737386

Epson EB-800F Handleiding

10
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/336
Pagina verder
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
2
Gebruikte symbolen en tekens 9
Gebruik de handleiding om informatie te zoeken ....................... 10
Zoeken op trefwoord................................................................................................................... 10
Er direct vanuit de bladwijzers naar toe gaan.................................................................... 10
Alleen de pagina's afdrukken die u nodig hebt ................................................................ 10
De nieuwste versie van de documenten verkrijgen..................... 11
Kennismaken met uw projector 12
Kenmerken van de Projector .......................................................... 13
Laserlichtbron met lange levensduur.................................................................................... 13
Unieke interactieve functies...................................................................................................... 13
Snelle en eenvoudige installatie.............................................................................................. 14
Flexibele verbinding..................................................................................................................... 14
Verbinden met computers................................................................................................... 14
Verbinden met mobiele apparaten .................................................................................. 15
Projecteren voor tentoonstellingen....................................................................................... 16
Eenvoudige bediening vanaf het control pad ................................................................... 16
Presentatie op grote schaal vanaf het whiteboard.......................................................... 17
Onderdelen en functies van de projector ..................................... 18
Projectoronderdelen - Voorkant/zijkant............................................................................... 18
Projectoronderdelen - Bovenkant/zijkant............................................................................ 19
Projectoronderdelen - Interface .............................................................................................. 20
Projectoronderdelen - Onderkant........................................................................................... 22
Projectoronderdelen - Bedieningspaneel ............................................................................ 23
Projectoronderdelen - Afstandsbediening.......................................................................... 24
Projectoronderdelen - Interactieve pennen........................................................................ 26
Projectoronderdelen - Penstand ............................................................................................. 27
Projectoronderdelen - Control Pad ........................................................................................ 27
Projectoronderdelen - Aanraakeenheid ............................................................................... 28
Veiligheidsinstructies voor de magneet............................................................................... 29
De projector installeren 30
Plaatsing van de projector.............................................................. 31
Configuratie van de projector en opties voor de montage.......................................... 32
Instellingen bij het Gebruik van de Interactieve Functies............................................. 33
Instellingen bij het Gebruik van de Aanraakeenheid ................................................ 34
Projectoraansluitingen.................................................................... 35
Aansluiten op een computer.................................................................................................... 35
Aansluiten op een computer voor VGA-video en -audio......................................... 35
Aansluiten op een computer voor USB-video en -audio ......................................... 36
Aansluiten op een computer voor HDMI-video en -audio...................................... 37
Een computer verbinden met het Control Pad ........................................................... 38
Aansluiten op een mini-pc die op een wandplaat is geïnstalleerd...................... 38
Een computer aansluiten voor gebruik met de functies Interactief met pc..... 39
Aansluiten op videobronnen.................................................................................................... 40
Aansluiten op een HDMI-videobron ................................................................................ 40
Aansluiten op een samengestelde videobron ............................................................. 40
Een videobron aansluiten op de Control Pad .............................................................. 41
Aansluiten op externe USB-apparaten.................................................................................. 42
Projectie USB-apparaat.......................................................................................................... 42
Verbinden met een USB-apparaat .................................................................................... 42
Een USB-flashstation aansluiten op het Control Pad................................................. 43
Een USB-apparaat loskoppelen.......................................................................................... 43
Aansluiten op een documentcamera .................................................................................... 44
Verbinden met een HDBaseT-zender ................................................................................... 44
Een printer aansluiten ................................................................................................................. 45
Aansluiten op externe apparaten ........................................................................................... 45
Aansluiten op een externe HDMI-monitor .................................................................... 45
Aansluiten op een VGA-monitor........................................................................................ 46
Aansluiten op Externe luidsprekers.................................................................................. 46
Een microfoon aansluiten .................................................................................................... 47
Meerdere projectors van hetzelfde model aansluiten.................................................... 47
Menu-instellingen voor meerdere projectoraansluitingen..................................... 49
Batterijen in de afstandsbediening plaatsen ................................ 52
Inhoudsopgave
3
Batterijen in de pennen installeren ............................................... 53
Gebruik van de afstandsbediening................................................ 54
De basisfuncties van de projector gebruiken 55
De projector inschakelen ................................................................ 56
Startscherm...................................................................................................................................... 57
De projector uitschakelen ............................................................... 59
De datum en tijd instellen............................................................... 60
De taal voor de menu's van de projector selecteren.................... 62
Projectiemodi ................................................................................... 63
De projectiemodus wijzigen via de afstandsbediening................................................. 63
De projectiemodus wijzigen via de menu's........................................................................ 63
Het schermtype instellen ................................................................ 65
De beeldpositie aanpassen met de schermpositie .......................................................... 66
Scherpstellen op het beeld ............................................................. 68
Beeldvorm......................................................................................... 71
De beeldvorm corrigeren met de voeten vooraan .......................................................... 71
De beeldvorm corrigeren met de keystone-knoppen .................................................... 71
De beeldvorm corrigeren met Quick Corner...................................................................... 73
De vorm van een beeld corrigeren met boogcorrectie.................................................. 75
De vorm van een beeld corrigeren met puntcorrectie................................................... 78
De beeldvorminstelling laden uit het geheugen.............................................................. 80
De vorm van een beeld corrigeren met hoekmarkers.................................................... 80
De grootte van het beeld aanpassen met de knoppen................ 83
De beeldpositie bijstellen ............................................................... 84
Een beeldbron selecteren................................................................ 85
Hoogte-breedteverhouding beeld ................................................. 87
De hoogte-breedteverhouding van het beeld wijzigen ................................................ 87
Beschikbare hoogte-breedteverhoudingen van het beeld........................................... 87
Uiterlijk geprojecteerd beeld met elke Hoogte-breedtemodus ................................. 88
Aanpassen van de beeldkwaliteit (kleurmodus) .......................... 91
De kleurmodus wijzigen............................................................................................................. 91
Beschikbare kleurmodi................................................................................................................ 91
De automatische luminantie-aanpassing inschakelen ................................................... 92
De beeldkleur aanpassen................................................................ 94
De tint, verzadiging en helderheid aanpassen .................................................................. 94
Het gamma aanpassen................................................................................................................ 95
De beeldresolutie bijstellen ............................................................ 98
De helderheid aanpassen.............................................................. 100
Gebruiksuren constante modus............................................................................................ 101
Werkingstijd lichtbron............................................................................................................... 102
Het volume regelen met de volumeknoppen ............................. 103
De audiokanalen omwisselen ....................................................... 104
De interactieve functies gebruiken 105
Interactieve functiemodi............................................................... 106
Het gebruik van interactieve functies voorbereiden................. 108
Veiligheidsinstructies voor interactieve functies............................................................ 108
De interactieve pennen gebruiken ...................................................................................... 108
De interactieve aanraakbediening gebruiken met uw vinger................................... 110
Veiligheidsvoorschriften voor interactieve aanraakbediening............................ 112
Whiteboardschermen (whiteboardmodus)................................. 113
Veiligheidsinstructies voor de Whiteboard modus........................................................ 113
De Whiteboard modus starten .............................................................................................. 113
Werkbalk Whiteboard modus........................................................................................... 114
Beelden importeren in de Whiteboard modus.......................................................... 117
Compatibele bestandstypen voor openen in de Whiteboardmodus............... 119
Tekenen op het geprojecteerde beeld met de
annotatiemodus............................................................................. 120
Inhoudsopgave
4
De annotatiemodus starten.................................................................................................... 120
Werkbalk annotatiemodus ................................................................................................ 121
Tekeningen delen .......................................................................... 124
Tekeninhoud verzenden via e-mail...................................................................................... 124
Een adresboek maken......................................................................................................... 126
Beschikbare Directory-service .......................................................................................... 126
Tekeninhoud opslaan................................................................................................................ 126
Beschikbare bestandsindeling in de Whiteboardmodus....................................... 128
Tekeninhoud afdrukken ........................................................................................................... 128
Beschikbare printerstuuropdrachten in de Whiteboard-modus ........................ 130
Computerfuncties Bedienen vanaf een Geprojecteerd Scherm
(Modus Computer interactief) ...................................................... 131
Systeemvereisten modus Computer interactief ............................................................. 131
Easy Interactive Driver installeren op Mac........................................................................ 132
De Modus Computer Interactief Gebruiken ..................................................................... 132
Instellen van het gebied voor gebruik van de pen ....................................................... 133
Een documentcamera bedienen................................................... 135
SD-kaartviewer............................................................................................................................. 135
Netwerkapparaatweergave selecteren........................................ 136
De interactieve functies via een netwerk gebruiken ................. 138
Voorzorgsmaatregelen bij het verbinden met een projector op een ander
subnet ............................................................................................................................................. 138
Split Screen-projectie gebruiken.................................................. 139
Projectorfuncties aanpassen 140
Meerdere beelden tegelijk projecteren....................................... 141
Niet-ondersteunde combinaties van ingangsbronnen voor projectie op
gesplitst scherm .......................................................................................................................... 143
Beperkingen projectie gesplitst scherm ............................................................................ 143
Een PC Free-presentatie projecteren........................................... 144
Ondersteunde PC Free-bestandstypen .............................................................................. 144
Voorzorgsmaatregelen voor PC Free-projectie............................................................... 145
Een PC Free-diavoorstelling starten..................................................................................... 145
PC Free-filmvoorstelling starten............................................................................................ 147
PC Free-weergave-opties......................................................................................................... 148
Projecteren in de modus Inhoudsweergave ............................... 150
Schakelen naar de modus Inhoudsweergave.................................................................. 150
Uw afspeellijsten projecteren................................................................................................. 151
Afspeellijsten maken met Epson Web Control.......................................................... 151
Effecten toevoegen aan uw geprojecteerde beeld....................................................... 154
Beperkingen in de modus Inhoudsweergave.................................................................. 155
Het beeld en geluid tijdelijk uitschakelen .................................. 156
De video-actie tijdelijk stoppen ................................................... 157
In- en uitzoomen op beelden........................................................ 158
Het beeld van een gebruikerslogo opslaan ................................ 159
Een gebruikerspatroon opslaan ................................................... 161
Instellingen opslaan in het geheugen en opgeslagen
instellingen gebruiken ................................................................. 163
Meerdere projectors gebruiken ................................................... 164
Projectoridentificatiesysteem voor beheer van meerdere projectors.................... 164
Instellen van de projector-id............................................................................................. 164
De projector die u wilt bedienen, selecteren............................................................. 165
Kleurgelijkheid aanpassen....................................................................................................... 166
De randen van het beeld laten overlappen ..................................................................... 168
De beeldkleuren afstemmen.................................................................................................. 170
Het zwartniveau aanpassen.................................................................................................... 171
Het aanpassingsgebied van het zwartniveau wijzigen .......................................... 173
RGBCMY aanpassen ................................................................................................................... 174
Een beeld schalen....................................................................................................................... 175
Beveiligingsfuncties projector...................................................... 178
Soorten wachtwoordbeveiliging .......................................................................................... 178
Een wachtwoord instellen ................................................................................................. 178
Soorten wachtwoordbeveiliging selecteren............................................................... 179
Inhoudsopgave
5
Een wachtwoord invoeren voor het gebruik van de projector........................... 180
De projectorknoppen vergrendelen.................................................................................... 180
De projectorknoppen ontgrendelen ............................................................................. 181
Een beveiligingskabel installeren ......................................................................................... 181
De projector op een netwerk gebruiken 183
Projectie vast netwerk................................................................... 184
Verbinden met een vast netwerk ......................................................................................... 184
Instellingen voor een vast netwerk selecteren................................................................ 184
Projectie draadloos netwerk......................................................... 188
Veiligheidsinstructies voor ingebouwde draadloze LAN-module ........................... 188
Verbindingsmethoden voor draadloze netwerkprojectie........................................... 189
De draadloze LAN-module installeren................................................................................ 189
Draadloze netwerkinstellingen handmatig selecteren ................................................ 190
Draadloze netwerkinstellingen selecteren in Windows............................................... 193
Draadloze netwerkinstellingen selecteren in Mac......................................................... 194
Draadloze netwerkbeveiliging instellen voor de Enkel AP-modus ......................... 194
Draadloze netwerkbeveiliging instellen voor de infrastructuurmodus................. 194
Ondersteunde client- en CA-certificaten ..................................................................... 196
Een QR-code gebruiken voor het aansluiten op een mobiel apparaat ................. 197
Een USB-sleutel gebruiken voor het verbinden van een Windows-computer ... 197
Draadloze netwerkprojectie vanaf een mobiel apparaat
(Screen Mirroring).......................................................................... 199
De instellingen voor Screen Mirroring selecteren.......................................................... 199
Verbinden via Screen Mirroring met de Miracast-functie ........................................... 201
Verbinden via Screen Mirroring in Windows 10 ............................................................. 202
Verbinden via Screen Mirroring in Windows 8.1 ............................................................ 202
Beveiligde HTTP ............................................................................. 204
Een webservercertificaat importeren via de menu’s..................................................... 204
Ondersteunde webservercertificaten............................................................................ 205
Scherm delen.................................................................................. 206
Het scherm delen........................................................................................................................ 206
Scherm delen beëindigen.................................................................................................. 208
Gedeelde schermbeelden ontvangen ................................................................................ 209
Tekenen op gedeelde schermbeelden............................................................................... 209
Bewaking en bediening van de projector 210
Epson Projector Management ...................................................... 211
Een netwerkcomputer bedienen via een webbrowser .............. 212
Opties voor Webcontrole......................................................................................................... 213
Digitale certificaten registreren vanaf een webbrowser ........... 221
E-mailwaarschuwingen voor het projectornetwerk instellen... 222
E-mailwaarschuwingsberichten netwerkprojector........................................................ 222
Bewaking instellen met SNMP...................................................... 223
ESC/VP21-commando's gebruiken .............................................. 224
Lijst met ESC/VP21-commando's.......................................................................................... 224
Kabelindelingen........................................................................................................................... 224
PJLink-ondersteuning ................................................................... 225
Ondersteuning voor Crestron Connected ................................... 226
Ondersteuning voor Crestron Connected instellen ...................................................... 226
Schema’s projectorgebeurtenissen instellen.............................. 227
De menu-instellingen aanpassen 230
De projectormenu's gebruiken..................................................... 231
Het weergegeven toetsenbord gebruiken.................................. 232
Beschikbare tekst Het weergegeven toetsenbord gebruiken................................... 232
Instellingen Beeldkwaliteit - Menu Afbeelding .......................... 233
Instellingen ingangssignaal - Menu Signaal I/O ......................... 236
Installatie-instellingen projector - Menu Installatie................... 239
Inhoudsopgave
6
Instellingen projectorweergave - Menu Weergeven.................. 242
Instellingen projectorfuncties - Menu Bewerking ...................... 244
Beheerdersinstelling projector - Beheerdersinstelling.............. 247
Lijst Event ID-codes.................................................................................................................... 249
Instellingen projectornetwerk - Menu Netwerk ......................... 251
Menu Netwerk - Menu Netwerkinstellingen .................................................................... 251
Menu Netwerk - Menu Draadloos LAN......................................................................... 252
Menu Netwerk - Menu Vast netwerk............................................................................. 255
Menu Netwerk - Menu E-mailmelding.......................................................................... 255
Menu Netwerk - Menu Projectorbediening................................................................ 256
Menu Netwerk - Menu Netwerkprojectie .................................................................... 257
Instellingen projectorpen en aanraking - Menu Pen/aanraken 259
Interactieve instellingen projector - Menu Interactief............... 261
Menu Interactief - Menu Afdrukken .................................................................................... 262
Menu Interactief - Menu Opslaan......................................................................................... 262
Menu Interactief - Menu E-mail............................................................................................. 263
Menu Interactief - Menu Directory....................................................................................... 263
Bewerkingsinstellingen meerdere projectors - menu
Multiprojectie................................................................................. 266
Geheugeninstellingen Beeldkwaliteit - Menu Geheugen.......... 268
Instellingen configuratie van de projector - Menu ECO ............ 269
Aanvankelijke instellingen en resetopties projector - Menu
Aanvankelijke/Alle instellingen ................................................... 270
Menu-instellingen kopiëren tussen projectors
(Batchinstelling)............................................................................. 271
Instellingen overdragen vanaf een USB-flashstation.................................................... 271
Instellingen overdragen vanaf een computer ................................................................. 272
Foutmelding batchinstelling ............................................................................................ 273
De projector onderhouden 274
Onderhoud projector..................................................................... 275
De lens reinigen ............................................................................. 276
De projectorbehuizing reinigen ................................................... 277
Onderhoud van de luchtfilter en ventilatieopeningen.............. 278
De Luchtfilter Reinigen............................................................................................................. 278
De luchtfilter vervangen .......................................................................................................... 280
De interactieve penpunt vervangen............................................ 282
De Zachte Penpunt vervangen.............................................................................................. 282
De zachte penpunt vervangen door een harde penpunt........................................... 283
De firmware bijwerken.................................................................. 285
Firmware bijwerken met een USB-opslagapparaat....................................................... 285
De firmware bijwerken via een computer en een USB-kabel.................................... 286
Problemen oplossen 288
Projectieproblemen....................................................................... 289
Status projectorlampjes ................................................................ 290
Beeld- of geluidsproblemen oplossen......................................... 292
Oplossingen wanneer er geen beeld verschijnt ............................................................. 292
Oplossingen wanneer een beeld onjuist is bij gebruik van de USB Display-
functie ............................................................................................................................................. 292
Oplossingen wanneer het bericht "Geen signaal" verschijnt .................................... 293
Weergeven vanaf een Windows-laptop....................................................................... 293
Weergeven vanaf een Mac-laptop ................................................................................. 294
Oplossingen wanneer het bericht "Niet ondersteund" verschijnt........................... 294
Oplossingen wanneer alleen een gedeeltelijk beeld verschijnt............................... 294
Oplossingen wanneer het beeld niet rechthoekig is.................................................... 295
Oplossingen wanneer het beeld ruis bevat of statisch is............................................ 295
Oplossingen wanneer het beeld vaag of wazig is ......................................................... 296
Inhoudsopgave
7
Oplossingen wanneer de beeldhelderheid of kleuren onjuist zijn ......................... 296
Oplossingen wanneer een schaduwbeeld op het geprojecteerde beeld blijft.. 297
Oplossingen voor geluidsproblemen ................................................................................. 297
Oplossingen voor microfoonproblemen ........................................................................... 297
Oplossingen wanneer beeldbestandsnamen niet correct worden
weergegeven in PC Free .......................................................................................................... 298
Problemen met de bediening van de projector en de
afstandsbediening oplossen......................................................... 299
Oplossingen voor problemen met de voeding of het uitschakelen van de
projector......................................................................................................................................... 299
Oplossingen voor problemen met de afstandsbediening.......................................... 299
Oplossingen voor wachtwoordproblemen....................................................................... 300
Oplossing wanneer het bericht "De batterij voor de tijd is bijna leeg"
verschijnt........................................................................................................................................ 300
Problemen met interactieve functies oplossen .......................... 301
Oplossingen wanneer het bericht "Er is een fout opgetreden in Easy
Interactive Function." wordt weergegeven ...................................................................... 301
Oplossingen wanneer de interactieve pennen niet werken...................................... 301
Oplossingen wanneer u geen computer wilt bedienen vanaf het
geprojecteerde scherm ............................................................................................................ 302
Oplossing wanneer de interactieve penpositie niet nauwkeurig is........................ 302
Oplossingen wanneer de interactieve pennen langzaam of moeilijk te
gebruiken zijn............................................................................................................................... 302
Oplossingen wanneer de interactieve aanraakbewerking niet werkt.................... 303
Oplossingen voor problemen met het maken van opnamen, afdrukken,
opslaan of scannen .................................................................................................................... 303
Oplossingen wanneer de tijd onjuist is in de Whiteboardinstellingen.................. 304
Oplossingen wanneer de Whiteboard modus niet start ............................................. 304
Oplossingen voor problemen in de modus Inhoudsweergave. 305
Netwerkproblemen oplossen ....................................................... 306
Oplossingen wanneer de draadloze authenticatie mislukt........................................ 306
Oplossingen wanneer u geen toegang krijgt tot de projector via internet......... 306
Oplossingen wanneer e-mails met netwerkwaarschuwingen niet worden
ontvangen ..................................................................................................................................... 307
Oplossingen wanneer het beeld statisch is tijdens de netwerkprojectie ............. 307
Oplossingen wanneer u niet kunt verbinden met Screen Mirroring...................... 307
Oplossingen wanneer u geen twee Screen Mirroring-bronnen kunt
gebruiken....................................................................................................................................... 308
Oplossingen wanneer het beeld of geluid statisch is tijdens de Screen
Mirroring-verbinding................................................................................................................. 308
Oplossingen wanneer het geprojecteerde scherm niet correct wordt gedeeld 308
Oplossing wanneer u geen gedeelde afbeeldingen kunt ontvangen ................... 308
Oplossingen wanneer HDMI-link niet werkt ............................... 310
Bijlage 311
Optionele accessoires en reserveonderdelen............................. 312
Kabels .............................................................................................................................................. 312
Beugels............................................................................................................................................ 312
Voor interactieve functie.......................................................................................................... 312
Externe apparaten ...................................................................................................................... 312
Reserve-onderdelen................................................................................................................... 313
Voor draadloze verbinding ..................................................................................................... 313
Compatibele accessoires van andere projectors............................................................ 313
Schermgrootte en projectieafstand............................................. 314
Ondersteunde resoluties voor de monitorweergaven............... 316
Specificaties van de projector ...................................................... 322
Specificaties connectors........................................................................................................... 323
Externe afmetingen ....................................................................... 325
Systeemvereisten USB Display ..................................................... 327
Systeemvereisten Easy Interactive Driver................................... 328
Lijst met veiligheidssymbolen en -instructies ............................ 329
Informatie laserveiligheid............................................................. 331
Laserwaarschuwingslabels...................................................................................................... 331
Woordenlijst ................................................................................... 333
Mededelingen ................................................................................ 335
Inhoudsopgave
8
Indication of the manufacturer and the importer in accordance with
requirements of EU directive.................................................................................................. 335
Gebruiksbeperkingen................................................................................................................ 335
Referenties besturingssysteem.............................................................................................. 335
Handelsmerken............................................................................................................................ 336
Kennisgeving betreffende auteursrechten ....................................................................... 336
Toekenning auteursrechten.................................................................................................... 336
Gebruikte symbolen en tekens
Veiligheidssymbolen
De projector en de handleidingen gebruiken grafische symbolen en labels om inhoud aan te duiden die u vertelt hoe u de projector veilig kunt gebruiken.
Lees en volg de instructies die met deze symbolen en labels zijn aangeduid, nauwkeurig door om lichamelijk letsel of materiële schade te voorkomen.
Waarschuwing
Dit symbool duidt informatie aan die, als deze wordt genegeerd, kan resulteren in lichamelijk letsel of zelfs de dood tot gevolg hebben.
Let op
Dit symbool duidt informatie aan die, als deze wordt genegeerd, kan resulteren in lichamelijk letsel of fysieke schade als gevolg van foutief
handelen.
Algemene informatiesymbolen en -tekens
Let op
Dit label geeft procedures aan die kunnen leiden tot schade of letsel als er onvoldoende voorzichtigheid in acht wordt genomen.
Dit label wijst op extra informatie die nuttig is om weten.
[Knopnaam] Dit verwijst naar de naam van een knop op de afstandsbediening of het bedieningspaneel.
Bijvoorbeeld: de knop [Esc]
Menunaam/naam van instelling Dit verwijst naar het projectormenu en de namen van de instellingen.
Bijvoorbeeld:
Selecteer het menu Beeld
s Beeld > Geavanceerd
Dit label wijst op koppelingen naar verwante pagina's.
s
Dit label geeft het huidige menuniveau van de projector aan.
gg Verwante koppelingen
• "Gebruik de handleiding om informatie te zoeken" pag.10
• "De nieuwste versie van de documenten verkrijgen" pag.11
Gebruik de handleiding om informatie te zoeken
10
Met de PDF-handleiding kunt u op trefwoord naar informatie zoeken die u
nodig hebt of direct naar specifieke secties gaan met behulp van de
bladwijzers. U kunt ook alleen de pagina's afdrukken die u nodig hebt. In dit
gedeelte wordt uitgelegd hoe u een PDF-handleiding gebruikt die is geopend
in Adobe Reader X op uw computer.
gg Verwante koppelingen
• "Zoeken op trefwoord" pag.10
• "Er direct vanuit de bladwijzers naar toe gaan" pag.10
• "Alleen de pagina's afdrukken die u nodig hebt" pag.10
Zoeken op trefwoord
Klik op Bewerken > Geavanceerd zoeken. Voer uw zoekterm (tekst) in voor
informatie die u wilt vinden in het zoekvenster en klik vervolgens op Zoeken.
Treffers worden weergegeven als een lijst. Klik op een van de weergegeven
treffers om naar die pagina te gaan.
Er direct vanuit de bladwijzers naar toe gaan
Klik op een titel om naar die pagina te gaan. Klik op + of > om de titels op een
lager niveau in die sectie te bekijken. Om terug te keren naar de vorige pagina,
voert u de volgende handeling uit op uw toetsenbord.
• Windows: Houd Alt ingedrukt en druk vervolgens op ←.
• Mac OS: houd de Command-toets ingedrukt en druk vervolgens op ←.
Alleen de pagina's afdrukken die u nodig hebt
Het is mogelijk om alleen de pagina's die u nodig hebt te extraheren en af te
drukken. Klik op Afdrukken in het menu Bestand en geef vervolgens de
pagina's op die u wilt afdrukken in Pagina's in Af te drukken pagina's.
• Als u een reeks pagina's wilt opgeven, voert u een streepje in tussen de
beginpagina en de eindpagina.
Voorbeeld: 20-25
• Als u pagina's wilt opgeven die elkaar niet opvolgen, scheidt u de pagina's
met komma's.
Voorbeeld: 5, 10, 15
De nieuwste versie van de documenten verkrijgen
11
U kunt de nieuwste versie van de handleidingen en specificaties verkrijgen op
de website van Epson.
Bezoek epson.sn en voer de naam van uw projector in.
Kennismaken met uw projector
Raadpleeg dit deel voor meer informatie over de functies en namen van de onderdelen van de projector.
gg Verwante koppelingen
• "Kenmerken van de Projector" pag.13
• "Onderdelen en functies van de projector" pag.18
Kenmerken van de Projector
13
Deze projector is voorzien van deze speciale kenmerken. Raadpleeg deze
secties voor meer details.
De beschrijvingen in deze handleiding zijn van toepassing op de
projectorfirmware ver. 2.00 tenzij anders vermeld.
gg Verwante koppelingen
• "Laserlichtbron met lange levensduur" pag.13
• "Unieke interactieve functies" pag.13
• "Snelle en eenvoudige installatie" pag.14
• "Flexibele verbinding" pag.14
• "Projecteren voor tentoonstellingen" pag.16
• "Eenvoudige bediening vanaf het control pad" pag.16
• "Presentatie op grote schaal vanaf het whiteboard" pag.17
Laserlichtbron met lange levensduur
Een solid-state laserlichtbron biedt een virtueel onderhoudsvrij gebruik tot de
helderheid van de lichtbron wordt verminderd.
Unieke interactieve functies
Eenvoudige annotatie op het geprojecteerde scherm met de interactieve pen of
uw vinger (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi).
• Annotatie met of zonder een computer.
• Annotatie met twee pennen tegelijk.
• Projectorbewerkingen vanaf het geprojecteerde scherm.
• Inhoud van een aangesloten scanner scannen en weergeven.
• Uw inhoud via e-mail verzenden, opslaan of afdrukken zonder een
computer.
• Inhoud importeren vanaf een USB-station.
• Computerbewerkingen vanaf het geprojecteerde scherm.
• Op aanraking gebaseerde interactiviteit met uw vinger. (Er is een optionele
aanraakeenheid vereist voor EB‑1480Fi.)
Kenmerken van de Projector
14
gg Verwante koppelingen
• "De interactieve functies gebruiken" pag.105
Snelle en eenvoudige installatie
• De functie Dir. Inschakelen schakelt de projector in zodra u de stekker in
het stopcontact stopt.
• De functie Autom. inschakeling schakelt de projector in wanneer de
projector een beeldsignaal detecteert van de poort die u hebt opgegeven als
de bron voor Autom. inschakeling.
• Met de functie Startscherm kunt u gemakkelijk een invoerbron en nuttige
functies selecteren.
gg Verwante koppelingen
• "Startscherm" pag.57
• "De projector inschakelen" pag.56
Flexibele verbinding
Deze projector ondersteunt een uitgebreid gamma van gemakkelijk te
gebruiken verbindingsopties zoals hieronder weergegeven.
gg Verwante koppelingen
• "Verbinden met computers" pag.14
• "Verbinden met mobiele apparaten" pag.15
Verbinden met computers
• Verbinden met één USB-kabel voor het projecteren van beelden en het
uitvoeren van geluid (USB Display).
• Epson iProjection (Windows/Mac) voor het projecteren van maximaal vier
beelden tegelijk door het geprojecteerde scherm te splitsen. U kunt beelden
projecteren vanaf computers op het netwerk of vanaf smartphones of tablets
waarop Epson iProjection is geïnstalleerd.
Kenmerken van de Projector
15
Raadpleeg de Bedieningshandleiding voor Epson iProjection (Windows/Mac)
voor details.
a
• U kunt de nodige software en handleidingen downloaden vanaf de
volgende website:
epson.sn
gg Verwante koppelingen
• "Projectie vast netwerk" pag.184
• "Projectie draadloos netwerk" pag.188
• "Aansluiten op een computer voor USB-video en -audio" pag.36
Verbinden met mobiele apparaten
• Screen Mirroring voor het draadloos verbinden van uw projector en
mobiele apparaat via Miracast-technologie.
• Epson iProjection (iOS/Android) voor het draadloos verbinden van uw
projector en mobiele apparaat via de app die beschikbaar is in de App Store
of Google Play.
a
De gebruiker is verantwoordelijk voor eventuele kosten van de
communicatie met de App Store of Google Play.
• Epson iProjection (Chromebook) voor het draadloos verbinden van uw
projector en uw Chromebook-apparaat via de app die beschikbaar is in de
Chrome Web Store.
a
De gebruiker is verantwoordelijk voor eventuele kosten van de
communicatie met de Chrome Web Store.
gg Verwante koppelingen
• "Draadloze netwerkprojectie vanaf een mobiel apparaat (Screen Mirroring)"
pag.199
Kenmerken van de Projector
16
Projecteren voor tentoonstellingen
Met uw projector kunt u uw inhoud als digital signage projecteren voor
tentoonstellingen projecteren (EB‑805F/EB‑800F).
• Modus Inhoudsweergave voor het afspelen van uw afspeellijsten en om
kleur- en vormeffecten toe te voegen aan uw geprojecteerde beeld.
• U kunt een van de volgende methoden gebruiken voor het maken van
inhoud die wordt afgespeeld in de modus Inhoudsweergave.
• Met de software Epson Projector Content Manager kunt u afspeellijsten
maken en ze opslaan op een extern opslagapparaat. U kunt ook kleur- en
vormeffecten toevoegen aan uw geprojecteerd beeld en afspeellijsten
plannen.
Raadpleeg de Bedieningshandleiding voor Epson Projector Content
Manager voor details.
• Met Epson Web Control kunt u afspeellijsten maken met een webbrowser
en ze opslaan op een extern opslagapparaat dat is aangesloten op een
projector op een network. U kunt ook kleur- en vormeffecten toevoegen
aan het geprojecteerde beeld.
• Met de app Epson Creative Projection kunt u inhoud maken op iOS-
apparaten. U kunt inhoud ook draadloos overdragen naar de projector.
U kunt Epson Creative Projection downloaden van de App Store. De
gebruiker is verantwoordelijk voor eventuele kosten van de communicatie
met de App Store.
a
U kunt de nodige software en handleidingen downloaden vanaf de
volgende website:
epson.sn
gg Verwante koppelingen
• "Projecteren in de modus Inhoudsweergave" pag.150
Eenvoudige bediening vanaf het control pad
U kunt gemakkelijk veelgebruikte bewerkingen uitvoeren, zoals het in- en
uitschakelen van de projector en het veranderen van de bron via de control
pad (EB-1485Fi/EB‑805F/EB‑800F).
Door de Control Pad en de projector aan te sluiten via de HDBaseT-poort,
kunt u de projector en de ingangssignalen bedienen vanaf een locatie op
afstand, zoals een grote hal of evenementlocatie.
gg Verwante koppelingen
• "Projectoronderdelen - Control Pad" pag.27
• "Een computer verbinden met het Control Pad" pag.38
• "Een videobron aansluiten op de Control Pad" pag.41
• "Een USB-flashstation aansluiten op het Control Pad" pag.43
Kenmerken van de Projector
17
Presentatie op grote schaal vanaf het whiteboard
Door uw projector aan te sluiten op andere projectors via de HDMI Out-
poort, kunt u uw whiteboardbeeld gemakkelijk live projecteren op een groot
scherm. (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi)
gg Verwante koppelingen
• "Projectoronderdelen - Interface" pag.20
• "Aansluiten op een externe HDMI-monitor" pag.45
Onderdelen en functies van de projector
18
In de volgende secties worden de projectoronderdelen en hun functies
uitgelegd.
Alle functies in deze handleiding worden verklaard aan de hand van
afbeeldingen van EB‑1485Fi tenzij anders vermeld.
gg Verwante koppelingen
• "Projectoronderdelen - Voorkant/zijkant" pag.18
• "Projectoronderdelen - Bovenkant/zijkant" pag.19
• "Projectoronderdelen - Interface" pag.20
• "Projectoronderdelen - Onderkant" pag.22
• "Projectoronderdelen - Bedieningspaneel" pag.23
• "Projectoronderdelen - Afstandsbediening" pag.24
• "Projectoronderdelen - Interactieve pennen" pag.26
• "Projectoronderdelen - Penstand" pag.27
• "Projectoronderdelen - Control Pad" pag.27
• "Projectoronderdelen - Aanraakeenheid" pag.28
• "Veiligheidsinstructies voor de magneet" pag.29
Projectoronderdelen - Voorkant/zijkant
Naam Functie
A
Aan/uit-knop [ ]
Hiermee schakelt u de projector in of uit.
B
Indicatorlampjes Geeft de status van de projector aan.
C
Externe receiver Hiermee worden signalen vanaf de afstandsbediening
ontvangen.
Onderdelen en functies van de projector
19
Naam Functie
D
Luchtafvoerventiel Afvoerventilator voor lucht die is gebruikt voor het
afkoelen van het binnenste van de projector.
Let op
Houd tijdens de projectie gezicht noch handen
voor de luchtuitlaat; plaats evenmin
voorwerpen die door de warmte kunnen
vervormen of beschadigd raken in de buurt
van de uitlaat. De hete lucht uit de luchtuitlaat
kan brandwonden veroorzaken, voorwerpen
doen kromtrekken en ongevallen veroorzaken.
E
Voorklep Open deze om toegang te krijgen tot de hendel voor
scherpteregeling en het bedieningspaneel.
F
Bedieningspaneel Hiermee bedient u de projector.
G
Hendel voor
scherpteregeling
Hiermee wordt de scherpstelling voor het beeld
ingesteld.
H
Luidsprekers Geeft het geluid weer.
gg Verwante koppelingen
• "Status projectorlampjes" pag.290
• "Projectoronderdelen - Bedieningspaneel" pag.23
• "Scherpstellen op het beeld" pag.68
Projectoronderdelen - Bovenkant/zijkant
Naam Functie
A
Interactieve
penontvanger
(EB‑1485Fi/EB‑1480Fi
)
Ontvangt signalen van de interactieve pen.
Onderdelen en functies van de projector
20
Naam Functie
B
Projectielens Beelden worden geprojecteerd vanaf hier.
Waarschuwing
• Kijk tijdens het projecteren niet in de
projectielens.
• Plaats geen voorwerpen of uw handen in de
buurt van de projectielens. Dat kan
brandwonden of brand veroorzaken en
voorwerpen kunnen vervormen omdat de
geconcentreerde lichtbundel erg heet is.
C
Externe receiver Hiermee worden signalen vanaf de afstandsbediening
ontvangen.
D
Kabeldekselschroeven Schroeven om het kabeldeksel op zijn plaats te
bevestigen.
E
Kabeldeksel Draai de twee schroeven los en open het deksel
wanneer u kabels aansluit voor externe apparaten of de
draadloze LAN-module installeert.
F
Luchtfilterdeksel Openen om toegang te krijgen tot luchtfilter.
G
Luchttoevoer-
ventilator (luchtfilter)
Voert lucht in om de projector intern te koelen.
H
Voedingsingang Hierop sluit u de voedingskabel van de projector aan.
I
Beveiligingssleuf De beveiligingssleuf is compatibel met het door
Kensington geproduceerde Microsaver Security
System.
gg Verwante koppelingen
• "Onderhoud van de luchtfilter en ventilatieopeningen" pag.278
• "De interactieve pennen gebruiken" pag.108
• "Een beveiligingskabel installeren" pag.181
Projectoronderdelen - Interface
EB‑‑1485Fi/EB‑‑1480Fi
EB‑‑805F/EB‑‑800F
Naam Functie
A
HDMI Out-poort Voert videosignalen uit naar een externe monitor.
Door het aansluiten van een HDMI-kabel van deze
poort op de HDMI-poort van een andere projector,
kunt u een eenvormig beeldgebied projecteren vanaf
beide projectors (EB‑1485Fi/EB‑805F/EB‑800F).
Deze poort is compatibel met HDCP2.3.
Onderdelen en functies van de projector
21
Naam Functie
B
HDBaseT-poort
(EB‑1485Fi/EB‑805F/
EB‑800F)
Als u de Control Pad gebruikt, opent u de poortklep
om een LAN-kabel aan te sluiten tussen de projector en
de Control Pad.
C
Mic-poort
(EB‑1485Fi/EB‑1480Fi
)
Sluit hierop de microfoon aan.
D
HDMI1/HDMI2/HD
MI3-poorten
Voert videosignalen in vanaf HDMI-compatibele
videoapparatuur en computers.
Deze poort is compatibel met HDCP2.3.
E
Computer1/Compute
r2/Monitor Out-poort
Voert beeldsignalen in vanaf een computer.
Wanneer u de instelling Monitoruitgang wijzigt in het
menu Signaal I/O van de projector, kunt u de
Computer2/Monitor Out-poort gebruiken voor het
uitvoeren van het analoge RGB-signaal dat is ingevoerd
vanaf de Computer1-poort.
F
LAN-poort Gebruik deze poort voor het aansluiten van een LAN-
kabel voor verbinding met een netwerk.
G
USB-B1/USB-B2-
poorten
(EB‑1485Fi/EB‑1480Fi
)
USB-B-poort
(EB‑805F/EB‑800F)
USB-B1: gebruik dit om een USB-kabel aan te sluiten
op een computer om de interactieve pen te gebruiken
als een muis.
Gebruik deze poort voor het aansluiten van een USB-
kabel op de computer om computerbeelden te
projecteren. (Schakel eerst de instelling USB Display in
het menu Signaal I/O van de projector in.)
USB-B2: gebruik dit om een USB-kabel aan te sluiten
om het gebruik van interactieve functies met een mini-
pc te gebruiken. Selecteer de instellingen USB-B2 in
het menu Pen/aanraken om deze ingang te selecteren.
s Pen/aanraken > PC-interactiviteit > USB-B2
USB-B: gebruik deze poort voor het aansluiten van een
USB-kabel op de computer om computerbeelden te
projecteren.
Naam Functie
H
USB-A1/USB-A2-
poort
Gebruik deze poort voor het aansluiten van een USB-
geheugenapparaat of een digitale camera voor het
projecteren van films of beelden met de PC Free-
functie of in de modus Inhoudsweergave (alleen
EB‑805F/EB‑800F).
Gebruik deze poort voor het verbinden van de
optionele documentcamera.
Gebruik deze poort om een USB-kabel aan te sluiten op
de control pad bij het aansluiten van een USB-
opslagapparaat, printer of USB-toetsenbord op de
control pad (EB‑1485Fi/EB‑805F/EB‑800F).
Gebruik de USB-A2-poort voor het installeren van de
draadloze LAN-module.
I
SYNC IN/OUT-
poorten
(EB‑1485Fi/EB‑1480Fi
)
Bij gebruik van de interactieve functies in dezelfde
ruimte als meerdere versies van dezelfde projector,
moet u de optionele afstandsbedieningskabelset
aansluiten op de projectors. Als de kabelset is
aangesloten, werkt de interactieve pen stabiel.
J
TCH-poort
(EB‑1485Fi/EB‑1480Fi
)
Gebruik deze poort voor het aansluiten van de
bijgeleverde verbindingskabel op de aanraakeenheid.
K
Video-poort Ingang voor composietvideosignalen van
videobronnen.
L
Audio 1/Audio
2/Audio-poort
Audio 1: voert audio in van apparatuur die op de
Computer1-poort is aangesloten.
Audio 2: voert audio in van apparatuur die op de
Computer2-poort is aangesloten. Wanneer u een beeld
projecteert vanaf de optionele documentcamera, wordt
er audio ingevoerd via deze poort.
Audio: voert audio in van apparatuur die op de Video-
poort is aangesloten.
M
Audio Out-poort Verstuurt het geluidssignaal van de huidige invoerbron
naar een externe luidspreker.
N
RS-232C-poort Gebruik deze poort voor het aansluiten van een RS-
232C-kabel aan om de projector te beheren vanaf een
computer. (Deze poort dient voor besturing en wordt
normaliter niet gebruikt.)
Onderdelen en functies van de projector
22
Naam Functie
O
DC Out-poort Biedt een aansluiting voor een streaming mediaspeler
aan deze in te schakelen.
gg Verwante koppelingen
• "Projectoraansluitingen" pag.35
Projectoronderdelen - Onderkant
Naam Functie
A
Bevestigingspunt van
beveiligingskabel
Leid hier het anti-diefstal draadslot doorheen en sluit
het af.
U kunt hier ook de beveiligingskabel bevestigen die
voorkomt dat de projector van het plafond of de muur
kan vallen.
Naam Functie
B
Bevestigingspunten
voor wandmontage
(vier punten)
Bevestig de meegeleverde of optionele instelplaat voor
montage aan een muur.
C
Luchttoevoerventilato
r
Voert lucht in om de projector intern te koelen.
Waarschuwing
Om het blokkeren van de
luchttoevoerventilator onder de projector te
verwijderen, moet u verhinderen dat er
objecten, zoals een doek of papier, onder de
projector liggen.
D
Voeten vooraan
(EB‑805F/EB‑800F)
Als de projector op een plat oppervlak is geplaatst, bijv.
op een bureau, kunt u de voeten uitschuiven of
intrekken om de verticale beeldhoek aan te passen.
E
VESA-
bevestigingspunten
ophangbeugel (vier
punten)
Wanneer u de projector monteert aan het plafond of
verticaal op een bureau plaatst met een in de handel
verkrijgbare montageset die compatibel is met de
VESA-montage-interfacestandaard (100 × 100 mm),
gebruikt u deze punten voor het bevestigen van de
montage.
gg Verwante koppelingen
• "Een beveiligingskabel installeren" pag.181
Onderdelen en functies van de projector
23
Projectoronderdelen - Bedieningspaneel
Naam Functie
A
Knop [Menu] Hiermee wordt het menu van de projector weergegeven
en afgesloten.
B
[Home]-knop Hiermee wordt het Startscherm weergegeven en
gesloten.
C
[Enter]-knop [ ] Opent de huidige selectie en gaat naar het volgende
niveau terwijl het menu van de projector wordt
weergegeven.
Wanneer u een analoog RGB-signaal projecteert vanaf
de Computer-poort, worden de instellingen
Aanpassing analoog signaal (Tracking, Sync. en
Positie) geoptimaliseerd.
D
Keystone-
aanpassingsknoppen
en pijlknoppen
Hiermee geeft u het scherm Keystone weer, waarin u
de keystonevervorming kunt corrigeren.
Hiermee selecteert u menu-items terwijl het menu van
de projector wordt weergegeven.
Naam Functie
E
Knop [Source Search] Schakelt naar de volgende invoerbron.
F
Knop [Esc] Hiermee wordt de huidige functie gestopt.
Keert terug naar het vorige menuniveau tijdens het
weergeven van het menu van de projector.
G
Knoppen
Veraf/Kortbij en
pijlknoppen
[W]: hiermee maakt u het geprojecteerde beeld groter.
[T]: hiermee maakt u het geprojecteerde beeld kleiner.
Corrigeert horizontale keystonevervorming als het
scherm Keystone wordt weergegeven.
Hiermee selecteert u menu-items terwijl het menu van
de projector wordt weergegeven.
gg Verwante koppelingen
• "Startscherm" pag.57
• "De beeldvorm corrigeren met de keystone-knoppen" pag.71
• "Een beeldbron selecteren" pag.85
• "De grootte van het beeld aanpassen met de knoppen" pag.83
• "De menu-instellingen aanpassen" pag.230
Onderdelen en functies van de projector
24
Projectoronderdelen - Afstandsbediening
EB‑‑1485Fi/EB‑‑1480Fi
EB‑‑805F/EB‑‑800F
Naam Functie
A
Aan/uit-knop [ ]
Hiermee schakelt u de projector in of uit.
Onderdelen en functies van de projector
25
Naam Functie
B
[HDMI]-knop Schakelt de beeldbron tussen de HDMI- en HDBaseT-
poorten (alleen EB‑1485Fi/EB‑805F/EB‑800F).
C
[Computer]-knop Schakelt de beeldbron naar de Computer-poorten.
D
[Keystone]-knop
(EB‑805F/EB‑800F)
Hiermee geeft u het scherm Geometrische corr. weer,
waarin u de trapezium (“keystone”)-vervorming van
het geprojecteerde beeld kunt corrigeren.
E
[Effect]-knop
(EB‑805F/EB‑800F)
Hiermee geeft u het menu Overlay-effect weer in
Inhoudsweergavemodus.
F
Numerieke knoppen Voert nummers in het menu van de projector in terwijl
u de [Num]-knop ingedrukt houdt.
Voer in de modus Inhoudsweergave cijfers in terwijl u
de [Num]-knop ingedrukt houdt om uw favoriete
afspeellijsten af te spelen (EB‑805F/EB‑800F).
G
[Auto]-knop Wanneer u een analoog RGB-signaal projecteert vanaf
de Computer-poort, worden de instellingen
Aanpassing analoog signaal (Tracking, Sync. en
Positie) geoptimaliseerd.
H
[Num]-knop Houd deze knop ingedrukt om cijfers in te voeren met
de numerieke knoppen.
I
Knop [Menu] Hiermee wordt het menu van de projector weergegeven
en afgesloten.
J
Pijlknoppen Hiermee selecteert u menu-items terwijl het menu van
de projector wordt weergegeven.
K
[Enter]-knop [ ] Opent de huidige selectie en gaat naar het volgende
niveau terwijl het menu van de projector wordt
weergegeven.
L
Knop [User] Voert de instellingen uit die zijn toegewezen aan de
instelling Knop gebruiker in het menu Beheer van de
projector.
M
Knop [Color Mode] Wijzigt de kleurmodus.
N
[Aspect]-knop Wijzigt de hoogte-breedteverhouding.
O
Knoppen [E-Zoom]
+/–
Maakt het geprojecteerde beeld groter/kleiner.
P
Knop [A/V Mute] Hiermee schakelt u video en audio tijdelijk in of uit.
Naam Functie
Q
Knop [Split] Projecteert maximaal vier beelden van verschillende
beeldbronnen tegelijk door het geprojecteerde scherm
te splitsen.
R
[Home]-knop Hiermee wordt het Startscherm weergegeven en
gesloten.
S
[Freeze]-knop Pauzeert of hervat beelden.
T
Knoppen [Volume]
omhoog/omlaag
Hiermee past u het luidsprekervolume aan.
U
[Default]-knop Zet de instelling terug naar de standaard-waarde.
V
Knop [Esc] Hiermee wordt de huidige functie gestopt.
Keert terug naar het vorige menuniveau tijdens het
weergeven van het menu van de projector.
W
[ID]-knop Houd deze knop ingedrukt en gebruik de cijfertoetsen
om de ID in te stellen van de projector die u met de
afstandsbediening wilt bedienen.
X
Knop [USB Viewer]
(EB‑805F/EB‑800F)
Start de USB-viewer in Inhoudsweergavemodus.
Y
[LAN]-knop Schakelt de beeldbron tussen apparaten die via het
netwerk zijn verbonden.
Z
[USB]-knop Schakelt de beeldbron tussen het USB-scherm en de
USB-A-poort.
a
Knop [Source Search] Schakelt naar de volgende invoerbron.
b
LED
afstandsbediening
Zendt signalen van de afstandsbediening naar de
projector.
gg Verwante koppelingen
• "Projecteren in de modus Inhoudsweergave" pag.150
• "Aanpassen van de beeldkwaliteit (kleurmodus)" pag.91
• "Hoogte-breedteverhouding beeld" pag.87
• "Startscherm" pag.57
• "Een beeldbron selecteren" pag.85
• "In- en uitzoomen op beelden" pag.158
• "Het beeld en geluid tijdelijk uitschakelen" pag.156
Onderdelen en functies van de projector
26
• "Meerdere beelden tegelijk projecteren" pag.141
• "De video-actie tijdelijk stoppen" pag.157
• "Het volume regelen met de volumeknoppen" pag.103
• "Instellen van de projector-id" pag.164
• "De menu-instellingen aanpassen" pag.230
Projectoronderdelen - Interactieve pennen
De interactieve pennen worden alleen geleverd met EB‑1485Fi/EB‑1480Fi
Houd de pen vast om deze automatisch in te schakelen. Pennen schakelen
automatisch uit na 15 seconden wanneer u ze neerlegt.
Naam Functie
A
Penpunt Vervangbare zachte penpunt.
Als de zachte punt moeilijk te gebruiken is op een
oppervlak met een textuur, vervangt u dat door een
harde punt.
a
Als u een ultrabreed scherm gebruikt
met een beeldverhouding van 16:6,
gebruikt u alleen de harde penpunt
(EB‑1485Fi).
B
Batterij-indicator Druk op de knop aan de zijkant van de pen om de
resterende batterijlading aan te geven.
• Als de batterij is opgeladen, licht de indicator blauw
op totdat u de knop weer loslaat.
• Als de batterij bijna leeg is, knippert de indicator
blauw totdat u de knop weer loslaat.
• Licht niet op wanneer de batterij geheel leeg is.
Vervang de batterij.
C
Knop Voert de functie uit die is toegewezen aan de instelling
Actie voor penknop in het menu Interactief van de
projector.
Druk op de knop om een rechtsklikbewerking uit te
voeren terwijl u de pen gebruikt als een muis.
D
Riembevestigingspunt U kunt hier een los verkrijgbare riem bevestigen.
E
Batterijdeksel Open dit deksel als u de batterij vervangt.
gg Verwante koppelingen
• "De interactieve penpunt vervangen" pag.282
• "De interactieve pennen gebruiken" pag.108
• "Batterijen in de pennen installeren" pag.53
Onderdelen en functies van de projector
27
Projectoronderdelen - Penstand
De pennenhouder wordt alleen geleverd met de EB‑1485Fi/EB‑1480Fi.
Naam Functie
A
Voorklep Maak deze vast na het installeren van de penstand.
B
Opbergruimte
penpunten
Bewaar hier de penpunten.
C
Opbergruimte pennen Bewaar de pennen hier met de punt omlaag gericht.
D
Opbergruimte batterij Bewaar hier de AA-batterijen.
E
Schroefgaten (voor
installatie)
De schroefgaten voor het bevestigen van de penstand.
F
Installatiemagneten Magneten die worden gebruikt voor de installatie.
Projectoronderdelen - Control Pad
De Control Pad wordt alleen geleverd met de EB-1485Fi.
Naam Functie
A
Voorklep Om kabels aan te sluiten, opent u de klep door het lipje
op de bovenkant van de voorklep naar voren te
trekken.
Onderdelen en functies van de projector
28
Naam Functie
B
Indicatorlampjes Geeft de status van de Control Pad aan.
Voeding: als het lampje blauw is, betekent dit dat er
stroom wordt geleverd aan de Control Pad.
Link: als het lampje blauw is, betekent dit dat de
Control Pad communiceert met de projector.
C
Aan/uit-knop [ ]
Hiermee schakelt u de projector in of uit.
D
Knop
HDMI1/HDMI2
Schakelt de ingangsbron naar HDBaseT en projecteert
vanaf het apparaat dat is aangesloten op de HDMI1- of
HDMI2-poort op de Control Pad.
E
USB-A-poort Gebruik dit om een USB-opslagapparaat aan te sluiten.
F
USB-B-poort Gebruik dit om een USB-kabel aan te sluiten op de
computer om de interactieve pen te gebruiken als een
muis.
G
HDMI1-, HDMI2-
poort
Voert videosignalen in vanaf HDMI-compatibele
videoapparatuur en computers.
Deze poort is compatibel met HDCP2.3.
H
Kabelpad Voer de kabels hierdoor.
I
Kabelpad (boven) Voer de kabels hierdoor.
J
Schroefgaten (voor
installatie)
De schroefgaten voor het bevestigen van het control
pad.
K
HDBaseT-poort Open een poortklep om een LAN-kabel aan te sluiten
op de projector.
L
USB-B-poort Gebruik deze poort om een computer aan te sluiten op
de projector met een USB wanneer u een USB-apparaat
aansluit op de Control Pad.
M
Voedingsingang Gebruik deze ingang voor het aansluiten van de
voedingskabel op de Control Pad.
gg Verwante koppelingen
• "Projectoronderdelen - Control Pad" pag.27
• "Een computer verbinden met het Control Pad" pag.38
• "Een videobron aansluiten op de Control Pad" pag.41
• "Een USB-flashstation aansluiten op het Control Pad" pag.43
Projectoronderdelen - Aanraakeenheid
De aanraakeenheid wordt alleen geleverd met de EB-1485Fi.
Onderdelen en functies van de projector
29
Naam Functie
A
Schroefgaten (voor
installatie)
De schroefgaten voor het bevestigen van de
aanraakeenheid.
Verwijder de rubberen kapjes van de
schroefopeningen, maakt de aanraakeenheid vast en
plaats de rubberen kapjes terug om de schroeven te
verbergen.
B
Laserverspreidingspo
orten
Verspreid laserlicht om vingerposities te detecteren.
C
Indicatorlampje Licht op wanneer de aanraakeenheid wordt
ingeschakeld.
D
Schroefgaten (voor
installatie)
De schroefopeningen voor het vastmaken van de
aanraakeenheid op een in de handel verkrijgbare
tafelbevestiging wanneer deze verticaal op een bureau
wordt geïnstalleerd.
E
Beveiligingssleuf De beveiligingssleuf is compatibel met het door
Kensington geproduceerde Microsaver Security
System.
F
TCH-poort Sluit de projector aan op de aanraakeenheid met de
overeenkomende verbindingskabel.
G
Installatiemagneten Magneten die worden gebruikt voor de installatie.
Let op
• Sluit de aanraakeenheid niet aan op enige apparatuur, behalve de
EB‑1485Fi/EB‑1480Fi. Het apparaat kan defect raken of er kan laserlicht lekken
die de limiet overschrijdt.
• Zorg ervoor dat u de bijgeleverde aansluitkabel van de aanraakeenheid gebruikt.
Bewerkingen zijn niet mogelijk met een in de handel verkrijgbare kabel.
• Demonteer de aanraakeenheid niet als u deze weggooit. Weggooien volgens de
lokale of nationale wetten en regelgeving.
a
Raadpleeg de Installatiehandleiding van uw projector voor de
installatiemethoden van de aanraakeenheid en
hoekaanpassingsmethoden.
gg Verwante koppelingen
• "Veiligheidsvoorschriften voor interactieve aanraakbediening" pag.112
• "De interactieve aanraakbediening gebruiken met uw vinger" pag.110
• "De nieuwste versie van de documenten verkrijgen" pag.11
Veiligheidsinstructies voor de magneet
Zowel de penstand als de aanraakeenheid bevatten krachtige magneten. Zorg
dat u deze belangrijke richtlijnen volgt wanneer u deze apparaten gebruikt.
Waarschuwing
Gebruik het apparaat niet in de buurt van medische apparatuur, zoals pacemakers.
Wanneer u het apparaat gebruikt, moet u ook controleren of er geen medische
apparatuur, zoals een pacemaker, in de omgeving is. Als gevolg van
elektromagnetische storing kan medische apparatuur ontregeld raken.
Let op
• Gebruik het apparaat niet in de buurt van magnetische opslagmedia, zoals
magneetkaarten of elektronische precisieapparatuur, zoals computers, digitale
horloges of mobiele telefoons. De gegevens kunnen worden beschadigd of er kan
een storing optreden.
• Bij het installeren van het apparaat op een magnetisch oppervlak moet u
oppassen dat uw vingers of een ander deel van uw lichaam niet vast komt te
zitten tussen de magneet en het installatievlak.
De projector installeren
Volg de instructies in deze secties om uw projector te installeren.
gg Verwante koppelingen
• "Plaatsing van de projector" pag.31
• "Projectoraansluitingen" pag.35
• "Batterijen in de afstandsbediening plaatsen" pag.52
• "Batterijen in de pennen installeren" pag.53
• "Gebruik van de afstandsbediening" pag.54
Plaatsing van de projector
31
U kunt de projector aan een muur of plafond installeren, of op een tafel
plaatsen voor het projecteren van beelden.
Om de projector op een muur te installeren, moet u een optionele montage
gebruiken. Wanneer u de projector monteert vanaf het plafond of verticaal op
een bureau plaatst, kunt u een in de handel verkrijgbare montage gebruiken
die compatibel is met de VESA-montage-interfacestandaard (100 × 100 mm).
Let op de volgende punten wanneer u een locatie voor de projector selecteert:
• Plaats de projector op een stevig, horizontaal oppervlak of installeer het
apparaat met een compatibele beugel.
• Laat voldoende ruimte over rond en onder de projector voor ventilatie en
plaats het apparaat niet op of naast iets dat de ventilatieopeningen kan
blokkeren.
• Plaats de projector zo dat deze recht naar het scherm is gericht, niet in een
hoek.
a
Als u de projector niet recht voor het scherm kunt installeren, moet u
de keystone-vervorming corrigeren met de projectorbediening. Voor
beelden met de beste kwaliteit, raden wij u aan de installatiepositie
van de projector aan te passen om de correcte beeldgrootte en -vorm
te bereiken.
• Wanneer u de projector installeert op een vaste locatie, schakelt u de
instelling Vaste installatie in het menu Installatie van de projector in.
• Wanneer u de projector verticaal plaatst, zet u de instelling Verticale
installatie in het menu Installatie van de projector aan.
Waarschuwing
• Om de projector aan een wand of plafond op te hangen, moet u de projector op
een speciale manier monteren. Als u de projector niet correct installeert, kan
deze vallen en schade of letsels veroorzaken.
• Gebruik geen tape op de bevestigingspunten van de wandmontageplaat of ander
montagebevestigingspunten om te voorkomen dat deze losraken, en gebruik
geen smeermiddel, olie of soortgelijke substanties op de projector, anders kan de
behuizing van de projector breken waardoor deze uit de ophangbeugel kan
vallen. Hierdoor kan iemand die zich onder de beugel bevindt ernstig gewond
raken en kan de projector worden beschadigd.
• Als u de plafondmontage en de projector niet correct installeert, kan de projector
vallen. Zorg dat u, na het installeren van de specifieke Epson-beugel die uw
projector ondersteunt, de beugel aan alle bevestigingspunten voor
plafondmontage van de projector vastmaakt. Maak ook de projector en beugels
vast met behulp van draad die sterk genoeg is om hun gewicht vast te houden.
• Installeer de projector niet po een locatie die onderhevig is aan hoge percentages
stof of vochtigheid, of op een locatie die onderhevig is aan rook of stoom.
Anders kan brand of een elektrische schok worden veroorzaakt. De behuizing
van de projector zou tevens kunnen verslechteren en beschadigd worden,
waardoor de projector van de montage kan vallen.
Voorbeelden van omgevingen die ertoe zouden kunnen leiden dat de
projector valt als gevolg van verslechtering van de behuizing
• Locaties die onderhevig zijn aan overmatige rook of oliedeeltjes in de lucht,
zoals fabrieken of keukens
• Locaties die vluchtige oplosmiddelen of chemicaliën bevatten, zoals fabrieken
of laboratoria
• Locaties waar de projector onderworpen zou kunnen worden aan
reinigingsmiddelen of chemicaliën, zoals fabrieken of keukens
• Locaties waar aromatische oliën vaak worden gebruikt, zoals
ontspanningsruimtes.
• In de buurt van apparaten die overmatige rook, oliedeeltjes in de lucht of
schuim produceren bij voorvallen
Plaatsing van de projector
32
Waarschuwing
• Dek de luchttoevoer- en luchtafvoerventilatoren van de projector niet af. Als de
ventilatieopeningen worden afgedekt, kan de binnentemperatuur stijgen en
brand veroorzaken.
• De projector mag niet in locaties worden gebruikt of opgeslagen waar het wordt
onderworpen aan stof of vuil. De kwaliteit van het geprojecteerde beeld kan
anders verminderen of de luchtfilter kan verstopt raken. Dit kan resulteren in
een storing of brand.
• Niet installeren op een instabiel oppervlak of op een plek buiten de
gewichtspecificaties van de projector. Anders kan het vallen of omvallen en
daarmee een ongeval of letsel veroorzaken.
• Wanneer u het installeert op een hoge plek, dient u maatregelen te nemen tegen
vallen door gebruik te maken van draden om de veiligheid in een noodsituatie te
garanderen, zoals een aardbeving en daarmee ongevallen te voorkomen. Als u de
projector niet goed monteert, kan hij naar beneden vallen en letsel veroorzaken.
• Niet installeren op een locatie waar schade door zout kan optreden of op locaties
die onderhevig zijn aan corrosief gas, zoals zwavelhoudend gas van
warmtebronnen. Anders kan de projector vallen door corrosie. De projector kan
ook defect raken.
Let op
• Als u de projector gebruikt op een hoogte boven 1.500 m, zet u de instelling
Hoogtemodus in op Aan in het menu Installatie van de projector om te
garanderen dat de binnentemperatuur van de projector goed wordt geregeld.
• Installeer de projector bij voorkeur niet in een omgeving met een hoge
luchtvochtigheid of een omgeving met veel rook van open vuren of tabaksrook.
gg Verwante koppelingen
• "Configuratie van de projector en opties voor de montage" pag.32
• "Instellingen bij het Gebruik van de Interactieve Functies" pag.33
Configuratie van de projector en opties voor de
montage
U kunt de projector op de volgende manieren configureren of monteren:
Voor/achter
Voor ondersteboven/Achter ondersteboven
Plaatsing van de projector
33
Voor ondersteboven/Achter ondersteboven (verticaal)
Selecteer de juiste optie Projectie in het menu Installatie van de projector
volgens de installatiemethode die wordt gebruikt. Indien nodig, zet u de
instelling Knop wissel richting in het menu Bewerking van de projector aan
en past u de instelling Menu Rotatie in het menu Weergeven van de
projector aan.
a
• De standaardinstelling voor Projectie is Voor/Ondersteboven.
• U kunt de Projectie-instelling als volgt wijzigen door de knop [A/V
Mute] op de afstandsbediening ongeveer 5 seconden ingedrukt te
houden.
• Schakel Voorkant naar/van Voor/Ondersteboven
• Schakel Achterkant naar/van Achter/Ondersteboven
gg Verwante koppelingen
• "Projectiemodi" pag.63
• "De projectiemodus wijzigen via de afstandsbediening" pag.63
• "De projectiemodus wijzigen via de menu's" pag.63
Instellingen bij het Gebruik van de Interactieve
Functies
Als u de interactieve functies gebruikt, moet u projecteren vanaf de voorkant
van het scherm (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi).
Stel Projectie in op Voor/Ondersteboven of Voorkant.
Let op
De interactieve functies worden bediend via infraroodcommunicatie. Let op de
volgende punten bij het installeren van de projector.
• Installeer de projector niet in een hoek van 3˚ of meer. De interactieve functies
werken mogelijk niet correct.
• Zorg dat er geen fel licht of zonlicht schijnt op de interactieve penontvanger, het
projectiescherm, de projector zelf of de achterkant van de projector.
• Installeer de projector niet waar deze kan worden onderworpen aan direct
zonlicht door een venster. Dit kan ertoe leiden dat de interactieve functies niet
goed werken.
• Installeer de projector zo, dat de interactieve penontvanger zich niet te dicht bij
TL-verlichting bevindt. Als de omgeving te helder is, werken de interactieve
functies mogelijk niet goed.
• Als er stof op de interactieve penontvanger zit, kan dit de
infraroodcommunicatie verstoren en is het mogelijk dat de interactieve functies
niet goed werken. Maak de ontvanger schoon als deze vuil is.
• Breng geen verf of stickers aan op de klep van de ontvanger van de interactieve
pen.
• Bij gebruik van de interactieve functies mag u geen infraroodafstandsbediening
of microfoon gebruiken in dezelfde kamer. De interactieve pen kan defect raken.
• Gebruik geen apparaten die sterke ruis genereren, zoals roterende apparaten of
transformators, in de buurt van de projector, omdat de interactieve functies
mogelijk niet goed zullen werken.
Plaatsing van de projector
34
a
• Wij raden het gebruik van een glad scherm van het whiteboardtype
zonder oneffenheden aan. Als het projectiescherm oneffen is, kunnen
er vervormingen optreden in het geprojecteerde beeld.
• Vervormingen kunnen optreden in het geprojecteerde beeld,
afhankelijk van het materiaal van het scherm en de
installatiemethode.
• Bij gebruik van de interactieve functies moet u de projector zo
installeren, dat het geprojecteerde scherm een rechthoek zonder
enige vervorming is.
• Bij gebruik van de interactieve functies in dezelfde ruimte met
meerdere projectors kan de interactieve penbediening instabiel
worden. In dit geval sluit u de optionele afstandsbedieningskabelset
aan op de projectors en verandert u Projectors synchr. in Vast in het
menu Pen/aanraken van de projector.
s Pen/aanraken > Installatie van projectoren > Projectors
synchr.
gg Verwante koppelingen
• "Instellingen bij het Gebruik van de Aanraakeenheid" pag.34
• "Een computer aansluiten voor gebruik met de functies Interactief met pc"
pag.39
Instellingen bij het Gebruik van de Aanraakeenheid
Bij gebruik van de aanraakeenheid installeert u de projector met behulp van
een van de volgende methoden. De aanraakeenheid kan niet worden gebruikt
als een andere installatiemethode wordt gebruikt.
• Monteer de projector tegen een muur of hang het apparaat aan een plafond
en projecteer beelden vanaf de voorzijde van het scherm (de instelplaat of
een in de handel verkrijgbare ophangbeugel is vereist).
• Installeer verticaal op een bureau en projecteer vanaf de voorkant van het
bureau (een in de handel verkrijgbare tafelmontage is vereist).
Raadpleeg de Installatiehandleiding van uw projector voor de
installatiemethoden van de aanraakeenheid en hoekaanpassingsmethoden.
gg Verwante koppelingen
• "Veiligheidsvoorschriften voor interactieve aanraakbediening" pag.112
• "De interactieve aanraakbediening gebruiken met uw vinger" pag.110
• "De nieuwste versie van de documenten verkrijgen" pag.11
Projectoraansluitingen
35
U kunt de projector aansluiten op verschillende computer-, video- en
audiobronnen voor het weergeven van presentaties, films of andere beelden,
met of zonder geluid.
Let op
Controleer de vorm en oriëntatie van de aansluitingen op elk kabel die u wilt
aansluiten. Forceer geen aansluiting in een poort als het niet past. Het apparaat of
uw projector kan beschadigd of defect raken.
a
Raadpleeg de Introductiehandleiding voor een lijst van kabels die bij uw
projector zijn geleverd. Koop optionele of in de handel verkrijgbare
kabels indien nodig.
• Sluit een computer aan die voorzien is van een USB-poort, een standaard
video-uitgang (monitor) of een HDMI-poort.
• Sluit voor de videoprojectie apparaten aan, zoals dvd-spelers, spelconsoles,
digitale camera's en smartphones, met compatibele video-uitgangen.
• Als uw presentatie of video geluid bevat, kunt u audio-ingangskabels
aansluiten.
• Voor diavoorstellingen of presentaties zonder computer, kunt u USB-
apparaten (zoals een USB-stick of camera) of de optionele Epson-
documentcamera aansluiten.
gg Verwante koppelingen
• "Aansluiten op een computer" pag.35
• "Aansluiten op videobronnen" pag.40
• "Aansluiten op externe USB-apparaten" pag.42
• "Aansluiten op een documentcamera" pag.44
• "Verbinden met een HDBaseT-zender" pag.44
• "Een printer aansluiten" pag.45
• "Aansluiten op externe apparaten" pag.45
• "Meerdere projectors van hetzelfde model aansluiten" pag.47
• "De nieuwste versie van de documenten verkrijgen" pag.11
Aansluiten op een computer
Volg de instructies in deze secties voor het aansluiten van een computer op de
projector.
gg Verwante koppelingen
• "Aansluiten op een computer voor VGA-video en -audio" pag.35
• "Aansluiten op een computer voor USB-video en -audio" pag.36
• "Aansluiten op een computer voor HDMI-video en -audio" pag.37
• "Een computer verbinden met het Control Pad" pag.38
• "Aansluiten op een mini-pc die op een wandplaat is geïnstalleerd." pag.38
• "Een computer aansluiten voor gebruik met de functies Interactief met pc"
pag.39
Aansluiten op een computer voor VGA-video en -audio
U kunt de projector aansluiten op uw computer met een VGA-
computerkabel.
U kunt geluid afspelen via het luidsprekersysteem van de projector door een
in de handel verkrijgbare audiokabel met 3,5 mm stereo-minijack audiokabel
aan te sluiten.
a
• Voor het aansluiten van een computer die geen VGA-videopoort
heeft, hebt u een adapter nodig waarmee u kunt aansluiten op de
VGA-videopoort van de projector.
• Wanneer u een beeldbron projecteert die is aangesloten op de poort
Computer2/Monitor Out, stelt u Monitoruitgang in op Computer2
in het menu Signaal I/O van de projector.
• U kunt de poort die wordt gebruikt voor de audio-invoer ook
instellen wanneer u de computerbron projecteert als Audio-uitvoer
in het menu Signaal I/O van de projector.
• Controleer of de audiokabel voorzien is van het label "Geen
weerstand".
a
Sluit de VGA-computerkabel aan op de monitorpoort van uw
computer.
Projectoraansluitingen
36
b
Sluit het andere uiteinde aan op een Computer-poort op de projector.
c
Maak de schroeven op de VGA-aansluiting vast.
d
Sluit de audiokabel aan op de hoofdtelefoon- of audio-uitgang van uw
laptop, of op de luidspreker- of audio-uitgang van uw
desktopcomputer.
e
Sluit het andere uiteinde aan op de Audio-poort die overeenkomt met
de Computer-poort die u gebruikt.
Aansluiten op een computer voor USB-video en -audio
Als uw computer voldoet aan de systeemvereisten, kunt u video en audio
overbrengen naar de projector via de USB-poort van de computer. Deze
functie wordt USB Display genoemd. Sluit de projector aan op uw computer
met een USB-kabel.
a
• Als u een USB-hub gebruikt, is het mogelijk dat de verbinding niet
goed werkt. Sluit de USB-kabel daarom rechtstreeks op de projector
aan.
• Om de functie USB Display te gebruiken, zet u de instelling USB
Display op Aan in het menu Signaal I/O van de projector
(EB‑1485Fi/EB‑1480Fi).
• Wanneer u de control pad (ELPHD02) gebruikt, kan de projector de
beeldsignaalingang niet detecteren via de USB-B-poort van de
projector. Sluit de USB-kabel op het control pad aan. (EB‑1485Fi).
a
Sluit de kabel aan op de USB-B1- of USB-B-poort van uw projector.
b
Sluit het andere uiteinde aan op een beschikbare USB-poort op uw
computer.
c
Schakel de projector en uw computer in.
d
Voer één van de volgende zaken uit om de software Epson USB Display
te installeren:
Projectoraansluitingen
37
a
U hoeft deze software alleen te installeren wanneer u de projector
voor de eerste keer aansluit op de computer.
