22
Milieubescherming
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in de
isolatie, geen ozononvriendelijke stoffen.
Het apparaat mag niet samen met huisvuil of
gesloopte apparaten weggegooid worden.
Afgedankte koel- en vriesapparaten moeten volgens
de plaatselijke regelingen op deskundige wijze
verwerkt worden. Informeer bij uw gemeente naar
de mogelijkheden in uw woonplaets.
Vermijd dat het koelcircuit wordt beschadigd, vooral
aan de achterkant in de buurt van de
warmtewisselaar.
De materialen in dit apparaat die voorzien zijn van
het symbool zijn geschikt voor recycling.
Installatie
¥ Overtuig u er van dat het apparaat niet op het
aansluitsnoer staat.
Belangrijk: als de voedingskabel beschadigd
raakt, moet de kabel, eventueel met stekers,
vervangen worden; deze onderdelen zijn
verkrijgbaar bij de fabrikant of het
servicecentrum.
¥ De warmte welke het apparaat aan de spijzen en
dranken ontrekt, moet onbelemmerd aan de
omgeving afgestaan kunnen worden. Slechte
ventilatie onder, achter en boven het apparaat
resulteert in slechte koel-en/of vriesrestaties door
ongewild tijdelijk iutschakelen van de kompressor
of onjuiste werking van de absorptieunit .
¥ Plaats het apparaat met zÕn achterkant zo dicht
mogelijk bij een muur. Hiermee voorkomt u
verbrandingsletsel door aanraking van hete tot
zeer hete delen.
¥ Afhankelijk van de wijze van transport kan olie
vanuit de compressor in het koelcircuit gevloeid
zijn. Wacht, na het plaatsen van het apparaat,
ten minste een half uur alvorens de steker in het
stopcontact te steken. Na achteroverliggend
vervoer ten minste een halve dag. Daarmee
geeft u de olie de gelegenheid in de compressor
terug te vloeien. Apparaten welke van een
absorptie-unit voorzien zijn kunnen direct in
bedrijf genomen worden. Controleer cirka 24 uur
na het in bedrijf stellen of het apparaat naar
behoren werkt.