85
Bedienen van het apparaat
In gebruik nemen
Breng de accessoires in de ijskast aan en steek de
stekker in het stopcontact.
De temperatuurregelaar, onder het klepje aan de
bovenkant van het apparaat, dient om het apparaat
aan te zetten en om de temperatuur in te stellen, dit
door de knop met de wijzers van de klok mee te
draaien.
Meer aanwijzingen over de instelling vindt u in het
volgende hoofdstuk.
Temperatuur instellen
De thermostaat zorgt er automatisch voor dat de
ingestelde temperatuur wordt aangehouden en schakelt
regelmatig het apparaat kortere of langere tijd uit.
Hoe hoger het cijfer waarop u de temperatuurregelaar
draait, hoe intensiever er gekoeld wordt.
In de vriesruimte wordt een temperatuur van -18 °C of
kouder bereikt, als u de temperatuurregelaar op „3”
draait. In dit geval wordt de temperatuur in de koelruimte
automatisch +5 °C of kouder. Stand „3” is geschikt voor
normaal gebruik.
De temperatuur in de koelkast is niet alleen afhankelijk
van de instelling van de temperatuurregelaar, maar ook
van de omgevingstemperatuur, vaak openen van de
deur, de hoeveelheid levensmiddelen enz.
Op stand „5”, de hoogste stand, (bijv. tijdens een
hittegolf) werkt de compressor continu. Dit heeft
geen negatieve invloed op het functioneren van het
apparaat.
Gebruik van het koelapparaat
Voor een optimale koeling is een goede
luchtcirculatie noodzakelijk. Bedek daarom de
roosters nooit met papier, schalen, enz.
Zet nooit warme etenswaren in de koelruimte,
maar laat ze eerst tot kamertemperatuur
afkoelen. Zo voorkomt u ongewenste rijpvorming.
Levensmiddelen kunnen geurtjes overnemen,
daarom is een goede verpakking, zoals
gesloten schaaltjes, aluminium- of vershoudfolie,
noodzakelijk. Op die manier worden ook de
natuurlijke vochtgehaltes behouden en blijven
bijvoorbeeld groentes dagenlang vers.
Bewaren in de koelruimte
Bewaar de levensmiddelen zoals aangegeven in de
afbeelding:
1. gebak, kant-en-klare producten, levensmiddelen in
schaaltjes, vers vlees, vleeswaren, dranken
2. melk, zuivelproducten, levensmiddelen in schaaltjes
3. fruit, groenten
4. kaas, boter
5. eieren
Bediening en controlelampjes
Aan de bovenkant is onder het klepje het volgende
bedieningselement te vinden:
A. De draaiknop van de temperatuurregelaar in het
apparaat
Hiermee kan de temperatuur in het apparaat
ingesteld worden.
NL