• Windows: selecteer EMP_UDSE.EXE uitvoeren in het
dialoogvenster dat wordt weergegeven om de software Epson USB
Display te installeren.
• Mac: de installatiemap voor Epson USB Display wordt weergegeven
op het scherm. Selecteer USB Display Installer en volg de instructies
op het scherm om de Epson USB Display software te installeren. Als
de map USB Display Instellingen niet automatisch wordt
weergegeven, dubbelklikt u op EPSON_PJ_UD > USB Display
Installer.
e
Volg alle instructies op het scherm.
Koppel de USB-kabel niet los of schakel de projector niet uit tot de
projector een beeld weergeeft.
De projector toont het beeld van het bureaublad van uw computer en voert
geluiden uit als uw presentatie audio bevat.
a
• Als de projector geen beelden projecteert, voert u een van de
volgende bewerkingen uit:
• Windows: Klik op Alle programma's > EPSON Projector > Epson
USB Display > Epson USB Display Ver.x.xx.
• Mac: Dubbelklik op het pictogram USB Display in de map
Programma.
• Voer één van de volgende bewerking uit wanneer u de projectie
beëindigt:
• Windows: koppel de USB-kabel los. Het is niet nodig Hardware
veilig verwijderen te gebruiken.
• Mac: selecteer Verbreek verbinding in het menu voor
pictogrammen USB Display in de menubalk of het Dock en
koppel de USB-kabel los.
gg Verwante koppelingen
• "Systeemvereisten USB Display" pag.327
Aansluiten op een computer voor HDMI-video en -audio
Als uw computer een HDMI-poort heeft, kunt u deze aansluiten op de
projector met een HDMI-kabel en het geluid van de computer verzenden met
het geprojecteerde beeld.
a
Voor het aansluiten van een Mac die geen HDMI-poort heeft, hebt u
een adapter nodig waarmee u kunt aansluiten op de HDMI-poort van
de projector. Neem contact op met Apple voor compatibele
adapteropties. Oudere Mac-computers (2009 en vroeger) bieden
mogelijk geen ondersteuning voor audio via de HDMI-poort.
a
Sluit de HDMI-kabel aan op de HDMI-uitgang van uw computer.
b
Sluit het andere uiteinde aan op de HDMI-poort van de projector.
a
Als u problemen ondervindt met de geluidsweergave via de HDMI-
aansluiting, sluit dan het ene uiteinde van een in de handel verkrijgbare
3,5 mm stereo-ministekker audiokabel aan op de Audio-poort van de
projector en het andere uiteinde op de audio-uitgang van de computer.
Selecteer de audio-ingang waarop u de aansluiting hebt uitgevoerd
onder de instelling HDMI-audio-uitvoer in het menu Signaal I/O van
de projector.
Projectoraansluitingen
38
Een computer verbinden met het Control Pad
Als uw computer een HDMI-poort heeft, kunt u deze aansluiten op de
projector met een HDMI-kabel en de audio van de computer verzenden met
het geprojecteerde beeld via de control pad (EB-1485Fi/EB‑805F/EB‑800F).
a
Voor het aansluiten van een Mac die geen HDMI-poort heeft, hebt u
een adapter nodig waarmee u kunt aansluiten op de HDMI-poort van
de projector. Neem contact op met Apple voor compatibele
adapteropties. Oudere Mac-computers (2009 en vroeger) bieden
mogelijk geen ondersteuning voor audio via de HDMI-poort.
a
Sluit de projector aan op de control pad.
Raadpleeg de Installatiehandleiding voor details over de
kabelaansluiting tussen de projector en de Control Pad.
b
Schakel de projector en uw computer in.
c
Zet de instelling ELPHD02 verbinden op Aan in het menu Signaal I/O
van de projector (EB‑805F/EB‑800F).
d
Sluit de HDMI-kabel aan op de HDMI1- of HDMI2-poort aan de
onderkant van de Control Pad en een beschikbare HDMI-poort op uw
computer.
e
Druk op de knop HDMI1 of HDMI2 op de Control Pad om het
invoerapparaat te selecteren.
De projector schakelt de ingangsbron naar HDBaseT, toont het beeld van het
bureaublad van uw computer en voert geluiden uit als uw presentatie audio
bevat.
gg Verwante koppelingen
• "De nieuwste versie van de documenten verkrijgen" pag.11
Aansluiten op een mini-pc die op een wandplaat is geïnstalleerd.
U kunt uw projector aansluiten op een mini-pc die is geïnstalleerd op een
wandplaat (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi).
Projectoraansluitingen
39
Let op
Dek de luchttoevoer- en luchtafvoerventilatoren van de mini-pc’s niet af. Als de
ventilatieopeningen worden afgedekt, kan de binnentemperatuur stijgen en een
defect veroorzaken.
a
Sluit de mini-pc en de HDMI-poort van de projector aan met de
HDMI-kabel.
b
Als u de interactieve functies gebruikt, sluit u de USB-kabel aan op de
USB-B2-poort van uw projector.
c
Sluit het andere uiteinde aan op een beschikbare USB-poort op uw
computer.
d
Schakel de projector en uw computer in.
e
Als u een USB-kabel hebt aangesloten, zet u de instelling USB-B2 in het
menu Pen/aanraken op de HDMI-poort die u hebt gebruikt voor het
aansluiten van uw mini-pc op de projector.
s Pen/aanraken > PC-interactiviteit > USB-B2
a
Als u problemen ondervindt met de geluidsweergave via de HDMI-
aansluiting, sluit dan het ene uiteinde van een in de handel verkrijgbare
3,5 mm stereo-ministekker audiokabel aan op de Audio-poort van de
projector en het andere uiteinde op de audio-uitgang van de computer.
Selecteer de audio-ingang waarop u de aansluiting hebt uitgevoerd
onder de instelling HDMI-audio-uitvoer in het menu Signaal I/O van
de projector.
Een computer aansluiten voor gebruik met de functies
Interactief met pc
Als de projector is aangesloten op een computer met een USB-kabel, kunt u
de computer vanaf het geprojecteerde scherm bedienen met de interactieve
pennen of met uw vinger (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi), net zoals u dat zou doen
met een muis. U kunt navigeren, opslaan en met de computerprogramma's
werken vanaf het geprojecteerde scherm.
a
Als u een USB-hub gebruikt, is het mogelijk dat de verbinding niet
goed werkt. Sluit de USB-kabel daarom rechtstreeks op de projector
aan.
a
Sluit de computer aan op uw projector met een andere
beeldsignaalkabel dan een USB-kabel.
Projectoraansluitingen
40
b
Sluit een USB-kabel aan op de USB-B1-poort van uw projector.
c
Sluit het andere uiteinde aan op een beschikbare USB-poort op uw
computer.
Aansluiten op videobronnen
Volg de instructies in deze secties voor het aansluiten van video-apparaten op
de projector.
a
• Als de poort op het apparaat dat u aansluit een vreemde vorm heeft,
gebruik dan de kabel die bij het apparaat werd geleverd of een
optionele kabel voor het aansluiten op de projector.
• Voor de verschillende uitgangssignalen van de aangesloten
videoapparatuur zijn er verschillende kabels.
• Sommige soorten videoapparatuur kunnen verschillende soorten
signalen produceren. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de
videoapparatuur als u wilt weten welke signalen kunnen worden
uitgevoerd.
gg Verwante koppelingen
• "Aansluiten op een HDMI-videobron" pag.40
• "Aansluiten op een samengestelde videobron" pag.40
• "Een videobron aansluiten op de Control Pad" pag.41
Aansluiten op een HDMI-videobron
Als uw videobron een HDMI-poort heeft, kunt u deze aansluiten op de
projector met een HDMI-kabel en het geluid van de beeldbron verzenden met
het geprojecteerde beeld.
Let op
Schakel de videobron niet in voordat u deze hebt aangesloten op de projector.
Hierdoor kunt u de projector beschadigen.
a
Sluit de HDMI-kabel aan op de HDMI-uitgang van uw videobron.
b
Sluit het andere uiteinde aan op de HDMI-poort van de projector.
a
Als u problemen ondervindt met de geluidsweergave via de HDMI-
aansluiting, sluit dan het ene uiteinde van een in de handel verkrijgbare
3,5 mm stereo-ministekker audiokabel aan op de Audio-poort van de
projector en het andere uiteinde op de audio-uitgang van uw
videobron. Selecteer de audio-ingang waarop u de aansluiting hebt
uitgevoerd onder de instelling HDMI-audio-uitvoer in het menu
Signaal I/O van de projector.
Aansluiten op een samengestelde videobron
Als uw videobron een samengestelde-videopoort heeft, kunt u deze aansluiten
op de projector met een videokabel in RCA-stijl of een A/V-kabel.
Projectoraansluitingen
41
U kunt geluid afspelen via het luidsprekersysteem van de projector door een
stereo-minijack audiokabel aan te sluiten.
a
Controleer of de audiokabel voorzien is van het label "Geen weerstand".
a
Sluit de kabel met de gele connector aan op de gele video-uitgang van
uw videobron.
b
Sluit het andere uiteinde aan op de Video-poort van de projector.
c
Sluit de audiokabel aan op de audio-uitgangen van uw videobron.
d
Sluit het andere uiteinde aan op de Audio-poort van de projector.
Een videobron aansluiten op de Control Pad
Als uw videobron een HDMI-poort heeft, kunt u deze aansluiten op de
projector met een HDMI-kabel en de audio van de beeldbron verzenden met
het geprojecteerde beeld via de control pad (EB-1485Fi/EB‑805F/EB‑800F).
Let op
Schakel de videobron niet in voordat u deze hebt aangesloten op de projector.
Hierdoor kunt u de projector beschadigen.
a
Sluit de projector aan op de control pad.
Raadpleeg de Installatiehandleiding voor details over de
kabelaansluiting tussen de projector en de Control Pad.
b
Schakel de projector en uw videobron in.
c
Zet de instelling ELPHD02 verbinden op Aan in het menu Signaal I/O
van de projector (EB‑805F/EB‑800F).
d
Sluit de HDMI-kabel aan op de HDMI1- of HDMI2-poort op de
onderkant van de Control Pad en elke beschikbare HDMI-poort op uw
videobron.
Projectoraansluitingen
42
e
Druk op de knop HDMI1 of HDMI2 op de Control Pad om het
invoerapparaat te selecteren.
De projector schakelt de ingangsbron naar HDBaseT, toont het beeld van uw
videobron en voert geluiden uit als uw presentatie audio bevat.
gg Verwante koppelingen
• "De nieuwste versie van de documenten verkrijgen" pag.11
Aansluiten op externe USB-apparaten
Volg de instructies in deze secties voor het aansluiten van externe USB-
apparaten op de projector.
gg Verwante koppelingen
• "Projectie USB-apparaat" pag.42
• "Verbinden met een USB-apparaat" pag.42
• "Een USB-flashstation aansluiten op het Control Pad" pag.43
• "Een USB-apparaat loskoppelen" pag.43
Projectie USB-apparaat
U kunt beelden en andere inhoud projecteren zonder hierbij een computer of
video-apparaat te gebruiken door één van deze apparaten aan te sluiten op uw
projector:
• USB-flashstation
• Digitale camera of smartphone
• USB-harde schijf
a
• Digitale camera's of smartphones moeten apparaten met USB zijn,
geen TWAIN-compatibele apparaten, en moeten compatibel zijn met
de USB-massaopslagklasse.
• USB-harde schijven moeten voldoen aan de volgende vereisten:
• Compatibel met USB-massaopslagklasse (niet alle apparaten van
USB-massaopslagklasse worden ondersteund)
• Geformatteerd in FAT16/32
• Met eigen stroomvoorziening via eigen stroomtoevoer (harde
schijven met stroomtoevoer via bus worden niet aanbevolen)
• Vermijd het gebruik van harde schijven met meerdere partities
U kunt diavoorstellingen van afbeeldingsbestanden projecteren naar een
aangesloten USB-apparaat.
U kunt ook afspeellijsten projecteren die beelden en films bevatten die zijn
opgeslagen op een USB-flashstation via de modus Inhoudsweergave
(EB‑805F/EB‑800F).
gg Verwante koppelingen
• "Projecteren in de modus Inhoudsweergave" pag.150
• "Een PC Free-presentatie projecteren" pag.144
Verbinden met een USB-apparaat
U kunt uw USB-apparaat aansluiten op de USB-A-poort van de projector en
deze gebruiken voor het projecteren van beelden en andere inhoud.
a
Als er een stroomadapter bij uw USB-apparaat is geleverd, sluit u het
apparaat aan op het stopcontact.
Projectoraansluitingen
43
b
Sluit de USB-kabel of het USB-flashstation aan op de USB-A-poort van
de projector zoals weergegeven.
Let op
• Gebruik de USB-kabel die is geleverd bij of is aanbevolen voor gebruik
met het apparaat.
• Sluit geen USB-hub of een USB-kabel die langer is dan 3 meter aan,
anders zal het apparaat mogelijk niet correct werken.
a
Selecteer USB1 als de beeldbron wanneer u een USB-apparaat
aansluit op een van de USB-A-poorten.
c
Sluit zo nodig het andere uiteinde aan op uw apparaat.
Een USB-flashstation aansluiten op het Control Pad
U kunt uw USB-stick aansluiten op de USB-A-poort op de control pad en
deze gebruiken voor het projecteren van beelden en andere inhoud (EB-
1485Fi/EB‑805F/EB‑800F).
a
Sluit de projector aan op de control pad.
Raadpleeg de Installatiehandleiding voor details over de
kabelaansluiting tussen de projector en de Control Pad.
a
Zorg dat de projector en de control pad zijn aangesloten met de
USB-kabel.
b
Zet de instelling ELPHD02 verbinden op Aan in het menu Signaal I/O
van de projector (EB‑805F/EB‑800F).
c
Sluit het USB-flashstation aan op de USB-A-poort op de onderkant van
de control pad.
a
Selecteer USB1 als de beeldbron voor het projecteren van
beelden op het USB-flashstation.
gg Verwante koppelingen
• "De nieuwste versie van de documenten verkrijgen" pag.11
Een USB-apparaat loskoppelen
Als u klaar bent met de presentatie met een aangesloten USB-apparaat,
koppelt u het apparaat los van het control pad of de projector.
Projectoraansluitingen
44
a
Schakel, indien nodig, het apparaat uit en koppel het los.
b
Koppel het USB-apparaat los van het control pad of de projector.
Aansluiten op een documentcamera
U kunt een documentcamera aansluiten op uw projector voor het projecteren
van beelden die door de camera worden weergegeven.
De verbindingsmethode verschilt afhankelijk van het model van uw Epson-
documentcamera. Raadpleeg de handleiding van de documentcamera voor
meer informatie.
Afhankelijk van uw projector en documentcameramodellen, kunt u de
documentcamera regelen via de interactieve functies.
a
• Selecteer USB2 als de beeldbron wanneer u een USB-
documentcamera aansluit op een van de USB-A-poorten.
• Het is niet mogelijk meerdere USB-documentcamera’s tegelijk te
gebruiken.
gg Verwante koppelingen
• "Een documentcamera bedienen" pag.135
• "De nieuwste versie van de documenten verkrijgen" pag.11
Verbinden met een HDBaseT-zender
Om een HDMI- of RS-232C-signaal over een lange afstand te verzenden, kunt
u de projector verbinden met een optionele HDBaseT-zender via een
100Base-TX-netwerkkabel (EB‑805F/EB‑800F). Dit is handig als u een signaal
wilt verzenden of de projector wilt bedienen vanaf een externe locatie, zoals
een zaal of een evenementenlocatie, omdat u een netwerkkabel met een lengte
tot 100 m kunt gebruiken. Om een goede gegevensoverdracht te garanderen,
dient u een STP-kabel Cat. 5e of beter te gebruiken. De werking is echter niet
gegarandeerd voor alle invoer-/uitvoerapparaten en omgevingen.
a
• Om communicatie van het Ehternet en seriële poorten op de zender
in te schakelen, zet u de instelling Bediening&communicatie op Aan
in het menu Signaal I/O van de projector. Als u deze instelling
inschakelt, worden de LAN- en RS-232C-poorten van de projector
uitgeschakeld.
s Signaal I/O > HDBaseT > Bediening&communicatie
• Als u een Extron XTP-zender of schakelaar hebt aangesloten op de
HDBaseT-poort van de projector, zet u de instelling Extron XTP op
Aan in het menu Signaal I/O van de projector.
s Signaal I/O > HDBaseT > Extron XTP
• Bekabelde afstandsbediening met de HDBaseT-poort is niet
beschikbaar.
• Als u de projector wilt bedienen wanneer de projector geen beelden
projecteert, zet u de instelling A/V-uitvoer op Altijd in het menu
Signaal I/O van de projector.
a
Schakel de projector en de HDBaseT-zender uit.
a
Zorg dat de projector en HDBaseT-zender uitgeschakeld zijn
wanneer u een netwerkkabel aansluit of loskoppelt tussen de
twee apparaten.
b
Sluit één uiteinde van de netwerkkabel aan op de HDBaseT-poort op de
zender.
c
Sluit het andere uiteinde aan op de HDBaseT-poort van de projector.
Projectoraansluitingen
45
a
Raadpleeg de documentatie die bij de HDBaseT-zender is
geleverd voor instructies over het aansluiten ervan op uw video-
apparaat of computer.
d
Schakel de projector en de HDBaseT-zender in.
Een printer aansluiten
U kunt een Epson-printer of alles-in-één-apparaat aansluiten op de USB-A-
poort en gebruiken voor het afdrukken van uw geprojecteerde en
aangetekende inhoud van het whiteboard (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi).
a
• Zorg dat de printer voldoet aan de vereisten van de
besturingsopdrachten.
• U kunt ook een netwerkprinter verbinden via het menu Afdrukken
in het menu Interactief van de projector.
• U kunt ook een printer aansluiten via de Control Pad.
a
Sluit de USB-kabel aan op de USB-A-poort van de projector. Zorg dat
de kabel niet langer is dan 5 m.
b
Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de USB Type B-poort op
de printer.
gg Verwante koppelingen
• "Tekeninhoud afdrukken" pag.128
Aansluiten op externe apparaten
Volg de instructies in deze secties voor het aansluiten van externe apparaten
op de projector.
gg Verwante koppelingen
• "Aansluiten op een externe HDMI-monitor" pag.45
• "Aansluiten op een VGA-monitor" pag.46
• "Aansluiten op Externe luidsprekers" pag.46
• "Een microfoon aansluiten" pag.47
Aansluiten op een externe HDMI-monitor
U kunt een externe HDMI-monitor aansluiten op de HDMI Out-poort op de
projector en deze gebruiken om de tekeninhoud en beelden van de huidige
ingangsbron weer te geven.
a
• U kunt het startscherm niet weergeven op een externe HDMI-
monitor.
• U kunt alleen beelden weergeven vanaf een Screen Mirroring-bron
wanneer de instelling Opname maken is ingesteld op Ingeschakeld.
s Netwerk > Netwerkinstellingen > Netwerkprojectie > Screen
Mirroring > Opname maken
a
Sluit de HDMI-kabel aan op de HDMI-ingang van uw monitor.
Projectoraansluitingen
46
b
Sluit het andere uiteinde aan op de HDMI Out-poort van de projector.
Aansluiten op een VGA-monitor
Als u projector hebt aangesloten op een computer met een Computer-poort,
kunt u ook een externe monitor aansluiten op de projector. Hiermee kunt u
uw presentatie zien op de externe monitor, zelfs als het geprojecteerde beeld
niet zichtbaar is.
Om beelden uit te voeren naar een externe monitor, zet u de instelling
Monitoruitgang in op Monitor Uit in het menu Signaal I/O van de
projector.
a
• Als u beelden wilt uitvoeren naar een externe monitor wanneer de
projector geen beelden projecteert, zet u de instelling A/V-uitvoer op
Altijd in het menu Signaal I/O van de projector.
• Inhoud die getekend is op het scherm met behulp van de interactieve
functies, wordt niet weergegeven op een externe monitor
(EB‑1485Fi/EB‑1480Fi). Om de getekende inhoud weer te geven op
een externe monitor, gebruikt u Easy Interactive Tools.
• Monitoren die een vernieuwingsfrequentie van minder dan 60 Hz
gebruiken, zullen de beelden mogelijk niet correct weergeven.
a
Zorg dat uw computer is aangesloten op de Computer-poort van de
projector.
a
• Als er twee computerpoorten zijn, moet u ervoor zorgen dat u
de Computer1-poort gebruikt.
• Alleen analoge RGB-signalen van de Computer1-poort kunnen
naar een externe monitor worden verzonden. U kunt geen
ingangssignalen verzenden vanaf andere ingangspoorten.
b
Sluit de kabel van de externe monitor aan op de Monitor Out-poort van
de projector.
Aansluiten op Externe luidsprekers
Om het geluid van uw presentatie te verbeteren, kunt u de projector
aansluiten op luidsprekers met eigen stroomvoorziening. U kunt het volume
bedienen vanaf de afstandsbediening van de projector.
Wanneer u audio uitvoert vanaf externe luidsprekers, stelt u de
Audiouitvoerapparaat in op AV-systeem in het menu Signaal I/O van de
projector. Indien er geen audio/videosysteem is aangesloten op de projector,
wordt de audio uitgevoerd vanaf de projector, zelfs als Audiouitvoerapparaat
is ingesteld op AV-systeem.
s Signaal I/O > HDMI-link > Audiouitvoerapparaat
Projectoraansluitingen
47
a
• Als u audio wilt uitvoeren naar een externe luidsprekers wanneer de
projector geen beelden projecteert, zet u de instelling A/V-uitvoer op
Altijd in het menu Signaal I/O van de projector.
• U kunt de projector ook aansluiten op een versterker met
luidsprekers.
• Het ingebouwde luidsprekersysteem van de projector wordt
uitgeschakeld wanneer u externe luidsprekers aansluit.
a
Zorg dat uw computer of videobron is aangesloten op de projector met
zowel audio- als videokabels zoals nodig.
b
Zoek de geschikte kabel voor het aansluiten op uw externe luidsprekers,
zoals een stereo ministekker-naar-connectorkabel of een ander type
kabel of adapter.
c
Sluit het ene uiteinde van de kabel aan op uw externe luidsprekers zoals
nodig.
d
Sluit het uiteinde met de stereo ministekker aan op de Audio Out van
uw projector.
Een microfoon aansluiten
U kunt een microfoon aansluiten op de Mic-poort van uw projector om
audio-ondersteuning te bieden tijdens presentaties (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi).
a
• Microfoonvoeding wordt niet ondersteund.
• Als u audio wilt uitvoeren vanaf een microfoon wanneer de projector
geen beelden projecteert, zet u de instelling A/V-uitvoer op Altijd in
het menu Signaal I/O van de projector.
• Pas Vol. microfooningang aan in het menu Signaal I/O van de
projector als het microfoongeluid moeilijk hoorbaar is of als het te
hard is, waardoor gekraak optreedt.
a
Sluit de microfoonkabel aan op de Mic-poort van de projector.
b
Schakel indien nodig de microfoon in.
Meerdere projectors van hetzelfde model aansluiten
U kunt één eenvormig beeld maken dat is geprojecteerd vanaf meerdere
projectors (EB-1485Fi/EB‑805F/EB‑800F). Het beeld wordt horizontaal
eenvormig gemaakt.
Projectoraansluitingen
48
a
Sluit de computer en de projectors aan met de HDMI-kabels zoals
weergegeven.
a
Als u drie of meer projectors aansluit, moet u de projectors in
serie aansluiten zoals weergegeven.
b
Als u de interactieve functies zult gebruiken, sluit u het ene uiteinde
van de kabel aan op de SYNC OUT-poort van de ene projector en het
andere uiteinde op de SYNC IN-poort op de andere projector zoals
weergegeven.
a
Als u drie of meer projectors aansluit, kunt u de interactieve
functies niet gebruiken.
c
Als u de interactieve functies wilt gebruiken, sluit dan de projectors aan
met de USB-kabels zoals weergegeven.
a
Wanneer u de instelling USB-B2 instelt op Uit in het menu
Pen/aanraken van de projector, sluit u de USB-kabel aan op
USB-B1-poort van de andere projector. Wanneer u de instelling
USB-B2 op iets anders dan Uit instelt, sluit u de USB-kabel aan
op de USB-B2-poort van de andere projector.
d
Druk op de knop [Menu] op het bedieningspaneel of de
afstandsbediening.
e
Kies voor de instelling Kleurmodus voor Multiprojectie in het menu
Afbeelding van de projector voor alle projectors.
f
Selecteer de nodige instellingen HDMI-uitvoerinstelling en Projectors
synchr. (alleen EB‑1485Fi/EB‑1480Fi) in de menu’s van de projector.
Raadpleeg de lijst van instellingen voor meer informatie.
Projectoraansluitingen
49
a
U moet mogelijk de projector opnieuw opstarten. Volg de
aanwijzingen op het scherm.
g
Selecteer de nodige instellingen in het menu Multiprojectie van de
projector om een naadloos eenvormig beeldgebied te maken.
h
Als u de interactieve functies wilt gebruiken, zet dan de instelling EDID
voor HDMI of HDBaseT op 3240×1080/60Hz in het menu Signaal I/O
van de projector.
i
Selecteer de nodige instellingen in het menu Pen/aanraken om de
interactieve penpositie en de vingeraanraakpositie te kalibreren.
Raadpleeg de Installatiehandleiding voor instructies over het kalibreren
van de interactieve pen- en vingeraanraakposities.
j
Druk op [Menu] of [Esc] om de menu's af te sluiten.
gg Verwante koppelingen
• "Menu-instellingen voor meerdere projectoraansluitingen" pag.49
• "De randen van het beeld laten overlappen" pag.168
• "Het zwartniveau aanpassen" pag.171
• "Een beeld schalen" pag.175
• "Kleurgelijkheid aanpassen" pag.166
• "De beeldkleuren afstemmen" pag.170
• "De nieuwste versie van de documenten verkrijgen" pag.11
Menu-instellingen voor meerdere projectoraansluitingen
Voor gebruik met interactieve functies
Raadpleeg de volgende tabellen voor meer details over menuinstellingen
wanneer u meerdere projectors aansluit en de interactieve functie gebruikt in
een eenvormig beeldgebied. Wanneer u de interactieve functies gebruikt, kunt
u twee projectoren in serie aansluiten.
a
Wanneer u de instelling USB-B2 instelt op Uit in het menu
Pen/aanraken van de projector, sluit u de USB-kabel aan op USB-B1-
poort van de andere projector. Wanneer u de instelling USB-B2 op iets
anders dan Uit instelt, sluit u de USB-kabel aan op de USB-B2-poort
van de andere projector.
Instellingen Afbeelding
Instellingsitem
A B
Projector links
(aangesloten op de
computer)
Projector rechts
Kleurmodus Multiprojectie Multiprojectie
Projectoraansluitingen
50
Instellingen Signaal I/O
Instellingsitem
A B
Projector links
(aangesloten op de
computer)
Projector rechts
EDID 3240×1080/60Hz 3240×1080/60Hz
Instellingen Pen/aanraken
Instellingsitem
A B
Projector links
(aangesloten op de
computer)
Projector rechts
Installatie van projectoren
> Projectors synchr.
Vast Vast
a
Als u de projector in dezelfde ruimte gebruikt als een andere projector
die geen ondersteuning biedt voor kabelverbinding, zet u de instelling
Infrarood intensiteit op Sterk.
Instellingen Multiprojectie
Instellingsitem
A B
Projector links
(aangesloten op de
computer)
Projector rechts
HDMI-uitvoerinstelling Verwerken uit Verwerken uit
Volgorde Specificeert de positie van deze projector in
nummervolgorde van links naar rechts
Computer verbinden Ja Nee
Randoverlapping > Alle
randen > Startpositie
mengen
0 0
Instellingsitem
A B
Projector links
(aangesloten op de
computer)
Projector rechts
Randoverlapping > Alle
randen >
Overlappingsbereik
600 600
Voor gebruik zonder interactieve functies
Raadpleeg de volgende tabellen voor meer details over menuinstellingen
wanneer u meerdere projectors aansluit om een horizontaal breed scherm te
maken zonder de interactieve functie. Wanneer u de interactieve functies niet
gebruikt, kunt u tot vier projectoren in serie aansluiten.
Instellingen Afbeelding
Instellingsitem
A B C
Projector links
(aangesloten op de
computer)
Projectors in het
midden
Projector rechts
Kleurmodus Multiprojectie Multiprojectie Multiprojectie
Projectoraansluitingen
51
Instellingen Multiprojectie
Instellingsitem
A B C
Projector links
(aangesloten op de
computer)
Projectors in het
midden
Projector rechts
HDMI-
uitvoerinstelling
Pass-through Pass-through Pass-through
Aantal projectors Geef het aantal projectors op dat in serie is geschakeld
Volgorde Specificeert de positie van deze projector in nummervolgorde
van links naar rechts
a
Na het instellen van Aantal projectors en Volgorde, moet u de
projector mogelijk opnieuw opstarten. Volg de aanwijzingen op het
scherm.
Batterijen in de afstandsbediening plaatsen
52
De afstandsbediening werkt met twee AA-batterijen die bij de projector zijn
geleverd.
Let op
Lees de Veiligheidsvoorschriften voordat u aan de slag gaat met de batterijen.
a
Vervang de batterijen zodra ze leeg zijn. De afstandsbediening gebruikt
twee AA mangaan- of alkalinebatterijen.
a
Verwijder de batterijklep zoals weergegeven.
b
Verwijder de oude batterijen indien nodig.
a
Gooi lege batterijen weg in overeenstemming met de lokale
voorschriften.
c
Plaats de batterijen met de uiteinden + en – in de weergegeven richting.
Waarschuwing
Plaats de batterijen aan de hand van de plus- (+) en mintekens (–) in de
batterijhouder. Als de batterijen verkeerd worden gebruikt, kan hij
ontploffen of gaan lekken en brand, letsel of productschade veroorzaken.
d
Plaats de batterijklep terug en druk deze omlaag tot de klep op zijn
plaats klikt.
Batterijen in de pennen installeren
53
De interactieve pen gebruikt één AA-batterij die bij de pen is geleverd.
Let op
Lees de Veiligheidsvoorschriften voordat u aan de slag gaat met de batterij.
a
Wanneer de batterij bijna leeg is, knippert de penindicator wanneer u
op de zijkant van de pen op de knop drukt.
Wanneer de batterij leeg is, dooft de indicator op de pen. Vervang de
batterij zodra deze leeg is. De interactieve pen gebruikt een AA
mangaanbatterij, AA-alkalinebatterij of een oplaadbare Eneloop-
batterij (BK-3MCC).
a
Open de batterijklep zoals weergegeven.
b
Verwijder de oude batterijen indien nodig.
a
Gooi lege batterijen weg in overeenstemming met de lokale
voorschriften.
c
Plaats de batterij met de uiteinden + en – in de weergegeven richting.
Waarschuwing
Plaats de batterij aan de hand van de plus- (+) en mintekens (–) in de
batterijhouder. Als de batterij verkeerd wordt gebruikt, kan hij ontploffen of
gaan lekken en brand, letsel of productschade veroorzaken.
d
Plaats de batterijklep terug en druk deze omlaag tot de klep op zijn
plaats klikt.
Gebruik van de afstandsbediening
54
Met de afstandsbediening kunt u de projector bedienen vanaf nagenoeg overal
in de kamer.
Zorg dat u de afstandsbediening naar de ontvangers op de projector richt
binnen de hier weergegeven afstand en hoeken.
a
Vermijd het gebruik van de afstandsbediening in omstandigheden met
felle tl-lampen of in direct zonlicht, anders zal de projector niet
reageren op opdrachten. Als u de afstandsbediening langere tijd niet
zult gebruiken, moet u de batterijen verwijderen.
De basisfuncties van de projector gebruiken
Volg de instructies in deze secties om de basisfuncties van de projector te gebruiken.
gg Verwante koppelingen
• "De projector inschakelen" pag.56
• "De projector uitschakelen" pag.59
• "De datum en tijd instellen" pag.60
• "De taal voor de menu's van de projector selecteren" pag.62
• "Projectiemodi" pag.63
• "Het schermtype instellen" pag.65
• "Scherpstellen op het beeld" pag.68
• "Beeldvorm" pag.71
• "De grootte van het beeld aanpassen met de knoppen" pag.83
• "De beeldpositie bijstellen" pag.84
• "Een beeldbron selecteren" pag.85
• "Hoogte-breedteverhouding beeld" pag.87
• "Aanpassen van de beeldkwaliteit (kleurmodus)" pag.91
• "De beeldkleur aanpassen" pag.94
• "De beeldresolutie bijstellen" pag.98
• "De helderheid aanpassen" pag.100
• "Het volume regelen met de volumeknoppen" pag.103
• "De audiokanalen omwisselen" pag.104
De projector inschakelen
56
Zat de computer of videoapparatuur die u wilt gebruiken aan nadat u de
projector hebt ingeschakeld.
a
Sluit de voedingskabel aan op de voedingsingang van de projector en
steek de stekker in het stopcontact.
Het voedingslampje van de projector licht blauw op. Dit geeft aan dat
de projector stroom krijgt, maar nog niet is ingeschakeld (de projector
staat in stand-bymodus).
b
Druk op de voedingsknop op de projector of de afstandsbediening om
de projector in te schakelen.
De projector piept en het statuslampje knippert blauw terwijl de
projector bezig is met opwarmen. Zodra de projector is opgewarmd,
stopt het statuslampje met knipperen en wordt het blauw.
a
• U kunt ook de voedingsknop op de control pad gebruiken.
• Wanneer Snel opstarten is ingeschakeld in het menu
Bewerking van de projector, is de projector binnen enkele
seconden gebruiksklaar wanneer u de volgende keer op de
voedingsknop drukt.
Probeer het volgende als u geen geprojecteerd beeld ziet.
• Schakel de aangesloten computer of het video-apparaat in.
• Wijzig de schermuitgang van de computer wanneer u een laptop gebruikt.
• Stop een dvd of andere videomedia en druk op Afspelen (indien nodig).
• Druk op de afstandsbediening of het bedieningspaneel op de knop [Source
Search] om de bron te detecteren.
• Druk op de afstandsbediening op de knop voor de gewenste videobron.
• Als het Startscherm wordt weergegeven, selecteert u de bron die u wilt
projecteren.
Waarschuwing
• Kijk nooit direct in de projectorlens wanneer de lichtbron aan is. Dit kan schade
aan uw ogen veroorzaken en is vooral gevaarlijk voor kinderen.
• Wanneer u de projector van op een afstand inschakelt met behulp van de
afstandsbediening, moet u ervoor zorgen dat er niemand in de lens kijkt.
• Als het licht van de projector wordt geblokkeerd, wordt het gebied waarop het
licht schijnt warm waardoor het kan smelten, verbranden of vlam vatten. De lens
kan ook warm worden door het gereflecteerde licht waardoor de projector ook
defect kan raken. Om de projectie te stoppen, gebruikt u de knop A/V dempen
of schakelt u de projector uit.
a
• Wanneer de instelling Dir. inschakelen is ingesteld op Aan in het
menu Bewerking van de projector, wordt de projector ingeschakeld
zodra u deze aansluit. Houd ermee rekening dat de projector ook
automatisch wordt ingeschakeld na herstel van een stroomuitval.
• Als u een specifieke poort selecteert als de instelling Autom.
inschakeling in het menu Bewerking van de projector, wordt de
projector ingeschakeld zodra deze een signaal of kabelaansluiting van
deze poort detecteert.
De projector inschakelen
57
gg Verwante koppelingen
• "Startscherm" pag.57
• "Instellingen projectorfuncties - Menu Bewerking" pag.244
Startscherm
Met de functie Startscherm kunt u gemakkelijk een beeldbron selecteren en
nuttige functies openen. U kunt het Startscherm weergeven door op het
bedieningspaneel of de afstandsbediening op de knop [Home] te drukken. Het
Startscherm wordt ook weergegeven wanneer u de projector inschakelt en er
geen signaal wordt ingevoerd.
Druk op de pijlknoppen op het bedieningspaneel of de afstandsbediening om
een menu-item te selecteren en druk dan op [Enter].
U kunt ook menu-items selecteren met de interactieve pen of met uw vinger
(EB‑1485Fi/EB‑1480Fi).
A
Selecteert de bron die u wilt projecteren.
Een vinkje verschijnt bovenaan rechts van de huidige ingangsbron.
U kunt een voorbeeld van het huidige ingevoerde beeld voor de meeste bronnen
bekijken als miniatuur (anders dan de USB/ ingangsbron in de modus
Inhoudsweergave).
B
Schakelt de projector uit (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi).
C
Sluit het startscherm (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi).
D
Start de Whiteboard modus (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi).
E
Projecteert beelden van twee of vier verschillende beeldbronnen tegelijk in een
rasterformaat.
F
Deelt uw geprojecteerde schermafbeelding met andere projectors die verbonden
zijn met hetzelfde netwerk.
G
Toont de Verbindingsgids. U kunt de draadloze verbindingsmethoden
selecteren in overeenstemming met de apparaten die u gebruikt, zoals
smartphones of computers.
H
Hiermee kunt u de volgende algemene projectorinstellingen selecteren (de
instellingen kunnen verschillen afhankelijk van andere geselecteerde
instellingen):
• Kleurmodus
• Helderheidsniveau
• Volume
• Geometrische corr. (H/V-Keystone en Quick Corner zijn beschikbaar.)
• Autom. kalibreren (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi)
• Hoogte-breedte
a
• De instelling Geometrische corr. Wordt alleen
weergegeven wanneer Vaste installatie is ingesteld op
Uit en Geometrische corr. is ingesteld op H/V-
Keystone of Quick Corner in het menu Installatie van
de projector.
• Na het uitvoeren van Geometrische corr. Met de
interactieve pennen of uw vinger, moet u het systeem
opnieuw kalibreren (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi).
I
Gaat nar de vorige of volgende pagina als er meer dan negen beschikbare
ingangsbronnen zijn.
De projector inschakelen
58
J
Toont de naam en het trefwoord van de projector.
K
Toont de huidige tijd.
a
Het Startscherm verdwijnt na 10 minuten inactiviteit.
gg Verwante koppelingen
• "Whiteboardschermen (whiteboardmodus)" pag.113
• "Scherm delen" pag.206
• "Meerdere beelden tegelijk projecteren" pag.141
De projector uitschakelen
59
Schakel de projector uit na gebruik.
a
• Schakel dit product uit wanneer het niet in gebruik is om de
levensduur van de projector te verlengen. De levensduur van de
lampbron verschilt afhankelijk van de geselecteerde modus, de
omgevingsomstandigheden en het gebruik. De helderheid vermindert
na verloop van tijd.
• Als de instelling Kalibratie licht is ingesteld op Periodiek uitvoeren
in het menu Beheer van de projector, start de kalibratie van de
lichtbron automatisch als u de projector uitschakelt en de volgende
omstandigheden aanwezig zijn:
• 100 uur is verstreken sinds de laatste lichtbronkalibratie
• U hebt de projector ononderbroken gebruikt gedurende meer dan
20 minuten
a
Druk op de voedingsknop op het bedieningspaneel of de
afstandsbediening.
a
U kunt ook de voedingsknop op de control pad gebruiken.
De projector toont een scherm met de bevestiging van het uitschakelen.
b
Druk opnieuw op de voedingsknop. (Druk op een willekeurige andere
knop om het apparaat ingeschakeld te houden.)
De projector piept twee keer, de lichtbron wordt uitgeschakeld en het
statuslampje dooft.
c
Om de projector te transporteren of op te bergen, controleer of het
voedingslampje blauw is (niet knipperend) en het statuslampje uit is.
Koppel dan de voedingskabel los.
De datum en tijd instellen
60
U kunt de datum en tijd instellen voor de projector.
a
Zet de projector aan.
b
Druk op de knop [Menu] op het bedieningspaneel of de
afstandsbediening.
c
Selecteer de instelling Beheer en druk op [Enter].
d
Selecteer de instelling Datum & tijd en druk op [Enter].
e
Selecteer de instelling Datum & tijd en druk op [Enter].
U ziet dit scherm:
f
Selecteer Datum, druk op [Enter] en gebruik het weergegeven
toetsenbord om de datum van vandaag in te voeren.
g
Selecteer Tijd, druk op [Enter] en gebruik het weergegeven toetsenbord
om de huidige tijd in te voeren.
h
Selecteer Tijdsverschil (UTC), druk op [Enter] en stel het tijdverschil
met de gecoördineerde universele tijd in.
i
Wanneer u klaar bent, selecteert u Instellen en drukt u op [Enter].
De datum en tijd instellen
61
j
Om de zomertijd te activeren, selecteert u de instelling Zomertijd
instellen en zet u deze op Aan. Selecteer dan de instellingen.
k
Wanneer u klaar bent, selecteert u Instellen en drukt u op [Enter].
l
Om de tijd automatisch bij te werken via een internettijdserver,
selecteert u de instelling Internettijd en zet u deze op Aan. Selecteer
dan de instellingen.
m
Wanneer u klaar bent, selecteert u Instellen en drukt u op [Enter].
n
Druk op [Menu] of [Esc] om de menu's af te sluiten.
De taal voor de menu's van de projector selecteren
62
Als u de menu's en berichten van de projector in een andere taal wilt
weergeven, kunt u de instelling Taal wijzigen.
a
Zet de projector aan.
b
Druk op de knop [Menu] op het bedieningspaneel of de
afstandsbediening.
c
Selecteer de instelling Beheer en druk op [Enter].
d
Selecteer de instelling Taal en druk op [Enter].
e
Selecteer de taal die u wilt gebruiken en druk op [Enter].
f
Druk op [Menu] of [Esc] om de menu's af te sluiten.
Projectiemodi
63
Afhankelijk van de manier waarop u de projector hebt geplaatst, is het
mogelijk dat u de projectiemodus moet wijzigen zodat uw beelden correct
worden geprojecteerd.
• Voorkant is voor het projecteren vanaf een tafel die voor het scherm staat.
• Voor/Ondersteboven spiegelt het beeld verticaal om ondersteboven te
projecteren vanaf een wandmontageset of vanaf het plafond.
• Achterkant spiegelt het beeld horizontaal om te projecteren van achter een
doorzichtig scherm.
• Achter/Onderstebovenspiegelt het beeld verticaal en horizontaal om te
projecteren vanaf een wandmontage of plafond en van achter een
doorzichtig scherm.
gg Verwante koppelingen
• "De projectiemodus wijzigen via de afstandsbediening" pag.63
• "De projectiemodus wijzigen via de menu's" pag.63
• "Configuratie van de projector en opties voor de montage" pag.32
De projectiemodus wijzigen via de afstandsbediening
U kunt de projectiemodus wijzigen om het beeld verticaal te spiegelen.
a
Schakel de projector in en geef een beeld weer.
b
Houd de knop [A/V Mute] op de afstandsbediening 5 seconden
ingedrukt.
Het beeld verdwijnt kort en verschijnt opnieuw verticaal gespiegeld.
c
Om de projectie terug te zetten naar de originele modus, houdt u de
knop [A/V Mute] opnieuw 5 seconden ingedrukt.
De projectiemodus wijzigen via de menu's
Via de menu's van de projector kunt u de projectiemodus wijzigen om het
beeld verticaal en/of horizontaal te spiegelen.
a
Schakel de projector in en geef een beeld weer.
b
Druk op de knop [Menu] op het bedieningspaneel of de
afstandsbediening.
Projectiemodi
64
c
Selecteer het menu Installatie en druk op [Enter].
d
Selecteer Projectie en druk op [Enter].
e
Selecteer een projectiemodus en druk op [Enter].
f
Druk op [Menu] of [Esc] om de menu's af te sluiten.
Het schermtype instellen
65
U kunt de instelling Schermtype gebruiken voor het afstemmen van de
hoogte-breedteverhouding van het weergegeven beeld met het scherm dat u
gebruikt.
a
Schakel de projector in en geef een beeld weer.
b
Druk op de knop [Menu] op het bedieningspaneel of de
afstandsbediening.
c
Selecteer het menu Installatie en druk op [Enter].
d
Selecteer Schermtype en druk op [Enter].
e
Selecteer de hoogte-breedteverhouding van het scherm en druk op
[Enter].
f
Druk op [Menu] om de menu's af te sluiten.
a
U moet mogelijk de projector opnieuw opstarten. Volg de
aanwijzingen op het scherm.
g
Pas de beeldverhouding voor het geprojecteerde beeld aan indien
nodig.
a
Wanneer de instelling Schermtype wijzigt, worden de EDID-
instellingen automatisch aangepast.
gg Verwante koppelingen
• "De beeldpositie aanpassen met de schermpositie" pag.66
Het schermtype instellen
66
De beeldpositie aanpassen met de schermpositie
Als er ruimte is tussen de rand van het beeld en het geprojecteerde kader van
het scherm, kunt u de positie van het beeld aanpassen.
a
U kunt de schermpositie niet aanpassen als de instelling Schermtype is
ingesteld op 16:9.
a
Schakel de projector in en geef een beeld weer.
b
Druk op de knop [Menu] op het bedieningspaneel of de
afstandsbediening.
c
Selecteer het menu Installatie en druk op [Enter].
d
Selecteer Schermpositie en druk op [Enter].
Het schermtype instellen
67
e
Gebruik de pijlknoppen op het bedieningspaneel of de
afstandsbediening om de beeldpositie aan te passen.
a
Wanneer u de interactieve functies gebruikt met een
beeldverhouding van 16:6, stelt u Schermpositie in op een
verticale centrale of hogere positie (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi).
f
Druk op [Menu] wanneer u klaar bent.
Scherpstellen op het beeld
68
U kunt het testpatroon weergeven en daarna de scherpstelling aanpassen.
a
We raden u aan de scherpstelling minimaal 30 minuten voordat u
begint met projecteren, aan te passen omdat beelden niet direct stabiel
zijn na het inschakelen van de projector,
a
Zet de projector aan.
b
Druk op de knop [Menu] op het bedieningspaneel of de
afstandsbediening.
c
Selecteer het menu Installatie en druk op [Enter].
d
Selecteer Testpatroon en druk op [Enter].
Scherpstellen op het beeld
69
e
Als Schermtype is ingesteld op 16:9, selecteert u het testpatroon en
drukt u vervolgens op [Enter] om het gewenste patroon weer te geven
(EB‑805F/EB‑800F).
f
Open de voorklep.
g
Verplaats de hendel voor scherpteregeling en stel de scherpte af op het
midden onderaan op het geprojecteerde scherm.
a
Als u een ander testpatroon ziet, past u de focus aan tijdens het
bekijken van het testpatroon.
Scherpstellen op het beeld
70
h
Controleer of de focus overeenkomt met de hoeken van het
geprojecteerde scherm.
a
Als er gebieden onscherp zijn, gebruik dan de focushendel voor
het aanpassen totdat de hoeken dezelfde focus hebben.
i
Druk op [Esc] om het testpatroon te verwijderen.
Beeldvorm
71
U kunt een gelijkmatige, rechthoekige vorm projecteren door de projector
direct voor het midden van het scherm te plaatsen en waterpas te houden. Als
u de projector in een hoek op het scherm plaatst, omhoog of omlaag kantelt of
naar een zijde kantelt, moet u mogelijk de vorm van het beeld corrigeren.
Na de correctie is uw beeld iets kleiner.
Voor beelden met de beste kwaliteit, raden wij u aan de installatiepositie van
de projector aan te passen om de correcte beeldgrootte en -vorm te bereiken.
gg Verwante koppelingen
• "De beeldvorm corrigeren met de voeten vooraan" pag.71
• "De beeldvorm corrigeren met de keystone-knoppen" pag.71
• "De beeldvorm corrigeren met Quick Corner" pag.73
• "De vorm van een beeld corrigeren met boogcorrectie" pag.75
• "De vorm van een beeld corrigeren met puntcorrectie" pag.78
• "De beeldvorminstelling laden uit het geheugen" pag.80
• "De vorm van een beeld corrigeren met hoekmarkers" pag.80
De beeldvorm corrigeren met de voeten vooraan
U kunt de voeten vooraan van de projector gebruiken om de vorm van een
beeld te corrigeren als het geprojecteerde beeld verticaal is vervormd
(EB‑805F/EB‑800F).
Draai aan de voeten vooraan om ze uit of in te trekken.
A
De voet intrekken
B
De voet uitschuiven
De beeldvorm corrigeren met de keystone-knoppen
U kunt de keystone-correctieknoppen van de projector gebruiken om de
vorm van een beeld dat niet rechthoekig is, te corrigeren.
Beeldvorm
72
U kunt de keystone-knoppen gebruiken voor het corrigeren van beelden tot 3º
rechts, links, omhoog of omlaag.
a
• Als u de instellingen Schermtype en Schermpositie wijzigt, worden
de aanpassingen gereset.
• U kunt niet combineren met andere correctiemethoden.
a
Schakel de projector in en geef een beeld weer.
b
Druk op één van de verticale keystone-aanpassingsknoppen op het
bedieningspaneel om het Keystone-aanpassingsscherm weer te geven.
c
Druk op een keystone-knop om de beeldvorm aan te passen.
Beeldvorm
73
a
• Als de projector buiten uw bereik is geïnstalleerd, kunt u de vorm
van het beeld ook corrigeren met de afstandsbediening.
s Installatie > Geometrische corr. > H/V-Keystone
• U kunt de vorm van het beeld ook corrigeren met de knop
[Keystone] op de afstandsbediening (EB‑805F/EB‑800F).
• Om de huidige vorm van een beeld dat u hebt aangepast, op te slaan,
selecteert u Opslaan in geheugen. U kunt maximaal drie
beeldvormen opslaan in het geheugen.
s Installatie > Geometrische corr. > Geheugen > Opslaan in
geheugen
gg Verwante koppelingen
• "Installatie-instellingen projector - Menu Installatie" pag.239
De beeldvorm corrigeren met Quick Corner
U kunt de instelling Quick Corner van de projector gebruiken om de vorm
en grootte van een beeld dat niet rechthoekig is, te corrigeren.
a
Als u de instellingen Schermtype en Schermpositie wijzigt, worden de
aanpassingen gereset.
a
Schakel de projector in en geef een beeld weer.
b
Druk op de knop [Menu] op het bedieningspaneel of de
afstandsbediening.
a
U kunt het scherm Geometrische corr. ook openen met de knop
[Keystone] op de afstandsbediening (EB‑805F/EB‑800F). Druk
op de [Keystone]-knop en ga naar stap 5.
c
Selecteer het menu Installatie en druk op [Enter].
Beeldvorm
74
d
Selecteer Geometrische corr. en druk op [Enter].
e
Selecteer Quick Corner en druk op [Enter]. Druk dan opnieuw op
[Enter] indien dat nodig is.
U ziet het scherm voor het selecteren van gebieden.
f
Gebruik de pijlknoppen om het gebied van het beeld dat u wilt
aanpassen, te selecteren. Druk vervolgens op [Enter].
a
Om de correcties voor Quick Corner te resetten, houdt u [Esc]
ongeveer 2 seconden ingedrukt terwijl het gebiedsselectiescherm
wordt weergegeven en selecteer dan Ja.
g
Druk op de pijlknoppen om de beeldvorm aan te passen, zoals nodig.
Om terug te keren naar het scherm voor de gebiedsselectie, drukt u op
[Enter].
Beeldvorm
75
a
• U kunt het gebied ook selecteren door op de volgende
numerieke knoppen op de afstandsbediening te drukken.
• [1] selecteert het gebied bovenaan links.
• [3] selecteert het gebied bovenaan rechts.
• [7] selecteert het gebied onderaan links.
• [9] selecteert het gebied bovenaan rechts.
• Als u dit scherm ziet, kunt u de vorm niet verder aanpassen in
de richting die wordt aangegeven door de grijze driehoek.
h
Herhaal stappen 6 en 7 als u nog meer hoeken wilt aanpassen.
i
Druk op [Esc] wanneer u klaar bent.
De instelling Geometrische corr. is nu ingesteld op Quick Corner in het
menu Installatie van de projector. Wanneer u de volgende keer op de
keystone-aanpassingsknoppen op het bedieningspaneel drukt, verschijnt het
scherm voor de gebiedsselectie.
a
Om de huidige vorm van een beeld dat u hebt aangepast, op te slaan,
selecteert u Opslaan in geheugen. U kunt maximaal drie beeldvormen
opslaan in het geheugen.
s Installatie > Geometrische corr. > Geheugen > Opslaan in
geheugen
gg Verwante koppelingen
• "Installatie-instellingen projector - Menu Installatie" pag.239
De vorm van een beeld corrigeren met boogcorrectie
U kunt de instelling Boogcorrectie gebruiken om de vorm van een beeld dat
wordt geprojecteerd op een gebogen of bolvormig oppervlak aan te passen.
a
Als u de instellingen Schermtype en Schermpositie wijzigt, worden de
aanpassingen gereset.
a
Schakel de projector in en geef een beeld weer.
Beeldvorm
76
b
Druk op de knop [Menu] op het bedieningspaneel of de
afstandsbediening.
a
U kunt het scherm Geometrische corr. ook openen met de knop
[Keystone] op de afstandsbediening (EB‑805F/EB‑800F). Druk
op de [Keystone]-knop en ga naar stap 5.
c
Selecteer het menu Installatie en druk op [Enter].
d
Selecteer Geometrische corr. en druk op [Enter].
e
Selecteer Boogcorrectie en druk op [Enter].
f
Selecteer Boogcorrectie en druk op [Enter].
U ziet het scherm voor het selecteren van gebieden.
Beeldvorm
77
g
Gebruik de pijlknoppen om het gebied van het beeld dat u wilt
aanpassen, te selecteren en druk dan op [Enter].
h
Druk op de pijlknoppen om de beeldvorm van het geselecteerde gebied
aan te passen, zoals nodig.
Om terug te keren naar het scherm voor de gebiedsselectie, drukt u op
[Enter].
a
Als u dit scherm ziet, kunt u de vorm niet verder aanpassen in de
richting die wordt aangegeven door de grijze driehoek.
i
Herhaal stappen 7 en 8 als u nog meer hoeken wilt aanpassen.
j
Druk op [Esc] wanneer u klaar bent.
Beeldvorm
78
a
• U kunt de gecorrigeerde resultaten fijn afstellen. Gebruik Quick
Corner om de kantelhoek van de afbeelding aan te passen en gebruik
dan Puntcorrectie voor fijn afstemmen. Selecteer Quick Corner of
Puntcorrectie op het scherm in stap 6.
• Om de huidige vorm van een beeld dat u hebt aangepast, op te slaan,
selecteert u Opslaan in geheugen. U kunt maximaal drie
beeldvormen opslaan in het geheugen.
s Installatie > Geometrische corr. > Geheugen > Opslaan in
geheugen
• Om de instellingen voor Boogcorrectie te resetten, houdt u [Esc]
ongeveer 2 seconden ingedrukt terwijl het gebiedsselectiescherm
wordt weergegeven en selecteer dan Ja.
gg Verwante koppelingen
• "Installatie-instellingen projector - Menu Installatie" pag.239
• "De beeldvorm corrigeren met Quick Corner" pag.73
• "De vorm van een beeld corrigeren met puntcorrectie" pag.78
De vorm van een beeld corrigeren met puntcorrectie
U kunt de instelling Puntcorrectie van de projector gebruiken voor fijn
afstemmen van de beeldvorm in delen van een beeld. Het beeld wordt
onderverdeeld in een raster waarmee u snijpunten op het raster kunt
verplaatsen zoals nodig om de vervorming te corrigeren.
a
Als u de instellingen Schermtype en Schermpositie wijzigt, worden de
aanpassingen gereset.
a
Schakel de projector in en geef een beeld weer.
b
Druk op de knop [Menu] op het bedieningspaneel of de
afstandsbediening.
a
U kunt het scherm Geometrische corr. ook openen met de knop
[Keystone] op de afstandsbediening (EB‑805F/EB‑800F). Druk
op de [Keystone]-knop en ga naar stap 5.
Beeldvorm
79
c
Selecteer het menu Installatie en druk op [Enter].
d
Selecteer Geometrische corr. en druk op [Enter].
e
Selecteer Puntcorrectie en druk op [Enter].
f
Selecteer Puntcorrectie en druk op [Enter].
a
Voor de fijnafstemming selecteert u Quick Corner om de vorm
en grootte van een beeld ruwweg te corrigeren. Selecteer dan
Puntcorrectie om ze nauwkeurig aan te passen.
g
Selecteer het puntnummer en druk op [Enter].
U ziet het raster op het geprojecteerde beeld.
a
Als u de rasterkleur wilt wijzigen voor zichtbaarheid, drukt u op
[Esc], en selecteert u vervolgens een andere instelling
Patroonkleur in het menu Puntcorrectie.
h
Gebruik de pijlknoppen om het punt dat u wilt corrigeren, te
verplaatsen en druk dan op [Enter].
Beeldvorm
80
i
Gebruik de pijlknoppen om de vervorming te corrigeren zoals nodig.
j
Om eventueel resterende punten te corrigeren, drukt u op [Esc] om
terug te keren naar het vorige scherm en herhaalt u stappen 8 en 9.
k
Druk op [Esc] wanneer u klaar bent.
a
• Om de huidige vorm van een beeld dat u hebt aangepast, op te slaan,
selecteert u Opslaan in geheugen. U kunt maximaal drie
beeldvormen opslaan in het geheugen.
s Installatie > Geometrische corr. > Geheugen > Opslaan in
geheugen
• Om de instellingen voor Puntcorrectie te resetten naar hun originele
posities, selecteert u Resetten op het scherm Puntcorrectie.
gg Verwante koppelingen
• "Installatie-instellingen projector - Menu Installatie" pag.239
• "De beeldvorm corrigeren met Quick Corner" pag.73
De beeldvorminstelling laden uit het geheugen
U kunt de beeldvorminstellingen die u hebt geselecteerd en in het geheugen
van de projector hebt opgeslagen, laden en ze toepassing op het huidige beeld.
a
Schakel de projector in en geef een beeld weer.
b
Houd de knop [Num] op de afstandsbediening ingedrukt en druk dan
op de numerieke knop (1, 2 of 3) die overeenkomt met het nummer
van de opgeslagen instelling.
a
De bovenstaande afbeelding is slechts een voorbeeld.
c
Als u klaar bent met het laden van de instellingen, volgt u de instructies
op het scherm.
De vorm van een beeld corrigeren met hoekmarkers
Als u hoekmarkers hebt geïnstalleerd op het projectieoppervlak, kunt u de
instelling Automatische schermaanpassing van de projector gebruiken voor
het automatisch corrigeren van de vorm van een beeld
(EB‑1485Fi/EB‑1480Fi).
Beeldvorm
81
a
• Automatische schermaanpassing werkt mogelijk niet correct,
afhankelijk van het oppervlak van het geprojecteerde scherm. U kunt
Automatische schermaanpassing uitvoeren in de volgende situaties:
• Het schermoppervlak is plat.
• Het projectieoppervlak heeft geen patroon of is niet vuil en er zijn
geen andere obstructies op het schermoppervlak.
• Stel de instelling Schermtype in voordat u Automatische
schermaanpassing uitvoert. De aanpassingen worden gereset
wanneer u Schermtype wijzigt.
• Wanneer u het beeld verschuift, zult u de beeldvorm mogelijk niet
goed kunnen corrigeren.
Automatische schermaanpassing kan de vervorming van het geprojecteerde
beeld corrigeren in deze omstandigheden:
• De schermgrootte is 110 inches of minder
• De projectiehoek ligt binnen ca. 3° wanneer u recht voor het
projectieoppervlak staat in alle richtingen
a
Schakel de projector in en geef een beeld weer.
b
Druk op de knop [Menu] op het bedieningspaneel of de
afstandsbediening.
c
Selecteer het menu Installatie en druk op [Enter].
Beeldvorm
82
d
Selecteer Automatische schermaanpassing en druk op [Enter].
U ziet een hulpscherm.
e
Volg de instructies op het scherm om de positie van het geprojecteerde
beeld aan te passen zodat dat de hoekmarkers net binnen het gele
gebied verschijnen.
f
Druk op [Enter].
Het hulppatroon verschijnt en de projector begint met het aanpassen
van de beeldvorm.
Als de geprojecteerde beelden vervormd zijn als resultaat van de
aanpassingen, corrigeert u de beeldvorm met de Quick Corner-correctie.
De grootte van het beeld aanpassen met de knoppen
83
U kunt de grootte van het beeld wijzigen met de knoppen Veraf en Kortbij.
a
• Voor beelden met de beste kwaliteit, raden wij u aan de
installatiepositie van de projector aan te passen om de correcte
beeldgrootte en -vorm te bereiken.
• We raden u aan de beeldgrootte minimaal 30 minuten voordat u
begint met projecteren aan te passen omdat beelden niet direct
stabiel zijn na het inschakelen van de projector.
a
Schakel de projector in en geef een beeld weer.
b
Druk op de knop Veraf op het bedieningspaneel van de projector om
het beeld te vergroten. Druk op de knop Kortbij om het beeld te
verkleinen.
a
U kunt de instelling Digitale zoom ook aanpassen in het menu
Installatie van de projector.
gg Verwante koppelingen
• "Installatie-instellingen projector - Menu Installatie" pag.239
De beeldpositie bijstellen
84
U kunt de functie Beeldverschuiving gebruiken voor het aanpassen van de
beeldpositie zonder de projector te verplaatsen.
a
• Deze functie is niet beschikbaar als de optie Zoomen is ingesteld op
de breedste instelling.
• We raden u aan de beeldpositie minimaal 30 minuten voordat u
begint met projecteren aan te passen omdat beelden niet direct
stabiel zijn na het inschakelen van de projector,
a
Schakel de projector in en geef een beeld weer.
b
Pas de beeldgrootte aan met de knoppen Veraf en Kortbij.
Nadat u de beeldgrootte hebt aangepast, verschijnt het scherm
Beeldverschuiving automatisch.
c
Druk op de pijlknoppen om de beeldpositie aan te passen.
d
Druk op de [Esc]-knop om het instelscherm te sluiten.
Het instelscherm verdwijnt indien u gedurende ongeveer 10 seconden
geen bediening uitvoert.
a
• De ingestelde Beeldverschuiving blijft bewaard wanneer de projector
wordt uitgeschakeld. U moet de positie opnieuw afstellen wanneer u
de installatieplaats of hoek van de projector verandert.
• U kunt de instelling Beeldverschuiving ook aanpassen in het menu
Installatie van de projector.
gg Verwante koppelingen
• "Installatie-instellingen projector - Menu Installatie" pag.239
Een beeldbron selecteren
85
Wanneer meerdere beeldbronnen, zoals een computer en dvd-speler, zijn
aangesloten op de projector, kunt u schakelen tussen de beeldbronnen.
a
Controleer of de aangesloten beeldbron die u wilt gebruiken, is
ingeschakeld.
b
Plaats voor videobeeldbronnen een dvd of andere videomedia en druk
op Afspelen.
c
Voer één van de volgende bewerkingen uit:
• Druk op het bedieningspaneel of de afstandsbediening op de knop
[Source Search] tot u het beeld ziet van de gewenste bron.
a
Dit scherm wordt weergegeven wanneer er geen beeldsignaal
is gedetecteerd. Controleer de kabelaansluitingen tussen de
projector en beeldbron.
Alle apparaten die zijn aangesloten op de HDMI-poorten van
de control pad, worden weergegeven als de HDBaseT-
beeldbron (EB-1485Fi/EB‑805F/EB‑800F).
Een beeldbron selecteren
86
• Druk op de afstandsbediening op de knop voor de gewenste bron.
Als er meer dan één poort is voor die bron, drukt u opnieuw op de
knop om te bladeren door de bronnen.
A
Video-, HDMI- en HDBaseT-bronnen (alleen EB-
1485Fi/EB‑805F/EB‑800F) (Video-, HDMI1-, HDMI2-, HDMI3-
poorten, en apparaten die zijn aangesloten op de HDBaseT-poort)
B
Computerpoortbron (Computer1- en Computer2-poorten)
C
USB-poort bronnen (USB-B-poort en externe apparaten aangesloten
op de USB-A-poorten)
D
Netwerkbron (LAN en Screen Mirroring)
• Druk op het bedieningspaneel of de afstandsbediening op de knop
[Home].
Selecteer vervolgens de bron die u wilt gebruiken op het weergegeven
scherm.
a
• De weergavevolgorde van de ingangsbronnen wijzigt
wanneer de projector een ingangssignaal detecteert. (De
gedetecteerde ingangsbron verschijnt in de positie bovenaan
links.)
• U kunt de weergavevolgorde van de invoerbronnen
vastzetten met de instelling Miniaturen bron sorteren in
het menu Weergeven van de projector.
• Een vinkje verschijnt op het beeld van de huidige
ingangsbron. U kunt een voorbeeld van het huidige
ingevoerde beeld voor de meeste bronnen bekijken als
miniatuur (anders dan de USB/ ingangsbron in de modus
Inhoudsweergave).
• Als er meer dan negen beschikbare ingangsbronnen zijn,
kan de gewenste bron verschijnen op de volgende pagina.
Selecteer de rechterpijl om naar de volgende pagina te gaan.
• Alle apparaten die zijn aangesloten op de HDMI-poorten
van de control pad, worden weergegeven als de HDBaseT-
beeldbron (EB-1485Fi/EB‑805F/EB‑800F).
Hoogte-breedteverhouding beeld
87
De projector kan beelden weergeven in verschillende hoogte-
breedteverhoudingen. Normaal bepaalt het ingangssignaal van uw videobron
de hoogte-breedteverhouding van het beeld. Voor sommige beelden kunt u
echter de beeldverhouding wijzigen zodat deze past op uw scherm.
Als u altijd een specifieke beeldverhouding wilt gebruiken voor een bepaalde
video-invoerbron, kunt u deze selecteren via het menu Afbeelding van de
projector.
gg Verwante koppelingen
• "De hoogte-breedteverhouding van het beeld wijzigen" pag.87
• "Beschikbare hoogte-breedteverhoudingen van het beeld" pag.87
• "Uiterlijk geprojecteerd beeld met elke Hoogte-breedtemodus" pag.88
• "Instellingen Beeldkwaliteit - Menu Afbeelding" pag.233
De hoogte-breedteverhouding van het beeld
wijzigen
U kunt de hoogte-breedteverhouding van het weergegeven beeld wijzigen.
a
• Stel Schermtype in het menu Installatie van de projector in voordat
u de hoogte-breedteverhouding wijzigt.
• Deze instelling is alleen beschikbaar wanneer de instelling Schaal is
uitgeschakeld of als de instelling Schaalmodus is ingesteld op
Volledige weerg. (EB-1485Fi/EB‑805F/EB‑800F)
s Afbeelding > Schaal > Schaalmodus
a
Schakel de projector in en schakel naar de beeldbron die u wilt
gebruiken.
b
Druk op de knop [Aspect] op de afstandsbediening.
De vorm en grootte van het weergegeven beeld verandert en de naam
van de hoogte-breedteverhouding verschijnt kort op het scherm.
c
Om te bladeren door de beschikbare hoogte-breedteverhoudingen voor
uw ingangssignaal, drukt u herhaaldelijk op de knop [Aspect].
a
Om beelden zonder zwarte balken weer te geven, stelt u Resolutie in
op Breed of Normaal in het menu Afbeelding van de projector in
overeenstemming met de resolutie van de computer.
gg Verwante koppelingen
• "Instellingen Beeldkwaliteit - Menu Afbeelding" pag.233
Beschikbare hoogte-breedteverhoudingen van het
beeld
U kunt de volgende hoogte-breedteverhoudingen van het beeld selecteren,
afhankelijk van de geselecteerde instelling onder Schermtype en het
ingangssignaal van uw beeldbron.
a
• Als u de beeldverhoudingsfunctie van de projector gebruikt voor het
verkleinen, vergroten of splitsen van het geprojecteerde beeld voor
commerciële doeleinden of voor openbare weergave, kan een inbreuk
betekenen van de rechten van de copyrighthouder van dat beeld op
basis van de wet op auteursrecht.
Hoogte-breedteverhouding beeld
88
Hoogte-breedtemodus Beschrijving
Automatisch Stelt de hoogte-breedteverhouding automatisch in
volgens het ingangssignaal en de instelling Resolutie.
Volledig Toont beelden op de volledige grootte van het
projectiegebied, maar behoudt de hoogte-
breedteverhouding niet.
Zoomen Toont beelden op de volledige breedte van het
projectiegebied en behoudt de hoogte-
breedteverhouding van het beeld. Gebieden die buiten
de rand van het geprojecteerde scherm vallen, worden
niet geprojecteerd.
Bronformaat Toont beelden zoals ze zijn (hoogte-breedteverhouding
en resolutie worden behouden). Gebieden die buiten
de rand van het geprojecteerde scherm vallen, worden
niet geprojecteerd.
Uiterlijk geprojecteerd beeld met elke Hoogte-
breedtemodus
In bepaalde hoogte-breedteverhoudingen kunnen, afhankelijk van de hoogte-
breedteverhouding en resolutie van uw ingangssignaal, zwarte banden en
bijgesneden beelden worden geprojecteerd. Raadpleeg de volgende tabel om
de positie van zwarte banden en bijgesneden beelden te bevestigen.
a
• De zwarte onderdelen tonen het beeldgebied in het projectiegebied
en de grijze delen tonen het gebied waar het beeld niet wordt
weergegeven volgens de breedteverhoudingsinstelling.
• Het beeld voor Bronformaat verschilt afhankelijk van het
ingangssignaal.
• De beschikbare instelling voor hoogte-breedteverhouding verschilt
afhankelijk van het ingangssignaal.
• Als er marges zijn tussen de rand van het beeld en het frame van het
geprojecteerde scherm, kunt u de positie van het beeld aanpassen
met de instelling Schermpositie in het menu Installatie van de
projector.
s Installatie > Schermtype > Schermpositie
Ingesteld schermtype: 16:10
Hoogte-
breedtemodus
Hoogte-breedteverhouding voor ingangssignalen
16:10 16:9 4:3
Automatisch
Volledig
Zoomen
Bronformaat
Hoogte-breedteverhouding beeld
89
Ingesteld schermtype: 16:9
Hoogte-
breedtemodus
Hoogte-breedteverhouding voor ingangssignalen
16:10 16:9 4:3
Automatisch
Volledig
Zoomen
Bronformaat
Ingesteld schermtype: 4:3
Hoogte-
breedtemodus
Hoogte-breedteverhouding voor ingangssignalen
16:10 16:9 4:3
Automatisch
Volledig
Hoogte-
breedtemodus
Hoogte-breedteverhouding voor ingangssignalen
16:10 16:9 4:3
Zoomen
Bronformaat
Ingesteld schermtype: 16:6 (EB-1485Fi/EB‑‑805F/EB‑‑800F)
Hoogte-
breedtemodus
Hoogte-breedteverhouding voor ingangssignalen
16:10 16:9 4:3
Automatisch
Volledig
Hoogte-breedtemodus Hoogte-breedteverhouding voor ingangssignalen
16:6 21:9
Automatisch
Hoogte-breedteverhouding beeld
90
Hoogte-breedtemodus Hoogte-breedteverhouding voor ingangssignalen
16:6 21:9
Volledig
Ingesteld schermtype: 21:9
Hoogte-
breedtemodus
Hoogte-breedteverhouding voor ingangssignalen
16:10 16:9 4:3
Automatisch
Volledig
Zoomen
Bronformaat
Hoogte-breedtemodus Hoogte-breedteverhouding voor ingangssignalen
16:6 21:9
Automatisch
Volledig
Zoomen
Bronformaat
gg Verwante koppelingen
• "Installatie-instellingen projector - Menu Installatie" pag.239
Aanpassen van de beeldkwaliteit (kleurmodus)
91
De projector biedt verschillende kleurmodi die zorgen voor een optimale
helderheid, contrast en kleur voor verschillende weergave-omgevingen en
beeldtypes. U kunt de modus selecteren die past bij uw beeld en omgeving of
u kunt experimenteren met de beschikbare modi.
gg Verwante koppelingen
• "De kleurmodus wijzigen" pag.91
• "Beschikbare kleurmodi" pag.91
• "De automatische luminantie-aanpassing inschakelen" pag.92
De kleurmodus wijzigen
U kunt de Kleurmodus van de projector wijzigen via de afstandsbediening om
het beeld te optimaliseren voor uw weergave-omgeving.
a
Schakel de projector in en schakel naar de beeldbron die u wilt
gebruiken.
b
Druk op de knop [Color Mode] op de afstandsbediening om de
Kleurmodus te wijzigen.
