zich onder de plafondbeugel bevinden en schade aan de
projector tot gevolg hebben.
Gebruik daarom bij het monteren of afstellen van de plafondbeugel geen lijm om de
schroeven vast te zetten en gebruik geen olie, smeermiddelen enzovoort.
Gebruik de projector niet op zeer vochtige of stoffige plaatsen, in de buurt van kook- of
verwarmingstoestellen, of op plaatsen waar deze in contact kan komen met rook of stoom. Deze
projector niet gedurende langere tijd buitenshuis gebruiken of bewaren. Dit kan brand of elektrische
schokken veroorzaken.
Reinig het luchtfilter minimaal eens per 3 maanden.
Reinig het luchtfilter vaker als de projector wordt gebruikt in een stoffige omgeving.
Zet de projector bij gebruik niet op zijn kant. Dit kan tot defecten leiden.
Projectie van recht van voren
Projectie vanaf het plafond
Projectie vanaf de zijkant van het
scherm
* Als u de projector aan de zijkant plaatst, deze recht naar
voren richten (niet op het midden van het scherm) en
vervolgens de horizontale lensverschuivingsregelknop
gebruiken om het beeld midden op het scherm te
projecteren.
*
Als de projector aan het plafond wordt gehangen, moeten de
instellingen in het configuratiemenu worden gewijzigd.
s
pagina 34
12
Een beeldbron aansluiten
Schakel de projector en de signaalbron uit voordat beide apparaten op elkaar worden
aangesloten. Als een van beide apparaten is ingeschakeld ten tijde van het
aansluiten, kan dat schade veroorzaken.
Controleer de vorm van de stekkers en de aansluitingen op de apparaten voordat u de
kabel aansluit. Als u een stekker met kracht probeert aan te sluiten op een poort met
een andere vorm of met een ander aantal aansluitpunten, kan er een storing optreden
en kan de stekker of poort beschadigd raken.
QTip: De kabels die moeten worden gebruikt zullen verschillen afhankelijk van de
uitgangssignalen van de videoapparatuur die wordt aangesloten.
Bepaalde soorten videoapparatuur kan verschillende signaaltypen genereren.
Raadpleeg de documentatie die met de betreffende videoapparatuur is meegeleverd
voor bijzonderheden over welke soort signalen de videoapparatuur kan uitvoeren.
Videoapparatuur (VHS-recorder, DVD-speler, spelcomputer, enz.) Computer
*De namen van poorten kunnen verschillen aan de hand van de apparatuur die wordt aangesloten.
S-Video
Video
HDMI
Uitgang voor
component video
Mini D-Sub
15-pins
Kabel voor component
video (in de winkel
verkrijgbaar)
HDMI-kabel
(in de winkel
verkrijgbaar*)
Computerkabel
(in de winkel
verkrijgbaar)
RCA-videokabel
(in de winkel
verkrijgbaar)
S-Video-kabel
(in de winkel
verkrijgbaar)
Mini D-Sub
15-pins
* Gebruik een HDMI kabel die overeenkomt met de HDMI specificaties.
HDMI naar DVI-D
conversiekabel
(in de winkel
verkrijgbaar)
DVI-D uitgang
13
Projector
installeren
Afstandsbediening voorbereiden
Batterijen in de afstandsbediening plaatsen
De afstandsbediening gebruiken
QTip: Als de afstandsbediening langzamer reageert of niet werkt nadat u hem enige tijd
niet hebt gebruikt, betekent dit waarschijnlijk dat de batterijen bijna leeg zijn. In dit
geval, deze door nieuwe batterijen vervangen. Houd twee AA-formaat mangaan
of alkali batterijen gereed. Andere batterijen behalve AA-formaat mangaan of
alkali batterijen kunnen niet gebruikt worden.
Til het batterijklepje omhoog door het
lipje in te drukken.
1
Controleer de aanduidingen (+) en (-)
in het batterijvak en plaats de
batterijen in de juiste richting.
Sluit het klepje.
3
Plaats de batterijen in de juiste
richting.
2
Op het moment van aankoop zijn de
batterijen niet in de afstandsbediening
geplaatst. Plaats de meegeleverde batterijen
alvorens de afstandsbediening te gebruiken.
Bereik (horizontaal)
Bereik (verticaal)
circa 10 m
Afstand
circa 10 m
Afstand
Circa 10°*
Circa 30°
Circa 30°
Circa 60°
Circa 30°
*Afstandsbedieningssignalen
kunnen binnen dit bereik niet
worden ontvangen.
circa 10 m
Afstand
circa 10 m
Afstand
Circa 30°
Circa 30°
Circa 30°
14
Starten en stopzetten van de projectie
Apparaat inschakelen en beelden projecteren
Raadpleeg spagina 15, 37 als zich een probleem voordoet met de projectie, ook al is de projector goed
ingesteld en aangesloten.
QTip:
Als de functie "Dir. Inschakelen" is geactiveerd, wordt het apparaat ingeschakeld zodra de
hoofdschakelaar in de stand ON (aan) wordt gezet. Het is dan niet meer nodig de aan-/
uitknop op het bedieningspaneel of de toets ON (Aan) op de afstandsbediening te
gebruiken.
spagina 33
De projector is uitgerust met een "Kinderslot" functie waarmee wordt voorkomen dat jonge
kinderen de projector per ongeluk inschakelen en in de lens kijken, en met een functie
"Toetsvergrendeling" die ongewenste bediening voorkomt.
spagina 34
Wanneer u de projector op een hoogte van ongeveer 1500 m of hoger gebruikt, de
"Hoogtemodus" op "Aan" zetten.
spagina 34
Deze projector is uitgerust met een
automatische afstelfunctie die zorgt voor
automatische optimalisatie van het apparaat als
het ingangssignaal van een computer verandert.
Als er een laptop of een computer met een LCD-
scherm is aangesloten op de projector, kan het
zijn dat u de bestemming van het
uitgangssignaal moet wijzigen met toetsenbord-
of functie-instellingen. Houd de toets
ingedrukt en druk op (de toets met een
symbool zoals / ). Kort nadat de selectie
is uitgevoerd, wordt de projectie gestart.
sDocumentatie van computer
AAN
AAN
1 Verwijder de lenskap.
2 Sluit de voedings-
kabel aan.
4 Zet de aangesloten
apparatuur aan.
3 Zet de hoofdschakelaar aan.
A f s t a n d s b e d i e n i n g Bedieningspaneel
5 Zet het apparaat aan.
Kijk terwijl de projectie aan de
gang is niet in de lens.
(In de winkel
verkrijgbaar)
Voorbeeld van het selecteren van
uitgangssignaal
NEC
+
Panasonic
SOTEC
HP
+
Toshiba
+
IBM
+
LENOVO
SONY
DELL
+
Fujitsu
+
Macintosh Stel synchrone weergave of
weergavedetectie in.
Afhankelijk van het OS kunt
u het uitgangssignaal
selecteren door op te
drukken.
15
Starten en stopzetten van de projectie
Bedienings-
beginselen
Als de verwachte beelden niet worden geprojecteerd
Het apparaat uitschakelen
Als er meer dan één signaalbron is aangesloten, of als er geen beelden worden geprojecteerd, moet de signaalbron
worden geselecteerd met de afstandsbediening of het bedieningspaneel van de projector. Druk in het geval van
videoapparatuur eerst op de knop voor afspelen op het videoapparaat, en selecteer vervolgens de signaalbron.
Met de afstandsbediening Met het bedieningspaneel
Druk op de toets met de naam van de poort waarop de
betreffende signaalbron is aangesloten.
Als u op drukt, wordt het menu weergegeven.
Met elke druk op verspringt de aanwijzer.
Verplaats de aanwijzer naar de doelinvoerbron om deze
te selecteren.
De ingangsbron wordt automatisch overgeschakeld
wanneer er gedurende ongeveer drie seconden geen
bediening plaatsvindt en de aanwijzer op de bedoelde
ingangsbron is geplaatst. U kunt ook op drukken
om over te schakelen naar de bedoelde ingangsbron.
QTip: Als de kleur van het geprojecteerde beeld van de ingangspoort [Component]
onnatuurlijk is, selecteer dan het signaal dat past bij het signaal van het apparaat
dat is aangesloten op "ingangssignaal" in het configuratiemenu. s
pagina 35
1
2
4
3
Schakel het apparaat uit dat functioneert
als signaalbron voor de projector.
Wanneer afkoelen
(ongeveer 16 seconden)
voltooid is, stopt het knipperen rondom de
en u kunt vervolgens de
hoofdschakelaar uitzetten.
Als er alleen op of is gedrukt, wordt er
nog elektriciteit gebruikt.
Druk op op de afstandsbediening of op
op het bedieningspaneel van de
projector.
Een standby-bevestigingsbericht wordt getoond,
dus druk of nogmaals in.
Breng de lenskap aan.
Als de projector aan een plafond wordt opgehangen
en de lenskap verwijderd blijft, zult u de lenskap
alsnog nodig hebben als de projector ergens anders
naar toe verplaatst wordt, dus bewaar deze op een
veilige plaats.
U kunt in het configuratiemenu selecteren of het
standby-bevestigingsbericht wordt getoond (Aan)
of niet wordt getoond (Uit). Als dit op Uit is
ingesteld, wordt de projector met één enkele
knopbediening uitgeschakeld.
spagina 35
16
Projectiescherm aanpassen
Breed
Tel e
Als de projector niet direct voor het scherm
opgesteld kan worden, kunt u de
lensverschuivingsfunctie gebruiken om de positie
van de geprojecteerde beelden verticaal of
horizontaal te verplaatsen binnen het rechts
getoonde bereik. Wanneer u tijdens het draaien
van de draaiknoppen voor lensverschuiving een
klik hoort, is de positie op dat moment ongeveer in
het midden van het verschuivingsbereik.
De beeldpositie kan niet tegelijkertijd verplaatst
worden naar de maximale verticale waarden en
de maximale horizontale waarden.
Bijv. Het beeld kan verticaal niet worden
verschoven als het horizontaal al tot het
maximum is verschoven. Als het beeld
verticaal maximaal is verschoven, kan het
met niet meer dan 9% van de horizontale
breedte van het scherm worden
verschoven.
Let er bij het transport van de
projector op dat de lens
volledig omlaag is verschoven.
Anders kan het mechanisme
voor lensverschuiving
beschadigd raken.
Mogelijke verschuiving van het beeld ten
opzichte van de normale projectiestand
Normale projectiestand
(middelste stand voor lensverschuiving)
H x 47 %
H x 47 %
H
H x 9 % H x 9 %
V x 96 %
V
1/2 V
1/2 V
1/2 H
1/2 H
Schuif
omlaag
Schuif
omhoog
Schuif naar
links
Schuif naar
rechts
Aanpassen van het projectieformaat (zoomaanpassing)
Draai aan de zoomring om de grootte van het geprojecteerde beeld aan te passen.
Scherpstelling
Draai aan de scherpstelring om de scherpstelling aan te passen.
Aanpassen van positie van geprojecteerd beeld (lensverschuiving)
V x 96 %
17
Projectiescherm aanpassen
Bedienings-
beginselen
Wanneer een beeld van de projector die op een vlakke ondergrond geplaatst is horizontale scheefstand ( )
vertoont, de voorste voeten gebruiken om de scheefstand te corrigeren.
Uitdraaien
Indraaien
Uitdraaien
Indraaien
Aanpassen van de scheefstand van de projector
U kunt een testpatroon gebruiken voor het maken van de eerste opstelling, zoals bijvoorbeeld zoom, scherpstelling
en beeldpositie met behulp van de lensverschuivingsfunctie zonder aansluiting op elektrische apparatuur.
Het testpatroon wordt weergegeven als wordt ingedrukt op de afstandsbediening.
Druk opnieuw op als het testpatroon niet meer dient te worden weergegeven.
Een testpatroon weergeven
18
Basisaanpassingen voor beeldkwaliteit
Kleurmodus selecteren
Kleurmodus selecteren
Hoogte-breedte
selecteren
Menuopties selecteren
Gebruik voor het kiezen van een item.
Druk op voor het bevestigen van de selectie.
* Als u op drukt, verdwijnt het
selectiemenu.
Druk op en selecteer de
kleurmodus in het menu.
Het is ook mogelijk de modus in te
stellen via het configuratiemenu.
: Ideaal voor ruimten met veel licht.
: Ideaal voor ruimten met veel licht.
Geeft heldere en scherpe beelden
met levendige kleuren.
: Ideaal voor donkere ruimten.
Aanbevolen wordt in deze modus
te beginnen als u
kleuraanpassingen wilt uitvoeren.
Dynamisch
Woonkamer
Natuurlijk
: Ideaal voor het bekijken van films
en concerten in een donkere
kamer.
: U kunt kiezen uit de signalen die
naar de HDMI1- of HDMI2-
aansluiting worden ingevoerd.
Als dit gebruikt wordt bij het
bekijken van beelden die
opgenomen zijn in de x.v.Color
standaard, wordt een
natuurgetrouwe kleurweergave
verkregen. spagina 5
Cinema
Wanneer de modus is gekozen, wordt het EPSON cinema filter automatisch toegepast en de
oorspronkelijke kleuren van de beeldbron worden met meer precisie gereproduceerd.
Een signaal invoeren naar de
HDMI1/HDMI2-aansluitingen.
