10 electrolux
NL
U kunt de ijsblokjes makkelijker
losmaken door het ijsblokjesbakje onder
stromend water te houden en het dan iets
te verdraaien.
Bewaren
Na het invriezen kunt u de
diepvriesproducten het beste naar de
bewaarvakken verplaatsen, zodat u weer
ruimte hebt in het invriesvak.
Tussentijds invriezen heeft geen nadelige
invloed op reeds ingevroren producten.
Praktische informatie
Na openen en sluiten van de deur van
de vriezer ontstaat in het apparaat een
vacuüm. Na sluiten van de deur duurt
het 2-3 minuten voordat u de deur
weer kunt openen.
Stel de vriezer zodanig in dat de
binnentemperatuur nooit warmer dan -
18 °C wordt. Bij te hoge temperaturen
bederven de diepvriesproducten.
Controleer elke dag even of het
apparaat goed functioneert. Zo
constateert u evt. storingen tijdig.
Na afloop van een
stroomonderbreking gaat het apparaat
vanzelf weer aan en wordt
automatisch de invriesmodus
ingeschakeld. Als u de invriesfunctie
niet handmatig uitschakelt, zorgt de
elektronica van het apparaat daar, na
verloop van 5 uur, automatisch voor.
Bij het uitschakelen van de
invriesmodus gaat het gele lampje (C)
uit.
Tips
In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om
het apparaat zo energiezuinig mogelijk te
gebruiken. U vindt hier ook informatie
m.b.t. het milieu.
Energie besparen
Zet het apparaat liever niet in de zon of
naast een warmte afgevend apparaat.
Zorg ervoor dat de condensor en de
compressor voldoende ventilatie
hebben. Bedek de ventilatie-
openingen niet.
Doe levensmiddelen in een afgesloten
schaaltje of in vershoudfolie om
onnodige rijpvorming te voorkomen.
Zorg ervoor dat nog in te vriezen
levensmiddelen niet in aanraking
komen met reeds ingevroren
levensmiddelen.
Open de deur niet onnodig en laat
hem niet langer open staan dan nodig
is.
Laat warme levensmiddelen altijd
eerst tot kamertemperatuur afkoelen
voordat u ze in het apparaat zet.
Houd de condensor schoon.
Het apparaat en het milieu
Dit apparaat bevat, zowel in het
koelcircuit als in het isolatiemateriaal,
geen gassen die de ozonlaag kunnen
aantasten. Het apparaat mag niet samen
met huisvuil of gesloopte apparaten
weggegooid worden. Uit het oogpunt van
milieubescherming moeten afgedankte
koel- en vriestoestellen volgens de
plaatselijke regelingen op deskundige
wijze verwerkt worden. Informeer bij de
gemeente naar de mogelijkheden in uw
woonplaats. Zorg ervoor dat het
koelcircuit, vooral aan de achterkant bij
de warmtewisselaar, niet beschadigd
wordt.
De materialen met het symbool „ ” zijn
geschikt voor recycling.