De naam van de Kleurmodus verschijnt kort op het scherm en daarna
wijzigt het uiterlijk van het beeld.
c
Om te bladeren door alle beschikbare kleurmodi voor uw
ingangssignaal, drukt u herhaaldelijk op de knop [Color Mode].
a
U kunt de instelling Kleurmodus ook configureren in het menu
Afbeelding van de projector.
gg Verwante koppelingen
• "Instellingen Beeldkwaliteit - Menu Afbeelding" pag.233
Beschikbare kleurmodi
U kunt de projector instellen voor het gebruik van deze kleurmodi,
afhankelijk van de ingangsbron die u gebruikt:
Kleurmodus Beschrijving
Dynamisch Dit is de helderste modus. Ideaal om prioriteit te
geven aan de helderheid.
Presentatie Ideaal voor het projecteren van levendige beelden.
Cinema Ideaal om van inhoud te genieten, zoals films.
sRGB Ideaal voor het accuraat reproduceren van de kleur
van het bronbeeld.
Schoolbord Optimaal voor het direct projecteren van beelden op
een groen schoolbord.
DICOM SIM Ideaal voor het projecteren van röntgenfoto's en
andere medische beelden. Deze modus is uitsluitend
bedoeld ter referentie en mag niet worden gebruikt
voor het verrichten van medische diagnoses.
Multiprojectie (EB-
1485Fi/EB‑805F/EB‑800F)
Ideaal voor het projecteren vanaf meerdere projectors
(vermindert het verschil in de kleurtint tussen de
beelden).
Aanpassen van de beeldkwaliteit (kleurmodus)
92
De automatische luminantie-aanpassing inschakelen
U kunt Dynamisch contrast inschakelen om de beeldluminantie automatisch
te optimaliseren. Dit verbetert het beeldcontrast op basis van de helderheid
van de inhoud die u projecteert.
a
Schakel de projector in en schakel naar de beeldbron die u wilt
gebruiken.
b
Druk op de knop [Menu] op het bedieningspaneel of de
afstandsbediening.
c
Selecteer het menu Afbeelding en druk op [Enter].
d
Selecteer Dynamisch contrast en druk op [Enter].
e
Kies één van de volgende opties en druk op [Enter]:
• Normaal voor een standaard helderheidsaanpassing.
• Hoge snelheid om de helderheid aan te passen zodra de scène
verandert.
Aanpassen van de beeldkwaliteit (kleurmodus)
93
f
Druk op [Menu] of [Esc] om de menu's af te sluiten.
De beeldkleur aanpassen
94
U kunt verschillende aspecten van de manier waarop kleuren worden
weergegeven in uw geprojecteerde beelden, fijn afstemmen.
gg Verwante koppelingen
• "De tint, verzadiging en helderheid aanpassen" pag.94
• "Het gamma aanpassen" pag.95
De tint, verzadiging en helderheid aanpassen
U kunt de instellingen Tint, Verzadiging en Helderheid opgeven voor
individuele beeldkleuren.
a
Schakel de projector in en schakel naar de beeldbron die u wilt
gebruiken.
b
Druk op de knop [Menu] op het bedieningspaneel of de
afstandsbediening.
c
Selecteer het menu Afbeelding en druk op [Enter].
d
Selecteer RGBCMY en druk op [Enter].
e
Selecteer de aan te passen kleur en druk op [Enter].
De beeldkleur aanpassen
95
f
Doe het volgende zoals nodig voor elke instelling.
• Om de algemene tint van de kleur aan te passen naar blauwachtig -
groenachtig - roodachtig, past u de instelling Tint aan.
• Om de algemene levendigheid van de kleur aan te passen, past u de
instelling Verzadiging aan.
• Om de algemene helderheid van de kleur aan te passen, past u de
instelling Helderheid aan.
g
Druk op [Menu] of [Esc] om de menu's af te sluiten.
Het gamma aanpassen
U kunt verschillen in geprojecteerde beeldkleuren die optreden tussen
verschillende beeldbronnen corrigeren door de instelling Gamma aan te
passen.
a
Schakel de projector in en schakel naar de beeldbron die u wilt
gebruiken.
b
Druk op de knop [Menu] op het bedieningspaneel of de
afstandsbediening.
c
Selecteer het menu Afbeelding en druk op [Enter].
d
Selecteer Gamma en druk op [Enter].
De beeldkleur aanpassen
96
e
Selecteer en pas de correctiewaarde aan.
Als u een kleinere waarde selecteert, kunt u de algemene helderheid van
het beeld verminderen om het beeld scherper te maken. Als u een
grotere waarde selecteert, worden de donkere gebieden van de beelden
helderder, maar kan de kleurverzadiging voor lichtere gebieden
zwakker worden.
a
• Als u de instelling Kleurmodus instelt op DICOM SIM in het
menu Afbeelding van de projector, selecteert u de
aanpassingswaarde volgens de projectiegrootte.
• Als de projectiegrootte 80 inch of minder is, selecteert u een
kleine waarde.
• Als de projectiegrootte 80 inch of meer is, selecteert u een
grotere waarde.
• Medische beelden worden mogelijk niet correct
gereproduceerd op basis van uw instellingen en
schermspecificaties.
f
Als u fijnere aanpassingen wilt maken, selecteert u Op maat en drukt u
op [Enter].
g
Druk op de pijlknop links of rechts om de kleurtint die u wilt
aanpassen op de gamma-aanpassingsgrafiek, te selecteren. Druk dan op
de pijlknop omhoog of omlaag om de waarde aan te passen en druk op
[Enter].
De beeldkleur aanpassen
97
h
Druk op [Menu] of [Esc] om de menu's af te sluiten.
De beeldresolutie bijstellen
98
U kunt de resolutie van het beeld aanpassen om een zuiver beeld te
reproduceren met een nadrukkelijke structuur en fysisch gevoel.
a
Schakel de projector in en schakel naar de beeldbron die u wilt
gebruiken.
b
Druk op de knop [Menu] op het bedieningspaneel of de
afstandsbediening.
c
Selecteer het menu Afbeelding en druk op [Enter].
d
Selecteer Beeldverbetering en druk op [Enter].
e
Selecteer Vooringest. Beeldst. en druk op [Enter].
f
Selecteer de voorinstellingsoptie en druk op [Enter].
De beeldresolutie bijstellen
99
De volgende instellingen die zijn opgeslagen in de voorinstellingsoptie,
worden toegepast op het beeld.
• Ruisvermindering
• MPEG ruisonderdrukking
• Deinterlacing
• Super-resolution
• Detailverbetering
g
Pas elke instelling in het menu Beeld van de projector individueel aan
zoals nodig.
• Om het flikkeren in beelden te verminderen, past u de instelling
Ruisvermindering aan.
• Om ruis of artefacten die zichtbaar zijn in de MPEG-video, past u de
instelling MPEG ruisonderdrukking aan.
• Om geïnterlinieerde-naar-progressieve signalen te converteren voor
bepaalde types videobeelden, past u de instelling Deinterlacing aan.
• Uit: voor snel bewegende videobeelden.
• Video: voor de meeste videobeelden.
• Film/Auto: voor films, computerbeelden en animatie.
a
De instelling wordt alleen weergegeven wanneer het huidige
signaal een geïnterlinieerd signaal is (480i/576i/1080i).
• Om een wazig beeld te verminderen dat verschijnt wanneer u een
beeld met lage resolutie projecteert, past u de instelling Super-
resolution aan.
• Om een meer nadrukkelijke structuur en fysisch gevoel van het beeld
te vormen, past u de instelling Detailverbetering aan.
a
De instelwaarde in de voorinstellingsoptie zijn overschreven.
h
Druk op [Menu] of [Esc] om de menu's af te sluiten.
De helderheid aanpassen
100
U kunt de helderheid van de lichtbron van uw projector aanpassen.
a
Schakel de projector in en schakel naar de beeldbron die u wilt
gebruiken.
b
Druk op de knop [Menu] op het bedieningspaneel of de
afstandsbediening.
c
Selecteer het menu Bewerking en druk op [Enter].
d
Selecteer Helderheidsaanpassing lichtbron en druk op [Enter].
e
Als u de helderheid op een specifiek niveau wilt behouden, selecteert u
de instelling Helderheid behouden en selecteert u Aan.
f
Als u Helderheid behouden inschakelt, selecteert u de instelling
Helderheidsniveau behouden en controleer de informatie Geschat
resterend.
g
Als u Helderheid behouden uitschakelt, selecteert u de instelling
Lichtmodus:
• Met Normaal kunt u de helderheid instellen naar het
maximumniveau. Dit maakt de bedrijfstijd van de lichtbron ca.
20.000 uur.
• Met Stil kunt u de helderheid instellen tot 70% en de ventilatorruis
verminderen. Dit maakt de bedrijfstijd van de lichtbron ca. 20.000
uur.
De helderheid aanpassen
101
• Met Uitgebreid kunt u de helderheid instellen tot 70% en wordt de
levensverwachting van de lichtbron uitgebreid. Dit maakt de
bedrijfstijd van de lichtbron ca. 30.000 uur.
• Met Aangepast kunt u een aangepast helderheidsniveau selecteren
tussen 70 en 100%.
h
Als u de instelling Lichtmodus instelt op Aangepast, selecteert u
Helderheidsniveau en gebruik de linker- en rechterknoppen om de
helderheid te selecteren.
i
Druk op [Menu] of [Esc] om de menu's af te sluiten.
a
Voor de beste resultaten in het behoud van een constante helderheid,
stelt u de instelling Kalibratie licht in op Periodiek uitvoeren in het
menu Beheer van de projector.
gg Verwante koppelingen
• "Gebruiksuren constante modus" pag.101
• "Werkingstijd lichtbron" pag.102
• "Specificaties van de projector" pag.322
• "Beheerdersinstelling projector - Beheerdersinstelling" pag.247
Gebruiksuren constante modus
Als u Helderheid behouden inschakelt, wordt het aantal uur dat de projector
de constante helderheid kan behouden, weergegeven als Geschat resterend.
Weergaveniveau Geschat resterend aantal uren
10.000 of meer uren
8.000 tot 9.999 uur
De helderheid aanpassen
102
Weergaveniveau Geschat resterend aantal uren
6.000 tot 7.999 uur
4.000 tot 5.999 uur
2.000 tot 3.999 uur
0 tot 1.999 uur
a
Het aantal uur dat wordt weergeven als Geschat resterend is slechts
een richtlijn.
Werkingstijd lichtbron
De werkingstijd van de lichtbron verschilt afhankelijk van de instelling
Helderheidsniveau en of Helderheid behouden aan of uit is.
a
• De werkingstijd van de lichtbron verschilt afhankelijk van de
omgevingsomstandigheden en het gebruik.
• De hier weergegeven uren zijn bij benadering en niet gegarandeerd.
• U moet mogelijk de interne onderdelen sneller vervangen dan de
geschatte bedrijfstijd van de lichtbron.
• Als Helderheid behouden is ingeschakeld en u de hier weergegeven
gebruiksuren hebt overschreden, kunt u mogelijk geen hoge
instelling voor Helderheidsniveau behouden selecteren.
Helderheid behouden uit
Instelling
Helderheidsniveau
Tijd voordat de helderheid van de lichtbron met de
helft wordt verminderd (bij benadering)
100% 20.000 uur
90% 21.000 uur
80% 24.000 uur
70% 30.000 uur
Helderheid behouden aan
A
Helderheidsniveau behouden
B
Tijd dat de projector de constante helderheid kan behouden (bij benadering)
Instelling
Helderheidsniveau
behouden
Tijd dat de projector de constante helderheid kan
behouden (bij benadering)
85% 6.000 uur
80% 10.000 uur
70% 19.000 uur
Het volume regelen met de volumeknoppen
103
De volumeknoppen regelen het interne luidsprekersysteem van de projector.
U kunt ook het volume regelen van elke externe luidspreker die u op de
projector hebt aangesloten.
U moet het volume afzonderlijk regelen voor elke aangesloten ingangsbron.
a
Schakel de projector in en start een presentatie.
b
Druk op de knoppen [Volume] op de afstandsbediening zoals
weergegeven om het volume te verlagen of te verhogen.
Een volumemeter verschijnt op het scherm.
c
Om het volume voor een ingangsbron in te stellen op een specifiek
niveau, selecteert u Volume in het menu Signaal I/O van de projector.
Let op
Start geen presentatie op een hoog volume. Plotselinge luide geluiden kan leiden
tot gehoorverlies.
Verlaag het volume altijd voordat u het apparaat uitschakelt, zodat u kunt
inschakelen en dan het volume langzaam kunt opvoeren.
gg Verwante koppelingen
• "Instellingen ingangssignaal - Menu Signaal I/O" pag.236
De audiokanalen omwisselen
104
U kunt de linker- en rechterkanalen van de audio omwisselen om deze af te
stemmen op de installatiepositie van de projector.
a
Schakel de projector in en start een presentatie.
b
Druk op de knop [Menu] op het bedieningspaneel of de
afstandsbediening.
c
Selecteer het menu Signaal I/O en druk op [Enter].
d
Selecteer Audio omkeren en druk dan op [Enter].
e
Selecteer de instelling volgens de installatiepositie en druk op [Enter].
• Wanneer de projector wordt gemonteerd aan een wand of plafond,
zet u dit op Aan.
• Wanneer de projector op een tafel wordt geplaatst, zet u dit op Uit.
f
Druk op [Menu] of [Esc] om de menu's af te sluiten.
De interactieve functies gebruiken
Volg de instructies in deze secties om de interactieve functies te gebruiken.
gg Verwante koppelingen
• "Interactieve functiemodi" pag.106
• "Het gebruik van interactieve functies voorbereiden" pag.108
• "Whiteboardschermen (whiteboardmodus)" pag.113
• "Tekenen op het geprojecteerde beeld met de annotatiemodus" pag.120
• "Tekeningen delen" pag.124
• "Computerfuncties Bedienen vanaf een Geprojecteerd Scherm (Modus Computer interactief)" pag.131
• "Een documentcamera bedienen" pag.135
• "Netwerkapparaatweergave selecteren" pag.136
• "De interactieve functies via een netwerk gebruiken" pag.138
• "Split Screen-projectie gebruiken" pag.139
Interactieve functiemodi
106
U kunt met de interactieve functies de volgende bewerkingen uitvoeren.
a
• De interactieve functies zijn alleen beschikbaar voor
EB‑1485Fi/EB‑1480Fi.
• Om aanraakbewerkingen met uw vinger uit te voeren, moet u de
aanraakeenheid installeren. Raadpleeg de Installatiehandleiding van
uw projector voor meer informatie.
• Er is een optionele aanraakeenheid vereist voor EB‑1480Fi.
• In Whiteboard modus kunt u interactieve pennen of uw vinger gebruiken
om op het geprojecteerde "whiteboard" te schrijven.
U hoeft geen computer te gebruiken of extra software te installeren om de
ingebouwde whiteboardtekenfunctie te gebruiken. Dit is handig bij
vergaderingen als vervanging van een whiteboard.
U kunt de inhoud van de gemaakte tekening delen met andere projectors,
opslaan als PDF of PNG-bestand, en afdrukken of als e-mail verzenden.
• In annotatiemodus kunt u interactieve pennen of uw vinger gebruiken om
notities toe te voegen aan de gegevens die geprojecteerd zijn vanaf een
computer, tablet, documentcamera of andere bron.
Dit helpt u geprojecteerde informatie te benadrukken of aanvullende
notities op te nemen voor effectievere lessen of presentaties.
U kunt uw pagina's met annotaties vastleggen en vervolgens opslaan of
afdrukken.
• In de modus Computer interactief kunt u interactieve pennen of uw vinger
gebruiken zoals u een muis zou gebruiken. Dit stelt u in staat om te
Interactieve functiemodi
107
navigeren en te bladeren door de inhoud die is geprojecteerd vanaf uw
computer en om deze te selecteren.
a
• U kunt de software Easy Interactive Tools ook gebruiken om te
zorgen voor extra interactieve functies, zoals het opslaan en
afdrukken van uw annotaties. Raadpleeg de Bedieningshandleiding
voor Easy Interactive Tools voor instructies.
• Wanneer u een afzonderlijk eenvormig beeld maakt dat wordt
geprojecteerd vanaf meerdere projectors, is de interactieve modus
van de computer alleen beschikbaar (EB-1485Fi). Gebruik de
software Easy Interactive Tools om te tekenen op het scherm.
gg Verwante koppelingen
• "Whiteboardschermen (whiteboardmodus)" pag.113
• "Tekenen op het geprojecteerde beeld met de annotatiemodus" pag.120
• "Computerfuncties Bedienen vanaf een Geprojecteerd Scherm (Modus
Computer interactief)" pag.131
• "De nieuwste versie van de documenten verkrijgen" pag.11
Het gebruik van interactieve functies voorbereiden
108
Dit hoofdstuk bevat veiligheidsaanwijzingen over het opzetten van en werken
met interactieve pennen of het uitvoeren van aanraakhandelingen met uw
vinger. Lees deze instructies voordat u de interactieve functies gebruikt.
gg Verwante koppelingen
• "Veiligheidsinstructies voor interactieve functies" pag.108
• "De interactieve pennen gebruiken" pag.108
• "De interactieve aanraakbediening gebruiken met uw vinger" pag.110
Veiligheidsinstructies voor interactieve functies
De interactieve functies werken via infraroodcommunicatie. Let op de
volgende belangrijke punten voor het gebruik van deze functie.
• Zorg dat er geen fel licht of zonlicht op de ontvanger van de interactieve pen
en het projectiescherm valt.
• Stof op de ontvanger van de interactieve pen kan de infraroodcommunicatie
storen, waardoor de functies mogelijk niet normaal kunnen worden
gebruikt. Maak de ontvanger schoon als deze vuil is.
• Breng geen verf of stickers aan op de klep van de ontvanger van de
interactieve pen.
• Gebruik geen infrarood-afstandsbediening of infrarood-microfoon in
dezelfde ruimte, omdat de interactieve pen anders slecht zal werken.
• Gebruik geen apparaten die sterke ruis genereren, zoals roterende apparaten
of transformators, in de buurt van de projector. U kunt dan de interactieve
functies mogelijk niet gebruiken.
De interactieve pennen gebruiken
Voordat u de interactieve pennen gebruikt, stelt u het systeem in en kalibreert
u de pennen. Raadpleeg de Installatiehandleiding van uw projector voor
instructies.
a
U moet het systeem opnieuw kalibreren als u een afwijking in de
positionering opmerkt na een van de volgende bewerkingen:
• Geometrische corr. uitvoeren
• De beeldgrootte aanpassen
• Gebruik van de functie Beeldverschuiving
• De positie van de projector wijzigen
Uw projector wordt geleverd met een blauwe pen en een oranje pen,
aangeduid met de kleur op het uiteinde van de pen. U kunt een van beide
pennen of beide pennen tegelijk gebruiken (één voor elke kleur).
Controleer of penbatterijen zijn geïnstalleerd.
A
Penpunt
B
Batterij-indicator
C
Knop
D
Riembevestigingspunt
E
Batterijdeksel
Het gebruik van interactieve functies voorbereiden
109
Houd de pen vast om deze in te schakelen.
Als u de pen niet langer wilt gebruiken, laat de pen dan uit de buurt van het
projectiescherm.
Let op
• Gebruik geen interactieve pennen met natte handen of op plaatsen waar de
pennen nat kunnen worden. De interactieve pennen zijn niet waterdicht.
• Houd de projector en het projectiescherm buiten het bereik van direct zonlicht
anders zullen de interactieve functies mogelijk niet werken.
a
• Pennen schakelen automatisch uit na 15 seconden wanneer ze
worden neergelegd. Houd de pen vast om deze opnieuw in te
schakelen.
• Voor de beste prestaties houdt u de pen loodrecht op het bord, zoals
hieronder aangegeven. Dek de zwarte band in de buurt van de punt
van de pen niet af.
U kunt het volgende doen met behulp van de pen:
• Schrijven of tekenen op het projectievlak in Whiteboard modus en
annotatiemodus.
• Als u een geprojecteerd item wilt selecteren, zoals een pictogram, tikt u
met de penpunt op het projectievlak.
• Als u op het geprojecteerde scherm wilt tekenen, tikt u met de pen op het
projectievlak en sleept u ermee zoals nodig is.
• Als u de geprojecteerde aanwijzer wilt verplaatsen, zweeft u boven het
oppervlak zonder het aan te raken.
• Om de penbediening die in het menu Interactief van de projector is
geselecteerd, drukt u op de knop op de zijkant.
s Interactief > Actie voor penknop
• De pen als muis gebruiken in de modus Computer interactief.
• Om links te klikken, tikt u op het projectieoppervlak met de penpunt.
Het gebruik van interactieve functies voorbereiden
110
• Om te dubbelklikken, tikt u twee keer met de penpunt.
• Om rechts te klikken, drukt u op de knop aan de zijkant.
• Om te klikken en te slepen, tikt en sleept u met de pen.
• Als u de cursor wilt verplaatsen, zweeft u boven het bord zonder het aan
te raken.
a
• Als u de zweeffunctie niet wilt gebruiken, kunt u deze uitschakelen
met de instelling Pen zwevend in het menu Pen/aanraken van de
projector.
• Om lang drukken van de pen te doen werken als rechtsklikken, stelt
u de instelling Pentrackingmodus in op Muismodus en stelt u
Ingedrukt houden op Rechtsklikken in het menu Pen/aanraken van
de projector.
s Pen/aanraken > PC-interactiviteit > Pentrackingmodus
s Pen/aanraken > PC-interactiviteit > Ingedrukt houden
gg Verwante koppelingen
• "De nieuwste versie van de documenten verkrijgen" pag.11
De interactieve aanraakbediening gebruiken met uw
vinger
U kunt uw vinger gebruiken om interactief te werken met het geprojecteerde
scherm, net zoals u een interactieve pen zou gebruiken. U kunt een pen of uw
vinger, of beide tegelijk gebruiken.
De projector herkent maximaal zes aanraakpunten in de modus Computer
interactief. Bij aanraakbediening met uw vinger, kunt u twee vingers
gebruiken in de annotatie- en whiteboard-modi.
Doe het volgende voordat u uw vinger gebruikt voor aanraakbediening:
• Installeer de aanraakeenheid
• Kalibreer het systeem handmatig voor de pen
• Voer hoekafstelling uit voor de aanraakeenheid
• Kalibreer het systeem voor aanraakbediening
Raadpleeg de Installatiehandleiding van uw projector voor meer informatie
over deze bewerkingen.
De Aanraakeenheid wordt ingeschakeld en is klaar voor aanraakbediening
met uw vinger wanneer u de beamer inschakelt en het indicatielampje blauw
oplicht.
Het gebruik van interactieve functies voorbereiden
111
a
• Controleer het volgende als de Aanraakeenheid niet ingeschakeld kan
worden.
• De projector werkt normaal.
• Wanneer de instelling Verticale installatie is ingesteld op Ja, moet
u controleren of de instelling Projectie is ingesteld op Voorkant of
Voor/Ondersteboven in het menu Installatie.
• Wanneer de instelling Verticale installatie is ingesteld op Nee,
moet u controleren of de instelling Projectie is ingesteld op
Voor/Ondersteboven of Achter/Ondersteboven in het menu
Installatie.
• De instelling Voeding is ingesteld op Aan in het menu
Aanraakeenheid.
s Pen/aanraken > Aanraakeenheid > Voeding
• De Aanraakeenheid is met een aanraakeenheid-verbindingskabel
verbonden met de aansluiting TCH van de beamer.
• Positioneringsafwijkingen kunnen optreden afhankelijk van de hoek
van uw vinger of van de richting waarin u wijst.
• Aanraakbediening met uw vinger werkt mogelijk niet goed met lange
of kunstnagels of wanneer uw vingers in verband zijn gewikkeld.
• Aanraakbediening wordt misschien niet correct herkend als uw
vingers of pennen te dicht bij elkaar of gekruist zijn.
• Als kleding of een ander deel van uw lichaam dicht bij het scherm
komt of dat aanraakt, werkt de aanraakbediening mogelijk niet goed.
• Als u het scherm met uw vrije hand aanraakt tijdens de
aanraakbediening, werkt de aanraakbediening mogelijk onjuist.
U kunt de volgende aanrakingsbewerkingen uitvoeren met uw vinger:
• Schrijven of tekenen op het projectievlak in annotatiemodus en whiteboard
modus.
• Als u een geprojecteerd item wilt selecteren, zoals een pictogram, tikt u
met uw vinger op het projectievlak.
• Om na het inschakelen van de projector de eerste keer op het
geprojecteerde beeld te tekenen, selecteert u een pen in de werkbalk en
tikt u met uw vinger op het projectievlak. Als u dat niet doet, werkt uw
vinger als een gum wanneer u de aanraakbediening de eerste keer
gebruikt.
• Om in of uit te zoomen, raakt u een item aan met twee vingers en
verplaatst u uw vingers uit elkaar (uitrekken om in te zoomen) of naar
elkaar toe (samenknijpen om uit te zoomen).
• Om het beeld te draaien, raakt u het beeld aan met twee vingers en draait
u vervolgens uw hand.
Het gebruik van interactieve functies voorbereiden
112
• Uw vinger als muis gebruiken in de modus Computer interactief.
• Om links te klikken, tikt u met uw vinger op het projectieoppervlak.
• Om te dubbelklikken, tikt u twee keer met uw vinger.
• Om rechts te klikken, houdt u uw vinger ongeveer 3 seconden op het
bord (Windows).
• Om te klikken en te slepen, drukt u op een item en sleept u dit met uw
vinger.
a
• Als uw apparaat deze functies ondersteunt, kunt u ook het
volgende doen:
• Om in of uit te zoomen, raakt u een item aan met twee vingers
en verplaatst u uw vingers uit elkaar (uitrekken om in te zoomen)
of naar elkaar toe (samenknijpen om uit te zoomen).
• Om het beeld te draaien, raakt u het beeld aan met twee vingers
en draait u vervolgens uw hand.
• Om omhoog of omlaag te scrollen op de pagina, of om
voorwaarts of achterwaarts te bewegen in een browservenster,
gebruikt u gebaren zoals tikjes.
• U kunt slechts één tool met één vinger tegelijk gebruiken.
gg Verwante koppelingen
• "Veiligheidsvoorschriften voor interactieve aanraakbediening" pag.112
• "De nieuwste versie van de documenten verkrijgen" pag.11
Veiligheidsvoorschriften voor interactieve aanraakbediening
Aanraakbediening met de vinger wordt mogelijk gemaakt door het installeren
van de Aanraakeenheid met ingebouwde laser met hoog vermogen.
De laser straalt vanaf de laserdiffusiepoorten op de onderkant van de
aanraakeenheid:
Let op de volgende belangrijke punten bij aanraakhandelingen.
Waarschuwing
• Kinderen die de aanraakbediening gebruiken met hun vingers moeten altijd door
een volwassene worden begeleid.
• Open nooit een behuizing op de projector of de aanraakeenheid. Probeer nooit
de projector of de aanraakeenheid te demonteren of aan te passen. Elektrische
spanningen in de projector kunnen ernstig letsel veroorzaken.
• Sta niet toe dat het laserlicht dat uitstraalt vanaf de aanraakeenheid door een
optisch object heengaat of daardoor wordt weerspiegeld, zoals een vergrootglas
of spiegel. Langdurig gebruik van de aanraakeenheid kan leiden tot brand of
ongevallen en kan ook letsel veroorzaken.
• Trek de stekker van de beamer uit het stopcontact en laat alle reparaties over aan
bevoegd personeel als er problemen optreden met de beamer of de
aanraakeenheid. Langdurig gebruik van de aanraakeenheid kan leiden tot brand
of ongevallen en kan ook uw ogen beschadigen.
• Kijk niet naar het laserlicht via een optisch apparaat (bijvoorbeeld een loep,
vergrootglas of microscoop) binnen een afstand van 70 mm van de
laserdiffusiepoorten van de aanraakeenheid. Dit kan uw ogen beschadigen.
Whiteboardschermen (whiteboardmodus)
113
U kunt de projector gebruiken om een whiteboardbeeld op een gewoon
oppervlak te projecteren. Daarna kunt u de interactieve pennen of uw vinger
gebruiken om letters en vormen op het beeld te tekenen net als bij een
whiteboard. Dat is handig in omgevingen waar een whiteboard ontbreekt.
a
In de whiteboardmodus kunt u ook beide pennen, eventueel in
combinatie met uw vinger, tegelijkertijd gebruiken.
gg Verwante koppelingen
• "Veiligheidsinstructies voor de Whiteboard modus" pag.113
• "De Whiteboard modus starten" pag.113
Veiligheidsinstructies voor de Whiteboard modus
Let op de volgende belangrijke punten voor het gebruik van deze functie.
• Alle gegevens van de tekening worden gewist wanneer de projector wordt
uitgeschakeld.
• De gebruiker is verantwoordelijk voor het beheer van deze gegevens. Epson
aanvaardt geen aansprakelijkheid voor directe of indirecte schade,
veroorzaakt door verlies, schade of bekendmaking van gebruikersgegevens
of van gegevens van derde door het gebruik van deze projector. Zorg dat u
deze punten begrijpt voordat u het product gebruikt.
De Whiteboard modus starten
U kunt op het whiteboardscherm tekenen met de hulp van de werkbalk
Whiteboard modus.
a
Zet de projector aan.
b
Druk op de knop [Home].
Whiteboardschermen (whiteboardmodus)
114
c
Selecteer Whiteboard.
U ziet het Whiteboard-scherm en de werkbalk.
a
• U kunt de werkbalk naar rechts, links, boven of onder
verplaatsen door deze te slepen.
• U kunt de Whiteboard modus ook starten door in de werkbalk
op te klikken.
• Alle tekeningen die u maakt in de whiteboardmodus blijven
bewaard als u wisselt naar de annotatiemodus of naar andere
beeldbronnen.
d
Selecteer het tekengereedschap dat u wilt gebruiken in de werkbalk die
onderaan op het scherm wordt weergegeven en teken op het
geprojecteerde scherm met de interactieve pen of uw vinger.
gg Verwante koppelingen
• "Werkbalk Whiteboard modus" pag.114
• "Beelden importeren in de Whiteboard modus" pag.117
• "Compatibele bestandstypen voor openen in de Whiteboardmodus" pag.119
Werkbalk Whiteboard modus
Met de werkbalk Whiteboard modus kunt u op het geprojecteerde scherm
tekenen en schrijven. De werkbalk Whiteboard modus is hieronder afgebeeld.
a
• U kunt de mini-werkset ook gebruiken door op de knop op de
zijkant van de pen te drukken op een willekeurige locatie in het
tekengebied. U kunt het type pen of gum wisselen in de mini-
werkset.
• Wanneer u aanraakbewerkingen uitvoert met uw vinger, kunt u de
mini-werkset weergeven.
Whiteboardschermen (whiteboardmodus)
115
Home
Toont het Startscherm.
A/V dempen
Hiermee schakelt u video en audio uit. Tik opnieuw op
de knop om de video en audio weer in te schakelen.
Overige tools
Toont extra tools.
• E-mail: verstuurt het geprojecteerde scherm
per e-mail. Geef eerst de instellingen op voor E-mail
in het menu Interactief van de projector.
• Opslaan: slaat het weergegeven scherm op.
Geef eerst de instellingen op voor Opslaan in het
menu Interactief van de projector.
• Afdrukken: drukt het geprojecteerde scherm
af. Geef eerst de instellingen op voor Afdrukken in
het menu Interactief van de projector.
• Timer: telt de tijd omhoog of omlaag.
• Scherm Leveren: deelt het huidige scherm met
de Epson iProjection-software.
• Deelnemerslijst: toont het
gebruikersselectiescherm zodat u kunt projecteren
vanaf apparaten die met de projector verbonden zijn
via een netwerk.
• Help: toont het Help-scherm voor de functies
in de werkbalk. Selecteer Sluiten om het helpscherm
te sluiten.
• Alle tekeninhoud wissen: wist alle inhoud van de
huidige tekening en beelden en herstelt de
standaardstatus van de whiteboard modus.
Pen
Toont het beschikbare pentype, de dikte of de vorm van
de pen.
Kleur
Schakelt de kleur voor de tekeningen.
Gum
Schakelt naar een gum. Selecteer de grootte van de gum.
Selecteren
Selecteert getekende inhoud of een ingevoegd beeld
zodat u bewerkingen kunt uitvoeren, zoals het
verplaatsen van het item of het aanpassen van de
grootte.
• Selecteer het pictogram rechtsonder van het
geselecteerde object of beeld om bewerkingen uit te
voeren. Om het gekopieerde object of beeld te
plakken, tikt u op het scherm, selecteert u het
pictogram en selecteert u Plakken.
• Sleep de rand van het gebied om het object om de
afbeelding groter of kleiner te maken.
• Sleep bovenaan het gebied om het geselecteerde
object of de geselecteerde afbeelding te draaien.
Ongedaan maken
Maakt de vorige bewerking ongedaan.
Opnieuw
Annuleert een bewerking die ongedaan is gemaakt en
herstelt de vorige status.
Scherm wissen
Wist alle tekeningen van de weergegeven pagina.
Whiteboardschermen (whiteboardmodus)
116
Aanraking
uitschakelen/Aanraking
inschakelen
Schakelt aanraakbewerkingen tijdelijk uit om onbedoeld
gebruik te verhinderen. Schakelt ook de
aanraakbewerkingen die u hebt uitgeschakeld, in.
Minimaliseren
Verbergt de werkbalk.
a
• U kunt het volgende aantal afbeeldingen met de volgende afmetingen
op het whiteboard-scherm weergeven.
• Maximaal 1920 × 1080 × 2 bestanden voor één pagina.
• Maxiamaal 20 pagina’s
• Getekende objecten worden vooraan in het geïmporteerde beeld
weergegeven.
• Als objecten of afbeelding vanaf het geprojecteerde scherm worden
verplaatst, kunt u ze misschien niet selecteren.
Extra knoppen voor gebruik in de Whiteboard-modus
Met de knoppen in de Whiteboard-modus kunt u functies van de
Whiteboard-modus gebruiken.
A
Openen
Opent een bestand en leest de gegevens in een nieuwe pagina in.
B
Beeld toevoegen
Importeer een beeldbestand naar de huidige pagina.
C
Achtergrond
Selecteert een achtergrondsjabloon.
Selecteer om gebruikerssjablonen toe te voegen.
Whiteboardschermen (whiteboardmodus)
117
D
Zoomen
Hiermee vergroot of verkleint u het geprojecteerde beeld.
• : verkleint het beeld.
• : vergroot het beeld.
• : keert terug naar het originele formaat.
• : vergroot het geselecteerde gebied.
E
Pagina verwijderen
Verwijdert de huidige pagina.
F
Vorige pagina
Toont de vorige pagina.
G
Volgende pagina
Toont de volgende pagina.
H
Nieuwe pagina
Voegt een nieuwe pagina toe na de momenteel weergegeven pagina. U kunt
maximaal 20 pagina’s toevoegen.
gg Verwante koppelingen
• "Startscherm" pag.57
• "Het beeld en geluid tijdelijk uitschakelen" pag.156
• "Tekeninhoud verzenden via e-mail" pag.124
• "Tekeninhoud opslaan" pag.126
• "Tekeninhoud afdrukken" pag.128
• "Netwerkapparaatweergave selecteren" pag.136
Beelden importeren in de Whiteboard modus
U kunt beelden importeren in de huidige pagina in de Whiteboard modus U
kunt bestanden importeren vanaf een aangesloten USB-opslagapparaat of
netwerkmap, of u kunt een beeld scannen vanaf een netwerkscanner en het
importeren.
• Om beelden te importeren vanaf een USB-opslag of een netwerkmap, geeft
u eerst de instellingen voor Opslaan in het menu Interactief van de
projector.
• Om een papieren document te scannen, moet u ervoor zorgen dat een
ondersteund printer met scancapaciteiten is aangesloten op de projector en
eerst de instellingen voor Afdrukken op te geven in het menu Interactief
van de projector.
a
• Printers met ESC/P-R-commando's worden ondersteund.
• Bepaalde producten, zoals standalone scanners, kunnen deze
functie niet gebruiken. Voor een lijst van ondersteunde producten,
neemt u contact op met Epson voor hulp.
• U kunt geen documenten scannen wanneer de printer in een status
is waardoor afdrukken onmogelijk is, zoals wanneer de inkt op is.
Bij het scannen kunt u de volgende scanfuncties niet gebruiken, ook als ze
beschikbaar zijn:
• De scanknop op het apparaat.
• Delen van het document scannen.
• Originelen scannen met een Automatische documenttoevoer (ADF).
a
Als u een papieren document scant, laadt u het origineel in het product.
b
Selecteer het pictogram onderaan links op het whiteboard.
U ziet het scherm Beeld toevoegen.
Whiteboardschermen (whiteboardmodus)
118
c
Selecteer de volgende opslaginstellingen op het scherm Scannen.
• Vanaf een USB-opslag of een netwerkmap
• Vanaf een scanner
A
Selecteer de locatie van het beeld dat u wilt importeren.
B
Selecteer het bestand dat u wilt importeren.
C
Selecteer het papierformaat.
D
Selecteer de oriëntatie voor het gescande document.
E
Selecteer Kleur of Monochroom.
d
Selecteer Openen of Scannen.
Na het importeren of scannen, wordt het beeld als de huidige pagina
geprojecteerd in de whiteboardmodus.
Whiteboardschermen (whiteboardmodus)
119
Compatibele bestandstypen voor openen in de
Whiteboardmodus
De volgende bestandstypen kunnen worden geopend en in een pagina gelezen
in de whiteboardmodus. Afbeeldingen die groter zijn dan een pagina worden
verkleind om te passen.
Wanneer u het pictogram of onderaan links op het whiteboard
selecteert, kunt u .jpg of .png kiezen.
Type Bestandstype
(extensie)
Opmerkingen
Beeld .jpg Het volgende kan niet worden ingelezen.
• Afbeeldingen met een hogere resolutie
dan 2048 x 2048 *
• Bestanden met de extensie ".jpeg"
• Bestanden met CMYK-kleurindeling
• Progressieve beelden
.png Afbeeldingen met een hogere resolutie
dan 2048 x 2048 kunnen niet worden
gelezen. *
PDF .pdf PDF-bestanden van versie 1.7 of eerder
kunnen worden geopend.
Geef de te openen pagina van een PDF-
bestand op. Voer het wachtwoord in als
het bestand met een wachtwoord is
beveiligd.
EWF2 .ewf2 Geef het paginanummer op voor het
openen van een EWF2-bestand (Epson
Whiteboard Format).
Voer het wachtwoord in als het bestand
met een wachtwoord is beveiligd.
* U kunt het beeld als achtergrondsjabloon gebruiken met een resolutie tot
1920 × 1080. Wanneer u het beeld gebruikt met een resolutie die lager is dan
1920 × 1080, wordt het beeld in het midden van het scherm geplaatst.
Tekenen op het geprojecteerde beeld met de annotatiemodus
120
Met de annotatiemodus kunt u projecteren vanaf een computer, tablet,
videoapparaat of een andere bron en notities toevoegen aan uw geprojecteerde
inhoud met behulp van de interactieve pennen of uw vinger. U kunt beide
pennen tegelijkertijd gebruiken. U kunt ook beide pennen en uw vinger
tegelijkertijd gebruiken.
gg Verwante koppelingen
• "De annotatiemodus starten" pag.120
De annotatiemodus starten
Om in de annotatiemodus op het geprojecteerde scherm te tekenen, moet u
de werkbalk voor de annotatiemodus weergeven.
Voordat u begint, moet u ervoor zorgen dat de instelling Tekenfunctie op
Aan staat in het menu Interactief van de projector om de annotatiemodus in
te schakelen.
a
Een beeld projecteren van een aangesloten apparaat.
U ziet de werkbalk op het geprojecteerde beeld, bijvoorbeeld:
a
• U kunt de werkbalk naar rechts, links, boven of onder
verplaatsen door deze te slepen.
• U kunt het Whiteboard-scherm weergeven door in de
werkbalk op te klikken. Om het whiteboard te vergroten
zodat het past op het volledige scherm, sleept u de balk in het
midden naar de rand van het scherm.
b
Selecteer het tekengereedschap dat u wilt gebruiken in de werkbalk die
onderaan op het scherm wordt weergegeven en teken op het
geprojecteerde scherm met de interactieve pen of uw vinger.
gg Verwante koppelingen
• "Werkbalk annotatiemodus" pag.121
Tekenen op het geprojecteerde beeld met de annotatiemodus
121
Werkbalk annotatiemodus
Met de werkbalk annotatiemodus kunt u op het geprojecteerde scherm
tekenen en schrijven. Het uiterlijk van de werkbalk verschilt afhankelijk van
de manier waarop u projecteert en of u een gedeeld beeld projecteert.
a
• U kunt de mini-werkset ook gebruiken door op de knop op de
zijkant van de pen te drukken op een willekeurige locatie in het
tekengebied. U kunt het type pen of gum wisselen in de mini-
werkset.
• Wanneer u aanraakbewerkingen uitvoert met uw vinger, kunt u de
mini-werkset weergeven.
Home
Toont het Startscherm.
A/V dempen
Hiermee schakelt u video en audio uit. Tik opnieuw op
de knop om de video en audio weer in te schakelen.
Zoomen
(Niet beschikbaar als u het scherm in twee of vier moet
splitsen)
Hiermee vergroot of verkleint u het geprojecteerde
beeld.
Opname maken
Legt het huidige scherm vast en kopieert het op het
whiteboard.
• Volledig scherm legt het volledige schermbeeld vast.
• Met Gebied selecteren kunt u een deel van het vast te
leggen beeld selecteren.
Als u het Screen Mirroring-beeld wilt vastleggen, stelt u
eerst Opname maken in op Ingeschakeld in het menu
Netwerk van de projector vast.
s Netwerk > Netwerkinstellingen >
Netwerkprojectie > Screen Mirroring > Opname
maken
Whiteboard
(Niet beschikbaar als u het scherm in twee of vier moet
splitsen, of als de instelling Schaal is ingeschakeld)
Toont het whiteboard-scherm.
Split Screen
(Alleen beschikbaar als u het scherm in twee of vier
moet splitsen)
Geeft de Split Screen-instellingen op.
Beeldverschuiving
(Alleen beschikbaar wanneer Schermtype is ingesteld
op 16:6.)
Bepaalt de horizontale positie van het beeld in het
ultrabrede scherm.
Tekenen op het geprojecteerde beeld met de annotatiemodus
122
Overige tools
Toont extra tools.
• E-mail: verstuurt het geprojecteerde scherm
per e-mail. Geef eerst de instellingen op voor E-mail
in het menu Interactief van de projector.
• Opslaan: slaat het weergegeven scherm op.
Geef eerst de instellingen op voor Opslaan in het
menu Interactief van de projector.
• Afdrukken: drukt het geprojecteerde scherm
af. Geef eerst de instellingen op voor Afdrukken in
het menu Interactief van de projector.
• Timer: telt de tijd omhoog of omlaag.
• Volume: regelt het volume van het
luidsprekersysteem van de projector.
• Scherm Leveren: deelt het huidige scherm met
de Epson iProjection-software.
• Deelnemerslijst: toont het
gebruikersselectiescherm zodat u kunt projecteren
vanaf apparaten die met de projector verbonden zijn
via een netwerk.
• Help: toont het Help-scherm voor de functies
in de werkbalk. Selecteer Sluiten om het helpscherm
te sluiten.
• Alle tekeninhoud wissen: wist alle inhoud van de
huidige tekening en beelden en herstelt de
aantekeningstatus naar de standaard status.
Pen
Toont het beschikbare pentype, de dikte of de vorm van
de pen.
Kleur
Schakelt de kleur voor de tekeningen.
Gum
Schakelt naar een gum. Selecteer de grootte van de gum.
Selecteren
Selecteert getekende inhoud of een ingevoegd beeld
zodat u bewerkingen kunt uitvoeren, zoals het
verplaatsen van het item of het aanpassen van de
grootte.
• Selecteer het pictogram rechtsonder van het
geselecteerde object of beeld om bewerkingen uit te
voeren. Om het gekopieerde object of beeld te
plakken, tikt u op het scherm, selecteert u het
pictogram en selecteert u Plakken.
• Sleep de rand van het gebied om het object om de
afbeelding groter of kleiner te maken.
• Sleep bovenaan het gebied om het geselecteerde
object of de geselecteerde afbeelding te draaien.
Ongedaan maken
Maakt de vorige bewerking ongedaan.
Opnieuw
Annuleert een bewerking die ongedaan is gemaakt en
herstelt de vorige status.
Scherm wissen
Wist alle tekeningen van de weergegeven pagina.
Aanraking
uitschakelen/Aanraking
inschakelen
Schakelt aanraakbewerkingen tijdelijk uit om onbedoeld
gebruik te verhinderen. Schakelt ook de
aanraakbewerkingen die u hebt uitgeschakeld, in.
Tekenen op het geprojecteerde beeld met de annotatiemodus
123
Delen stoppen
(Alleen beschikbaar wanneer een gedeeld beeld wordt
geprojecteerd)
Stopt het delen van het scherm.
PC-interactiviteit
(Niet beschikbaar wanneer een gedeeld beeld wordt
geprojecteerd)
Schakelt naar de Computer interactief-modus. Zet de
instelling PC-interactiviteit op Aan om de computer te
bedienen via de interactieve pen of uw vinger.
Minimaliseren
Verbergt de werkbalk.
a
• Getekende objecten worden vooraan in het geprojecteerde beeld
weergegeven.
• Als objecten of afbeelding vanaf het geprojecteerde scherm worden
verplaatst, kunt u ze misschien niet selecteren.
gg Verwante koppelingen
• "Whiteboardschermen (whiteboardmodus)" pag.113
• "Computerfuncties Bedienen vanaf een Geprojecteerd Scherm (Modus
Computer interactief)" pag.131
• "Startscherm" pag.57
• "Het beeld en geluid tijdelijk uitschakelen" pag.156
• "In- en uitzoomen op beelden" pag.158
• "Meerdere beelden tegelijk projecteren" pag.141
• "Tekeninhoud verzenden via e-mail" pag.124
• "Tekeninhoud opslaan" pag.126
• "Tekeninhoud afdrukken" pag.128
Tekeningen delen
124
U kunt de inhoud delen van de tekeningen die u maakt door ze op te slaan of
af te drukken, of door een e-mail met de inhoud te verzenden.
gg Verwante koppelingen
• "Tekeninhoud verzenden via e-mail" pag.124
• "Tekeninhoud opslaan" pag.126
• "Tekeninhoud afdrukken" pag.128
Tekeninhoud verzenden via e-mail
U kunt een beeld van uw tekeningen als bijlage toevoegen aan uw e-mail en
verzenden.
Geef eerst de instellingen op voor E-mail in het menu Interactief van de
projector. Om een e-mailadres te kunnen zoeken via een directoryservice,
geeft u de instellingen voor Directory op in het menu Interactief van de
projector.
a
• Het adres dat is ingesteld voor de afzender in het menu E-mail van
de projector, wordt gebruikt als het adres van de afzender. Als het
afzenderadres niet is ingesteld, wordt het adres dat voor de ontvanger
is ingesteld, als afzender weergegeven.
• U kunt de tekst in de e-mail niet bewerken.
a
Selecteer het pictogram op de werkbalk.
b
Selecteer het pictogram .
U ziet het scherm E-mail.
c
Selecteer de volgende opslaginstellingen op het scherm E-mail.
• Voor Whiteboard modus
Tekeningen delen
125
• Voor Annotatiemodus
A
Voer het e-mailadres in voor de ontvanger via het weergegeven
toetsenbord. Het e-mailadres dat u hebt ingesteld, wordt opgeslagen tot u
alle tekeningen wist of de projector uitschakelt.
a
Wanneer u Adresinvoer verbieden instelt op Aan
in het menu Interactief van de projector, kunt u
het e-mailadres niet direct invoeren. Stel eerst
Adresinvoer verbieden in op Uit.
s Interactief > E-mail > Adresinvoer verbieden
B
Typ het onderwerp voor de e-mail.
C
Voer de bestandsnaam in voor de bijlage.
D
Selecteer of u alle whiteboardpagina’s of alleen het momenteel
geprojecteerde beeld wilt verzenden.
E
Schakel voor PDF’s of EWF2’s het selectievakje in en voer een
wachtwoord in om het bestand te coderen.
Let op
• Als u een wachtwoord invoert, wordt dit op het scherm
getoond.
• Zorg er bij het coderen van een bestand voor dat u het
wachtwoord niet vergeet.
F
Selecteer het format voor het bijgevoegde bestand (JPG, PDF, PNG of
EWF2).
G
Geef het e-mailadres op voor de ontvanger via het weergegeven
dialoogvenster E-mailadres. U kunt maximaal 50 adressen opgeven.
U kunt het adresboek instellen via de directoryservice in het menu
Interactief van de projector.
d
Selecteer Verzenden.
a
• Als u tekeningen opslaat in de Annotatiemodus, wordt de
afbeelding opgeslagen in jpg-indeling.
• Als het geprojecteerde scherm veel inhoud bevat, kan het een
tijd duren om de e-mail te versturen.
• Het kan zijn dat u de e-mail niet kunt verzenden, afhankelijk
van de instellingen van de doelmailserver. Neem vooraf
contact op met de netwerkbeheerder over de instellingen van
de mailserver.
gg Verwante koppelingen
• "Een adresboek maken" pag.126
• "Beschikbare Directory-service" pag.126
• "Menu Interactief - Menu E-mail" pag.263
• "Menu Interactief - Menu Directory" pag.263
Joe Smith xxxxxx@xxxxx.com
M
ar
y Jones-Smith xxxxxxx@xxxx.com
John Q. Public xxxx@xxxxxx.com
Tekeningen delen
126
Een adresboek maken
Wanneer u e-mails van uw tekeningen verzendt, kunt u e-mailadressen kiezen
vanaf een adresboek. U kunt het adresboek maken door een tekstbestand van
maximaal 999 adressen te laden via het scherm Webcontrole.
a
Adressen worden weergegeven in de volgorde waarin ze in het
tekstbestand verschijnen.
a
Maak het tekstbestand dat de lijst bevat met de adressen die u wilt
toevoegen aan het adresboek. Het bestand moet de volgende
kenmerken hebben:
• Door tabs gescheiden
• Elke lijn moet een paar tekenreeksen hebben, gescheiden door een
tab: <name> <tab> <email_address>
• Elke lijn mag maximaal 256 tekens bevatten.
• Bestandsnaam met een txt-extensie
• De tekencode moet UTF-16 met BOM zijn
Een voorbeeld van een tekstbestand:
b
Controleer of de projector is ingeschakeld.
c
Start uw webbrowser op een computer die is aangesloten op het
netwerk.
d
Selecteer Interactief > E-mail > Instellingen adresboek >
Adresboekbestand en selecteer de knop Bestand kiezen.
e
Selecteer het adresboekbestand en selecteer Instellen.
Het adresboekbestand wordt geüpload naar de projector.
f
Om het adresboek te verwijderen, selecteert u Interactief > E-mail >
Instellingen adresboek > Adresboek verwijderen en selecteer
Verzenden.
Beschikbare Directory-service
De volgende servers van directory-services worden ondersteund.
Servertype Server directory-service
Besturingssysteem Windows Server 2012 R2
Windows Server 2016
Poort Variabele (standaard is 389)
Authenticatie Anonymous (geen authenticatie)
Simple
Digest-MD5
Codering Codering SASL-laag
(SSL/TLS wordt niet ondersteund)
Opmerkingen voor zoekactie
• Er worden maximaal 200 overeenkomende adressen weergegeven.
• U kunt adressen zoeken met alfanumerieke tekens.
Tekeninhoud opslaan
U kunt de inhoud die u op het geprojecteerde scherm hebt gemaakt, opslaan
naar een bestand.
Geef eerst de instellingen op voor Opslaan in het menu Interactief van de
projector.
Tekeningen delen
127
Let op
Als u een kaartlezer of USB-hub gebruikt, worden de bewerkingen mogelijk niet
correct uitgevoerd. Voor de beste resultaten sluit u rechtstreeks aan op de projector
of het control pad.
a
Sommige USB-opslagapparaten met ingebouwde veiligheidsfuncties
zijn mogelijk niet geschikt.
a
Selecteer het pictogram op de werkbalk.
b
Selecteer het pictogram .
U ziet het scherm Opslaan.
c
Selecteer de volgens opslaginstellingen in het scherm Opslaan.
• Voor Whiteboard modus
• Voor Annotatiemodus
A
Selecteer de bestemming waar u het bestand wilt opslaan.
• Selecteer USB of Netwerk om een aangesloten USB-opslagapparaat of
netwerkmap op te slaan.
• Selecteer Computer om het bestand tijdelijk op te slaan op de projector
en het beschikbaar te maken voor het kopiëren vanaf de computer.
Nadat het bestand is gekopieerd, wordt het gewist. U kunt het bestand
niet opslaan naar een computer wanneer de ingangsbron USB Display
of HDBaseT is, of als u het scherm hebt gesplitst in twee of vier.
B
Schakel voor PDF’s of EWF2’s het selectievakje in en voer een
wachtwoord in om het bestand te coderen.
Let op
• Als u een wachtwoord invoert, wordt dit op het scherm
getoond.
• Zorg er bij het coderen van een bestand voor dat u het
wachtwoord niet vergeet.
Tekeningen delen
128
C
Selecteer of u alle whiteboardpagina’s of alleen het momenteel
geprojecteerde beeld wilt opslaan.
D
Selecteer het opslagformaat (JPG, PDF, PNG of EWF2).
E
Voer een bestandsnaam in.
F
Selecteer voor USB of Netwerk de doelmap via het weergegeven
dialoogvenster Openen.
d
Selecteer Opslaan (Volgende voor Computer).
a
• Als u tekeningen opslaat in de Annotatiemodus, wordt de afbeelding
opgeslagen in jpg-indeling.
• Wanneer Computer is geselecteerd als de opslaglocatie voor het
bestand, wordt de inhoud van de tekening tijdelijk opgeslagen op de
projector en verschijnt het instructiedialoogvenster. Volg de
instructies op het scherm om de gegevens op te slaan op uw
computer.
gg Verwante koppelingen
• "Beschikbare bestandsindeling in de Whiteboardmodus" pag.128
• "Menu Interactief - Menu Opslaan" pag.262
Beschikbare bestandsindeling in de Whiteboardmodus
U kunt in de volgende bestandsindelingen opslaan:
• PNG (Resolutie: 1920 × 1080)
• JPG (Resolutie: 1920 × 1080)
• PDF (stel indien nodig een wachtwoord in)
• EWF2 (stel indien nodig een wachtwoord in)
Wordt het bestand als bewerkbaar opgeslagen, selecteer dan het format
EWF2. Het EWF2-format wordt ondersteund door de interactieve projectors
en Easy Interactive Tools.
Tekeninhoud afdrukken
U kunt pagina’s direct vanaf de projector afdrukken naar een ondersteunde
printer (USB of in netwerk).
Geef eerst de instellingen op voor Afdrukken in het menu Interactief van de
projector.
a
Selecteer het pictogram op de werkbalk.
b
Selecteer het pictogram .
U ziet het scherm Afdrukken.
Tekeningen delen
129
c
Selecteer de volgende opslaginstellingen op het scherm Afdrukken.
• Voor Whiteboard modus
• Voor Annotatiemodus
A
Stel het aantal exemplaren in. U kunt maximaal 20 vellen opgeven.
B
Selecteer of u alle whiteboardpagina’s of alleen het momenteel
geprojecteerde beeld wilt afdrukken.
C
Stel de papiergrootte voor de afdruk in.
D
Stel het aantal pagina's in dat per vel wordt afgedrukt.
E
Als de printer dubbelzijdig afdrukken ondersteunt, kunt u kiezen of u op
twee kanten wilt afdrukken.
F
Stel de afdrukkleur in.
d
Selecteer Afdrukken.
Tekeningen delen
130
gg Verwante koppelingen
• "Beschikbare printerstuuropdrachten in de Whiteboard-modus" pag.130
• "Menu Interactief - Menu Afdrukken" pag.262
Beschikbare printerstuuropdrachten in de Whiteboard-modus
De volgende printer*-stuuropdrachten worden ondersteund.
Besturingsopdrachten Verbindingsmethode
ESC/P-R USB of via een netwerk
PCL6 Via een netwerk
* Niet alle printers worden ondersteund. Voor meer details over ondersteunde
modellen, neemt u contact op met Epson voor hulp.
Computerfuncties Bedienen vanaf een Geprojecteerd Scherm (Modus Computer
interactief)
131
Als de projector is aangesloten op een computer met een USB-kabel, Epson
iProjection of een Screen Mirroring, kunt u de computer vanaf het
geprojecteerde scherm bedienen met de interactieve pennen of met uw vinger,
net zoals u dat zou doen met een muis. U kunt navigeren, opslaan en met de
computerprogramma's werken vanaf het geprojecteerde scherm.
a
• Wanneer u meerdere beeldschermen gebruikt met Windows 7 of
later en de modus Computer interactief op het secundaire scherm
gebruikt, geeft u de volgende instellingen op:
• Zet de instelling Pentrackingmodus op Penmodus in het menu
Pen/aanraken van de projector.
s Pen/aanraken > PC-interactiviteit > Pentrackingmodus
• Ga naar Configuratiescherm > Hardware en Geluiden > Tablet
PC-instellingen > Installatie om het installatieprogramma te
starten en de interactieve functies te configureren.
Als u een derde beeldscherm installeert, kunt u met dat scherm geen
interactieve functies gebruiken.
U kunt niet schrijven of tekenen op meerdere schermen.
• Om de modus Computer interactief te gebruiken via een netwerk,
moet u Epson iProjection (Windows/Mac) installeren.
gg Verwante koppelingen
• "Systeemvereisten modus Computer interactief" pag.131
• "Easy Interactive Driver installeren op Mac" pag.132
• "De Modus Computer Interactief Gebruiken" pag.132
• "Instellen van het gebied voor gebruik van de pen" pag.133
Systeemvereisten modus Computer interactief
Uw computer moet gebruik maken van een van de volgende
besturingssystemen om de modus Computer interactief te kunnen gebruiken.
Windows
• Windows 7 Service Pack 1
• Ultimate (32- en 64-bits)
• Enterprise (32- en 64-bits)
• Professional (32- en 64-bits)
• Home Premium (32- en 64-bits)
• Windows 8.1
• Windows 8.1 (32- en 64-bits)
• Windows 8.1 Pro (32- en 64-bits)
Computerfuncties Bedienen vanaf een Geprojecteerd Scherm (Modus Computer
interactief)
132
• Windows 8.1 Enterprise (32- en 64-bits)
• Windows 10
• Windows 10 Home (32- en 64-bits)
• Windows 10 Pro (32- en 64-bits)
• Wanneer u een computer aansluit op de projector met Screen Mirroring
• Windows 10
• Ondersteuning voor UIBC (Kanaalingang gebruiker achter)
Mac
• OS X 10.11.x
macOS
• 10.12.x
• 10.13.x
• 10.14.x
• 10.15.x
Ubuntu
• 16.04 LTS
• 18.04 LTS
• 19.04
Easy Interactive Driver installeren op Mac
Installeer Easy Interactive Driver op uw computer om de modus Computer
interactief te gebruiken.
a
Zet de computer aan.
b
Download de software vanaf de Epson-website.
c
Volg de instructies op het scherm om de software te installeren.
d
Start de computer opnieuw.
gg Verwante koppelingen
• "Systeemvereisten Easy Interactive Driver" pag.328
De Modus Computer Interactief Gebruiken
U kunt uw computerprogramma's bedienen met het geprojecteerde scherm
met behulp van de modus Computer interactief.
a
Als u met Mac werkt, moet u de Easy Interactive Driver op uw
computer installeren wanneer u de interactieve functies de eerste keer
gebruikt.
b
Wanneer u een USB-aansluiting wilt gebruiken, sluit u de projector aan
op uw computer met een USB-kabel.
a
• Als u de modus Computer Interactief wilt gebruiken met USB
Display, geeft u de instelling USB Display op in het menu
Signaal I/O in. Bij projectie met behulp van USB Display, kan
de responstijd langer duren.
• Bij het gebruik van het Control Pad moet u de projector, het
Control Pad en uw computer met USB-kabels aansluiten.
• U hebt geen USB-kabel nodig als u gebruik maakt van de
modus Computer interactief via een netwerk.
c
Zet de projector aan.
d
Projecteer uw computerscherm met een HDMI-, HDBaseT-,
Computer-, LAN- of Screen Mirroring-aansluiting.
e
Selecteer de instelling Pentrackingmodus in het projectormenu
Pen/aanraken die overeenkomt met het besturingssysteem van uw
computer.
Computerfuncties Bedienen vanaf een Geprojecteerd Scherm (Modus Computer
interactief)
133
s Pen/aanraken > PC-interactiviteit > Pentrackingmodus
• Windows en Mac: selecteer Penmodus.
• Ubuntu: selecteer Muismodus.
a
Het gelijktijdige gebruik van twee interactieve pennen kan
storing veroorzaken in sommige toepassingen. Plaats de niet-
gebruikte interactieve pen uit de buurt van het projectiescherm.
f
Houd de Windows-toets ingedrukt en druk tegelijkertijd op K op uw
toetsenbord wanneer u verbinding maakt met een Screen Mirroring.
Selecteer dan Muis, toetsenbord, aanraking en peninvoer toestaan
vanaf dit apparaat.
g
Zorg ervoor dat u de projector hebt gekalibreerd bij het eerste gebruik.
h
Houd een interactieve pen dicht bij het geprojecteerde scherm of tik
met uw vinger op het geprojecteerde scherm.
i
Zorg dat PC-interactiviteit is ingeschakeld in de werkbalk. Indien deze
niet is ingeschakeld, selecteer dan de knop om de functie in te
schakelen.
U kunt nu de computer bedienen met behulp van de interactieve pen of uw
vinger. U kunt ook het volgende doen:
• Het invoerpaneel van de Tablet PC in Windows 7.
• De Hulpmiddelen voor inkt voor annotatie in Microsoft Office-
toepassingen.
Instellen van het gebied voor gebruik van de pen
Het pengebruikgebied wordt normaal automatisch aangepast als u een andere
computer aansluit of de resolutie van de computer aanpast. Als u merkt dat de
penpositie onjuist is wanneer u de computer bedient vanaf het geprojecteerde
scherm (modus Computer interactief), kunt u het pengebied handmatig
aanpassen.
a
Handmatige aanpassing is niet beschikbaar bij het projecteren vanaf
een LAN-bron.
a
Schakel over naar de modus Computer interactief, indien nodig.
b
Druk op de knop [Menu], selecteer het menu Pen/aanraken en druk
dan op [Enter].
Computerfuncties Bedienen vanaf een Geprojecteerd Scherm (Modus Computer
interactief)
134
c
Selecteer de instelling PC-interactiviteit en druk op [Enter].
d
Zorg dat u de instelling Autom. pengebied uitschakelt. Selecteer
Handmatig pengebied en druk op de knop [Enter].
e
Selecteer Ja en druk op de knop [Enter].
De muisaanwijzer verplaatst naar de linkerbovenhoek.
f
Wanneer de muisaanwijzer stopt in de linkerbovenhoek van het beeld,
raakt u de punt van de aanwijzer aan met de pen.
De muisaanwijzer verplaatst naar rechterbenedenhoek.
g
Wanneer de muisaanwijzer stopt in de rechterbenedenhoek van het
beeld, raakt u de punt van de aanwijzer aan met de pen.
Een documentcamera bedienen
135
Wanneer u een Epson-documentcamera aansluit, kunt u de beelden
aanpassen zoals nodig en ze opslaan als een beeld- of filmbestand, afhankelijk
van het model van de documentcamera. Raadpleeg de handleiding van uw
documentcamera voor meer informatie.
a
Sluit een Epson-documentcamera aan op de projector.
U ziet het bedieningsscherm van de documentcamera.
b
Selecteer de volgende bewerkingen zoals nodig op het
bedieningssysteem van de documentcamera. (De beschikbare
bewerkingen verschilt afhankelijk van het model van uw
documentcamera.)
A
Stelt automatisch scherp op het beeld.
B
Bevriest het beeld tijdelijk.
C
Vergroot het beeld.
D
Draait het beeld 180°.
E
Slaat het momenteel weergegeven beeld en de tekeningen op als een
stilstaand beeld.
F
Neemt het beeld op.
G
Schakelt naar de SD-kaartviewer.
gg Verwante koppelingen
• "SD-kaartviewer" pag.135
• "De nieuwste versie van de documenten verkrijgen" pag.11
SD-kaartviewer
Met de SD-kaartviewer kunt u opgeslagen afbeeldingen en films op de SD-
kaart in de documentcamera, weergeven als een diavoorstelling. De SD-
kaartviewer wordt weergegeven in de volgende afbeelding.
A
Toont het vorige bestand.
B
Speelt en pauzeert de diavoorstelling.
C
Toont het volgende bestand.
D
Schakelt naar het bedieningsscherm van de documentcamera.
Netwerkapparaatweergave selecteren
136
Als u apparaten via een netwerk hebt verbonden met de projector, kunt u
kiezen om een beeld vanaf die apparaten te projecteren.
U kunt de beeldbron selecteren vanaf computers (Windows/Mac) waarop
Epson iProjection wordt uitgevoerd en vanaf smartphones of tablets met
Epson iProjection (iOS/Android).
a
U kunt elk aangesloten netwerkapparaat selecteren voor projectie, zelfs
als de gebruiker verbinding heeft gemaakt met behulp van de Epson
iProjection-software terwijl de moderatorfunctie is ingeschakeld.
Raadpleeg de Bedieningshandleiding voor Epson iProjection
(Windows/Mac) voor details over de moderatorfunctie.
a
Selecteer het pictogram in de werkbalk en selecteer dan
Deelnemerslijst.
Het gebruikersselectiescherm wordt weergegeven.
b
Selecteer de gebruikersnaam voor het apparaat waarvan u wilt
projecteren.
A
Geeft de gebruikersnamen weer voor netwerkapparaten die met de
projector zijn verbonden.
Bij de weergave van miniaturen, wordt elke apparaatscherm weergegeven
als een miniatuur.
Het pictogram wordt naast de gebruikersnaam van het momenteel
geprojecteerde apparaat weergegeven.
B
Schakelt de weergave voor het gebruikersselectiescherm tussen
miniaturen en pictogrammen.
C
Vernieuwt het gebruikersselectiescherm.
Als een extra gebruiker verbinding maakt met de projector via een
netwerk, selecteert u deze knop om de gebruikerslijst bij te werken.
Het vernieuwen van de informatie duurt enkele seconden.
D
Klik om naar de vorige of volgende pagina te gaan.
E
Sluit het gebruikersselectiescherm en keert terug naar het vorige scherm.
Netwerkapparaatweergave selecteren
137
a
• In het gebruikersselectiescherm kunt u twee pennen of één
vinger per keer gebruiken.
U ziet het schermbeeld van de geselecteerde gebruiker.
Herhaal deze stappen wanneer u de gebruiker wijzigt.
a
• U hebt geen toegang tot het scherm Deelnemerslijst wanneer u
verbinding maakt met meerdere projectors met gebruik van Epson
iProjection (Windows/Mac) en hetzelfde beeld projecteert
(spiegelen).
• Als de penbediening of de aanraakbewerkingen niet werken op het
gebruikersselectiescherm, kunt u terugkeren naar het vorige scherm
door te drukken op de knop [Esc] op de afstandsbediening of het
bedieningspaneel.
gg Verwante koppelingen
• "De nieuwste versie van de documenten verkrijgen" pag.11
De interactieve functies via een netwerk gebruiken
138
U kunt de projector in de modus Computer interactief gebruiken via een
netwerk.
Als u aantekeningen wilt maken tijdens het gebruik van de modus Computer
interactief via een netwerk, moet u Easy Interactive Tools (of een ander
annotatieprogramma) gebruiken. Met Easy Interactive Tools kunt u
verschillende tekengereedschappen gebruiken, het tekengebied als pagina
behandelen en uw tekeningen opslaan als een bestand voor later gebruik. U
kunt de software downloaden vanaf de website van Epson.
Gebruik Epson iProjection (Windows/Mac) om uw projector te installeren op
een computernetwerk en de modus Computer interactief te gebruiken via het
netwerk.
Selecteer Interactieve pen gebruiken op het tabblad Algemene instellingen
en Gelaagd venster verzenden op het tabblad Prestaties aanpassen.
Raadpleeg de Bedieningshandleiding voor Epson iProjection (Windows/Mac)
voor instructies.
a
• Het aantal pennen of vingers dat u tegelijk kunt gebruiken, is als
volgt:
• Windows: twee pennen en zes vingers
• Mac: één pen of één vinger
• De reactie is mogelijk trager via het netwerk.
• U kunt maximaal vier projectors tegelijk verbinden met behulp van
Epson iProjection. Bij aansluiting op meerdere projectors, werkt de
modus Computer interactief voor elke projector. Bewerkingen die
zijn uitgevoerd op één projector, worden weerspiegeld in andere
projectors.
gg Verwante koppelingen
• "Voorzorgsmaatregelen bij het verbinden met een projector op een ander
subnet" pag.138
• "De nieuwste versie van de documenten verkrijgen" pag.11
Voorzorgsmaatregelen bij het verbinden met een
projector op een ander subnet
Volg deze voorzorgsmaatregelen wanneer u verbinding maakt met een
projector op een ander subnet met behulp van Epson iProjection
(Windows/Mac) en gebruik maakt van interactieve functies:
• Zoek de projector op het netwerk door het IP-adres van de projector op te
geven. U kunt deze niet zoeken door de naam van de projector op te geven.
• Zorg ervoor dat u een echoantwoord terugkrijgt van de netwerkprojector
wanneer u een echoverzoek verzendt via de ping-opdracht. Wanneer de
optie Internet Control Message Protocol (ICMP) is uitgeschakeld op de
router, kunt u verbinding maken met de projector op externe locaties, zelfs
als u het echoantwoord niet terug kunt krijgen.
• Zorg ervoor dat de volgende poorten zijn geopend.
Poort Protocol Gebruik Communicatie
3620 TCP/UDP Voor verbinding en
bediening
twee richtingen
3621 TCP Voor overdracht van
beelden
twee richtingen
3629 TCP Voor bedienen van de
projector
twee richtingen
• Zorg ervoor dat de MAC-adresfilter- en -toepassingsfilteroptie correct zijn
geconfigureerd op de router.
• Als bandbreedtebeheer wordt gebruikt voor de communicatie tussen
locaties en Epson iProjection via de gecontroleerde bandbreedte gaat, kunt u
mogelijk geen verbinding maken met de projector op externe locaties.
a
Epson biedt geen garantie voor de verbinding met de projector op een
ander subnet met Epson iProjection, zelfs als u aan de bovenstaande
eisen voldoet. Wanneer u de implementatie overweegt, moet u de
verbinding in uw netwerkomgeving testen.
Split Screen-projectie gebruiken
139
Wanneer u beelden projecteert in PC Free Annotatie-modus of PC
Interactief-modus, kunt u het scherm splitsen zodat u ook het whiteboard-
scherm kunt weergeven. Volg de onderstaande stappen om de split screen-
projectie te regelen met de werkbalk.
a
Deze functie is niet beschikbaar als u het scherm in twee of vier moet
splitsen, of als de instelling Schaal is ingeschakeld.
a
Projecteer een beeld.
b
Selecteer in de werkbalk.
U ziet het whiteboard-scherm in de linkerhelft van het scherm. De
momenteel geselecteerde ingangsbron gaat naar de rechterkant van het
scherm.
c
Om een beeld te vergroten terwijl het andere beeld wordt verkleind,
sleept u de balk in het midden naar links of rechts.
a
Om één beeld te vergroten zodat het past op het volledige
scherm, sleept u de balk naar de rand van het scherm.
d
Om de geprojecteerde beelden links en rechts om te wisselen, selecteert
u in de middelste balk.
a
Als objecten over de grens worden verplaatst, kunt u ze misschien niet
selecteren. Maak in di geval de bewerking ongedaan.