19
Basisaanpassingen voor beeldkwaliteit
Aanpassingen van
beeldkwaliteit
Hoogte-breedte -verhouding selecteren
Ingangs-
signaal
Beelden met standaard
hoogte-
breedteverhouding (4:3)
Computerbeelden
Beelden die zijn
opgenomen met een
videocamera of
DVD-software in
gecomprimeerde modus
Lange, smalle beelden
Beelden met standaard
hoogte-breedteverhouding
(4:3)
Aanbevolen
Hoogte-
breedte modus
Resultaat
Links en rechts van
het beeld verschijnen
zwarte stroken.
De ingangssignalen
worden geprojecteerd met
dezelfde breedte als de
resolutie op het paneel van
de projector.
De ingangssignalen
worden geprojecteerd
met dezelfde hoogte als
de resolutie op het paneel
van de projector.
De ingangssignalen
worden geprojecteerd met
dezelfde hoogte als de
resolutie op het paneel van
de projector. Hierbij is de
beeldvergrotingsverhoudi
ng kleiner in het midden
van de beelden en wordt
deze groter in de richting
van de linker- en
rechterrand van het beeld.
Opmerkingen
Als HDTV
-beelden
worden geprojecteerd,
worden deze weergegeven
in het formaat 16:9.
Als 4:3-beelden worden
geprojecteerd, worden
deze beelden horizontaal
uitgerekt.
Als een 4:3-beeld wordt
geprojecteerd, worden de
boven- en onderzijde van
het beeld niet
weergegeven. Als dit
gebeurt, kunt u het deel
van het beeld dat boven en
onder aan het oog wordt
onttrokken in verticale
richting verkleinen qua
formaat zodat het beeld
kan worden weergegeven
met "Zoomgrootte" in het
configuratiemenu.
s
pagina 31
Als beelden met
ondertiteling worden
geprojecteerd en de
ondertiteling is afgekapt,
kan dit worden aangepast
met de menuopdracht
"Pos./zoom ondertit.".
s
pagina 31
Dit is handig voor het
projecteren van 4:3-beelden op
een breed scherm. Omdat er
nauwelijks enige vervorming
optreedt als gevolg van de
vergroting in het midden van
het beeld, komt het beeld sterk
overeen met hoe het eruit zou
zien op oorspronkelijke
grootte. En omdat beide
uiteinden van het beeld zijn
vergroot, lijken bewegingen
aan de rand van het beeld
sneller te zijn waardoor de
illusie van meer snelheid wordt
gecreëerd, ideaal voor het
bekijken van sport.
QTip Als u in een publieke ruimte zoals een winkel of horecagelegenheid een beeld
gecomprimeerd, vergroot of onvolledig projecteert met behulp van de hoogte-breedtefunctie,
kan het zijn dat u daarmee de wetten met betrekking tot auteursrechten overtreedt.
Druk op en selecteer de hoogte-
breedtemodus in het menu.
Wanneer 720p, 1080i of 1080p signalen ingevoerd
worden naar de [HDMI1], [HDMI2] of [Component]
ingangspoort, wordt de hoogte-breedte instelling vast
ingesteld op "Normaal" en kan niet veranderd worden.
Bij projecteren met behulp van Automatisch
Voor 4:3-ingangssignalen
Normaal
Voor beelden die zijn opgenomen
in gecomprimeerde modus Volledig
Voor lange, smalle
ingangssignalen Zoom
Dit is niet beschikbaar wanneer beeldsignalen van een computer
worden ingevoerd en bij bepaalde componentvideo signalen.
Als de instelling Automatisch niet geschikt is, wordt Normaal
gebruikt.
Normaal Volledig Zoom Breed
20
Geavanceerde kleuraanpassingen
U kunt "Scherpte" of "Geavanceerd" in het "Beeld" menu selecteren voor het aanpassen van de beelden
overeenkomstig uw eigen voorkeur. De aanpassingsschermen voor "Gamma" en "RGBCMY" kunnen
rechtstreeks op het scherm worden weergegeven door het indrukken van de bijbehorende toetsen op de
afstandsbediening.
De ingestelde waarden kunnen worden opgeslagen in het geheugen zodat ze te allen tijde op de
geprojecteerde beelden kunnen worden toegepast. (spagina 24)
Tint, verzadiging en helderheid
aanpassen
Gamma aanpassen
Voor elk kleurencomponent kan de tint, verzadiging
en helderheid worden aangepast: R (rood),
G (groen), B (blauw), C (cyaan), M (magenta) en
Y (geel).
Aanpassen is niet mogelijk als "Kleurmodus" is
ingesteld op "x.v.Color".
Tint
Hiermee kleurt het gehele beeld blauwer, groener
of roder.
Verzadiging
Hiermee wordt de globale intensiteit van het beeld
aangepast.
Helderheid
Hiermee wordt de algehele helderheid van het
beeld aangepast.
1 Gebruik of (OMHOOG of
OMLAAG) voor het kiezen en bevestigen
van de kleur en kies vervolgens "Tint",
"Verzadiging" of "Helderheid" en gebruik
vervolgens of (LINKS of
RECHTS) voor het maken van de
aanpassing.
Pas nog een kleur aan door op te
drukken.
U stelt de aangepaste waarden weer in op de
standaardinstellingen door op te
drukken.
2 Druk op om het menu af te sluiten.
Tint, verzadiging en helderheid aanpassen
21
Geavanceerde kleuraanpassingen
Aanpassingen van
beeldkwaliteit
Gamma aanpassen
Verschillen tussen apparatuur kunnen leiden tot kleine
kleurafwijkingen als de beelden worden geprojecteerd. U
kunt dit eventueel corrigeren. (De projectie wordt tijdelijk
onderbroken tijdens een dergelijke aanpassing.) Dit kan
op twee manieren. In de eerste plaats kan een van de
gammacorrectiewaarden worden geselecteerd: [2.0],
[2.1], [2.2], [2.3], [2.4]. De tweede methode bestaat uit
een aanpassing op basis van het geprojecteerde beeld of
een gammagrafiek. De horizontale as van de
gammagrafiek stelt het niveau van het ingangssignaal
voor en de verticale as het niveau van het uitgangssignaal.
Aanpassen is niet mogelijk als "Kleurmodus" is ingesteld
op "x.v.Color".
Aanpassen met
gammacorrectiewaarden
Gebruik of (OMHOOG of OMLAAG)
voor het kiezen van de correctiewaarde die overeenkomt
met de aangesloten apparatuur en uw eigen voorkeur uit
"2.0", "2.1", "2.2", "2.3" of "2.4" , en druk vervolgens op
of voor het bevestigen van de keuze.
Onderzoek de gammagrafiek om het resultaat van de
aanpassing te controleren.
Wanneer een kleinere waarde wordt gekozen, worden de
donkere delen van de beelden lichter, echter de lichtere
delen kunnen dan oververzadigd worden. Dit wordt
aangegeven door bollingen in het bonvenste gedeelte van
de gammagrafiek.
Wanneer een grotere waarde wordt gekozen, worden de
lichte delen van beelden donkerder. Dit wordt aangegeven
door bollingen in het onderste gedeelte van de
gammagrafiek.
Customized
("Aanpassen vanuit het beeld")
Gebruik of (OMHOOG of
OMLAAG) voor het achtereenvolgens kiezen van "Op
maat" - "Aanpassen vanuit het beeld" en druk
vervolgens op of voor het bevestigen van de
keuze.
In het geprojecteerde beeld verschijnt een
gammapictogram.
Verplaats het gammapictogram met
of naar de plaats waar u de helderheid wilt
aanpassen, en druk op of om de selectie te
bevestigen. De geselecteerde plaats en gebieden met
dezelfde helderheid gaan knipperen, en er wordt een
gammagrafiek weergegeven.
Gebruik of (OMHOOG of
OMLAAG) voor het maken van de aanpassing en druk
vervolgens op of voor het bevestigen van de
aanpassing. Druk op om terug te gaan en het
nogmaals te doen.
Customized
("Aanpassen vanuit de grafiek")
Gebruik of (OMHOOG of
OMLAAG) voor het achtereenvolgens kiezen van "Op
maat" - "Aanpassen vanuit de grafiek" en druk
vervolgens op of voor het bevestigen van de
keuze.
Er verschijnt een grafiek voor aanpassing van de
gammawaarde.
Gebruik of (LINKS of RECHTS) voor het
kiezen van de plaats waar u de helderheid van de
kleurtoon wilt aanpassen.
Gebruik of (OMHOOG of
OMLAAG) voor het maken van de aanpassing en druk
vervolgens op of voor het bevestigen van de
aanpassing. Druk op om terug te gaan en het
nogmaals te doen.
22
Geavanceerde kleuraanpassingen
De helderheid van het beeld kan worden aangepast
door de afzonderlijke R-, G- en B-componenten
(rood, groen en blauw) van donkere gebieden
(verschuiving) en lichte gebieden (versterking)
aan te passen.
Aanpassen is niet mogelijk als "Kleurmodus" is
ingesteld op "x.v.Color".
Verschuiving
Als u donkere gebieden helderder wilt maken,
wijzigt u de instelling naar rechts. Als u de
instelling naar – (links) wijzigt, wordt het hele
beeld scherper, maar neemt het contrast in donkere
gebieden af.
Versterking
Als u lichte gebieden helderder wilt maken, wijzigt
u de instelling naar links. Als u de instelling naar +
(rechts) wijzigt, zult u ervaren dat het beeld lichter
en dichter bij wit komt, maar dat het contrast in
lichte gebieden afneemt.
1 Druk op , selecteer
achtereenvolgens "Beeld" –
"Geavanceerd" – "RGB" en bevestig de
selectie.
2 Gebruik of (OMHOOG of
OMLAAG) voor het kiezen van een item, en
gebruik vervolgens of (LINKS of
RECHTS) voor het maken van de
aanpassing.
U stelt de aangepaste waarden weer in op de
standaardinstellingen door op te
drukken.
3 Druk op om het menu af te sluiten.
RGB-aanpassing (Verschuiving, Versterking)
23
Aanpassingen van
beeldkwaliteit
Beeldkwaliteit verder onderzoeken
Naast kleuraanpassingen zijn er ook geavanceerde aanpassingen mogelijk van de scherpte en van de
hoeveelheid licht van de lamp om het beeld zo goed mogelijk te maken.
Als "Dunne lijnen verbet." hoger wordt gezet,
worden haar en gedetailleerde gebieden met
kleding benadrukt.
Als "Dikke lijnen verbet." hoger wordt gezet,
worden de gebieden die worden benadrukt met
"Dunne lijnen verbet." nauwelijks beïnvloed. In
plaats daarvan worden de grove delen van het
volledige onderwerp zoals omtrek en achtergrond,
benadrukt, waardoor een scherp beeld ontstaat.
Door "Hor. lijnen verbet." / "Vert. lijnen verbet."
te verhogen neemt de beeldscherpte in horizontale
/ verticale richting toe. Door deze instellingen te
verlagen ontstaat een zachter beeld.
Deze instelling kan niet worden aangepast tijdens
de invoer van beeldsignalen van de computer.
1
Druk op en selecteer vervolgens
"Beeld" - "Scherpte" - "Geavanceerd". Selecteer
"Geavanceerd" in de rechterbovenhoek van het
scherm om uw keuze te bevestigen.
2 Selecteer een menu-item met of
en breng de aanpassingen aan met
of .
Het is mogelijk "
Dunne lijnen verbet.
" en "
Dikke
lijnen verbet.
" tegelijk aan te passen met behulp
van de balk aan de bovenzijde van het scherm.
U stelt de aangepaste waarden weer in op de
standaardinstellingen door op te drukken.
3 Druk op om het menu af te sluiten.
Door het indrukken van op de
afstandsbediening kunt u rechtstreeks het scherpte-
instellingscherm ("Standaard"/"Geavanceerd")
weergeven precies zoals dit gekozen wordt met
behulp van "Scherpte" in het "Beeld" menu.
Scherpteaanpassing (Geavanceerd)
Wanneer "Autom. iris" is ingeschakeld, wordt de
lichtintensiteit van de lamp automatisch geregeld
overeenkomstig de helderheid van de beelden voor
het verkrijgen van een hoger contrast en rijkere
beelden. De trackingsnelheid van de
lichtintensiteitregeling al naargelang de
veranderingen in de helderheid van de beelden kan
ingesteld worden op "Normaal" of "Hoge
snelheid" afhankelijk van uw voorkeur.
Instellen is niet mogelijk als "Kleurmodus" is
ingesteld op "x.v.Color".
* Bij gebruik van de functie "Autom. iris" kan
tijdens het projecteren van sommige beelden een
geluid hoorbaar zijn. Dit duidt niet op een
storing in de projector.
1 Druk op en selecteer vervolgens
"Beeld" – "Autom. iris".
2 Druk op "Normaal" of "Hoge snelheid" voor
het bevestigen van de keuze.
3 Druk op om het menu af te sluiten.
Instelling voor Autom. iris (automatisch lensopening)
24
Beelden weergeven met een vooraf ingestelde
beeldkwaliteit (geheugenfunctie)
Nadat het geprojecteerde beeld is aangepast met behulp van een menuopdracht van "Signaal" en
"Beeld" in het configuratiemenu, kunnen de aangepaste waarden vervolgens worden opgeslagen
(Opslaan in geheugen).
Verder kunnen de opgeslagen gegevens gemakkelijk worden opgehaald, zodat u te allen tijde met de
aangepast instellingen kunt genieten van beelden (Ophalen uit geheugen).
Geheugen opslaan, ophalen en geheugen wissen
Geheugen opslaan, ophalen en
geheugen wissen
Er kunnen tien aanpassingen in het geheugen
worden opgeslagen.
De volgende aanpassingen kunnen in het
geheugen worden opgeslagen.
