terwijl het te ruime kleren draagt.
Uw verhoger Groep 1-2-3 (2)
1. In hoogte verstelbare hoofdsteun
2. Tuigje (x2)
3. Opbergvak voor gebruiksaanwijzing
4. Kuip
5. Tussenbeenbandje
6. Sluiting voor tuigjes
7. Verstelband (x2)
8. Beschermkussen (indien aanwezig)
9. Verstelknop (x2)
10. Gordelbeschermers (x2)
11. Schoudergordelgeleiders (x2 – gebruik zonder tuigje)
Installatie met harnas
Gr. 1, van 9 tot 18 kg (van 9 maanden tot ongeveer 4 jaar)
Zorg dat het tuigje van uw autozitje is aangepast aan de grootte van uw kind voor-
dat u het zitje in uw auto plaatst.
Het tuigje kan worden afgesteld op drie hoogten. Het moet door de sleuven gaan
die het dichtst bij de schouders van uw kind zitten. Als de schouders van uw kind
tussen twee sleufhoogten zitten, gebruik dan altijd de hoogste stand. U kunt de
hoogte van het tuigje aanpassen door een van de bovenbanden van het tuigje los
te maken. Daarvoor dient u het metalen bevestigingsplaatje aan de rugzijde te
draaien (3) en vervolgens de band van het tuigje door de sleuven in de kuip en in
de bekleding te trekken (4). Duw de band van het tuigje op de gewenste hoogte
door de sleuven in de bekleding en de kuip (5) en bevestig de band weer aan de
achterzijde (6). Controleer of het metalen bevestigingsplaatje goed vast zit en of
de band van het tuigje niet gedraaid is. Herhaal deze handelingen voor de andere
bovenband.
• Het tuigje sluiten: Trek aan de verstelbanden van het tuigje. U hoeft niet op de
verstelknoppen te drukken (7).
• Het tuigje openen: Druk op de verstelknoppen op de bovenbanden van het tuigje,
pak het onderste deel van het tuigje vast en trek tegelijkertijd aan het boven- en
onderdeel (8). Druk op de rode knop op de sluiting van het tuigje om uw kind vol-
ledig los te maken.
Plaats het autozitje tegen de achterbank van het voertuig (9). Zet de hoofdsteun
in de laagste stand. Trek aan de autogordel tot deze helemaal is uitgetrokken. Laat
de twee banden van de gordel door de openingen in de bekleding en de kuip lopen
(10). Zorg er daarbij voor dat de heupgordel onder de armsteun van het autozitje
ligt en dat de schoudergordel verticaal tussen de rug en de hoofdsteun zit zonder
door de gordelgeleider te gaan. Voer de autogordel weer naar de voorzijde door de
tegenoverliggende sleuf (11). Zorg dat de heupgordel onder de armsteun ligt en