Projectorfuncties aanpassen
Volg de instructies in deze secties om de aanpassingsfuncties van de projector te gebruiken.
gg Verwante koppelingen
• "Meerdere beelden tegelijk projecteren" pag.141
• "Een PC Free-presentatie projecteren" pag.144
• "Projecteren in de modus Inhoudsweergave" pag.150
• "Het beeld en geluid tijdelijk uitschakelen" pag.156
• "De video-actie tijdelijk stoppen" pag.157
• "In- en uitzoomen op beelden" pag.158
• "Het beeld van een gebruikerslogo opslaan" pag.159
• "Een gebruikerspatroon opslaan" pag.161
• "Instellingen opslaan in het geheugen en opgeslagen instellingen gebruiken" pag.163
• "Meerdere projectors gebruiken" pag.164
• "Beveiligingsfuncties projector" pag.178
Meerdere beelden tegelijk projecteren
141
U kunt de functie Split screen gebruiken om simultaan twee of vier beelden te
projecteren van verschillende beeldbronnen.
a
• Terwijl u de functie Split screen gebruikt, zullen andere
projectorfuncties mogelijk niet beschikbaar zijn en kunnen sommige
instellingen automatisch worden toegepast op alle beelden.
• U kunt geen split screen-projectie uitvoeren wanneer de instelling
Inhoudsweergave op Aan staat in het menu Bewerking van de
projector (EB‑805F/EB‑800F).
• U kunt geen Split Screen-projectie uitvoeren wanneer ELPCB02
verbinden is ingesteld op Aan in het menu Installatie van de
projector.
• U zult mogelijk geen Split Screen-projectie kunnen uitvoeren
wanneer u de functie Schaal of Randoverlapping gebruikt
(EB‑1485Fi/EB‑805F/EB‑800F).
a
Druk op de knop [Split] op de afstandsbediening.
b
Selecteer 2 schermen of 4 schermen.
Wanneer u het beeld in helften splitst, wordt de momenteel
geselecteerde invoerbron naar links in het scherm verplaatst.
Als u het split screen vooraf in vieren hebt gesplitst, worden de
ingangsbronnen van de vorige split screen-projectie geselecteerd en
geprojecteerd op dezelfde positie.
c
Druk op de knop [Menu].
Meerdere beelden tegelijk projecteren
142
d
Wanneer u het scherm in twee splitst, doet u het volgende zoals nodig:
A
Selecteer de ingangsbron.
a
U kunt alleen ingangsbronnen selecteren die
kunnen worden gecombineerd.
B
Selecteer het scherm waarvan u audio wilt horen.
C
Selecteer het scherm dat u wilt gebruiken voor het bedienen van de
computer via de interactieve pen of uw vinger (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi).
D
Selecteer de grootte van het scherm.
e
Wanneer u het scherm in vier splitst, doet u het volgende zoals nodig:
A
Selecteer de ingangsbron.
a
U kunt alleen ingangsbronnen selecteren die
kunnen worden gecombineerd.
B
Selecteer het scherm waarvan u audio wilt horen.
C
Selecteer het scherm dat u wilt gebruiken voor het bedienen van de
computer via de interactieve pen of uw vinger (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi).
Wanneer de USB Display-bron niet is inbegrepen in een van de
ingangsbronnen, kunt u de bron PC-interactiviteit niet selecteren.
f
Selecteer Uitvoeren en druk op [Enter].
Meerdere beelden tegelijk projecteren
143
g
Om de functie Split screen af te sluiten, drukt u op [Split] of [Esc].
gg Verwante koppelingen
• "Niet-ondersteunde combinaties van ingangsbronnen voor projectie op
gesplitst scherm" pag.143
• "Beperkingen projectie gesplitst scherm" pag.143
• "Installatie-instellingen projector - Menu Installatie" pag.239
Niet-ondersteunde combinaties van ingangsbronnen
voor projectie op gesplitst scherm
Deze ingangsbroncombinaties kunnen niet simultaan worden geprojecteerd.
• Computer1, Computer2, en Video
• HDMI2, HDMI3 en HDBaseT (EB-1485Fi/EB‑805F/EB‑800F)
• HDMI2 en HDMI3 (EB-1480Fi)
• USB1, USB2, USB Display en LAN (voor EB‑1485Fi/EB‑1480Fi en wanneer
Inhoudsweergave is ingesteld op Uit)
• USB, USB Display en LAN (wanneer Inhoudsweergave is ingesteld op Aan)
a
Wanneer u het scherm splitst in vieren en de ingangsbron USB1 of
USB selecteert, kunt u alleen Screen Mirroring1 of Screen Mirroring2
gebruiken voor de andere ingangsbronnen.
Beperkingen projectie gesplitst scherm
Beperkingen in bediening
De volgende handelingen kunt u niet uitvoeren tijdens de projectie in split
screen.
• Het projectormenu instellen
• E-Zoom
• De hoogte-breedteverhouding wijzigen (de hoogte-breedteverhouding is
ingesteld op Auto)
• Bewerkingen met de knop [User] op de afstandsbedieningen, behalve het
weergeven van de netwerkinformatie van het geprojecteerde oppervlak.
• De instelling Dynamisch contrast toepassen
• Weergeven van de netwerkinformatie op het geprojecteerde oppervlak met
een andere methode dan op de knop [User] te drukken.
• De Screen Mirroring-informatiebalk weergeven
Beeldbeperkingen
• Zelfs als u Geen-signaalscherm instelt op Logo in het menu Weergeven
van de projector, verschijnt het blauwe scherm wanneer er geen
beeldsignaal wordt ingevoerd.
• Wanneer u een afzonderlijk eenvormig beeld maakt dat wordt geprojecteerd
vanaf meerdere projectors en als u de Split Screen-functie gebruikt,
detecteert de tweede projector geen beeldsignaal.
gg Verwante koppelingen
• "Hoogte-breedteverhouding beeld" pag.87
• "In- en uitzoomen op beelden" pag.158
• "De automatische luminantie-aanpassing inschakelen" pag.92
• "De menu-instellingen aanpassen" pag.230
Een PC Free-presentatie projecteren
144
U kunt de functie PC Free van de projector gebruiken wanneer u een USB-
apparaat aansluit dat compatibele presentatiebestanden bevat. Hiermee kunt u
snel en gemakkelijk een presentatie weergeven en deze bedienen via de
afstandsbediening van de projector.
gg Verwante koppelingen
• "Ondersteunde PC Free-bestandstypen" pag.144
• "Voorzorgsmaatregelen voor PC Free-projectie" pag.145
• "Een PC Free-diavoorstelling starten" pag.145
• "PC Free-filmvoorstelling starten" pag.147
• "PC Free-weergave-opties" pag.148
Ondersteunde PC Free-bestandstypen
U kunt deze bestandstypen projecteren met de functie PC Free van de
projector.
a
• Plaats voor de beste resultaten uw bestand op een medium dat is
geformatteerd in FAT16/32.
• Als u problemen ondervindt met het projecteren van media die met
niet-Windows-bestandssystemen zijn geformatteerd, kunt u in plaats
daarvan proberen de media voor Windows te formatteren.
Bestandsinh
oud
Bestandsty
pe
(extensie)
Details
Beeld .jpg Zorg ervoor dat het bestand geen van de volgende
kenmerken heeft:
• CMYK-formaat
• Progressief formaat
• Zeer gecomprimeerd
• Een hogere resolutie dan 8192 × 8192
.bmp Zorg ervoor dat het bestand geen van de volgende
kenmerken heeft:
• Een hogere resolutie dan 1280 × 800
.gif Zorg ervoor dat het bestand geen van de volgende
kenmerken heeft:
• Een hogere resolutie dan 1280 × 800
• Geanimeerd
• Geïnterlinieerd
.png Zorg ervoor dat het bestand geen van de volgende
kenmerken heeft:
• Een hogere resolutie dan 1920 × 1200
• Geïnterlinieerd
Bestandsinh
oud
Bestandsty
pe
(extensie)
Details
Film .avi
(Motion
JPEG)
• Versie: alleen AVI 1.0
• Resolutie: 1280 × 720 of minder
• Grootte: 2 GB of minder
• Filmcodec: Motion JPEG
• Beeldsnelheid: tot 30 fps
• Audiocodec: LPCM of IMA ADPCM
• Audiobemonsteringsfrequentie: 11.025 kHz, 16 kHz,
22,05 kHz, 24 kHz, 32 kHz of 44,1 kHz
Een PC Free-presentatie projecteren
145
Bestandsinh
oud
Bestandsty
pe
(extensie)
Details
Film .mp4/.mov
(H.264,
H265)
• Resolutie: 1920 × 1200 of minder
• Grootte: 2 GB of minder
• Filmcodec: H.264/MPEG-4 AVC of H.265/MPEG-H
HEVC
• Beeldsnelheid: tot 30 fps
• Profiel:
• H.264/MPEG-4 AVC: Basislijnprofiel, Hoofdprofiel,
Hoog profiel
• H.265/MPEG-H HEVC: Hoofdprofiel
• Kleurformaat: YUV420
• Audio-codec: MPEG-2 AAC-LC, MPEG-4 AAC-LC,
of LPCM
• Audiokanaal: tot 2 kanalen (kanaal 2)
• Audiobits: 8-bits of 16-bits
• Bemonsteringsfrequentie:
• MPEG-2 AAC-LC: 44.1 kHz, 48 kHz
• MPEG-4 AAC-LC: 44.1 kHz, 48 kHz
• LPCM: 11.025 kHz, 16 kHz, 22.05 kHz, 24 kHz, 32
kHz, 44.1 kHz of 48 kHz
• Enkele schijfstructuur
Voorzorgsmaatregelen voor PC Free-projectie
Let op de volgende voorzorgsmaatregelen wanneer u de functies van PC Free
gebruikt.
• U kunt geen USB-sleutel gebruiken voor functies van PC Free.
• Koppel het USB-opslagapparaat niet los terwijl het wordt gebruikt, anders
zal PC Free mogelijk niet goed werken.
• U zult mogelijk de beveiligingsfuncties op bepaalde USB-opslagapparaten
niet kunnen gebruiken met PC Free-functies.
• Wanneer u een USB-apparaat met een stroomadapter aansluit, moet u de
stroomadapter aansluiten op een stopcontact wanneer u het apparaat met
uw projector gebruikt.
• Sommige in de handel verkrijgbare USB-kaartlezers zijn mogelijk niet
compatibel zijn met de projector.
• De projector kan tegelijkertijd maximaal 5 kaarten die in de aangesloten
kaartlezer zijn gestopt, herkennen.
• U kunt de volgende functies gebruiken terwijl u projecteert in PC Free.
• Bevriezen
• A/V dempen
• E-Zoom
gg Verwante koppelingen
• "De video-actie tijdelijk stoppen" pag.157
• "Het beeld en geluid tijdelijk uitschakelen" pag.156
• "In- en uitzoomen op beelden" pag.158
Een PC Free-diavoorstelling starten
Nadat u een USB-apparaat hebt aangesloten op de projector, kunt u schakelen
naar de USB-ingangsbron en uw diavoorstelling starten.
a
• U kunt de bewerkingsopties van PC Free wijzigen of speciale effecten
toevoegen door Optie te markeren onderaan het scherm en op
[Enter] te drukken.
• Wanneer u interactieve functies gebruikt, kunt u uw diavoorstelling
bedienen met de interactieve pen of uw vinger in plaats van met de
afstandsbediening (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi).
Een PC Free-presentatie projecteren
146
a
Druk op de knop [USB] op de afstandsbediening tot het scherm met de
PC Free-bestandslijst verschijnt.
a
• Als het scherm Station selecteren wordt weergegeven, drukt u
op de pijlknoppen om het station te selecteren en drukt u op
[Enter].
• Om beelden van het andere USB-station weer te geven,
markeert u Station selecteren bovenaan in het scherm met de
bestandslijst en drukt u op [Enter].
b
Voer één van de volgende stappen uit om uw bestanden te zoeken:
• Als u bestanden in een submap op uw apparaat wilt weergeven, drukt
u op de pijlknoppen om de map te markeren en drukt u op [Enter].
• Om terug te keren naar een hoger mapniveau op uw apparaat,
markeert u Trg nr bov. en drukt u op [Enter].
• Om extra bestanden in een map weer te geven, markeert u Volgende
pagina of Vorige pagina en drukt u op [Enter] of drukt u op de
afstandsbediening op de knoppen [Page] omhoog of Pagina omlaag.
c
Voer één van de volgende bewerkingen uit:
• Om een individueel beeld weer te geven, drukt u op de pijlknoppen
om het beeld te markeren en drukt u op [Enter]. (Druk op de knop
[Esc] om terug te keren naar het scherm met de bestandenlijst.)
• Om een diavoorstelling van alle beelden in een map weer te geven,
drukt u op de pijlknoppen om de optie Dia show onderaan het
scherm en drukt u op [Enter].
a
• U kunt de tijd voor het wisselen van het beeld door Optie te
markeren onderaan op het scherm en op [Enter] te drukken.
• Als er bestandsnamen zijn die groter zijn dan het
weergavegebied of niet-ondersteunde symbolen bevatten,
kunnen de bestandsnamen alleen in de schermweergave
worden verkort of gewijzigd.
d
Gebruik de volgende opdrachten tijdens het projecteren om de
weergave te besturen:
• Druk op de pijlknop omhoog of omlaag om een weergegeven beeld
te draaien.
Een PC Free-presentatie projecteren
147
U kunt het beeld ook draaien door het te vegen met de interactieve
pen of uw vinger (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi).
• Druk op de pijlknop naar links of rechts om naar het volgende of
vorige beeld te gaan.
U kunt ook vooruit of achteruit gaan door het beeld te vegen met de
interactieve pen of uw vinger (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi).
e
Om de weergave te stoppen, volgt u de instructies op het scherm of
drukt u op de [Esc]-knop.
U keert terug naar het scherm met de bestandenlijst.
f
Schakel indien nodig het USB-apparaat uit en koppel vervolgens het
apparaat los van de projector.
gg Verwante koppelingen
• "PC Free-weergave-opties" pag.148
• "Verbinden met een USB-apparaat" pag.42
PC Free-filmvoorstelling starten
Nadat u een USB-apparaat hebt aangesloten op de projector, kunt u schakelen
naar de USB-ingangsbron en uw film starten.
a
• U kunt de bewerkingsopties van PC Free wijzigen door Optie te
markeren onderaan op het scherm en op [Enter] te drukken.
a
Druk op de knop [USB] op de afstandsbediening tot het scherm met de
PC Free-bestandslijst verschijnt.
a
• Als het scherm Station selecteren wordt weergegeven, drukt u
op de pijlknoppen om het station te selecteren en drukt u op
[Enter].
• Om beelden van het andere USB-station weer te geven,
markeert u Station selecteren bovenaan in het scherm met de
bestandslijst en drukt u op [Enter].
b
Voer één van de volgende stappen uit om uw bestanden te zoeken:
• Als u bestanden in een submap op uw apparaat wilt weergeven, drukt
u op de pijlknoppen om de map te markeren en drukt u op [Enter].
Een PC Free-presentatie projecteren
148
• Om terug te keren naar een hoger mapniveau op uw apparaat,
markeert u Trg nr bov. en drukt u op [Enter].
• Om extra bestanden in een map weer te geven, markeert u Volgende
pagina of Vorige pagina en drukt u op [Enter] of drukt u op de
afstandsbediening op de knoppen [Page] omhoog of Pagina omlaag.
c
Om een film af te spelen, drukt u op de pijlknoppen om het bestand te
markeren en drukt u op [Enter].
a
• Als er bestandsnamen zijn die groter zijn dan het
weergavegebied of niet-ondersteunde symbolen bevatten,
kunnen de bestandsnamen alleen in de schermweergave
worden verkort of gewijzigd.
• Als u alle films in een map op volgorde wilt afspelen, selecteert
u de optie Dia show onderaan het scherm.
d
Om het afspelen van de film te stoppen, drukt u op de knop [Esc],
markeert u Afsluiten en drukt u op [Enter].
U keert terug naar het scherm met de bestandenlijst.
e
Schakel indien nodig het USB-apparaat uit en koppel vervolgens het
apparaat los van de projector.
gg Verwante koppelingen
• "PC Free-weergave-opties" pag.148
• "Verbinden met een USB-apparaat" pag.42
PC Free-weergave-opties
U kunt deze weergave-opties selecteren wanneer u PC Free gebruikt. Om dit
scherm te openen, markeert u Optie onderaan in het scherm met de PC Free-
bestandenlijst en drukt u op [Enter].
Instelling Opties Beschrijving
Weergavevolgorde Volgrd:naam Toont bestanden op volgorde naam
Volgd:datum Toont bestanden op volgorde datum
Sorteervolgorde Oplopend Sorteert bestanden in de volgorde
eerste-naar-laatste
Aflopend Sorteert bestanden in de volgorde
laatste-naar-eerste
Continu afspelen Aan Speelt een diavoorstelling doorlopend
af
Uit Speelt een diavoorstelling eenmaal af
Een PC Free-presentatie projecteren
149
Instelling Opties Beschrijving
Wisseltijd Nee Toont het volgende bestand niet
automatisch
1 seconde tot 60
seconden
Toont bestanden gedurende de
geselecteerde tijd en wisselt
automatisch naar het volgende
bestand. Beelden met een hoge
resolutie kunnen iets trager wisselen.
Effect Nee Geen effect
Wegvegen Overgangen tussen beelden met een
veegeffect
Oplossen Overgangen tussen beelden met een
oploseffect
Willekeurig Overgangen tussen beelden met een
willekeurige reeks effecten
Projecteren in de modus Inhoudsweergave
150
Via de functie Inhoudsweergave van de projector kunt u uw inhoud als digital
signage projecteren voor tentoonstellingen (EB‑805F/EB‑800F). U kunt
gemakkelijk afspeellijsten projecteren die beelden en films bevatten die op een
extern opslagapparaat zijn opgeslagen. U kunt ook kleur- en vormeffecten
toevoegen aan het geprojecteerde beeld.
gg Verwante koppelingen
• "Schakelen naar de modus Inhoudsweergave" pag.150
• "Uw afspeellijsten projecteren" pag.151
• "Effecten toevoegen aan uw geprojecteerde beeld" pag.154
• "Beperkingen in de modus Inhoudsweergave" pag.155
Schakelen naar de modus Inhoudsweergave
Voordat u uw afspeellijsten kunt projecteren, moet u schakelen naar de
modus Inhoudsweergave.
a
Zet de projector aan.
b
Druk op de knop [Menu], selecteer het menu Bewerking en druk dan
op [Enter].
c
Selecteer de instelling Inhoudsweergave en stel dit in op Aan.
U ziet een bevestigingsbericht.
d
Schakel de projector uit en schakel hem opnieuw in om de modus
Inhoudsweergave in te schakelen.
Projecteren in de modus Inhoudsweergave
151
Uw afspeellijsten projecteren
U kunt afspeellijsten die beelden en films bevatten, projecteren in de modus
Inhoudsweergave.
a
Maak uw afspeellijsten en exporteer ze naar een USB-flashstation met
een van de volgende methoden:
• Met de Epson Projector Content Manager-software kunt u
afspeellijsten maken en ze opslaan op een extern opslagapparaat. U
kunt ook kleur- en vormeffecten toevoegen aan uw geprojecteerd
beeld en afspeellijsten plannen.
U kunt de software Epson Projector Content Manager Epson
Projector downloaden en installeren van de volgende website.
epson.sn
Raadpleeg de Bedieningshandleiding voor Epson Projector Content
Manager voor instructies.
• Met Epson Web Control kunt u afspeellijsten maken met een
webbrowser en ze opslaan op een extern opslagapparaat dat is
aangesloten op een projector op een network. U kunt ook kleur- en
vormeffecten toevoegen aan het geprojecteerde beeld.
• Met de app Epson Creative Projection kunt u inhoud maken op iOS-
apparaten. U kunt inhoud ook draadloos overdragen naar de
projector.
U kunt Epson Creative Projection downloaden van de App Store. De
gebruiker is verantwoordelijk voor eventuele kosten van de
communicatie met de App Store.
b
Sluit in de modus Inhoudsweergave het USB-flashstation aan op de
USB-A-poort van de projector.
c
Druk op de knop [USB] op de afstandsbediening.
De afspeellijst die het laatst werd afgespeeld, wordt geprojecteerd. Als er
een tijdrooster is toegewezen, dan speelt de afspeellijst af volgens het
schema in het tijdrooster.
a
• U kunt ook [Num]-toets en de cijferknoppen ingedrukt houden om
uw favoriete afspeellijst te projecteren. U kunt een sneltoets op de
afstandsbediening instellen via de software die u hebt gebruikt om de
afspeellijsten te maken.
• Om de doelafspeellijst te selecteren in de lijst, drukt u op de knop
[USB Viewer] op de afstandsbediening en gebruikt u de pijlknoppen.
gg Verwante koppelingen
• "Afspeellijsten maken met Epson Web Control" pag.151
• "De nieuwste versie van de documenten verkrijgen" pag.11
Afspeellijsten maken met Epson Web Control
In de modus Inhoudsweergave kunt u afspeellijsten maken met een
webbrowser en ze opslaan op een USB-flashstation dat is aangesloten op een
projector of een netwerk.
Projecteren in de modus Inhoudsweergave
152
Let op
Verwijder het USB-flashstation niet uit de projector en koppel de voedingskabel
van de projector niet los tijdens het maken van afspeellijsten. Als de gegevens die
op het USB-flashstation zijn opgeslagen, misschien beschadigd zijn.
a
Controleer of de projector in de modus Inhoudsweergave werkt.
b
Zorg dat uw computer of apparaat verbonden is met hetzelfde netwerk
als de projector.
c
Zorg dat een USB-flashstation is aangesloten op de USB-A-poort van
de projector.
d
Start uw webbrowser op uw computer of apparaat.
e
Ga naar het scherm Epson Web Control door het IP-adres van de
projector in het adresvak van de browser in te voeren. Als u een IPv6-
adres invoert, zet u dat tussen vierkante haakjes [ en ].
f
Selecteer USB-geheugenapparaat.
Projecteren in de modus Inhoudsweergave
153
g
Selecteer Gegevens uploaden.
h
Selecteer de afbeeldingen of filmbestanden bevat die u wilt toevoegen
aan de afspeellijst.
a
U kunt geen mp4- of mov-bestanden uploaden.
Als u mp4- of mov-bestanden wilt toevoegen aan de afspeellijst,
gebruikt u de software Epson Projector Content Manager of de
app Epson Creative Projection.
De geselecteerde bestanden worden gekopieerd naar het aangesloten
USB-flashstation.
i
Voer één van de volgende bewerkingen uit:
• Om ze toe te voegen aan de bestaande afspeellijst, selecteert u
Toevoegen aan afspeellijst en selecteert u de afspeellijst waaraan u
ze wilt toevoegen.
• Om een nieuwe afspeellijst te maken en ze eraan toe te voegen,
selecteert u Nieuwe afspeellijst maken.
j
De afspeellijst bewerken
A
Bewerkt de naam van de afspeellijst.
B
Hiermee wordt geselecteerd of herhaald afspelen al dan niet moet worden
ingeschakeld.
C
Registreert de afspeellijst bij uw favorieten.
Wanneer een afspeellijst is geregistreerd als een favoriet, kunt u het
afspelen snel starten via het scherm Remote of via de afstandsbediening.
D
Toont de afbeeldingen of filmbestanden die u hebt toegevoegd aan de
afspeellijst. De afspeellijst speelt de afbeeldingen of films in volgorde af.
E
Voegt afbeeldingen of films toe aan de afspeellijst.
Projecteren in de modus Inhoudsweergave
154
F
Verwijdert afbeeldingen of films uit de afspeellijst.
G
Opent het scherm Afbeelding schakelen.
U kunt het tijdsinterval voor het schakelen naar het volgende
afbeeldingsbestand opgeven. U kunt ook een overgangseffect selecteren.
H
Hiermee wordt het scherm Effecten geopend.
U kunt vooraf gedefinieerde kleur- en vormeffectfilters toevoegen aan
een afspeellijst. U kunt ook een aangepast effect maken.
I
Toont de voorbeeldweergave van een afspeellijst.
k
Wanneer u klaar bent met het bewerken van de afspeellijst, selecteert u
Voltooien.
a
• U kunt de afspeellijst afspelen vanaf het scherm Remote of
Afspeellijst.
• Wanneer u wilt opgeven wanneer de afspeellijst start en eindigt,
plant u de afspeellijst met de software Epson Projector Content
Manager.
gg Verwante koppelingen
• "Opties voor Webcontrole" pag.213
Effecten toevoegen aan uw geprojecteerde beeld
U kunt kleur- en vormeffecten toevoegen aan het geprojecteerde beeld in de
modus Inhoudsweergave.
a
• Om de effectfuncties te gebruiken, moet u regelmatig de
Vernieuwingsmodus uitvoeren.
s Beheer > Vernieuwingsmodus
• Deze functie is niet beschikbaar wanneer u de functie
Randoverlapping gebruikt.
a
Druk in de modus Inhoudsweergave op de afstandsbediening op de
knop [Effect].
b
Selecteer Aan als de instelling Overlay-effect en druk op [Enter].
c
Selecteer Vormfilter en druk op [Enter].
d
Pas elk van de volgende opties aan zoals nodig:
• Vorm voor het selecteren van het gewenste vormeffect, zoals cirkels,
rechthoeken of aangepaste vormen.
Projecteren in de modus Inhoudsweergave
155
a
U kunt uw beelden toevoegen als vormen op maat met de
software Epson Projector Content Manager. Raadpleeg de
Bedieningshandleiding voor Epson Projector Content Manager
voor details.
• Filtereffect om te selecteren of de binnenkant of buitenkant van de
geselecteerde vorm te verbergen.
• Grootte om de grootte van de vorm in te stellen.
• Positie om de positie van de vorm in te stellen.
a
Wanneer u een aangepaste vorm gebruikt, kunt u de
instellingen Grootte en Positie niet wijzigen.
e
Selecteer Kleurfilter en druk op [Enter].
f
Pas elk van de volgende opties aan zoals nodig:
• Kleurfilter voor het selecteren van de kleur.
• Aangepast voor het instellen van een aangepaste kleur door Rood,
Groen en Blauw afzonderlijk aan te passen.
g
Selecteer Helderheid om het helderheidsniveau in te stellen.
h
Druk op [Menu] wanneer u klaar bent om de menu’s af te sluiten.
Beperkingen in de modus Inhoudsweergave
Beperkingen in bediening
De volgende handelingen kunnen niet worden uitgevoerd in de modus
Inhoudsweergave.
• Als u de instelling Kleurtemperatuur in het menu Beeld wijzigt (wanneer
Warm wit of Koel wit is geselecteerd als Kleurfilter)
• Split Screen
• Wissen
• De instelling Schermtype in het menu Installatie
• De instelling Geen-signaalscherm in het menu Weergeven
• De instelling Opslagbest.logboek in het menu Beheer wijzigen
• Randoverlapping
• Het ingangssignaal automatisch detecteren
• Het Wachtwoord Remote in het menu Netwerkinstellingen wijzigen
• PC Free
• USB-documentcamera
• Schermleveringsfunctie met de Epson iProjection-software
gg Verwante koppelingen
• "Instellingen Beeldkwaliteit - Menu Afbeelding" pag.233
• "Menu Netwerk - Menu Netwerkinstellingen" pag.251
• "Meerdere beelden tegelijk projecteren" pag.141
• "Het schermtype instellen" pag.65
• "Een PC Free-presentatie projecteren" pag.144
Het beeld en geluid tijdelijk uitschakelen
156
U kunt het geprojecteerde beeld en het geluid tijdelijk uitschakelen als u de
aandacht van uw publiek op een ander punt wilt richten tijdens een
presentatie. Elk geluid of elke video-actie blijft echter lopen. U kunt de
projectie dus niet hervatten op het punt waar u deze hebt gestopt.
a
Druk op de knop [A/V Mute] op de afstandsbediening om de projectie
tijdelijk te stoppen en eventuele geluiden te dempen.
b
Om het beeld en geluid opnieuw in te schakelen, drukt u opnieuw op
de knop [A/V Mute].
a
• U kunt de projectie ook stoppen met de interactieve werkbalk
(EB‑1485Fi/EB‑1480Fi).
• De voeding van de projector schakelt 30 minuten nadat A/V dempen
is ingeschakeld, automatisch uit. U kunt deze functies uitschakelen.
s Bewerking > Timer A/V dempen
gg Verwante koppelingen
• "Instellingen projectorfuncties - Menu Bewerking" pag.244
• "Werkbalk Whiteboard modus" pag.114
• "Werkbalk annotatiemodus" pag.121
De video-actie tijdelijk stoppen
157
U kunt de actie in een video- of computerpresentatie tijdelijk stoppen en het
huidige beeld op het scherm houden. Elk geluid of elke video-actie blijft
echter lopen. U kunt de projectie dus niet hervatten op het punt waar u deze
hebt gestopt.
a
Druk op de knop [Freeze] op de afstandsbediening om de video-actie te
stoppen.
b
Om de lopende video-acties te herstarten, drukt u opnieuw op [Freeze].
In- en uitzoomen op beelden
158
U kunt de aandacht vestigen op onderdelen van een presentatie door in te
zoomen op een gedeelte van het beeld en dit te vergroten op het scherm.
a
Deze functie is niet beschikbaar als de instelling Schaal in het menu
Beeld van de projector is ingeschakeld (EB-1485Fi/EB‑805F/EB‑800F).
a
Druk op de knop [E-Zoom] + op de afstandsbediening.
U ziet een dradenkruis op het scherm dat het midden van het
zoomgebied aanduidt.
b
Gebruik de volgende knoppen op de afstandsbediening om het
ingezoomde beeld aan te passen.
• Gebruik de pijlknoppen om het dradenkruis te plaatsen in het
beeldgebied waarop u wilt inzoomen. Om het dradenkruis diagonaal
te verplaatsen, drukt u tegelijk op een paar aangrenzende
pijlknoppen.
• Druk herhaaldelijk op de knop [E-Zoom] + om in te zoomen op het
beeldgebied. Houd de knop [E-Zoom] + ingedrukt om sneller in te
zoomen.
• Gebruik de pijlknoppen om te pannen in het ingezoomde
beeldgebied.
• Om uit te zoomen van het beeld, drukt u op de knop [E-Zoom] –.
• Om terug te keren naar de originele beeldgrootte, drukt u op [Esc].
Het vergrote beeld wordt geprojecteerd en het vergrotingspercentage
verschijnt op het scherm.
U kunt het geselecteerde gebied een tot vier keer vergroten in 25
incrementele stappen.
Wanneer u beelden projecteert vanaf een Epson-documentcamera met
een USB-aansluiting, kunt u het geselecteerde gebied vergroten van één
tot acht keer zijn grootte in 57 incrementele stappen.
gg Verwante koppelingen
• "Instellingen ingangssignaal - Menu Signaal I/O" pag.236
Het beeld van een gebruikerslogo opslaan
159
U kunt een beeld op de projector opslaan en weergeven wanneer de projector
wordt ingeschakeld. U kunt het beeld ook weergeven wanneer de projector
geen ingangssignaal ontvangt. Dit beeld wordt het scherm van het
gebruikerslogo genoemd.
U kunt een foto, afbeelding of bedrijfslogo selecteren als het gebruikerslogo.
Dit is nuttig bij het identificeren van de eigenaar van de projector om zo
diefstal te helpen voorkomen. U kunt wijzigingen aan het gebruikerslogo
verhinderen door de wachtwoordbeveiliging in te stellen.
a
• Als u Menu Bescherming voor de instelling Gebruikerslogo hebt
ingeschakeld, stel dit dan in op Uit voordat u de stappen hier
uitvoert om het gebruikerslogo op te slaan.
• Wanneer u de menu-instellingen van de ene projector naar een
andere kopieert met de functie batchinstelling, wordt het
gebruikerslogo ook gekopieerd. Registreer geen informatie die u niet
wilt delen tussen meerdere projectoren, zoals een gebruikerslogo.
• U kunt geen inhoud opslaan die beschermd is door HDCP.
• U kunt het gebruikerslogo niet weergeven wanneer
Inhoudsweergave is ingesteld op Aan. (EB‑805F/EB‑800F)
a
Geef het beeld weer dat u wilt projecteren als het gebruikerslogo.
b
Druk op de knop [Menu], selecteer het menu Beheer en druk op
[Enter].
c
Selecteer Gebruikerslogo > Instelling starten en druk op [Enter].
U wordt gevraagd of het weergegeven beeld moet worden gebruikt als
gebruikerslogo.
a
Aanpassingen zoals Geometrische corr., E-Zoom, Hoogte-
breedte, Schaal (alleen EB-1485Fi/EB‑805F/EB‑800F), of
Schermtype worden tijdelijke geannuleerd wanneer u
Gebruikerslogo selecteert.
d
Selecteer Ja en druk op [Enter].
a
Afhankelijk van het huidige beeldsignaal, kan de schermgrootte
aangepast worden aan de resolutie van het beeldsignaal.
Het beeld van een gebruikerslogo opslaan
160
e
Controleer het weergegeven beeld en selecteer dan Ja om het op te
slaan als gebruikerslogo.
Het gebruikerslogo wordt overschreven en een voltooiingsbericht
verschijnt.
f
Druk op [Esc] om het berichtenvenster af te sluiten.
g
Selecteer het menu Weergeven en druk op [Enter].
h
Selecteer wanneer u het scherm Gebruikerslogo wilt weergeven:
• Om dit weer te geven wanneer er geen ingangssignaal is, selecteert u
Geen-signaalscherm en stelt u dit in op Logo.
• Om dit weer te geven wanneer u de projector inschakelt, selecteert u
Opstartscherm en stelt u dit in op Aan.
Om wijzigingen aan de instellingen voor Gebruikerslogo te verhinderen, zet
u Menu Bescherming voor de instelling Gebruikerslogo in en stel u het
wachtwoord in.
gg Verwante koppelingen
• "Soorten wachtwoordbeveiliging selecteren" pag.179
Een gebruikerspatroon opslaan
161
Er zijn vier typen patronen vooraf geregistreerd in de projector, zoals
liniaallijnen en rasterpatronen. U kunt deze patronen projecteren om te
helpen bij presentaties met de instellingen Patroonweergave.
U kunt het beeld dat momenteel wordt geprojecteerd ook opslaan als
Gebruikerspatroon.
a
• Nadat u een Gebruikerspatroon eenmaal hebt opgeslagen, kan het
standaardpatroon niet meer worden teruggezet.
• U kunt geen inhoud opslaan die beschermd is door HDCP.
a
Geef het beeld weer dat u wilt projecteren als het Gebruikerspatroon.
b
Druk op de knop [Menu], selecteer het menu Beheer en druk op
[Enter].
c
Selecteer Gebruikerspatroon en druk op [Enter].
U wordt gevraagd of het weergegeven beeld moet worden gebruikt als
het Gebruikerspatroon.
a
Aanpassingen zoals Keystone, E-Zoom, Hoogte-breedte, Zoom
aanpassen of Beeldverschuiving worden tijdelijk geannuleerd
wanneer u Gebruikerspatroon selecteert.
d
Selecteer Ja en druk op [Enter].
U wordt gevraagd of u het beeld wilt opslaan als het
Gebruikerspatroon.
e
Selecteer Ja en druk op [Enter].
U ziet een voltooiingsbericht.
f
Selecteer het menu Weergeven en druk op [Enter].
g
Selecteer Patroontype en stel dit in op Gebruikerspatroon.
Een gebruikerspatroon opslaan
162
h
Selecteer Patroonweergave en druk op [Enter].
Het opgeslagen beeld wordt geprojecteerd.
Instellingen opslaan in het geheugen en opgeslagen instellingen gebruiken
163
U kunt aangepaste instellingen opslaan en vervolgens de opgeslagen
instellingen selecteren wanneer u ze wilt gebruiken.
a
Schakel de projector in en geef een beeld weer.
b
Druk op de knop [Menu], selecteer het menu Geheugen en druk op
[Enter].
c
Selecteer een van de volgende opties:
• Met Opslaan in geheugen kunt u uw huidige instellingen opslaan in
het geheugen (er zijn 10 geheugens met verschillende namen
beschikbaar).
a
• U kunt de volgende instellingen opslaan:
• De instellingen van het menu Afbeelding voor elke
kleurmodus
• Videobereik en Overscannen in het menu Signaal I/O
• Lichtmodus en Helderheidsniveau in het menu
Bewerking
• Kleurmatching in het menu Multiprojectie
(EB‑1485Fi/EB‑805F/EB‑800F)
• Kleurmatching in het menu Beheer (EB‑1480Fi)
• Een geheugennaam die al werd gebruikt, wordt aangegeven
met een blauwe markering. Als u opslaat bovenop een
eerder opgeslagen geheugen, worden de instellingen
overschreven door uw huidige instellingen.
• Met Ophalen uit geheugen kunt u uw huidige instellingen
overschrijven met de opgeslagen instellingen.
• Met Naam geheugen wijz. kunt u de naam van een opgeslagen
geheugen wijzigen.
• Met Geheugen wissen kunt u de geselecteerde geheugeninstellingen
wissen.
d
Druk op [Menu] of [Esc] om de menu's af te sluiten.
a
• De opgeslagen Kleurmodus wordt weergegeven rechts van de
geheugennaam.
• Om alle opgeslagen geheugens te verwijderen, selecteert u
Geheugeninstellingen resetten.
gg Verwante koppelingen
• "Instellingen Beeldkwaliteit - Menu Afbeelding" pag.233
• "Instellingen ingangssignaal - Menu Signaal I/O" pag.236
• "Instellingen projectorfuncties - Menu Bewerking" pag.244
• "Bewerkingsinstellingen meerdere projectors - menu Multiprojectie" pag.266
Meerdere projectors gebruiken
164
U kunt de geprojecteerde beelden van twee of meer projectors combineren
om eenvormig beeldgebied te maken.
a
Zorg dat u het volgende doet voordat u meerdere projectorbeelden
aanpast (EB-1485Fi/EB‑805F/EB‑800F):
• Sluit meerdere projectors aan met de nodige kabels en selecteer de
nodige instellingen.
• Zet de instelling Kleurmodus op Multiprojectie in het menu Beeld
van de projector voor alle projectors.
Voor de beste resultaten selecteert u de instellingen en aanpassingen voor
meerdere projectorbeelden in deze volgorde:
• Instellen van de projector-id
• Kleurgelijkheid aanpassen
• De randen van het beeld laten overlappen (EB-1485Fi/EB‑805F/EB‑800F)
• De beeldkleuren afstemmen
• Het zwartniveau aanpassen (EB-1485Fi/EB‑805F/EB‑800F)
• RGBCMY aanpassen
• Een beeld schalen (EB-1485Fi/EB‑805F/EB‑800F)
a
We raden u aan minimaal 30 minuten voordat u begint met
projecteren, het beeld aan te passen omdat de beelden niet direct stabiel
zijn na het inschakelen van de projector,
gg Verwante koppelingen
• "Projectoridentificatiesysteem voor beheer van meerdere projectors" pag.164
• "Kleurgelijkheid aanpassen" pag.166
• "De randen van het beeld laten overlappen" pag.168
• "De beeldkleuren afstemmen" pag.170
• "Het zwartniveau aanpassen" pag.171
• "RGBCMY aanpassen" pag.174
• "Een beeld schalen" pag.175
• "Menu-instellingen voor meerdere projectoraansluitingen" pag.49
• "Meerdere projectors van hetzelfde model aansluiten" pag.47
Projectoridentificatiesysteem voor beheer van
meerdere projectors
Als u meerdere projectors gebruikt voor het projecteren van beelden, kunt u
de helderheid en kleurtint van het beeld van elke projector corrigeren zodat
de beelden vrijwel overeenkomen.
U kunt een unieke projector-ID instellen voor elke projector om deze
individueel te bedienen met een afstandsbediening. Corrigeer daarna de
helderheid en kleur voor elke projector.
a
• Het is mogelijk dat de helderheid en kleurtint ook na aanpassing niet
volledig overeenkomen.
• Als de verschillen in helderheid en kleurtint na verloop van tijd
duidelijker worden, herhaalt u de aanpassingen.
gg Verwante koppelingen
• "Instellen van de projector-id" pag.164
• "De projector die u wilt bedienen, selecteren" pag.165
Instellen van de projector-id
Om meerdere projectoren te bedienen vanaf één afstandsbediening, moet u
elke projector een unieke id geven.
Meerdere projectors gebruiken
165
a
Druk op de knop [Menu], selecteer het menu Multiprojectie en druk
op [Enter].
a
Selecteer op de EB-1480Fi projector in plaats daarvan het menu
Installatie.
b
Selecteer Projector-id en druk op [Enter].
c
Gebruik de pijlknoppen om het identificatienummer dat u wilt
gebruiken voor de projector, te selecteren. Druk vervolgens op [Enter].
d
Druk op [Menu] of [Esc] om de menu's af te sluiten.
e
Herhaal deze stappen voor alle andere projectoren die u wilt bedienen
vanaf één afstandsbediening.
De projector die u wilt bedienen, selecteren
Selecteer na het instellen van de projector-id, de id voor de projector die u
wilt bedienen met de afstandsbediening.
Meerdere projectors gebruiken
166
a
Richt de afstandsbediening op de doelprojector en druk op de knop
[ID].
De huidige projector-id wordt weergegeven op het geprojecteerde
scherm. Deze verdwijnt na ongeveer 3 seconden.
b
Houd de [ID]-knop ingedrukt en druk op de cijfertoets die
overeenkomt met de id van de te bedienen projector.
De projector die u wilt bedienen, wordt geselecteerd.
a
• Als u [0/All] selecteert op de afstandsbediening kunt u alle
projecteren bedienen, ongeacht de instelling voor Projector-id.
• Wanneer u de instelling Projector-id op Uit zet, kunt u de
projector bedienen met de afstandsbediening, ongeacht de id
die u selecteert op de afstandsbediening.
• De instelling voor projector-id wordt opgeslagen in de
afstandsbediening. Zelfs als de batterijen van de
afstandsbediening wordt verwijderd om ze te vervangen en
dergelijke, blijft de opgeslagen ID-instelling behouden. Als de
batterijen echter langere tijd uit de afstandsbediening worden
gelaten, dan keert ID terug naar de standaard-instelling (0/All).
• Wanneer u meerdere afstandsbedieningen tegelijk gebruikt,
kunt u de projectoren mogelijk niet bedienen zoals bedoeld
vanwege de infrarood storing.
Kleurgelijkheid aanpassen
Als de kleurtoon van de afbeelding ongelijk is, kunt u de kleurtoonbalans
aanpassen. Pas de instelling Kleurgelijkheid aan voor elke projector.
a
De kleurtint is mogelijk niet uniform, zelfs na het aanpassen van de
kleurgelijkheid.
Meerdere projectors gebruiken
167
a
Druk op de knop [Menu], selecteer het menu Beheer en druk op
[Enter].
b
Selecteer Kleurgelijkheid en druk op [Enter].
c
Selecteer opnieuw Kleurgelijkheid en druk op [Enter].
d
Selecteer Aan en druk op [Enter]. Druk dan op [Esc].
e
Selecteer Aanpassingsniveau en druk op [Enter].
f
Selecteer het eerste aanpassingsniveau dat u wilt aanpassen en druk op
[Esc].
Meerdere projectors gebruiken
168
a
Er zijn acht aanpassingsniveaus, van wit via grijs tot zwart. U
kunt elk niveau afzonderlijk bijstellen.
g
Selecteer Aanpassingen starten en druk op [Enter].
h
Selecteer het beeldgebied dat u wilt aanpassen en druk op [Enter].
a
Pas elk gebied individueel aan en selecteer dan Alles en pas het
volledige scherm aan.
i
Selecteer Rood, Groen of Blauw en pas, indien nodig, de kleurtint aan.
a
Het aanpassingsscherm verandert telkens wanneer u op [Enter]
drukt.
j
Druk op [Esc] om naar het Scherm voor de gebiedsselectie terug te
keren.
k
Herhaal de kleuraanpassingen voor elk gebied.
l
Keer terug naar stap 5 en herhaal alle stappen om andere niveaus aan te
passen.
m
Druk op [Menu] wanneer u klaar bent om af te sluiten.
De randen van het beeld laten overlappen
U kunt de functie Randoverlapping van de projector gebruiken om een
naadloos beeld te creëren met meerdere projectors (EB-
1485Fi/EB‑805F/EB‑800F).
Meerdere projectors gebruiken
169
a
Druk op de knop [Menu], selecteer het menu Multiprojectie en druk
op [Enter].
b
Selecteer Randoverlapping en druk dan op [Enter].
c
Schakel de instellingen Randoverlapping, Lijnhulp en Patroonhulp in.
a
Selecteer een andere instelling voor Hulpkleur voor elke
projector zodat u het overlappend gebied duidelijk kunt zien.
d
Selecteer de rand die u op elke projector wilt laten overlappen en druk
op [Enter].
U ziet een scherm zoals het volgende:
e
Selecteer de instelling Overlapping en selecteer Aan.
f
Selecteer de instellingen Startpositie mengen en pas de startpositie
voor het mengen aan.
a
Als u een eenvormig beeldgebied hebt gemaakt met de functie
Randoverlapping, stelt u de instelling Startpositie mengen van
de overlappende rand op 0.
g
Selecteer de instelling Overlappingsbereik en gebruik de pijlknoppen
om de breedte van het te overlappen gebied te selecteren zodat de
weergegeven hulpen zich bij de rand van het overlappingsgebied tussen
de twee beelden bevinden.
Meerdere projectors gebruiken
170
a
Als u de interactieve functie gebruikt in een eenvormig
beeldgebied, stelt u de instelling Overlappingsbereik van de
overlappende rand in op 600.
Afhankelijk van uw installatieomgeving, kunt u ook de instelling
Overlappingsbereik op 600 of minder instellen, maar kunnen er
zwarte banden verschijnen op de zijkant van het geprojecteerde
scherm.
h
Druk op [Esc] om naar het vorige scherm terug te keren.
i
Selecteer de instelling Overlappingscurve en selecteer een gradiënt
voor het afgedekte gebied op de projectors.
j
Als de randen overlappen, zet u de instellingen Lijnhulp en
Patroonhulp op elke projector uit om de uiteindelijke instellingen te
controleren.
k
Druk op [Menu] wanneer u klaar bent.
a
Als het overlappende gebied niet exact overlapt, corrigeert u de vorm
van het overlappende gebied met Puntcorrectie.
De beeldkleuren afstemmen
U kunt de weergavekwaliteit van meerdere projectors die naast elkaar zullen
projecteren, afstemmen op elkaar.
Voordat u begint, moet u alle projectors uitschakelen zodat u de
beeldkwaliteitsinstellingen die passen op het eenvormig scherm, kunt
selecteren.
a
Druk op de knop [Menu], selecteer het menu Multiprojectie en druk
op [Enter].
a
Selecteer op de EB-1480Fi projector in plaats daarvan het menu
Beheer.
b
Selecteer Kleurmatching en druk op [Enter].
c
Stel Aanpassingsniveau in op 8.
Meerdere projectors gebruiken
171
d
Selecteer Helderheid en pas de waarde aan.
e
Selecteer Rood, Groen of Blauw en pas, indien nodig, de kleurtint aan.
f
Keer terug naar het menu van het hoogste niveau, selecteer het menu
Bewerking en druk op [Enter].
g
Selecteer Helderheidsaanpassing lichtbron en druk op [Enter].
h
Stel Lichtmodus in op Aangepast.
i
Pas het Helderheidsniveau aan.
j
Herhaal meerdere keren stappen 1 tot en met 5 en selecteer telkens om
de niveaus 7 tot en met 2 op dezelfde manier te aan te passen.
k
Druk op [Menu] wanneer u klaar bent.
Het zwartniveau aanpassen
U kunt de helderheid en kleurtint aanpassen van de gebieden waar de beelden
niet overlappen om een naadloos beeld te creëren (EB-
1485Fi/EB‑805F/EB‑800F).
a
• U kunt de instelling Zwartniveau niet aanpassen wanneer een
testpatroon wordt weergegeven.
• Als de waarde Geometrische corr. zeer groot is, zult u wellicht
Zwartniveau niet correct kunnen aanpassen.
• De helderheid en tint kunnen verschillen in gebieden waar de
beelden overlappen, evenals in andere gebieden, zelfs na het
aanpassen van Zwartniveau.
• Als u de instelling Randoverlapping wijzigt, keert de instelling
Zwartniveau terug naar zijn standaardwaarde.
Meerdere projectors gebruiken
172
a
Druk op de knop [Menu], selecteer het menu Multiprojectie en druk
op [Enter].
b
Selecteer Zwartniveau en druk op [Enter].
c
Selecteer Kleuraanpassing en druk op [Enter].
De aanpassingsgebieden worden weergegeven op basis van de instelling
Randoverlapping.
d
Gebruik de pijlknoppen om het gebied dat u wilt aanpassen, te
selecteren en druk op [Enter].
Het geselecteerde gebied wordt oranje weergegeven.
a
Wanneer meerdere schermen overlappen, voert u de aanpassing
uit op het gebied met de meeste overlapping (het helderste
gebied). In de onderstaande afbeelding lijnt u eerst (2) uit op (1),
en past u dit zo aan dat (3) wordt uitgelijnd op (2).
Meerdere projectors gebruiken
173
e
Pas de zwarte tint aan.
U kunt de knoppen Helderheid gebruiken om de RGB-waarden tegelijk
aan te passen.
f
Herhaal stappen 4 en 5 zoals nodig om resterende schermgebieden aan
te passen.
g
Druk op [Menu] wanneer u klaar bent.
gg Verwante koppelingen
• "Het aanpassingsgebied van het zwartniveau wijzigen" pag.173
Het aanpassingsgebied van het zwartniveau wijzigen
Als er gebieden zijn waar de kleur niet overeenkomt na het aanpassen van de
instelling Zwartniveau, kunt u ze individueel aanpassen.
a
Selecteer Gebiedscorrectie in de instelling Zwartniveau en druk op
[Enter].
b
Selecteer Aanpassingen starten en druk op [Enter].
Grenslijnen die aangeven waar beelden overlappen, worden
weergegeven. De lijnen worden weergegeven op basis van de instelling
Randoverlapping.
c
Gebruik de pijlknoppen om de grenslijn die u wilt aanpassen, te
selecteren. Druk vervolgens op [Enter].
De geselecteerde lijn wordt oranje weergegeven.
d
Druk op de pijlknoppen om de lijnpositie aan te passen. Druk
vervolgens op [Enter].
e
Gebruik de pijlknoppen om het punt u wilt verplaatsen, te selecteren.
Druk vervolgens op [Enter].
Het geselecteerde punt wordt oranje weergegeven.
Meerdere projectors gebruiken
174
a
U kunt het aantal weergegeven punten wijzigen met de instelling
Punten.
f
Gebruik de pijlknoppen om het punt te verplaatsen.
g
Om door te gaan en een ander punt te verplaatsen, drukt u op [Esc] en
herhaalt u stappen 5 en 6.
h
Om nog een grenslijn aan te passen, drukt u op [Esc] tot het scherm
verschijnt dat in stap 3 wordt getoond.
i
Druk op [Menu] wanneer u klaar bent.
RGBCMY aanpassen
U kunt de instellingen Tint, Verzadiging en Helderheid aanpassen voor elk
van de kleurcomponenten R (rood), G (groen), B (blauw), C (cyaan), M
(magenta) en Y (geel).
Voordat u begint, moet u alle projectors uitschakelen zodat u de
Printerinstellingen die passen op het eenvormig scherm, kunt selecteren.
a
Druk op de knop [Menu], selecteer het menu Afbeelding en druk op
[Enter].
b
Selecteer RGBCMY en druk op [Enter].
c
Selecteer de aan te passen kleur en druk op [Enter].
Meerdere projectors gebruiken
175
d
Doe het volgende zoals nodig voor elke instelling.
• Om de algemene tint van de kleur aan te passen naar blauwachtig -
groenachtig - roodachtig, past u de instelling Tint aan.
• Om de algemene levendigheid van de kleur aan te passen, past u de
instelling Verzadiging aan.
• Om de algemene helderheid van de kleur aan te passen, past u de
instelling Helderheid aan.
e
Druk op [Menu] wanneer u klaar bent.
Een beeld schalen
U kunt hetzelfde beeld projecteren vanaf meerdere projectors en de functie
Schaal gebruiken om ze bij te snijden en samen te voegen in één eenvormig
beeldgebied (EB‑1485Fi/EB‑805F/EB‑800F).
a
Voer het beeldsignaal in om het beeld weer te geven.
Meerdere projectors gebruiken
176
b
Druk op de knop [Menu], selecteer het menu Multiprojectie en druk
op [Enter].
c
Selecteer Schaal en druk op [Enter].
U ziet dit scherm:
d
Kies één van de volgende opties en druk op [Enter]:
• Auto voor het automatisch instellen van de uitsnedepositie
afhankelijk van de instellingen voor HDMI-uitvoerinstelling en
Randoverlapping.
• Handmatig voor het handmatig aanpassen van de uitsnedebereiken
en -positie.
e
Selecteer de instelling Schaalmodus en selecteer een van deze opties:
• Zoomweergave voor het behouden van de hoogte-
breedteverhouding wanneer u het beeld schaalt.
• Volledige weerg. voor het aanpassen van het beeld naar de
schermgrootte van de projector wanneer u het beeld schaalt.
Meerdere projectors gebruiken
177
f
Als u Handmatig kiest, selecteert u een of meer van de volgende
schaalopties en pas ze aan zoals nodig:
• - of + om het beeld tegelijk horizontaal en verticaal te schalen.
• Verticaal schalen om het beeld alleen verticaal te schalen.
• Horizontaal schalen om het beeld alleen horizontaal te schalen.
g
Selecteer de instelling Uitsnede-aanpassing en gebruik de pijlknoppen
voor het aanpassen van de coördinaten en de grootte van elk beeld
terwijl u het scherm bekijkt.
h
Selecteer Uitsnedebereik om een voorbeeld weer te geven van het
uitgesneden gebied dat u hebt geselecteerd.
i
Druk op [Menu] wanneer u klaar bent.
Beveiligingsfuncties projector
178
U kunt uw projector beschermen tegen diefstal of onbedoeld gebruik
voorkomen door de volgende beveiligingsfuncties in te stellen:
• Wachtwoordbeveiliging om te verhinderen dat mensen die het wachtwoord
niet kennen de projector gebruiken en om te voorkomen dat er wijzigingen
worden aangebracht aan het opstartscherm en andere instellingen.
Dit heeft een antidiefstalfunctie omdat de projector ook na diefstal niet kan
worden gebruikt en u kunt beperken wie de projector kan gebruiken.
• De knop vergrendelingsbeveiliging voor het blokkeren van het gebruik van
de projector met de knoppen op het bedieningspaneel.
Dit is nuttig op evenementen of shows waar u alle knoppen wilt deactiveren
tijdens projectie, of op scholen waar u de knopbediening wilt beperken.
• Beveiligingsbekabeling voor de fysieke bescherming van de projector op zijn
plaats.
gg Verwante koppelingen
• "Soorten wachtwoordbeveiliging" pag.178
• "De projectorknoppen vergrendelen" pag.180
• "Een beveiligingskabel installeren" pag.181
Soorten wachtwoordbeveiliging
U kunt de volgende soorten wachtwoordbeveiliging instellen met één gedeeld
wachtwoord:
• Inschakelbeveiliging verhindert dat iemand de projector kan gebruiken
zonder eerst een wachtwoord in te voeren. Wanneer u de voedingskabel
aansluit en de projector de eerste keer inschakelt, moet u het juiste
wachtwoord invoeren. Dit is ook van toepassing op Dir. Inschakelen en
Autom. inschakeling.
• Menu Bescherming van Gebruikerslogo verhindert dat iemand het
aangepaste scherm wijzigt dat wordt weergegeven wanneer de projector
inschakelt of een ingangssignaal ontvangt. Het aangepaste scherm belet
diefstal door het identificeren van de eigenaar van de projector.
• Menu Bescherming van Schema verhindert dat iemand e schema-
instellingen van de projector wijzigt.
• Menu Bescherming van Netwerk verhindert dat iemand de
Netwerkinstellingen van de projector wijzigt.
• Menu Bescherming van Interactief verhindert dat iemand de instellingen
voor Interactief van de projector wijzigt. (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi).
gg Verwante koppelingen
• "Een wachtwoord instellen" pag.178
• "Soorten wachtwoordbeveiliging selecteren" pag.179
• "Een wachtwoord invoeren voor het gebruik van de projector" pag.180
Een wachtwoord instellen
Om wachtwoordbeveiliging te gebruiken, moet u een wachtwoord instellen.
a
Het standaardwachtwoord is "0000". Wijzig dit naar uw persoonlijk
wachtwoord.
a
Houd de knop [Freeze] op de afstandsbediening ongeveer 5 seconden
ingedrukt.
U ziet het instellingsmenu Wachtwoordbeveilig.
a
Als Wachtwoordbeveilig. al is geactiveerd, moet u het juiste
wachtwoord invoeren om het instellingsmenu
Wachtwoordbeveilig. weer te geven.
Beveiligingsfuncties projector
179
b
Selecteer Wachtwoord en druk op [Enter].
U ziet de vraag "Wachtwoord wijzigen?".
c
Selecteer Ja en druk op [Enter].
a
Als u Nee selecteert, wordt het instellingsmenu
Wachtwoordbeveilig. opnieuw weergegeven.
d
Houd de knop [Num] op de afstandsbediening ingedrukt en gebruik de
cijfertoetsen om een viercijferig wachtwoord in te stellen.
Het wachtwoord wordt weergegeven als **** terwijl het wordt
ingevoerd. Er verschijnt een vraag om bevestiging nadat u het vierde
cijfer hebt ingevoerd.
e
Voer het wachtwoord opnieuw in.
U ziet het bericht "Het nieuwe wachtwoord is opgeslagen". Als u een
onjuist wachtwoord invoert, verschijnt er een melding dat u het
wachtwoord opnieuw moet invoeren.
f
Druk op [Esc] om terug te keren naar het menu.
g
Noteer het wachtwoord en bewaar het op een veilige plaats.
Soorten wachtwoordbeveiliging selecteren
Na het instellen van een wachtwoord, ziet u dit menu waarin u de soorten
wachtwoordbeveiliging die u wilt gebruiken, kunt selecteren.
Als u dit menu niet ziet, houdt u de knop [Freeze] op de afstandsbediening
gedurende 5 seconden ingedrukt tot het menu verschijnt.
• Om onbevoegd gebruik van de projector te verhinderen, zet u
Inschakelbeveiliging op Aan.
• Om wijzigingen aan de instellingen van de projector te verhinderen,
selecteert u Menu Bescherming, drukt u op [Enter] en selecteer u de opties
zoals nodig.
• Om wijzigingen aan het scherm Gebruikerslogo of verwante weergave-
instellingen te verhinderen, zet u Gebruikerslogo op Aan
• Om wijzigingen aan de roosterinstellingen van de projector te
verhinderen, stelt u de instelling Schema op Aan.
• Om wijzigingen aan de netwerkinstellingen van de projector te
verhinderen, stelt u de instelling Netwerk op Aan.
Beveiligingsfuncties projector
180
• Om wijzigingen aan de instellingen Interactief van de projector te
verhinderen, stelt u de instelling Interactief op Aan.
(EB‑1485Fi/EB‑1480Fi)
U kunt de beveiligd-met-wachtwoord-sticker op de projector plakken als
extra diefstalbeveiliging.
a
Zorg dat u de afstandsbediening op een veilige plaats bewaart. Als u
deze verliest, zult u het wachtwoord niet meer kunnen invoeren.
Een wachtwoord invoeren voor het gebruik van de projector
Voer het juiste wachtwoord in wanneer het scherm wachtwoord wordt
weergegeven.
a
Houd de knop [Num] op de afstandsbediening ingedrukt terwijl u het
wachtwoord invoert met de cijferknoppen.
Het scherm wachtwoord wordt gesloten.
b
Als het wachtwoord verkeerd is, ziet u een bericht en een vraag om het
opnieuw te proberen. Voer het juiste wachtwoord in om door te gaan.
Let op
• Als u drie keer achter elkaar een onjuist wachtwoord invoert, wordt de
melding "De projector wordt vergrendeld." ongeveer vijf minuten lang
weergegeven, waarna de projector naar de stand-bystand overschakelt.
Haal als dit gebeurt de voedingskabel van de projector uit het stopcontact,
steek de kabel er vervolgens weer in en schakel de projector weer in. De
projector geeft het wachtwoordinvoerscherm opnieuw weer zodat u het
juiste wachtwoord kunt invoeren.
• Als u het wachtwoord bent vergeten, noteert u het nummer "Code
opvragen: xxxxx" dat verschijnt op het scherm en neemt u contact op met
Epson voor hulp.
• Als u doorgaat met het herhalen van de bovenstaande handeling en 30
keer achtereen een verkeerd wachtwoord opgeeft, verschijnt het bericht
"De projector wordt vergrendeld. Neem contact op met Epson - zie de
documentatie." wordt weergegeven en de projector accepteert geen
wachtwoordinvoer meer. Neem contact op met Epson voor hulp.
De projectorknoppen vergrendelen
U kunt de knoppen op het bedieningspaneel vergrendelen om te verhinderen
dat iemand de projector gebruikt. De projector kan nog steeds bediend
worden met de afstandsbediening.
Beveiligingsfuncties projector
181
a
Druk op de knop [Menu], selecteer het menu Beheer en druk op
[Enter].
b
Selecteer Toetsvergrendeling en druk op [Enter].
c
Kies één van deze soorten vergrendeling en druk op [Enter]:
• Om alle projectorknoppen te vergrendelen selecteert u Voll.
vergrend.
• Om alle knoppen behalve de voedingsknop te vergrendelen,
selecteert u Behalve stroom.
U ziet een bevestigingsbericht.
d
Selecteer Ja en druk op [Enter].
De instelling Toetsvergrendeling wordt van kracht.
gg Verwante koppelingen
• "De projectorknoppen ontgrendelen" pag.181
De projectorknoppen ontgrendelen
Als de projectorknoppen zijn vergrendeld, voert u één van de volgende
bewerkingen uit om ze te ontgrendelen.
• Houd de knop [Enter] op het bedieningspaneel gedurende 7 seconden
ingedrukt. Er verschijnt een bericht en de vergrendeling wordt opgeheven.
• Stel Toetsvergrendeling in op Uit in het menu Beheer van de projector.
gg Verwante koppelingen
• "Beheerdersinstelling projector - Beheerdersinstelling" pag.247
Een beveiligingskabel installeren
U kunt de beveiligingskabel installeren op de projector om diefstal te
voorkomen.
• Gebruik de beveiligingssleuf op de projector om een Kensington Microsaver
Security-systeem te bevestigen.
a
Voor meer informatie over het Microsaver Security System gaat u
naar de website van Kensington.
https://www.kensington.com/
Beveiligingsfuncties projector
182
• Gebruik het bevestigingspunt voor de beveiligingskabel op de projector om
een draadkabel te bevestigen en maak deze vast aan een vast object in de
kamer of aan een zwaar meubelstuk.
a
Als de bevestiging voor de veiligheidsdraadvergrendeling is
meegelevered bij de instelplaat, kunt u deze gebruiken om de
projector vast te maken. U kunt een in de handel verkrijgbaar
draadslot voor diefstalbeveiliging gebruiken. Raadpleeg de
documentatie die is meegeleverd met het draadslot voor instructies
bij het vastzetten.
De projector op een netwerk gebruiken
Volg de instructies in deze secties om uw projector in te stellen voor gebruik op een netwerk.
gg Verwante koppelingen
• "Projectie vast netwerk" pag.184
• "Projectie draadloos netwerk" pag.188
• "Draadloze netwerkprojectie vanaf een mobiel apparaat (Screen Mirroring)" pag.199
• "Beveiligde HTTP" pag.204
• "Scherm delen" pag.206
Projectie vast netwerk
184
U kunt beelden naar uw projector verzenden via een vast netwerk. Verbind
hiervoor de projector met uw netwerk en stel dan uw projector en computer
in voor netwerkprojectie.
Na het aansluiten en instellen van de projector zoals hier beschreven,
downloadt en installeert u Epson iProjection (Windows/Mac) vanaf de
volgende website.
epson.sn
De software Epson iProjection stelt uw computer in voor netwerkprojectie.
Hiermee kunt u ook interactieve vergaderingen houden door de
computerschermen van de gebruiker te projecteren via een netwerk.
Raadpleeg de Bedieningshandleiding voor Epson iProjection (Windows/Mac)
voor instructies.
gg Verwante koppelingen
• "Verbinden met een vast netwerk" pag.184
• "Instellingen voor een vast netwerk selecteren" pag.184
• "De nieuwste versie van de documenten verkrijgen" pag.11
Verbinden met een vast netwerk
Om de projector te verbinden met een bekabeld LAN-netwerk, gebruikt u een
100Base-TX of 10Base-T netwerkkabel. Om een goede gegevensoverdracht te
garanderen, dient u een afgeschermde kabel van Cat. 5 of beter te gebruiken.
a
Sluit één uiteinde van de netwerkkabel aan op uw netwerkhub, -switch
of -router.
b
Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de LAN-poort van de
projector.
Instellingen voor een vast netwerk selecteren
Voordat u kunt projecteren vanaf computers op uw netwerk, moet u de
netwerkinstellingen selecteren voor de projector.
a
Zorg dat u de projector al verbonden hebt met uw vast netwerk via de
LAN-poort.
Projectie vast netwerk
185
a
Druk op de knop [Menu], selecteer het menu Netwerk en druk op
[Enter].
b
Selecteer Netwerkinstellingen en druk op [Enter].
c
Om de projector te identificeren via het netwerk, selecteert u
Projectornaam en voert u een naam in van maximaal 16 alfanumerieke
tekens.
d
Stel de instelling Prioriteit bedieningsinterface in op Vast netwerk.
e
Selecteer het menu Vast netwerk en druk op [Enter].
f
Wijs de IP-instellingen voor uw netwerk toe, zoals nodig.
• Als uw netwerk automatisch adressen toewijst, selecteert u IP-
instellingen om de instelling DHCP op Aan te zetten.
• Als u adressen handmatig moet instellen, selecteert u IP-instellingen
om de instelling DHCP in te stellen op Uit en voert u IP-adres,
Subnetmasker en Gateway-adres van de projector in zoals nodig.
g
Om te voorkomen dat het IP-adres op het scherm Netwerkinfo, zet u
Weergave IP-adres op Uit.
Projectie vast netwerk
186
h
Selecteer het menu Netwerkprojectie en druk op [Enter].
i
Schakel de instelling Trefwoord projector in als u toegang tot de
projector wilt verhinderen voor iedereen die zich niet in de ruimte van
de projector bevindt.
a
Wanneer u deze instelling inschakelt, moet u een weergegeven,
gerandomiseerd trefwoord invoeren vanaf een computer die
Epson iProjection gebruikt om toegang te krijgen tot de projector
en om het huidige scherm te delen.
j
Zet de instelling Epson iProjection op Aan.
k
Selecteer de opties zoals nodig.
• LAN-info weergeven: hiermee kunt u het weergaveformaat instellen
voor de netwerkinformatie van de projector.
• Met Moderatorwachtwoord kunt u een viercijferig wachtwoord
invoeren om toegang te krijgen tot de projector als een moderator
met Epson iProjection. (Er is standaard geen wachtwoord ingesteld.)
• Met Weergave trefwoordonderbreking kunt u kiezen of u een
projectortrefwoord wilt weergeven op het geprojecteerde beeld
wanneer u de projector gebruikt met Epson iProjection.
l
Wanneer u klaar bent met het selecteren van de instellingen, keert u
terug naar het scherm Netwerkinstellingen, selecteert u Instellen en
volgt u de instructies op het scherm om uw instellingen op te slaan en
de menu's af te sluiten.
m
Druk op de knop [LAN] op de afstandsbediening.
Projectie vast netwerk
187
De vaste netwerkinstellingen zijn voltooid wanneer u het juiste IP-adres
ziet op het scherm Netwerkinfo.
gg Verwante koppelingen
• "Het weergegeven toetsenbord gebruiken" pag.232
Projectie draadloos netwerk
188
U kunt beelden naar uw projector verzenden via een draadloos netwerk.
• Hiervoor moet u de draadloze LAN-module van Epson installeren en
vervolgens uw projector en computer instellen voor draadloze projectie
(EB‑805F/EB‑800F).
• Sommige modellen hebben ingebouwde draadloze LAN-modules
(EB‑1485Fi/EB‑1480Fi). Hiervoor moet u uw projector en computer
instellen voor draadloze projectie.
U kunt de projector verbinden met uw draadloos netwerk door de verbinding
handmatig te configureren via de menu’s Netwerk van de projector.
Na het instellen van de projector, downloadt en installeert u de
netwerksoftware vanaf de volgende website.
epson.sn
Gebruik de volgende software en documentatie voor het instellen en bedienen
van de draadloze projectie:
• Met de software Epson iProjection (Windows/Mac) kunt u interactieve
vergaderingen houden door de computerschermen van gebruikers te
projecteren via een netwerk. Raadpleeg de Bedieningshandleiding voor Epson
iProjection (Windows/Mac) voor instructies.
• Met de Epson iProjection (iOS/Android)-app kunt u projecteren vanaf iOS-
of Android-apparaten.
U kunt Epson iProjection downloaden van de App Store of Google Play. De
gebruiker is verantwoordelijk voor eventuele kosten van de communicatie
met de App Store of Google Play.
• Met de Epson iProjection (Chromebook)-app kunt u projecteren vanaf
Chromebook-apparaten.
U kunt Epson iProjection downloaden van de Chrome Web Store. De
gebruiker is verantwoordelijk voor eventuele kosten van de communicatie
met de Chrome Web Store.
gg Verwante koppelingen
• "Veiligheidsinstructies voor ingebouwde draadloze LAN-module" pag.188
• "Verbindingsmethoden voor draadloze netwerkprojectie" pag.189
• "De draadloze LAN-module installeren" pag.189
• "Draadloze netwerkinstellingen handmatig selecteren" pag.190
• "Draadloze netwerkinstellingen selecteren in Windows" pag.193
• "Draadloze netwerkinstellingen selecteren in Mac" pag.194
• "Draadloze netwerkbeveiliging instellen voor de Enkel AP-modus" pag.194
• "Draadloze netwerkbeveiliging instellen voor de infrastructuurmodus"
pag.194
• "Een QR-code gebruiken voor het aansluiten op een mobiel apparaat"
pag.197
• "Een USB-sleutel gebruiken voor het verbinden van een Windows-
computer" pag.197
• "De nieuwste versie van de documenten verkrijgen" pag.11
Veiligheidsinstructies voor ingebouwde draadloze
LAN-module
De EB‑1485Fi/EB‑1480Fi bevat ingebouwde draadloze LAN-modules. Zorg
dat u deze belangrijke richtlijnen volgt wanneer u een draadloze LAN-
verbinding gebruikt.
Waarschuwing
• Gebruik het apparaat niet in de buurt van medische apparatuur, zoals
pacemakers. Wanneer u het apparaat gebruikt, moet u ook controleren of er
geen medische apparatuur, zoals pacemakers, in de omgeving is. Als gevolg van
elektromagnetische storing kan medische apparatuur ontregeld raken.
• Elektromagnetische storing kan ervoor zorgen dat automatisch bediende
apparatuur defect raakt waardoor een ongeval kan ontstaan. Gebruik het
apparaat niet in de buurt van automatisch bediende apparatuur zoals
automatische deuren of brandalarmen.
Let op
Zorg dat u een afstand van minstens 20 cm behoudt tussen het apparaat en uw
lichaam. Anders kunt u zich hierdoor onwel voelen.
Projectie draadloos netwerk
189
Verbindingsmethoden voor draadloze
netwerkprojectie
Kies een verbindingsmethode voor het verbinden van de computer en de
projector via een netwerk, afhankelijk van uw netwerkomgeving.
• Met de modus Enkel AP kunt u directe verbinding maken met
smartphones, tablets of computers met uw projector als toegangspunt.
Wanneer u deze methode gebruikt, verbindt u de projector met de Snelle
verbinding van de Epson iProjection-software of gebruikt u Screen
Mirroring.
• Met de Infrastructuurmodus kunt u verbinding maken met smartphones,
tablets of computers via een draadloos netwerktoegangspunt. Wanneer u
deze methode gebruikt, verbindt u de projector met de Geavanceerde
verbinding van de Epson iProjection-software.