Signaal
2-2 pull-down
Geavanceerd
Ruisvermindering
Setupniveau
EPSON Super White
Overscannen
Wordt niet getoond wanneer beeldsignalen van een computer
worden ingevoerd.
Opslaan in geheugen
1 Stel elk van de instellingen in op de te bewaren
waarde.
2 Druk op en selecteer "Opslaan in
geheugen".
Het scherm Opslaan in geheugen wordt
weergeven.
3 Selecteer de geheugennaam waaronder de
aanpassingen moeten worden opgeslagen uit
Memory1 tot 10 en druk op of
.
Als vóór de geheugennaam groen is, zijn de
aanpassingen al opgeslagen in het geheugen.
Selecteer een al opgeslagen geheugennaam en
druk op of .
Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven. Als u
"Ja" selecteert, wordt de oude geheugeninhoud gewist
en worden de aangepaste instellingen opgeslagen.
Videobereik HDMI
Alle "Beeld" items
De volgende "Signaal" items
Progressief
25
Beelden weergeven met een vooraf ingestelde beeldkwaliteit (geheugenfunctie)
Aanpassingen van
beeldkwaliteit
Ophalen uit geheugen
Opgeslagen geheugen ophalen.
1 Druk op en selecteer "Ophalen uit
geheugen".
Het scherm Ophalen uit geheugen wordt
weergeven.
2 Selecteer de beoogde geheugennaam.
Geheugen wissen
Met deze functie kunt u ongewenste geheugens wissen
of opschonen.
1 Druk op en selecteer "Geheugen
wissen".
Het scherm Geheugen wissen wordt weergeven.
2 Selecteer de te wissen geheugennaam.
Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
Als u "Ja" selecteert, wordt het geheugen gewist.
Selecteer "Resetten" - "Geheugen resetten" in het
configuratiemenu om alle opgeslagen geheugens te
wissen. spagina 36
QTip Rechts staat de geselecteerde
kleurmodus op het moment dat de
betreffende waarden in het
geheugen zijn opgeslagen.
Afhankelijk van het
ingangssignaal is het mogelijk dat
bepaalde instellingen die uit het
geheugen worden opgehaald niet
op de beelden worden toegepast.
26
Functies van configuratiemenu
Met de opties van de configuratiemenu's kunt u een groot aantal aanpassingen uitvoeren en instellingen
selecteren betreffende de beeldkwaliteit en de ingangssignalen.
De volgende twee menutypen zijn beschikbaar:
Zie voor details over de bedieningsmethode "De configuratiemenu's gebruiken" in het volgende hoofdstuk.
De configuratiemenu’s gebruiken
Menu openen
Menuoptie selecteren
Gebruik of om een menuoptie te selecteren en druk vervolgens op .
Volledig menu
Alle opties van het configuratiemenu kunnen worden
geselecteerd tijdens het wijzigen van de instellingen.
Regelmenu
Enkele opties in het menu "Beeld" in het
configuratiemenu kunnen worden aangepast.
Deze menustand is handig wanneer u tijdens het
uitvoeren van aanpassingen in de beelden die worden
geprojecteerd, het effect van de aanpassingen wilt
bekijken.
QTip Met het configuratiemenu kan het kleurpatroon en de weergavepositie van de menu's
worden aangepast.
s
"Instellingen" – "Weergeven" - "Menu Positie", "Menu Kleur"
Hoofdmenu Submenu
Navigatiebalk
1
Volledig menu: druk op . Regelmenu: druk op of .
2
27
Functies van configuratiemenu
Configuratiemenu
Instellingen wijzigen
Voorbeeld:
Als u op drukt wanneer een optie is geselecteerd met rechts van de optie, wordt het
selectiescherm voor de desbetreffende optie geopend.
Druk op om terug te keren naar het vorige scherm.
Wanneer het instellen is voltooid
Druk op .
Gebruik of om waarden aan te passen.
Gebruik of om een optie te
selecteren en druk vervolgens op .
QTip Voor items zoals "Helderheid" die aangepast kunnen worden met gebruik van
een aanpassingsbalk, kunnen de aanpassingswaarden op de standaard
worden teruggesteld als u op drukt terwijl de aanpassingsbalk getoond
wordt.
Als op op de afstandsbediening wordt gedrukt terwijl een menu wordt
getoond, verdwijnt het menuscherm. Dit kunt u gebruiken voor het controleren
van het aanpassingsresultaat op de beelden. Als u nogmaals op
drukt, wordt het menu nogmaals getoond.
3
(groen): de huidige instelling
4
28
Functies van configuratiemenu
Overzicht van configuratiemenu's
Als er geen invoer van beeldsignalen is, kan het menu "Beeld" en "Signaal" niet worden aangepast. De
opties in de menu's "Beeld", "Signaal" en "Informatie" zijn bovendien afhankelijk van het type
beeldsignaal dat wordt geprojecteerd.
*
*
*
*
*
*
*
Reset
p.31
Kleurmodus spagina 30
Beeld
Dynamisch, Woonkamer, Natuurlijk, Cinema,
2.0, 2.1, 2.2, 2.3, 2.4
Wordt niet getoond wanneer beeldsignalen van een computer worden ingevoerd. * Dit wordt weergegeven in het regelmenu.
Helderheid spagina 30
Contrast
spagina 30
Kleurverzadiging
spagina 30
Tint
spagina 30
Scherpte
spagina 30
Abs. kleurtemperatuur
spagina 30
Huidtint
spagina 30
Geavanceerd
spagina 30
Stroomverbruik
spagina 31
Autom. iris
spagina 31
Resetten
spagina 31
Normaal, ECO
Uit, Normaal, Hoge snelheid
Ja, Nee
Standaard
Geavanceerd
Gamma
RGB
RGBCMY
Dunne lijnen verbet., Dikke lijnen verbet.
Hor. lijnen verbet., Vert. lijnen verbet.
Op maat
Aanpassen vanuit het beeld
Aanpassen vanuit de grafiek
Resetten
Verschuiving R, G, B
Versterking R, G, B
R (Tint/Verzadiging/Helderheid),
G (Tint/Verzadiging/Helderheid),
B (Tint/Verzadiging/Helderheid),
C (Tint/Verzadiging/Helderheid),
M (Tint/Verzadiging/Helderheid),
Y (Tint/Verzadiging/Helderheid)
Signaal
Hoogte-breedte spagina 31
Automatisch, Normaal, Volledig, Zoom, Breed
Zoomgrootte spagina 31
Pos./zoom ondertit.
spagina 31
Tracking
spagina 31
Sync. spagina 31
Positie spagina 32
Autom. configuratie
spagina 32
Aan, Uit
Progressief spagina 32
Uit, Video, Film/Autom.
Bewegingsdetectie spagina 32
Geavanceerd
spagina 32
Overscannen
Automatisch, Uit, 2%, 4%, 6%, 8%
Setupniveau
0%, 7,5%
EPSON Super White
Aan, Uit
Videobereik HDMI
Automatisch,
Normaal, Uitgebreid
2-2 pull-down spagina 32
Ja, Nee
Wordt niet getoond wanneer beeldsignalen van een
computer worden ingevoerd.
Alleen getoond voor computerbeeldinvoer
(verschijnt niet bij ingangssignalen van [HDMI1]/[HDMI2]-poort)
Resetten spagina 33
Aan, Uit
("x.v.Color" wordt weergegeven wanneer een signaal wordt ingevoerd via de HDMI1/HDMI2-ingangen.)
Uit, 1, 2, 3
Ruisvermindering
29
Functies van configuratiemenu
Configuratiemenu
ÉXÉäÅ[ÉvÉÇÅ[Éh
ì¸óÕâšëúìx
Yes, No
Yes, No
p.33
Yes, No
p.36
Instellingen
Informatie
Het bericht wordt met gele tekst weergegeven wanneer u de lamp moet vervangen.
De tijd van 0H tot 10H wordt weergegeven als 0H (0 uur). Vanaf 10H wordt de tijd in eenheden van één uur weergegeven.
Het menu "Informatie" wordt alleen gebruikt om de status van de projector weer te geven.
Alleen bij binnenkomende composietvideo- of /S-Video-signalen
Alleen bij binnenkomende componentvideo- of computerbeeldinvoer
Dit betreft informatie over fouten die zich hebben voorgedaan met de projector.
Naar deze waarde wordt soms verwezen wanneer navraag wordt gedaan.
Geheugen
Dir. Inschakelen spagina 33
Aan, Uit
Sluimerstand spagina 33
Kinderslot
spagina 33
Toetsvergrendeling
spagina 34
Trigger Uit
spagina 34
Hoogtemodus
spagina 34
Projectie
spagina 34
Weergeven
spagina 34
Ophalen uit geheugen
s
pagina 36
Opslaan in geheugen
s
pagina 36
Geheugen wissen
s
pagina 36
Alle standaardw. spagina 36
Geheugen resetten
spagina 36
Lampuren terugzetten
spagina 36
Ingangssignaal
spagina 35
Taal
spagina 35
Resetten
spagina 35
Lampuren
Bron
Ingangssignaal
Resolutie
Scanmodus
Vernieuwingssnelh.
Sync. info
Videosignaal
Diepe kleuren
Status
Uit , 5 min. ,10 min. , 30 min.
Voorkant, Voor/bovenkant, Achterkant, Achter/boven
Menu Positie
Top-left, Top-center, Top-right, Center-left, Center,
Center-right, Bottom-left, Bottom-center, Bottom-right
Menu Kleur
Bericht
Achtergrond weerg.
Opstartscherm
Kleur 1, Kleur 2
Aan, Uit
Zwart, Blauw, Logo
Aan, Uit
Videosignaal
Component
Automatisch, NTSC , NTSC4.43, PAL ,
M-PAL, N-PAL, PAL60, SECAM
Autom., YCbCr , YPbPr
Ja, Nee
Memory1 to Memory10
Memory1 to Memory10
Memory1 to Memory10
Geeft de kleurdiepte aan van HDMI-transmissie
Alleen getoond voor computerbeeldinvoer
Resetten
Aan, Uit
Aan, Uit
Aan, Uit
Aan, Uit
Verlichting spagina 34
Aan, Uit
Stand-bybevestiging
Aan, Uit
Serienummer
30
Functies van configuratiemenu
Menu "Beeld"
U kunt uit vijf verschillende instellingen kiezen om de kleurmodus aan te passen aan de beelden die
worden geprojecteerd of aan de projectieomgeving.
spagina 18
Aanpassen is niet mogelijk als "Kleurmodus" is ingesteld op "x.v.Color".
Pas dit aan als het uitgangssignaal van het aangesloten apparaat zwak is en de beelden te donker naar uw zin.
Aanpassen is niet mogelijk als "Kleurmodus" is ingesteld op "x.v.Color".
Hiermee past u het verschil tussen heldere en donkere gebieden aan.
Wanneer u het contrast verhoogt, hebben de beelden een hogere modulatiegraad.
Aanpassen is niet mogelijk als "Kleurmodus" is ingesteld op "x.v.Color".
Hiermee past u de kleurintensiteit van de beelden aan.
Aanpassen is niet mogelijk als "Kleurmodus" is ingesteld op "x.v.Color".
Hiermee past u de tint van het beeld aan.
Hiermee past u de scherpte van het beeld aan.
Het resultaat van de aanpassing wordt toegepast op het hele beeld.
Hiermee kunt u een specifiek gebied aanpassen. spagina 23
Aanpassen is niet mogelijk als "Kleurmodus" is ingesteld op "x.v.Color".
Hiermee past u de algemene tint van de beelden aan. Als u een hogere waarde instelt, wordt het beeld wat
blauwer en bij een lagere waarde wat roder. De absolute kleurtemperatuur kan worden ingesteld op een
van 12 verschillende instellingen: van 5000K tot 10000K.
Aanpassen is niet mogelijk als "Kleurmodus" is ingesteld op "x.v.Color".
Hiermee past u de huidtint aan van personen in de beelden. Als u een hogere waarde kiest, neemt de
groene toon toe en als u een lagere waarde kiest, neemt de rode toon toe.
Wanneer "Kleurmodus" op "x.v.Color" is ingesteld, zijn deze afstellingen niet mogelijk behalve voor
"Super-resolution".
Hiermee past u de gamma-instelling aan. U kunt een waarde selecteren, of aanpassingen uitvoeren
terwijl u een beeld of grafiek bekijkt. spagina 21
Wordt niet getoond wanneer beeldsignalen van een computer worden ingevoerd.
Kleurmodus
*1
Helderheid
*2
Contrast
*2
Kleurverzadiging
*2
Tint
*2
Scherpte
*2
Standaard
Geavanceerd
Abs. kleurtemperatuur
*2
Huidtint
*2
Geavanceerd
Gamma
*1
*1 De instellingen worden voor elke beeldbron en elk signaaltype apart opgeslagen.
*2 De instellingen worden voor elke beeldbron en elke kleurmodusinstelling apart opgeslagen.
31
Functies van configuratiemenu
Configuratiemenu
Menu "Signaal"
Hiermee kunt u de verschuiving en versterking voor elke R/G/B-kleurencomponent aanpassen.
s
pagina 22
Hiermee kunt u de tint, verzadiging en helderheid voor elke R/G/B/C/M/Y-kleurencomponent aanpassen
.
s
pagina 20
Voor de de helderheid van de lamp kunt u kiezen uit twee standen.
Stel in op "ECO" als de geprojecteerde beelden te helder zijn bij het projecteren in een donkere kamer of
het projecteren op een klein scherm. Bij gebruik met de "ECO" instelling, wordt het stroomverbruik en
het ventilatorgeluid tijdens de projectie verminderd.
