34
Opstel- en aansluitaanwijzing
1 Veiligheidsaanwijzingen voor de installa-
tie
• De afwasautomaat alleen staand transporteren
omdat anders zout water uit de machine kan lo-
pen.
• Voor de ingebruikname de afwasautomaat op
transportschade controleren. Een beschadigd ap-
paraat in geen geval aansluiten. Neem in geval van
schade contact op met uw leverancier.
• Neem de afwasautomaat nooit in gebruik als het
aansluitsnoer, de toe- of afvoerslang beschadigd
zijn of als het bedieningspaneel, het bovenblad of
de sokkel dermate beschadigd zijn dat het appa-
raat open toegankelijk is.
• De stekker altijd in een volgens de voorschriften
geïnstalleerd randgeaard stopcontact steken.
• Bij vaste aansluiting: een vaste aansluiting mag al-
leen door een erkende elektro-vakman worden uit-
gevoerd.
• Controleer vóór de ingebruikname of de op het
typeplaatje van het apparaat aangegeven netspan-
ning en stroomsoort met de netspanning en
stroomsoort op de opstellingsplaats overeenko-
men. De vereiste elektrische zekering is eveneens
op het typeplaatje aangegeven.
• Meerwegstekkers en/of -verbindingen en verleng-
snoeren mogen niet worden gebruikt. Brandgevaar
als gevolg van oververhitting!
• Het aansluitsnoer van de afwasautomaat mag al-
leen door de service-afdeling of een erkend vak-
man worden vervangen.
• Een toevoerslang met veiligheidsventiel mag alleen
door de service-afdeling worden vervangen.