De EB‑1485Fi/EB‑1480Fi heeft ingebouwde draadloze LAN-modules. Als u
een extra optionele draadloze LAN-module installeert, kunt u beide
netwerkverbindingsmethoden tegelijkertijd gebruiken. Wanneer u de
draadloze LAN-module installeert, zet dan de instelling Enkel AP op Aan.
s Netwerk > Netwerkinstellingen > Enkel AP
De draadloze LAN-module installeren
Om extra draadloze verbindingen te gebruiken (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi) en om
de projector te gebruiken via een draadloos netwerk (EB‑805F/EB‑800F),
installeert u de draadloze LAN-module van Epson. Installeer geen enkel ander
type draadloze LAN-module.
Let op
Verwijder de module nooit terwijl het lampje blauw is of knippert, of tijdens
draadloos projecteren. Dit kan de module beschadigen of gegevensverlies
veroorzaken.
Projectie draadloos netwerk
190
a
Verwijder beide schroeven van de kabeldeksel om de deksel te openen.
b
Sluit de draadloze LAN-module aan op de USB-A-poort.
a
Gebruik de USB-A2-poort voor het installeren van de draadloze
LAN-module (EB‑805F/EB‑800F).
Draadloze netwerkinstellingen handmatig selecteren
Voordat u kunt projecteren vanaf uw draadloos netwerk, moet u de
netwerkinstellingen selecteren voor de projector.
a
Druk op de knop [Menu], selecteer het menu Beheer en druk op
[Enter].
Projectie draadloos netwerk
191
b
Zet de instelling Voeding draadl. LAN op Aan.
c
Selecteer het menu Netwerk en druk op [Enter].
d
Selecteer Netwerkinstellingen en druk op [Enter].
e
Om de projector te identificeren via het netwerk, selecteert u
Projectornaam en voert u een naam in van maximaal 16 alfanumerieke
tekens.
f
Zet de instelling Prioriteit bedieningsinterface op Draadloos LAN.
g
Selecteer de verbindingsmethode.
• Voor de modus Enkel AP, zet u Enkel AP op Aan en gaat u verder
naar stap 12.
• Voor de infrastructuurmodus zet u de instelling Enkel AP op Uit en
gaat u naar de volgende stap.
• Als u de optionele draadloze LAN-module hebt geïnstalleerd en
beide verbindingsmethoden tegelijk wilt gebruiken, zet u Enkel AP
op Aan en gaat u naar de volgende stap (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi).
h
Selecteer het menu Draadl. LAN en druk op [Enter].
De projector begint te zoeken naar toegangspunten.
Projectie draadloos netwerk
192
a
U kunt ook handmatig toegangspunten zoeken met de instelling
Toegangspunt zoeken.
i
Selecteer het toegangspunt waarmee u verbinding wilt maken.
a
Als u de SSID handmatig moet toewijzen, selecteert u SSID om
de SSID in te voeren.
j
Wijs de IP-instellingen voor uw netwerk toe, zoals nodig.
• Als uw netwerk automatisch adressen toewijst, selecteert u IP-
instellingen om de instelling DHCP op Aan te zetten.
• Als u adressen handmatig moet instellen, selecteert u IP-instellingen
om de instelling DHCP in te stellen op Uit en voert u IP-adres,
Subnetmasker en Gateway-adres van de projector in zoals nodig.
k
Om te voorkomen dat het IP-adres op het scherm Netwerkinfo, zet u
Weergave IP-adres op Uit.
l
Selecteer het menu Netwerkprojectie en druk op [Enter].
m
Schakel de instelling Trefwoord projector in als u toegang tot de
projector wilt verhinderen voor iedereen die zich niet in de ruimte van
de projector bevindt.
a
Wanneer u deze instelling inschakelt, moet u een weergegeven,
gerandomiseerd trefwoord invoeren vanaf een computer die
Epson iProjection gebruikt om toegang te krijgen tot de projector
en om het huidige scherm te delen.
Projectie draadloos netwerk
193
n
Zet de instelling Epson iProjection op Aan.
o
Selecteer de opties zoals nodig.
• Onder SSID-display kunt u selecteren of u de SSID van de projector
wilt weergeven op het scherm Netwerkinfo en het startscherm.
• LAN-info weergeven: hiermee kunt u het weergaveformaat instellen
voor de netwerkinformatie van de projector.
• Met Moderatorwachtwoord kunt u een viercijferig wachtwoord
invoeren om toegang te krijgen tot de projector als een moderator
met Epson iProjection. (Er is standaard geen wachtwoord ingesteld.)
• Met Weergave trefwoordonderbreking kunt u kiezen of u een
projectortrefwoord wilt weergeven op het geprojecteerde beeld
wanneer u de projector gebruikt met Epson iProjection.
p
Wanneer u klaar bent met het selecteren van de instellingen, keert u
terug naar het scherm Netwerkinstellingen, selecteert u Instellen en
volgt u de instructies op het scherm om uw instellingen op te slaan en
de menu's af te sluiten.
q
Druk op de knop [LAN] op de afstandsbediening.
De draadloze netwerkinstellingen zijn volledig wanneer u het juiste IP-
adres ziet op het scherm Netwerkinfo.
Wanneer u klaar bent met het configureren van de draadloze instellingen
voor uw projector, moet u het draadloos netwerk op uw computer selecteren.
Start daarna de netwerksoftware voor het verzenden van beelden naar uw
projector via een draadloos netwerk.
gg Verwante koppelingen
• "Het weergegeven toetsenbord gebruiken" pag.232
Draadloze netwerkinstellingen selecteren in
Windows
Selecteer voordat u een verbinding maakt met de projector het juiste
draadloze netwerk op uw computer.
a
Klik op het netwerkpictogram in de taakbalk van Windows om het
draadloos hulpprogramma te openen.
Projectie draadloos netwerk
194
b
Wanneer u verbindt met apparaten via het toegangspunt van een
draadloos netwerk, selecteert u de netwerknaam (SSID) van het
netwerk waarmee de projector een verbinding maakt.
c
Klik op Verbinden.
Draadloze netwerkinstellingen selecteren in Mac
Selecteer voordat u een verbinding maakt met de projector het juiste
draadloze netwerk in Mac.
a
Klik op het wifi-pictogram in de menubalk bovenaan het scherm.
b
Wanneer u een verbinding maakt met apparaten via een toegangspunt
van een draadloos netwerk, moet u controleren of Wi-Fi is
ingeschakeld en selecteert u de netwerknaam (SSID) van het netwerk
waarmee de projector een verbinding maakt.
Draadloze netwerkbeveiliging instellen voor de Enkel
AP-modus
U kunt de beveiliging voor uw projector instellen voor gebruik op een
draadloos netwerk met de Enkel AP-modus. U kunt WPA2-PSK-beveiliging
gebruiken.
a
Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor hulp bij het invoeren
van de juiste informatie.
a
Druk op de knop [Menu], selecteer het menu Netwerk en druk op
[Enter].
b
Selecteer Netwerkinstellingen en druk op [Enter].
c
Selecteer Wachtwoordzin, druk op [Enter] en voer een wachtwoordzin
in van 8 tot 63 tekens.
d
Wanneer u klaar bent met het invoeren van een wachtwoordzin, keert u
terug naar het scherm Netwerkinstellingen, selecteert u Instellen en
volgt u de instructies op het scherm om uw instellingen op te slaan en
de menu's af te sluiten.
Draadloze netwerkbeveiliging instellen voor de
infrastructuurmodus
U kunt de beveiliging voor uw projector instellen voor gebruik op een
draadloos netwerk met de infrastructuurmodus. Stel één van de volgende
beveiligingstypen in zodat ze overeenkomen met de instellingen die op uw
netwerk worden gebruikt:
• WPA3-PSK-beveiliging
• WPA2/WPA3-PSK-beveiliging
• WPA3-EAP-beveiliging
• WPA2/WPA3-EAP-beveiliging
Projectie draadloos netwerk
195
a
Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor hulp bij het invoeren
van de juiste informatie.
a
Als u de WPA3-EAP- of WPA2/WPA3-EAP-beveiliging wilt instellen,
moet u controleren of uw digitaal certificaatbestand compatibel is met
het projectorregistratietype en direct op het USB-opslagapparaat is
geplaatst.
b
Druk op de knop [Menu], selecteer het menu Netwerk en druk op
[Enter].
c
Selecteer Netwerkinstellingen en druk op [Enter].
d
Selecteer het menu Draadl. LAN en druk op [Enter].
e
Selecteer de instelling Beveiliging en druk op [Enter].
f
Selecteer de beveiligingsinstellingen volgens uw netwerkinstellingen.
g
Voer een van de volgende bewerkingen uit, afhankelijk van de
beveiliging die u hebt geselecteerd.
• WPA3-PSK of WPA2/WPA3-PSK: selecteer Wachtwoordzin, druk
op [Enter] en voer een wachtwoordzin in van 8 tot 63 tekens. Ga
vervolgens naar stap 16.
• WPA3-EAP of WPA2/WPA3-EAP: selecteer EAP-type en druk op
[Enter].
h
Selecteer het protocol voor verificatie als de instelling voor EAP-type.
i
Om uw certificaat te importeren, selecteert u het certificaattype en
drukt u op [Enter].
• Clientcertificaat voor het PEAP-TLS- of EAP-TLS-type
Projectie draadloos netwerk
196
• CA-certificaat voor alle EAP-types
a
U kunt de digitale certificaten ook registreren met uw
webbrowser. Zorg er dus voor dat u slechts één keer registreert
anders wordt het certificaat mogelijk niet correct geïnstalleerd.
j
Selecteer Opslaan en druk op [Enter].
k
Volg de instructies op het scherm en sluit een USB-opslagapparaat aan
op de USB-A-poort van de projector.
l
Druk op [Enter] om de certificaatlijst weer te geven.
m
Selecteer het certificaat voor het importeren met de weergegeven lijst.
Er wordt een bericht weergegeven met de vraag het wachtwoord in te
voeren voor het certificaat.
n
Voer een wachtwoord in en druk op [Enter].
Het certificaat wordt geïmporteerd en een voltooiingsbericht verschijnt.
o
Selecteer uw EAP-instellingen zoals vereist.
• Met Gebruikersnaam kunt u een gebruikersnaam invoeren met
maximaal 64 alfanumerieke tekens. Als u een clientcertificaat
importeert, wordt de naam die aan het certificaat is toegewezen,
automatisch ingesteld.
• In Wachtwoord kunt u een wachtwoord invoeren met maximum 64
alfanumerieke tekens voor de authenticatie wanneer u het type PEAP
of EAP-FAST gebruikt.
• Met Servercertificaat verifiëren kunt u bepalen of het
servercertificaat moet worden geverifieerd wanneer een CA-
certificaat is ingesteld.
• Met Naam RADIUS-server kunt u de te controleren servernaam
invoeren.
p
Wanneer u klaar bent met het opgeven van de instellingen, keert u
terug naar het scherm Netwerkinstellingen, selecteert u Instellen en
volgt u de instructies op het scherm om uw instellingen op te slaan en
de menu's af te sluiten.
gg Verwante koppelingen
• "Ondersteunde client- en CA-certificaten" pag.196
Ondersteunde client- en CA-certificaten
U kunt deze types digitale certificaten registreren.
Clientcertificaat (PEAP-TLS/EAP-TLS)
Specificatie Beschrijving
Formaat PKCS#12
Extensie PFX, P12
Codering RSA
Hashes MD5/SHA-1/SHA-256/SHA-384/SHA-512
Sleutellengte 512/1024/2048/4096 bit
Wachtwoord Maximaal 64 alfanumerieke tekens; vereist
CA-certificaat (PEAP/PEAP-TLS/EAP-TLS/EAP-FAST)
Specificatie Beschrijving
Formaat X509v3
Extensie DER/CER/PEM
Codering RSA
Hashes MD5/SHA-1/SHA-256/SHA-384/SHA-512
Sleutellengte 512/1024/2048/4096 bit
Codering BASE64/Binair
Projectie draadloos netwerk
197
Een QR-code gebruiken voor het aansluiten op een
mobiel apparaat
Na het selecteren van de instellingen voor het draadloos netwerk, kunt u een
QR-code weergeven op het scherm en deze gebruiken om te verbinden met
een mobiel apparaat via de app Epson iProjection (iOS/Android).
a
• Zorg dat u de laatste versie van Epson iProjection op uw apparaat
hebt geïnstalleerd.
• U kunt Epson iProjection gratis downloaden via de App Store of
Google play. De gebruiker is verantwoordelijk voor eventuele kosten
van de communicatie met de App Store of Google Play.
• Wanneer u Epson iProjection gebruikt in Snel-aansluitmodus raden
we u aan beveiligingsinstellingen te configureren.
a
Druk op de knop [LAN] op de afstandsbediening.
De QR-code wordt weergegeven op het geprojecteerde oppervlak.
a
• Als u de QR-code niet ziet, stelt u LAN-info weergeven in op
Tekst en QR-code in het menu Netwerk van de projector.
s Netwerk > Netwerkinstellingen > Netwerkprojectie >
Epson iProjection > LAN-info weergeven
• Om de QR-code te verbergen, drukt u op [Esc].
• Wanneer de QR-code verborgen is, drukt u op [Enter] om de
code weer te geven.
b
Start Epson iProjection op uw mobiel apparaat.
c
Lees de geprojecteerde QR-code af met Epson iProjection om het te
verbinden met de projector.
a
Om de QR-code correct af te lezen, moet u ervoor zorgen dat u
direct voor het scherm staat en dicht genoeg bent zodat de
geprojecteerde code past in de geleider van de QR-codelezer van
het mobiele apparaat. Als u te ver van het scherm staat, is de
code mogelijk niet leesbaar.
Wanneer een verbinding wordt gemaakt, selecteert u het menu
Contents onder en selecteert u het bestand dat u wilt projecteren.
gg Verwante koppelingen
• "Menu Netwerk - Menu Netwerkprojectie" pag.257
Een USB-sleutel gebruiken voor het verbinden van
een Windows-computer
U kunt uw USB-flashstation instellen als een USB-sleutel om de projector snel
te verbinden met een door draadloos LAN ondersteunde Windows-computer.
Na het maken van de USB-sleutel, kunt u snel beelden projecteren vanaf de
netwerkprojector.
a
Stel de USB-sleutel in met Hulpprogramma USB-sleutelinstelling van
de Epson iProjection-software (Windows/Mac).
a
Raadpleeg de Bedieningshandleiding voor Epson iProjection
(Windows/Mac) voor instructies.
b
Zorg dat de draadloze LAN-module is geïnstalleerd of in uw projector
is ingebouwd.
c
Zet de projector aan.
d
Druk op de knop [LAN] op de afstandsbediening.
U ziet het scherm met de netwerkinformatie. Controleer of een SSID-
en IP-adres worden weergegeven.
Projectie draadloos netwerk
198
e
Sluit de USB-sleutel aan op de USB-A1-poort van de projector.
U ziet een geprojecteerd bericht dat de netwerkgegevens zijn
bijgewerkt.
f
Verwijder de USB key.
g
Sluit de USB key aan op een USB-poort op uw computer.
h
Volg de instructies op het scherm om de nodige toepassing te
installeren.
a
• Als het bericht van de Windows Firewall wordt weergegeven,
klikt u op Ja om de firewall uit te schakelen.
• U moet als beheerder zijn aangemeld om de software te
installeren.
• Als dat niet automatisch is geïnstalleerd, dubbelklikt u op
MPPLaunch.exe in de USB-sleutel.
Na enkele minuten wordt uw computerbeeld weergegeven door de
projector.
i
Wanneer u klaar bent met het draadloos projecteren, selecteert u de
optie Hardware veilig verwijderen in de taakbalk van Windows en
verwijdert u de USB-sleutel uit de computer.
a
Het is mogelijk dat u de computer opnieuw moet opstarten om
de draadloze LAN-verbinding opnieuw te activeren.
gg Verwante koppelingen
• "De nieuwste versie van de documenten verkrijgen" pag.11
Draadloze netwerkprojectie vanaf een mobiel apparaat (Screen Mirroring)
199
U kunt een beeld naar uw projector verzenden vanaf mobiele apparaten, zoals
laptops, smartphones en tablets, met Miracast-technologie.
U kunt twee apparaten die de Miracast-technologie gebruiken tegelijkertijd
verbinden. De projector detecteert de ingangsbronnen als Screen Mirroring1
and Screen Mirroring2. U moet de instelling Verbinding onderbr. Instellen
op Uit.
s Netwerk > Netwerkinstellingen > Netwerkprojectie > Screen Mirroring
> Verbinding onderbr.
Als uw apparaat Miracast ondersteunt, hoeft u geen extra software te
installeren. Als u een Windows-computer gebruikt, moet u ervoor zorgen dat
de benodigde adapter voor de Miracast-verbinding beschikbaar is.
Let op de volgende beperkingen wanneer u de Screen Mirroring-functies
gebruikt.
• U kunt geen geïnterlinieerd beeld weergeven.
• U kunt alleen audio die is opgeslagen met de LPCM of AAC-LC audio-
codec, afspelen.
• U kunt geen meerkanaals audio afspelen via 3ch (kanaal 3).
• Afhankelijk van de resolutie en de framesnelheid zult u wellicht geen
beelden kunnen projecteren.
• U kunt geen 3D-video afspelen.
• U kunt alleen films afspelen die zijn opgeslagen met de H.264 of H.265
filmcodec. (H.265 ondersteunt alleen het hoofdprofiel.)
• Afhankelijk van uw apparaat zult u de inhoud mogelijk niet kunnen
weergeven met auteursrechtelijke bescherming met een Miracast-
verbinding.
• Wijzig de instelling Screen Mirroring van de projector niet tijdens de
Screen Mirroring-projectie. Hierdoor kan de verbinding van de projector
worden verbroken en kan het even duren om opnieuw te verbinden.
s Netwerk > Netwerkinstellingen > Netwerkprojectie > Screen
Mirroring
• Schakel de projector niet direct uit via de stroomonderbreker tijdens de
Screen Mirroring-projectie.
a
Mobiele apparaten met Android of waarop Windows 8.1 of later is
geïnstalleerd, ondersteunen hoofdzakelijk Miracast.
Ondersteuning voor Miracast verschilt afhankelijk van het mobiele
apparaat. Raadpleeg de handleiding van uw mobiel apparaat voor
details.
gg Verwante koppelingen
• "De instellingen voor Screen Mirroring selecteren" pag.199
• "Verbinden via Screen Mirroring met de Miracast-functie" pag.201
• "Verbinden via Screen Mirroring in Windows 10" pag.202
• "Verbinden via Screen Mirroring in Windows 8.1" pag.202
• "Menu Netwerk - Menu Netwerkprojectie" pag.257
De instellingen voor Screen Mirroring selecteren
U moet de instellingen voor Screen Mirroring selecteren voor uw projector
om beelden te projecteren vanaf uw mobiel apparaat.
a
Als u Windows 10 gebruikt, kunt u beelden uitzenden met de volgende
verbindingen:
• Beelden uitzende van uw apparaat direct naar de projector
• Beelden uitzenden via een LAN-netwerk
Wanneer u beelden uitzendt via een LAN-netwerk, is de verbinding
stabieler en veiliger. Voer een van de volgende bewerkingen uit om uw
projector te verbinden met een LAN-netwerk:
• Sluit een LAN-kabel aan.
• Selecteer de instelling Draadloos LAN om te verbinden met het
draadloos toegangspunt.
Om verbinding te maken met een draadloos toegangspunt, moet u de
optionele draadloze LAN-module installeren.
Draadloze netwerkprojectie vanaf een mobiel apparaat (Screen Mirroring)
200
a
Druk op de knop [Menu], selecteer het menu Beheer en druk op
[Enter].
b
Zet de instelling Voeding draadl. LAN op Aan.
c
Selecteer het menu Netwerk en druk op [Enter].
d
Selecteer Netwerkinstellingen en druk op [Enter].
e
Selecteer Prioriteit bedieningsinterface en druk op [Enter].
f
Kies een van de volgende opties:
• Als u de gegevens uitzendt via een lokaal netwerk met behulp van
een vast LAN- LAN-netwerk, selecteert u Vast netwerk.
• Als u de gegevens direct of via een draadloos toegangspunt uitzendt,
selecteert u Draadloos LAN.
• Als uw apparaat alleen direct uitzenden van gegevens ondersteunt,
selecteert u Draadloos LAN.
Draadloze netwerkprojectie vanaf een mobiel apparaat (Screen Mirroring)
201
g
Zet de instelling Enkel AP op Aan.
h
Keer terug naar het scherm Netwerkinstellingen en selecteer
Netwerkprojectie.
i
Zet de instelling Screen Mirroring op Aan.
j
Selecteer de opties zoals nodig.
• Met Verbinding onderbr. Kunt u kiezen om te verbinden met een
ander mobiel apparaat tijdens de Screen Mirroring-projectie of om
exclusief te verbinden met één apparaat. Als u twee Screen
Mirroring-bronnen wilt gebruiken, stelt u dit in op Uit.
• Onder Prestaties aanpassen kunt u de snelheid/kwaliteit van Screen
Mirroring aanpassen. Selecteer een lage waarde om de kwaliteit te
verbeteren en een hoge waarde om de snelheid te verhogen.
• Met Opname maken kunt u het geprojecteerde beeld vastleggen en
plakken op een pagina in de whiteboard-modus
(EB‑1485Fi/EB‑1480Fi). Met Ingeschakeld kunt u het Screen
Mirroring-beeld uitvoeren naar de HDMI Out-poort en dit
vastleggen. De HDCP- en H.265-functies zijn uitgeschakeld en u zult
mogelijk de inhoud niet kunnen projecteren ermee. Als u Inhoud
wilt projecteren met HDCP- en H.265-functies, selecteert u
Uitgeschakeld.
• Info Screen Mirroring toont de verbindingsinformatie wanneer u de
Screen Mirroring-bron projecteert.
k
Wanneer u klaar bent met het selecteren van de instellingen, keert u
terug naar het scherm Netwerkinstellingen, selecteert u Instellen en
volgt u de instructies op het scherm om uw instellingen op te slaan en
de menu's af te sluiten.
Verbinden via Screen Mirroring met de Miracast-
functie
Als uw mobiel apparaat, zoals een smartphone, Miracast ondersteunt, kunt u
het draadloos verbinden met de projector en beelden projecteren. U kunt
audo afspelen via het luidsprekersysteem van de projector door een
verbinding te maken met Screen Mirroring.
a
Selecteer indien nodig Inst. Screen Mirroring op uw projector.
b
Druk op de [LAN]-knop op de afstandsbediening om te schakelen naar
de Screen Mirroring-bron.
U ziet het scherm met de netwerkinformatie.
c
Gebruik uw Miracast-functie op uw mobiel apparaat om de projector te
zoeken.
U ziet een lijst van beschikbare apparaten.
d
Selecteer Projectornaam van de projector in de lijst.
e
Als u het scherm voor het invoeren van de pin ziet op uw mobiel
apparaat, voert u de pincode in die wordt weergegeven op het
netwerkinformatiescherm of bovenaan links van het geprojecteerde
beeld.
De projector toont het beeld van uw mobiel apparaat.
Draadloze netwerkprojectie vanaf een mobiel apparaat (Screen Mirroring)
202
a
Het kan even duren voordat de verbinding tot stand is gebracht.
Koppel bij het verbinden de voedingskabel van de projector niet
los. Hierdoor kan uw apparaat vastlopen of defect raken.
Afhankelijk van het mobiele apparaat, zult u mogelijk een
apparaat moeten verwijderen bij het verbinden. Volg de
instructies op het scherm op uw apparaat.
Verbinden via Screen Mirroring in Windows 10
U kunt uw computer instellen voor draadloze projectie en audio afspelen via
het luidsprekersysteem van de projector door te verbinden met Screen
Mirroring.
a
Selecteer indien nodig Inst. Screen Mirroring op uw projector.
b
Druk op de [LAN]-knop op de afstandsbediening om te schakelen naar
de Screen Mirroring-bron.
U ziet het scherm met de netwerkinformatie.
c
Houd de Windows-toets ingedrukt en druk tegelijkertijd op K op uw
toetsenbord.
U ziet een lijst van beschikbare apparaten.
d
Selecteer Projectornaam van de projector in de lijst.
e
Als u het scherm voor het invoeren van de pin ziet, voert u de pincode
in die wordt weergegeven op het scherm Netwerkinfo of onderaan
rechts van het geprojecteerde beeld.
De projector toont het beeld van uw computer.
a
Het kan even duren voordat de verbinding tot stand is gebracht.
Koppel bij het verbinden de voedingskabel van de projector niet
los. Hierdoor kan uw apparaat vastlopen of defect raken.
Verbinden via Screen Mirroring in Windows 8.1
U kunt uw computer instellen voor draadloze projectie vanaf Charms in
Windows 8.1. U kunt audo afspelen via het luidsprekersysteem van de
projector door een verbinding te maken met Screen Mirroring.
a
Selecteer indien nodig Inst. Screen Mirroring op uw projector.
b
Druk op de [LAN]-knop op de afstandsbediening om te schakelen naar
de Screen Mirroring-bron.
U ziet het scherm met de netwerkinformatie.
Draadloze netwerkprojectie vanaf een mobiel apparaat (Screen Mirroring)
203
c
Selecteer op uw computer het item Apparaten in Charms en selecteer
Project.
d
Selecteer Een draadloos beeldscherm toevoegen.
U ziet een lijst van beschikbare apparaten.
e
Selecteer Projectornaam van de projector in de lijst.
f
Als u het scherm voor het invoeren van de pin ziet, voert u de pincode
in die wordt weergegeven op het scherm Netwerkinfo of onderaan
rechts van het geprojecteerde beeld.
De projector toont het beeld van uw computer.
a
Het kan even duren voordat de verbinding tot stand is gebracht.
Koppel bij het verbinden de voedingskabel van de projector niet
los. Hierdoor kan uw apparaat vastlopen of defect raken.
Beveiligde HTTP
204
U kunt het HTTPS-protocol gebruiken om de beveiliging tussen de projector
en een webbrowser die ermee communiceert, te verbeteren. Hiervoor maakt u
een servercertificaat aan, installeert u het op de projector en schakelt u de
instelling Beveiligde HTTP in de projectormenu’s in om de betrouwbaarheid
van de webbrowser te controleren.
Zelfs als u geen servercertificaat installeert, maakt de projector automatisch
een zelfondertekend certificaat en staat deze communicatie toe. Omdat dit
zelfondertekende certificaat echter de betrouwbaarheid van de server niet kan
verifiëren, ziet u een waarschuwing over de betrouwbaarheid van de server
wanneer u de projector gebruikt vanaf een webbrowser. Deze waarschuwing
verhindert de communicatie niet.
gg Verwante koppelingen
• "Een webservercertificaat importeren via de menu’s" pag.204
Een webservercertificaat importeren via de menu’s
U kunt uw webservercertificaat maken en het vervolgens importeren met de
projectormenu’s en een USB-stick.
a
U kunt de digitale certificaten ook registreren vanaf uw webbrowser.
Zorg er dus voor dat u slechts één keer registreert anders wordt het
certificaat mogelijk niet correct geïnstalleerd.
a
Zorg dat uw digitaal certificaatbestand compatibel is met de
projectorregistratie en direct op het USB-opslagapparaat is geplaatst.
b
Druk op de knop [Menu], selecteer het menu Netwerk en druk op
[Enter].
c
Selecteer Netwerkinstellingen en druk op [Enter].
d
Selecteer het menu Projectorbediening en druk op [Enter].
e
Zet de instelling Beveiligde HTTP op Aan.
f
Selecteer Webservercertificaat en druk op [Enter].
g
Selecteer Opslaan en druk op [Enter].
h
Volg de instructies op het scherm en sluit een USB-opslagapparaat aan
op de USB-A-poort van de projector.
i
Druk op [Enter] om de certificaatlijst weer te geven.
j
Selecteer het certificaat voor het importeren met de weergegeven lijst.
Er wordt een bericht weergegeven met de vraag het wachtwoord in te
voeren voor het certificaat.
k
Voer een wachtwoord in en druk op [Enter].
Het certificaat wordt geïmporteerd en een voltooiingsbericht verschijnt.
gg Verwante koppelingen
• "Ondersteunde webservercertificaten" pag.205
Beveiligde HTTP
205
Ondersteunde webservercertificaten
U kunt deze types digitale certificaten registreren.
Webservercertificaat (Beveiligde HTTP)
Specificatie Beschrijving
Formaat PKCS#12
Extensie PFX, P12
Codering RSA
Hashes MD5/SHA-1/SHA-256/SHA-384/SHA-512
Sleutellengte 512/1024/2048/4096 bit
Gedeelde naam Netwerkhostnaam
Organisatie Optioneel
Wachtwoord Maximaal 64 alfanumerieke tekens; vereist
Scherm delen
206
U kunt het momenteel geprojecteerde schermbeeld verdelen over maximaal
vier projectors die met hetzelfde netwerk zijn verbonden. Hierdoor kunt u het
beeld tegelijkertijd vanaf andere projectors weergeven.
a
U kunt de beelden niet verdelen naar andere projectors
(EB‑805F/EB‑800F).
Let op de volgende beperkingen wanneer u de functie Scherm delen gebruikt.
• U kunt het scherm delen met projectors die de functie voor het delen van
het scherm ondersteunen.
• Als de firmwareversie van de projectors die het scherm delen, niet dezelfde
is, moet u mogelijk de firmware van de projector bijwerken voor het delen
van uw scherm.
• U kunt geen beelden die beschermd worden door HDCP, verdelen.
• U kunt de Netwerkinstellingen van de projector niet wijzigen tijdens
Scherm delen.
gg Verwante koppelingen
• "Het scherm delen" pag.206
• "Gedeelde schermbeelden ontvangen" pag.209
• "Tekenen op gedeelde schermbeelden" pag.209
Het scherm delen
Voordat u het scherm distribueert, moet u de instellingen selecteren op uw
projector (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi).
• Verbind de projector met het netwerk.
• Controleer of de instelling Scherm delen is ingesteld op Aan.
s Netwerk > Netwerkinstellingen > Netwerkprojectie > Scherm delen
• Als u de verificatie van trefwoorden wilt overslaan voor andere projectors
zodat u er snel verbinding mee kunt maken, zet u de instelling
Aansluitmodus op Trefwoord uit.
s Netwerk > Netwerkinstellingen > Netwerkprojectie > Scherm delen >
Aansluitmodus
a
Schakel de projector in en geef een beeld weer.
b
Druk op de knop [Home].
Scherm delen
207
c
Selecteer Scherm delen.
d
Selecteer Scherm delen starten.
e
Geef de projector op waarmee u het scherm wilt delen.
A
Voer het IP-adres in met het numerieke toetsenblok.
B
Voer het trefwoord projector indien vereist in met het numerieke
toetsenblok. Het trefwoord projector wordt weergegeven op het
geprojecteerde beeld van de ontvangende projector.
C
Toont de verbindingsgeschiedenis. Om te verbinding te maken met een
projector waarmee u eerder een verbinding tot stand hebt gebracht,
selecteert u het IP-adres in de weergegeven lijst.
f
Selecteer Verbinding maken.
Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, verschijnt de balk die de
gedeelde status aangeeft, rechtsboven op het scherm. U kunt de positie
van de gedeelde statusbalk slepen en neerzetten.
g
Herhaal stappen 3 en 6 zoals nodig om meer projectors te verbinden.
Scherm delen
208
h
Selecteer om tekenen op het gedistribueerde scherm toe te staan.
• : u kunt tekenen vanaf de ontvangende projector.
• : u kunt niet tekenen vanaf de ontvangende projector.
i
Selecteer de ingangsbron voor het projecteren van de beelden die u wilt
delen.
Het beeld wordt verdeeld naar de ontvangende projector.
gg Verwante koppelingen
• "Scherm delen beëindigen" pag.208
• "Menu Netwerk - Menu Netwerkprojectie" pag.257
Scherm delen beëindigen
Om het delen te beëindigen, selecteert u het pictogram in de gedeelde
statusbalk. Deze optie koppelt alle projectors tegelijk los. Volg de
onderstaande stappen als u een specifieke projectors wilt loskoppelen.
a
Druk op de knop [Home].
b
Selecteer Scherm delen.
c
Selecteer de projector waarvan u de verbinding wilt verbreken en
selecteer Verbinding verbreken.
De geselecteerde projector wordt losgekoppeld en scherm delen wordt
beëindigd op deze projector.
d
Herhaal stap 3 zoals nodig om meer projectors los te koppelen.
Scherm delen
209
a
Wanneer u Alles loskoppelen selecteert, verandert de knop naar
Bevestigen. Selecteer de knop opnieuw om alle projectors los te
koppelen.
Gedeelde schermbeelden ontvangen
Voordat u het scherm ontvangt, moet u de instellingen selecteren op uw
projector.
• Verbind de projectoren met hetzelfde netwerk als de projector die beelden
deelt.
• Controleer of er geen ander apparaat verbinding maakt met de projector via
de Epson iProjection-software.
• Controleer of de instelling Scherm delen is ingesteld op Aan.
s Netwerk > Netwerkinstellingen > Netwerkprojectie > Scherm delen
Wanneer de andere projector start met het delen van het scherm, wordt de
gedeelde schermafbeelding automatisch weergegeven.
Indien niet, drukt u op de knop [LAN] op de afstandsbediening.
Om het gedeelde beeld tijdens de projectie te verwijderen, drukt u op de knop
[Esc].
a
Als u het IP-adres niet hebt voor uw projector, drukt u op de knop
[Home] en selecteert u Scherm delen. U kunt het IP-adres dat wordt
weergegeven op het helpscherm, controleren.
Tekenen op gedeelde schermbeelden
U kunt tekenen op gedeelde beelden via de interactieve werkbalk
(EB‑1485Fi/EB‑1480Fi). De tekeningen worden ook gedeeld tussen projectors.
De werkbalk wordt weergegeven in de volgende afbeelding.
a
• U kunt de mini-werkset ook gebruiken door op de knop op de
zijkant van de pen te drukken op een willekeurige locatie in het
tekengebied. U kunt het type pen of gum wisselen in de mini-
werkset.
• Wanneer u aanraakbewerkingen uitvoert met uw vinger, kunt u de
mini-werkset weergeven.
Raadpleeg de werkbalk annotatiemodus voor de functies van elk gereedschap.
a
• U kunt niet tekenen op gedeelde beelden wanneer het gedeelde beeld
wordt geprojecteerd als onderdeel van het gesplitste schermbeeld.
• Wanneer u tekent op gedeelde schermbeelden, kunt u de markeerpen
en de functie Alle tekeninhoud wissen niet gebruiken.
Bewaking en bediening van de projector
Volg de instructies in deze secties om de projector te bewaken en te bedienen via een netwerk.
gg Verwante koppelingen
• "Epson Projector Management" pag.211
• "Een netwerkcomputer bedienen via een webbrowser" pag.212
• "Digitale certificaten registreren vanaf een webbrowser" pag.221
• "E-mailwaarschuwingen voor het projectornetwerk instellen" pag.222
• "Bewaking instellen met SNMP" pag.223
• "ESC/VP21-commando's gebruiken" pag.224
• "PJLink-ondersteuning" pag.225
• "Ondersteuning voor Crestron Connected" pag.226
• "Schema’s projectorgebeurtenissen instellen" pag.227
Epson Projector Management
211
Met de Epson Projector Management-software (alleen Windows) kunt u uw
projector bewaken en bedienen via het netwerk. Raadpleeg de
Bedieningshandleiding voor Epson Projector Management voor instructies.
U kunt Epson Projector Management downloaden van de volgende website:
epson.sn
gg Verwante koppelingen
• "De nieuwste versie van de documenten verkrijgen" pag.11
Een netwerkcomputer bedienen via een webbrowser
212
Zodra u uw projector hebt verbonden met uw netwerk, kunt u de
projectorinstellingen selecteren en de projectie bedienen via een compatibele
webbrowser. Hiermee krijgt u externe toegang tot de projector.
In de modus Inhoudsweergave, kunt u ook afspeellijsten bewerken
(EB‑805F/EB‑800F).
a
• Controleer of de computer en de projector op het netwerk zijn
aangesloten. Als u een draadloze verbinding maakt, sluit apparaten
dan aan via een draadloos netwerktoegangspunt.
• U kunt de volgende webbrowsers gebruiken.
• Internet Explorer 11 of later (Windows)
• Microsoft Edge (Windows)
• Safari (Mac, iOS)
• Chrome (Android)
• Tijdens het gebruik van de webbrowser mag u geen verbinding
maken via een proxyserver. Het is niet mogelijk alle instellingen van
het projectormenu te selecteren of alle projectorfuncties te beheren
via een webbrowser.
• Als u Stand-by modus instelt op Communicatie aan in het menu
Bewerking van de projector, kunt u een webbrowser gebruiken om
de instellingen te selecteren en de projectie te bedienen, zelfs als de
projector in stand-bymodus staat (wanneer de voeding uit is).
• U kunt de projector ook beheren met een webbrowser via de app
Epson iProjection (iOS/Android).
Let op
In de modus Inhoudsweergave, verwijdert u het USB-flashstation niet uit de
projector of koppelt u de voedingskabel van de projector niet los in de volgende
situaties (EB‑805F/EB‑800F). Als de gegevens die op het USB-flashstation zijn
opgeslagen, misschien beschadigd zijn.
• Wanneer het scherm Afspeellijsten wordt weergegeven
• Wanneer het scherm USB-geheugenapparaat wordt weergegeven
a
Controleer of de projector is ingeschakeld.
b
Zorg dat uw computer of apparaat verbonden is met hetzelfde netwerk
als de projector.
c
Start uw webbrowser op de computer of het apparaat.
d
Ga naar het scherm Epson Web Control door het IP-adres van de
projector in het adresvak van de browser in te voeren. Als u een IPv6-
adres invoert, zet u dat tussen vierkante haakjes [ en ].
U ziet het scherm Epson Web Control.
• In normale modus
A
Beheert de projector op afstand.
B
Hiermee geeft u een testpatroon weer.
C
Stelt gedetailleerde projectorinstellingen in.
D
Bedient de menu-instellingen van de projector met uw vinger of muis.
Een netwerkcomputer bedienen via een webbrowser
213
• In de modus Inhoudsweergave (EB‑805F/EB‑800F)
A
Beheert de projector op afstand.
B
Selecteert de afspeellijst die u wilt afspelen en waarmee u afspeellijsten
kunt maken of bewerken.
C
Toont het scherm Tijdschema.
D
Bedient de menu-instellingen van de projector met uw vinger of muis.
E
Stelt gedetailleerde projectorinstellingen in.
F
Hiermee geeft u een testpatroon weer.
G
Registreert of verwijdert de gegevens voor een afspeellijst op het USB-
flashstation.
e
Selecteer de optie die overeenkomt met de projectorfunctie die u wilt
bedienen.
a
• U moet mogelijk aanmelden om toegang te krijgen tot enkele
opties op het scherm Epson Web Control. Als u een
aanmeldingsvenster ziet, voert u uw gebruikersnaam en
wachtwoord in.
• Wanneer u de optie Basisbediening opent, is de
gebruikersnaam EPSONREMOTE en is het standaard
wachtwoord guest.
• Wanneer u andere opties opent, is de gebruikersnaam
EPSONWEB en is het standaard wachtwoord admin.
• U kunt het wachtwoord wijzigen in het menu Netwerk van de
projector.
s Netwerk > Netwerkinstellingen > Wachtwoord Remote
s Netwerk > Netwerkinstellingen > Wachtwoord webctrl
gg Verwante koppelingen
• "Opties voor Webcontrole" pag.213
• "Ondersteuning voor Crestron Connected" pag.226
• "Menu Netwerk - Menu Netwerkinstellingen" pag.251
Opties voor Webcontrole
Basisbediening
Via de opties op het scherm Basisbediening kunt u de ingangsbron selecteren
en de projector bedienen.
Een netwerkcomputer bedienen via een webbrowser
214
a
• Als u een aanmeldingsvenster ziet, voert u uw gebruikersnaam en
wachtwoord in. (De gebruikersnaam is EPSONREMOTE en het
standaard wachtwoord is guest.)
• U kunt het wachtwoord wijzigen in het menu Netwerk van de
projector.
s Netwerk > Netwerkinstellingen > Wachtwoord Remote
A
Hiermee keert u terug naar het scherm Epson Web Control.
B
Hiermee schakelt u de projector in of uit.
C
Selecteert de ingangsbron. (De beschikbare bronnen verschillen afhankelijk van
uw projectormodel.)
D
Hiermee schakelt u video en audio tijdelijk in of uit.
E
Pauzeert of hervat beelden.
F
Toont de QR-code.
G
Hiermee past u het luidsprekervolume aan.
H
Zoekt naar bronnen.
OSD-bedieningspad
Opties op het scherm OSD-bedieningspad tonen de instellingsmenu’s van de
projector en bieden u de mogelijkheid ze te selecteren door uw vinger of muis
op de pad te bewegen.
A
Hiermee keert u terug naar het scherm Epson Web Control.
B
Toont de instellingsmenu’s van de projector.
C
Gebruik uw vinger of muis om te navigeren door de menu’s.
D
Zet de instelling terug naar de standaardwaarde.
E
Keert terug naar het vorige menu.
Een netwerkcomputer bedienen via een webbrowser
215
F
Toont de hulponderwerpen.
Testpatroon
Het scherm Testpatroon toont de beschikbare testpatronen en laat u toe het
te projecteren.
A
Hiermee keert u terug naar het scherm Epson Web Control.
B
Toont beschikbare testpatronen; selecteer om een testpatroon te projecteren.
(De beschikbare testpatronen verschillen, afhankelijk van uw projectormodel.)
C
Schakelt de testpatroonweergave uit.
Geavanceerd
Via het scherm Geavanceerd kunt u de instellingen van de projector
selecteren.
a
Als de standaardwaarde Wachtwoord webctrl is ingesteld, verschijnt
een scherm die vraagt het wachtwoord te veranderen voordat u het
scherm Geavanceerd kunt bekijken. Volg de instructies op het scherm
om het wachtwoord te wijzigen.
Het is sterk aanbevolen het wachtwoord regelmatig te wijzigen om
onbevoegde toegang tot uw projector te voorkomen.
A
Opent de menu’s.
B
Toon de menunaam die u hebt geselecteerd.
C
Bepaalt de projectorinstellingen. (De beschikbare instellingen verschillen
afhankelijk van uw projectormodel.)
D
De projectorinstellingen vergrendelen/ontgrendelen.
E
Werkt de projectorinstellingen bij.
Een netwerkcomputer bedienen via een webbrowser
216
a
U kunt de volgende instellingen niet wijzigen met Epson Web Control.
• EDID
• USB Display (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi)
• HDMI-link
• HDBaseT (EB‑805F/EB‑800F)
• Vaste installatie
• Installatiehandleiding instelplaat
• Automatische schermaanpassing (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi)
• Beeldverschuiving
• ELPCB02 verbinden
• Aanraakeenheid (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi)
• Patroonweergave
• Split Screen-instelling
• Inhoudsweergave (EB‑805F/EB‑800F)
• Knop gebruiker
• Gebruikerslogo
• Gebruikerspatroon
• Taal
• Logboeken weergeven
• Toegangspunt zoeken
• Crestron Connected
• Menu Pen/Aanraken (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi)
• Testafdruk (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi)
• Verbinding controleren (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi)
• Test-e-mailbericht verzenden (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi)
• Event ID
• Antenneniveau
• Menu ECO
• Netwerkinstellingen resetten
• Firmware-update
a
De volgende instellingen kunnen alleen worden geselecteerd met Epson
Web Control.
• Monitor-wachtwoord (maximaal 16 alfanumerieke tekens)
• IPv6-instellingen (handmatig)
• HTTP-poort (poortnummer gebruikt voor Web Control behalve
voor 80 [standaard], 843, 3620, 3621, 3625, 3629, 4352, 4649, 5357,
10000, 10001, 41794)
Remote (alleen in de modus Inhoudsweergave)
Via de opties op het scherm Remote kunt u de ingangsbron selecteren, de
projector bedienen en het projecteren van afspeellijsten starten.
A
Hiermee keert u terug naar het scherm Epson Web Control.
B
Hiermee schakelt u de projector in of uit.
Een netwerkcomputer bedienen via een webbrowser
217
C
Selecteert de ingangsbron. (De beschikbare bronnen verschillen afhankelijk van
uw projectormodel.)
D
Hiermee schakelt u video en audio tijdelijk in of uit.
E
De optie Overlay-effect wordt weergegeven wanneer de huidige bron iets
anders is dan USB.
Schakelt Overlay-effect in of uit om kleur- en vormeffecten toe te voegen aan
een afspeellijst.
Bij het inschakelen, wordt het scherm Effecten weergegeven. U kunt vooraf
gedefinieerde kleur- en vormeffectfilters toevoegen aan een afspeellijst. U kunt
ook een aangepast effect maken.
F
Toont uw favoriete afspeellijsten. Selecteer een afspeellijst om het projecteren te
starten.
G
Toont informatie voor de afspeellijst die wordt geprojecteerd.
De pictogrammen geven de instellingen voor de afspeellijst aan.
: er zijn overlay-effecten toegepast
: herhaalde weergave is toegepast
: lengte van de afspeellijst
Selecteer de pijl onderaan links om het volgende scherm weer te geven.
H
Hiermee past u het luidsprekervolume aan.
Scherm wordt weergegeven tijdens het projecteren van de afspeellijst
(alleen in de modus Inhoudsweergave)
A
Stopt de projectie.
B
Hiermee schakelt u video en audio tijdelijk in of uit. Audio en video blijven
echter lopen zodat u de projectie niet kunt hervatten op het punt waar u deze
functie hebt geactiveerd.
C
Hiermee past u het luidsprekervolume aan.
D
Hiermee wordt het scherm Effecten geopend. U kunt vooraf ingestelde effecten
selecteren of kiezen voor individuele filters voor de helderheid, kleur en
vormeffect.
Een netwerkcomputer bedienen via een webbrowser
218
Afspeellijst (alleen in de modus Inhoudsweergave)
Via de opties op het scherm Afspeellijst kunt u de afspeellijst selecteren die u
wilt afspelen in de lijst en kunt afspeellijsten maken of bewerken.
A
Hiermee keert u terug naar het scherm Epson Web Control.
B
Start het projecteren van de afspeellijst.
De pictogrammen geven de instellingen voor de afspeellijst aan.
: nummer dat is toegewezen aan uw favoriete afspeellijsten
: herhaalde weergave is toegepast
: er zijn overlay-effecten toegepast
C
Opent het menu waarmee u kunt bewerken, kopiëren en registreren in uw
favorieten, of waarmee u de afspeellijst kunt verwijderen.
Wanneer u Bewerken of Dupliceren selecteert, wordt het scherm afspeellijst
bewerken, weergegeven.
D
Opent het scherm Afspeellijst maken waar u een nieuwe afspeellijst kunt maken.
Scherm afspeellijst maken of bewerken (alleen in de modus
Inhoudsweergave)
A
Bewerkt de naam van de afspeellijst.
B
Hiermee wordt geselecteerd of herhaald afspelen al dan niet moet worden
ingeschakeld.
C
Registreert de afspeellijst als favorieten.
Wanneer u favorieten registreert, kunt u snel de weergave van de favoriete
afspeellijst starten via het scherm Remote of de afstandsbediening.
D
Toont de afbeeldingen of filmbestanden die u hebt toegevoegd aan de
afspeellijst. De afspeellijst speelt de afbeeldingen of films in volgorde af.
E
Voegt afbeeldingen of films toe aan de afspeellijst.
F
Verwijdert afbeeldingen of films uit de lijst.
Een netwerkcomputer bedienen via een webbrowser
219
G
Opent het scherm Afbeelding schakelen.
U kunt het tijdsinterval voor het schakelen naar het volgende
afbeeldingsbestand opgeven. U kunt ook een overgangseffect selecteren.
H
Hiermee wordt het scherm Effecten geopend.
U kunt vooraf gedefinieerde kleur- en vormeffectfilters toevoegen aan een
afspeellijst. U kunt ook een aangepast effect maken.
I
Toont de voorbeeldweergave van een afspeellijst.
USB-geheugenapparaat (alleen in de modus Inhoudsweergave)
Via de opties op het scherm USB-geheugenapparaat kunt u gegevens voor
een afspeellijst uploaden naar het USB-flashstation of de gegevens op het
USB-flashstation verwijderen.
a
U kunt geen mp4- of mov-bestanden uploaden.
Als u de mp4- of mov-bestanden wilt toevoegen aan de afspeellijst,
gebruikt u de software Epson Projector Content Manager of de app
Epson Creative Projection.
A
Hiermee keert u terug naar het scherm Epson Web Control.
B
Kopieert afbeeldingen of films die u wilt toevoegen aan afspeellijsten naar een
USB-flashstation.
C
Verwijdert afbeeldingen of films op het USB-flashstation.
Een netwerkcomputer bedienen via een webbrowser
220
Tijdschema (alleen in de modus Inhoudsweergave)
Via de opties op het scherm Tijdschema kunt u de functies van het opgegeven
tijdschema in- of uitschakelen.
A
Hiermee keert u terug naar het scherm Epson Web Control.
B
Hiermee schakelt u het tijdschema in of uit.
a
U kunt opgeven wanneer elke afspeellijst start en eindigt met de
tijdschemafunctie in de Epson Projector Content Manager-software.
Raadpleeg de Bedieningshandleiding voor Epson Projector Content
Manager.
gg Verwante koppelingen
• "Menu Netwerk - Menu Netwerkinstellingen" pag.251
Digitale certificaten registreren vanaf een webbrowser
221
U kunt de digitale certificaten op de projector registreren om beveiliging te
bieden voor uw presentatiebestanden.
a
U kunt de digitale certificaten ook registreren in het menu Netwerk
van de projector. Zorg er dus voor dat u slechts één keer registreert
anders wordt het certificaat mogelijk niet correct geïnstalleerd.
s Netwerk > Netwerkinstellingen > Draadloos LAN >
Clientcertificaat
s Netwerk > Netwerkinstellingen > Draadloos LAN > CA-
certificaat
s Netwerk > Netwerkinstellingen > Projectorbediening >
Beveiligde HTTP > Webservercertificaat
a
Controleer of uw digitaal certificaatbestand compatibel is met de
projectorregistratie.
b
Controleer of de projector is ingeschakeld.
c
Start uw webbrowser op een computer of apparaat dat verbonden is
met het netwerk.
d
Ga naar het scherm Epson Web Control door het IP-adres van de
projector in het adresvak van de browser in te voeren.
e
Selecteer Geavanceerd.
a
• Het kan zijn dat u zich moet aanmelden voordat u het scherm
Geavanceerd ziet. Wanneer een aanmeldingsvenster verschijnt,
voert u uw gebruikersnaam en wachtwoord in. (De
gebruikersnaam is EPSONWEB en het standaard wachtwoord
is admin.)
• U kunt het wachtwoord wijzigen in het menu Netwerk van de
projector.
s Netwerk > Netwerkinstellingen > Wachtwoord webctrl
f
Selecteer om de menu’s te openen, selecteer Netwerk en
Certificaat.
g
Selecteer het certificaatbestand dat u wilt registreren.
h
Voer het wachtwoord in het vak Wachtwoord in en klik dan op
Verzenden.
i
Als u klaar bent met het registreren van het certificaat, klikt u op
Toepassen om uw wijzigingen toe te passen en de registratie te
voltooien.
gg Verwante koppelingen
• "Menu Netwerk - Menu Draadloos LAN" pag.252
• "Menu Netwerk - Menu Projectorbediening" pag.256
• "Menu Netwerk - Menu Netwerkinstellingen" pag.251
E-mailwaarschuwingen voor het projectornetwerk instellen
222
U kunt de projector instellen om u een e-mailwaarschuwing te verzenden via
het netwerk als er een probleem is met de projector.
Als u de instelling Stand-by modus op Communicatie aan zet in het
projectormenu Bewerking, kunt u de e-mailwaarschuwingen ontvangen, zelfs
als de projector in stand-bymodus is (wanneer de voeding uit is).
a
Druk op de knop [Menu], selecteer het menu Netwerk en druk op
[Enter].
b
Selecteer Netwerkinstellingen en druk op [Enter].
c
Selecteer het menu E-mailmelding en druk op [Enter].
d
Zet de instelling E-mailmelding op Aan.
e
Voer het IP-adres in voor de optie SMTP-server.
a
Gebruik geen "127.x.x.x" (waar x een cijfer is van 0 tot 255) voor
de SMTP-server.
f
Selecteer type Authenticatie van de SMTP-server.
g
Selecteer een nummer voor Poortnummer van de SMTP-server, van 0
tot 65535 (standaard is 25).
h
Voer een Gebruikersnaam in voor de SMTP-server.
i
Voer een Wachtwoord in voor de SMTP-serverauthenticatie.
j
Typ het e-mailadres dat moet worden aangeduid als de afzender in
Van.
k
Kies een adresveld, voer het e-mailadres in en selecteer de
waarschuwingen die u wilt ontvangen. Herhaal dit voor maximaal drie
adressen.
a
Uw e-mailadres kan maximaal 64 alfanumerieke tekens lang zijn.
l
Wanneer u klaar bent met het selecteren van de instellingen, keert u
terug naar het scherm Netwerkinstellingen, selecteert u Instellen en
volgt u de instructies op het scherm om uw instellingen op te slaan en
de menu's af te sluiten.
a
Als een kritiek probleem het uitschakelen van een projector
veroorzaakt, ontvangt u mogelijk geen e-mailwaarschuwing.
gg Verwante koppelingen
• "E-mailwaarschuwingsberichten netwerkprojector" pag.222
• "Instellingen projectorfuncties - Menu Bewerking" pag.244
E-mailwaarschuwingsberichten netwerkprojector
Wanneer een probleem optreedt met een projector op het netwerk en u
ervoor hebt gekozen om e-mailwaarschuwingen te ontvangen, krijgt u een e-
mail met de volgende informatie:
• Het e-mailadres dat wordt ingesteld in Van als de afzender van de e-mail
• Epson Projector in de onderwerpregel
• Er is een probleem met de naam van de projector
• Het IP-adres van de betreffende projector
• Gedetailleerde informatie over het probleem
Bewaking instellen met SNMP
223
Netwerkbeheerders kunnen SNMP-software (Simple Network Management
Protocol) installeren op netwerkcomputers zodat ze projectors kunnen
bewaken. Als uw netwerk deze software gebruikt, kunt u de projector instellen
voor SNMP-bewaking.
a
Druk op de knop [Menu], selecteer het menu Netwerk en druk op
[Enter].
b
Selecteer Netwerkinstellingen en druk op [Enter].
c
Selecteer het menu Projectorbediening en druk op [Enter].
d
Zet de instelling SNMP op Aan.
e
Voer maximaal twee IP-adressen in om SNMP-meldingen te
ontvangen, gebruik 0 tot 255 voor elk adresveld.
a
Gebruik deze adressen niet: 224.0.0.0 tot en met 255.255.255.255
(waar x een cijfer is van 0 tot 255). Deze projector ondersteunt
SNMP agent versie 1 (SNMPv1).
f
Voer de SNMP-Gemeenschap in met maximaal 32 alfanumerieke
tekens.
g
Wanneer u klaar bent met het selecteren van de instellingen, keert u
terug naar het scherm Netwerkinstellingen, selecteert u Instellen en
volgt u de instructies op het scherm om uw instellingen op te slaan en
de menu's af te sluiten.
ESC/VP21-commando's gebruiken
224
Met ESC/VP21 kunt u de projector vanaf een extern apparaat bedienen.
gg Verwante koppelingen
• "Lijst met ESC/VP21-commando's" pag.224
• "Kabelindelingen" pag.224
Lijst met ESC/VP21-commando's
Als het commando power ON naar de projector wordt gestuurd, schakelt de
projector in en gaat het over naar opwarmmodus. Als de projector is
ingeschakeld, wordt een dubbele punt ":" (3Ah) teruggestuurd.
Als een commando wordt ingevoerd, voert de projector het commando uit en
stuurt een ":" terug. Vervolgens accepteert hij het volgende commando.
Als het commando dat wordt verwerkt op een abnormale manier wordt
afgebroken, wordt er een foutmelding doorgegeven en wordt ":"
teruggestuurd.
U kunt de beschikbare opdrachten raadplegen in de Specificaties van de
projector.
gg Verwante koppelingen
• "De nieuwste versie van de documenten verkrijgen" pag.11
Kabelindelingen
Seriële aansluiting
• Soort connector: D-Sub 9-pins (bol)
• Naam projectoringang: RS-232C
• Kabeltype: crossover-kabel (nulmodem)
In de volgende afbeelding wordt de projectorzijde aan de linkerkant getoond
en de computerzijde aan de rechterkant:
Signaalnaam Functie
GND Aarde signaaldraad
TD Gegevens verzenden
RD Gegevens ontvangen
Communicatieprotocol
• Standaardinstelling voor baudrate: 9600 bps
• Gegevenslengte: 8 bits
• Pariteit: Geen
• Stopbit: 1 bit
• Stroomregeling: Geen
PJLink-ondersteuning
225
PJLink is opgericht door de JBMIA (Japan Business Machine and Information
System Industries Association) als een standaardprotocol voor het bedienen
van met het netwerk compatibele projectors, en ingesteld in het kader van
hun streven om bedieningsprotocollen voor projectors te standaardiseren.
De projector voldoet aan de PJLink Class2-standaard ingesteld door JBMIA.
Het poortnummer dat wordt gebruikt voor de PJLink-zoekfunctie is 4352
(UDP).
U moet de netwerkinstellingen maken voordat u PJLink kunt gebruiken.
Het voldoet aan alle commando's, behalve aan de volgende door PJLink
Class2 gedefinieerde commando's, en de overeenkomst werd bevestigd door
de standaardcompatibiliteitstest van PJLink.
http://pjlink.jbmia.or.jp/english/
• Niet-compatibele commando's
U kunt niet-compatibele opdrachten controleren in de Specificaties van de
projector.
• Ingangspoorten en overeenkomend ingangsbronnummer
Naam ingangspoort Nummer ingangsbron
Computer1 11
Computer2 12
Video 21
HDMI1 32
HDMI2 33
HDMI3 36
USB1 41
USB2 42
LAN 52
USB Display 53
HDBaseT
(EB‑1485Fi/EB‑805F/EB‑800F)
56
Screen Mirroring1 57
Naam ingangspoort Nummer ingangsbron
Screen Mirroring2 58
• De naam van de fabrikant voor "informatieverzoeken"
EPSON
• De modelnaam voor "informatieverzoeken over producten"
• EPSON 1485Fi/1485FT
• EPSON 1480Fi
• EPSON 805F/800F
gg Verwante koppelingen
• "De nieuwste versie van de documenten verkrijgen" pag.11
Ondersteuning voor Crestron Connected
226
Als u het netwerkcontrole- en besturingssysteem Crestron Connected
gebruikt, kunt u uw projector instellen voor gebruik op het systeem. Met
Crestron Connected kunt u uw projector besturen en bewaken via een
webbrowser.
a
• U kunt de functie Message Broadcasting in Epson Projector
Management niet gebruiken wanneer u Crestron Connected
gebruikt.
• Als u de instelling Stand-by modus op Communicatie aan zet in het
projectormenu Bewerking, kunt u de projector besturen, zelfs als de
projector in stand-by modus is (wanneer de voeding uit is).
Ga naar de Crestron-website voor meer informatie over Crestron Connected.
https://www.crestron.com/products/line/crestron-connected
Om apparaten in het systeem te bewaken, kunt u Crestron RoomView
Express of Crestron Fusion van Crestron gebruiken. U kunt communiceren
met de helpdesk en noodberichten verzenden. Zie onderstaande website voor
meer informatie.
http://www.crestron.com/getroomview
In deze handleiding wordt beschreven hoe u met een browser handelingen
vanaf uw computer kunt uitvoeren.
gg Verwante koppelingen
• "Ondersteuning voor Crestron Connected instellen" pag.226
Ondersteuning voor Crestron Connected instellen
Om uw projector in te stellen voor bewaking en beheer met een Crestron
Connected-systeem, moet u ervoor zorgen dat uw computer en projector met
het netwerk zijn verbonden. Als u een draadloze verbinding maakt, sluit
apparaten dan aan via een draadloos netwerktoegangspunt.
a
Druk op de knop [Menu], selecteer het menu Netwerk en druk op
[Enter].
b
Selecteer Netwerkinstellingen en druk op [Enter].
c
Selecteer het menu Projectorbediening en druk op [Enter].
d
Stel Crestron Connected in op Aan zodat de projector kan worden
gedetecteerd.
e
Wanneer u klaar bent met het selecteren van de instellingen, keert u
terug naar het scherm Netwerkinstellingen, selecteert u Instellen en
volgt u de instructies op het scherm om uw instellingen op te slaan en
de menu's af te sluiten.
f
Schakel de projector uit en schakel deze opnieuw in om de instelling in
te schakelen.
g
Start uw webbrowser op een computer of apparaat dat verbonden is
met het netwerk.
h
Ga naar het scherm Epson Web Control door het IP-adres van de
projector in het adresvak van de browser in te voeren.
i
Selecteer de instellingen voor Crestron Connected. Bezoek de website
van Crestron voor details.
Schema’s projectorgebeurtenissen instellen
227
U kunt maximaal 30 gebeurtenissen zo plannen, dat ze automatisch
plaatsvinden op uw projector, zoals het in- of uitschakelen van de projector of
het schakelen van de invoerbron. De projector voert de geselecteerde
gebeurtenissen uit op de opgegeven datum en tijd in het schema dat u hebt
opgemaakt.
Waarschuwing
Plaats geen brandbare voorwerpen voor de lens. Als u de projector in het schema
instelt om automatisch in te schakelen, kan brand ontstaan als er een brandbaar
voorwerp in de buurt van de lens staat.
a
• Als u Menu Bescherming onder Schema heeft ingesteld op Aan,
moet u dat eerst uitschakelen.
• Kalibratie licht start niet als de projector niet ononderbroken wordt
gebruikt gedurende 20 minuten of wordt gewoon uitgeschakeld door
de voeding uit te schakelen. Stel de gebeurtenissen van Kalibratie
licht in om alleen op te treden na 100 uur gebruik.
a
Stel de datum en tijd in het menu Datum & tijd in het menu Beheer
van de projector.
b
Druk op de knop [Menu], selecteer het menu Beheer en druk op
[Enter].
c
Selecteer Instellingen rooster en druk op [Enter].
d
Selecteer Schema en druk op [Enter].
e
Selecteer Nieuw toevoegen en druk op [Enter].
Schema’s projectorgebeurtenissen instellen
228
f
Selecteer de gebeurtenisdetails die u wilt uitvoeren.
g
Selecteer de datum en tijd waarop u wilt dat de gebeurtenis zich
voordoet.
h
Selecteer Opslaan en druk op [Enter].
Schema’s projectorgebeurtenissen instellen
229
De geplande gebeurtenissen worden weergegeven op het scherm met
pictogrammen die de gebeurtenisstatus aangeven.
A
: geldig schema
: normaal schema
: ongeldig schema
B
De momenteel geselecteerde datum (gemarkeerd)
C
: eenmalig schema
: normaal schema
: stand-byschema (schakelt de communicatie in of uit tijdens stand-
by)
: ongeldig schema
i
Om een geplande gebeurtenis te bewerken, selecteert u het schema en
drukt u op [Enter].
j
Selecteer een optie in het weergegeven menu.
• Met Aan of Uit kunt u de geselecteerde gebeurtenis in- of
uitschakelen.
• Met Bewerken kunt u de gebeurtenisdetails of de datum en tijd
wijzigen.
• Met Wissen kunt u de geplande gebeurtenis verwijderen uit een lijst.
k
Selecteer Installatie voltooid en selecteer dan Ja.
Om alle geplande gebeurtenissen te verwijderen, selecteert u Schema opnieuw
instellen.
gg Verwante koppelingen
• "Soorten wachtwoordbeveiliging selecteren" pag.179
De menu-instellingen aanpassen
Volg de instructies in deze secties om toegang te krijgen tot het projectormenusysteem en de projectorinstellingen te wijzigen.
gg Verwante koppelingen
• "De projectormenu's gebruiken" pag.231
• "Het weergegeven toetsenbord gebruiken" pag.232
• "Instellingen Beeldkwaliteit - Menu Afbeelding" pag.233
• "Instellingen ingangssignaal - Menu Signaal I/O" pag.236
• "Installatie-instellingen projector - Menu Installatie" pag.239
• "Instellingen projectorweergave - Menu Weergeven" pag.242
• "Instellingen projectorfuncties - Menu Bewerking" pag.244
• "Beheerdersinstelling projector - Beheerdersinstelling" pag.247
• "Instellingen projectornetwerk - Menu Netwerk" pag.251
• "Instellingen projectorpen en aanraking - Menu Pen/aanraken" pag.259
• "Interactieve instellingen projector - Menu Interactief" pag.261
• "Bewerkingsinstellingen meerdere projectors - menu Multiprojectie" pag.266
• "Geheugeninstellingen Beeldkwaliteit - Menu Geheugen" pag.268
• "Instellingen configuratie van de projector - Menu ECO" pag.269
• "Aanvankelijke instellingen en resetopties projector - Menu Aanvankelijke/Alle instellingen" pag.270
• "Menu-instellingen kopiëren tussen projectors (Batchinstelling)" pag.271
De projectormenu's gebruiken
231
U kunt de menu's van de projector gebruiken voor het aanpassen van de
instellingen die bepalen hoe uw projector werkt. De projector toont de menu's
op het scherm.
a
Druk op de knop [Menu] op het bedieningspaneel of de
afstandsbediening.
U ziet het menuscherm.
b
Druk op de pijlen omhoog of omlaag om door de menu's aan de
linkerzijde te lopen. De instellingen voor elk menu worden rechts
weergegeven.
a
De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van de huidige
ingangsbron.
c
Om de instellingen in het weergegeven menu te wijzigen, drukt u op
[Enter].
d
Druk op de pijl omhoog of omlaag om door de instellingen te lopen.
e
Om alle menu-instellingen opnieuw in te stellen naar hun
standaardwaarden, selecteert u Aanvankelijke/Alle instellingen.
f
Wanneer u klaar bent met het wijzigen van de instellingen op een
menu, drukt u op [Esc].
g
Druk op [Menu] of [Esc] om de menu's af te sluiten.
a
De pijl geeft aan dat het menu subitems bevat. Wanneer u een
menu-instelling inschakelt of een specifiek waarde ervoor selecteert,
toont het menusysteem de subitems.
a
Als de interactieve pen- of vingeraanraakbewerkingen beschikbaar zijn
op uw projector, kunt u menu’s en instellingen selecteren met de
interactieve pen of met vingeraanraakbewegingen. Wanneer u de
menu’s afsluit, selecteert u .
Het weergegeven toetsenbord gebruiken
232
U kunt het weergegeven toetsenbord gebruiken om cijfers en tekens in te
voeren.
a
Gebruik de pijlknoppen op het bedieningspaneel of de
afstandsbediening om het cijfer of de letter die u wilt invoeren te
markeren en druk op de knop [Enter].
a
Telkens wanneer u de A/a-toets selecteert, veranderen de letters
tussen hoofdletters en kleine letters. Telkens wanneer u de
SYM1/2-toets selecteert, veranderen de symbolen die zijn
ingesloten in het kader.
b
Na het invoeren van de tekst, selecteert u OK op het toetsenbord om
uw gegevens te bevestigen. Selecteer Cancel om het invoeren van tekst
te annuleren.
a
U kunt projectorinstellingen selecteren en de projectie bedienen via een
netwerk met een webbrowser vanaf uw computer.
Sommige symbolen kunnen niet worden ingevoerd via het
weergegeven toetsenbord. Gebruik uw webbrowser om de tekst in te
voeren.
gg Verwante koppelingen
• "Beschikbare tekst Het weergegeven toetsenbord gebruiken" pag.232
Beschikbare tekst Het weergegeven toetsenbord
gebruiken
U kunt de volgende tekst invoeren wanneer u het weergegeven toetsenbord
gebruikt.
Teksttype Details
Cijfers 0123456789
Alfabet ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXY
Z
abcdefghijklmnopqrstuvwxyz
Symbolen ! " # $ % & ' ( ) * + , - . / : ; < = > ? @ [ \ ]
^ _ ` { | } ~
Instellingen Beeldkwaliteit - Menu Afbeelding
233
Met de instellingen in het menu Afbeelding kunt u de kwaliteit van uw beeld
aanpassen. De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van de momenteel
geselecteerde kleurmodus en ingangsbron.
Instelling Opties Beschrijving
Kleurmodus Raadpleeg de lijst
met beschikbare
kleurmodi
Regelt de levendigheid van de
beeldkleuren voor verschillende
beeldtypes en omgevingen.
Helderheid Er zijn
verschillende
niveaus beschikbaar
Maakt het algemene beeld helderder of
donkerder.
Contrast Er zijn
verschillende
niveaus beschikbaar
Stelt het verschil in tussen lichte en
donkere gebieden van het beeld.
Kleurverzadiging Er zijn
verschillende
niveaus beschikbaar
Past de intensiteit van de beeldkleuren
aan.
Instelling Opties Beschrijving
Tint Er zijn
verschillende
niveaus beschikbaar
Past de balans van groene tot magenta
kleurtinten in het beeld aan.
Scherpte Er zijn
verschillende
niveaus beschikbaar
Regelt de scherpte of zachtheid van
beelddetails.
Witbalans Kleurtemperatuur stelt de kleurtemperatuur in volgens de
kleurmodus die u hebt geselecteerd.
Hogere waarden geven het beeld een
blauwe tint en lagere waarden een rode.
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer Kleurfilter niet is ingesteld op
Warm wit of Koel wit.
(EB‑805F/EB‑800F)
G-M-correctie Brengt fijne aanpassingen aan de
kleurtint aan. Hogere waarden geven het
beeld een groene tint en lagere waarden
een rode.
Op maat Past de individuele componenten R
(rood), G (groen) en B (blauw) van de
verschuiving en de versterking aan.
Dynamisch
contrast
Hoge snelheid
Normaal
Uit
Past de geprojecteerde helderheid aan op
basis van de beeldhelderheid.
Beeldverbetering Vooringest. Beeldst. Stelt de opties Beeldverbetering in als
een batch met vooraf ingestelde waarden.
Ruisvermindering Vermindert de flikkering in beelden.
MPEG
ruisonderdrukking
Vermindert de ruis of artefacten die
zichtbaar zijn in de MPEG-video.
Instellingen Beeldkwaliteit - Menu Afbeelding
234
Instelling Opties Beschrijving
Deinterlacing Stelt in of geïnterlinieerde-naar-
progressieve signalen al dan niet worden
geconverteerd voor bepaalde
videobeeldtypes.
• Uit: voor snel bewegende
videobeelden.
• Video: voor de meeste videobeelden.
• Film/Auto: voor films,
computerbeelden en animatie.
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer het huidige signaal een
geïnterlinieerd signaal is
(480i/576i/1080i).
Super-resolution Vermindert vervaging bij het projecteren
van beelden met een lage resolutie.
Detailverbetering Creëert een meer nadrukkelijkere
structuur en fysisch gevoel van het beeld.
Resetten Stelt alle aanpassingswaarden van de
instelling Beeldverbetering in op hun
standaardinstellingen.
Gamma -2 tot 2
Op maat
Past de kleurweergave aan door een van
de gammacorrectiewaarden te selecteren
of door verwijzing naar een
gammagrafiek.
RGBCMY Er zijn
verschillende
niveaus beschikbaar
Past de tint, verzadiging en helderheid
aan voor elk van de kleuren R (rood), G
(groen), B (blauw), C (cyaan), M
(magenta) en Y (geel) afzonderlijk aan.
Resetten naar
standaardwaarden
— Voert een reset uit van alle instellingen
voor de huidige kleurmodus.
Bron — Toont instellingen die zijn opgeslagen
voor elke ingangsbron.
Om instellingen voor een ingangsbron te
wijzigen, moet u controleren of de bron
is aangesloten en die bron selecteren.
Instelling Opties Beschrijving
Resolutie Automatisch
Normaal
Breed
Stelt de resolutie van het ingangssignaal
in als het niet automatisch wordt
gedetecteerd met de optie Automatisch.
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer de huidige bron Computer is.
Hoogte-breedte Raadpleeg de lijst
van beschikbare
hoogte-breedte-
verhoudingen
Stelt de hoogte-breedteverhouding in
voor de geselecteerde ingangsbron.
(Schakel de instelling Schaal uit of stel de
instelling Schaalmodus eerst in op
Volledige weerg.