Instellen is niet mogelijk als "Kleurmodus" is ingesteld op "x.v.Color".
De trackingsnelheid van de lichtintensiteitregeling al naargelang de veranderingen in de helderheid van
de beelden kan ingesteld worden op "Normaal" of "Hoge snelheid" afhankelijk van uw voorkeur. Als
"Uit" wordt ingesteld, wordt geen lichtintensiteitregeling uitgevoerd. spagina 23
Hiermee herstelt u de standaardinstellingen voor alle opties van het menu "Beeld".
Hiermee selecteert u de hoogte-breedtemodus. spagina 19
Dit kan alleen worden ingesteld als "Hoogte-breedte" is ingesteld op "Zoom".
Met deze functie kan het beeld in verticale richting verkleind worden zodat de niet-zichtbare boven- en
onderzijde van beelden toch kunnen worden weergegeven met de instelling "Zoom". Hoe groter de hier
ingestelde aanpassingswaarde (reductieverhouding), hoe sterker het weergegeven beeld wordt
gecomprimeerd en samengedrongen in verticale richting.
Dit kan alleen worden ingesteld als "Hoogte-breedte" is ingesteld op "Zoom".
Hiermee wordt de beeldweergavepositie in een bepaalde richting verplaatst, omhoog of omlaag, om titels
weer te geven bij het projecteren van beelden met titels.
(Dit kan alleen worden aangepast wanneer analoge RGB beeldsignalen ingevoerd worden.)
Hiermee past u de beelden aan als er verticale strepen op de beelden verschijnen.
(Dit kan alleen worden aangepast wanneer analoge RGB beeldsignalen ingevoerd worden.)
Hiermee past u de beelden aan als de beelden flikkeren, onscherp zijn of worden gestoord.
Het beeld kan ook flikkeren of onscherp worden wanneer u de helderheid, het contrast en de scherpte aanpast.
U behaalt betere resultaten door eerst "Tracking" en vervolgens "Sync." aan te passen.
Alleen getoond voor computerbeeldinvoer (verschijnt niet bij ingangssignalen van [HDMI1] / [HDMI2]-poort)
RGB
*1
RGBCMY
*1
Stroomverbruik
*2
Autom. iris
*3
Resetten
*1 De instellingen worden voor elke beeldbron en elk signaaltype apart opgeslagen.
*2 De instellingen worden voor elke beeldbron en elke kleurmodusinstelling apart opgeslagen.
*3 De instellingen worden voor elke kleurmodusinstelling apart opgeslagen.
Hoogte-breedte
*1
Zoomgrootte
*1
Pos./zoom ondertit.
*1
Tracking
*1
Sync.
*1
32
Functies van configuratiemenu
(U kunt deze optie niet instellen wanneer signalen van de [HDMI1] / [HDMI2]-poort binnenkomen.)
Als een deel van het beeld wordt afgesneden, verschuif dan de beeldweergavepositie in verticale of horizontale
richting om het hele beeld te projecteren. Druk op , , en om de positie aan te passen.
(Deze instelling is alleen mogelijk als signalen binnenkomen via de ingangspoorten [Video] / [S-Video];
480i-, 576i- of 1080i -signalen binnenkomen via de ingangspoorten [HDMI1] / [HDMI2] / [Component]).
Interlace
(i)-signalen worden geconverteerd naar progressieve (p) signalen volgens een methode die is
aangepast aan het beeld.
Uit : Dit is ideaal wanneer u snel bewegende beelden weergeeft.
Video : Dit is ideaal voor normale videobeelden.
Film/Autom.: voor een optimale conversie van ingangssignalen voor film, computerbeelden en animaties.
(Deze instelling is alleen mogelijk als signalen binnenkomen via de ingangspoorten [Video] / [S-Video];
480i-, 576i- of 1080i -signalen binnenkomen via de ingangspoorten [HDMI1] / [HDMI2] / [Component]).
Selecteer of de progressieve conversiemodus voor snelbewegende of langzaambewegende beelden is. Hoe lager de waarde,
hoe geschikter de modus is voor stilstaande beelden. Hoe hoger de waarde, hoe geschikter de modus is voor videobeelden.
(Deze instelling kan alleen worden opgegeven als een 1080p/24Hz-signaal wordt ingevoerd naar de ingangen [HDMI1] /
[HDMI2] / [Component].)
Voor een 1080p/24Hz-ingangssignaal kunt u kiezen uit 2-2 pull-down-projectie of 2-3 pull-down-projectie. Als u "Aan"
selecteert, wordt 2-2 pull-down ingesteld.
Hiermee schakelt u de automatische aanpassing in of ui3t. Als de automatische aanpassing is ingeschakeld, past de
projector automatisch de beelden aan zodat deze optimaal blijven wanneer een ander ingangssignaal wordt
geselecteerd. Er worden drie opties automatisch aangepast:
"
Tracking
"
,
"
Positie
"
en
"
Sync.
"
Hierdoor flikkert het beeld minder.
Er zijn drie standen mogelijk. Selecteer de stand die u wenst.
Selecteer "Uit" als de beeldbron, zoals dvd, weinig hinder heeft van elektrische interferentie.
(Dit kan ingesteld worden wanneer NTSC
signalen of componentvideo signalen ingevoerd worden vanaf
de [Video]/[S-Video] ingangspoort.)
Als u producten gebruikt die andere zwartniveau-instellingen hebben (setup-niveau) omdat ze zijn ontworpen
voor landen zoals Zuid-Korea, gebruikt u deze functie om de beelden correct weer te geven. Controleer de
specificaties van de aangesloten apparatuur wanneer u deze instelling wijzigt.
(Dit kan alleen worden aangepast wanneer de kleurmodus is ingesteld op "Natuurlijk" of "Cinema" en signalen ingevoerd
worden via de [HDMI1]/[HDMI2] ingangspoorten.)
Als felwitte gebieden van beelden oneffen en overbelicht zijn, op "Aan" zetten. Wanneer de optie op "Aan" is ingesteld,
wordt de instelling van "Videobereik HDMI" genegeerd.
Alleen getoond voor computerbeeldinvoer (verschijnt niet bij ingangssignalen van [HDMI1] / [HDMI2]-poort)
Wordt niet getoond wanneer beeldsignalen van een computer worden ingevoerd.
Positie
*
Progressief
*
Bewegingsdetectie
*
2-2 pull-down
Autom. configuratie
Geavanceerd
Ruisvermindering
*
Setupniveau
*
EPSON Super White
*
* De instellingen worden voor elke beeldbron en elk signaaltype apart opgeslagen.
33
Functies van configuratiemenu
Configuratiemenu
Menu "Instellingen"
(Instelling is enkel mogelijk wanneer signalen ingevoerd worden van de [HDMI1]/[HDMI2]/ [Component]
ingangspoort.)
Hiermee wijzigt u het weergavegebied (het deel van de geprojecteerde beelden).
Uit, 2%, 4%, 6%, 8% : Wanneer deze op "Uit" wordt ingesteld, kan de boven- en onderzijde van het beeld
soms door elektrische storing worden vervormd afhankelijk van het beeldsignaal.
Als dat het geval is, probeert u het probleem op te lossen door de weergavepositie
("Positie") aan te passen.
spagina 32
Automatisch : Verschijnt bij ingangssignalen van [HDMI1] / [HDMI2]-poort. Deze wordt
automatisch ingesteld op "Uit" of 8% afhankelijk van het ingangssignaal. (Verschijnt
niet wanneer de DVI-poort van de apparatuur is aangesloten op de [HDMI1] /
[HDMI2]-ingangspoort van de projector.)
(U kunt deze optie alleen instellen wanneer "EPSON Super White" is ingesteld op "Uit". Instellen is echter niet mogelijk
als "Kleurmodus" is ingesteld op "x.v.Color".)
Wanneer bijvoorbeeld de [HDMI1] / [HDMI2] ingangspoort van de projector wordt aangesloten op een DVD speler, kan
de projector door het op Automatisch instellen van deze optie het videobereik van het ingangssignaal automatisch bepalen
en instellen.
Als deze optie op Automatisch wordt ingesteld en er zich een zwartvervaging/witvervaging voordoet, het videobereik van
de projector instellen op dat van de DVD speler. De instelling op de DVD speler kan Normal (Normaal) of Expand
(Uitgebreid) zijn. Als echter de DVI poort van het apparaat aangesloten wordt op de [HDMI1] / [HDMI2] ingangspoort
van de projector, wordt Automatisch niet weergegeven.
De standaardinstellingen worden hersteld voor alle aanpasbare waarden van het menu "Signaal", behalve
Hoogte-breedte
.
Als u het projecteren automatisch wilt laten starten zonder dat u op of hoeft te drukken nadat de
voedingsschakelaar is ingeschakeld, zet u deze optie op On (Aan). Als u dat niet wilt, zet u de optie op Off (Uit).
Wanneer u deze optie inschakelt en de hoofdschakelaar niet wordt uitgeschakeld, is het mogelijk dat de projector
wordt ingeschakeld wanneer zich plotselinge stroompieken voordoen na een stroomstoring.
De projector is voorzien van een energiebesparingsfunctie die de voeding automatisch uitschakelt en de projector
stand-by zet als een bepaalde periode geen signaal binnenkomt. Voor deze periode kunt u uit vier instellingen kiezen.
Als
"
Uit
"
is geselecteerd, werkt de energiebesparingsfunctie niet.
Wanneer u op drukt terwijl de projector in de stand-bymodus staat, wordt de projectie hervat.
Hiermee vergrendelt u de inschakelfunctie van de knop op het bedieningspaneel van de projector, zodat
kinderen de projector niet per ongeluk kunnen inschakelen en in de lens van de projector kunnen kijken. Wanneer de
vergrendeling is geactiveerd, kunt u de projector alleen inschakelen door ongeveer 3 seconden ingedrukt te
houden. U kunt gebruiken om de voeding uit te schakelen en de afstandsbediening blijft normaal werken.
Als u deze instelling wijzigt, treedt de nieuwe instelling in werking nadat u de voeding hebt uitgeschakeld en de
afkoelingsperiode
is verstreken.
Let op: als "Dir. Inschakelen" op "Aan" staat, wordt het projecteren onmiddellijk gestart wanneer de hoofdschakelaar
wordt ingeschakeld, zelfs als "Kinderslot" op "Aan" staat.
Wordt niet getoond wanneer beeldsignalen van een computer worden ingevoerd.
Overscannen
*
Videobereik HDMI
*
Resetten
Dir. Inschakelen
Sluimerstand
Kinderslot
* De instellingen worden voor elke beeldbron en elk signaaltype apart opgeslagen.
34
Functies van configuratiemenu
Als deze optie is ingesteld op
"
Aan
"
, kunt u de knoppen op het bedieningspaneel van de projector niet gebruiken en
verschijnt het pictogram op het scherm wanneer u op een knop drukt. U kunt de vergrendeling opheffen door
op het bedieningspaneel van de projector ongeveer zeven seconden ingedrukt te houden.
Als u deze instelling wijzigt, treedt de nieuwe instelling in werking wanneer u het configuratiemenu afsluit.
Hiermee schakelt u de triggerfunctie in en uit om te bepalen of de voedingsstatus van de projector en problemen met
de werking van de projector worden gemeld aan een extern apparaat.
Als u deze instelling wijzigt, treedt de nieuwe instelling in werking nadat u de voeding hebt uitgeschakeld en de
afkoelingsperiode
is verstreken.
De interne temperatuur wordt verlaagd door een ventilator die op een bepaalde draaisnelheid is ingesteld.
Zet deze optie op
"
Aan
"
indien de projector wordt gebruikt op een hoogte boven de 1500 m.
Selecteer een optie in overeenstemming met de plaats van de projector.
Voorkant : selecteer deze optie als de projector aan de voorkant van het scherm
is geplaatst.
Voor/bovenkant : selecteer deze optie als de projector aan de voorkant van het scherm
is geplaatst en aan het plafond is bevestigd.
Achterkant : selecteer deze optie als de projector achter het scherm is geplaatst.
Achter/boven : selecteer deze optie als de projector achter het scherm is geplaatst en
aan het plafond is bevestigd.
Als het licht van
of
hinderlijk wordt tijdens het kijken naar een film of dergelijke in een donkere
kamer, deze instelling op "Uit" zetten.
Druk op , , en om de positie van de weer te geven menu's in te stellen.
Hiermee selecteert u de kleur voor het hoofdconfiguratiemenu.
•Kleur 1:Zwart
•Kleur 2:Blauw
Hiermee geeft u aan of de volgende berichtvensters worden weergegeven.
beeldsignaal, kleurmodus, hoogte-breedte
, en itemnaam bij het ophalen van geheugeninstellingen
berichten zoals wanneer er geen beeldsignaal binnenkomt, een niet-compatibel signaal binnenkomt of
de interne temperatuur te hoog wordt
Hiermee geeft u een menu weer voor het selecteren van de schermstatus wanneer u de functie voor een
leeg scherm gebruikt of er geen beeldsignaal binnenkomt.
Hiermee geeft u aan of het opstartscherm (het beeld dat wordt geprojecteerd aan het begin van de
projectie) wordt weergegeven.
Als u deze instelling wijzigt, treedt de nieuwe instelling in werking nadat u de voeding hebt
uitgeschakeld en de afkoelingsperiode
- is verstreken.
Toetsvergrendeling
Trigger Uit
Hoogtemodus
Projectie
Verlichting
Weergeven
Menu Positie
Menu Kleur
Bericht
Achtergrond weerg.
