5
|
NEDERLANDS
4.2. Verbinden met Windows XP
Windows XP heeft ingebouwde draadloze ondersteuning. Dankzij deze ondersteuning
zijn er twee manieren om een draadloze verbinding tot stand te brengen: De ‘Windows
wireless configuration’ gebruiken of het Realtek draadloze hulpprogramma. Beide
methodes worden in de volgende stappen uitgelegd.
4.2.1 Verbinden met de Wireless zero config
1. Klik het icoontje met de rode of groene balken aan. Dit is het Realtek draadloze
hulpprogramma.
2. Het programma wordt gestart. Zet een vinkje bij ‘Windows zeroconfig’ en kies
‘Close’.
3. Klik het draadloze netwerk icoontje met de rechtermuisknop aan (rechts onderin
de taakbalk, naast de klok).
4. Kies ‘Beschikbare draadloze netwerken weergeven’.
5. Windows laat een lijst met beschikbare draadloze zien.
6. Klik het netwerk aan dat je wilt verbinden.
7. Klik op ‘Verbinden’.
8. Als het draadloze netwerk niet is beveiligd, en je gebruikt Service Pack 1, dan
dien je ‘Ook verbinding met dit netwerk maken, ook al het netwerk niet is
beveiligd ‘ aan te vinken.
9. Als het netwerk is beveiligd, zal Windows je vragen om de netwerksleutel in te
vullen. Vul je sleutel in en bevestig deze en klik dan op ‘Verbinden’.
10. Als je de netwerksleutel correct hebt ingevuld, zal Windows een draadloze
verbinding tot stand brengen.
11. Gefeliciteerd! Je hebt de draadloze adapter correct geïnstalleerd.
4.2.2 Windows XP verbinden met het Realtek draadloze hulpprogramma
1. Klik op het icoontje met de rode of groende balken. Dit is het Realtek draadloze
USB hulpprogramma.
2. Klik op ‘Available Network’.
3. Een lijst met beschikbare netwerken wordt getoond.
4. Selecteer je eigen draadloze netwerk en de ‘Add to Profile’ knop.
5. Als je netwerk is beveiligd, dien je bij ‘Network Authentication’ de behorende
beveiligingstype te selecteren. Als je gebruik maakt van WPA of WPA2, zorg er
dan voor dat je de juiste ‘Data encryption’ selecteert.
6. Vul je beveiligingscode in bij het ‘Network key’ veld. Bevestig deze code bij het
‘Confirm network key’ veld.
7. Klik op ‘OK’.
8. Als je nu de netwerkinstellingen correct hebt ingevuld, zie je de volgende data op
het scherm verschijnen: Signal Strength en Link Quality. Ook een IP-adres,
subnetmasker en gateway zijn aangegeven. Deze gegevens dienen overeen te
komen met de netwerkgegevens van je eigen netwerk.