(EB‑1485Fi/EB‑805F/EB‑800F).)
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer de huidige bron Computer,
Video, HDMI of HDBaseT is.
Schaal
(EB‑1485Fi/EB‑805
F/EB‑800F)
Verschillende
schaalopties
Als u één beeld projecteert met meerdere
projectoren, stel dan de schaal in van het
beeld dat door elke projector wordt
weergegeven.
Aanpassing analoog
signaal
Autom.
configuratie
Stel dit in op Aan om de beeldkwaliteit
van de computer automatisch te
optimaliseren.
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer de huidige bron Computer is.
Tracking Past het signaal aan om verticale strepen
in computerbeelden te elimineren.
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer de huidige bron Computer is.
Sync. Past het signaal aan om wazige of
flikkerende computerbeelden te
elimineren.
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer de huidige bron Computer is.
Positie Past de beeldlocatie op het scherm aan.
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer de huidige bron Computer of
Video is.
Instellingen Beeldkwaliteit - Menu Afbeelding
235
Instelling Opties Beschrijving
Resetten naar
standaardwaarden
— Voert een reset uit van alle instellingen
voor de huidige ingangsbron.
Beeldinstellingen
resetten
— Stelt alle aanpassingswaarden in het
menu Afbeelding opnieuw in naar de
standaardinstellingen.
a
• De instelling Helderheid heeft geen invloed op de lamphelderheid.
Om de helderheid van de lichtbron te wijzigen, selecteert u
Helderheidsaanpassing lichtbron in het menu Bewerking van de
projector.
• U kunt de standaardwaarden van de instellingen Tracking, Sync. en
Positie herstellen door op de knop [Auto] op de afstandsbediening te
drukken.
gg Verwante koppelingen
• "Beschikbare kleurmodi" pag.91
• "Beschikbare hoogte-breedteverhoudingen van het beeld" pag.87
• "Een beeld schalen" pag.175
• "De beeldkleur aanpassen" pag.94
Instellingen ingangssignaal - Menu Signaal I/O
236
Normaal gesproken detecteert en optimaliseert de projector de instellingen
van het ingangssignaal automatisch. Als u de instellingen wilt aanpassen, kunt
u het menu Signaal I/O gebruiken. De beschikbare instellingen zijn
afhankelijk van de momenteel geselecteerde ingangsbron.
Instelling Opties Beschrijving
Volume Verschillende
niveaus beschikbaar
voor elke bron
Regelt het volume van het
luidsprekersysteem van de projector.
U kunt ook het volume van de externe
luidsprekers regelen.
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer de audio niet wordt uitgevoerd
naar het AV-systeem.
Bron — Toont instellingen die zijn opgeslagen
voor elke ingangsbron.
Om instellingen voor een ingangsbron te
wijzigen, moet u controleren of de bron
is aangesloten en die bron selecteren.
Instelling Opties Beschrijving
Signaalformaat Videosignaal Stelt het signaaltype in van de
ingangsbronnen. Als er interferentie
verschijnt of als er geen beeld verschijnt
wanneer dit is ingesteld op Automatisch,
selecteert u het geschikte signaal volgens
het aangesloten apparaat.
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer de huidige bron Video is.
Videobereik Stelt het videobereik in volgende de
instelling van de ingangsbron.
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer de huidige bron HDMI of
HDBaseT.
Vol.
microfooningang
(EB‑1485Fi/EB‑148
0Fi)
Er zijn
verschillende
niveaus beschikbaar
Past het ingangsniveau van een
microfoon aan.
Wanneer Vol. microfooningang wordt
verhoogd, wordt het volume van het
andere aangesloten apparaat verlaagd.
Wanneer het wordt verlaagd, wordt het
volume van het andere aangesloten
apparaat verhoogd.
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer de audio niet wordt uitgevoerd
naar het AV-systeem.
Overscannen Automatisch
Uit
4%
8%
Wijzigt de geprojecteerde hoogte-
breedteverhouding om de randen
zichtbaar te maken met een selecteerbaar
percentage of automatisch.
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer ingangssignaal een
componentsignaal is.
EDID HDMI1
HDMI2
HDMI3
HDBaseT
(EB‑1485Fi/EB‑805
F/EB‑800F)
Beschrijft de weergavecapaciteiten van
uw projector. Wijzig deze instelling zoals
nodig volgens de resolutie van de huidige
ingangsbron.
U kunt de EDID-instellingen selecteren
voor individuele ingangsbronnen zonder
de ingangsbron te wijzigen.
Instellingen ingangssignaal - Menu Signaal I/O
237
Instelling Opties Beschrijving
Intensiteit HDMI
Out
(EB‑1485Fi/EB‑805
F/EB‑800F)
Hoog
Middel
Laag
Uit
Past de intensiteit van de signaalingang
aan vanaf de HDMI Out-poort. Wijzig
deze instelling wanneer u de beelduitvoer
niet correct kunt weergeven vanaf de
HDMI Out-poort.
Resetten naar
standaardwaarden
— Voert een reset uit van alle instellingen
voor de huidige ingangsbron.
A/V-uitvoer Bij projectie
Altijd
Stel dit in op Altijd om geluid en beelden
uit te voeren naar externe apparaten
wanneer de projector geen beelden
projecteert.
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer Snel opstarten is ingesteld op
Uit.
Audio omkeren Aan
Uit
Stel dit in op Aan om de linker- en
rechterkanalen van de audio om te
wisslen om deze af te stemmen op de
installatiepositie van de projector.
Audio-uitvoer Automatisch
Audio
Audio1
Audio2
Stelt de audio-ingang in wanneer wordt
geprojecteerd van andere bronnen dan
HDMI, HDBaseT (EB-1485Fi only), LAN
en Screen Mirroring.
HDMI-audio-
uitvoer
HDMI1-audio-
uitvoer
HDMI2-audio-
uitvoer
HDMI3-audio-
uitvoer
Stelt de audio-ingang in wanneer wordt
geprojecteerd vanaf HDMI-poorten.
Monitoruitgang Monitor Uit
Computer2
Wijzigt de ingang en uitgang voor de
Computer2/Monitor Out-poorten. Als
beelden worden uitgevoerd naar een
externe monitor, selecteert u Monitor
Uit. Wanneer u beeldsignalen invoert
vanaf een computer, selecteert u
Computer2.
Instelling Opties Beschrijving
USB Display
(EB‑1485Fi/EB‑148
0Fi)
Aan
Uit
Stel dit in op Aan om de USB Display-
functie in te schakelen voor een
computer die is aangesloten op de USB-
B1-poort.
HDMI-link Apparaatverbindin
gen
Toont de apparaten die zijn aangesloten
op de HDMI-poorten.
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer HDMI-link is ingesteld op Aan.
HDMI-link Stel dit in op Aan om de functie HDMI-
link in te schakelen.
Audiouitvoerappar
aat
Selecteert of audio moet worden
uitgevoerd van de interne luidsprekers of
een aangesloten audio-/videosysteem.
Link aan Bepaalt wat er gebeurt wanneer u de
projector of een aangesloten apparaat
inschakelt.
• Bidirectioneel: schakelt het
aangesloten apparaat automatisch in
wanneer u de projector inschakelt en
omgekeerd.
• Apparaat -> PJ: schakelt de projector
automatisch in wanneer u het
aangesloten apparaat inschakelt.
• PJ -> Apparaat: schakelt het
aangesloten apparaat automatisch in
wanneer u de projector inschakelt.
Link uit Bepaalt of aangesloten apparaten worden
uitgeschakeld wanneer de projector
wordt uitgeschakeld.
HDBaseT
(EB‑805F/EB‑800F)
ELPHD02
verbinden
Stel dit in op Aan om ELPHD02 te
gebruiken. Als u ELPHD02 niet gebruikt,
moet u deze instelling uitschakelen.
Instellingen ingangssignaal - Menu Signaal I/O
238
Instelling Opties Beschrijving
Bediening&commu
nicatie
Hiermee wordt de communicatie van
ethernet- en seriële poorten op de
HDBaseT- zender of -schakelaar in- of
uitgeschakeld. Als u deze instelling
inschakelt, worden de LAN- en RS-232C-
poorten van de projector uitgeschakeld.
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer ELPHD02 verbinden en
Extron XTP zijn ingesteld op Uit.
Extron XTP Stel dit in op Aan wanneer u verbinding
maakt met een Extron XTP-zender of -
schakelaar met de HDBaseT-poorten.
Raadpleeg de volgende Extron-website
voor meer details over het XTP-systeem.
http://www.extron.com/
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer ELPHD02 verbinden is
ingesteld op Uit.
HDMI EQ-
instelling
1
2
3
Past het niveau van het HDMI-
ingangssignaal aan afhankelijk van de
apparaten die zijn aangesloten op de
HDMI-poort. Als er veel ruis in het beeld
is of als er een probleem is, zoals
wanneer geen dergelijk beeld wordt
geprojecteerd, wijzigt u de instelling.
Als er geen beelden worden weergegeven
met een apparaat in miniatuurformaat
voor mediastreaming, selecteert u 1.
Signaal I/O-
instellingen resetten
— Stelt alle aanpassingswaarden in het
menu Signaal I/O opnieuw in naar de
standaardinstellingen.
gg Verwante koppelingen
• "De audiokanalen omwisselen" pag.104
Installatie-instellingen projector - Menu Installatie
239
De instellingen in het menu Installatie helpen u bij het instellen van uw
projector in uw installatieomgeving.
Instelling Opties Beschrijving
Vaste installatie Aan
Uit
Stel dit in op Aan als u de projector hebt
geïnstalleerd op een vaste locatie.
Testpatroon — Toont een testpatroon om te helpen bij
het scherpstellen en inzoomen van het
beeld en het corrigeren van de beeldvorm
(druk op de [Esc]-knop om de
patroonweergave te annuleren).
Installatiehandleidi
ng instelplaat
— Toont een hulpscherm bij het installeren
van de projector.
Verticale installatie Ja
Nee
Stel dit in op Ja als u de projector hebt
geïnstalleerd in een verticale positie.
Instelling Opties Beschrijving
Projectie Voorkant
Achterkant
Voor/Onderstebove
n
Achter/Onderstebo
ven
Stelt de manier in waarop de projector
naar het scherm is gericht zodat het beeld
de juiste stand heeft.
Automatische
schermaanpassing
(EB‑1485Fi/EB‑148
0Fi)
— Corrigeert automatisch de beeldvorm
wanneer u de hoekmarkering op het
projectieoppervlak hebt geplaatst
Geometrische corr. H/V-Keystone Corrigeert de horizontale en verticale
zijden handmatig.
Quick Corner Corrigeert de beeldvorm en uitlijning via
een weergave op het scherm.
Boogcorrectie Corrigeert de hoeken en zijkanten van
een beeld dat wordt geprojecteerd op een
gebogen oppervlak.
Puntcorrectie Verdeelt het geprojecteerde beeld in een
raster en corrigeert de vervorming door
het geselecteerde snijpunt te verplaatsen
van links naar rechts en van boven naar
onder.
Geheugen Slaat aangepaste sets van instellingen op
in het geheugen.
• Opslaan in geheugen: slaat de huidige
vorm op van een beeld dat u hebt
aangepast.
• Ophalen uit geheugen: laadt de
instellingen die u hebt gemaakt en
opgeslagen.
• Naam geheugen wijz.: wijzigt de naam
van de geheugeninstellingen.
• Geheugen wissen: verwijdert een
opgeslagen geheugen.
• Geheugen resetten: stel alle opgeslagen
geheugens opnieuw in.
Installatie-instellingen projector - Menu Installatie
240
Instelling Opties Beschrijving
Digitale zoom Er zijn
verschillende
niveaus beschikbaar
Hiermee past u de grootte van het
geprojecteerde beeld aan.
Beeldverschuiving Er zijn
verschillende
posities beschikbaar
Verschuift de beeldpositie horizontaal en
verticaal.
Deze functie is niet beschikbaar als de
optie Digitale zoom is ingesteld op de
breedste instelling.
ELPCB02
verbinden
Aan
Uit
Wanneer dit is ingesteld op Aan, schakelt
de ingangsbron tussen HDMI2 en
HDMI3 bij elke druk op de knop
[HDMI2] op de optionele interfacebox
(ELPCB02).
Aanraakeenheid
(EB‑1485Fi/EB‑148
0Fi)
— Raadpleeg de menutabel Pen/aanraken
voor details over de instellingen voor
Aanraakeenheid.
Externe receiver Voor/achter
Voorkant
Achterkant
Uit
Beperkt de ontvangst van signalen van de
afstandsbediening door de geselecteerde
ontvanger; Uit schakelt alle ontvangers
uit.
Projector-id (EB-
1480Fi)
— Raadpleeg de menutabel Multiprojectie
voor details over de instellingen voor
Projector-id.
Schermtype 4:3
16:6
16:9
16:10
21:9
Stelt de hoogte-breedteverhouding van
het beeld in volgens het beeld in het
projectiegebied.
16:6 is alleen beschikbaar op
EB‑1485Fi/EB‑805F/EB‑800F.
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer Inhoudsweergave is ingesteld
op Uit. (EB‑805F/EB‑800F)
Instelling Opties Beschrijving
Schermpositie Er zijn
verschillende
posities beschikbaar
Verschuift de beeldpositie horizontaal en
verticaal.
Deze functie is niet beschikbaar als u de
instelling Schermtype instelt op dezelfde
hoogte-breedteverhouding als de
projectorresolutie.
Hoogtemodus Aan
Uit
Regelt de bedrijfstemperatuur van de
projector op een hoogte boven 1500 m.
Bron
(EB‑805F/EB‑800F)
— Toont instellingen die zijn opgeslagen
voor elke ingangsbron.
Om instellingen voor een ingangsbron te
wijzigen, moet u controleren of de bron
is aangesloten en die bron selecteren.
Wissen
(EB‑805F/EB‑800F)
Boven
Onder
Links
Rechts
Verbergt een gebied van het
geprojecteerde beeld dat u selecteert met
de pijlknoppen.
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer Inhoudsweergave is ingesteld
op Uit.
Resetten naar
standaardwaarden
(EB‑805F/EB‑800F)
— Voert een reset uit van alle instellingen
voor de huidige ingangsbron.
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer Inhoudsweergave is ingesteld
op Uit.
Installatie-
instellingen resetten
— Stelt alle aanpassingswaarden in het
menu Installatie opnieuw in naar de
standaardwaarden, behalve voor het
volgende:
• Digitale zoom
• Beeldverschuiving
gg Verwante koppelingen
• "Projectiemodi" pag.63
• "Beeldvorm" pag.71
• "Configuratie van de projector en opties voor de montage" pag.32
• "Bewerkingsinstellingen meerdere projectors - menu Multiprojectie" pag.266
Installatie-instellingen projector - Menu Installatie
241
• "Instellingen projectorpen en aanraking - Menu Pen/aanraken" pag.259
• "Scherpstellen op het beeld" pag.68
• "De grootte van het beeld aanpassen met de knoppen" pag.83
• "Het schermtype instellen" pag.65
Instellingen projectorweergave - Menu Weergeven
242
Met de instellingen in het menu Weergeven kunt u verschillende
weergavefuncties van de projector aanpassen.
Instelling Opties Beschrijving
Patroonweergave — Toont het geselecteerde patroontype op
het scherm om u te helpen bij de
presentatie.
Let op
Als een patroon voor een lange
tijd werd weergegeven kan een
restbeeld zichtbaar zijn in de
geprojecteerde beelden.
Instelling Opties Beschrijving
Patroontype Patroon 1 tot
Patroon 4
Gebruikerspatroon
Stelt een type weergavepatroon in.
Patronen 1 tot 4 zijn lijn- of
rasterpatronen met liniaal, geleverd door
de projector.
Om een aangepast weergavepatroon te
maken, selecteert u Gebruikerspatroon
in het menu Beheer, keert u terug naar
dit menu en selecteert u
Gebruikerspatroon.
Geen-
signaalscherm
Zwart
Blauw
Logo
hiermee stelt u de schermkleur of het
logo in dat moet worden weergegeven
wanneer er geen signaal is ontvangen.
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer Inhoudsweergave is ingesteld
op Uit. (EB‑805F/EB‑800F)
Opstartscherm Aan
Uit
Stel dit in op Aan om een logo weer te
geven wanneer de projector start.
Startscherm auto
weerg
Aan
Uit
Zet dit op Aan om het startscherm
automatisch weer te geven wanneer er
geen ingangssignaal is bij het inschakelen
van de projector.
Miniaturen bron
sorteren
Aan
Uit
Stel dit in op Aan om de gedetecteerde
invoerbron linksboven op het
startscherm weer te geven. De
weergavevolgorde van de
ingangsbronnen wijzigt wanneer de
projector een ingangssignaal detecteert.
Bericht Aan
Uit
stel dit in op Aan om berichten weer te
geven, zoals de naam van de
ingangsbron, de naam van de
kleurmodus, de hoogte-
breedteverhouding, geen signaalbericht
of een waarschuwing voor een hoge
temperatuur op uw geprojecteerd beeld.
Menu Rotatie 90 graden rechts
90 graden links
Uit
Draait de menuweergave 90°.
Instellingen projectorweergave - Menu Weergeven
243
Instelling Opties Beschrijving
Menu Kleur Zwart
Wit
Stelt het kleurthema van het startscherm
en het menusysteem van de projector in.
Split Screen-
instelling
Audio-
uitgangsbron
weergeven
Zet dit op Aan om een pictogram weer te
geven met de bron die audio-uitvoer
levert tijdens de split screen-projectie.
De instelling wordt alleen weergegeven
in de volgende gevallen.
• Inhoudsweergave is ingesteld op Uit
(EB‑805F/EB‑800F)
• ELPCB02 verbinden is ingesteld op
Uit
Uitlijnen Als u twee schermbeelden hebt gesplitst,
selecteert u de positie van de beelden die
moeten worden uitgelijnd Boven of in
het Midden van het beeldgebied.
De instelling wordt alleen weergegeven
in de volgende gevallen.
• Inhoudsweergave is ingesteld op Uit
(EB‑805F/EB‑800F)
• ELPCB02 verbinden is ingesteld op
Uit
Weergave-
instellingen resetten
— Stelt alle aanpassingswaarden in het
menu Weergeven opnieuw in naar de
standaardinstellingen.
a
Als u het Menu Bescherming onder Gebruikerslogo inschakelt, kunt u
de volgende weergave-instellingen van het gebruikerslogo niet wijzigen.
U moet eerst Menu Bescherming onder Gebruikerslogo uitschakelen.
• Geen-signaalscherm
• Opstartscherm
gg Verwante koppelingen
• "Meerdere beelden tegelijk projecteren" pag.141
Instellingen projectorfuncties - Menu Bewerking
244
Met de instellingen in het menu Bewerking kunt u verschillende
projectorfuncties aanpassen.
Instelling Opties Beschrijving
Autom. bron
zoeken
Aan
Uit
Stel dit in op Aan om automatisch het
ingangssignaal te detecteren en beelden
te projecteren wanneer er geen
ingangssignaal is.
Deze functie wordt uitgeschakeld
wanneer u de projector uitschakelt in het
menu Snel opstarten.
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer Inhoudsweergave is ingesteld
op Uit. (EB‑805F/EB‑800F)
Helderheidsaanpass
ing lichtbron
Helderheid
behouden
Stel dit in op Aan om een constante
helderheid te behouden voor de
lichtbron.
Instelling Opties Beschrijving
Helderheidsniveau
behouden
Selecteer het helderheidsniveau dat u
constant wilt behouden.
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer Helderheid behouden is
ingesteld op Aan.
Geschat resterend Toont hoe lang de projector een
constante helderheid kan behouden.
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer Helderheid behouden is
ingesteld op Aan.
Lichtmodus Selecteer de helderheid voor de lichtbron.
• Normaal: maximale helderheid.
• Stil: 70% helderheid bij verminderde
ventilatorruis.
• Uitgebreid: 70% helderheid en
verlengt de levensverwachting van de
lichtbron.
• Aangepast: selecteer een aangepast
helderheidsniveau.
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer Helderheid behouden is
ingesteld op Uit.
Helderheidsniveau Selecteer het gewenste Aangepaste
helderheidsniveau.
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer Helderheid behouden is
ingesteld op Uit.
Dir. Inschakelen Aan
Uit
Stel dit in op Aan om de projector in te
schakelen zonder op de voedingsknop te
drukken.
Instellingen projectorfuncties - Menu Bewerking
245
Instelling Opties Beschrijving
Autom.
inschakeling
HDMI1
Computer1
USB Display
Uit
Stelt de beeldbron in waarvan u de
projectie automatisch wilt starten.
Wanneer de projector het ingangssignaal
van de geselecteerde beeldbron
detecteert, projecteert deze automatisch
in stand-bymodus.
USB Display wordt alleen weergegeven
wanneer USB Display is ingesteld op
Aan. (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi)
Sluimerstand Aan
Uit
Stel dit in op Aan om de projector
automatisch uit te schakelen na een
interval van inactiviteit.
Tijd sluimerstand 1 tot 30 minuten Stelt het interval in voor de
Sluimerstand.
Timer A/V dempen Aan
Uit
Schakelt de projector automatisch uit als
A/V dempen is ingeschakeld en er 30
minuten inactiviteit zijn verstreken.
Stand-by modus Communicatie aan
Communicatie uit
Stel dit in op Communicatie aan om
bewaking en bediening van de projector
via een netwerk mogelijk te maken
wanneer de projector in stand-by modus
is.
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer A/V-uitvoer is ingesteld op Bij
projectie.
Poort Vast netwerk
Draadloos LAN
Stelt de poort in die moet worden
gebruikt terwijl de instelling Stand-by
modus is ingesteld op Communicatie
aan.
Opstartbron
(EB‑805F/EB‑800F)
Verschillende
ingangsbronnen
beschikbaar
Selecteer de beeldbron die u wilt
projecteren wanneer de projector wordt
ingeschakeld in de modus
Inhoudsweergave.
Instelling Opties Beschrijving
Snel opstarten 20min.
60min.
90min.
Uit
Stelt de periode in voor de modus Snel
opstarten. De projector gaat naar deze
modus wanneer u deze uitschakelt. U
kunt beginnen met projecteren binnen
ca. 5 seconden door de voedingsknop in
te drukken.
(Stel eerst A/V-uitvoer in op Bij
projectie.)
Het kan echter langer duren om
gebruiksklaar te zijn in de volgende
situaties:
• Wanneer u projecteert vanaf de USB-
poort van de projector
• Wanneer u projecteert vanaf de HDMI
Out-poort van de projector
• Bij het projecteren met de Screen
Mirroring-functies
• Als Whiteboard delen werd beëindigd
in de vorige sessie
(EB‑1485Fi/EB‑1480Fi)
• Als u de whiteboard-inhoud wilt
herstellen vanaf de vorige sessie
(EB‑1485Fi/EB‑1480Fi)
Indicatoren Aan
Uit
Stel dit in op Uit om de indicators op de
projector uit te schakelen.
Knop omgekeerde
richting
Aan
Uit
Stel dit in op Aan om de richting van de
pijlknoppen op het bedieningspaneel om
te keren zodat ze overeenkomen met de
installatiepositie van de projector.
Inhoudsweergave
(EB‑805F/EB‑800F)
Aan
Uit
Zet dit op Aan om een afspeellijst af te
spelen.
Overlay-effect
(EB‑805F/EB‑800F)
Overlay-effect
Vormfilter
Kleurfilter
Helderheid
Voegt kleur- en vormeffecten toe aan het
geprojecteerde beeld.
De instelling wordt niet weergegeven
wanneer u de functie Randoverlapping
gebruikt.
Instellingen projectorfuncties - Menu Bewerking
246
Instelling Opties Beschrijving
USB-viewer
(EB‑805F/EB‑800F)
— Selecteert en speelt een afspeellijst af die
is opgeslagen op het USB-flashstation.
Bewerkingsinstellin
gen resetten
— Stelt alle aanpassingswaarden in het
menu Bewerking opnieuw in naar de
standaardinstellingen.
gg Verwante koppelingen
• "De helderheid aanpassen" pag.100
Beheerdersinstelling projector - Beheerdersinstelling
247
Met de instellingen in het menu Beheer kunt u verschillende beheerfuncties
van de projector aanpassen.
Instelling Opties Beschrijving
Knop gebruiker Verschillende
menuopties
beschikbaar
Wijst een menu-optie toe aan de knop
[User] op de afstandsbediening voor
toegang met één druk.
Gebruikerslogo Instelling starten
Resetten
Maakt een scherm dat de projector
weergeeft om zichzelf te identificeren en
de beveiliging te verbeteren.
Gebruikerspatroon — Neemt een geprojecteerd scherm op en
bewaart het als een patroon voor
weergave. Selecteer Patroonweergave in
het menu Weergeven om het opgeslagen
patroon weer te geven.
Instelling Opties Beschrijving
Toetsvergrendeling Voll. vergrend.
Behalve stroom
Uit
Bedient de vergrendeling van de
projectorknop om de projector te
vergrendelen.
• Voll. vergrend.: vergrendelt alle
knoppen.
• Behalve stroom: om alle knoppen
behalve de voedingsknop te
vergrendelen.
• Uit: geen knoppen vergrendeld.
Kleurgelijkheid Kleurgelijkheid stel dit in op Aan om de kleurtintbalans
voor het hele scherm aan te passen.
Aanpassingsniveau Stelt het aanpassingsniveau in.
Aanpassingen
starten
Past de rode, groene en blauwe
kleurtinten individueel aan voor het
geselecteerde gebied.
Resetten Stelt alle aanpassingswaarden in het
menu Kleurgelijkheid opnieuw in naar
de standaardinstellingen.
Kleurmatching
(EB-1480Fi)
— Raadpleeg de menutabel Multiprojectie
voor details over de instellingen voor
Kleurmatching.
Vernieuwingsmodu
s
Timer Stelt een periode in tijdens dewelke de
projector het vernieuwde beeld toont.
Bericht Stel dit in op Aan om een bericht weer te
geven dat u informeert dat de projector
in de vernieuwingsmodus is.
Start Start het proces van de
vernieuwingsmodus om elk
geprojecteerd schaduwbeeld te wissen en
de projector uit te schakelen na een
bepaalde tijd. Druk op elke knop op de
afstandsbediening om dit proces te
annuleren.
Beheerdersinstelling projector - Beheerdersinstelling
248
Instelling Opties Beschrijving
Kalibratie licht Nu uitvoeren Start de kalibratie licht voor het
optimaliseren van het momenteel
geprojecteerde beeld. U kunt de
kalibratie niet starten als de
omgevingstemperatuur van de projector
buiten het vereiste bereik is. (Wacht 30
minuten na het uitschakelen van de
projector voordat u de kalibratie start
voor de beste resultaten.)
Periodiek uitvoeren Schakel dit Aan om de
lichtbronkalibratie periodiek uit te
voeren na elke 100 uur gebruik.
Laatste uitvoering Toont de datum en tijd van de laatste
kalibratie van het licht.
Datum & tijd Datum & tijd
Zomertijd
Internettijd
Past de instellingen voor de systeemtijd
en -datum van de projector aan. Selecteer
Zomertijd om de instellingen voor de
zomertijd voor uw regio in te stellen.
Selecteer Internettijd om de tijd
automatisch te verkrijgen vanaf een
internettijdserver.
Instellingen rooster — Plant projectorgebeurtenissen zo, dat ze
automatisch plaatsvinden op de
geselecteerde datums en tijdstippen.
Voeding draadl.
LAN
Aan
Uit
Stel dit in op Aan om beelden te
projecteren via een draadloos LAN. Als u
niet via draadloos LAN wilt verbinden,
schakelt u dit uit om ongeoorloofde
toegang door anderen te voorkomen.
Draadloze LAN-
diagn.
Ping
IP-adres
Ping tot gestopt
Start
Zendt Ping uit om de
communicatiestatus te bevestigen.
Instelling Opties Beschrijving
Opslagbest.logboek Intern geheugen
USB- en intern
geheugen
Stelt de locatie in waar de fout- en
bewerkingslogboekbestanden worden
opgeslagen.
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer Inhoudsweergave is ingesteld
op Uit. (EB‑805F/EB‑800F)
Batchconf. bereik Alles
Beperkt
Selecteer Alles om alle instellingen van
het projectormenu te kopiëren met de
batchconfiguratiefunctie. Selecteer
Beperkt als u de volgende instellingen
niet wilt kopiëren:
• Instellingen Wachtwoordbeveiliging
• EDID in het menu Signaal I/O
• Instellingen in het menu Netwerk
Taal Er zijn
verschillende talen
beschikbaar
Selecteer de taal voor het menu van de
projector en de berichtweergaven.
Informatie Verschillende
informatie
Toont informatie over de projector en
ingangsbronnen. De weergegeven
instellingen verschillen afhankelijk van
de huidige ingangsbron.
Logboeken
weergeven
Info tijdel.wrsch.
Gesch. aan/uit
Toont de logboekgegevens opgeslagen
naar de locatie die is opgegeven in de
instelling Opslagbest.logboek.
Beheerinstellingen
resetten
— Stelt alle aanpassingswaarden in het
menu Beheer opnieuw in naar de
standaardwaarden, behalve voor het
volgende:
• Gebruikerspatroon
• Taal
a
Wanneer u Menu Bescherming van Schema in op Aan, kunt u de
instellingen niet wijzigen in Instellingen rooster. Stel eerst menu
Bescherming van Schema op Uit.
Beheerdersinstelling projector - Beheerdersinstelling
249
gg Verwante koppelingen
• "Lijst Event ID-codes" pag.249
• "Het beeld van een gebruikerslogo opslaan" pag.159
• "Een gebruikerspatroon opslaan" pag.161
• "De projectorknoppen vergrendelen" pag.180
• "Kleurgelijkheid aanpassen" pag.166
• "De datum en tijd instellen" pag.60
• "Schema’s projectorgebeurtenissen instellen" pag.227
• "De taal voor de menu's van de projector selecteren" pag.62
Lijst Event ID-codes
Als de optie Event ID op het scherm Informatie een codenummer toont,
moet u deze lijst van Event ID-codes controleren voor de oplossing voor het
projectorprobleem dat verwant is aan de code.
Als u het probleem niet kunt oplossen, neemt u contact op met uw
netwerkbeheerder of met Epson voor technische ondersteuning.
Event ID-
code
Oorzaak en oplossing
0026
0032
0036
0037
Er is een communicatiefout van screen mirroring opgetreden.
Schakel de projector uit en opnieuw in of start de netwerksoftware
opnieuw op.
0027
0028
0029
0030
0031
0035
Onstabiele communicatie screen mirroring. Controleer de status van
de netwerkcommunicatie, wacht enkele ogenblikken en probeer
opnieuw te verbinden met het netwerk.
Event ID-
code
Oorzaak en oplossing
0023
0024
0025
Verbinding mislukt. Als u het scherm voor het invoeren van de pin
ziet, voert u de pincode in die wordt weergegeven op het scherm
Netwerkinfo of onderaan rechts van het geprojecteerde beeld. Indien
het probleem hierdoor niet wordt opgelost, start u de projector en de
aangesloten apparaten opnieuw op en controleert u daarna de
instellingen van de verbinding.
0043 Het videoformaat wordt niet ondersteund. Wijzig de resolutie van
het mobiele apparaat en maak dan opnieuw verbinding. Of wijzig de
instelling Prestaties aanpassen voor de projector en maak dan
opnieuw verbinding.
0432
0435
De netwerksoftware is niet gestart. Schakel de projector uit en
opnieuw in.
0433 Kan geen overgedragen beelden weergeven. Start de netwerksoftware
opnieuw op.
0434
0481
0482
0485
Onstabiele netwerkcommunicatie. Controleer de status van de
netwerkcommunicatie, wacht enkele ogenblikken en probeer
opnieuw te verbinden met het netwerk.
0483
04FE
De netwerksoftware is onverwacht afgesloten. Controleer de status
van de netwerkcommunicatie en schakel daarna de projector uit en
opnieuw in.
0484 De communicatie met de computer is verbroken. Start de
netwerksoftware opnieuw op.
0479
04FF
Er is een projectorsysteemfout opgetreden. Schakel de projector uit
en opnieuw in.
0891 Kan geen toegangspunt vinden met hetzelfde SSID. Stel de
computer, het toegangspunt en de projector in op dezelfde SSID.
0892 Het WPA/WPA2/WPA3-verificatietype komt niet overeen.
Controleer de beveiligingsinstellingen van het draadloos netwerk.
0893 Het TKIP/AES-coderingstype komt niet overeen. Controleer de
beveiligingsinstellingen van het draadloos netwerk.
0894 De communicatie met een niet-gemachtigd toegangspunt is
verbroken. Neem contact op met uw netwerkbeheerder.
Beheerdersinstelling projector - Beheerdersinstelling
250
Event ID-
code
Oorzaak en oplossing
0895 Communicatie met een aangesloten apparaat is verbroken.
Controleer de verbindingsstatus van uw apparaat.
0898 Ophalen DHCP mislukt. Controleer of de DHCP-server correct
werkt. Als u geen DHCP gebruikt, zet u de instelling DHCP op Uit
in het menu Netwerk van de projector.
s Netwerk > Netwerkinstellingen > Vast netwerk > IP-
instellingen > DHCP
s Netwerk > Netwerkinstellingen > Draadloos LAN > IP-
instellingen > DHCP
0899 Overige communicatiefouten.
089A Het EAP-verificatietype komt niet overeen met het netwerk.
Controleer de beveiligingsinstellingen van het draadloos LAN en
controleer of het beveiligingscertificaat correct is geïnstalleerd.
089B EAP-serververificatie mislukt. Controleer de beveiligingsinstellingen
van het draadloos LAN en controleer of het beveiligingscertificaat
correct is geïnstalleerd.
089C EAP-clientverificatie mislukt. Controleer de beveiligingsinstellingen
van het draadloos LAN en controleer of het beveiligingscertificaat
correct is geïnstalleerd.
089D Sleuteluitwisseling mislukt. Controleer de beveiligingsinstellingen
van het draadloos LAN en controleer of het beveiligingscertificaat
correct is geïnstalleerd.
0920 De interne batterij die de datum- en tijdinstellingen van de projector
opslaat, is bijna leeg. Neem contact op met Epson voor hulp.
0B01 De interne opslag is niet op de juiste manier gedetecteerd. Schakel de
projector uit en koppel de voedingskabel los. Sluit vervolgens de
voedingskabel opnieuw aan en schakel de projector opnieuw in.
Wanneer de projector is ingeschakeld, worden het
beveiligingscertificaat en het adresboek verwijderd. Als het probleem
hierdoor niet is opgelost, neemt u contact op met Epson voor hulp.
0BFF Er is een fout opgetreden in de functie Whiteboard. Start de
projector opnieuw op.
Instellingen projectornetwerk - Menu Netwerk
251
Via de instellingen in het menu Netwerk kunt u netwerkinformatie
weergeven en de projector instellen voor het bedienen via een netwerk.
a
Wanneer u Menu Bescherming van Netwerk instelt op Aan, kunt u de
netwerkinstellingen niet wijzigen. Stel eerst menu Bescherming van
Netwerk op Uit.
Instelling Opties Beschrijving
Info Draadloos
LAN.
Verschillende
informatie
Toont de status en details van een
draadloos netwerk.
Info Vast netwerk. Verschillende
informatie
Toont de status en details van een vast
netwerk.
Netwerkinstellinge
n
— Configureert de netwerkinstellingen van
uw projector. Raadpleeg de menutabel
Netwerk voor details over de
Netwerkinstellingen.
Instelling Opties Beschrijving
Netwerkinstellinge
n resetten
— Stelt alle aanpassingswaarden in het
menu Netwerk opnieuw in naar de
standaardinstellingen.
a
Zodra u uw projector hebt verbonden met uw netwerk, kunt u de
projectorinstellingen selecteren en de projectie bedienen via een
compatibele webbrowser. Hiermee krijgt u externe toegang tot de
projector.
gg Verwante koppelingen
• "Menu Netwerk - Menu Netwerkinstellingen" pag.251
Menu Netwerk - Menu Netwerkinstellingen
Via de instellingen in het menu Netwerkinstellingen kunt u de
basisnetwerkinstellingen selecteren.
a
Als u verbinding maakt via een draadloos LAN, moet u ervoor zorgen
dat u de draadloze LAN-instellingen inschakelt:
• De draadloze LAN-module installeren op uw projector
(EB‑805F/EB‑800F).
• Schakel de instelling Voeding draadl. LAN in het menu Beheer van
de projector.
Instelling Opties Beschrijving
Projectornaam Maximaal 16
alfanumerieke
tekens
(Gebruik geen " *
+ , / : ; < = > ? [ \ ] `
| spaties)
Voer een naam in om de projector te
identificeren via het netwerk.
Instellingen projectornetwerk - Menu Netwerk
252
Instelling Opties Beschrijving
Wachtwoord
Remote
Maximaal 8
alfanumerieke
tekens
(gebruikt gaan * :
spaties)
Voer een wachtwoord in om via
Basisbediening toegang te krijgen tot de
projector. (De gebruikersnaam is
EPSONREMOTE; standaard
wachtwoord is guest.)
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer Inhoudsweergave is ingesteld
op Uit. (EB‑805F/EB‑800F)
Wachtwoord
webctrl
Maximaal 8
alfanumerieke
tekens
(gebruikt gaan * :
spaties)
Voer een wachtwoord in om via internet
toegang te krijgen tot de projector.
(Gebruikersnaam is EPSONWEB;
standaard wachtwoord is admin.)
Prioriteit
bedieningsinterface
Vast netwerk
Draadloos LAN
Stelt de gateway met prioriteit in.
Enkel AP Aan
Uit
Stel dit in op Aan om de enkele
toegangspuntmodus in te schakelen voor
directe verbinding tussen uw projector
en invoerapparaten. Zorg dat u ook het
volgende doet:
• De Snelle verbinding van Epson
iProjection gebruiken
• De Screen Mirroring-verbinding
gebruiken
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer Voeding draadl. LAN is
ingesteld op Aan.
SSID Automatisch
toegewezen SSID
Toont de SSID van de projector voor
selectie op uw apparaat in enkele AP-
verbindingen.
Beveiliging WPA2-PSK Toont het beveiligingstype voor enkele
AP-verbindingen.
Wachtwoordzin Verschillende
wachtwoordzinnen
van 8 tot 63 tekens
Voer de wachtwoordzin van de projector
in voor toegang tot uw apparaat in enkele
AP-verbindingen.
Instelling Opties Beschrijving
Kanaal Er zijn
verschillende
kanalen
beschikbaar
Stel de frequentieband (kanaal) in met
enkele AP-verbindingen.
Draadloos LAN — Raadpleeg de menutabel Draadloos LAN
voor details.
Vast netwerk — Raadpleeg de menutabel Vast netwerk
voor details.
E-mailmelding — Raadpleeg de menutabel E-mailmelding
voor details.
Projectorbediening — Raadpleeg de menutabel
Projectorbediening voor details.
Netwerkprojectie — Raadpleeg de menutabel
Netwerkprojectie voor details.
gg Verwante koppelingen
• "Menu Netwerk - Menu Draadloos LAN" pag.252
• "Menu Netwerk - Menu Vast netwerk" pag.255
• "Menu Netwerk - Menu E-mailmelding" pag.255
• "Menu Netwerk - Menu Projectorbediening" pag.256
• "Menu Netwerk - Menu Netwerkprojectie" pag.257
Menu Netwerk - Menu Draadloos LAN
Via de instellingen in het menu Draadloos LAN kunt u de instelling voor het
draadloos LAN selecteren.
a
• Schakel de instelling Voeding draadl. LAN in het menu Beheer van
de projector.
• Als u geen optionele draadloze LAN-module hebt geïnstalleerd,
schakelt u de instelling Enkel AP in om draadloze LAN-instellingen
te kunnen selecteren (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi).
• Schakel de instelling Enkel AP uit zodta u de draadloze LAN-
instellingen kunt selecteren (EB‑805F/EB‑800F).
Instellingen projectornetwerk - Menu Netwerk
253
Wanneer u verbindt met een draadloos netwerk is het sterk aanbevolen de
beveiliging in te stellen. Wanneer u de beveiliging instelt, volgt u de
instructies van de beheerder van het netwerksysteem waarmee u wilt
verbinden.
WPA is een codeerstandaard die zorgt voor een betere beveiliging van
draadloze netwerken. De projector ondersteunt de AES-codeermethoden.
a
WPA2/WPA3-EAP en WPA3-EAP bieden geen ondersteuning voor
WPA3 192-bit beveiliging.
Instelling Opties Beschrijving
Toegangspunt
zoeken
Zoekweergave Zoek beschikbare toegangspunten van
het draadloos netwerk. Afhankelijk van
de instellingen van het toegangspunt in
kwestie is het mogelijk dat dit niet op de
lijst verschijnt.
SSID Maximaal 32
alfanumerieke
tekens
Voer de SSID (netwerknaam) in van het
draadloos LAN-systeem waarmee de
projector een verbinding maakt,
ingesteld.
Beveiliging WPA2/WPA3-PSK Maakt verbinding in de persoonlijke
WPA2/WPA3-modus. De
coderingsmethode wordt automatisch
geselecteerd aan de hand van de
instellingen van het toegangspunt. Stel
een wachtwoord in dat hetzelfde is voor
het toegangspunt.
WPA2/WPA3-EAP Maakt verbinding in de WPA2/WPA3-
bedrijfsmodus. De coderingsmethode
wordt automatisch geselecteerd aan de
hand van de instellingen van het
toegangspunt.
Instelling Opties Beschrijving
WPA3-PSK Maakt verbinding in de persoonlijke
WPA3-modus. Communicatie wordt
uitgevoerd met WPA3-beveiliging.
Gebruikt AES-coderingsmethode.
Wanneer u een verbinding tot stand
brengt tussen een computer en de
projector, moet u het wachtwoord
invoeren.
WPA3-EAP Maakt verbinding in de WPA3-
bedrijfsmodus. De coderingsmethode
wordt automatisch geselecteerd aan de
hand van de instellingen van het
toegangspunt.
Openen Beveiliging is niet ingesteld.
Wachtwoordzin
(Voor
WPA2/WPA3-
PSK- en WPA3-
PSK-beveiliging)
Verschillende
wachtwoordzinnen
van 8 tot 63 tekens
Voer de vooraf gedeelde wachtwoordzin
in die wordt gebruikt op het netwerk.
Wanneer u de wachtwoordzin hebt
ingevoerd en op [Enter] drukt, wordt de
waarde ingesteld en weergegeven als een
sterretje (*).
Wij raden u aan het wachtwoord
periodiek te wijzigen voor de veiligheid.
Als de netwerkinstellingen geïnitialiseerd
zijn, keert de instelling terug naar het
standaardwachtwoord.
EAP-type
(Voor
WPA2/WPA3-
EAP- en WPA3-
EAP-beveiliging)
PEAP Verificatieprotocol dat veel gebruikt
wordt in Windows Server.
PEAP-TLS Verificatieprotocol dat wordt gebruikt in
Windows Server. Selecteer dit bij gebruik
van een clientcertificaat.
EAP-TLS Verificatieprotocol dat veel wordt
gebruikt met een clientcertificaat.
EAP-FAST Selecteer dit als deze
verificatieprotocollen worden gebruikt.
Instellingen projectornetwerk - Menu Netwerk
254
Instelling Opties Beschrijving
Gebruikersnaam Maximaal 64
alfanumerieke
tekens
Voer een gebruikersnaam in voor het
netwerk. Om een domeinnaam op te
nemen, voegt u deze toe vóór een
backslash en de gebruikersnaam
(domein\gebruikersnaam).
Als u een clientcertificaat importeert,
wordt de naam die aan het certificaat is
toegewezen, automatisch ingesteld.
Wachtwoord Maximaal 64
alfanumerieke
tekens
Voer een wachtwoord in voor de
authenticatie. Nadat u het wachtwoord
hebt ingevoerd en Instellen hebt
geselecteerd, wordt het wachtwoord
weergegeven als een sterretje (*).
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer EAP-type is ingesteld op PEAP
of EAP-FAST.
Clientcertificaat — Importeert het clientcertificaat.
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer EAP-type is ingesteld op PEAP-
TLS of EAP-TLS
Servercertificaat
verifiëren
Aan
Uit
Stel dit op Uit om het servercertificaat te
verifiëren wanneer een CA-certificaat is
ingesteld.
CA-certificaat — Importeert het CA-certificaat.
Naam RADIUS-
server
Maximaal 64
alfanumerieke
tekens
Voer de te controleren servernaam in.
Instelling Opties Beschrijving
IP-instellingen DHCP
IP-adres
Subnetmasker
Gateway-adres
Stel DHCP in op Aan als uw netwerk
automatisch adressen toewijst. Stel dit in
op Uit om handmatig de gegevens voor
IP-adres, Subnetmasker en Gateway-
adres van het netwerk in te voeren met
behulp van 0 tot 255 voor elk adresveld.
Gebruik deze adressen niet: 0.0.0.0,
127.x.x.x, 192.0.2.x of 224.0.0.0 tot en
met 255.255.255.255 (waarbij x een
cijfers is van 0 tot 255) voor IP-adres,
255.255.255.255 of 0.0.0.0 tot en met
254.255.255.255 voor subnetmasker en
0.0.0.0, 127.x.x.x of 224.0.0.0 tot en met
255.255.255.255 voor Gateway-adres.
DNS-server 1
DNS-server 2
Verschillende IP-
adressen
Voer het IP-adres voor de DNS-server in
met 0 tot 255 tekens voor elk adresveld.
De DNS-server lost de hostnaam op.
Gebruik de volgende IP-adressen niet:
127.x.x.x (waarbij x is een nummer van 0
tot 255 is).
Wanneer deze instellingen niet zijn
ingesteld en 0.0.0.0 blijft, wordt DNS-
serverinformatie opgehaald via DHCP.
Na het ophalen blijft de waarde 0.0.0.0.
IPv6 Aan
Uit
Stel dit in op Aan als u de projector met
het netwerk wilt verbinden met IPv6.
IPv6 wordt ondersteund voor het
bewaken en bedienen van de projector
via een netwerk met Epson Web Control
en PJLink.
Autom.
configuratie
Aan
Uit
Stel dit in op Aan om adressen
automatisch toe te wijzen volgens de
Router-aankondiging.
Gebruik tijdelijk
adres
Aan
Uit
Stel dit in op Aan als u een tijdelijk IPv6-
adres wilt gebruiken.
Weergave IP-adres Aan
Uit
Stel dit in op Aan om het IP-adres weer
te geven op het scherm Netwerkinfo en
het Startscherm.
Instellingen projectornetwerk - Menu Netwerk
255
Menu Netwerk - Menu Vast netwerk
Via de instellingen in het menu Vast netwerk kunt u de instelling voor het
vast netwerk selecteren.
Instelling Opties Beschrijving
IP-instellingen DHCP
IP-adres
Subnetmasker
Gateway-adres
Stel DHCP in op Aan als uw netwerk
automatisch adressen toewijst. Stel dit in
op Uit om handmatig de gegevens voor
IP-adres, Subnetmasker en Gateway-
adres van het netwerk in te voeren met
behulp van 0 tot 255 voor elk adresveld.
Gebruik deze adressen niet: 0.0.0.0,
127.x.x.x, 192.0.2.x of 224.0.0.0 tot en
met 255.255.255.255 (waarbij x een
cijfers is van 0 tot 255) voor IP-adres,
255.255.255.255 of 0.0.0.0 tot en met
254.255.255.255 voor subnetmasker en
0.0.0.0, 127.x.x.x of 224.0.0.0 tot en met
255.255.255.255 voor Gateway-adres.
DNS-server 1
DNS-server 2
Verschillende IP-
adressen
Voer het IP-adres voor de DNS-server in
met 0 tot 255 tekens voor elk adresveld.
De DNS-server lost de hostnaam op. U
kunt de volgende IP-adressen niet
gebruiken: 127.x.x.x (waarbij x is een
nummer van 0 tot 255 is).
Wanneer deze instellingen niet zijn
ingesteld en 0.0.0.0 blijft, wordt DNS-
serverinformatie opgehaald via DHCP.
Na het ophalen blijft de waarde 0.0.0.0.
IPv6 Aan
Uit
Stel dit in op Aan als u de projector met
het netwerk wilt verbinden met IPv6.
IPv6 wordt ondersteund voor het
bewaken en bedienen van de projector
via een netwerk met Epson Web Control
en PJLink.
Autom.
configuratie
Aan
Uit
Stel dit in op Aan om adressen
automatisch toe te wijzen volgens de
Router-aankondiging.
Instelling Opties Beschrijving
Gebruik tijdelijk
adres
Aan
Uit
Stel dit in op Aan als u een tijdelijk IPv6-
adres wilt gebruiken.
Weergave IP-adres Aan
Uit
Stel dit in op Aan om het IP-adres weer
te geven op het scherm Netwerkinfo en
het Startscherm.
Menu Netwerk - Menu E-mailmelding
Via de instellingen in het menu E-mailmelding kunt u instellen om een e-
mailbericht te ontvangen als er een probleem is met de projector of als de
projector een waarschuwing geeft.
Instelling Opties Beschrijving
E-mailmelding Aan
Uit
Stel in op Aan om een e-mailbericht te
versturen naar de vooraf ingestelde
adressen wanneer zich een probleem
voordoet of een melding wordt gegeven
met betrekking tot een projector.
SMTP-server Verschillende IP-
adressen
Voer het IP-adres voor de SMTP-server
van de projector in met 0 tot 255 voor elk
adresveld.
Gebruik deze adressen niet: 127.x.x.x,
192.0.2.x of 224.0.0.0 tot en met
255.255.255.255 (waarbij x is een getal is
van 0 tot 255).
Authenticatie Openen
Auth
SSL
TLS
Selecteer het type verificatie van de
SMTP-server.
Poortnummer 1 tot 65535
(standaard is 25)
Voer een nummer in voor het
poortnummer van de SMTP-server.
Gebruikersnaam Maximaal 64
alfanumerieke
tekens
Voer een gebruikersnaam in voor de
SMTP-server.
Instellingen projectornetwerk - Menu Netwerk
256
Instelling Opties Beschrijving
Wachtwoord Maximaal 64
alfanumerieke
tekens
Voer een wachtwoord in voor
authenticatie op de SMTP-server.
Van Maximaal 64
alfanumerieke
tekens
(gebruikt geen "
( ) , : ; < > [ \]
spaties)
Voer het e-mailadres van de afzender in.
Instelling adres 1
Instelling adres 2
Instelling adres 3
Voer het e-mailadres in en selecteer de
waarschuwingen die u wilt ontvangen.
Menu Netwerk - Menu Projectorbediening
Met de instellingen in het menu Projectorbediening kunt u instellingen
selecteren voor het bedienen van de projector via een netwerk.
Instelling Opties Beschrijving
PJLink Aan
Uit
Stel dit in op Aan om de functie PJLink-
melding in te schakelen.
Wachtwoord
PJLink
Maximaal 32
alfanumerieke
tekens
(gebruik geen
spaties en andere
symbolen dan @)
Voer een wachtwoord in voor het
gebruik van het PJLink-protocol voor de
bediening van de projector.
Gemeld IP-adres Verschillende IP-
adressen
Voer het IP-adres in om de bedrijfsstatus
van de projector te ontvangen wanner de
functie PJLink-melding is ingeschakeld.
Voer de adressen in met 0 tot 255 voor
elk adresveld.
Gebruik deze adressen niet: 127.x.x.x of
224.0.0.0 tot en met 255.255.255.255
(waar x een cijfer is van 0 tot 255).
Instelling Opties Beschrijving
SNMP Aan
Uit
Stel in op Aan om de projector te
bewaken via SNMP. Om de projector te
bewaken, moet u het SNMP-
beheerprogramma op uw computer
installeren. SNMP moet door een
netwerkbeheerder worden beheerd.
Trap IP Adres 1
Trap IP Adres 2
Verschillende IP-
adressen
Voer maximaal twee IP-adressen in om
SNMP-meldingen te ontvangen, gebruik
0 tot 255 voor elk adresveld.
Gebruik deze adressen niet: 127.x.x.x of
224.0.0.0 tot en met 255.255.255.255
(waar x een cijfer is van 0 tot 255).
Gemeenschap Maximaal 32
alfanumerieke
tekens
(gebruik geen
spaties en andere
symbolen dan @)
Stel de SNMP-gemeenschapsnaam in.
AMX Device
Discovery
Aan
Uit
Stel dit in op Aan als u wilt dat de
projector gedetecteerd kan worden door
AMX Device Discovery.
Crestron
Connected
Aan
Uit
Schakel dit alleen Aan bij controle of
bediening van de projector via het
netwerk door middel van Crestron
Connected.
Als u Crestron Connected inschakelt,
wordt de functie Epson Message
Broadcasting in de Epson Projector
Management-software uitgeschakeld.
Control4 SDDP Aan
Uit
Stel dit in op Aan om toe te staan dat
apparaatinformatie wordt verkregen met
het Control4 Simple Device Discovery
Protocol (SDDP).
Instellingen projectornetwerk - Menu Netwerk
257
Instelling Opties Beschrijving
Beveiligde HTTP Aan
Uit
Voor een betere veiligheid wordt de
communicatie tussen de projector en de
computer in Web Control gecodeerd. Als
de beveiliging wordt ingesteld met Web
Control, is het aanbevolen dit op Aan te
zetten.
Webservercertificaa
t
— Importeert het webservercertificaat voor
beveiligde HTTP.
Menu Netwerk - Menu Netwerkprojectie
Via de instellingen in het menu Netwerkprojectie kunt u de instellingen met
betrekking tot de netwerkprojectie selecteren.
Instelling Opties Beschrijving
Trefwoord
projector
Aan
Uit
Stel dit in op Aan om een
beveiligingswachtwoord in te schakelen
om toegang tot de projector te
verhinderen voor iedereen die zich niet
in de dezelfde ruimte als de projector
bevindt. U moet een weergegeven,
gerandomiseerd trefwoord invoeren
vanaf een computer die Epson
iProjection gebruikt om toegang te
krijgen tot de projector en om het
huidige scherm te delen.
Epson iProjection Aan
Uit
Stel dit in op Aan om Epson iProjection
te gebruiken.
SSID Display Aan
Uit
Stel dit in op Aan om de SSID weer te
geven op het scherm Netwerkinfo en het
Startscherm.
LAN-info
weergeven
Tekst en QR-code
Tekst
Stelt het weergaveformaat in voor de
netwerkinformatie van de projector.
U kunt het mobiele apparaat met de
projector verbinden via een netwerk door
gewoon de QR-code te lezen met Epson
iProjection.
Instelling Opties Beschrijving
Moderatorwachtwo
ord
Viercijferig
nummer
Voer een wachtwoord in voor toegang
tot de projector als moderator met Epson
iProjection. (Er is standaard geen
wachtwoord ingesteld.)
Weergave
trefwoordonderbre
king
Aan
Uit
Zet dit in op Aan om een
projectortrefwoord weer te geven op het
geprojecteerde beeld wanneer u de
projector gebruikt met Epson
iProjection.
Beschikbaar wanneer Trefwoord
projector is ingesteld op Aan.
Screen Mirroring Aan
Uit
Stel dit in op Aan om de functie Screen
Mirroring te gebruiken.
Verbinding
onderbr.
Aan
Uit
Stel dit in op Aan om andere gebruikers
toe te staan de beeldprojectie te
onderbreken.
Als u twee Screen Mirroring-bronnen
wilt gebruiken, stelt u dit in op Uit.
Prestaties
aanpassen
1 (Fijn)
2
3
4 (Snel)
Past de snelheid/kwaliteit van Screen
Mirroring aan.
1: verhoogt de beeldkwaliteit.
4: verhoogt de verwerkingssnelheid.
Opname maken
(EB‑1485Fi/EB‑148
0Fi)
Actief
Niet actief
Stel dit in op Ingeschakeld om
schermopnamen van Screen Mirroring-
beelden vast te leggen vanaf de
werksetbalk op het whiteboardscherm.
Met Ingeschakeld kunt u het Screen
Mirroring-beeld uitvoeren naar de
HDMI Out-poort en dit vastleggen. De
HDCP- en H.265-functies zijn
uitgeschakeld en u zult mogelijk de
inhoud niet kunnen projecteren ermee.
Als u Inhoud wilt projecteren met
HDCP- en H.265-functies, selecteert u
Uitgeschakeld.
Instellingen projectornetwerk - Menu Netwerk
258
Instelling Opties Beschrijving
Info Screen
Mirroring.
Aan
Uit
Stel dit in op Aan om de
verbindingsinformatie weer te geven
wanneer u projecteert vanaf een Screen
Mirroring-bron.
Message
Broadcasting
Aan
Uit
Stel dit in op Aan om het bericht dat
door Epson Projector Management is
geleverd, te ontvangen. Raadpleeg de
Bedieningshandleiding voor Epson
Projector Management voor details.
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer Crestron Connected is
ingesteld op Uit.
Scherm delen Aan
Uit
Stel dit in op Aan om het delen van het
scherm tussen netwerkprojectors in te
schakelen.
Aansluitmodus
(EB‑1485Fi/EB‑148
0Fi)
Trefwoord aan
Trefwoord uit
Stel dit in op Trefwoord uit om de
authenticatie van trefwoorden voor
andere projectors over te slaan zodat u er
snel mee kunt verbinden.
gg Verwante koppelingen
• "Scherm delen" pag.206
• "De nieuwste versie van de documenten verkrijgen" pag.11
Instellingen projectorpen en aanraking - Menu Pen/aanraken
259
Met de instellingen in het menu Pen/aanraken kunt u het gebruik van de
interactieve pen en vingeraanrakingen instellen.
Dit menu verschijnt alleen voor EB‑1485Fi/EB‑1480Fi.
Instelling Opties Beschrijving
Autom. kalibreren
Handmatig
kalibreren
— Start de kalibratie voor penbewerkingen.
Aanraakeenheid Voeding Stel dit in op Aan om de voeding van de
aanraakeenheid in te schakelen.
Inst.aanraakeenhei
d
Past de hoek aan voor de laserdiffusie
zodat deze de vingeraanraakposities
nauwkeurig kan detecteren.
Instelling Opties Beschrijving
Instelgids van de
aanraakeenheid
(EB‑1485Fi)
Wanneer u de projector naast een andere
projector gebruikt, verschijnt een gids
voor het aanpassen van de instellingen
van de aangrenzende projector voor
gebruik met de aanraakeenheid.
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer HDMI-uitvoerinstelling is
ingesteld op Pass-through.
Aanraakkalibratie Voert de kalibratie uit voor
aanraakbewerkingen met uw vinger.
Kalibratiebereik Als de vingeraanrakingsbewerkingen
worden herkend als sleepbewerkingen,
selecteert u Breed om het
kalibratiebereik te verbreden.
Installatie van
projectoren
Infrarood
intensiteit
Als de prestaties van de Interactive Pen
onstabiel zijn door infrarood storingen,
selecteert u Sterk.
Projectors synchr. Als de projectors worden aangesloten
met de optionele
afstandsbedieningskabelset, selecteert u
Vast.
Pen zwevend Aan
Uit
Als dit is ingesteld op Aan, volgt de
aanwijzer de penpunt als u deze over het
scherm laat zweven en verplaatst.
PC-interactiviteit Pentrackingmodus Selecteert het apparaattype van de pen
die is herkend vanaf uw OS. Voor
Windows of Mac (inclusief de inktfunctie
van de computer), selecteert u
Penmodus en voor Ubuntu selecteert u
Muismodus.
Ingedrukt houden Als dit is ingesteld op Rechtsklikken,
werkt een lange druk met de penpunt of
vinger als een rechterklikbewerking.
Penpuntgedrag Wijst Rechtsklikken of Linksklikken toe
aan het penpunt.
Instellingen projectorpen en aanraking - Menu Pen/aanraken
260
Instelling Opties Beschrijving
USB-B2 Stelt de HDMI-poort in die wordt
gebruikt voor de computer die is
aangesloten op de USB-B2-poort
wanneer u interactieve functies gebruikt
met deze computer.
Autom. pengebied Stel dit in op Aan om het pengebied
automatisch aan te passen wanneer de
resolutie voor de aangesloten computer
wijzigt. Stel dit in op Uit als u het gebied
voor de pen dat handmatig is afgesteld,
niet automatisch wilt aanpassen.
Handmatig
pengebied
Past het pengebied handmatig aan.
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer u Pc-interactiviteit inschakelt.
Instellingen
Pen/aanraken
resetten
— Reset alle aanpassingswaarden in het
menu Pen/aanraken naar hun
standaardwaarden.
Interactieve instellingen projector - Menu Interactief
261
Met de instellingen in het menu Interactief kunt u verschillende interactieve
functies van de projector aanpassen.
Dit menu verschijnt alleen voor EB‑1485Fi/EB‑1480Fi.
a
Wanneer u het Menu Bescherming van Interactief instelt op Aan,
kunt u de instellingen niet wijzigen in het menu Interactief. Stel eerst
het Menu Bescherming van Interactief in op Uit.
Instelling Opties Beschrijving
Tekenfunctie Aan
Uit
Stel dit in op Aan om de interactieve
werkbalk weer te geven.
Werkbalken
weergeven
Altijd tonen
Verbergen voor
ingestelde tijd
Hiermee bepaalt u wanneer de
interactieve werkbalk moet worden
weergegeven.
Instelling Opties Beschrijving
Werkbalkkleur Zwart
Wit
Stelt de interactieve werkbalkkleur in.
Tekengebied tonen Aan
Uit
Stel dit in op Aan om het tekengebied
weer te geven.
Contr. gewist
scherm
Aan
Uit
Stel dit in op Aan om een
bevestigingsscherm weer te geven
voorafgaand aan iedere keer dat u alle
inhoud die op het geprojecteerde scherm
is getekend, wist.
Actie voor penknop Werkbalk Tekenen
Gum
Scherm wissen
Uit
Hiermee stelt u de functie van de knop
op de zijkant van de interactieve pen in.
Klok weergeven Datum & tijd
Datum
Tijd
Uit
Stelt de datum- en tijdweergave in op de
onderste werkbalk whiteboardmodus
Geef eerst de instelling op voor Datum &
tijd in het menu Beheer van de
projector.
Afdrukken — Raadpleeg de menutabel Afdrukken voor
details.
Opslaan — Raadpleeg de menutabel Opslaan voor
details.
E-mail — Raadpleeg de menutabel E-mail voor
details.
Directory — Raadpleeg de menutabel Directory voor
details.
Interactieve
instellingen resetten
— Stelt alle aanpassingswaarden in het
menu Interactief opnieuw in naar de
standaardinstellingen.
gg Verwante koppelingen
• "Menu Interactief - Menu Afdrukken" pag.262
• "Menu Interactief - Menu Opslaan" pag.262
• "Menu Interactief - Menu E-mail" pag.263
Interactieve instellingen projector - Menu Interactief
262
• "Menu Interactief - Menu Directory" pag.263
Menu Interactief - Menu Afdrukken
Via de instellingen in het menu Afdrukken kunt u de afdrukinstellingen
selecteren.
Instelling Opties Beschrijving
Printer USB-printer
Netwerkprinter
Uit
Stelt de standaardprinter voor afdrukken
in.
Printeradres Verschillende IP-
adressen
Voer het IP-adres in voor de
netwerkprinter. U mag de volgende IP-
adressen niet gebruiken: 127.x.x.x,
192.0.2.x of 224.0.0.0 tot en met
255.255.255.255 (waarbij x is een getal is
van 0 tot 255). Om de standaardwaarde
van het IP-adres opnieuw in te stellen,
voert u 0.0.0.0 in.
Printertype Automatisch
detecteren
Compatibel met
PCL6
ESC/P-R
Stelt het type aangesloten printer in. In
de meeste gevallen moet u dit op
Automatisch detecteren houden.
PCL-type Normaal
Modus 1
Modus 2
Als het afdrukken mislukt wanneer een
PCL6-printer wordt gebruikt in de
modus Normaal, moet u proberen te
wijzigen naar Modus 1 of Modus 2. U
zult mogelijk niet correct kunnen
afdrukken als deze instelling niet
overeenkomt met het printertype en de
printerinstellingen van de aangesloten
netwerkprinter.
Testafdruk — Drukt een testpagina af.
Standaardpapierfor
maat
A4
Letter
Stelt het standaardpapierformaat in.
Menu Interactief - Menu Opslaan
Via de instellingen in het menu Opslaan kunt u de instellingen voor het
opslaan selecteren.
Instelling Opties Beschrijving
USB-opslag Aan
Uit
Stel dit in op Aan om het bestand op te
slaan op een USB-opslagapparaat.
PC via USB-kabel Aan
Uit
Stel dit in op Aan om het bestand op te
slaan naar een apparaat dat is
aangesloten op de projector met een
USB-kabel.
Netwerkmap Aan
Uit
Stel dit in op Aan om het bestand op te
slaan naar de netwerkmap.
CIFS-server Maximaal 64
alfanumerieke
tekens
(gebruik geen " *
+ , : ; < = > ? [ \ ] ` |
en spaties)
Voer het IP-adres of FQDN (Fully
Qualified Domain Name) in voor de
CIFS-server. U mag de volgende IP-
adressen niet gebruiken: 127.x.x.x,
192.9.2.x of 224.0.0.0 tot en met
255.255.255.255 (waarbij x is een getal is
van 0 tot 255). Als u een FQDN opgeeft,
moet u een DNS-server configureren.
Pad gedeelde map Maximaal 64
alfanumerieke
tekens
(gebruik geen " * / :
< > ? en |)
Voer de naam van de netwerkmap in
"naam voor delen\mapnaam" of “naam
voor delen” in.
Gebruikersnaam Maximaal 64
alfanumerieke
tekens
(gebruik geen : en
spaties)
Voer een gebruikersnaam in die lees-
/schrijfprivileges heeft voor de
netwerkmap. U kunt een domeinnaam
invoeren door deze toe te voegen vóór de
gebruikersnaam en te scheiden door een
backslash (domein\gebruikersnaam).
Wachtwoord Maximaal 64
alfanumerieke
tekens
(gebruik geen : en
spaties)
Voer een wachtwoord in voor de
gebruikersnaam. Voer vervolgens het
wachtwoord in en selecteer OK, wordt
het wachtwoord weergegeven als een
sterretje (*).
Interactieve instellingen projector - Menu Interactief
263
Instelling Opties Beschrijving
Verbinding
controleren
— Test de netwerkverbinding.
Altijd wachtwoord
toepassen
Aan
Uit
Stel dit in op Aan om altijd een
wachtwoord in te stellen voor een
bestand. Als dit is ingesteld op Aan, kunt
u bestanden alleen opslaan in
whiteboardmodus en als een PDF- of
EWF2-format.
Menu Interactief - Menu E-mail
Via de instellingen in het menu E-mail kunt u de e-mailinstellingen
selecteren.
Instelling Opties Beschrijving
E-mailfunctie Aan
Uit
Stel dit in op Aan om het verzenden van
e-mails die de vastgelegde
whiteboardtekeningen bevatten, in te
schakelen.
SMTP-server Maximaal 64
alfanumerieke
tekens
(gebruik geen " *
+ , : ; < = > ? [ \ ] ` |
en spaties)
Voer het IP-adres of FQDN (Fully
Qualified Domain Name) in voor de
SMTP-server. U mag de volgende IP-
adressen niet gebruiken: 127.x.x.x,
192.0.2.x of 224.0.0.0 tot en met
255.255.255.255 (waarbij x is een getal is
van 0 tot 255). Als u een FQDN opgeeft,
moet u een DNS-server configureren.
Authenticatie Openen
Auth
SSL
TLS
Stelt het type authenticatie in dat de
SMTP-server verwacht.
Poortnummer 1 tot 65535 De standaard poort varieert afhankelijk
van de instelling Authenticatie: 25 voor
Open, 465 voor SSL en 587 voor TLS.
Instelling Opties Beschrijving
Gebruikersnaam Maximaal 64
alfanumerieke
tekens
(gebruik geen : en
spaties)
Voer een gebruikersnaam in voor de
SMTP-server.
Wachtwoord Maximaal 64
alfanumerieke
tekens
(gebruik geen : en
spaties)
Voer een wachtwoord in voor de SMTP-
server.
Van Maximaal 64
alfanumerieke
tekens
(gebruik geen "
( ) , : ; < > [ \ ] en
spaties)
Typ het e-mailadres dat aan de afzender
wordt getoond.
Standaard-e-
mailadres
Maximaal 64
alfanumerieke
tekens
(gebruik geen "
( ) , : ; < > [ \ ] en
spaties)
Voer het standaard e-mailadres in dat
voor het verzenden van e-mails wordt
gebruikt. U kunt ook de domeinnaam
opgeven na een markering als hulp bij
het invoeren van een e-mailadres; bijv.
"@xxx.co.jp".
Test-e-mailbericht
verzenden
— Maak verbinding met de SMTP-server en
stuurt een test-e-mail naar het adres dat
u hebt ingesteld als standaard.
Adresinvoer
verbieden
Aan
Uit
Stel dit in op Aan om alleen e-
mailadressen van een adresboek of
mapservice te kiezen.
Menu Interactief - Menu Directory
Via de instellingen in het menu Directory kunt u de instellingen voor de
directory-service selecteren.
Interactieve instellingen projector - Menu Interactief
264
Instelling Opties Beschrijving
Functie toegang
directory
Aan
Uit
Stel dit in op Aan om gebruikersnamen
en e-mailadressen te zoeken vanaf een
directory-service.
LDAP-server Maximaal 64
alfanumerieke
tekens
(gebruik geen " *
+ , : ; < = > ? [ \ ] ` |
en spaties)
Voer het IP-adres of FQDN (Fully
Qualified Domain Name) in voor de
LDAP-server. U mag de volgende IP-
adressen niet gebruiken: 127.x.x.x,
192.9.2.x of 224.0.0.0 tot en met
255.255.255.255 (waarbij x is een getal is
van 0 tot 255). Als u een FQDN opgeeft,
moet u een DNS-server configureren.
Poortnummer 1 tot 65535 Voer een poortnummer in voor de
LDAP-server. De standaardpoort is 389.
Geef "3268" op om te zoeken in de
globale catalogus.
Authenticatie Anonymous
Simple
Digest-MD5
Stelt het type authenticatie in dat de
LDAP-server verwacht. Als u Digest-
MD5 of Simple wilt selecteren als een
authenticatiemethode wanneer een IP-
adres is ingesteld voor LDAP-server,
moet u de DNS-server configureren om
omgekeerd opzoeken van DNS in te
schakelen.
Gebruikersnaam Maximaal 64
alfanumerieke
tekens
(gebruik geen : en
spaties)
Voer een gebruikersnaam in voor de
LDAP-server. Gebruik een van de
volgende methoden wanneer u de
gebruikersnaam invoert met de
domeinnaam:
• "domeinnaam\gebruikersnaam"
• "gebruikersnaam@domeinnaam"
Wachtwoord Maximaal 64
alfanumerieke
tekens
(gebruik geen : en
spaties)
Voer een wachtwoord in voor de LDAP-
server.
Verbinding
controleren
— Test de netwerkverbinding.
Instelling Opties Beschrijving
Basis-DN
doorzoeken
Maximaal 64
alfanumerieke
tekens
(gebruik geen : en
spaties)
Voer de DN (Distinguished Name) in
waar het zoeken van gebruikersnamen en
e-mailadressen moet starten. Zorg dat u
alle OU (Organizational Unit =
organisatie-eenheid) en DC (Domain
Component = domeincomponent)
opgeeft in volgorde OU dan DC; bijv.
"OU=accounts,DC=voorbeeld,DC=com".
De DN moet op of onder het DC-niveau
in de databasestructuur zijn.
Gebruikerskenmerk
en
Maximaal 64
alfanumerieke
tekens
(gebruik geen : en
spaties)
Voer het kenmerk in voor de
gebruikersnaam; bijv. "cn".
E-mailkenmerken Maximaal 64
alfanumerieke
tekens
(gebruik geen : en
spaties)
Geef het kenmerk op voor het e-
mailadres: bijv. "e-mail".
Groepskenmerken Maximaal 64
alfanumerieke
tekens
(gebruik geen : en
spaties)
Voer het kenmerk in voor de naam van
een gebruikersgroep.