Opstartscherm
35
Functies van configuratiemenu
Configuratiemenu
Hiermee wordt ingesteld of het standby-bevestigingsbericht getoond (Aan) of niet getoond wordt (Uit).
Hiermee selecteert u de signaalindeling in overeenstemming met de videoapparatuur die is aangesloten op
de [Video]- of de [SVideo]-ingangspoort. Als u deze optie instelt op "Automatisch", wordt de
videosignaalindeling automatisch ingesteld.
Als het beeld veel storing vertoont of er een probleem is zoals het ontbreken van een geprojecteerd beeld,
zelfs wanneer
"Automatisch" is geselecteerd, moet u handmatig de juiste signaalindeling selecteren.
Selecteer de instelling die overeenkomt met het type signaal dat wordt verzonden door de
videoapparatuur die is aangesloten op de [Component]-ingangspoort.
Als
"Autom." is geselecteerd, wordt automatisch het juiste signaal ingesteld. Als de kleuren niet
natuurlijk zijn, zelfs niet wanneer
"Autom." is geselecteerd, moet u de juiste signaalnaam in het menu
selecteren.
Hiermee stelt u de taal voor berichten en menu's in.
Hiermee herstelt u de standaardinstellingen voor de aanpasbare waarden van het menu
"Instellingen",
behalve
"Hoogtemodus", "Projectie", "Component", en "Taal".
Stand-bybevestiging
Ingangssignaal
Videosignaal
Component
Taal
Resetten
36
Functies van configuratiemenu
Menu "Geheugen"
L
Menu "Resetten"
Hiermee haalt u de instellingen op die u eerder hebt opgeslagen met "Opslaan in geheugen".
spagina 25
Dit kan niet worden geselecteerd als er niets is opgeslagen onder "Opslaan in geheugen".
Hiermee kunt u de instellingen van het menu "Beeld" opslaan. spagina 24
Hiermee kunt u ongewenst opgeslagen geheugen wissen. spagina 25
Hiermee herstelt u de standaardinstellingen voor alle waarden van het configuratiemenu. "Component"
en "Taal" in het menu "Instellingen" en de instellingen in het menu "Geheugen" worden niet teruggezet
naar hun standaardwaarden, zelfs als "Alle standaardw." wordt uitgevoerd.
Hiermee herstelt (wist) u alle instellingen die u hebt geselecteerd met "Opslaan in geheugen".
Wist de gecumuleerde werkingstijd van de lamp en stelt deze opnieuw in op "0H". Voer deze procedure
uit als u de lamp vervangt.
Ophalen uit geheugen
Opslaan in geheugen
Geheugen wissen
Alle standaardw.
Geheugen resetten
Lampuren terugzetten
37
Problemen
oplossen
Problemen oplossen
De indicatielampjes interpreteren
De status van de projector wordt aangegeven door
middel van de indicators. (het pictogram en de
omranding van de toets) en (pictogram) lichten
op en knipperen, en licht op en knippert in rood
overeenkomstig de huidige status.
De onderstaande tabellen geven aan wat de indicatielampjes
betekenen en hoe u de bijbehorende problemen kunt oplossen.
* Indien geen enkel lampje brandt, controleert u of de
voedingskabel goed is aangesloten en of de
hoofdschakelaar in de stand On (Aan) staat.
Als het waarschuwinglampje brandt of knippert
: Brandt : Knippert : Uit
Intern probleem
probleem met ventilator /
probleem met sensor
Probleem met lamp / fout met ingeschakelde lamp
Controleer of de lamp defect is. spagina 48
Reinig het luchtfilter. spagina 45
Schakel de optie "Hoogtemodus" in als u de projector op een hoogte van meer dan 1500
meter gebruikt.
spagina 34
Hoge inwendige temperatuur
(oververhitting)
De lamp gaat automatisch uit en de
projectie wordt afgebroken. Wacht
ongeveer 5 minuten. Wacht tot de
koelventilator stopt en zet de
hoofdschakelaar op de achterzijde
van de projector in de stand Off (Uit).
Bezig met koelen op hoge
snelheid
U kunt doorgaan met het gebruik van
de projector, maar als de temperatuur
nog hoger wordt, wordt het apparaat
automatisch uitgeschakeld.
Bewerkingslampje
Waarschuwinglampje
waarschuwing
/
probleem
Red (Rood)
Haal de stekker uit het stopcontact.
Neem dan contact op met uw leverancier
of het dichtstbijzijnde adres dat is
opgenomen in de Service- en
ondersteuningsgids
sAdressenlijst
Epson Projector
Red (Rood)
Red (Rood)
Red (Rood)
Vervang de lamp
en schakel het
apparaat in.
Als het probleem niet is verholpen nadat de lamp is
vervangen, stopt u met het gebruik van de projector
en haalt u de stekker uit het stopcontact. Neem dan
contact op met uw leverancier of het dichtstbijzijnde
adres dat is opgenomen in de Service- en
ondersteuningsgids
s
Adressenlijst Epson Projector
Als de lamp
niet defect is
Neem contact op met uw leverancier of het dichtstbijzijnde adres dat is
opgenomen in de Adressenlijst Epson Projector.
Als de lamp
defect is
Red (Rood)
Zorg bij plaatsing
tegen een muur voor
minimaal 20 cm
tussen de projector
en de muur.
Reinig de luchtfilters
als deze verstopt zijn
geraakt.
spagina 45
Als het probleem niet is
verholpen als het apparaat
weer wordt ingeschakeld, stopt
u met het gebruik van de
projector, zet u de
hoofdschakelaar in de stand
Off (Uit) en haalt u de stekker
uit het stopcontact. Neem dan
contact op met uw leverancier
of het dichtstbijzijnde adres dat
is opgenomen in de Service-
en ondersteuningsgids
s
Adressenlijst Epson
Oranje
38
Problemen oplossen
Status van indicators bij normaal gebruik
Tijdens normaal gebruik is de indicator uit. : Brandt : Knippert
Waarschuwing voor lampvervanging
Het is tijd om de lamp te vervangen. Vervang de lamp zo spoedig mogelijk door een nieuwe.
spagina 51
Als u de projector blijft gebruiken zonder de lamp te vervangen, kan de lamp stukspringen.
Stand-by
Als u op , drukt,begint de projectie kort daarna.
Projector wordt
opgewarmd
De opwarmtijd bedraagt ongeveer 30 seconden.
Bewerkingen voor uitschakelen worden genegeerd als het apparaat
bezig is met opwarmen.
Er wordt
geprojecteerd
Normale werking.
Afkoeling
is aan
de gang
(ongeveer 16
seconden)
Terwijl het afkoelen aan de gang is zijn de afstandsbediening en het
bedieningspaneel buiten werking. Nadat het afkoelen voltooid is, wordt
de projector op de standby-modus ingesteld. Als de hoofdschakelaar
aan de achterzijde van de projector wordt uitgeschakeld terwijl het
afkoelen nog aan de gang is, wachten totdat de lamp voldoende is
afgekoeld (dit neemt ongeveer 10 minuten in beslag) en vervolgens de
hoofdschakelaar weer aanzetten.
Oranje
39
Problemen oplossen
Problemen
oplossen
Wanneer de indicatielampjes geen uitkomst bieden
Raadpleeg de betreffende pagina's indien zich één van de volgende problemen voordoet en de
lampjes geen uitkomst bieden.
Problemen met betrekking tot het beeld
Geen beeld
Geen beeld spagina 39
De projector begint niet met projecteren, het
projectiegebied is helemaal zwart of blauw enz.
Er worden geen bewegende beelden
weergegeven
spagina 40
Er worden geen bewegende beelden vanaf een
computer weergegeven.
Het bericht "Niet ondersteund.." wordt
weergegeven
spagina 40
Het bericht "Geen signaal.." wordt
weergegeven
spagina 41
Wazige of onscherpe beelden
spagina 41
Storing of vervorming van het beeld
spagina 41
Problemen als storing, vervorming of zwart-
witte blokken doen zich voor in het beeld.
Beeld is afgekapt (groot) of klein
spagina 42
Slechts een deel van het beeld wordt
weergegeven.
Verkeerde beeldkleuren spagina 42
Het hele beeld is paarsig of groenig, beelden
zijn zwart-wit, kleuren zijn dof enz.
(Computermonitoren en LCD-schermen
leveren verschillende prestaties op het gebied
van kleurenreproductie. De geprojecteerde
kleuren komen dus mogelijk niet overeen met
de kleuren op de monitor. Dit is normaal.)
Donkere beelden spagina 43
Projectie stopt automatisch
spagina 43
Projector kan niet worden aangezet
spagina 44
De afstandsbediening werkt niet
spagina 44
Hebt u op de aan-/uitknop gedrukt? Druk op op de afstandsbediening of op op het
bedieningspaneel van de projector.
Staat de hoofdschakelaar in de
stand Off (Uit)?
Zet de hoofdschakelaar op de achterzijde van de projector in de stand
On (Aan).
Zijn alle lampjes uit? Haal de stekker uit het stopcontact en plaats deze vervolgens weer
terug.
spagina 14
Controleer de zekering om te zien of de stroomtoevoer werkt.
Is de blanco modus actief? Druk op op de afstandsbediening om deze functie uit te
schakelen.
Komt er een videosignaal binnen? Controleer of de aangesloten apparatuur is ingeschakeld. Als de
menuopdracht "Bericht" is ingeschakeld, worden er berichten met
betrekking tot het beeldsignaal weergegeven.
s"Instellingen" – "Weergeven" – "Bericht" pagina 34
Problemen met betrekking tot het beeld
Problemen bij het starten van de projectie
Problemen met de afstandsbediening
40
Problemen oplossen
Er worden geen bewegende beelden weergegeven
Het bericht "Niet ondersteund.." wordt weergegeven
Is de juiste indeling voor het
beeldsignaal ingesteld?
Als het ingangssignaal uit composite video
of S-Video bestaat
Als er niets wordt geprojecteerd wanneer de menuopdracht
"Videosignaal" is ingesteld op "Automatisch", moet de
signaalindeling worden geselecteerd die past bij de signaalbron.
s"Instellingen" – "Ingangssignaal" – "Videosignaal" pagina 35
Als het apparaat dat het signaal invoert is aangesloten op de
ingangspoort [Component].
Wanneer er niets wordt geprojecteerd als "Component" in de
menuopdracht "Ingangssignaal" is ingesteld op "Autom.", moet de
signaalindeling worden geselecteerd die past bij het signaal van de
aangesloten apparatuur.
s"Instellingen" - "Ingangssignaal"- "Component" pagina 35
Zijn de instellingen in het
configuratiemenu correct?
Probeer het probleem te verhelpen door de standaardwaarden van alle
instellingen te herstellen.
spagina 36
Is de projector op de computer
aangesloten terwijl beide apparaten
al waren ingeschakeld?
Als het apparaat wordt aangesloten terwijl dit is ingeschakeld, is het
mogelijk dat de (Fn)-functietoets waarmee het videosignaal van de
computer naar externe uitvoer wordt geschakeld, niet werkt. Zet de
computer die op de projector is aangesloten, uit en weer aan.
Is het beeldsignaal van de
computer gelijktijdig ingesteld
op een extern apparaat en op de
LCD-monitor?
Wanneer u probeert beelden gelijktijdig weer te geven op een externe
monitor en een LCD monitor, is het mogelijk dat bewegende beelden
niet weergegeven worden als gevolg van de specificaties van de
computer. Stel het beeldsignaal in op enkel externe uitvoer.
sDocumentatie bij de computer met een titel als "Externe uitvoer"
of "Een externe monitor aansluiten"
Is de juiste indeling voor het
beeldsignaal ingesteld?
Als het ingangssignaal uit composite video of S-Video bestaat
Als er niets wordt geprojecteerd wanneer de menuopdracht
"Videosignaal" is ingesteld op "Automatisch", moet de
signaalindeling worden geselecteerd die past bij de signaalbron.
s
"Instellingen" – "Ingangssignaal" – "Videosignaal" pagina 35
Als het apparaat dat het signaal invoert is aangesloten op de
ingangspoort [Component].
Wanneer er niets wordt geprojecteerd als "Component" in de
menuopdracht "Ingangssignaal" is ingesteld op "Autom.", moet de
signaalindeling worden geselecteerd die past bij het signaal van de
aangesloten apparatuur. s
"Instellingen" - "Ingangssignaal"
"Component" pagina 35
Komt de modus overeen met de
frequentie en resolutie van de
beeldsignalen?
Controleer de ingangssignalen met de menuopdracht "Resolutie",
en raadpleeg de 'Lijst met ondersteunde monitors' om er zeker van
te zijn dat het signaal compatibel is.
s"Informatie" – "Resolutie" pagina 29
s'Lijst met ondersteunde monitors' pagina 52
Als er een computer is
aangesloten
Alleen bij projectie van
beelden vanaf een laptop of
computer met ingebouwd
LCD-scherm
Alleen bij projectie van
computerbeelden
41
Problemen oplossen
Problemen
oplossen
Het bericht "Geen signaal.." wordt weergegeven
Wazige of onscherpe beelden
Storing of vervorming van het beeld
Zijn de kabels goed
aangesloten?
Controleer of alle kabels die nodig zijn voor projectie, correct zijn
aangesloten. spagina 12
Is de juiste video-ingang
geselecteerd?
Druk op , , , , of
op de afstandsbediening of op op het
bedieningspaneel van de projector om de bron te wijzigen.
spagina 15
Is de aangesloten apparatuur
ingeschakeld?
Zet de apparaten aan.
