7
Gebruik van het koelapparaat
Voor een optimale koeling is een goede
luchtcirculatie noodzakelijk. Bedek daarom de
roosters nooit met papier, schalen, enz.
Zet nooit warme etenswaren in de koelruimte,
maar laat ze eerst tot kamertemperatuur
afkoelen. Zo voorkomt u ongewenste rijpvorming.
Levensmiddelen kunnen geurtjes overnemen,
daarom is een goede verpakking, zoals gesloten
schaaltjes, aluminium- of vershoudfolie, noodzakelijk.
Op die manier worden ook de natuurlijke
vochtgehaltes behouden en blijven bijvoorbeeld
groentes dagenlang vers.
Temperatuur instellen
De temperatuurregelaar zal, afhankelijk van de ingestelde
stand, het apparaat voor kortere of langere tijdsintervallen
stopzetten en weer aanzetten, waardoor de juiste
temperatuur wordt bereikt en behouden.
Koelkast
De instelling van de koelkast is variabel van „Min.” tot
„Max.”.
In de middelste stand (tussen „Min.” en „Max.”) bedraagt de
temperatuur in de koelkast in normale omstandigheden
tussen de 0 en +5°C. Hoe dichter men de knop naar de
„Max.” stand toedraait, des te intensiever de koeling.
Vrieskast
Men kan een temperatuur van -18°C in de vrieskast
bereiken, door de draaiknop van de temperatuurregelaar in
de middelste stand te zetten. Op -18°C kan men
levensmiddelen voor langere tijd bewaren.
De temperatuur in het apparaat wordt, naast de stand van
de temperatuurregelaar, ook beďnvloed door de
omgevingstemperatuur, het al dan niet vaak openen van de
deuren, de hoeveelheid verse levensmiddelen, enz.
Op de maximale stand, dus draaiknop op „Max.”,
(b.v. tijdens een hittegolf) werken de
compressoren constant. Dat is niet schadelijk voor het
apparaat.
Lade
De lade is geschikt voor het bewaren van groenten en fruit.
De lade kan worden ingedeeld in 2 variabele delen, zodat
de levensmiddelen gescheiden bewaard kunnen worden.
Bewaren in de koelruimte
Bewaar de levensmiddelen zoals aangegeven in de
afbeelding:
1. gebak, kant-en-klare producten, levensmiddelen in
schaaltjes, vers vlees, vleeswaren, dranken
2. melk, zuivelproducten, levensmiddelen in schaaltjes
3. fruit, groenten
4. kaas, boter
5. eieren
6. yoghurt, zure room
7. kleine flessen, frisdrank
8. grote flessen, dranken
NL