Doelkenmerken
zoeken
Maximaal 64
alfanumerieke
tekens
(gebruik geen : en
spaties)
Voer de zoeksleutel in voor de
gebruikersnaam, het e-mailadres en de
naam van de gebruikersgroep. De
standaardwaarde is “cn”. U kunt
maximaal drie toetsen, gescheiden door
komma’s, opgeven. Gebruik nooit drie of
meer komma’s, komma’s aan het begin
of einde en opeenvolgende komma’s. Het
zoeken wordt uitgevoerd met naar voor
aanpassen.
Interactieve instellingen projector - Menu Interactief
265
Instelling Opties Beschrijving
Aanvullende
queryfilter
Maximaal 64
alfanumerieke
tekens
(gebruik geen : en
spaties)
Voer een aanvullende zoekfilter in voor
Doelkenmerken zoeken.
Bewerkingsinstellingen meerdere projectors - menu Multiprojectie
266
Met de instellingen in het menu Multiprojectie kunt u meerdere projectors
instellen voor het projecteren van een eenvormig beeld.
Dit menu verschijnt alleen voor EB-1485Fi/EB‑805F/EB‑800F.
Instelling Opties Beschrijving
Projector-id Uit
1 tot en met 9
Wijst een ID toe aan de projector
wanneer u meerdere projectors gebruikt.
HDMI-
uitvoerinstelling
Uit
Pass-through
Verwerken uit
Stel dit in op Pass-through om maximaal
4 projectors in te schakelen die zijn
aangesloten via HDMI-kabels voor het
projecteren van een eenvormig beeld.
Stel dit in op Verwerken uit om het
gebruik van interactieve pennen of
vingeraanraakbewerkingen voor
maximaal 2 projectors in te schakelen.
(EB‑1485Fi/EB‑1480Fi)
Instelling Opties Beschrijving
Aantal projectors 2 tot 4 Stelt het aantal projectors in dat wordt
gebruikt voor het maken van een
eenvormige beeldgebied.
De instelling wordt alleen weergegeven
HDMI-uitvoerinstelling is ingesteld op
Pass-through.
Volgorde 1 tot 4 (wanneer
HDMI-
uitvoerinstelling is
ingesteld op Pass-
through)
1 of 2 (wanneer
HDMI-
uitvoerinstelling is
ingesteld op
Verwerken uit)
Stelt de positie van deze projector in
nummervolgorde in van links naar
rechts.
Computer
verbinden
(EB‑1485Fi/EB‑148
0Fi)
Ja
Nee
Stel dit in op Ja als u een computer hebt
aangesloten op de projector.
De instelling wordt alleen weergegeven
wanneer HDMI-uitvoerinstelling is
ingesteld op Pass-through.
Geometrische corr. — Raadpleeg de menutabel Installatie voor
details over de instellingen voor
Geometrische corr.
Randoverlapping Randoverlapping
Bovenrand
Onderrand
Linkerrand
Rechterrand
Lijnhulp
Patroonhulp
Hulpkleur
Laat de rand tussen meerdere beelden
overlopen om een naadloos scherm te
creëren.
Zwartniveau Kleuraanpassing
Gebiedscorrectie
Resetten
Past de zwarte kleur van het
overlappende beeldgebied aan
Bewerkingsinstellingen meerdere projectors - menu Multiprojectie
267
Instelling Opties Beschrijving
Schaal — Raadpleeg de menutabel Afbeelding
voor details over de instellingen voor
Schaal.
Kleurgelijkheid — Raadpleeg de menutabel Beheer voor
details over de instellingen voor
Kleurgelijkheid.
Lichtmodus — Raadpleeg de menutabel Bewerking voor
details over de instellingen voor
Lichtmodus.
Kleurmatching Aanpassingsniveau
Rood
Groen
Blauw
Helderheid
Corrigeert het verschil tussen de tint en
helderheid van elk geprojecteerd beeld.
RGBCMY — Raadpleeg de menutabel Afbeelding
voor details over de instellingen voor
RGBCMY.
Multiprojectie-
instellingen resetten
— Reset alle aanpassingswaarden voor het
menu Multiprojectie naar hun
standaardwaarden.
gg Verwante koppelingen
• "Projectoridentificatiesysteem voor beheer van meerdere projectors" pag.164
• "Installatie-instellingen projector - Menu Installatie" pag.239
• "Instellingen Beeldkwaliteit - Menu Afbeelding" pag.233
• "Beheerdersinstelling projector - Beheerdersinstelling" pag.247
• "De randen van het beeld laten overlappen" pag.168
• "Het zwartniveau aanpassen" pag.171
• "De beeldkleuren afstemmen" pag.170
Geheugeninstellingen Beeldkwaliteit - Menu Geheugen
268
Via de instellingen in het menu Geheugen kunt u het opslaan en laden van
beeldkwaliteitsinstellingen beheren in het geheugen van de projector.
Instelling Opties Beschrijving
Opslaan in
geheugen
Geheugen 1 tot 10 Slaat aangepaste sets van instellingen op
in het geheugen.
Ophalen uit
geheugen
Geheugen 1 tot 10 Laadt de opgeslagen
geheugeninstellingen op en past ze toe op
het huidige beeld.
Naam geheugen
wijz.
Geheugen 1 tot 10 Wijzigt de naam van de
geheugeninstellingen.
Geheugen wissen Geheugen 1 tot 10 Verwijdert een opgeslagen geheugen.
Geheugeninstelling
en resetten
— Reset alle opgeslagen geheugens.
gg Verwante koppelingen
• "De beeldvorminstelling laden uit het geheugen" pag.80
Instellingen configuratie van de projector - Menu ECO
269
Via de instellingen in het menu ECO kunt u de projectorfuncties aanpassen
om energie te besparen.
Instelling Opties Beschrijving
Lichtmodus — Raadpleeg de menutabel Bewerking voor
details over de instellingen voor
Lichtmodus.
Sluimerstand — Raadpleeg de menutabel Bewerking voor
details over de instellingen voor
Sluimerstand.
Tijd sluimerstand — Raadpleeg de menutabel Bewerking voor
details over de instellingen voor Tijd
sluimerstand.
Timer A/V dempen — Raadpleeg de menutabel Bewerking voor
details over de instellingen voor Timer
A/V dempen.
Instelling Opties Beschrijving
Stand-by modus — Raadpleeg de menutabel Bewerking voor
details over de instellingen voor Stand-
by modus.
gg Verwante koppelingen
• "Instellingen projectorfuncties - Menu Bewerking" pag.244
Aanvankelijke instellingen en resetopties projector - Menu Aanvankelijke/Alle
instellingen
270
Via de instellingen in het menu Aanvankelijke/Alle instellingen kunt u
bepaalde projectorinstellingen opnieuw instellen naar hun standaardwaarden
en de projector plaatsten in de modus Firmware-update zodat u de firmware
kunt bijwerken.
Instelling Opties Beschrijving
Alle standaardw. — Hiermee kunt u menu’s selecteren om de
standaardwaarden opnieuw in te stellen
op hun standaardwaarden.
Firmware-update — Gat naar de modus Firmware-update om
de firmware bij te werken via de USB-A-
of USB-B-poort.
Alle opties resetten
Wanneer u Alle standaardw. selecteert, ziet u het volgende scherm.
Als u de waarden in specifieke menu’s niet wilt resetten, schakelt u het
selectievakje naast de betreffende menunamen uit. Als u klaar bent om de
waarden opnieuw in te stellen, selecteert u Uitvoeren.
U kunt de volgende instellingen niet resetten:
• Digitale zoom
• Beeldverschuiving
• Gebruikerspatroon
• Taal
a
Voor de menu’s Netwerk en Interactief keren de instellingen niet
terug naar hun standaardwaarde met de optie Alle standaardw. als u
de instelling Menu Bescherming inschakelt.
gg Verwante koppelingen
• "De firmware bijwerken" pag.285
Menu-instellingen kopiëren tussen projectors (Batchinstelling)
271
Na het selecteren van de menu-instellingen voor een projector kunt u de
volgende methoden gebruiken om de instellingen te kopiëren naar andere
projectors, zolang ze hetzelfde model hebben.
• met behulp van een USB-flashstation
• door de computer en de projector met elkaar te verbinden via een USB-
kabel
• met Epson Projector Management
U kunt geen unieke informatie kopiëren naar een individuele projector, zoals
Uren licht of Status.
a
• Voer de batchinstelling uit voordat u beeldinstellingen, zoals
keystone-vervormingscorrectie, aanpast. Omdat de
beeldaanpassingswaarden ook naar een andere projector worden
gekopieerd, worden de aanpassingen die u hebt gemaakt voordat u
de batchinstelling uitvoert, overschreven en kan het geprojecteerde
scherm dat u hebt aangepast, wijzigen.
• Wanneer u de menu-instellingen van de ene projector naar een
andere kopieert, wordt ook het gebruikerslogo gekopieerd. Registreer
geen informatie die u niet wilt delen tussen meerdere projectoren,
zoals een gebruikerslogo.
• Controleer of Batchconf. bereik is ingesteld op Beperkt als u de
volgende instellingen niet wilt kopiëren:
• Instellingen Wachtwoordbeveiliging
• EDID in het menu Signaal I/O
• Instellingen in het menu Netwerk
s Beheer > Batchconf. bereik
Let op
Epson aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor fouten in de batchinstelling en
verwante reparatiekosten veroorzaakt door stroomuitval, communicatiefouten of
andere problemen die dergelijke fouten kunnen veroorzaken.
gg Verwante koppelingen
• "Instellingen overdragen vanaf een USB-flashstation" pag.271
• "Instellingen overdragen vanaf een computer" pag.272
Instellingen overdragen vanaf een USB-flashstation
U kunt menu-instellingen met een USB-flashstation van de ene projector naar
een andere met hetzelfde model kopiëren.
a
Het USB-flashstation moet een FAT-formaat gebruiken en mag geen
beveiligingsfunctie bevatten. Verwijder alle bestanden op het station
voordat u het gebruikt voor een batchinstelling, anders worden de
instellingen mogelijk niet juist opgeslagen.
a
Koppel de voedingskabel los van de projector en controleer of alle
indicatielampjes op de projector uit zijn gegaan.
b
Sluit een leeg USB-flashstation direct aan op de USB-A-poort van de
projector.
c
Houd de [Esc]-knop op de afstandsbediening of het bedieningspaneel
ingedrukt en sluit de voedingskabel aan op de projector.
d
Laat de knop [Esc] los wanneer alle lampjes van de projector branden.
De lampjes beginnen te knipperen en het batchinstellingsbestand wordt
naar het USB-flashstation overgezet. Wanneer het schrijven is voltooid,
schakelt de projector uit.
Let op
Koppel de voedingskabel of het USB-flashstation niet los van de projector
terwijl het bestand wordt overgezet. Als de voedingskabel of het USB-
flashstation wordt losgekoppeld, zal de projector mogelijk niet juist starten.
e
Verwijder het USB-flashstation.
Menu-instellingen kopiëren tussen projectors (Batchinstelling)
272
a
De bestandsnaam voor het batchinstellingsbestand is
PJCONFDATA.bin. Als u de bestandsnaam moet wijzigen, voeg
tekst toe na PJCONFDATA. Gebruik hierbij uitsluitend
alfanumerieke tekens. Als u het gedeelte PJCONFDATA van de
bestandsnaam wijzigt, zal de projector het bestand mogelijk niet
correct herkennen.
f
Koppel de voedingskabel los van de projector waarnaar u de
instellingen wilt kopiëren en controleer of alle lampjes op de projector
zijn gedoofd.
g
Sluit het USB-flashstation met het opgeslagen batchinstellingsbestand
aan op de USB-A-poort van de projector.
h
Houd de knop [Menu] op de afstandsbediening of het bedieningspaneel
ingedrukt en sluit de voedingskabel aan op de projector.
i
Laat de knop [Menu] los wanneer alle lampjes van de projector
branden. (De lampjes blijven gedurende ongeveer 75 seconden
branden.)
Wanneer alle indicatielampjes beginnen te knipperen, worden de
instellingen geschreven. Wanneer het schrijven is voltooid, schakelt de
projector uit.
Let op
Koppel de voedingskabel of het USB-flashstation niet los van de projector
terwijl het bestand wordt overgezet. Als de voedingskabel of het USB-
flashstation wordt losgekoppeld, zal de projector mogelijk niet juist starten.
j
Verwijder het USB-flashstation.
Instellingen overdragen vanaf een computer
U kunt menu-instellingen van de ene projector naar een andere van hetzelfde
model kopiëren door de computer en projector te verbinden met een USB-
kabel.
a
U kunt deze batchinstelmethode gebruiken met de volgende
besturingssysteemversies:
• Windows 7 of nieuwer
• OS X 10.11.x en nieuwer
a
Koppel de voedingskabel los van de projector en controleer of alle
indicatielampjes op de projector uit zijn gegaan.
b
Sluit een USB-kabel aan op de USB-poort van de computer en op de
USB-B1- of USB-B-poort van de projector.
c
Houd de [Esc]-knop op de afstandsbediening of het bedieningspaneel
ingedrukt en sluit de voedingskabel aan op de projector.
d
Laat de knop [Esc] los wanneer alle lampjes van de projector branden.
De computer herkent de projector als een verwisselbare schijf.
e
Open het pictogram of de map van de verwisselbare schijf en sla het
batchinstellingsbestand op de computer op.
a
De bestandsnaam voor het batchinstellingsbestand is
PJCONFDATA.bin. Als u de bestandsnaam moet wijzigen, voeg
tekst toe na PJCONFDATA. Gebruik hierbij uitsluitend
alfanumerieke tekens. Als u het gedeelte PJCONFDATA van de
bestandsnaam wijzigt, zal de projector het bestand mogelijk niet
correct herkennen.
f
Werp het USB-apparaat uit (Windows) of sleep het pictogram van de
verwisselbare schijf naar de Prullenmand (Mac).
Menu-instellingen kopiëren tussen projectors (Batchinstelling)
273
g
Koppel de USB-kabel los.
De projector wordt uitgeschakeld.
h
Koppel de voedingskabel los van de projector waarnaar u de
instellingen wilt kopiëren en controleer of alle lampjes op de projector
zijn gedoofd.
i
Sluit een USB-kabel aan op de USB-poort van de computer en op de
USB-B1- of USB-B-poort van de projector.
j
Houd de knop [Menu] op de afstandsbediening of het bedieningspaneel
ingedrukt en sluit de voedingskabel aan op de projector.
k
Laat de knop [Menu] los wanneer alle lampjes van de projector
branden.
De computer herkent de projector als een verwisselbare schijf.
l
Kopieer het batchinstellingsbestand (PJCONFDATA.bin) dat u op de
computer hebt opgeslagen, naar de map op het hoogste niveau van de
verwisselbare schijf.
a
Kopieer alleen het batchinstellingsbestand en geen andere
bestanden of mappen naar de verwisselbare schijf.
m
Werp het USB-apparaat uit (Windows) of sleep het pictogram van de
verwisselbare schijf naar de Prullenmand (Mac).
n
Koppel de USB-kabel los.
Wanneer alle indicatielampjes beginnen te knipperen, worden de
instellingen geschreven. Wanneer het schrijven is voltooid, schakelt de
projector uit.
Let op
Koppel de voedingskabel niet los van de projector terwijl het bestand wordt
overgezet. Als de voedingskabel wordt losgekoppeld, zal de projector
mogelijk niet juist starten.
gg Verwante koppelingen
• "Foutmelding batchinstelling" pag.273
Foutmelding batchinstelling
De lampjes op de projector geven aan als er een fout optreedt tijdens een
batchinstelling. Controleer de status van de lampjes van de projector en volg
de instructies die in de onderstaande tabel zijn beschreven.
Lampjesstatus Probleem en oplossingen
• Laser: oranje - snel
knipperend
• Temp: oranje - snel
knipperend
Het batchinstellingsbestand is mogelijk beschadigd of
het USB-flashstation is mogelijk niet correct
aangesloten.
Koppel het USB-flashstation los, koppel de
voedingskabel van de projector los en sluit deze weer
aan en probeer het dan opnieuw.
• Voeding: blauw - snel
knipperend
• Status: blauw - snel
knipperend
• Laser: oranje - snel
knipperend
• Temp: oranje - snel
knipperend
Het schrijven van de instellingen is mogelijk mislukt en
er is mogelijk een fout opgetreden in de firmware van
de projector.
Stop het gebruik van de projector en trek de stekker uit
het stopcontact. Neem contact op met Epson voor hulp.
De projector onderhouden
Volg de instructies in deze secties om uw projector te onderhouden.
gg Verwante koppelingen
• "Onderhoud projector" pag.275
• "De lens reinigen" pag.276
• "De projectorbehuizing reinigen" pag.277
• "Onderhoud van de luchtfilter en ventilatieopeningen" pag.278
• "De interactieve penpunt vervangen" pag.282
• "De firmware bijwerken" pag.285
Onderhoud projector
275
U moet mogelijk de projectorlens reinigen en de luchtfilter en
ventilatieopeningen schoonmaken om te voorkomen dat de projector
oververhit raakt door geblokkeerde ventilatie.
De enige onderdelen die u moet vervangen, zijn de luchtfilter, de batterijen
van de afstandsbedieningen, de batterijen van de interactieve pen en
interactieve penpunten. Als er andere onderdelen moeten worden vervangen,
neemt u contact op met Epson of een erkend Epson-servicecentrum.
Waarschuwing
Voordat u een onderdeel van de projector schoonmaakt, moet u dit uitschakelen
en de voedingskabel loskoppelen. Open nooit een deksel van de projector, behalve
zoals specifiek toegelicht in deze handleiding. Gevaarlijke elektrische spanningen
in de projector kunnen ernstig letsel veroorzaken.
De lens reinigen
276
Reinig de projectorlens regelmatig of wanneer u stof of vegen op het
oppervlak merkt.
• Om stof of vlekken te verwijderen veegt u de lens schoon met
lensreinigingspapier.
• Om hardnekkige vlekken te verwijderen, bevochtigt u een zachte vezelvrije
doek met lensreinigingsmiddel en veegt u de lens voorzichtig schoon. Spuit
vloeistof niet direct op de lens.
Waarschuwing
Gebruik geen lensreinigingsmiddel dat brandbaar gas bevat. De hoge
temperatuur die wordt gegenereerd door de projector, kan brand veroorzaken.
Let op
Gebruik geen glasreinigingsmiddel of ruwe materialen voor het reinigen van de
lens en stel het product niet bloot aan eventuele impact, anders kan het
beschadigd raken. Gebruik geen luchtspray aangezien deze gassen een brandbaar
residu kunnen achterlaten.
De projectorbehuizing reinigen
277
Voordat u de projectorbehuizing reinigt, moet u de projector uitschakelen en
de voedingskabel loskoppelen.
• Om stof of vuil te verwijderen, moet u een zachte, droge, vezelvrije doek
gebruiken.
• Om hardnekkig vuil te verwijderen, gebruikt u een zachte doek die is
bevochtigd met water en zachte zeep. Spuit vloeistof niet direct op de
projector.
Let op
Gebruik geen was, alcohol, benzeen, verfverdunner of andere chemische
producten voor het reinigen van de projectorbehuizing. Dergelijke producten
kunnen de behuizing beschadigen. Gebruik geen luchtspray aangezien deze
gassen een brandbaar residu kunnen achterlaten.
Onderhoud van de luchtfilter en ventilatieopeningen
278
Regelmatig filteronderhoud is belangrijk voor uw projector. Reinig de
luchtfilter wanneer een bericht verschijnt met de melding dat de temperatuur
binnenin de projector een hoog niveau heeft bereikt. Het wordt aanbevolen
deze onderdelen om de 20000 uur te reinigen. Reinig ze vaker als u de
projector in een omgeving gebruikt die meer stof bevat dan verwacht.
(Uitgaande van het feit dat de projector wordt gebruikt in een atmosfeer waar
stofdeeltjes in de lucht kleiner zijn dan 0,04 tot 0,2 mg/m3.)
Let op
Als er geen regelmatig onderhoud wordt uitgevoerd, zal uw Epson-projector u
melden wanneer de temperatuur binnenin de projector een hoog niveau heeft
bereikt. Wacht niet tot deze waarschuwing verschijnt om uw projectorfilter te
onderhouden aangezien langdurige blootstelling aan hoge temperaturen de
levensduur van de projector kan verkorten.
gg Verwante koppelingen
• "De Luchtfilter Reinigen" pag.278
• "De luchtfilter vervangen" pag.280
De Luchtfilter Reinigen
U moet de luchtfilters van de projector reinigen in de volgende
omstandigheden:
• De filters of ventilators worden stoffig.
• U ziet een bericht met de instructie ze te reinigen.
a
Schakel de projector uit en koppel de voedingskabel los.
b
Maak de schroeven los en open het luchtfilterdeksel.
c
Trek de luchtfilter uit de projector.
Onderhoud van de luchtfilter en ventilatieopeningen
279
d
Tik 4 of 5 keer op elke zijde van de luchtfilter om alle overtollig stof los
te schudden.
Let op
Gebruik geen overmatige kracht als u op de luchtfilter tikt, anders kan deze
barsten en onbruikbaar worden.
e
Stofzuig de voorzijde van de luchtfilter (de zijde met de lipjes) om het
resterend stof te verwijderen.
Let op
• Spoel de luchtfilter niet af in water of gebruik geen schoonmaakmiddel of
oplosmiddel om het te reinigen.
• Gebruik geen luchtspray. De gassen kunnen een brandbaar residu
achterlaten of stof en afval in de optische elementen of andere gevoelige
gebieden van de projector duwen.
f
Monteer de luchtfilter in de projector zoals weergegeven.
g
Sluit het luchtfilterdeksel en maak de schroeven vast.
Onderhoud van de luchtfilter en ventilatieopeningen
280
De luchtfilter vervangen
U moet de luchtfilter vervangen in de volgende omstandigheden:
• Na het reinigen van de luchtfilter ziet u een bericht dat de filter gereinigd of
vervangen moet worden
• Het luchtfilter is gescheurd of beschadigd
U kunt het luchtfilter vervangen terwijl de projector aan het plafond is
gemonteerd of op een tafel is geplaatst.
a
Schakel de projector uit en koppel de voedingskabel los.
b
Maak de schroeven los en open het luchtfilterdeksel.
c
Trek de luchtfilter uit de projector.
a
Gooi gebruikte luchtfilters weg conform de lokale regelgeving.
• Filterframe: polypropyleen
• Filter: polypropyleen
d
Monteer de nieuwe luchtfilter in de projector zoals weergegeven.
Onderhoud van de luchtfilter en ventilatieopeningen
281
e
Sluit het luchtfilterdeksel en maak de schroeven vast.
De interactieve penpunt vervangen
282
Twee interactieve pennen worden geleverd met twee types penpunten, zachte
punten en harde punten. De zachte penpunten worden standaard op de
pennen geïnstalleerd. (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi).
• Als de zachte punt vuil of beschadigd wordt, zal de pen minder goed
reageren. Vervang dit door een nieuw punt dat bij het product is geleverd.
• Als de zachte punt moeilijk te gebruiken is op een oppervlak met een
textuur, vervangt u dat door een harde punt.
• Als u een ultrabreed scherm gebruikt met een beeldverhouding van 16:6,
gebruikt u alleen de harde penpunt (EB-1485Fi).
a
Als de harde punt versleten of beschadigd is, moet u deze vervangen
door een nieuwe.
gg Verwante koppelingen
• "De Zachte Penpunt vervangen" pag.282
• "De zachte penpunt vervangen door een harde penpunt" pag.283
De Zachte Penpunt vervangen
a
Draai de punt van de interactieve pen om te verwijderen.
b
Trek de zachte punt recht naar buiten.
De interactieve penpunt vervangen
283
c
Stop de nieuwe punt in de pen.
d
Draai de penpunt.
De zachte penpunt vervangen door een harde
penpunt
a
Draai de punt van de interactieve pen om te verwijderen.
De interactieve penpunt vervangen
284
b
Draai de harde penpunt.
De firmware bijwerken
285
Wanneer u de optie Firmware-update selecteert in het menu
Aanvankelijke/Alle instellingen van de projector, gaat de projector naar de
modus voor de firmware-update en is het apparaat gereed voor het uitvoeren
van een firmware-update via de USB-A- of USB-B-poort.
gg Verwante koppelingen
• "Firmware bijwerken met een USB-opslagapparaat" pag.285
• "De firmware bijwerken via een computer en een USB-kabel" pag.286
Firmware bijwerken met een USB-opslagapparaat
U kunt de firmware van de projector bijwerken met een USB-opslagapparaat.
a
Verantwoordelijkheid voor het bijwerken van de firmware ligt bij de
klant. Als een firmware-update mislukt door problemen, zoals een
stroomonderbreking of communicatieproblemen, worden kosten
aangerekend voor eventuele benodigde reparaties.
a
Download het bestand met de projectorfirmware van de Epson-website.
b
Kopieer het gedownloade firmwarebestand naar de hoofdmap (hoogste
map in de hiërarchie) van het USB-opslagapparaat.
a
• Het USB-opslagapparaat moet worden geformatteerd in FAT-
formaat.
• Kopieer geen andere bestanden naar het USB-opslagapparaat.
• Wijzig de firmwarebestandsnaam niet. Als de bestandnaam is
gewijzigd, zal de firmware-update niet starten.
• Controleer of het firmwarebestand dat u hebt gekopieerd, het
correcte bestand is voor uw projectormodel. Als het
firmwarebestand niet correct is, zal de firmware-update niet
starten.
c
Sluit het USB-opslagapparaat aan op de USB-A-poort van de projector.
a
Sluit het USB-opslagapparaat rechtstreeks op de projector aan.
Als het USB-opslagapparaat is verbonden via een USB-hub,
wordt de firmware-update mogelijk niet correct toegepast.
d
Druk op de knop [Menu], selecteer het menu Aanvankelijke/Alle
instellingen en druk op [Enter].
e
Selecteer Firmware-update en druk op [Enter].
f
Selecteer Ja om de firmware-update te starten.
De firmware bijwerken
286
a
• Koppel de voedingskabel niet los van de projector terwijl de
firmware wordt bijgewerkt. Als de voedingskabel wordt
losgekoppeld, zal de projector mogelijk niet juist starten.
• Koppel de het USB-opslagapparaat niet los van de projector
terwijl de firmware wordt bijgewerkt. Als het USB-
opslagapparaat is losgekoppeld, wordt de update mogelijk niet
correct toegepast.
Alle indicatoren van de projector beginnen te knipperen en de
firmware-update start. Wanneer de update normaal eindigt, gaat de
projector naar de stand-bystatus (alleen de voedingsindicator licht
blauw op). Als Dir. inschakelen is ingesteld op Aan in het menu
Bewerking van de projector, wordt de projector opnieuw ingeschakeld.
Wanneer de update is voltooid, controleert u het menu Informatie in het
menu Beheer van de projector om zeker te zijn dat de Versiegegevens werden
bijgewerkt naar de correcte firmwareversie.
a
Wanneer alle indicators snel knipperen, is de firmware-update
mogelijk mislukt. Koppel de voedingskabel los van de projector en sluit
deze dan opnieuw aan op de projector. Als de indicatoren blijven
knipperen, zelfs na het opnieuw aansluiten van de voedingskabel, trekt
u de voedingsstekker uit het stopcontact en neem contact op met
Epson.
De firmware bijwerken via een computer en een USB-
kabel
U kunt de firmware van de projector bijwerken met de hulp van een
computer en een USB-kabel.
a
• Verantwoordelijkheid voor het bijwerken van de firmware ligt bij de
klant. Als een firmware-update mislukt door problemen, zoals een
stroomonderbreking of communicatieproblemen, worden kosten
aangerekend voor eventuele benodigde reparaties.
• Uw computer moet een van de volgende besturingssystemen
uitvoeren om de firmware te kunnen bijwerken.
• Windows 8.1 (32- en 64-bits)
• Windows 10 (32- en 64-bits)
• macOS 10.13.x (64-bits)
• macOS 10.14.x (64-bits)
• macOS 10.15.x (64-bits)
a
Download het bestand met de projectorfirmware van de Epson-website.
a
• Wijzig de firmwarebestandsnaam niet. Als de bestandnaam is
gewijzigd, zal de firmware-update niet starten.
• Controleer of het firmwarebestand dat u hebt gekopieerd, het
correcte bestand is voor uw projectormodel. Als het
firmwarebestand niet correct is, zal de firmware-update niet
starten.
b
Sluit de USB-kabel aan op de USB-poort van de computer en op de
USB-B1- of USB-B-poort van de projector.
De firmware bijwerken
287
c
Druk op de knop [Menu], selecteer het menu Aanvankelijke/Alle
instellingen en druk op [Enter].
d
Selecteer Firmware-update en druk op [Enter].
e
Selecteer Ja om de firmware-update te starten.
a
Koppel de voedingskabel niet los van de projector terwijl de
firmware wordt bijgewerkt. Als de voedingskabel wordt
losgekoppeld, zal de projector mogelijk niet juist starten.
Alle indicatoren van de projector lichten op en de projector gaat naar
de firmware-updatemodus. De computer herkent de projector als een
verwisselbare schijf.
f
Kopieer het firmwarebestand op de computer naar de hoofdmap
(hoogste map in de hiërarchie) van de verwisselbare schijf.
a
• Kopieer geen andere bestanden of mappen naar de
verwisselbare schijf. Anders gaan de bestanden of mappen
verloren.
• De projector wordt automatisch uitgeschakeld als de USB-
kabel of de voedingskabel wordt losgekoppeld voordat het
firmwarebestand kan worden gekopieerd naar de verwisselbare
schijf. Voer de procedure in dat geval opnieuw uit.
g
Voer de stappen uit om een USB-apparaat veilig te verwijderen van de
computer en de USB-kabel los te koppelen van de projector.
Alle indicatoren van de projector beginnen te knipperen en de
firmware-update start. Wanneer de update normaal eindigt, gaat de
projector naar de stand-bystatus (alleen de voedingsindicator licht
blauw op). Als Dir. inschakelen is ingesteld op Aan in het menu
Bewerking van de projector, wordt de projector opnieuw ingeschakeld.
Wanneer de update is voltooid, controleert u het menu Informatie in het
menu Beheer van de projector om zeker te zijn dat de Versiegegevens werden
bijgewerkt naar de correcte firmwareversie.
a
• Wanneer alle indicators snel knipperen, is de firmware-update
mogelijk mislukt. Koppel de voedingskabel los van de projector en
sluit deze dan opnieuw aan op de projector. Als de indicatoren
blijven knipperen, zelfs na het opnieuw aansluiten van de
voedingskabel, trekt u de voedingsstekker uit het stopcontact en
neem contact op met Epson.
• Als er gedurende 20 minuten geen bewerkingen worden uitgevoerd
in de updatemodus, schakelt de projector automatisch uit. Voer de
procedure in dat geval opnieuw uit.
Problemen oplossen
Controleer de oplossingen in deze secties als u problemen ondervindt met de projector.
gg Verwante koppelingen
• "Projectieproblemen" pag.289
• "Status projectorlampjes" pag.290
• "Beeld- of geluidsproblemen oplossen" pag.292
• "Problemen met de bediening van de projector en de afstandsbediening oplossen" pag.299
• "Problemen met interactieve functies oplossen" pag.301
• "Oplossingen voor problemen in de modus Inhoudsweergave" pag.305
• "Netwerkproblemen oplossen" pag.306
• "Oplossingen wanneer HDMI-link niet werkt" pag.310
Projectieproblemen
289
Als de projector niet goed werkt, moet u deze uitschakelen, loskoppelen en
opnieuw aansluiten en inschakelen.
Controleer het volgende als dit het probleem niet oplost:
• De lampjes op de projector kunnen het probleem aangeven.
• De oplossingen in deze handleiding kunnen u helpen met het oplossen van
veel problemen.
Als geen van deze oplossingen helpt, kunt u contact opnemen met Epson voor
technische ondersteuning.
Status projectorlampjes
290
De lampjes op de projector geven de projectorstatus aan en laten u weten
wanneer een probleem optreedt. Controleer de status en kleur van de lampjes
en raadpleeg dan deze tabel voor een oplossing.
a
• Als de lampjes een patroon tonen dat niet wordt vermeld in de
onderstaande tabel, schakelt u de projector uit, haalt u de stekker uit
het stopcontact en neemt u contact op met Epson voor hulp.
• Wanneer de instelling Indicatoren op Uit staat in het menu
Bewerking van de projector, zijn alle indicatielampjes uit in normale
projectieomstandigheden.
A
Voedingsindicatielampje
B
Statusindicatielampje
C
Laserindicatielampje
D
Temp-lampje (temperatuur)
E
Draadloos LAN-lampje (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi)
Projectorstatus
Lampje en status Probleem en oplossingen
Voeding: blauw opgelicht
Status: blauw opgelicht
Laser: uit
Temp: uit
Normale werking.
Voeding: blauw opgelicht
Status: knipperend blauw
Laser: uit
Temp: uit
Opwarmen, uitschakelen of afkoelen.
Wacht tijdens het opwarmen ongeveer 30 seconden tot
een beeld verschijnt.
Alle knoppen worden uitgeschakeld tijdens het
opwarmen, uitschakelen en afkoelen.
Voeding: blauw opgelicht
Status: uit
Laser: uit
Temp: uit
Stand-by, sluimerstand of controle.
Wanneer u op de voedingsknop drukt, start de projectie.
Voeding: knipperend
blauw
Status: uit
Laser: uit
Temp: uit
Voorbereiden voor bewaking of snelle opstartmodus.
Alle functies zijn uitgeschakeld.
Voeding: statuslampje
varieert
Status: knipperend blauw
Laser: knipperend oranje
Temp: status lampje
varieert
Vernieuwingsmodus is bezig.
s Beheer > Vernieuwingsmodus
Status projectorlampjes
291
Lampje en status Probleem en oplossingen
Voeding: knipperend
blauw
Status: status lampje
varieert
Laster: status lampje
varieert
Temp: knipperend oranje
Projector is te warm.
• Controleer of de ventilatie-openingen en de luchtfilter
niet zijn verstopt met stof of geblokkeerd worden door
objecten in de buurt.
• Reinig of vervang het luchtfilter.
• Controleer of de omgevingstemperatuur niet te warm
is.
Voeding: uit
Status: knipperend blauw
Laser: uit
Temp: oranje opgelicht
De projector is oververhit en uitgeschakeld. Laat deze
uitgeschakeld om de projector gedurende 5 minuten te
laten afkoelen.
• Controleer of de ventilatie-openingen en de luchtfilter
niet zijn verstopt met stof of geblokkeerd worden door
objecten in de buurt.
• Controleer of de omgevingstemperatuur niet te warm
is.
• Reinig of vervang het luchtfilter.
• Als u de projector op grote hoogte gebruikt, zet u de
instelling Hoogtemodus op Aan in het menu
Installatie van de projector.
• Als het probleem zich blijft voordoen, koppelt u de
projector los en neemt u contact op met Epson voor
hulp.
Voeding: knipperend
blauw
Status: status lampje
varieert
Laser: knipperend oranje
Temp: status lampje
varieert
Waarschuwing laser.
Schakel de projector uit, koppel deze los en neem
contact op met Epson voor hulp.
Voeding: uit
Status: knipperend blauw
Laser: oranje opgelicht
Temp: uit
Er is een probleem met de laser.
Schakel de projector uit, koppel deze los en neem
contact op met Epson voor hulp.
Lampje en status Probleem en oplossingen
Voeding: uit
Status: knipperend blauw
Laser: uit
Temp: knipperend oranje
Er is een probleem met een ventilator of sensor.
Schakel de projector uit, koppel deze los en neem
contact op met Epson voor hulp.
Voeding: uit
Status: knipperend blauw
Laser: knipperend oranje
Temp: uit
Interne projectorfout.
Schakel de projector uit, koppel deze los en neem
contact op met Epson voor hulp.
Status draadloos LAN
Lampje status van
draadloos LAN
Probleem en oplossingen
Blauw opgelicht Draadloos LAN is beschikbaar.
Blauw knipperend (snel) Verbinden met een apparaat.
Blauw knipperend
(langzaam)
Er is een fout opgetreden. Schakel de projector uit en
opnieuw in.
Uit Draadloos LAN is niet beschikbaar. Controleer of de
instelling Voeding draadl. LAN op Aan staat in het
menu Beheer van de projector.
gg Verwante koppelingen
• "Beheerdersinstelling projector - Beheerdersinstelling" pag.247
• "Installatie-instellingen projector - Menu Installatie" pag.239
• "De Luchtfilter Reinigen" pag.278
• "De luchtfilter vervangen" pag.280
Beeld- of geluidsproblemen oplossen
292
Controleer de oplossingen in deze secties als u problemen ondervindt met de
geprojecteerde beelden of het geluid.
gg Verwante koppelingen
• "Oplossingen wanneer er geen beeld verschijnt" pag.292
• "Oplossingen wanneer een beeld onjuist is bij gebruik van de USB Display-
functie" pag.292
• "Oplossingen wanneer het bericht "Geen signaal" verschijnt" pag.293
• "Oplossingen wanneer het bericht "Niet ondersteund" verschijnt" pag.294
• "Oplossingen wanneer alleen een gedeeltelijk beeld verschijnt" pag.294
• "Oplossingen wanneer het beeld niet rechthoekig is" pag.295
• "Oplossingen wanneer het beeld ruis bevat of statisch is" pag.295
• "Oplossingen wanneer het beeld vaag of wazig is" pag.296
• "Oplossingen wanneer de beeldhelderheid of kleuren onjuist zijn" pag.296
• "Oplossingen wanneer een schaduwbeeld op het geprojecteerde beeld blijft"
pag.297
• "Oplossingen voor geluidsproblemen" pag.297
• "Oplossingen voor microfoonproblemen" pag.297
• "Oplossingen wanneer beeldbestandsnamen niet correct worden
weergegeven in PC Free" pag.298
Oplossingen wanneer er geen beeld verschijnt
Probeer de volgende oplossingen als er geen beeld verschijnt:
• Druk op de knop [A/V Mute] op de afstandsbediening om te zien of het
beeld tijdelijk is uitgeschakeld.
• Controleer of alle nodige kabels goed zijn aangesloten en of de voeding van
de projector en aangesloten videobronnen is ingeschakeld.
• Druk op de voedingsknop van de projector om deze te activeren in de
stand-by modus of de sluimerstand. Controleer ook of de aangesloten
computer in de sluimerstand staat of een blanco schermbeveiliging toont.
• Als de projector niet reageert wanneer u op de knoppen van het
bedieningspaneel drukt, zijn de knoppen mogelijk vergrendeld ter
beveiliging. Ontgrendel de knoppen onder de instelling Toetsvergrendeling
in het menu Beheer van de projector of gebruik de afstandsbediening om de
projector in te schakelen.
• Wanneer u een beeldbron projecteert die is aangesloten op de poort
Computer2/Monitor Out, stelt u Monitoruitgang in op Computer2 in het
menu Signaal I/O van de projector.
• Pas de instelling Helderheid in het menu Afbeelding van de projector aan
om de individuele beeldkleuren te verbeteren.
• Pas de helderheid van de lichtbron van uw projector aan.
s Bewerking > Helderheidsaanpassing lichtbron
• Controleer of de instelling Berichten op Aan staat in het menu Weergeven
van de projector.
• De projector kan auteursrechtelijk beschermde video's die u op een
computer afspeelt, mogelijk niet projecteren. Raadpleeg de handleiding die
bij de computer is geleverd voor meer informatie.
• Voor beelden die zijn geprojecteerd met Windows Media Center moet u de
schermgrootte verkleinen vanuit de volledige schermmodus.
• Voor beelden die zijn geprojecteerd van toepassingen met Windows
DirectX, schakelt u de DirectX-functies uit.
gg Verwante koppelingen
• "Beheerdersinstelling projector - Beheerdersinstelling" pag.247
• "Instellingen ingangssignaal - Menu Signaal I/O" pag.236
• "Instellingen Beeldkwaliteit - Menu Afbeelding" pag.233
• "Instellingen projectorfuncties - Menu Bewerking" pag.244
• "Instellingen projectorweergave - Menu Weergeven" pag.242
• "De projectorknoppen ontgrendelen" pag.181
Oplossingen wanneer een beeld onjuist is bij gebruik
van de USB Display-functie
Als er geen beeld verschijnt of als het beeld onjuist verschijnt met de functie
USB Display, kunt u één van de volgende oplossingen proberen:
• Druk op de knop [USB] op de afstandsbediening.
• Koppel de USB-kabel los en sluit deze opnieuw aan.
Beeld- of geluidsproblemen oplossen
293
• Controleer of de instelling USB Display op Aan staat in het menu Signaal
I/O van de projector (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi).
• Controleer of de Epson USB Display-software goed is geïnstalleerd.
Afhankelijk van uw besturingssysteem of de computerinstellingen, wordt de
software mogelijk niet automatisch geïnstalleerd. Download de recentste
software van de volgende website en installeer deze.
epson.sn
• Selecteer voor Mac, het pictogram USB Display in de map Dock. Als het
pictogram niet verschijnt op het Dock, dubbelklikt u op USB Display in de
map Toepassingen.
Als u Afsluiten selecteert in het pictogrammenu USB Display in Dock, zal
USB Display niet automatisch starten wanneer u de USB-kabel aansluit.
• Als de muiscursor flikkert, selecteert u Zorg ervoor dat de beweging van de
muisaanwijzer vloeiend verloopt in het programma Instellingen Epson
USB Display op uw computer.
• Schakel de instelling Gelaagd venster verzenden in het programma
Instellingen Epson USB Display op uw computer uit.
• Als u de computerresolutie wijzigt tijdens de projectie, kunnen de prestaties
en kwaliteit van de video afnemen.
• Voor beelden die zijn geprojecteerd met Windows Media Center moet u de
schermgrootte verkleinen vanuit de volledige schermmodus.
• Voor beelden die zijn geprojecteerd van toepassingen met Windows
DirectX, schakelt u de DirectX-functies uit.
gg Verwante koppelingen
• "Aansluiten op een computer voor USB-video en -audio" pag.36
Oplossingen wanneer het bericht "Geen signaal"
verschijnt
Probeer de volgende oplossingen als het bericht "Geen signaal" verschijnt:
• Druk op de knop [Source Search] en wacht enkele seconden tot een beeld
verschijnt.
• Schakel de aangesloten computer- of videobron in en druk op Afspelen om
uw presentatie te starten, indien nodig.
• Controleer of alle voor de projectie benodigde kabels goed zijn aangesloten.
• Als u projecteert vanaf een laptop, moet u ervoor zorgen dat deze is
ingesteld voor weergave op een externe monitor.
• Schakel indien nodig de projector en de aangesloten computer of videobron
uit en vervolgens opnieuw in.
• Als u projecteert vanaf een HDMI-bron, moet u de HDMI-kabel vervangen
door de kortere.
• Als u projecteert vanaf een HDMI-bron, wijzigt u de instelling HDMI EQ-
instelling in het menu Signaal I/O.
• Als u projecteert met een mediastreaming-apparaat op miniatuurgrootte, zet
u de HDMI EQ-instelling op 1 in het menu Signaal I/O van de projector.
gg Verwante koppelingen
• "Weergeven vanaf een Windows-laptop" pag.293
• "Weergeven vanaf een Mac-laptop" pag.294
Weergeven vanaf een Windows-laptop
Als het bericht "Geen signaal" wordt weergegeven bij het projecteren vanaf
een laptop, moet u de Windows-laptop instellen voor weergave op een externe
monitor.
a
Houd de Windows-toets ingedrukt en druk tegelijkertijd op P op uw
toetsenbord. Klik dan op Dupliceren.
b
Als hetzelfde beeld niet wordt weergegeven door de laptop en projector,
controleert u het Windows-hulpprogramma Beeldscherm om te zien of
de externe monitorpoort is ingeschakeld en de uitgebreide
bureaubladmodus is uitgeschakeld.
c
Controleer indien nodig de instellingen van de videokaart en stel
meerdere weergave-opties in op Spiegelen of Dupliceren.
Beeld- of geluidsproblemen oplossen
294
Weergeven vanaf een Mac-laptop
Als het bericht "Geen signaal" wordt weergegeven bij het projecteren vanaf
een Mac-laptop, moet u de laptop instellen voor gespiegelde weergave.
(Raadpleeg de handleiding van uw laptop voor details.)
a
Open het hulpprogramma Systeemvoorkeuren en selecteer
Beeldschermen.
b
Selecteer de optie Beeldscherm of Kleuren-LCD, indien nodig.
c
Klik op het tabblad Rangschikken of Rangschikking.
d
Selecteer Schakel synchrone weergave in.
Oplossingen wanneer het bericht "Niet ondersteund"
verschijnt
Als het bericht "Niet ondersteund" wordt weergegeven, probeert u de
volgende oplossingen:
• Controleer of het juiste ingangssignaal is geselecteerd in het menu Signaal
I/O van de projector.
• Controleer of de beeldschermresolutie van de computer niet hoger is dan de
resolutie- en frequentielimieten van de projector. Selecteer indien nodig een
andere beeldschermresolutie voor uw computer.
gg Verwante koppelingen
• "Instellingen ingangssignaal - Menu Signaal I/O" pag.236
• "Ondersteunde resoluties voor de monitorweergaven" pag.316
Oplossingen wanneer alleen een gedeeltelijk beeld
verschijnt
Probeer de volgende oplossingen als slechts een deel van het computerbeeld
verschijnt:
• Als u projecteert vanaf een computer met een VGA-computerkabel, drukt u
op de afstandsbediening op de knop [Auto] om het beeldsignaal te
optimaliseren.
• Controleer of u de juiste instelling voor Schermtype hebt geselecteerd in het
menu Instelling van de projector voor het scherm dat u gebruikt.
Als er marges zijn tussen de rand van het beeld en het geprojecteerde
schermframe, pas dan de positie van het beeld aan.
• Controleer of de instelling Schaal is uitgeschakeld in het menu Beeld van de
projector (EB-1485Fi/EB‑805F/EB‑800F).
• Probeer de beeldpositie aan te passen met de instelling Positie in het menu
Afbeelding van de projector.
s Afbeelding > Aanpassing analoog signaal > Positie
Als u de beeldgrootte hebt aangepast met de knoppen Veraf en Dichtbij of
als u de keystone-vervorming hebt gecorrigeerd, voert u Beeldverschuiving
uit om de beeldpositie aan te passen.
s Installatie > Digitale zoom > Beeldverschuiving
• Druk op de knop [Aspect] op de afstandsbediening om een andere hoogte-
breedteverhouding van het beeld te selecteren.
• Wijzig de instelling Resolutie in het menu Afbeelding van de projector aan
de hand van het signaal voor de aangesloten apparatuur.
• Wijzig de instelling Wissen in het menu Installatie zodat het beeld
verschijnt zoals u verwacht.
• Als u hebt in- of uitgezoomd op het beeld met de knoppen [E-Zoom], drukt
u op de knop [Esc] tot de projector terugkeert naar een volledige weergave.
• Controleer de beeldscherminstellingen van uw computer om de dubbele
beeldschermweergave uit te schakelen en stel de resolutie in binnen de
limieten van de projector.
• Controleer de resolutie die is toegewezen aan uw presentatiebestanden om
te zien of ze voor een andere resolutie zijn gemaakt.
Beeld- of geluidsproblemen oplossen
295
• Als u projecteert in de modus Inhoudsweergave, zorg dan dat u de juiste
instellingen voor Overlay-effect gebruikt (EB‑805F/EB‑800F).
s Bewerking > Inhoudsweergave > Overlay-effect
• Controleer of u de juiste instellingen voor Projectie hebt geselecteerd in het
menu Installatie van de projector.
gg Verwante koppelingen
• "Installatie-instellingen projector - Menu Installatie" pag.239
• "Instellingen Beeldkwaliteit - Menu Afbeelding" pag.233
• "Ondersteunde resoluties voor de monitorweergaven" pag.316
• "De beeldpositie aanpassen met de schermpositie" pag.66
Oplossingen wanneer het beeld niet rechthoekig is
Probeer één van de volgende oplossingen als het geprojecteerde beeld niet
gelijkmatig rechthoekig is.
• Plaats de projector direct voor het midden van het scherm, indien mogelijk
in een rechte hoek.
• Druk op een keystone-knop op de projector om de beeldvorm aan te
passen.
• Pas de instelling Quick Corner aan om de beeldvorm te corrigeren.
s Installatie > Geometrische corr. > Quick Corner
• Pas de instelling Boogcorrectie aan om de beeldvorm die wordt
geprojecteerd op een gebogen oppervlak, te corrigeren.
s Installatie > Geometrische corr. > Boogcorrectie
• Pas de instelling Puntcorrectie aan om een lichte vervorming die
gedeeltelijk optreedt, te corrigeren.
s Installation > Geometrische corr. > Puntcorrectie
gg Verwante koppelingen
• "De beeldvorm corrigeren met de keystone-knoppen" pag.71
• "De beeldvorm corrigeren met Quick Corner" pag.73
• "De vorm van een beeld corrigeren met boogcorrectie" pag.75
• "De vorm van een beeld corrigeren met puntcorrectie" pag.78
Oplossingen wanneer het beeld ruis bevat of statisch
is
Probeer de volgende oplossingen als het geprojecteerde beeld elektronische
interferentie (ruis) vertoont of statisch is:
• Controleer de kabels die uw computer of videobron verbinden met de
projector. Ze moeten:
• Gescheiden zijn van de voedingskabel om interferentiestoring te
voorkomen
• Veilig aangesloten zijn op beide uiteinden
• Niet aangesloten zijn op een verlengsnoer
• Pas de instellingen voor Ruisvermindering, MPEG ruisonderdrukking en
Deinterlacing aan in het menu Afbeelding van de projector.
Beeld > Beeldverbetering > Ruisvermindering
Beeld > Beeldverbetering > MPEG ruisonderdrukking
Beeld > Beeldverbetering > Deinterlacing
• Stel Resolutie in op Automatisch in het menu Afbeelding van de projector.
• Selecteer een computervideoresolutie en vernieuwingsfrequentie die
compatibel zijn met de projector.
• Als u projecteert vanaf een computer met een VGA-computerkabel, drukt u
op de afstandsbediening op de knop [Auto] om de Tracking en Sync.
automatisch aan te passen. Als de beelden niet correct worden aangepast,
past u de instellingen Tracking en Sync. handmatig aan in het menu
Afbeelding van de projector.
s Afbeelding > Aanpassing analoog signaal > Tracking
s Afbeelding > Aanpassing analoog signaal > Sync.
• Als u de beeldvorm hebt aangepast met de bedieningselementen van de
projector, moet u proberen de instelling Scherpte in het menu Beeld van de
projector te verlagen om de beeldkwaliteit te verbeteren.
• Als u een verlengsnoer hebt aangesloten, kunt u proberen te projecteren
zonder dit snoer om te zien of deze de storing in het signaal veroorzaakt.
• Controleer of u de juiste instelling voor Signaalformaat of EDID hebt
opgegeven in het menu Signaal I/O van de projector, indien deze
beschikbaar zijn voor uw beeldbron.
Beeld- of geluidsproblemen oplossen
296
• Als u de functie USB Display gebruikt, schakelt u de instelling Gelaagd
venster verzenden onder het programma Instellingen Epson USB Display
op uw computer in.
gg Verwante koppelingen
• "Instellingen Beeldkwaliteit - Menu Afbeelding" pag.233
• "Ondersteunde resoluties voor de monitorweergaven" pag.316
• "Instellingen ingangssignaal - Menu Signaal I/O" pag.236
Oplossingen wanneer het beeld vaag of wazig is
Probeer één van de volgende oplossingen als het geprojecteerde beeld vaag of
wazig is.
• Geef een testpatroon weer en gebruik het om de scherpstelling van het beeld
aan te passen met de focushendel.
• Plaats de projector dicht genoeg bij het scherm.
• Plaats de projector zo dat de hoek van de keystone-aanpassing niet zo breed
is dat het beeld hierdoor wordt vervormd.
• Reinig de projectorlens.
a
Om condensatie op de lens te vermijden nadat u de projector van een
koude omgeving naar binnen hebt gebracht, moet u de projector
laten opwarmen naar kamertemperatuur voordat u het apparaat
gebruikt.
• Pas de instelling Scherpte in het menu Beeld van de projector aan om de
beeldkwaliteit te verbeteren.
• Als u projecteert vanaf een computer met een VGA-computerkabel, drukt u
op de afstandsbediening op de knop [Auto] om de Tracking en Sync.
automatisch aan te passen. Als er banden zichtbaar zijn of als een algemene
wazigheid aanwezig is, geeft u een beeld met een uniform patroon weer op
het scherm en past u de instellingen Tracking en Sync. aan.
s Afbeelding > Aanpassing analoog signaal > Tracking
s Afbeelding > Aanpassing analoog signaal > Sync.
• Als u projecteert vanaf een computer, gebruikt u een lagere resolutie of
selecteert u een resolutie die overeenkomt met de oorspronkelijke resolutie
van de projector.
gg Verwante koppelingen
• "Instellingen Beeldkwaliteit - Menu Afbeelding" pag.233
• "Instellingen ingangssignaal - Menu Signaal I/O" pag.236
• "Ondersteunde resoluties voor de monitorweergaven" pag.316
• "Scherpstellen op het beeld" pag.68
• "De lens reinigen" pag.276
Oplossingen wanneer de beeldhelderheid of kleuren
onjuist zijn
Probeer de volgende oplossingen als het geprojecteerde beeld te donker of te
helder is of als de kleuren onjuist zijn:
• Druk op de knop [Color Mode] op de afstandsbediening om verschillende
kleurmodi te proberen voor het beeld en de omgeving.
• Controleer de instellingen van uw videobron.
• Pas de beschikbare instellingen in het menu Afbeelding van de projector
aan voor de huidige ingangsbron, zoals Helderheid, Contrast, Tint,
Kleurverzadiging en RGBCMY.
• Controleer of u de juiste instelling voor Signaalformaat of EDID hebt
opgegeven in het menu Signaal I/O van de projector, indien deze
beschikbaar zijn voor uw beeldbron.
• Controleer of alle kabels goed zijn aangesloten op de projector en uw video-
apparaat. Als u lange kabels hebt aangesloten, kunt u proberen kortere
kabels te gebruiken.
• Plaats de projector dicht genoeg bij het scherm.
• Als u meerdere projectors gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de instelling
Kalibratie licht in het menu Beheer op alle projectors is ingesteld op
dezelfde optie en of de projectors recent zijn gekalibreerd. Als bepaalde
projectors niet recent zijn gekalibreerd, zullen de witbalans en het
helderheidsniveau mogelijk niet overeenkomen met de andere projectors.
Beeld- of geluidsproblemen oplossen
297
gg Verwante koppelingen
• "Instellingen Beeldkwaliteit - Menu Afbeelding" pag.233
• "Instellingen ingangssignaal - Menu Signaal I/O" pag.236
• "Beheerdersinstelling projector - Beheerdersinstelling" pag.247
• "Aanpassen van de beeldkwaliteit (kleurmodus)" pag.91
Oplossingen wanneer een schaduwbeeld op het
geprojecteerde beeld blijft
Als u een schaduwbeeld in het geprojecteerde beeld ziet, moet u de functie
Vernieuwingsmodus gebruiken om dit te wissen. Selecteer
Vernieuwingsmodus > Start in het menu Beheer van de projector.
gg Verwante koppelingen
• "Beheerdersinstelling projector - Beheerdersinstelling" pag.247
Oplossingen voor geluidsproblemen
Als er geen geluid hoorbaar is of als het volume te laag of te hoog is, kunt u de
volgende oplossingen proberen:
• Regel de volume-instellingen van de projector.
• Druk op de knop [A/V Mute] op de afstandsbediening om de video en
audio te hervatten als ze tijdelijk waren gestopt.
• Controleer uw computer of videobron om zeker te zijn dat het volume is
ingeschakeld en dat de audio-uitgang is ingesteld voor de juiste bron.
• Controleer de aansluitingen van de audiokabel tussen de projector en de
videobron.
• Controleer of er aangesloten audiokabels het label "Geen weerstand"
hebben.
• Als u de functie USB Display gebruikt, schakelt u de instelling Audio
weergeven op projector onder het programma Instellingen Epson USB
Display op uw computer in.
• Selecteer de correcte audio-ingang.
s Signaal I/O > Audio-uitvoer
s Signaal I/O > HDMI-audio-uitvoer
• Als u audio wilt uitvoeren vanaf een aangesloten audiobron wanneer de
projector geen beelden projecteert, selecteert u deze instellingen in de
menu’s van de projector:
• Schakel Snel opstarten in het menu Bewerking.
• Zet de instelling A/V-uitvoer op Altijd in het menu Signaal I/O.
• Selecteer de juiste audio-uitvoer in de instelling Audiouitvoerapparaat.
s Signaal I/O > HDMI-link > Audiouitvoerapparaat
• Als u geen geluid hoort van een HDMI-bron, stelt u het aangesloten
apparaat in op PCM-uitvoer.
• Wanneer u de projector aansluit op een Mac met een HDMI-kabel, dient u
te controleren of uw Mac audio via de HDMI-poort ondersteunt. Indien dat
niet het geval is, moet u een audiokabel aansluiten.
• Als het volume voor de computer is ingesteld op het minimum terwijl de
projector is ingesteld op het maximum, kan de ruis gemengd zijn. Verhoog
het volume van de computer en verlaag het volume van de projector.
(Wanneer u Epson iProjection (Windows/Mac) of USB Display gebruikt.)
gg Verwante koppelingen
• "Projectoraansluitingen" pag.35
• "Instellingen ingangssignaal - Menu Signaal I/O" pag.236
• "Het volume regelen met de volumeknoppen" pag.103
Oplossingen voor microfoonproblemen
Als er geen geluid is wanneer u een microfoon gebruikt die op de projector is
aangesloten, probeert u de volgende oplossingen (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi):
• Controleer of de microfoon goed is aangesloten op de projector.
• Controleer de instelling Vol. microfooningang in het menu Signaal I/O
van de projector. Als de instelling te hoog is, zal het geluid van andere
aangesloten apparaten te laag zijn.
Beeld- of geluidsproblemen oplossen
298
gg Verwante koppelingen
• "Instellingen ingangssignaal - Menu Signaal I/O" pag.236
• "Een microfoon aansluiten" pag.47
Oplossingen wanneer beeldbestandsnamen niet
correct worden weergegeven in PC Free
Als er bestandsnamen zijn die groter zijn dan het weergavegebied of niet-
ondersteunde symbolen bevatten, kunnen de bestandsnamen worden verkort
of gewijzigd in PC Free. Kort de bestandsnaam in of wijzig de naam.
Problemen met de bediening van de projector en de afstandsbediening oplossen
299
Controleer de oplossingen in deze secties als u problemen ondervindt met het
bedienen van de projector of de afstandsbediening.
gg Verwante koppelingen
• "Oplossingen voor problemen met de voeding of het uitschakelen van de
projector" pag.299
• "Oplossingen voor problemen met de afstandsbediening" pag.299
• "Oplossingen voor wachtwoordproblemen" pag.300
• "Oplossing wanneer het bericht "De batterij voor de tijd is bijna leeg"
verschijnt" pag.300
Oplossingen voor problemen met de voeding of het
uitschakelen van de projector
Als de projector niet inschakelt wanneer u op de voedingsknop drukt of
onverwacht uitschakelt, kunt u de volgende oplossingen proberen:
• Controleer of de voedingskabel goed is aangesloten op de projector en op
een werkend stopcontact.
• Als de voedingsknop op de afstandsbediening de projector niet inschakelt,
moet u de batterijen controleren en controleren of minstens een van de
externe ontvangers beschikbaar is in de instelling Externe receiver in het
menu Installatie van de projector.
• De projectorknoppen kunnen worden vergrendeld ter beveiliging.
Ontgrendel de knoppen onder de instelling Toetsvergrendeling in het
menu Beheer van de projector of gebruik de afstandsbediening om de
projector in te schakelen.
• Als de lichtbron van de projector onverwacht wordt uitgeschakeld, is deze
mogelijk in de sluimerstand gegaan na een periode van inactiviteit. Voer een
willekeurige bewerking uit om de projector te activeren. Om de slaapmodus
uit te schakelen, zet u de instelling Sluimerstand op Uit in het menu
Bewerking van de projector.
• Als de lichtbron van de projector onverwacht wordt uitgeschakeld, kan
Timer A/V dempen ingeschakeld zijn. Stel Timer A/V dempen in op Uit in
het menu Bewerking van de projector.
• Als de lichtbron van de projector uitschakelt, het statuslampje knippert en
het Temp-lampje (temperatuur) oplicht, is de projector oververhit en wordt
deze uitgeschakeld.
• Afhankelijk van de projectorinstellingen kunnen de koelventilators werken
in stand-bystatus. Wanneer de projector wordt geactiveerd uit de Stand-
bystatus, kunnen de ventilators ook onverwachte ruis veroorzaken. Dit is
geen fout.
• De voedingskabel is mogelijk defect. Koppel de kabel los en neem contact
op met Epson voor hulp.
gg Verwante koppelingen
• "Beheerdersinstelling projector - Beheerdersinstelling" pag.247
• "Instellingen projectorfuncties - Menu Bewerking" pag.244
• "Installatie-instellingen projector - Menu Installatie" pag.239
• "De projectorknoppen ontgrendelen" pag.181
Oplossingen voor problemen met de
afstandsbediening
Als de projector niet reageert op de opdrachten van de afstandsbediening,
kunt u de volgende oplossingen proberen:
• Controleer of de batterijen van de afstandsbediening correct zijn
geïnstalleerd en stroom krijgen. Vervang, indien nodig, de batterijen.
• Zorg dat u de afstandsbediening gebruikt binnen de ontvangsthoek en het
bereik van de projector.
• Zorg dat de projector niet opwarmt of uitschakelt.
• Controleer of een knop op de afstandsbediening geblokkeerd zit waardoor
het apparaat naar de sluimerstand gaat. Ontgrendel de knop op de
afstandsbediening te activeren.
• Sterke TL-verlichting, direct zonlicht of signalen van infraroodapparaten
kunnen de externe ontvangers van de projector storen. Dim de lampjes of
verplaats de projector weg van de zon of storende apparatuur.
• Zorg dat minstens een van de externe receivers beschikbaar zijn in de
instelling Externe receiver in het menu Installatie van de projector.
Problemen met de bediening van de projector en de afstandsbediening oplossen
300
• Als de instelling Externe receiver is uitgeschakeld, houdt u de knop [Menu]
op de afstandsbediening minstens 15 seconden ingedrukt om de instelling
opnieuw in te stellen naar de standaardinstelling.
• Als u een ID-nummer hebt toegewezen aan de projector om meerdere
projectors te bedienen via de afstandsbediening, moet u mogelijk de ID-
instelling controleren of wijzigen.
• Druk op de 0 (nul)- knop op de afstandsbediening terwijl u de [ID]-knop
ingedrukt houdt. Door 0 te selecteren op de afstandsbediening, kunt u alle
projectors bedienen, ongeacht de instelling voor projector-id.
• Als u de afstandsbediening verliest, kunt u een nieuw exemplaar bestellen
bij Epson.
gg Verwante koppelingen
• "Gebruik van de afstandsbediening" pag.54
• "Installatie-instellingen projector - Menu Installatie" pag.239
• "Batterijen in de afstandsbediening plaatsen" pag.52
• "De projector die u wilt bedienen, selecteren" pag.165
Oplossingen voor wachtwoordproblemen
Als u een wachtwoord niet kunt invoeren of onthouden, moet u de volgende
oplossingen proberen:
• U hebt mogelijk de wachtwoordbeveiliging ingeschakeld zonder eerst een
wachtwoord in te stellen. Probeer 0000 in te voeren via de
afstandsbediening.
• Als u te vaak een onjuist wachtwoord hebt ingevoerd en een bericht ziet met
een aanvraagcode, noteer dan de code en neem contact op met Epson voor
hulp. Geef de aanvraagcode en bewijs van eigendom op voor hulp bij het
ontgrendelen van de projector.
• Als u een Epson Web Control-wachtwoord instelt en de gebruikers-id of het
wachtwoord vergeten bent, kunt u proberen het volgende in te voeren:
• Gebruikers-id: EPSONWEB
• Standaard wachtwoord: admin
• Als u Remote-wachtwoord instelt (in Epson Web Control) en de
gebruikers-id of het wachtwoord vergeten bent, kunt u proberen het
volgende in te voeren:
• Gebruikers-id: EPSONREMOTE
• Standaard wachtwoord: guest
• Als u de afstandsbediening verliest, kunt u geen wachtwoord invoeren.
Bestel een nieuw exemplaar bij Epson.
Oplossing wanneer het bericht "De batterij voor de
tijd is bijna leeg" verschijnt
Als het bericht "De batterij voor de tijd is bijna leeg." wordt weergegeven,
neemt u contact op met Epson voor hulp.
Problemen met interactieve functies oplossen
301
Controleer de oplossingen in deze secties als u problemen ondervindt met de
interactieve functies (EB‑1485Fi/EB‑1480Fi).
gg Verwante koppelingen
• "Oplossingen wanneer het bericht "Er is een fout opgetreden in Easy
Interactive Function." wordt weergegeven" pag.301
• "Oplossingen wanneer de interactieve pennen niet werken" pag.301
• "Oplossingen wanneer u geen computer wilt bedienen vanaf het
geprojecteerde scherm" pag.302
• "Oplossing wanneer de interactieve penpositie niet nauwkeurig is" pag.302
• "Oplossingen wanneer de interactieve pennen langzaam of moeilijk te
gebruiken zijn" pag.302
• "Oplossingen wanneer de interactieve aanraakbewerking niet werkt" pag.303
• "Oplossingen voor problemen met het maken van opnamen, afdrukken,
opslaan of scannen" pag.303
• "Oplossingen wanneer de tijd onjuist is in de Whiteboardinstellingen"
pag.304
• "Oplossingen wanneer de Whiteboard modus niet start" pag.304
Oplossingen wanneer het bericht "Er is een fout
opgetreden in Easy Interactive Function." wordt
weergegeven
Als het bericht "Er is een fout opgetreden in Easy Interactive Function"
verschijnt, neemt u contact op met Epson voor hulp.
Oplossingen wanneer de interactieve pennen niet
werken
Als de interactieve pennen niet werken, kunt u de volgende oplossingen
proberen:
• Zorg dat u het zwarte gedeelte dicht bij de penpunt niet afdekt.
• Houd de pen in een andere hoek zodat uw hand het signaal niet blokkeert.
• Druk op de knop op de zijkant van de pen om de resterende batterijlading
aan te geven. Als de batterij-indicator niet oplicht, vervangt u de batterij.
• Controleer of de penpunt stevig bevestigd is aan de pen.
• Als de penpunt versleten of beschadigd is, moet u deze vervangen.
• Controleer of niets het signaal tussen de pen en de interactieve ontvanger op
de projector blokkeert.
• Controleer of het kabeldeksel op zijn plaats zit om te verhinderen dat de
kabels het signaal blokkeren.
• Dim de kamerlichten en schakel eventuele TL-lampen uit. Controleer of het
projectieoppervlak en de penontvanger niet zijn blootgesteld aan direct
zonlicht of andere heldere lichtbronnen.
• Controleer of de interactieve penontvanger op de projector schoon en vrij
van stof is.
• Zorg dat er geen storing is door infrarood afstandsbedieningen, muizen of
infrarood microfoons.
• Zorg ervoor dat u de pen kalibreert alvorens de interactieve pen voor het
eerst te gebruiken, zodat de projector de positie van de pen op de juiste
manier herkent. Raadpleeg de Installatiehandleiding van uw projector voor
meer informatie.
• Wanneer u meerdere projectors en interactieve pennen in dezelfde ruimte
gebruikt, kunnen de penbewerkingen onstabiel worden door interferentie.
Sluit de projectors aan met de optionele afstandsbedieningskabelset en stel
de instelling Projectors synchr. In op Vast.
s Pen/aanraken > Installatie van projectoren > Projectors synchr.
Als u niet beschikt over de kabelset voor de afstandsbediening, zet u de
instelling Infrarood intensiteit op Sterk in het menu Pen/aanraken van de
projector.
s Pen/aanraken > Installatie van projectoren > Infrarood intensiteit
• Probeer de zachte penpunt te vervangen door een harde penpunt. Hiermee
kunt u de penbewerkingen verbeteren omdat sommige projectormodellen
de zachte penpunt niet ondersteunen.
gg Verwante koppelingen
• "De interactieve penpunt vervangen" pag.282
• "De interactieve pennen gebruiken" pag.108
Problemen met interactieve functies oplossen
302
• "Batterijen in de pennen installeren" pag.53
• "De nieuwste versie van de documenten verkrijgen" pag.11
• "Instellingen projectorpen en aanraking - Menu Pen/aanraken" pag.259
Oplossingen wanneer u geen computer wilt bedienen
vanaf het geprojecteerde scherm
Als u een computer niet kunt bedienen vanaf het geprojecteerde scherm,
probeert u de volgende instellingen:
• Zorg ervoor dat u de pen kalibreert alvorens de interactieve pen voor het
eerst te gebruiken, zodat de projector de positie van de pen op de juiste
manier herkent. Raadpleeg de Installatiehandleiding van uw projector voor
meer informatie.
• Zorg dat de USB-kabel stevig is aangesloten. Koppel de USB-kabel los en
sluit deze opnieuw aan.
• Zorg dat PC-interactiviteit is ingeschakeld in de werkbalk.
• Wanneer u verbinding maakt met een Screen Mirroring, moet u uw
computer instellen. Houd de Windows-toets ingedrukt en druk tegelijkertijd
op K op uw toetsenbord. Selecteer dan Muis, toetsenbord, aanraking en
peninvoer toestaan vanaf dit apparaat.
gg Verwante koppelingen
• "De interactieve penpunt vervangen" pag.282
• "Werkbalk annotatiemodus" pag.121
• "De nieuwste versie van de documenten verkrijgen" pag.11
• "Aansluiten op een computer voor USB-video en -audio" pag.36
• "Aansluiten op een mini-pc die op een wandplaat is geïnstalleerd." pag.38
Oplossing wanneer de interactieve penpositie niet
nauwkeurig is
Als de penpositie niet dezelfde is als deze van de muisaanwijzer, kunt u de
volgende oplossingen proberen:
• Zorg ervoor dat u de pen kalibreert alvorens de interactieve pen voor het
eerst te gebruiken, zodat de projector de positie van de pen op de juiste
manier herkent. Als de cursorlocatie en penpositie niet overeenkomen na de
automatische kalibratie, kunt u handmatig kalibreren. Raadpleeg de
Installatiehandleiding van uw projector voor meer informatie.
• Controleer of het kabeldeksel op zijn plaats zit om te verhinderen dat de
kabels het signaal blokkeren.
• Probeer het penbewerkingsgebied aan te passen.
s Pen/aanraken > PC-interactiviteit > Handmatig pengebied
• Als u de knop [E-Zoom] + op de afstandsbediening gebruikt om het beeld
te vergroten, is de penpositie niet nauwkeurig. Wanneer het beeld
terugkeert naar zijn originele grootte, zou de positie correct moeten zijn.
• Als u een eenvormig beeldgebied hebt gemaakt met de functie
Randoverlapping, stelt u de instelling Startpositie mengen van de
overlappende rand op 0.
gg Verwante koppelingen
• "De nieuwste versie van de documenten verkrijgen" pag.11
• "Instellen van het gebied voor gebruik van de pen" pag.133
Oplossingen wanneer de interactieve pennen
langzaam of moeilijk te gebruiken zijn
Als de pennen moeilijk te gebruiken zijn of langzaam reageren, kunt u de
volgende oplossingen proberen:
• Voor een gemakkelijkere bediening kunt u de pen loodrecht ten opzichte
van het projectieoppervlak houden.
• Voor de beste prestaties, sluit u de computer aan op de projector met een
VGA- of HDMI-kabel voor de weergave en de USB-kabel voor de
interactieve functies.
• Als u een USB Display gebruikt in Windows, moet u mogelijk Windows
Aero uitschakelen in het programma Instellingen Epson USB Display op
uw computer.
Problemen met interactieve functies oplossen
303
gg Verwante koppelingen
• "Projectoraansluitingen" pag.35
Oplossingen wanneer de interactieve
aanraakbewerking niet werkt
Als de interactieve aanraakbewerking met uw vinger niet werkt, kunt u de
volgende oplossingen proberen:
• Controleer of de vingeraanraakeenheid correct is geïnstalleerd en of de
voedingskabel goed is aangesloten. Raadpleeg de Installatiehandleiding van
uw projector voor meer informatie.