Worden de beeldsignalen naar
de projector verzonden?
Als de beeldsignalen alleen worden verzonden naar het LCD-
scherm van de computer, moet u de uitvoer wijzigen.
Bij bepaalde computermodellen verschijnt het beeld niet meer op
het LCD-scherm als het signaal naar een extern apparaat worden
gestuurd.
s Documentatie bij de computer met een titel als
"Externe uitvoer" of "Een externe monitor aansluiten"
Als het apparaat wordt aangesloten terwijl dit is ingeschakeld, is
het mogelijk dat de [Fn]-functietoets waarmee het videosignaal van
de computer naar externe uitvoer wordt geschakeld, niet werkt.
Zet de projector en de computer uit en weer aan. spagina 14
Is de focus goed ingesteld?
Pas de scherpte aan. spagina 16
Zit de lenskap nog op de
projector?
Verwijder de lenskap.
Staat de projector op de juiste
afstand?
De aanbevolen afstand tussen de projector en het scherm ligt tussen
87 tot 1276 cm bij schermformaat 16:9, en tussen 107 tot 1562 cm
bij schermformaat 4:3. Stel de projector zo op dat de
projectieafstand binnen dit bereik ligt.
spagina 10
Heeft zich condens op de lens
gevormd?
Wanneer de projector snel van een koude naar een warme ruimte
wordt verplaatst of zich plotselinge temperatuurwisselingen
voordoen, kan condens neerslaan op het lensoppervlak. Hierdoor
kan het beeld wazig lijken. Zet de projector ongeveer een uur voor
gebruik in de projectieruimte. Als zich condens op de lens gevormd
heeft, de projector uitschakelen, de voedingskabel losmaken en
wachten totdat de condens is verdwenen.
Is de juiste indeling voor het
beeldsignaal ingesteld?
Als het ingangssignaal uit composite video of S-Video bestaat
Als er niets wordt geprojecteerd wanneer de menuopdracht
"Videosignaal" is ingesteld op "Automatisch", moet de
signaalindeling worden geselecteerd die past bij de signaalbron.
s"Instellingen" – "Ingangssignaal" – "Videosignaal" pagina 35
Als het apparaat dat het signaal invoert is aangesloten op de ingangspoort
[Component].
Wanneer er niets wordt geprojecteerd als "Component" in de menuopdracht
"Ingangssignaal" is ingesteld op "Autom.", moet de signaalindeling worden
geselecteerd die past bij het signaal van de aangesloten apparatuur.
s
"Instellingen" –
"
Ingangssignaal
"
"
Component
"
pagina 35
Zijn de kabels goed
aangesloten?
Controleer of alle kabels die nodig zijn voor projectie, correct zijn
aangesloten. spagina 12
Alleen bij projectie van
beelden vanaf een
laptop of computer met
ingebouwd LCD-scherm
42
Problemen oplossen
Beeld is afgekapt (groot) of klein
Verkeerde beeldkleuren
Gebruikt u een verlengkabel?
Als een verlengkabel wordt gebruikt, kan de ruis toenemen. Kijk of
een signaalversterker een oplossing biedt.
Zijn de instellingen "Sync.
"
en "Tracking
" correct
aangepast?
De projector beschikt over een automatische afstelfunctie die zorgt dat
er een optimaal beeld wordt geprojecteerd. Bij bepaalde signaaltypen
is het echter niet mogelijk de juiste aanpassingen automatisch uit te
voeren. In dergelijke gevallen kunnen de menuopdrachten "Tracking"
en "Sync." worden gebruikt om de aanpassingen uit te voeren.
s"Signaal" - "Tracking", "Sync." pagina 31
Is de juiste resolutie
geselecteerd?
Stel de computer zodanig in dat de uitgevoerde signalen geschikt zijn
voor de projector.
s 'Lijst met ondersteunde monitors' pagina 52
Computerdocumentatie
Is de juiste hoogte-
breedteverhouding
geselecteerd?
Druk op om de hoogte-breedteverhouding te selecteren die
overeenkomt met het ingangssignaal. spagina 19
Als beelden met ondertiteling worden geprojecteerd met "Zoom", kan
de menuopdracht "Pos./zoom ondertit." worden gebruikt om het beeld
aan te passen. spagina 31
Is de instelling "Positie" goed
ingesteld?
Gebruik de menuopdracht "Positie" om de aanpassing uit te voeren.
s"Signaal" – "Positie" pagina 32
Is de computer ingesteld op
weergave op twee schermen?
Als de instelling voor weergave op twee schermen door de aangesloten
computer is geactiveerd, wordt enkel de helft van de beelden op het
computerscherm door de projector getoond. Schakel deze instelling uit
als u het hele beeld op het computerscherm wilt weergeven.
sDocumentatie van het grafische stuurprogramma van de computer
Is de juiste resolutie
geselecteerd?
Stel de computer zodanig in dat de uitgevoerde signalen geschikt zijn
voor de projector.
s 'Lijst met ondersteunde monitors' pagina 52
Computerdocumentatie
Is de juiste indeling voor het
beeldsignaal ingesteld?
Als het ingangssignaal uit composite video
of S-Video
bestaat
Als er niets wordt geprojecteerd wanneer de menuopdracht
"Videosignaal" is ingesteld op "Automatisch", moet de
signaalindeling worden geselecteerd die past bij de signaalbron.
s"Instellingen" – "Ingangssignaal" – "Videosignaal" pagina 35
Als het apparaat dat het signaal invoert is aangesloten op de
ingangspoort [Component].
Wanneer er niets wordt geprojecteerd als "Component" in de
menuopdracht "Ingangssignaal" is ingesteld op "Autom.", moet de
signaalindeling worden geselecteerd die past bij het signaal van de
aangesloten apparatuur. s"Instellingen" – "Ingangssignaal" –
"Component" pagina 35
Zijn de kabels goed
aangesloten?
Controleer of alle kabels die nodig zijn voor projectie, correct zijn
aangesloten. spagina 12
Is het contrast van het beeld
juist afgesteld?
Gebruik de menuopdracht "
Contrast
" om de kleur aan te passen.
s"
Beeld
"
"
Contrast
" pagina 30
Alleen bij projectie van
computerbeelden
Alleen bij projectie van
computerbeelden
Alleen bij projectie van
computerbeelden
Alleen bij projectie van
computerbeelden
43
Problemen oplossen
Problemen
oplossen
Donkere beelden
Projectie stopt automatisch
Is de kleur goed ingesteld?
Gebruik de menuopdracht "Geavanceerd" om de kleur aan te
passen.
s"
Beeld
"
"Geavanceerd" pagina 30
Zijn de kleurintensiteit en -tint
goed ingesteld?
Gebruik de menuopdrachten "Kleurverzadiging" en "Tint" om de
kleur en de tint aan te passen.
s"
Beeld
" – "Kleurverzadiging", "Tint" pagina 30
Is de helderheid goed
ingesteld?
Gebruik de menuopdracht "Helderheid" om de aanpassingen uit te
voeren.
s"Beeld" – "Helderheid" pagina 30
Is het contrast van het beeld
juist afgesteld?
Gebruik de menuopdracht
"
Contrast
"
om de kleur aan te passen.
s"Beeld" – "Contrast" pagina 30
Moet de lamp worden
vervangen?
Wanneer de lamp toe is aan vervanging, wordt het beeld donkerder
en neemt de kleurkwaliteit af. Vervang in dat geval de lamp.
spagina 48
Is de sluimerstand actief?
Als de "Sluimerstand" is ingeschakeld, gaat de lamp automatisch uit als
er gedurende ongeveer 30 minuten geen signaal wordt ontvangen. De
projector wordt dan stand-by gezet. Druk op de toets op de
afstandsbediening of op de toets op het bedieningspaneel van de
projector om de projector weer aan te zetten. U kunt de instelling voor
de sluimerstand annuleren door de menuopdracht "Sluimerstand" in te
stellen op "Uit".
s"Instellingen" – "Sluimerstand" pagina 33
Alleen bij projectie
vanaf een videobron
44
Problemen oplossen
Problemen bij het starten van de projectie
Projector kan niet worden aangezet
Problemen met de afstandsbediening
De afstandsbediening werkt niet
Hebt u op de aan-/uitknop
gedrukt?
Druk op op de afstandsbediening of op op het
bedieningspaneel van de projector.
Is de optie "Kinderslot"
ingeschakeld?
Als de menuopdracht "Kinderslot" is ingesteld op "Aan", drukt u
gedurende ongeveer 3 seconden op op het bedieningspaneel
van de projector of op op de afstandsbediening om het apparaat
weer in te schakelen.
s"Instellingen" – "Kinderslot" pagina 33
Is de optie "Toetsvergrendeling"
ingeschakeld?
Als de menuopdracht "Toetsvergrendeling" is ingesteld op "Aan",
zijn alle toetsen op het bedieningspaneel van de projector
uitgeschakeld. Druk op op de afstandsbediening.
s"Instellingen" – "Toetsvergrendeling" pagina 34
Zijn alle lampjes uit?
Haal de stekker uit het stopcontact en plaats deze vervolgens weer
terug. spagina 14
Controleer de zekering om te zien of de stroomtoevoer werkt.
Gaan de lampjes aan en uit
wanneer u de voedingskabel
aanraakt?
Zet het apparaat uit, haal de stekker uit het stopcontact en plaats
deze vervolgens weer terug. Als het probleem hiermee niet is
verholpen, kan het zijn dat er een probleem is met de
voedingskabel. Neem dan contact op met uw leverancier of het
dichtstbijzijnde adres dat is opgenomen in de Service- en
ondersteuningsgid
s. sAdressenlijst Epson Projector
Is de zender van de
afstandsbediening bij gebruik
gericht op de ontvanger van de
projector?
Richt de afstandsbediening op de ontvanger van de projector.
De bedieningshoek van de afstandsbediening bedraagt ongeveer
30° horizontaal en ongeveer 30° verticaal.
Bereik spagina 13
Is de afstand tussen de
afstandsbediening en de
projector te groot?
De afstandsbediening heeft een bereik van ongeveer 10 m.
spagina 13
Schijnt er direct zonlicht of sterk
tl-licht op de ontvanger van de
projector?
Plaats de projector op een locatie waar geen sterk licht op de
ontvanger schijnt.
Zijn de batterijen leeg of zijn ze
niet op de juiste wijze in de
afstandsbediening geplaatst?
Plaats nieuwe batterijen en let er op dat deze op de juiste wijze
worden geplaatst. spagina 13
45
Appendix
Onderhoud
In dit deel van de gebruikershandleiding worden onderhoudstaken beschreven, zoals het reinigen van de
projector en het vervangen van verbruiksmaterialen.
Reiniging
Reinig de projector als deze vuil is of als de kwaliteit van de geprojecteerde beelden begint af te nemen.
Luchtfilter reinigen
Als het luchtfilter verstopt is geraakt door stof en het bericht "De projector raakt oververhit. Controleer of er
niets voor de luchtspleten zit en reinig of vervang het luchtfilter." verschijnt, reinigt u het luchtfilter.
1 Verwijder de beschermplaat van het
luchtfilter.
Druk op de knoppen om de vergrendelingen los te
maken en trek vervolgens de beschermplaat
omhoog.
2 Neem het luchtfilter uit.
3 Klop vier of vijf maal op het luchtfilter terwijl
u de bovenkant ervan omlaag houdt om het
stof er uit te schudden.
Houd het filter aan de andere kant vast enklop er
opnieuw op om het stof er uit te schudden.
Gebruik geen sprays die ontvlambaar gas bevatten voor het verwijderen van vuil of stof van
onderdelen zoals de lens of het filter van de projector. Omdat de lamp binnen in de projector
tijdens gebruik erg heet wordt, kunnen de gassen tot ontbranding komen en brand veroorzaken.
Als het luchtfilter verstopt raakt door stof, kan de projector oververhit raken, waardoor
werkingsproblemen kunnen optreden of de levensduur van de optische onderdelen kan
verminderen. Wij raden u aan het luchtfilter ongeveer elke drie maanden te reinigen. Als de
projector in een stoffige omgeving wordt gebruikt, moet u het luchtfilter vaker reinigen.
Het luchtfilter is niet wasbaar. Gebruik ook geen schoonmaakmiddelen of
reinigingsmiddelen.
Wanneer voor het reinigen een borstel gebruikt wordt, een zachte borstel gebruiken met
lange borstelharen en het filter voorzichtig schoon borstelen. Als u te krachtig borstelt, kan
stof binnen in het luchtfilter geduwd worden en moeilijk te verwijderen worden.
Niet te hard op het luchtfilter slaan, aangezien
dit verbogen kan raken of stuk kan gaan
waardoor dit onbruikbaar wordt.
Voorzijde van
luchtfilter
46
Onderhoud
4 Gebruik een stofzuiger voor het
verwijderen van stofresten van de
bovenkant van het luchtfilter.
5 Installeer het luchtfilter.
6 Installeer de beschermplaat van het
luchtfilter.
Projectorbehuizing reinigen
Veeg de projectorbehuizing voorzichtig schoon met een
zachte doek.
Als de projector bijzonder vuil is, kunt u de doek bevochtigen
met water en een kleine hoeveelheid neutraal
schoonmaakmiddel. Wring de doek goed uit voordat u de
projectorbehuizing schoonveegt. Droog de behuizing met een
zachte, droge doek.
De lens reinigen
Voor het reinigen van de lens gebruikt u het best een luchtblazer
die u speciaal daarvoor hebt gekocht. U kunt de lens echter ook
voorzichtig schoonvegen met een brilreinigingsdoekje.
Gebruik geen vluchtige stoffen als was, alcohol of
spiritus om de projectorbehuizing te reinigen.
Hierdoor kan de behuizing kromtrekken en de
coating losraken.
Wrijf niet over de lens met ruwe materialen en stoot
er niet tegenaan. Hierdoor kan de lens beschadigd
raken.
Installeer met
de groef naar
rechts
gericht.
47
Onderhoud
Appendix
Vervangingsfrequentie verbruiksgoederen
Vervangingsfrequentie luchtfilter
Als het luchtfilter kapot is, of het bericht 'Replace' (Vervangen) verschijnt nadat u het
luchtfilter hebt gereinigd:
sHet luchtfilter vervangen pagina 48
Vervangingsfrequentie lamp
Het bericht "Vervang de lamp." verschijnt op het scherm wanneer de projectie start.
De geprojecteerde beelden worden donkerder en verslechteren.
QTip: Het waarschuwingsbericht voor het vervangen van de lamp verschijnt na ten minste
3.900 uur (ongeveer) om de oorspronkelijke helderheid en kwaliteit van de
geprojecteerde beelden te garanderen. Het moment waarop het bericht verschijnt,
is afhankelijk van de gebruiksomstandigheden, zoals de instellingen voor de
kleurmodus.
Indien u de lamp blijft gebruiken na deze periode, wordt het risico dat de lamp
breekt groter. Nadat het waarschuwingsbericht verschijnt, dient u de lamp zo snel
mogelijk door een nieuwe te vervangen, zelfs als de oude lamp nog werkt.
Afhankelijk van de eigenschappen van de lamp en de manier waarop deze is
gebruikt, kan de lamp donkerder worden of niet meer werken voordat het
waarschuwingsbericht verschijnt. U dient daarom altijd een reservelamp bij de hand
te houden voor het geval u de lamp moet vervangen.
Neem contact op met uw leverancier of het dichtstbijzijnde adres dat is opgenomen
in de Adressenlijst Epson Projector.
Er wordt een bericht weergegeven.
48
Onderhoud
Verbruiksgoederen vervangen
Het luchtfilter vervangen
1
2
Verwijder de beschermplaat
van het luchtfilter.
Druk op of
om de projector uit te
schakelen en zet
vervolgens de
hoofdschakelaar UIT.
3
4
Plaats het nieuwe
luchtfilter.
Verwijder het oude
luchtfilter.
Druk op de knoppen om de
vergrendelingen los te maken en
trek vervolgens de beschermplaat
omhoog.
Installeer
met de
groef naar
rechts
gericht.
De lampafdekking niet
meteen na het uitschakelen
aanraken omdat anders de
kans bestaat op
brandwonden aangezien
deze erg heet is.
5
Breng de beschermplaat
van het luchtfilter weer aan.
QTip: Gooi gebruikte
luchtfilters weg in
overeenstemming
met de lokale
voorschriften.
Framemateriaal:
PP
Filtermateriaal: PP,
PET
49
Onderhoud
Appendix
De lamp vervangen
Zorg dat de lamp en de beschermplaat van de lamp goed zijn vastgezet. De
projector wordt niet ingeschakeld als de lamp of de lampafdekking niet correct
geinstalleerd is.
Dit product bevat een component dat kwik (Hg) bevat.
Informeer u over de lokale wetgeving m.b.t. weggooien of recycling. Gooi de
projectorlamp niet bij het normale huisvuil.
Verwijder de oude lamp.
Trek de lamp recht uit
de fitting.
1
Als de lamp niet meer werkt
en moet worden vervangen,
bestaat het gevaar dat de
lamp al is gebroken.
Als u de lamp vervangt van
een projector die aan het
plafond is bevestigd, moet u
altijd veronderstellen dat de
lamp is gebroken en heel
voorzichtig omgaan met de
lamp tijdens het verwijderen.
Ga altijd naast en niet onder
de projector staan.
2
Steek de meegeleverde
schroevendraaier van de nieuwe
lamp in de lampafdekking openen
schakelaar en verwijder vervolgens
de lampafdekking.
Druk op of om
de projector uit te schakelen
en zet vervolgens de
hoofdschakelaar UIT.
* Wacht tot de lamp
is afgekoeld
(ongeveer één uur).
67
Breng de beschermplaat
van de lamp weer aan.
Draai de
bevestigingsschroeven van
de lamp goed vast.
3
4
Draai de
bevestigingsschroeven
van de lamp los.
5
Plaats de nieuwe lamp.
Zorg dat de lamp in de juiste
richting wordt geplaatst.
Wacht totdat de lamp
voldoende is afgekoeld
alvorens de lampafdekking
te verwijderen. Als de lamp
erg heet is, kan deze
brandwonden veroorzaken.
50
Onderhoud
De werkingstijd van de lamp opnieuw instellen
De werkingstijd van de lamp moet altijd opnieuw worden ingesteld nadat u een nieuwe lamp hebt
geplaatst.
De projector heeft een ingebouwde teller die de werkingstijd van de lamp bijhoudt. Wanneer de
gecumuleerde werkingstijd een bepaald punt bereikt, verschijnt het waarschuwingsbericht voor
het vervangen van de lamp.
12
Druk op om het
configuratiemenu weer
te geven.
Druk op om de
projector aan te zetten.
34
Selecteer "Ja" en druk op
.
Kies "Lampuren terugzetten"
in het menu "Resetten".
51
Appendix
Optionele accessoires/verbruiksgoederen
U kunt desgewenst de volgende optionele accessoires/verbruiksgoederen aanschaffen. De lijst van
optionele accessoires/verbruiksartikelen werd voor het laatst bijgewerkt in: 2010.7. Details van
accessoires/verbruiksgoederen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Varieert afhankelijk van het land van aankoop.
Optionele accessoires Verbruiksgoederen
50" Draagbaar scherm ELPSC06
Een compact scherm dat gemakkelijk kan worden
vervoerd.
(Hoogte-breedteverh.
4:3)
60" Draagbaar scherm ELPSC07
80" Draagbaar scherm ELPSC08
100" Draagbaar scherm ELPSC10
Draagbaar rolscherm. (Aspect 4:3)
VGA-HD15 PC-kabel (1,8 m) ELPKC02
VGA-HD15 PC-kabel (3 m) ELPKC09
VGA-HD15 PC-kabel (20 m) ELPKC10
(Voor mini-D-Sub 15-pens/mini-D-Sub 15-pens)
Voor het aansluiten van de projector op een computer.
Plafondbevestigingssysteem* ELPMB20
ELPMB22
(met plafondplaat)
Voor het bevestigen van de projector aan het plafond.
Plafondbuis 600 (600 mm/wit)* ELPFP07
Plafondbuis 450 (450 mm/wit)* ELPFP13
Plafondbuis 700 (700 mm/wit)* ELPFP14
Voor het bevestigen van de projector aan een hoog
plafond of een dubbel plafond.
Kabelafdekking (wit) ELPCC01W
Gebruik deze voor het afdekken van kabels van de
projector die aan een plafond is opgehangen om het
aanzien te verbeteren.
* Een speciale installatiemethode is vereist om de
projector aan het plafond te bevestigen. Neem
contact op met uw leverancier als u deze
installatiemethode wilt gebruiken.
Lampeenheid ELPLP49
(1 reservelamp, 1 extra schroevendraaier)
Ter vervanging van oude lampen.
Luchtfilterset ELPAF21
(1 luchtfilter)
Ter vervanging van oude luchtfilters.
52
Lijst met ondersteunde monitors
Componentvideo
Composietvideo /S-Video
Signaal Vernieuwingssnelh. (Hz) Resolutie (Pixels)
SDTV
(480i) 60
720×480
SDTV(576i) 50 720×576
SDTV(480p) 60 720×480
SDTV(576p) 50 720×576
HDTV
(720p) 50/60
1280×720
HDTV(1080i) 50/60 1920×1080
HDTV(1080p) 50/60 1920×1080
Signaal Vernieuwingssnelh. (Hz) Resolutie (Pixels)
TV(NTSC )60 720×480
TV(SECAM
)
50 720×576
TV(PAL )
50/60 720×576
53
Lijst met ondersteunde monitors
Appendix
Ingangssignaal van de [HDMI1] / [HDMI2]-ingangspoort
Computerbeeld (analoog RGB)
Signaal Vernieuwingssnelh. (Hz) Resolutie (Pixels)
VGA
60 640×480
SDTV (480i) 60 720×480
SDTV(576i)
50 720×576
SDTV(480p)
60 720×480
SDTV(576p)
50 720×576
HDTV
(720p)
50/60 1280×720
HDTV(1080i) 50/60 1920×1080
HDTV(1080p) 24/30/50/60 1920×1080
Signaal Vernieuwingssnelh. (Hz) Resolutie (Pixels)
VGA
60/72/75/85 640×480
SVGA
56/60/72/75/85 800×600
XGA
60/70/75/85 1024×768
SXGA
70/75/85 1152×864
60/75/85 1280×960
60/75/85 1280×1024
WXGA
60 1280×768
60 1360×768
60/75/85 1280×800
MAC 13"
67 640×480
MAC 16" 75 832×624
MAC 19" 59/75 1024×768
MAC 21" 75 1152×870
54
Specificaties
Productnaam
EH-TW3600 EH-TW3200
Afmetingen
450 (B) × 136 (H) × 360 (D) mm (zonder voetjes)
Paneelformaat
18,8 mm (0,74 inch) breed
Weergavemethode
Polysilicium TFT actieve matrix
Resolutie
2.073.600 pixels (1920 (B) × 1080 (H) pixels) × 3
Scanfrequenties
Digitaal
Pixelklok: 13.5 tot 148.5 MHz
Horizontaal: 15.63 tot 67.5 kHz
Verticaal: 24, 50 tot 60 Hz
Analoog
Pixelklok: 13.5 tot 157.5 MHz
Horizontaal: 15.63 tot 91.15 kHz
Verticaal: 50 tot 85 Hz
Scherpstelling
Handmatig
Zoominstelling
Handmatig (ongeveer 1:2,1)
Lensverschuiving
Handmatig
(
Maxima: ongeveer 96% verticaal,
47% horizontaal)
Lamp (lichtbron)
UHE-lamp, 200 W, modelnr.: ELPLP49
Voeding
100 tot 240V AC±10%, 50/60Hz, 3,2 tot 1,4A
Verbruik 100 tot 120V
In bedrijf: 282W
Stand-by:
0
,
2W
220 tot 240V
In bedrijf:
269W
Stand-by:
0
,
4W
Hoogte (in bedrijf)
0 tot 2286m
Temperatuur (in bedrijf)
+5 tot +35°C (zonder condensatie)
Temperatuur (opslag)
-10 tot +60°C (zonder condensatie)
Gewicht
Ongeveer 7,3kg
Poorten
Component-ingang 1 RCA-penconnector × 3
PC-ingang 1 15-pins, vrouwelijke D-sub-
miniconnector (blauw)
HDMI-ingang* 2 HDMI
HDCP compatibel, niet-
compatibel met CEC signalen
Video-ingang 1 RCA-penconnector
S-Video-ingang 1 4-pins DIN-miniconnector
RS-232C 1 9-pins, mannelijke D-sub-
connector
Trigger out 1 3,5-mm miniconnector
* Alle HDMI of DVI-D compatibele apparatuur kan worden aangesloten. Echter de kans bestaat dat
afhankelijk van de apparatuur de projector geen beeld projecteert.
55
Specificaties
Appendix
Kantelhoek
Als u de projector in een hoek van meer dan 8º plaatst, kan de projector beschadigd raken en een
ongeval veroorzaken.
RS-232C-pintoewijzingen
Connectorvorm : 9-pins, mannelijke D-sub
Projectoringangsconnector : RS-232C
In deze projector worden Pixelworks DNX
TM
-IC's gebruikt.
<Op projector>
(seriële pc-kabel)
<Op computer>
Signaal Functie
GND 5 5 GND
GND Aarde
RD 2 3 TD
TD Verzenden
TD 3 2 RD
RD Ontvangen
<Op projector>
<
O
p computer>
56
Verklarende woordenlijst
Hieronder vindt u een uitleg van een aantal termen in deze handleiding waarmee u mogelijk niet bekend
bent of die niet zijn uitgelegd in de handleiding. Aanvullende informatie vindt u in andere publicaties
die in de winkel verkrijgbaar zijn.
Beveiligingsslot
Een methode voor het scheiden van beeldsignalen in
luminantie (Y), blauw kleurverschil (Cb of Pb) en rood
kleurverschil (Cr of Pr) voor videotransmissie.
Componentvideo
Een methode voor het scheiden van beeldsignalen in
luminantie (Y), blauw kleurverschil (Cb of Pb) en rood
kleurverschil (Cr of Pr) voor videotransmissie.
Composietvideo
Een videotransmissiemethode waarbij luminantie en
chrominantiesignalen tezamen in één enkele kabel
gecombineerd worden.
Contrast
De relatieve helderheid van de lichte en donkere gebieden
van een beeld kan worden verhoogd of verlaagd om tekst
en grafische gebieden beter zichtbaar te maken, of om ze
zachter te maken.
HDCP
Afkorting voor High-bandwidth Digital Content
Protection, dat een type technologie is voor
auteursrechtbeveiliging welke gebruikt wordt ter
voorkoming van ongeoorloofd kopiëren door middel van
codering van digitale signalen die verzonden en
ontvangen worden via de DVI en HDMI poorten. De
HDMI ingangsaansluitingen van deze projector zijn
HDCP compatibel, zodat digitale beelden die beveiligd
zijn door HDCP technologie geprojecteerd kunnen
worden. Als echter wijzigingen aangebracht worden aan
de HDCP standaard, bestaat de kans dat het niet langer
mogelijk is digitale beelden te projecteren die beveiligd
zijn door de nieuwe, gewijzigde standaard.