• Als de functie Aanraking uitschakelen is geactiveerd, worden de
aanraakbewerkingen tijdelijk uitgeschakeld. Selecteer de functie Aanraking
inschakelen op de werkbalk.
• Als de indicator op de vingeraanraakeenheid niet oplicht, controleer dan of
de instelling Voeding is ingesteld op Aan in het menu Pen/aanraken van de
projector.
s Pen/aanraken > Aanraakeenheid > Voeding
• Pas de hoek van de vingeraanraakeenheid aan. Raadpleeg de
Installatiehandleiding van uw projector voor meer informatie.
• Zorg dat er zich geen obstakels (zoals kabels of penstand) tussen de
laserdiffusiepoort van de vingeraanraakeenheid en het projectie-oppervlak
bevinden. Als hindernissen moeilijk te verwijderen zijn, moet u de
infrarooddeflectoren op het projectieoppervlak bevestigen. Raadpleeg de
Installatiehandleiding van uw projector voor meer informatie.
• Zorg dat er geen storing is door infrarood afstandsbedieningen, muizen of
infrarood microfoons.
• Als uw vingerpositie en de cursorpositie op het scherm niet overeenkomen,
moet u Aanraakkalibratie uitvoeren in het menu Pen/aanraken van de
projector.
s Pen/aanraken > Aanraakeenheid > Aanraakkalibratie
• Als de aanraakbewerkingen niet correct werken, zelfs na het uitvoeren van
de kalibratie, controleert u de instelling Kalibratiebereik in het menu
Pen/aanraken van de projector.
s Pen/aanraken > Aanraakeenheid > Kalibratiebereik
• Als aanraakbewerkingen per ongeluk worden herkend als slepen,
selecteert u Breed.
• Als de muisbewerkingen niet vloeiend worden uitgevoerd, selecteert u
Smal.
• Als zich mensen binnen 10 cm voor of rond het projectiescherm bevinden
of als er hindernissen zijn die interferentie veroorzaken, zullen de
aanraakbewerkingen mogelijk niet goed werken.
• Als kleding of een ander deel van uw lichaam dicht bij het scherm komt of
dat aanraakt, werkt de aanraakbediening mogelijk niet goed. Blijf minimaal
1 cm verwijderd van het scherm.
gg Verwante koppelingen
• "Werkbalk Whiteboard modus" pag.114
• "Werkbalk annotatiemodus" pag.121
• "De interactieve aanraakbediening gebruiken met uw vinger" pag.110
• "De nieuwste versie van de documenten verkrijgen" pag.11
• "Instellingen projectorpen en aanraking - Menu Pen/aanraken" pag.259
Oplossingen voor problemen met het maken van
opnamen, afdrukken, opslaan of scannen
Als u problemen ondervindt bij het vastleggen en plakken of het afdrukken,
opslaan of scannen, kunt u de volgende oplossingen proberen:
• Als u 20 pagina’s op het whiteboard-scherm hebt, kunt u de volgende
bewerkingen niet uitvoeren:
• Een pagina vastleggen
• Het gekopieerde object of beeld plakken
• Een nieuwe pagina openen
• Een afbeelding scannen
Problemen met interactieve functies oplossen
304
• Als u problemen hebt bij het plakken van een opgenomen beeld, moet u
controleren of de afbeelding niet is beveiligd.
• Als een zwart kader verschijnt rond een geplakt beeld, is het beeld mogelijk
verschoven of is zijn grootte gewijzigd.
• Als u problemen ondervindt met het afdrukken of scannen, moet u
controleren of de inkt van de printer niet op is, de printer verstopt is of de
printer in een andere foutstatus is.
• Voor afdrukken of scannen via USB, moet u ervoor zorgen dat een USB-
kabel is aangesloten tussen de USB-A-poort op de projector en de USB Type
B-poort op de printer.
• Voor afdrukken of scannen via USB, probeert u een andere USB-kabel aan
te sluiten en zorgt u dat de kabel minder dan 4,9 m lang is.
• Sluit slechts één printer of multifunctioneel apparaat tegelijk aan en zorg dat
het apparaat wordt ondersteund door de projector.
• Controleer de instellingen in het menu Interactief van de projector.
gg Verwante koppelingen
• "Interactieve instellingen projector - Menu Interactief" pag.261
• "Een printer aansluiten" pag.45
Oplossingen wanneer de tijd onjuist is in de
Whiteboardinstellingen
Als de tijd onjuist is op interne opslaginstellingen voor de Whiteboard modus,
moet u de instellingen voor Datum & tijd in het menu Beheer van de
projector mogelijk bijwerken.
gg Verwante koppelingen
• "Beheerdersinstelling projector - Beheerdersinstelling" pag.247
Oplossingen wanneer de Whiteboard modus niet
start
Als de Whiteboard modus niet start, probeer dan de volgende oplossingen:
• Schakel de instelling Tekenfunctie in het menu Interactief van de projector
in.
• Wanneer de software Easy Interactive Tools in gebruik is, start de
Whiteboard modus niet.
• Wanneer u een afzonderlijk eenvormig beeld maakt dat wordt geprojecteerd
vanaf meerdere projectors, start de whiteboardmodus niet (alleen EB-
1485Fi).
gg Verwante koppelingen
• "Startscherm" pag.57
Oplossingen voor problemen in de modus Inhoudsweergave
305
Als u een afspeellijst niet correct kunt afspelen, probeert u de volgende
oplossingen (EB‑805F/EB‑800F):
• Zorg dat Inhoudsweergave is ingesteld op Aan.
s Bewerking > Inhoudsweergave
• Controleer of het USB-flashstation een afspeellijst bevat.
• Zorg dat het USB-flashstation direct op de projector is aangesloten. Gebruik
geen multi-kaartlezer of een USB-hub voor het uitbreiden van een USB-
poort.
• Als het USB-flashstation is gepartitioneerd, zult u de afspeellijsten misschien
niet kunnen weergeven. Verwijder alle partities voordat u de afspeellijsten
opslaat op het USB-flashstation.
• Deel geen afspeellijst tussen projectors die verschillen in resolutie. Kleur- en
vormeffecten die zijn toegevoegd via Overlay-effect, worden misschien niet
correct gereproduceerd.
s Bewerking > Inhoudsweergave > Overlay-effect
gg Verwante koppelingen
• "Instellingen projectorfuncties - Menu Bewerking" pag.244
Netwerkproblemen oplossen
306
Controleer de oplossingen in deze secties als u problemen ondervindt met de
projector op een netwerk.
gg Verwante koppelingen
• "Oplossingen wanneer de draadloze authenticatie mislukt" pag.306
• "Oplossingen wanneer u geen toegang krijgt tot de projector via internet"
pag.306
• "Oplossingen wanneer e-mails met netwerkwaarschuwingen niet worden
ontvangen" pag.307
• "Oplossingen wanneer het beeld statisch is tijdens de netwerkprojectie"
pag.307
• "Oplossingen wanneer u niet kunt verbinden met Screen Mirroring" pag.307
• "Oplossingen wanneer u geen twee Screen Mirroring-bronnen kunt
gebruiken" pag.308
• "Oplossingen wanneer het beeld of geluid statisch is tijdens de Screen
Mirroring-verbinding" pag.308
• "Oplossingen wanneer het geprojecteerde scherm niet correct wordt
gedeeld" pag.308
• "Oplossing wanneer u geen gedeelde afbeeldingen kunt ontvangen" pag.308
Oplossingen wanneer de draadloze authenticatie
mislukt
Als u problemen ondervindt met de verificatie, kunt u de volgende
oplossingen proberen:
• Als de draadloze instellingen juist zijn, maar de authenticatie mislukt, moet
u de instellingen voor Datum & tijd in het menu Beheer van de projector
mogelijk bijwerken.
• Controleer de instellingen voor Beveiliging in het menu Netwerk van de
projector.
s Netwerk > Netwerkinstellingen > Draadloos LAN > Beveiliging
• Als de beveiliging van het toegangspunt WPA3-EAP is, wijzigt u de
instelling van het toegangspunt naar WPA2/WPA3-EAP.
gg Verwante koppelingen
• "Beheerdersinstelling projector - Beheerdersinstelling" pag.247
• "Menu Netwerk - Menu Draadloos LAN" pag.252
Oplossingen wanneer u geen toegang krijgt tot de
projector via internet
Als de projector niet toegankelijk is via een webbrowser, moet u ervoor
zorgen dat u het juiste ID en wachtwoord gebruikt.
• Voer EPSONWEB in voor de gebruikers-ID. (De gebruikers-id kan niet
worden gewijzigd.)
• Voer het wachtwoord in dat is ingesteld in het menu Netwerk van de
projector. Het standaardwachtwoord is admin.
• Controleer voor de infrastructuurmodus of u toegang hebt tot het netwerk
waarmee de projector is verbonden.
• Als uw webbrowser is ingesteld om verbinding te maken via een
proxyserver, kan het scherm Epson Web Control niet worden vertoond.
Geef de instellingen op voor een verbinding zonder het gebruik van een
proxyserver.
• Als u Stand-by modus instelt op Communicatie aan in het menu
Bewerking van de projector, moet u controleren of het netwerkapparaat is
ingeschakeld. Na het inschakelen van het netwerkapparaat, schakelt u de
projector in.
a
De gebruikers-ID en het wachtwoord zijn hoofdlettergevoelig.
gg Verwante koppelingen
• "Menu Netwerk - Menu Netwerkinstellingen" pag.251
• "Instellingen projectorfuncties - Menu Bewerking" pag.244
Netwerkproblemen oplossen
307
Oplossingen wanneer e-mails met
netwerkwaarschuwingen niet worden ontvangen
Als u geen e-mail ontvangt met een waarschuwing voor problemen met een
projector via het netwerk, kunt u de volgende oplossingen proberen:
• Controleer of de projector is ingeschakeld en correct met het netwerk is
verbonden. (Als de projector is uitgeschakeld door een fout, wordt de e-mail
mogelijk niet geleverd.)
• Zorg dat u de instellingen voor e-mailwaarschuwingen van de projector
correct instelt in het menu E-mailmelding van het projectornetwerk of in
de netwerksoftware.
• Zet de instelling Stand-by modus op Communicatie aan in het menu
Bewerking van de projector zodat de netwerksoftware de projector kan
bewaken in stand-by modus.
En wijzig de instelling Poort volgens uw netwerkomgeving.
gg Verwante koppelingen
• "Menu Netwerk - Menu E-mailmelding" pag.255
• "Instellingen projectorfuncties - Menu Bewerking" pag.244
Oplossingen wanneer het beeld statisch is tijdens de
netwerkprojectie
Probeer de volgende oplossingen als het geprojecteerde beeld statisch is
tijdens de netwerkprojectie:
• Controleer op obstakels tussen het toegangspunt, de computer, het mobiele
apparaat en de projector en wijzig hun positie om de communicatie te
verbeteren.
• Zorg dat het toegangspunt, de computer, het mobiele apparaat en de
projector niet te ver van elkaar staan. Plaats ze dichter bij elkaar en probeer
ze opnieuw te verbinden.
• Controleer op storingen van andere apparatuur, zoals een Bluetooth-
apparaat of magnetron. Verplaats het storende apparaat verder weg of breid
uw draadloze bandbreedte uit.
• Verminder het aantal aangesloten apparaten als de verbindingssnelheid
afneemt.
Oplossingen wanneer u niet kunt verbinden met
Screen Mirroring
Als u niet in staat bent de projector te verbinden met Screen Mirroring, kunt
u de volgende oplossingen proberen:
• Controleer de instellingen van de projector.
• Zet de instelling Enkel AP op Aan.
s Netwerk > Netwerkinstellingen > Enkel AP
• Zet de instelling Screen Mirroring op Aan.
s Netwerk > Netwerkinstellingen > Netwerkprojectie > Screen
Mirroring
• Selecteer de instelling Screen Mirroring op Uit en selecteer nogmaals
Aan.
s Netwerk > Netwerkinstellingen > Netwerkprojectie > Screen
Mirroring
• Controleer de instellingen van het mobiele apparaat.
• Controleer of de instellingen op het mobiele apparaat correct zijn.
• Wanneer u onmiddellijk na het verbreken van de verbinding opnieuw
verbindt, kan het even duren voordat de verbinding tot stand is gebracht.
Maak na enige tijd een nieuwe verbinding.
• Start het mobiele apparaat opnieuw.
• Zodra u een verbinding hebt gemaakt met Screen Mirroring, kan de
informatie van de projectorverbinding worden geregistreerd op het
mobiele apparaat. U zult echter wellicht niet opnieuw kunnen verbinden
met de projector van de opgenomen informatie. Selecteer de projector in
de lijst van beschikbare apparaten.
gg Verwante koppelingen
• "Menu Netwerk - Menu Netwerkinstellingen" pag.251
• "Menu Netwerk - Menu Netwerkprojectie" pag.257
Netwerkproblemen oplossen
308
Oplossingen wanneer u geen twee Screen Mirroring-
bronnen kunt gebruiken
Als u geen twee Screen Mirroring-bronnen kunt gebruiken, zet u de instelling
Verbinding onderbr. op Uit.
s Netwerk > Netwerkinstellingen > Netwerkprojectie > Screen Mirroring
gg Verwante koppelingen
• "Menu Netwerk - Menu Netwerkprojectie" pag.257
Oplossingen wanneer het beeld of geluid statisch is
tijdens de Screen Mirroring-verbinding
Als het geprojecteerde beeld of geluid statisch is bij het verbinden met Screen
Mirroring, kunt u de volgende oplossingen proberen:
• Probeer het afdekken van de wifi-antenne van het mobiele apparaat te
vermijden.
• Als u tegelijkertijd een Screen Mirroring-verbinding en een
internetverbinding gebruikt, kan het beeld stoppen of ruis bevatten.
Verbreek de internetverbinding om uw draadloze bandbreedte uit te
breiden en verbeter de verbindingssnelheid van het mobiele apparaat.
• Controleer of de projectie-inhoud voldoet aan de Screen Mirroring-
vereisten.
• Afhankelijk van de instellingen van het mobiele apparaat, kan de verbinding
verloren gaan wanneer het apparaat naar de energiebesparende modus gaat.
Controleer de instellingen voor de elektrische stroombesparing op het
mobiele apparaat.
• Werk bij naar de nieuwste versie van het draadloos stuurprogramma of
firmware op het mobiele apparaat.
Oplossingen wanneer het geprojecteerde scherm niet
correct wordt gedeeld
Als de functie Scherm delen het scherm niet correct levert naar een
ontvangende projector, probeer dan de volgende oplossingen
(EB‑1485Fi/EB‑1480Fi):
• Verbind de projector met hetzelfde netwerk als de projector die zijn scherm
deelt.
• Controleer of de ontvangende projector de functie Scherm delen
ondersteunt.
• Controleer of de instelling Scherm delen op alle projectors is ingesteld op
Aan.
s Netwerk > Netwerkinstellingen > Netwerkprojectie > Scherm delen
• Sluit alle lopende Epson iProjection-software (Windows/Mac).
• Controleer of het beeld dat wordt geprojecteerd, niet beschermd is door
auteursrechten.
• Controleer of Delen wordt weergegeven op de statusbalk die bovenaan in
het midden van het scherm verschijnt. Als dit niet wordt weergegeven,
probeert u opnieuw te verbinden.
• Als de firmwareversie van de projectors die het scherm delen, niet dezelfde
is, moet u mogelijk de firmware van de projector bijwerken voor het delen
van uw scherm.
gg Verwante koppelingen
• "Menu Netwerk - Menu Netwerkprojectie" pag.257
Oplossing wanneer u geen gedeelde afbeeldingen
kunt ontvangen
Als u geen gedeelde apparaten kunt ontvangen van andere projectors,
probeert u de volgende oplossingen:
• Verbind de projector met hetzelfde netwerk als de projector die beelden
deelt.
Netwerkproblemen oplossen
309
• Controleer of de instelling Scherm delen is ingesteld op Aan.
s Netwerk > Netwerkinstellingen > Netwerkprojectie > Scherm delen
• Controleer of er geen ander apparaat verbinding maakt met de projector via
de Epson iProjection-software.
• Als de firmwareversie van de projectors die het scherm delen, niet dezelfde
is, moet u mogelijk de firmware van de projector bijwerken voor het delen
van uw scherm.
gg Verwante koppelingen
• "Menu Netwerk - Menu Netwerkprojectie" pag.257
Oplossingen wanneer HDMI-link niet werkt
310
Als u de aangesloten apparaten niet kunt bedienen met de functies van
HDMI-link, probeert u de volgende oplossingen:
• Stel de instelling HDMI-uitvoerinstelling op Pass-through in het menu
Multiprojectie van de projector.
• Zorg dat de kabel voldoet aan de HDMI CEC-norm.
• Zorg dat het aangesloten apparaat voldoet aan de HDMI CEC-norm.
Raadpleeg voor meer informatie de documentatie die is meegeleverd met
het apparaat.
• Controleer of alle voor de HDMI-link benodigde kabels goed zijn
aangesloten.
• Zorg dat de aangesloten apparaten zijn ingeschakeld en in stand-bystatus
staan. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie die is meegeleverd
met het apparaat.
• Als u een luidspreker hebt aangesloten, stelt u dit in op PCM-uitvoer.
• Als u een nieuw apparaat aansluit of de aansluiting wijzigt, stelt u de CEC-
functie opnieuw in voor het aangesloten apparaat en start u het apparaat
opnieuw op.
• Sluit nooit 4 of meer multimediaspelers aan. U kunt maximaal 3
multimediaspelers die aan de HDMI CEC-norm voldoen, tegelijk
aansluiten.
• Als het apparaat niet verschijnt in de lijst Apparaatverbindingen, voldoet dit
niet aan de HDMI CEC-normen. Sluit een ander apparaat aan.
gg Verwante koppelingen
• "Bewerkingsinstellingen meerdere projectors - menu Multiprojectie" pag.266
Bijlage
Raadpleeg deze secties voor de technische specificaties en belangrijke mededelingen over uw projector.
gg Verwante koppelingen
• "Optionele accessoires en reserveonderdelen" pag.312
• "Schermgrootte en projectieafstand" pag.314
• "Ondersteunde resoluties voor de monitorweergaven" pag.316
• "Specificaties van de projector" pag.322
• "Externe afmetingen" pag.325
• "Systeemvereisten USB Display" pag.327
• "Systeemvereisten Easy Interactive Driver" pag.328
• "Lijst met veiligheidssymbolen en -instructies" pag.329
• "Informatie laserveiligheid" pag.331
• "Woordenlijst" pag.333
• "Mededelingen" pag.335
Optionele accessoires en reserveonderdelen
312
De volgende accessoires en reserveonderdelen zijn als optie verkrijgbaar. U
kunt deze producten naar wens aanschaffen.
De volgende lijst met optionele accessoires en reserveonderdelen is van
toepassing vanaf: juli 2020.
De accessoiregegevens kunnen zonder voorafgaande opgaaf van redenen
worden gewijzigd en de beschikbaarheid van accessoires verschilt per land.
gg Verwante koppelingen
• "Kabels" pag.312
• "Beugels" pag.312
• "Voor interactieve functie" pag.312
• "Externe apparaten" pag.312
• "Reserve-onderdelen" pag.313
• "Voor draadloze verbinding" pag.313
• "Compatibele accessoires van andere projectors" pag.313
Kabels
Computerkabel ELPKC02 (1,8 m - voor 15-pins mini D-sub/15-pins mini
D-sub)
Computerkabel ELPKC09 (3 m - voor 15-pins mini D-sub/15-pins mini D-
sub)
Computerkabel ELPKC10 (20 m - voor 15-pins mini D-sub/15-pins mini
D-sub)
Gebruiken bij aansluiten op de Computer-poort.
Kabelset afstandsbediening ELPKC28 (EB‑‑1485Fi/EB‑‑1480Fi)
Gebruik deze voor het aansluiten van meerdere projectoren die de
interactieve functie ondersteunen
USB-verlengsnoer ELPKC31
Gebruik deze voor het aansluiten op een USB-kabel als de kabel te kort is.
Beugels
Instelplaat ELPMB62
Gebruik deze als u de projector aan een wand installeert.
Wandmontage voor vingeraanraakeenheid ELPMB63
(EB‑‑1485Fi/EB‑‑1480Fi)
Gebruik deze als u de vingeraanraakeenheid aan een wand installeert.
a
Om de projector aan een plafond op te hangen, zijn bijzondere kennis
en vaardigheden vereist. Neem contact op met Epson voor hulp.
Voor interactieve functie
De interactieve functies zijn alleen beschikbaar voor EB‑1485Fi/EB‑1480Fi.
Interactieve pen ELPPN05A
Interactieve pen ELPPN05B
Te gebruiken voor bediening van het computerscherm op het
projectieoppervlak.
Vervanging harde penpunten ELPPS03
Vervanging zachte penpunten ELPPS04
Vervanging voor de penpunt van de interactieve pen.
Externe apparaten
Documentcamera ELPDC21
Documentcamera ELPDC07
Gebruik deze voor het projecteren van beelden, zoals boeken, OHP-
documenten of dia's.
Externe luidspreker ELPSP02
Externe luidsprekers met eigen stroomvoorziening.
Draadloze microfoon ELPMC02
Microfoon zonder fysieke kabel.
Optionele accessoires en reserveonderdelen
313
Aansluitings- en bedieningsdoos ELPCB03
Als de projector aan een wand is gemonteerd of is opgehangen aan het
plafond, installeer dan de afstandsbediening om de betreffende projector te
bedienen.
Control Pad ELPHD02 (EB-1485Fi/EB‑‑805F/EB‑‑800F)
Als de projector aan een wand is gemonteerd of is opgehangen aan het
plafond, installeer deze om de projector op afstand te bedienen. De
Control Pad kan een signaal verzenden met een HDBaseT-aansluiting.
(HDCP2.3 wordt ondersteund)
Vingeraanraakeenheid ELPFT01 (EB‑‑1485Fi/EB‑‑1480Fi)
Installeer dit om uw vingers te gebruiken voor interactieve
aanraakbewerkingen.
HDBaseT-zender ELPHD01 (EB‑‑805F/EB‑‑800F)
Gebruik dit als u een HDMI-signaal verzendt over een lange afstand.
(HDCP 2.2 wordt niet ondersteund.)
Reserve-onderdelen
Luchtfilter ELPAF56
Gebruik deze als vervanging voor gebruikte luchtfilters.
Voor draadloze verbinding
Draadloze LAN-module ELPAP11
Gebruik dit om beelden te projecteren vanaf een computer via een
draadloze communicatie.
Compatibele accessoires van andere projectors
De volgende optionele accessoires zijn compatibel.
Voor interactieve functie (EB‑‑1485Fi/EB‑‑1480Fi)
Interactieve pen ELPPN04A/B
Interactieve pen ELPPN03A/B
Te gebruiken voor bediening van het computerscherm op het
projectieoppervlak.
Externe apparaten
Documentcamera ELPDC20
Documentcamera ELPDC12
Documentcamera ELPDC11
Documentcamera ELPDC06
Gebruik deze voor het projecteren van beelden, zoals boeken, OHP-
documenten of dia's.
Aansluitings- en bedieningsdoos ELPCB02
Aansluitings- en bedieningsdoos ELPCB01
Als de projector aan een wand is gemonteerd of is opgehangen aan het
plafond, installeer dan de afstandsbediening om de betreffende projector te
bedienen.
Schermgrootte en projectieafstand
314
Raadpleeg deze tabel om te bepalen hoe ver de projector van het scherm moet
worden verwijderd op basis van de grootte van het geprojecteerde beeld.
A
Projectie-afstand (cm)
B
De afstand van de projector tot de bovenkant van het scherm (bij bevestiging
aan een muur of plafond, of verticaal geïnstalleerd) (cm)
C
De afstand van de projector tot de onderkant van het scherm (bij bevestiging
aan een muur of plafond, of verticaal geïnstalleerd) (cm)
D
Afstand vanaf het midden van de lens tot de achterkant van de projector
(zonder kabelafdekking) (cm)
16:9 schermgrootte
A B C
Kortste (Breed) Kortste (Breed) Kortste (Breed)
65" 143.9 × 80.9 39.2 10.5 91.5
70" 155.0 × 87.2 42.3 11.4 98.5
75" 166.0 × 93.4 45.5 12.2 105.6
80" 177.1 × 99.6 48.7 13.0 112.6
85" 188.2 × 105.8 51.8 13.8 119.6
90" 199.2 × 112.1 55.0 14.6 126.7
100" 221.4 × 124.5 61.3 16.2 140.7
110" * 243.5 × 137.0 67.6 17.8 154.8
120" * 265.7 × 149.4 74.0 19.5 168.9
130" * 287.8 × 161.9 80.3 21.1 183.0
16:10 schermgrootte
A B C
Kortste (Breed) Kortste (Breed) Kortste (Breed)
60" 129.2 × 80.8 39.1 10.5 91.3
65" 140.0 × 87.5 42.5 11.4 98.9
70" 150.8 × 94.2 45.9 12.3 106.5
75" 161.5 × 101.0 49.3 13.1 114.1
80" 172.3 × 107.7 52.8 14.0 121.7
85" 183.1 × 114.4 56.2 14.9 129.3
90" 193.9 × 121.2 59.6 15.8 136.9
95" 204.6 × 127.9 63.0 16.7 144.5
100" 215.4 × 134.6 66.4 17.5 152.1
110" * 236.9 × 148.1 73.3 19.3 167.4
120" * 258.5 × 161.5 80.1 21.0 182.6
Schermgrootte en projectieafstand
315
4:3 schermgrootte
A B C
Kortste (Breed) Kortste (Breed) Kortste (Breed)
53" 107.7 × 80.8 39.1 10.5 91.3
55" 111.8 × 83.8 40.6 10.9 94.7
60" 121.9 × 91.4 44.5 11.9 103.3
65" 132.1 × 99.1 48.4 12.9 112.0
70" 142.2 × 106.7 52.2 13.9 120.6
75" 152.4 × 114.3 56.1 14.9 129.2
80" 162.6 × 121.9 60.0 15.9 137.8
85" 172.7 × 129.5 63.9 16.9 146.4
90" 182.9 × 137.2 67.7 17.9 155.0
100" 203.2 × 152.4 75.5 19.8 172.2
105" * 213.4 × 160.0 79.4 20.8 180.9
16:6 schermgrootte
(EB-1485Fi)
A B C
Kortste (Breed) Kortste (Breed) Kortste (Breed)
61" 145.1 × 54.4 39.5 24.2 78.6
65" 154.6 × 58.0 42.2 25.8 83.8
70" 166.5 × 62.4 45.6 27.8 90.2
75" 178.4 × 66.9 49.0 29.8 96.7
80" 190.3 × 71.3 52.4 31.8 103.1
85" 202.2 × 75.8 55.8 33.8 109.6
90" 214.0 × 80.3 59.2 35.7 116.0
95" 225.9 × 84.7 62.6 37.7 122.5
100" 237.8 × 89.2 66.0 39.7 128.9
110" 261.6 × 98.1 72.8 43.7 141.8
120" 285.4 × 107.0 79.6 47.7 154.7
21:9 schermgrootte
A B C
Kortste (Breed) Kortste (Breed) Kortste (Breed)
62" 144.7 × 62.0 39.4 20.3 82.3
65" 151.8 × 65.0 41.4 21.3 86.3
70" 163.4 × 70.0 44.7 22.9 93.0
75" 175.1 × 75.0 48.1 24.5 99.6
80" 186.8 × 80.0 51.4 26.2 106.2
85" 198.4 × 85.0 54.8 27.8 112.9
90" 210.1 × 90.0 58.1 29.5 119.5
100" 233.5 × 100.1 64.8 32.7 132.8
110" * 256.8 × 110.1 71.5 36.0 146.1
120" * 280.2 × 120.1 78.1 39.3 159.3
123" * 287.2 × 123.1 80.1 40.3 163.3
* Alleen beschikbaar voor EB‑805F/EB‑800F.
Ondersteunde resoluties voor de monitorweergaven
316
De tabel hier toont de compatibele vernieuwingsfrequentie en resolutie voor
elk compatibel videoweergaveformaat.
PC
Compatibele modus
Mode
Comput
er
HDMI/HDBaseT
RG
BH
V
YC
bC
r
RGB
YCbCr
4:4:4 4:2:2 4:2:0
8 10 12 8 10 12 8 10 12 8 10 12
VGA60 ✓ ✓
VGA72 ✓
VGA75 ✓
VGA85 ✓
SVGA60 ✓ ✓
SVGA72 ✓
SVGA75 ✓
SVGA85 ✓
XGA60 ✓ ✓
XGA70 ✓
XGA75 ✓
XGA85 ✓
WXGA60-1 ✓
WXGA60 ✓ ✓
WXGA75 ✓
WXGA85 ✓
WXGA60-3 ✓ ✓
WXGA+60 ✓ ✓
WXGA+75 ✓
Mode
Comput
er
HDMI/HDBaseT
RG
BH
V
YC
bC
r
RGB
YCbCr
4:4:4 4:2:2 4:2:0
8 10 12 8 10 12 8 10 12 8 10 12
WXGA+85 ✓
WXGA++ ✓ ✓
SXGA1_70 ✓
SXGA1_75 ✓
SXGA1_85 ✓
SXGA2_60 ✓ ✓
SXGA2_75 ✓
SXGA2_85 ✓
SXGA3_60 ✓ ✓
SXGA3_75 ✓
SXGA3_85 ✓
SXGA+60 ✓ ✓
SXGA+75 ✓
WSXGA+60 ✓ ✓
UXGA60 ✓ ✓
1920×1080_5
0
✓ ✓
1920×1080_6
0
✓ ✓
WUXGA60
(Reduced
Blanking)
✓ ✓
QXGA ✓
WQHD ✓
Ondersteunde resoluties voor de monitorweergaven
317
Mode
Comput
er
HDMI/HDBaseT
RG
BH
V
YC
bC
r
RGB
YCbCr
4:4:4 4:2:2 4:2:0
8 10 12 8 10 12 8 10 12 8 10 12
WQXGA
(Reduced
Blanking)
✓
Modusinformatie
Mode
Resolutie
(beeldpunt)
H Sync
(KHz)
Vernieuw
ingssnelhe
id (Hz)
Dotclk
(MHz)
Scantype
VGA60 640 480 31.47 60 25.175 Progressive
VGA72 640 480 37.86 72 31.500 Progressive
VGA75 640 480 37.50 75 31.500 Progressive
VGA85 640 480 43.27 85 36.000 Progressive
SVGA60 800 600 37.88 60 40.000 Progressive
SVGA72 800 600 48.08 72 50.000 Progressive
SVGA75 800 600 46.88 75 49.500 Progressive
SVGA85 800 600 53.67 85 56.250 Progressive
XGA60 1024 768 48.36 60 65.000 Progressive
XGA70 1024 768 56.48 70 75.000 Progressive
XGA75 1024 768 60.02 75 78.750 Progressive
XGA85 1024 768 68.68 85 94.500 Progressive
WXGA60-1 1280 768 47.78 60 79.500 Progressive
WXGA60 1280 800 49.70 60 83.500 Progressive
WXGA75 1280 800 62.80 75 106.500 Progressive
WXGA85 1280 800 71.55 85 122.500 Progressive
WXGA60-3 1366 768 47.71 60 85.500 Progressive
Mode
Resolutie
(beeldpunt)
H Sync
(KHz)
Vernieuw
ingssnelhe
id (Hz)
Dotclk
(MHz)
Scantype
WXGA+60 1440 900 55.94 60 106.500 Progressive
WXGA+75 1440 900 70.64 75 136.750 Progressive
WXGA+85 1440 900 80.43 85 157.000 Progressive
WXGA++ 1600 900 60.00 60 108.000 Progressive
SXGA1_70 1152 864 63.85 70 94.500 Progressive
SXGA1_75 1152 864 67.50 75 108.000 Progressive
SXGA1_85 1152 864 77.09 85 121.500 Progressive
SXGA2_60 1280 960 60.00 60 108.000 Progressive
SXGA2_75 1280 960 75.00 75 126.000 Progressive
SXGA2_85 1280 960 85.94 85 148.500 Progressive
SXGA3_60 1280 1024 63.98 60 108.000 Progressive
SXGA3_75 1280 1024 79.98 75 135.000 Progressive
SXGA3_85 1280 1024 91.15 85 157.500 Progressive
SXGA+60 1400 1050 65.32 60 121.750 Progressive
SXGA+75 1400 1050 82.28 75 156.000 Progressive
WSXGA+60 1680 1050 65.29 60 146.250 Progressive
UXGA60 1600 1200 75.00 60 162.000 Progressive
1920×1080_50 1920 1080 56.25 50 148.500 Progressive
1920×1080_60 1920 1080 67.50 60 148.500 Progressive
WUXGA60
(Reduced
Blanking)
1920 1200 74.04 60 154.000 Progressive
QXGA 2048 1536 95.45 60 267.250 Progressive
WQHD 2560 1440 88.79 60 241.500 Progressive
WQXGA
(Reduced
Blanking)
2560 1600 98.71 60 268.500 Progressive
Ondersteunde resoluties voor de monitorweergaven
318
Unieke hoogte-breedte
Compatibele modus
Mode
HDMI/HDBaseT
RGB
YCbCr
4:4:4 4:2:2 4:2:0
8 10 12 8 10 12 8 10 12 8 10 12
Unieke hoogte-
breedte (16:6)
✓
Unieke hoogte-
breedte (21:9)
✓
Twee projectors in
serie verbinden
✓
Modusinformatie
Mode
Resolutie
(beeldpunt)
H Sync
(KHz)
Vernieuw
ingssnelhe
id (Hz)
Dotclk
(MHz)
Scantype
Unieke hoogte-
breedte (16:6)
1920 720 45.96 60 95.045 Progressive
Unieke hoogte-
breedte (21:9)
1920 810 51.72 60 106.956 Progressive
Twee projectors
in serie
verbinden
3240 1080 69.00 60 237.084 Progressive
Als het beeld niet correct wordt geprojecteerd, stelt u de timinginsteling op
uw computer in volgens de waarden in de volgende tabellen. (Afhankelijk van
uw computer, zult u deze instellingen mogelijk niet kunnen wijzigen.)
Mode
Dotclk
(MHz)
Hor
Freq
(KHz)
Ver
Freq
(Hz)
H actief
(punt)
H
voorpo
rtaal
(punt)
H
synchr.
breedte
(punt)
H
achterp
ortaal
(punt)
Unieke hoogte-
breedte (16:6)
95.045 45.96 60 1920 42 32 74
Unieke hoogte-
breedte (21:9)
106.956 51.72 60 1920 42 32 74
Twee projectors
in serie verbinden
237.084 69.00 60 3240 66 32 98
Mode
V actief
(lijn)
V
voorpo
rtaal
(lijn)
V
synchr.
breedte
(lijn)
V
achterp
ortaal
(lijn)
H
Sync-
polarite
it
V Sync-
polarite
it
Scantyp
e
Unieke hoogte-
breedte (16:6)
720 20 8 18 P N
Progres
sive
Unieke hoogte-
breedte (21:9)
810 24 8 20 P N
Progres
sive
Twee projectors
in serie
verbonden
1080 37 8 25 P N
Progres
sive
P: positief
N: negatief
Video
Modusinformatie
Mode
Resolutie
(beeldpunt)
H Sync
(KHz)
Vernieuw
ingssnelhe
id (Hz)
Dotclk
(MHz)
Scantype
NTSC 720 480 15.73 60 13.500 Interlace
NTSC4.43 720 480 15.73 60 13.500 Interlace
PAL 720 576 15.63 50 13.500 Interlace
Ondersteunde resoluties voor de monitorweergaven
319
Mode
Resolutie
(beeldpunt)
H Sync
(KHz)
Vernieuw
ingssnelhe
id (Hz)
Dotclk
(MHz)
Scantype
M-PAL 720 576 15.73 60 13.500 Interlace
N-PAL 720 576 15.63 50 13.500 Interlace
PAL60 720 576 15.73 60 13.500 Interlace
SECAM 720 576 15.63 50 13.500 Interlace
SD
Compatibele modus
Mode
Comput
er
HDMI/HDBaseT
RG
BH
V
YC
bC
r
RGB
YCbCr
4:4:4 4:2:2 4:2:0
8 10 12 8 10 12 8 10 12 8 10 12
SDTV (480i) ✓ ✓ ✓
SDTV (576i) ✓ ✓ ✓
SDTV (480p) ✓ ✓ ✓ ✓
SDTV (576p) ✓ ✓ ✓ ✓
Modusinformatie
Mode
Resolutie
(beeldpunt)
H Sync
(KHz)
Vernieuw
ingssnelhe
id (Hz)
Dotclk
(MHz)
Scantype
SDTV (480i) 720 480 15.73 59.94 13.500 Interlace
SDTV (576i) 720 576 15.63 50 13.500 Interlace
SDTV (480p) 720 480 31.47 59.94 27.000 Progressive
SDTV (576p) 720 576 31.25 50 27.000 Progressive
HD
Compatibele modus
Mode
Comput
er
HDMI/HDBaseT
RG
BH
V
YC
bC
r
RGB
YCbCr
4:4:4 4:2:2 4:2:0
8 10 12 8 10 12 8 10 12 8 10 12
HDTV
(720p)_50
✓ ✓ ✓ ✓
HDTV
(720p)_59.94
✓ ✓ ✓ ✓
HDTV
(720p)_60
✓ ✓ ✓ ✓
HDTV
(1080i)_50
✓ ✓ ✓
HDTV
(1080i)_59.94
✓ ✓ ✓
HDTV
(1080i)_60
✓ ✓ ✓
HDTV
(1080p)_23.98
✓ ✓ ✓
HDTV
(1080p)_24
✓ ✓ ✓
HDTV
(1080p)_29.97
✓ ✓ ✓
HDTV
(1080p)_30
✓ ✓ ✓
HDTV
(1080p)_50
✓ ✓ ✓ ✓
HDTV
(1080p)_59.94
✓ ✓ ✓ ✓
HDTV
(1080p)_60
✓ ✓ ✓ ✓
Ondersteunde resoluties voor de monitorweergaven
320
Modusinformatie
Mode
Resolutie
(beeldpunt)
H Sync
(KHz)
Vernieuw
ingssnelhe
id (Hz)
Dotclk
(MHz)
Scantype
HDTV
(720p)_50
1280 720 37.50 50 74.250 Progressive
HDTV
(720p)_59.94
1280 720 44.96 59.94 74.176 Progressive
HDTV
(720p)_60
1280 720 45.00 60 74.250 Progressive
HDTV
(1080i)_50
1920 1080 28.13 50 74.250 Interlace
HDTV
(1080i)_59.94
1920 1080 33.72 59.94 74.176 Interlace
HDTV
(1080i)_60
1920 1080 33.75 60 74.250 Interlace
HDTV
(1080p)_23.98
1920 1080 26.97 23.98 74.176 Progressive
HDTV
(1080p)_24
1920 1080 27.00 24 74.250 Progressive
HDTV
(1080p)_29.97
1920 1080 33.72 29.97 74.176 Progressive
HDTV
(1080p)_30
1920 1080 33.75 30 74.250 Progressive
HDTV
(1080p)_50
1920 1080 56.25 50 148.500 Progressive
HDTV
(1080p)_59.94
1920 1080 67.43 59.94 148.352 Progressive
HDTV
(1080p)_60
1920 1080 67.50 60 148.500 Progressive
4K
Compatibele modus
Mode
HDMI/HDBaseT
RGB
YCbCr
4:4:4 4:2:2 4:2:0
8 10 12 8 10 12 8 10 12 8 10 12
4K
(3840×2160)_23.98
✓ ✓ ✓
4K (3840×2160)_24 ✓ ✓ ✓
4K (3840×2160)_25 ✓ ✓ ✓
4K
(3840×2160)_29.97
✓ ✓ ✓
4K (3840×2160)_30 ✓ ✓ ✓
4K (3840×2160)_50 ✓
4K
(3840×2160)_59.94
✓
4K (3840×2160)_60 ✓
4K(4096×2160)
(SMPTE)_23.98
✓ ✓ ✓
4K(4096×2160)
(SMPTE)_24
✓ ✓ ✓
4K(4096×2160)
(SMPTE)_50
✓
4K(4096×2160)
(SMPTE)_59.94
✓
4K(4096×2160)
(SMPTE)_60
✓
Modusinformatie
Ondersteunde resoluties voor de monitorweergaven
321
Mode
Resolutie
(beeldpunt)
H Sync
(KHz)
Vernieuw
ingssnelhe
id (Hz)
Dotclk
(MHz)
Scantype
4K
(3840×2160)_23
.98
3840 2160 53.95 23.98 296.703 Progressive
4K
(3840×2160)_24
3840 2160 54.00 24 297.000 Progressive
4K
(3840×2160)_25
3840 2160 56.25 25 297.000 Progressive
4K
(3840×2160)_29
.97
3840 2160 67.43 29.97 296.703 Progressive
4K
(3840×2160)_30
3840 2160 67.50 30 297.000 Progressive
4K
(3840×2160)_50
3840 2160 112.50 50 297.000 Progressive
4K
(3840×2160)_59
.94
3840 2160 134.87 59.94 296.703 Progressive
4K
(3840×2160)_60
3840 2160 135.00 60 297.000 Progressive
4K(4096×2160)
(SMPTE)_23.98
4096 2160 53.95 23.98 296.703 Progressive
4K(4096×2160)
(SMPTE)_24
4096 2160 54.00 24 297.000 Progressive
4K(4096×2160)
(SMPTE)_50
4096 2160 112.50 50 297.000 Progressive
4K(4096×2160)
(SMPTE)_59.94
4096 2160 134.87 59.94 296.703 Progressive
4K(4096×2160)
(SMPTE)_60
4096 2160 135.00 60 297.000 Progressive
a
HDBaseT is alleen beschikbaar met EB‑1485Fi/EB‑805F/EB‑800F.
Specificaties van de projector
322
Productnaam EB‑1485Fi/EB‑1480Fi/EB‑805F/EB‑800F
Afmetingen 458 (B) × 209,5 (H) × 375 (D) mm (zonder verhoogd
gedeelte)
LCD-schermgrootte 0,62"
Weergavemethode Polisiliconen TFT actieve matrix
Resolutie 2.073.600 punten *
FWXGA (1.366 (B) × 768 (H) punten) × 3
Scherpte instellen Handmatig
Zoomaanpassing 1,0 tot 1,35 (digitale zoom)
Lichtbron Laserdiode
Uitgangsvermogen
lichtbron
Tot 104,5 W
Golflengte 449 tot 461 nm
Levensduur lichtbron ** Lichtmodus: Normaal of Stil: tot ca. 20.000 uren
Lichtmodus: Uitgebreid: tot ca. 30.000 uren
Max. audio-uitvoer 8 W × 8 W Stereo
Luidspreker 2
Voeding 100-240V AC±10% 50/60Hz 3,8 - 1,7 A
Operationeel
stroomverbruik (gebieden
met 100 tot 120 V)
Lichtmodus: Normaal, Aangepast: 381 W
Lichtmodus: Stil, Uitgebreid: 270 W
Operationeel
stroomverbruik (gebieden
met 220 tot 240 V)
Lichtmodus: Normaal, Aangepast: 366 W
Lichtmodus: Stil, Uitgebreid: 262 W
Stroomverbruik in stand-
by
Communicatie aan: 2,0 W
Communicatie uit: 0,5 W
Bedrijfshoogte Hoogte 0 tot 3.048 m
Bedrijfstemperatuur
(wanneer u een installatie
met één projector
gebruikt) ***
EB‑‑1485Fi/EB‑‑1480Fi:
Hoogte van 0 tot 2.286 m: 0 tot +40°C (geen
condensatie)
Hoogte van 2.287 tot 3.048 m: 0 tot +35°C
(luchtvochtigheid van 20 tot 80%, geen condensatie)
EB‑‑805F/EB‑‑800F:
Hoogte van 0 tot 2.286 m: 0 tot +45°C (geen
condensatie)
Hoogte van 2.287 tot 3.048 m: 0 tot +40°C
(luchtvochtigheid van 20 tot 80%, geen condensatie)
Bedrijfstemperatuur
(wanneer u een installatie
met meerdere projectors
gebruikt) ***
EB‑‑1485Fi/EB‑‑1480Fi:
Hoogte van 0 tot 2.286 m: 0 tot +35°C (geen
condensatie)
Hoogte van 2.287 tot 3.048 m: 0 tot +30°C
(luchtvochtigheid van 20 tot 80%, geen condensatie)
EB‑‑805F/EB‑‑800F:
Hoogte van 0 tot 2.286 m: 0 tot +40°C (geen
condensatie)
Hoogte van 2.287 tot 3.048 m: 0 tot +35°C
(luchtvochtigheid van 20 tot 80%, geen condensatie)
Opslagtemperatuur -10 tot +60°C (geen condensatie)
Gewicht EB‑‑1485Fi/EB‑‑1480Fi:
Ca. 9,5 kg (zonder kabelafdekking)
EB‑‑805F/EB‑‑800F:
Ca. 9,4 kg (zonder kabelafdekking)
* Pixelverschuivingstechnologie bereikt Full HD-resolutie op het scherm.
** Tijd bij benadering tot de helderheid van de lichtbron afneemt tot de helft
van zijn originele waarde. (Uitgaande van het feit dat de projector wordt
gebruikt in een atmosfeer waar stofdeeltjes in de lucht kleiner zijn dan 0,04 tot
0,2 mg/m3. De geschatte tijd verschilt afhankelijke van het projectorgebruik
en de bedrijfsomstandigheden.)
*** Helderheid van de lichtbron dimt automatisch als de
omgevingstemperatuur te hoog wordt. (Ongeveer 35°C bij een hoogte van 0
tot 2.286 m en ongeveer 30°C bij een hoogte van 2.287 to 3.048 m; dit kan
echter variëren afhankelijk van de omgeving.)
Specificaties van de projector
323
Kantelhoek
EB‑‑1485Fi/EB‑‑1480Fi:
Als u de projector kantelt onder een hoek van meer dan 3˚, kan deze worden
beschadigd en ongelukken veroorzaken.
EB‑‑805F/EB‑‑800F:
U kunt de projector installeren in verschillende hoeken. Er is geen verticale of
horizontale limiet aan hoe de projector kan worden geïnstalleerd.
gg Verwante koppelingen
• "Specificaties connectors" pag.323
Specificaties connectors
EB‑‑1485Fi/EB‑‑1480Fi
Computer1-poort 1 15-pins Mini D-sub (vrouwelijk)
Computer2/Monitor Out 1 15-pins Mini D-sub (vrouwelijk)
Video-poort 1 RCA pin-aansluiting
HDMI-poort 3 HDMI (audio wordt alleen door PCM
ondersteund)
HDBaseT-poort
(EB‑1485Fi)
1 RJ-45
HDMI Out-poort 1 HDMI
Audio-poorten 3 Stereo mini-aansluiting
Audio Out-poort 1 Stereo mini-aansluiting
Mic-poort 1 Stereo mini-aansluiting
RS-232C-poort 1 Mini D-Sub 9-pins (mannelijk)
SYNC-poorten 2 Stereo mini-aansluiting
TCH-poort 1 Mini DIN 8-pins
USB-A-poort 2 USB-connector (type A)
USB-B-poort 2 USB-connector (type B)
LAN-poort 1 RJ-45
DC Out-poort (voor
voeding)
1 USB-connector (type A)
EB‑‑805F/EB‑‑800F
Computer1-poort 1 15-pins Mini D-sub (vrouwelijk)
Computer2/Monitor Out 1 15-pins Mini D-sub (vrouwelijk)
Video-poort 1 RCA pin-aansluiting
HDMI-poort 3 HDMI (audio wordt alleen door PCM
ondersteund)
HDBaseT-poort 1 RJ-45
HDMI Out-poort 1 HDMI
Audio-poorten 3 Stereo mini-aansluiting
Audio Out-poort 1 Stereo mini-aansluiting
RS-232C-poort 1 Mini D-Sub 9-pins (mannelijk)
USB-A-poort 2 USB-connector (type A)
Specificaties van de projector
324
USB-B-poort 1 USB-connector (type B)
LAN-poort 1 RJ-45
DC Out-poort (voor
voeding)
1 USB-connector (type A)
a
• USB-A- en USB-B-poort ondersteunt USB 2.0. Het is echter niet
gegarandeerd dat alle apparaten met USB-ondersteuning werken op
de USB-poorten.
• USB-B-poort biedt geen ondersteuning voor USB 1.1.
Externe afmetingen
325
A
Midden van de projectielens
EB‑‑1485Fi/EB‑‑1480Fi:
Externe afmetingen
326
EB‑‑805F/EB‑‑800F:
B
Afstand vanaf de bovenkant tot de bevestigingspunten van de ophangbeugel
C
Afstand vanaf het midden van de projectielens tot de bevestigingspunten van de
ophangbeugel
De eenheid gebruikt in deze illustraties is mm.
Systeemvereisten USB Display
327
Om de projectorsoftware Epson USB Display te gebruiken, moet de computer
voldoen aan de volgende systeemvereisten.
Vereisten Windows Mac
Besturingssystee
m
Windows 7
• Ultimate (32- en 64-bits)
• Enterprise (32- en 64-bits)
• Professional (32- en 64-bits)
• Home Premium (32- en 64-
bits)
• Home Basic (32-bits)
• Starter (32-bits)
OS X
• 10.11.x (64-bits)
Windows 8.1
• Windows 8.1 (32- en 64-bits)
• Windows 8.1 Pro (32- en 64-
bits)
• Windows 8.1 Enterprise (32-
en 64-bits)
macOS
• 10.12.x (64-bits)
• 10.13.x (64-bits)
• 10.14.x (64-bits)
• 10.15.x (64-bits)
Windows 10
• Windows 10 Home (32- en 64-
bits)
• Windows 10 Pro (32- en 64-
bits)
• Windows 10 Enterprise (32- en
64-bits)
Processor Intel Core2Duo of sneller
(Intel Core i3 of sneller
aanbevolen)
Intel Core2Duo of sneller
(Intel Core i5 of sneller
aanbevolen)
Geheugen 2 GB of meer
(4 GB of meer aanbevolen)
Harde
schijfruimte
20 MB of meer
Weergeven Resolutie tussen 640 × 480 en 1920 × 1200
16-bits kleuren of hoger
Systeemvereisten Easy Interactive Driver
328
Als u de modus Computer interactief wilt gebruiken op een Mac, moet u de
Easy Interactive Driver op uw Mac installeren. Controleer of uw Mac voldoet
aan de onderstaande systeemvereisten.
a
U hoeft deze software alleen te installeren voor de
EB‑1485Fi/EB‑1480Fi.
Vereisten Mac
Besturingssysteem macOS
• 10.12.x (64-bits)
• 10.13.x (64-bits)
• 10.14.x (64-bits)
• 10.15.x (64-bits)
Processor Core2 Duo 1,2 GHz of sneller
(Core i5 of sneller aanbevolen)
Geheugen 2 GB of meer
Aanbevolen: 4 GB of meer
Harde schijfruimte 100 MB of meer
Beeldscherm Resoluties van minimaal XGA (1024 x 768) en
maximaal WUXGA (1920 x 1200)
16-bits kleuren of hoger
Lijst met veiligheidssymbolen en -instructies
329
De volgende tabel toont de betekenis van de labels met veiligheidssymbolen
op de apparatuur.
No. Symboolmarkeri
ng
Goedgekeurde
standaarden
Beschrijving
A
IEC60417
No. 5007
"AAN" (voeding)
Om de aansluiting op de netstroom
aan te geven.
B
IEC60417
No. 5008
"UIT" (voeding)
Om de loskoppeling van de netstroom
aan te geven.
C
IEC60417
No. 5009
Stand-by
Voor het identificeren van de switch of
switchpositie op basis van het
onderdeel van het apparaat dat wordt
ingeschakeld om de stand-bytoestand
te veroorzaken.
D
ISO7000
No. 0434B,
IEC3864-B3.1
Opgelet
Voor het identificeren van algemene
oplettendheid bij het gebruik van het
product.
E
IEC60417
No. 5041
Opgelet, heet oppervlak
Om aan te geven dat het gemarkeerde
item warm kan worden en niet mag
worden aangeraakt zonder de nodige
oplettendheid.
F
IEC60417
No. 6042
ISO3864-B3.6
Opgelet, risico op elektrische schok
Voor het identificeren van apparatuur
waarbij het risico op elektrische schok
bestaat.
G
IEC60417
No. 5957
Alleen voor gebruik binnenshuis
Voor het identificeren van elektrische
apparatuur, in de eerste plaats
ontworpen voor gebruik binnenshuis.
No. Symboolmarkeri
ng
Goedgekeurde
standaarden
Beschrijving
H
IEC60417
No. 5926
Polariteit van gelijkstroomaansluiting
Voor het identificeren van de positieve
en negatieve aansluitingen (polariteit)
op een deel van de apparatuur waarop
de gelijkstroomvoeding kan worden
aangesloten.
I
— Hetzelfde als No. 8.
J
IEC60417
No. 5001B
Batterij, algemeen
Op door batterij aangedreven
apparatuur. Voor het identificeren van
een apparaat, bijv. een deksel voor het
batterijvak of de connectoren.
K
IEC60417
No. 5002
Positionering van celbatterij
Voor het identificeren van de
batterijhouder zelf en van de
positionering van de celbatterij(en)
binnenin de batterijhouder.
L
— Hetzelfde als No. 11.
M
IEC60417
No. 5019
Beschermende aarde
Voor het identificeren van elke
aansluiting die is bedoeld voor het
aansluiten op een externe geleider als
bescherming tegen elektrische schok
in geval van defect, of de terminal van
de beschermende aardelektrode.
N
IEC60417
No. 5017
Aarde
Voor het identificeren van een
aardeaansluiting in gevallen waar het
symbool No. 13 niet expliciet is
vereist.
Lijst met veiligheidssymbolen en -instructies
330
No. Symboolmarkeri
ng
Goedgekeurde
standaarden
Beschrijving
O
IEC60417
No. 5032
Wisselstroom
Om aan te duiden op het typeplaatje
dat de apparatuur uitsluitend geschikt
is voor wisselstroom; voor het
identificeren van de relevante
terminals.
P
IEC60417
No. 5031
Gelijkstroom
Om aan te duiden op het typeplaatje
dat de apparatuur uitsluitend geschikt
is voor gelijkstroom; voor het
identificeren van de relevante
terminals.
Q
IEC60417
No. 5172
Klasse II apparatuur
Voor het identificeren van apparatuur
die voldoet aan de veiligheidsvereisten,
opgegeven voor Klasse II apparatuur
conform IEC 61140.
R
ISO 3864 Algemeen verbod
Voor het identificeren van verboden
acties of bewerkingen.
S
ISO 3864 Contactverbod
Om aan te geven dat letsel kan
ontstaan door het aanraken van een
specifiek onderdeel van de apparatuur.
T
— Kijk nooit direct in de optische lens
terwijl de projector is ingeschakeld.
U
— Om aan te geven dat er geen van de
gemarkeerde items op de projector
mag worden geplaatst.
V
ISO3864
IEC60825-1
Opgelet, laserstraling
Om aan te geven dat de apparatuur
een onderdeel met laserstralen heeft.
No. Symboolmarkeri
ng
Goedgekeurde
standaarden
Beschrijving
W
ISO 3864 Verbod van demontage
Om een risico op letsel, zoals
elektrische schok, aan te geven als het
apparaat is gedemonteerd.
X
IEC60417
No. 5266
Stand-by, gedeeltelijk stand-by
Om aan te geven dat dit onderdeel van
de apparaat in status Gereed is.
Y
ISO3864
IEC60417
No. 5057
Opgelet! Beweeglijke onderdelen
Om aan te geven dat u uit de buurt
van beweeglijke onderdelen moet
blijven in overeenstemming met de
beschermingsstandaarden.
Z
IEC60417
No. 6056
Opgelet (bewegende
ventilatorschoepen)
Als veiligheidsmaatregel dient u uit de
buurt van ventilatorschoepen te
blijven.
a
IEC60417
No. 6043
Opgelet (scherpe hoeken)
Om scherpe hoeken aan te duiden die
niet mogen worden aangeraakt.
b
— Om aan te geven dat in de lens kijken
tijdens het projecteren verboden is.
c
ISO7010
Nr. W027
ISO 3864
Waarschuwing, optische straling (zoals
UV, zichtbare straling, IR)
Wees voorzichtig dat u geen oog- of
huidletsel oploopt terwijl u in de
omgeving van optische straling bent.
d
IEC60417
Nr. 5109
Niet gebruiken in woongebieden.
Voor het identificeren van elektrische
apparatuur die niet geschikt is voor
een woongebied.
Informatie laserveiligheid
331
Deze projector is een laserproduct van Klasse 1 dat voldoet aan de
internationale norm IEC/EN60825-1:2014 voor lasers.
Voor Noord-/Zuid-Amerika: voldoet aan de FDA-prestatienormen voor
laserproducten behalve voor afwijkingen volgens Laserverklaring nr. 50 van
24 juni 2007.
Volg deze veiligheidsvoorschriften wanneer u de projector gebruikt.
Waarschuwing
• Open de behuizing van de projector niet. De projector bevat een krachtige laser.
• Mogelijk gevaarlijke optische straling wordt uitgestraald door dit product. Kijk
niet in een ingeschakelde lichtbron. Dit kan oogletsel veroorzaken.
Let op
Demonteer de projector niet wanneer u deze weggooit. Weggooien volgens de
lokale of nationale wetten en regelgeving.
a
De projector gebruikt een laser als lichtbron. De laser heeft de volgende
kenmerken.
• Afhankelijk van de omgeving kan de helderheid van de lichtbron
afnemen. De helderheid neemt sterk af wanneer de temperatuur te
hoog wordt.
• Hoe langer een lichtbron wordt gebruikt, des te meer de helderheid
ervan afneemt. U kunt de relatie tussen de gebruikstijd en de
vermindering in de helderheidsinstellingen wijzigen.
gg Verwante koppelingen
• "Laserwaarschuwingslabels" pag.331
Laserwaarschuwingslabels
Er zijn laserwaarschuwingslabels aangebracht op de projector.
Deze projector is een laserproduct van Klasse 1 dat voldoet aan de
internationale norm IEC/EN60825-1:2014 voor lasers.
Volg deze veiligheidsvoorschriften wanneer u de projector gebruikt.
Binnenkant
Informatie laserveiligheid
332
Boven
Net als met elke heldere bron, mag u niet in de lichtstraal kijken, RG2 IEC/EN
62471-5:2015.
Voldoet aan de FDA-prestatienormen voor laserproducten, behalve voor
conformiteit als een risicogroep 2 LIP zoals gedefinieerd in IEC 62471-5: Ed.
1.0. Zie Laserverklaring nr. 57 van 8 mei 2019 voor meer informatie.
Woordenlijst
333
In dit gedeelte worden kort de moeilijke termen uitgelegd die niet zijn
toegelicht in de tekst van deze handleiding. Raadpleeg eventueel andere in de
winkel verkrijgbare publicaties voor meer informatie.
AMX Device
Discovery
AMX Device Discovery is een door AMX ontwikkelde
technologie waarmee AMX-regelsystemen bepaalde
doelapparatuur gemakkelijk kunnen aansturen.
Epson heeft het protocol van deze technologie toegepast en een
instelling aangebracht waarmee dit protocol kan worden
ingeschakeld (AAN).
Kijk op de website van AMX voor meer informatie.
URL http://www.amx.com/
Hoogte-
breedteverhouding
De verhouding tussen de lengte en de breedte van een beeld.
Schermen met een hoogte-breedteverhouding van 16:9, zoals
HDTV-schermen, noemt men ook breedbeeldschermen.
SDTV en gewone computermonitors hebben een hoogte-
breedteverhouding van 4:3.
Composietvideo Een methode om het videosignaal te bundelen in een
luminantiecomponent en een kleurcomponent voor transmissie
langs een enkele kabel.
Contrast De relatieve helderheid van de lichte en donkere gebieden van
een beeld kan worden vergroot of verminderd zodat tekst en
afbeeldingen duidelijker te zien zijn, of om ze zachter te laten
lijken. Het aanpassen van deze eigenschap van een beeld wordt
ook wel Contrast genoemd.
DHCP Een afkorting van Dynamic Host Configuration Protocol, dit
protocol wijst automatisch een IP-adres toe aan apparatuur die
is aangesloten op een netwerk.
DICOM Een acroniem voor Digital Imaging and Communications in
Medicine.
Een internationale standaard die de beeldstandaards bepaalt en
een communicatieprotocol voor medische beelden.
Gateway-adres Dit is een server (router) voor communicatie via een netwerk
(subnet) dat is ingedeeld volgens subnetmaskers.
HDCP HDCP is een afkorting voor High-bandwidth Digital Content
Protection.
Het wordt gebruikt om illegaal kopiëren tegen te gaan en de
auteursrechten te beschermen door het coderen van digitale
signalen die via DVI- en HDMI-poorten worden gestuurd.
Omdat de HDMI-poort op deze projector HDCP ondersteunt,
kunnen digitale beelden worden geprojecteerd die beveiligd zijn
door HDCP-technologie.
Het kan echter zijn dat de projector geen beelden kan
projecteren die zijn geprojecteerd met bijgewerkte of
gereviseerde versies van HDCP-codering.
HDMI
™
Een afkorting voor High Definition Multimedia Interface. Als
norm is HDMI
™
vooral gericht op digitale
consumentenelektronica en computers. Dit is de norm voor de
verzending van HD-beelden en meerkanaals audiosignalen.
Doordat het digitale signaal niet wordt gecomprimeerd, kan het
beeld met de hoogst mogelijke kwaliteit worden doorgegeven.
Ook is er een functie om het digitale signaal te coderen.
HDTV Een afkorting voor High-Definition Television. Dit begrip
verwijst naar systemen met een hoge definitie die voldoen aan
de volgende eisen.
• Verticale resolutie van 720p of 1080i of hoger (p =
progressief, i = geïnterlinieerd)
• Scherm Hoogte-breedteverhouding van 16:9
Type
infrastructuur
Een type draadloze LAN-verbinding waarmee apparaten via
toegangspunten communiceren.
Geïnterlinieerd Verstuurt de informatie die nodig is om een scherm op te
bouwen door eerst de oneven en dan de even lijnen te
versturen, van boven tot onder.
De beelden kunnen flikkeren omdat om de andere lijn een
frame wordt weergegeven.
IP-adres Een nummer waarmee een computer die op een netwerk is
aangesloten kan worden herkend.
Progressief Projecteert informatie om telkens één scherm op te bouwen
waarbij het beeld van één frame wordt weergegeven.
Hoewel het aantal gescande lijnen hetzelfde is, neemt
beeldflikker af omdat het informatievolume dubbel zo hoog is
als dat van een geïnterlinieerd systeem.
Woordenlijst
334
Vernieuwingssnelh
.
Het lichtgevende element van een scherm behoudt zijn
helderheid en kleur maar heel kort.
Daarom moet het beeld vele keren per seconde worden gescand
om het lichtgevende element te verversen.
Het aantal keren dat het beeld per seconde ververst wordt heet
verversingsfrequentie en wordt uitgedrukt in hertz (Hz).
SDTV Een afkorting voor Standard Definition Television. Dit verwijst
naar standaard televisiesystemen die niet voldoen aan de
voorwaarden voor HDTV of High-Definition Television.
SNMP Een afkorting voor Simple Network Management Protocol, het
protocol voor het controleren en aansturen van apparaten zoals
routers en computers die zijn aangesloten op een TCP/IP-
netwerk.
sRGB Een internationale standaard voor kleurintervallen die is
opgesteld zodat kleuren die door videoapparatuur worden
weergegeven gemakkelijk door het besturingssysteem van
computers en Internet kunnen worden bewerkt. Als de
aangesloten bron een sRGB-modus heeft, stel dan zowel de
projector als de aangesloten bron in op sRGB.
SSID SSID staat voor de identificatiegegevens voor het aansluiten op
een ander apparaat op een draadloos LAN. Draadloze
communicatie is mogelijk tussen apparaten met dezelfde SSID.
Subnetmasker Dit is een numerieke waarde die het aantal bits definieert voor
het netwerkadres op een gedeeld netwerk (subnet) van het IP-
adres.
SVGA Een standaard schermgrootte met een resolutie van 800
(horizontaal) x 600 (verticaal) punten.
SXGA Een standaard schermgrootte met een resolutie van 1.280
(horizontaal) x 1.024 (verticaal) punten.
Sync. Door computers doorgegeven signalen hebben een specifieke
frequentie.
Als de frequentie van de projector niet met deze frequentie
overeenkomt, zijn de resulterende beelden niet van goede
kwaliteit.
Het proces waarbij de fases van deze signalen bij elkaar worden
gebracht (de relatieve positie van de pieken en dalen in de
signalen) wordt synchronisatie genoemd.
Als de signalen niet worden gesynchroniseerd, kan er
flikkering, wazigheid en horizontale interferentie optreden.
Tracking Door computers doorgegeven signalen hebben een specifieke
frequentie.
Als de frequentie van de projector niet met deze frequentie
overeenkomt, zijn de resulterende beelden niet van goede
kwaliteit.
Het proces waarbij de frequenties van deze signalen op elkaar
worden afgestemd (het aantal pieken in het signaal) wordt ook
wel frequentieafstemming genoemd.
Als de frequentieafstemming niet juist wordt uitgevoerd,
verschijnen er brede verticale strepen in het signaal.
Trap IP Adres Dit is het IP-adres voor de doelcomputer die wordt gebruikt
voor foutmeldingen in SNMP.
VGA Een standaard schermgrootte met een resolutie van 640
(horizontaal) × 480 (verticaal) punten.
XGA Een standaard schermgrootte met een resolutie van 1.024
(horizontaal) × 768 (verticaal) punten.
WXGA Een standaard schermgrootte met een resolutie van 1.280
(horizontaal) × 800 (verticaal) punten.
WUXGA Een standaard schermgrootte met een resolutie van 1.920
(horizontaal) × 1.200 (verticaal) punten.
Mededelingen
335
Controleer deze secties voor belangrijke mededelingen over uw projector.
gg Verwante koppelingen
• "Indication of the manufacturer and the importer in accordance with
requirements of EU directive" pag.335
• "Gebruiksbeperkingen" pag.335
• "Referenties besturingssysteem" pag.335
• "Handelsmerken" pag.336
• "Kennisgeving betreffende auteursrechten" pag.336
• "Toekenning auteursrechten" pag.336
Indication of the manufacturer and the importer in
accordance with requirements of EU directive
Manufacturer: SEIKO EPSON CORPORATION
Address: 3-5, Owa 3-chome, Suwa-shi, Nagano-ken 392-8502 Japan
Telephone: 81-266-52-3131
http://www.epson.com/
Importer: EPSON EUROPE B.V.
Address: Atlas Arena, Asia Building, Hoogoorddreef 5,1101 BA Amsterdam
Zuidoost
The Netherlands
Telephone: 31-20-314-5000
http://www.epson.eu/
Gebruiksbeperkingen
Wanneer dit product gebruikt wordt voor toepassingen die een hoge mate van
betrouwbaarheid/veiligheid vereisen zoals bijv. transportapparatuur voor
vliegtuigen, treinen, schepen, auto's enz.; ramppreventievoorzieningen;
diverse soorten beveiligingsapparatuur enz.; of
functionele/precisieapparatuur, mag u dit product alleen gebruiken indien uw
ontwerp voorziet in redundantie en fail-safes ten einde de veiligheid en
betrouwbaarheid van het complete systeem te waarborgen. Omdat dit product
niet bestemd is voor toepassingen die een uitermate hoge mate van
betrouwbaarheid/veiligheid vereisen zoals luchtvaartapparatuur, primaire
communicatieapparatuur, regelapparatuur voor kerninstallaties of medische
apparatuur voor directe medische zorg, wordt u geacht uw eigen oordeel te
hanteren aangaande de geschiktheid van dit product, op basis van grondige
evaluatie.
Referenties besturingssysteem
• Microsoft
®
Windows
®
7 besturingssysteem
• Microsoft
®
Windows
®
8.1 besturingssysteem
• Microsoft
®
Windows
®
10 besturingssysteem
• Microsoft
®
Windows Server
®
2012 besturingssysteem
• Microsoft
®
Windows Server
®
2016 besturingssysteem
In deze handleiding verwijzen we naar de bovenvermelde besturingssystemen
als "Windows 7", "Windows 8.1", "Windows 10", "Windows Server 2012" en
"Windows Server 2016". Met de gemeenschappelijke benaming "Windows"
wordt naar deze systemen verwezen.
• OS X 10.11.x
• macOS 10.12.x
• macOS 10.13.x
• macOS 10.14.x
• macOS 10.15.x
In deze handleiding wordt naar de hierboven vermelde besturingssystemen
verwezen als "OS X 10.11.x", "macOS 10.12.x", "macOS 10.13.x", "macOS
10.14.x" en "macOS 10.15.x". Bovendien kan de gemeenschappelijke benaming
"Mac" worden gebruikt om te verwijzen naar al deze systemen.
Mededelingen
336
Handelsmerken
EPSON is een gedeponeerd handelsmerk, EXCEED YOUR VISION en hun
logo's zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Seiko Epson
Corporation.
Mac, OS X en macOS zijn handelsmerken van Apple Inc.
Microsoft, Windows en het Windows Server zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde
Staten en/of andere landen.
Wi-Fi
™
, WPA2
™
, WPA3
™
en Miracast
™
zijn handelsmerken van Wi-Fi Alliance
®
.
App Store is een service-teken van Apple Inc.
Chrome, Chromebook en Google Play zijn handelsmerken van Google LLC.
HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing
Administrator, Inc.
"QR Code" is een gedeponeerd handelsmerk van DENSO WAVE
INCORPORATED.
PJLink is een handelsmerk dat is gedeponeerd (of in behandeling is) in Japan,
de Verenigde Staten en andere landen.
Foxit PDF SDK Copyright ©2011, Foxit Software Company
www.foxitsoftware.com, All rights reserved.
Crestron
®
, Crestron Connected
®
, Crestron Fusion
®
, Crestron Control
®
en
Crestron RoomView
®
zijn geregistreerde handelsmerken van Crestron
Electronics, Inc.
Ubuntu en Canonical zijn gedeponeerde handelsmerken van Canonical Ltd.
Intel
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Intel Corporation in de V.S. en/of
andere landen.
Eneloop
®
is een gedeponeerd handelsmerk van de Panasonic Group.
HDBaseT
™
en het HDBaseT Alliance-logo zijn handelsmerken van HDBaseT
Alliance.
Andere productnamen vermeld in dit document dienen uitsluitend als
identificatie en kunnen handelsmerken zijn van hun respectieve eigenaars.
Epson maakt geen enkele aanspraak op deze merken.
Kennisgeving betreffende auteursrechten
Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit document mag worden
verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of
openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij
elektronisch, mechanisch, via fotokopieën of opnamen, of op enige andere
wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Seiko Epson
Corporation. Seiko Epson Corporation wijst alle patentaansprakelijkheid af
wat betreft het gebruik van de informatie in dit document. Evenmin kan Seiko
Epson Corporation aansprakelijk worden gesteld voor schade voortvloeiend
uit het gebruik van de informatie in dit document.
Seiko Epson Corporation noch zijn filialen kunnen door de koper van dit
product of door derden aansprakelijk worden gesteld voor schade, verliezen of
onkosten ontstaan als gevolg van ongelukken, foutief gebruik of misbruik van
dit product, onbevoegde wijzigingen en reparaties, of (buiten de Verenigde
Staten) als de bedienings- en onderhoudsinstructies van Seiko Epson
Corporation niet strikt worden gevolgd.
Seiko Epson Corporation kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade
of problemen voortvloeiend uit het gebruik van onderdelen of
verbruiksmaterialen die niet als Original Epson Products of Epson Approved
Products zijn aangemerkt door Seiko Epson Corporation.
De tekst in deze handleidng kan worden veranderd of gewijzigd zonder
verdere kennisgeving.
Er kunnen verschillen zijn tussen de illustraties in deze handleiding en de
echte projector.
Toekenning auteursrechten
De informatie is onderhevig aan wijzigingen zonder kennisgeving.
© 2020 Seiko Epson Corporation
2020.7 413996900NL
… 10 …

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Epson EB-800F bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Epson EB-800F in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 8,63 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Epson EB-800F

Epson EB-800F Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 338 pagina's

Epson EB-800F Gebruiksaanwijzing - English - 319 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info