HDMI
TM
Afkorting voor High Definition Multimedia Interface.
Verwijst naar een standaard voor digitale transmissie van
hoge-definitiebeelden en multikanaals-audiosignalen.
HDMI
TM
is een standaard voor digitale
huishoudapparatuur en computers, waarbij digitale
signalen zonder compressie en met behoud van de
oorspronkelijke hoge kwaliteit kunnen worden verzonden
en ontvangen. De standaard voorziet ook in een digitale
signaalcoderingsfunctie.
HDTV
Afkorting voor High-Definition Television. Verwijst naar
hoge-definitiesystemen die voldoen aan de volgende
voorwaarden:
Verticale resolutie van 720p of 1080i of meer
(p = progressief
, i = interlaced )
Schermaspectverhouding van 16:9
Ontvangst en afspelen (of uitvoer) van Dolby Digital-
audio
Hoogte-breedte
De verhouding tussen de lengte en hoogte van een beeld.
HDTV
-beelden hebben een aspect van 16:9 en lijken
uitgerekt. Bij standaardbeelden is de verhouding 4:3.
Hoogte-breedteverhouding
De verhouding tussen de lengte van een beeld en de
hoogte ervan. Met breedbeeldschermen worden schermen
bedoeld zoals die voor HDTV waarbij de verhouding
tussen de breedte en de hoogte 16:9 is.
De hoogte-breedteverhouding voor SDTV en de meeste
computerschermen is 4:3.
Interlaced
Geeft een beeld weer door verzending van scangegevens
voor om de andere lijn van boven naar beneden.
Aangezien in om de andere lijn één frame getoond wordt,
kan beeldflikkering gemakkelijk zichtbaar worden.
NTSC
Afkorting voor National Television Standards
Committee. Verwijst naar een indeling voor
aardegebaseerde, analoge kleurentelevisie-uitzendingen.
Deze indeling wordt gebruikt in Japan, Noord-Amerika,
en Midden- en Zuid-Amerika.
PAL
Afkorting voor Phase Alternation by Line. Verwijst naar
een indeling voor aardegebaseerde, analoge
kleurentelevisie-uitzendingen. Deze indeling wordt
gebruikt in alle West-Europese landen (behalve in
Frankrijk), sommige Aziatische landen (zoals China)
en Afrika.
Progressief
Geeft een beeld weer voor één frame lijn voor lijn van
boven naar beneden alle tegelijk. Ook al zijn de
scanlijnen hetzelfde als bij geïnterlinieerd scannen, is
beeldflikkering veel minder zichtbaar in de beelden,
omdat er tweemaal zoveel informatie per tijdseenheid
wordt verzonden.
SDTV
Afkorting voor Standard Definition Television. Verwijst
naar standaard televisiesystemen die niet voldoen aan de
voorwaarden van HDTV.
SECAM
Afkorting voor Sequential Couleur A Memoire. Verwijst
naar een indeling voor aardegebaseerde, analoge
kleurentelevisie-uitzendingen. Deze indeling wordt
gebruikt in Frankrijk, Oost-Europa en de vroegere
Sovjet-Unie, het Midden-Oosten en Afrika.
SVGA
Een schermresolutiestandaard voor 800(B) x 600(H)
pixels.
57
Verklarende woordenlijst
Appendix
S-Video
Een methode voor het scheiden van beeldsignalen in
luminantie (Y) en chrominantie (C) voor
videotransmissie.
SXGA
Een schermresolutiestandaard voor 1280(B) x 1024(H)
pixels.
Sync. (Synchronisatie)
De signalen die worden verzonden door computers
hebben een specifieke frequentie. Als de frequentie van
de projector niet overeenkomt met deze frequentie,
zijn de resulterende beelden niet van goede kwaliteit.
Het proces waarbij de fasen van deze signalen
(de relatieve positie van de hoogten en laagten in
het signaal) op elkaar worden afgestemd, wordt
"synchronisatie" genoemd. Als de signalen niet zijn
gesynchroniseerd, kunnen problemen zoals flikkeren,
onscherpe beelden en horizontale interferentie optreden.
Tracking
De signalen die worden verzonden door computers
hebben een specifieke frequentie. Als de frequentie van
de projector niet overeenkomt met deze frequentie,
zijn de resulterende beelden niet van goede kwaliteit.
Het proces waarbij de frequentie van deze signalen
(het aantal hoogten in het signaal) wordt afgestemd,
wordt "tracking" genoemd. Als de tracking niet goed
wordt uitgevoerd, verschijnen brede verticale strepen in
de geprojecteerde beelden.
VGA
Een schermresolutiestandaard voor 640(B) x 480(H)
pixels.
XGA
Een schermresolutiestandaard voor 1024(B) x 768(H)
pixels.
YCbCr
Een componentvideosignaal voor SDTV. Y geeft de
luminantie aan en Cb en Cr geven het kleurverschil aan.
YPbPr
Een componentvideosignaal voor HDTV. Y geeft de
luminantie aan en Pb en Pr geven het kleurverschil aan.
58
Index
2-2 pull-down ............................................................28, 32
Aanpassen van positie van geprojecteerd beeld .............. 16
Aansluiten op een computer ............................................12
Aansluiten op een videobron ...........................................12
Abs. kleurtemperatuur ...............................................28, 30
Achtergrond weerg. ...................................................29, 34
Afkoelen ....................................................................15, 38
Afstandsbediening .......................................................7, 13
Alle standaardw. ........................................................29, 36
Autom. configuratie ............................................14, 28, 32
Autom. iris ..........................................................23, 28, 31
Automatisch ....................................................................18
Batterij vervangen ...........................................................13
Batterijen vervangen (afstandsbediening) .......................13
Bedieningspaneel ..............................................................6
Beeldbron selecteren ...............................................6, 7, 15
Beeldgrootte ....................................................................10
Bericht .............................................................................29
Bewegingsdetectie ....................................................28, 32
Bovenkant ...........................................................11, 29, 34
Breed ...............................................................................19
Bron .................................................................................29
Component Video ..................................................... 12, 52
"Component"-ingangspoort .............................8, 12, 52, 54
Composite Video .......................................................12, 52
Configuratiemenu ............................................................26
Configuratiemenu’s gebruiken ........................................ 26
Contrast ..................................................................... 28, 30
De lens reinigen ..............................................................46
Dir. Inschakelen ........................................................ 29, 33
EPSON Super White .................................................28, 32
EPSON-bioscoopfilter .................................................... 18
Gamma ................................................................20, 28, 30
Geavanceerd ..............................................................28, 30
Geheugen ........................................................................ 24
Geheugen resetten .....................................................29, 36
Geheugen wissen .......................................................24, 29
"HDMI"-ingangspoort .....................................8, 12, 53, 54
HDTV ........................................................................52, 53
Helderheid .................................................................28, 30
Het luchtfilter vervangen ................................................48
Hoofdmenu ......................................................................26
Hoofdschakelaar ....................................................8, 14, 15
Hoogte-breedte ....................................................18, 28, 31
Hoogtemodus ............................................................29, 34
Huidtint ......................................................................28, 30
Ingangssignaal ...........................................................29, 35
Kinderslot ..................................................................29, 33
Kleurmodus .........................................................18, 28, 30
Kleurverzadiging .......................................................28, 30
Lamp vervangen ..............................................................49
Lampafdekking ............................................................6, 49
Lampjes .......................................................................6, 37
Lampuren .........................................................................29
Lampuren terugzetten ................................................29, 50
Lenskap .......................................................................6, 14
Lensverschuiving .........................................................6, 16
Lijnmenu .........................................................................26
Luchtfilter ..........................................................................8
Luchtfilter reinigen ..........................................................45
Menu "Beeld" ............................................................28, 30
Menu "Geheugen" .....................................................29, 36
Menu "Informatie" ...........................................................29
Menu "Instellingen" ...................................................29, 33
Menu Kleur ................................................................29, 34
Menu Positie ..............................................................29, 34
Menu "Resetten" ........................................................29, 36
Menu "Signaal" .........................................................28, 31
Menu’s .............................................................................26
"Netspanning" ingang ..................................................8, 14
Normaal ...........................................................................19
Ondersteunde monitors ....................................................52
Ophalen uit geheugen ................................................24, 29
Opslaan in geheugen .................................................24, 29
Opstartscherm ............................................................29, 34
Optionele accessoires ......................................................51
Overscannen ..............................................................28, 33
Oververhitting .................................................................37
"PC"-ingangspoort ...........................................8, 12, 53, 54
Poort ......................................................................8, 12, 54
Pos./zoom ondertit. ..............................................19, 28, 31
Positie ........................................................................28, 32
Progressief .................................................................28, 32
Projectie ...............................................................11, 29, 34
Projectieafstand ...............................................................10
Projectiemethoden ...........................................................11
Projectorbehuizing reinigen ............................................46
Resetten ...............................................................28, 29, 31
Resolutie ....................................................................29, 52
Numeriek taken
A
B
C
D
E
G
H
I
K
L
M
N
O
P
R
59
Index
Appendix
RGB .................................................................... 20, 28, 31
RGBCMY ........................................................... 20, 28, 31
"RS-232C"-poort ................................................... 8, 54, 55
Ruisvermindering ......................................................28, 32
Scheefstand van projector corrigeren ..............................17
Schermgrootte .................................................................10
Scherpstelling .............................................................. 6, 16
Scherpte ..................................................................... 28, 30
Scherpte (Geavanceerd) ...................................... 23, 28, 30
SDTV ........................................................................ 52, 53
Setupniveau ...............................................................28, 32
Sluimerstand .............................................................. 29, 33
Specificaties .................................................................... 54
Stelpootjes voorzijde .........................................................6
Stroomverbruik ......................................................... 28, 31
Submenu .......................................................................... 26
S-Video ..................................................................... 12, 52
"S-Video"-ingangspoort .................................. 8, 12, 52, 54
Sync. .......................................................................... 28, 31
Sync. info ........................................................................ 29
Taal ............................................................................ 29, 35
Testpatroon ...................................................................... 17
Tint ............................................................................ 28, 30
Tint, verzadiging en helderheid ......................................20
Toetsvergrendeling ....................................................29, 34
Tracking ....................................................................28, 31
"Trigger out"-poort .....................................................8, 54
Trigger Uit .................................................................29, 34
Uitschakelen ....................................................................15
Verbruiksmaterialen ........................................................ 51
Verlichting ................................................................29, 34
Vernieuwingssnelh. ......................................................... 29
Verschuiving ............................................................. 22, 28
Versterking ................................................................ 22, 28
Videobereik HDMI ................................................... 28, 33
"Video"-ingangspoort ..................................... 8, 12, 52, 54
Videosignaal .............................................................. 29, 35
Voedingskabel .................................................................14
Volledig ........................................................................... 19
Volledig menu ................................................................. 26
Waarschuwingslampje ................................................ 6, 37
Weergeven ................................................................ 29, 34
.................................................................... 5, 18
YCbCr ................................................................. 12, 29, 35
YPbPr ..................................................................12, 29, 35
Zoom ...............................................................................19
Zoomaanpassing ..........................................................6, 16
Zoomgrootte ..............................................................28, 31
S
T
U
V
W
X
Y
Z
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar
gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook en evenmin
in een gegevensopzoeksysteem worden opgeslagen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
van Seiko Epson Corporation. Er is geen sprake van patentaansprakelijkheid ten aanzien van het
gebruik van de informatie in dit document. Ook wordt geen aansprakelijkheid geaccepteerd voor
schade als gevolg van het gebruik van de informatie in dit document.
Noch Seiko Epson Corporation noch haar partners kunnen door de koper van dit product of door
derden aansprakelijk worden gesteld voor schade, verlies, kosten of uitgaven door koper of derden
als gevolg van: ongelukken, onjuist gebruik of misbruik van dit product of ongeoorloofde
wijzigingen, reparaties of aanpassingen aan dit product, of (met uitzondering van de V.S.) het niet
strikt naleven van de bedienings- en onderhoudsinstructies van Seiko Epson Corporation.
Seiko Epson Corporation is niet aansprakelijk voor schade of problemen die het gevolg zijn van het
gebruik van andere accessoires of verbruiksgoederen dan die door Seiko Epson Corporation zijn
aangewezen als Originele Epson Producten of door Epson Goedgekeurde Producten.
De inhoud van deze handleiding kan zonder voorafgaand bericht worden gewijzigd of bijgewerkt.
Afbeeldingen en schermen in deze uitgave kunnen afwijken van de werkelijke afbeeldingen en
schermen.
Algemene kennisgeving:
"x.v.Color" en zijn handelsmerken van Sony Corporation.
Macintosh, Mac en iMac zijn handelsmerken van Apple Inc.
Dolby is een handelsmerk van Dolby Laboratories.
HDMI en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
Pixelworks en DNX zijn handelsmerken van Pixelworks, Inc.
Alle overige hierin genoemde productnamen dienen alleen ter kennisgeving en kunnen handelsmerken
zijn van de respectieve eigenaren. Epson wijst alle rechten op deze merken van de hand.
SEIKO EPSON CORPORATION 2010. Alle rechten voorbehouden.
5

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Epson EH-TW3600 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Epson EH-TW3600 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 4,38 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Epson EH-TW3600

Epson EH-TW3600 Gebruiksaanwijzing - English - 62 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info